Handhaving openbare en bebouwde ruimte Programma 2013
Gemeente Utrecht Veiligheidsregio Utrecht
Inhoudsopgave Handhaving openbare en bebouwde ruimte
1
1.
4
Inleiding
1.1
Voorwoord
Verhouding van Handhavingsprogramma en andere besluiten
4
1.3
De totstandkoming van het Handhavingsprogramma
6
1.5
Uitvoering van de handhaving
1.2 1.4 1.6 2
4
Relevante ontwikkelingen voor het handhavingsprogramma 2013 Weergave
Toezicht en handhaving bebouwde omgeving
7 11
12
14
2.1 Bouwen en slopen
14
2.1.1 Toezicht op bouwwerken
14
2.1.3 Bewonersbegeleiding bij bouwhinder
17
2.2 Kwaliteit woningen en gebouwen
19
2.2.1 Fysieke veiligheid
19
2.2.2 Galerijvloeren flatgebouwen
20
2.2.3 Onderhoud Kanaleneiland
21
2.2.4 Stimuleren van verenigingen van eigenaren
22
2.2.5 Illegaal gebruik bedrijfspanden
23
2.3 Huisvesting
24
2.3.1 Onrechtmatige bewoning
24
2.1.2 Toezicht op sloopwerken en asbestverwijdering
16
2.3.2 Woningomzetting en woningonttrekking
25
2.3.3 Splitsingen
26
2.4 Horeca, kansspelen, cannabisbeleid en Opiumwet
29
2.3.4 Vastgoedcriminaliteit en huisjesmelkers
28
2.4.1 Horeca, alcoholgebruik en kansspelen
29
2.4.2 Handhaving cannabisbeleid en Opiumwet
31
2.5 Seksinrichtingen en mensenhandel
32
2
2.6 Controle op milieuregelgeving
34
2.6.1 Reguliere handhaving inrichtingen Wet Milieubeheer
34
2.6.2 Koelingen in supermarkten (energie en duurzaamheid)
36
2.7 Milieu bodem
38
2.8 Brandveiligheid
39
2.8.1 Brandveilig gebruik
41
2.8.3 NUT (Nodeloze uitrukkingen terugdringen)
43
2.6.3 Ondergrondse tanks (bij bedrijven)
2.8.2 Periodiek toezicht
37
41
2.8.4 Voorlichting brandveiligheid
43
3. Toezicht en handhaving in de openbare ruimte
45
3.1 Veiligheid
44
3.1.1 Auto en Woninginbraken
44
3.1.2 Overlast
45
3.1.3 Jongerenoverlast
47
3.2 Schoon en heel houden openbare ruimte
49
3.2.1 Illegaal gebruik openbare ruimte
49
3.2.2 Vervuiling openbare ruimte
50
3.3 Parkeren en stallen
52
3.3.1 Betaald- en foutparkeren
52
3.3.2 Fietsparkeren
54
4.
58
3.3.3 Milieuzone
Overige toezicht
56
4.1
Klachten en meldingen
58
4.2
Calamiteiten en ongevallen 2013
59
4.3 5.
Evenementen
Toezicht in de wijken
60 62
5.1
Binnenstad en Stationsgebied West
64
5.3
Noordwest
65
5.5
Noordoost
68
5.7
Zuid
71
5.9
Leidsche Rijn
72
5.2 5.4 5.6 5.8
Overvecht Oost
Zuidwest
5.10 Vleuten – De Meern
62
66 70 71 73
3
1. Inleiding 1.1
Voorwoord
De gemeente handhaaft om een geconstateerde overtreding te beëindigen en te voorkomen dat een nieuwe overtreding wordt begaan. Dit handhavingsprogramma laat zowel aan ambtenaren, bestuurders als burgers en bedrijven zien waarop en hoe de gemeente in het jaar 2013 toezicht uitoefent en handhaaft in de openbare en bebouwde ruimte.
Leeswijzer inleiding
Om de inhoud van dit programma goed te kunnen plaatsen geven wij in deze inleiding een
overzicht van de verhouding van het handhavingsprogramma tot andere relevante college- en raadsbesluiten en schetsen wij daarnaast een aantal relevante maatschappelijke en
organisatorische ontwikkelingen, die van invloed zijn op de samenstelling van het programma voor 2013. Vervolgens geven wij kort aan op welke wijze handhaving plaats kan vinden en hoe de betrokken organisatieonderdelen hierin kunnen samenwerken. Ten slotte vertellen wij iets over de weergave van het programma 2013.
1.2
Verhouding van Handhavingsprogramma en andere besluiten
Om te verduidelijken hoe het handhavingsprogramma zich verhoudt tot andere raads- of
collegebesluiten, zoals handhavingsstrategieën, programmabegrotingen, de handhavingsvisie
'Keuzes in de handhaving' en de 'Handreiking Handhavingsstrategie Openbare en Bebouwde
Ruimte', volgt hieronder een opsomming van deze besluiten met een uitleg en een beschrijving van de relatie met het handhavingsprogramma.
4
Programmabegroting
Met de programmabegroting spreekt het college af welke prestaties het levert met de daarbij behorende middelen. Handhavingsvisie 'Keuzes in de handhaving' (2008)
Hierin staat beschreven hoe het College handhavingsprioriteiten stelt en welke mix aan instrumenten het College voor de handhaving kan inzetten. Dit programma werkt conform
deze visie door de prioriteiten te baseren op een risicoanalyse en per taak aan te geven welk instrument wordt gebruikt. 'Handreiking handhavingsstrategie openbare en bebouwde ruimte'
Hierin staat beschreven hoe het College handhavingsstrategieën en risicoanalyses maakt. Hierbij is ook in grote lijnen aangegeven wat de mogelijke sancties zijn tegen de overtreder, ook als dit de gemeente zelf is. Ook is een kader weergegeven wanneer de gemeente overtredingen kan gedogen. Handhavingsstrategieën
Per domein stelt het College handhavingsstrategieën vast. In de strategieën staat beschreven:
- welke prioriteiten het college binnen het domein legt; - welk doel de handhaving heeft door middel van input- output- en effectdoelstellingen; - hoe toezicht wordt gehouden en
- zo nodig een verbijzondering van welke sanctie per (type) overtreding beoogd is.
Op dit moment zijn de handhavingsstrategieën Seksinrichtingen, Milieu bodem en Horeca vastgesteld. De komende maanden worden de handhavingsstrategieën Asbest, Huisvesting, Bouwen en Slopen, Milieu Bedrijven en Illegale Bouw en Gebruik hieraan toegevoegd. Handhavingsprogramma openbare en bebouwde ruimte Het handhavingsprogramma deelt de werkzaamheden in naar aanleiding van de
prioriteitstellingen en risicoanalyses uit de handhavingsstrategieën. Ook de onderdelen waar nog geen handhavingsstrategie voor beschikbaar is, worden tijdens het opstellen van het
programma, op basis van een risicoanalyse ingedeeld in taken met een hoge, gemiddelde of lage prioriteit. De keuze voor de inzet van instrumenten volgt uit de Handhavingsvisie 'Keuzes
in de handhaving'.
5
1.3
De totstandkoming van het Handhavingsprogramma
Het programmeren en uitvoeren van werkzaamheden verloopt volgens een cyclisch proces, dat begint met een brede inventarisatie van de behoefte aan toezicht en handhaving. Daarin worden de volgende zaken meegenomen: -
Uitvoering lopende handhavingsprogramma
-
Wet- en beleidswijzigingen
-
Bestuurlijke wensen (portefeuillehouders)
-
Signalen, klachten en meldingen
-
Organisatorische en maatschappelijke ontwikkelingen en trends
-
Risicoanalyse en prioriteitstelling uit vastgestelde handhavingsstrategieën Wensen raadscommissie
Consultatie wijken (inclusief wijkambitieplannen) en wijkraden.
Een groot deel van de inzet op toezicht en handhaving betreft een wettelijke verplichting.
Daarnaast proberen we de geïnventariseerde wensen zo goed mogelijk te verwerken binnen de begroting van het jaarlijkse handhavingsprogramma. Omdat de behoefte aan handhaving per definitie groter is dan de financiële en personele mogelijkheden, moeten er keuzes gemaakt worden. Dit gebeurt aan de hand van een prioritering op basis van een risicoanalyse,
aangevuld met de bestuurlijke en maatschappelijke wensen (signalen, klachten, meldingen). Daarbij worden ook expliciet de wensen vanuit de verschillende wijken meegenomen (wijkbureaus en wijkraden).
Voor de Wabo-gerelateerde taken stellen wij een risicoanalyse op, die functioneert op basis van: risico = schadelijk effect x kans. Hoe schadelijker de effecten van fouten zijn en hoe
groter de kans is dat deze zich voordoen, des te groter is het risico. De schadelijke effecten zijn ingedeeld in de volgende 7 categorieën (niet op volgorde van belangrijkheid): 1. Veiligheid en gezondheid 2. Materiële schade
3. Ruimtelijke kwaliteit
4. Leefbaarheid, overlast en hinder
6
5. Duurzaamheid
6. Openbare orde en criminaliteit 7. Oneerlijke concurrentie De gemaakte keuzes worden door de bij het programma betrokken handhavende partijen met elkaar vergeleken en op elkaar afgestemd. De resultaten van dit overleg worden uiteindelijk in het programma neergelegd.
De besluitvorming over het programma vindt in principe aan het eind van elk kalenderjaar plaats, zodat de uitvoering bij de aanvang van het nieuwe jaar kan starten. De werkzaamheden worden gedurende het jaar gevolgd. Aan het eind van het jaar maken de
betrokken afdelingen de balans op en rapporteren daarna over de inzet en het effect daarvan. De afdelingen rapporteren in het jaarverslag zowel over de uitvoering van het
handhavingsprogramma, als over de inzet die is geleverd op niet voorziene ontwikkelingen in de stad.
1.4
Relevante ontwikkelingen voor het handhavingsprogramma 2013
In deze paragraaf benoemen wij de ontwikkelingen, die van invloed zijn op de concrete inzet op toezicht en handhaving voor 2013. Het gaat hierbij om wetswijzigingen, beleidswijzigingen,
maatschappelijke ontwikkelingen (wensen uit de wijken, signalen, klachten en meldingen) en organisatorische ontwikkelingen.
Wetswijzigingen, beleidswijzigingen en maatschappelijke ontwikkelingen
1. Vervallen van leges voor asbest en sloopmeldingen Met het nieuwe Bouwbesluit is de vergunningplicht voor sloopwerkzaamheden omgezet in een meldingplicht. Hierdoor vervallen de legesinkomsten en dient het toezicht op asbestverwijdering en sloopmeldingen nu betaald te worden uit het AD-budget. In het kader van de veiligheid en gezondheid blijven wij in 2013 toezien op uitvoering van sloopmeldingen, in het bijzonder wanneer daarbij asbest wordt verwijderd.
Voor 2013 verwachten wij meer uren te besteden aan het behandelen van meldingen dan in 2012 als gevolg van een toename van het aantal meldingen en intensivering van het toezicht. 2. Gewijzigde Drank en Horecawet en toename van de vraag naar handhaving op overlastgevende horeca
Per 1 januari 2013 is de gewijzigde Drank en Horecawet in werking getreden, waarmee het
toezicht en handhaving op de horecabedrijven -zonder extra middelen- is overgedragen aan de gemeenten. De wet bevat een aantal inhoudelijke wijzigingen die vragen om extra inzet: Het in bezit hebben van alcoholische dranken door jongeren onder de 16 jaar in de openbare
ruimte is strafbaar en daarnaast kan de gemeente sanctionerend optreden bij verkoop van drank aan jongeren door 'niet horecabedrijven', zoals supermarkten.
Een aantal wijken heeft voor 2013 gevraagd om meer handhaving op overlastgevende horeca. Door integraal en slim (risicogericht) te handhaven kunnen wij voldoen aan de extra vraag: De beschikbare capaciteit voor controle van de horecabedrijven zetten wij in op basis van de
prioritering uit de handhavingsstrategie horeca, zodat toezicht daar wordt ingezet, waar dit het meest nodig is.
Wij treden sanctionerend op bij alcoholgebruik door jeugdigen in de openbare ruimte en bij geconstateerde verkoop van alcohol aan jongeren door niet horecabedrijven.
7
3. Meer aandacht voor opsporing illegale prostitutie, seksinrichtingen en mensenhandel
Extra inzet is in 2013 nodig om nog scherper toezicht te kunnen houden op het naleven van de vergunningvoorwaarden in de raamprostitutie (registratie, huurtermijn en maximale werktijd). Deze vergunningvoorwaarden dragen bij aan het opwerpen van een barrière tegen
mensenhandel. Daarnaast is er meer inzet nodig voor het actief opsporen van illegale sekspraktijken en mensenhandel in woningen en inrichtingen (massagesalons etc.). 4. Meer grip op woonfraude Corporaties nemen meer verantwoordelijkheid om woonfraude op te sporen en de gemeente en corporaties hebben hun samenwerking hierin verder verbeterd. Ook de mogelijkheid tot het
opleggen van een bestuurlijke boete aan degene die illegaal sociale woonruimte doorverhuurt, blijkt in de praktijk een effectief instrument. Door deze ontwikkelingen kan onrechtmatige
bewoning efficiënter en effectiever opgespoord worden en kan de gemeente een deel van de uren inzetten voor de toenemende vraag naar controle op illegale seksinrichtingen. 5. Meer inzet nodig voor handhaving illegale omzettingen Het aantal meldingen met betrekking tot (vermeende) illegale omzettingsituaties blijft redelijk stabiel. In de praktijk blijkt echter dat de afhandeling van deze meldingen (controle en
handhaving) meer tijd in beslag neemt. Bovendien is in 2012 het beleid aangescherpt en wil de gemeente, naast het afhandelen van meldingen ook actief controleren op naleving van de
vergunningvoorwaarden en de geregistreerde uitzonderingssituaties (zogenaamde hospita-
situaties).
6. Afname van het aantal bouwaanvragen In 2012 is een duidelijke afname van het aantal bouwaanvragen te zien. Deze afname van
vergunningaanvragen in 2012 leidt in 2013 naar verwachting nog niet tot verminderde inzet op toezicht, omdat tussen vergunningverlening en start bouw over het algemeen enige tijd
verstrijkt (gemiddeld 4 tot 9 maanden). Voor 2014 verwachten wij wel een afname van het benodigde toezicht.
7. Afname van het aantal bouwkundige en kadastrale splitsingsvergunningen Eind 2011 heeft het college een voorbereidingsbesluit genomen en aansluitend eind 2012 een
Facetbestemmingsplan vastgesteld, waarmee in een aantal wijken woningsplitsing juridisch
planologisch wordt tegengegaan dan wel slechts onder strikte voorwaarden toegestaan. Als
gevolg hiervan is het aantal aanvragen voor bouwkundige splitsingen in de aangewezen wijken afgenomen. Daarmee neemt automatisch ook het aantal aanvragen voor een kadastrale
splitsingsvergunning af. Bovendien zijn sinds 1 januari 2012 corporatiewoningen van 1950 en jonger bij kadastrale splitsing niet langer vergunningplichtig maar meldingplichtig.
De terugloop in splitsingsaanvragen leidt in 2013 nog niet tot een verminderde inzet van het toezicht hierop. De oorzaak hiervan is dat het feitelijk toezicht pas plaatsvindt tijdens de daadwerkelijke verbouwing (bij een bouwkundige splitsing) of pas wanneer alle
werkzaamheden aan de woning zijn uitgevoerd (kadastrale splitsing). In 2014 zal naar verwachting wel minder toezichtcapaciteit nodig zijn.
8. Uitbreiding parkeerhandhaving in gefiscaliseerd gebied in verband met het raadsbesluit over de koopzondagen.
In 2013 zal de intensiteit van de inzet op parkeerhandhaving binnen het fiscale gebied gelijk blijven, maar stijgt het aantal handhavingsuren in gefiscaliseerd gebied wel. Dit in verband met het besluit van de Gemeenteraad om in te stemmen met het burgerinitiatief over de
koopzondagen. In eerste instantie is alleen in de Binnenstad betaald parkeren op zondagen. Wij verwachten dat voor handhaving hiervan extra inzet nodig is van1.584 uur (inclusief capaciteit
8
meldkamer). De exacte extra inzet is afhankelijk van de eventuele uitbreiding van de handhaving op zondagen in overige gebieden.
9. Meer inzet gevraagd op foutparkeren buiten gefiscaliseerd gebied en weesfietsen. Vanuit een groot aantal wijken wordt gevraagd om meer handhaving op foutparkeren buiten gefiscaliseerd gebied en optreden tegen weesfietsen.
Om de problematiek van te lang gestalde fietsen beter aan te kunnen pakken stellen wij voor om in de loop van 2013 de bestaande fietswrakkenacties om te zetten in weesfietsenacties,
zodat per actie meer fietsen verwijderd kunnen worden. Dit zal deels tegemoet komen aan de vraag, maar niet het gehele probleem oplossen. De inzet op de handhaving op foutparkeren buiten het gefiscaliseerde gebied blijft in principe
gelijk aan de inzet van vorig jaar. Wel verwachten wij dat de effectiviteit van de handhaving kan toenemen door de nieuwe VTH-organisatie, waarin de parkeerhandhaving geïntegreerd wordt
in het toezicht en handhaving in de openbare ruimte. De handhavers worden verdeeld over een aantal teams, dat (na een inwerkperiode) op zowel APV- als RVV-feiten gaat controleren. De prioriteiten worden in het handhavingsoverleg per wijk bepaald. Wij verwachten dat hierdoor
capaciteit flexibeler ingezet kan worden op de onderdelen waarop dat nodig is. Daarnaast zal
de handhaving meer integraal plaatsvinden (dezelfde controleur kan een parkeerboete
uitschrijven en ook optreden tegen loslopende honden etc.). Tenslotte verwachten wij dat
hierdoor ook de pakkansbeleving van de burger toeneemt (een toezichthouder kan immers op meerdere overtredingen schrijven als hij in de wijk loopt). Overigens geven wij in 2013 ook uitvoering aan eventuele wijzigingen in de uitvoering naar
aanleiding van de nog vast te stellen nota 'Stallen en Parkeren'.
10. Toezicht gevraagd door wijkbureau Binnenstad op aslastbeperking
In 2013 zal VTH in de binnenstad aslastcontroles uitvoeren, ter voorkoming van schade aan de werfkelders door te zwaar beladen voertuigen. Deze taak zal binnen het reguliere budget voor het schoon en heel houden van de openbare ruimte worden uitgevoerd.
Organisatorische ontwikkelingen
De ontwikkelingen die genoemd zijn in de vorige paragraaf hebben voornamelijk invloed op de omvang van de vraag naar toezicht en handhaving. Voor het bepalen van de concrete inzet voor 2013 is ook een aantal organisatorische ontwikkelingen van belang. 1. Nieuwe organisatie Vergunningverlening Toezicht en Handhaving (VTH)
Sinds 1 oktober 2012 functioneert de nieuwe VTH organisatie, waarin alle vergunningverlening, toezicht en handhaving met betrekking tot de openbare ruimte en de bebouwde omgeving is gebundeld. Zo is het team parkeerhandhaving (voorheen onderdeel van StadsOntwikkeling)
geïntegreerd met de afdeling Toezicht en Handhaving (voorheen onderdeel van Stadswerken)
in de afdeling 'Toezicht en handhaving openbare ruimte' (THOR). Deze afdeling heeft als taak de uitvoering van toezicht en handhaving op schoon, heel, veilig en bereikbaar. De
toezichthouders van deze afdeling handhaven op overtredingen van APV- en RVV-feiten en op het niet voldoen van parkeerbelasting. VTH zal in 2013 inzetten op verdere integratie om zo de slagvaardigheid en efficiëncy van toezicht en handhaving in de openbare ruimte te vergroten. De afdeling Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving (THBO) ziet toe op de naleving van de regelgeving met betrekking tot bouwen en slopen, de kwaliteit van woningen en gebouwen, huisvesting, horeca, seksinrichtingen, milieu bedrijven en milieu bodem.
9
Wij verwachten van de samenvoeging van toezicht en handhaving in de openbare ruimte en de bebouwde omgeving binnen één organisatie een aantal voordelen:
- Meer effectieve uitwisseling op straat (integrale werkwijze door integrale BOA's, burgers worden niet steeds doorverwezen naar andere toezichthouders).
- Meer effectieve uitwisseling tussen toezicht op de bebouwde omgeving en toezicht in de openbare ruimte door een integrale aansturing.
- Meer effectieve uitwisseling tussen Brandweer en VTH. 2
Bezuinigingen
Programma Veiligheid
Binnen het programma Veiligheid is in de afgelopen jaren een financieel tekort opgebouwd. Om dit tekort op te lossen voeren wij in 2013 een bezuiniging door van 9 fte binnen dit
programma. Dat betekent dat wij op een aantal onderdelen minder inzet kunnen plegen. Op basis van de resultaten in 2012, de wensen vanuit het bestuur en de vraag uit de wijken, hebben wij de keuze gemaakt om de inzet op auto-inbraken (in de vorm van preventieve flyeracties) en de inzet op (voornamelijk de kleine) evenementen te verminderen.
Vanwege de gestegen jeugdoverlast en vanwege de wens om de aanpak in de Breedstraatbuurt te continueren, zal de inzet op (jongeren)overlast niet verminderd maar juist iets verhoogd worden.
Om het tekort volledig op te lossen zijn wij daarnaast genoodzaakt de inzet van straatcoaches dit jaar al (vervroegd) af te bouwen.
Voorgenomen projecten kwaliteit woningen en gebouwen
Doordat de afhandeling van sloop- en asbestmeldingen uit de AD-gelden betaald moet worden kan een aantal (voorgenomen) projecten op het gebied van kwaliteit woningen en gebouwen niet gecontinueerd dan wel opgestart worden. Het gaat hier met name om het project
Onderhoud en verbetering energiekwaliteit woningen Kanaleneiland. Het aspect van de
energiekwaliteit van deze en andere woningen wordt vanaf 2013 stadsbreed binnen het Programma Utrechtse Energie aangepakt. 3. Prioritering en slimme handhavingsmethodieken
Door het nog urgenter toepassen van risicogerichte prioritering en het bedenken van slimme toezicht- en handhavingsmethodieken kunnen wij met minder ureninzet toch het gewenste effect bereiken. Zo passen wij op het terrein van periodiek toezicht brandveiligheid, in
navolging van het domein milieu bedrijven, een zogenaamde bonus-malus-regeling toe,
waarbij goed naleefgedrag wordt beloond door minder controles. Op deze wijze kan een deel van de capaciteit anders ingezet worden, bijvoorbeeld op preventie en incidenten, waar ook behoefte aan (meer) inzet is.
Voor het domein milieu bedrijven hebben wij een andere wijze van risicobeoordeling en
prioritering in ontwikkeling. Deze zal onderdeel uitmaken van de nieuwe handhavingsstrategie. 4. Verbeteren signaleringsfunctie in de wijken. Wij verbeteren de signaleringsfunctie met betrekking tot klachten en meldingen over de
bebouwde omgeving. Dit doen wij door het benoemen van wijkcontactpersonen, die zo nodig ook deelnemen aan reguliere overleggen in de wijk.
Voor de handhaving in de openbare ruimte is de verdeling van de wijken gewijzigd ten opzichte van vorig jaar. De teams zijn groter, met uitzondering van Leidsche Rijn/Vleuten-De Meern. Met deze verdeling wordt recht gedaan aan de wijkgerichte aanpak en de handhaving op fiscaal parkeren. Hoewel een team in principe twee wijken bedient, kunnen medewerkers ook ingezet worden in andere gebieden als dat noodzakelijk is.
10
De kennisdeling onder de medewerkers is gewaarborgd door in elk team enkele medewerkers met kennis van de wijken te houden. Deze medewerkers kunnen de specifieke kennis over de wijk doorgeven aan de 'nieuwe' medewerkers. 5. Verbeteren afhandeling klachten en meldingen.
Wij zorgen voor een betere stroomlijning van het meldingsproces, zodat klachten sneller bij de juiste afdeling terecht komen en sneller afgehandeld kunnen worden. 6. Regionale Uitvoerings Dienst (RUD)
Eind 2013 zullen diverse toezichtstaken ondergebracht worden bij de RUD(s). Dit betreft: - Toezicht op de bedrijven die onder het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO) vallen.
Dit toezicht zal worden uitgevoerd door de zogenaamde BRZO-RUD. Bij deze RUD wordt het
toezicht op de BRZO-bedrijven ondergebracht uit de gehele provincie Utrecht.
- Toezicht op bedrijven waarvoor op dit moment een dubbel bevoegd gezag geldt. Het betreft afvalstoffenverwerkende bedrijven zoals autodemontagebedrijven, afvaldepots en de veevoederbedrijven.
- De uitvoering van het toezicht op bodemsaneringen en grondverzet. De indicatieve ureninzet, die bij de verschillende onderdelen in het programma is aangegeven, zal dan overgaan naar de RUD. De gemeente blijft wel bevoegd gezag.
1.5 Uitvoering van de handhaving De bij dit programma betrokken handhavende organisatieonderdelen werken bij de handhaving zoveel mogelijk met één aanspreekpunt voor de overtreder van wet- en regelgeving.
Afhankelijk van de complexiteit van de te handhaven overtreding, betekent dit dat de betrokken afdelingen: •
met elkaar controleren, meerdere specialismen zijn nodig bijvoorbeeld bij ingewikkelde regels voor brandveiligheid en/of milieu;
•
voor elkaar controleren, één specialisme gecombineerd met iets eenvoudigs of generalistische controles;
•
na elkaar controleren, omdat de prioriteitstelling voor de verschillende domeinen ver uit elkaar liggen.
11
1.6
Weergave
Wij hebben ervoor gekozen om de indeling ten opzichte van het programma van vorig jaar te
veranderen. In de nieuwe indeling worden per domein (of subdomein) zowel de reguliere als de projectmatige taken omschreven. In hoofdstuk 2 geven we eerst de inzet weer voor toezicht en handhaving op de bebouwde omgeving. In hoofdstuk 3 komt de inzet op toezicht en
handhaving in de openbare ruimte aan bod en hoofdstuk 4 geeft een overzicht van toezicht en handhaving dat niet onder een specifiek domein valt, zoals bijvoorbeeld klachten en meldingen. In hoofdstuk 5 hebben wij aangegeven welke wensen en prioriteiten de
verschillende wijken hebben aangegeven en op welke wijze wij deze wensen in het programma hebben verwerkt. Integraal toezicht
Anders dan in voorgaande jaren kiezen wij ervoor geen apart hoofdstuk 'integraal toezicht' te maken. De reden hiervoor is dat dit zou impliceren dat al het andere toezicht niet integraal is en dat is niet zo. Waar mogelijk voeren wij toezicht integraal uit op de manieren zoals wij hebben aangegeven in paragraaf 1.5. Projecten Naast regulier toezicht, kunnen wij toezichtstaken ook projectmatig uitvoeren. In voorgaande
jaren zijn de projecten in een apart hoofdstuk weergegeven. Wij kiezen ervoor het projectmatig toezicht op te nemen bij het betreffende toezichtdomein. Zo maken wij per toezichtstaak inzichtelijk op welke wijze wij dit toezicht uitvoeren. Wijken In het handhavingsprogramma van 2012 is in een apart hoofdstuk 'gebiedsgericht toezicht' per wijk aangegeven welke activiteiten in het kader van toezicht en handhaving in de betreffende
wijk uitgevoerd worden. Het programma voor 2013 is op dit punt anders ingedeeld. De meeste
12
toezicht- en handhavingstaken in de wijken betreffen immers reguliere taken die stadsbreed worden uitgevoerd. Deze reguliere taken worden uitgebreid omschreven per domein in de
hoofdstukken 2, 3 en 4. Eventuele specifieke wijkgerichte projecten worden bij het betreffende domein vermeld (zo is bijvoorbeeld de aanpak Breedstraatbuurt opgenomen onder Veiligheid). In hoofdstuk 5 hebben wij wel een overzicht opgenomen met daarin de wensen en prioriteiten per wijk en de voorgenomen inzet voor 2013 op de genoemde onderdelen. De wensen en prioriteiten zijn opgesteld op basis van de wijkambities en daarnaast hebben wij bij de wijkbureaus en wijkraden extra wensen en aandachtspunten opgevraagd. Weergave per blad •
Inhoud en inzet: Het programma geeft per domein inzicht in welke taken de gemeente en de brandweer in 2013 uitvoeren, op welke wijze zij deze taken uitvoeren en hoeveel uren hieraan besteed worden.
•
Ureninzet in plaats van kostenweergave: In 2012 hebben wij op verzoek van de raad per blad aangegeven wat de verwachte kosten van de werkzaamheden zijn. Lastig punt
daarbij is dat het niet altijd mogelijk is de volledige kosten weer te geven. Soms betreft het alleen de uren van de inspecteurs en toezichthouders, soms ook de daarmee
samenhangende juridische en materiële kosten. Dat leidt tot een vertekend beeld. Om
deze reden hebben we er dit jaar voor gekozen alleen de ureninzet voor de uitoefening van toezicht en handhaving aan te geven. Daarmee krijgt de lezer een goed beeld hoeveel uren er nu werkelijk ingezet worden per domein (en subdomein). Bij het
wijkgerichte overzicht is geen ureninzet weergegeven. De reden hiervoor is dat de
wijkgerichte inzet valt onder de inzet, zoals we die hebben aangegeven bij de reguliere taken. Het is van belang op te merken dat de toezicht- en handhavingsactiviteiten uit verschillende bronnen gefinancierd worden (o.a. programmagelden, legesinkomsten,
bestuurlijke boetes, parkeerbelastingen). Om deze reden is de ureninzet per taak niet zomaar onderling uitwisselbaar. •
Instrumenten uit de handhavingsmix: Per domein (en subdomein) is aangegeven welke instrumenten uit de handhavingsmix voor de uitoefening van deze taak voornamelijk worden ingezet.
•
Verantwoordelijk portefeuillehouder: Op verzoek van het college is per domein (en subdomein) de verantwoordelijke bestuurder aangegeven.
Internetversie
Na vaststelling door het college wordt een internetversie van het programma ontwikkeld en gepubliceerd. Hiermee is het mogelijk om overzichtelijk door het programma heen te 'bladeren' en direct de onderdelen op te zoeken waar je als raadslid of burger in bent geïnteresseerd.
13
2
Toezicht en handhaving bebouwde omgeving
2.1 Bouwen en slopen 2.1.1 Toezicht op bouwwerken
Inhoud Ter vergroting van de veiligheid houdt de gemeente, aan de hand van een toezichtprotocol,
toezicht op de uitvoering van bouwwerken waarvoor een vergunning is verleend. Het toezicht omvat onder andere ook controles op de veiligheid van constructies. De bouwinspecteurs
besteden daarnaast, op basis van een vooraf goed te keuren bouwveiligheidsplan, aandacht aan de veiligheid op en rond de bouwplaats. Energie en duurzaamheid Naast aandacht voor de fysieke veiligheid voeren de bouwinspecteurs op de bouw ook controles uit om na te gaan of de voor de EPC-normering (energieprestatiecoëfficiënt)
benodigde maatregelen daadwerkelijk en correct worden uitgevoerd. De EPC-norm geeft aan hoe energiezuinig een gebouw (en de daarbij behorende installaties) is. Integraal toezicht
De bouwinspecteurs verrichten, voor de handhaving op de milieuwetgeving, signaaltoezicht op de aanwezigheid van mobiele brandstoftanks. De brandweer houdt, samen met de
bouwinspecteurs, toezicht op het realiseren van de verplichte brandpreventieve voorzieningen.
Inzet
De bouwinspecteurs houden in 2013 naar verwachting toezicht op circa: •
1.050 bouwplannen met een bouwsom tot € 100.000,00
•
150 bouwplannen met een bouwsom tussen € 100.000,00 en € 1.000.000,00
•
55 bouwplannen met een bouwsom boven € 1.000.000,00
•
8 à 9 megaplannen,
•
60 overige bouwplannen
De verwachte inzet voor 2013 is licht verminderd ten opzichte van die voor 2012. De afname van vergunningaanvragen in 2012 leidt in 2013 naar verwachting nog niet tot navenant
14
verminderde inzet op toezicht, omdat tussen vergunningverlening en start bouw over het
algemeen enige tijd verstrijkt (gemiddeld 4 tot 9 maanden). Voor 2014 verwachten wij wel een afname van het benodigde toezicht.
Afdeling
inzet 2013
inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
33.500 uur
34.500 uur
Instrument: afspreken – sanctioneren Domein: bouwen en slopen Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder wonen
15
2.1.2 Toezicht op sloopwerken en asbestverwijdering
Inhoud
In het Bouwbesluit 2012 is de vergunningplicht voor sloopwerken vervangen door een
meldingplicht. Ook de mededeling onder voorschriften, waarmee aan particulieren wordt toegestaan op bescheiden schaal asbest te verwijderen uit hun huis of de daarbij behorende
bijgebouwen, valt onder deze meldingplicht. Als gevolg van deze wetswijziging vervallen de legesinkomsten en moeten de werkzaamheden bekostigd worden uit AD gelden.
Met het vervangen van de vergunningplicht door een meldingplicht komt ook de zogenaamde parapluvergunning te vervallen. Wel is het nog mogelijk een collectieve melding (bijvoorbeeld
voor een flatgebouw) te doen. Vervolgens wordt wel per individuele woning een (start)melding afgegeven en worden de rapportages per woning getoetst. Gezien deze toename van
asbest(start)meldingen, de extra benodigde tijd door de onrust en angst bij betrokkenen en de toegenomen aandacht vanuit de media is een nieuwe berekening gemaakt van de benodigde tijd per startmelding.
Wij houden toezicht op alle meldingen van uitvoering van sloopwerken, in het bijzonder
wanneer daarbij asbest wordt verwijderd. Het toezicht op sloopwerken en asbestverwijdering vergroot de veiligheid van de werkzaamheden en beperkt de gezondheidsrisico's van slopers
en omwonenden. Voor aanvang van de sloopwerkzaamheden toetsen inspecteurs de sloop- en sloopveiligheidsplannen, asbestinventarisatierapporten, asbestverwijderingsplannen en de
uiteindelijke vrijgaverapporten. Bij het toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden ligt de nadruk op de gevolgen voor de omgeving. Wij controleren of de onderdruk in de omgeving
voldoende is, of de juiste mensen aan het werk zijn en of het containment en de werkomgeving goed zijn afgezet. Wij zullen in 2013 ook invulling geven aan de aanbevelingen uit het rapport van de commissie Jansen (Asbest Kanaleneiland). Wij verbeteren de informatie op de gemeentelijke website en maken die beter vindbaar. Voor particulieren komt een nieuwe folder beschikbaar over
particuliere asbestverwijdering in en om het huis. Daarnaast sturen wij actief op een goede informatievoorziening aan bewoners en omwonenden door
opdrachtgevers/eigenaren/bedrijven die asbestsinventarisaties en –saneringen uitvoeren (dit zijn o.a. de corporaties). Met corporaties spreken wij af dat zij, voorafgaand aan grotere
complexgerichte projecten, overleg voeren met de gemeente over de aanpak. Communicatie met bewoners en de omgeving maakt een belangrijk deel uit van deze aanpak. We intensiveren
16
het toezicht op locatie bij bloksgewijze asbestsaneringen. Wij bezien hoe gecertificeerde bedrijven nog nauwlettender door ons kunnen worden gevolgd en actief kunnen worden aangemeld bij de inspectie als ze hun werkzaamheden niet goed uitvoeren.
Inzet
De inspecteurs zullen in 2013 naar verwachting toezicht houden op 3.600 startmeldingen van sloopwerken en particuliere asbestverwijdering. Als gevolg van het toegenomen aantal
startmeldingen in 2012 en de verwachting voor 2013 breiden wij de inzet uit van circa 2.800 uren in 2012 naar circa 4.200 uren in 2013. Alle meldingen worden administratief
gecontroleerd. Het toezicht op locatie vindt bij meldingen door particulieren (ca. 300) altijd
plaats (de melder krijgt standaard een bezoek van de inspecteur). Bij bloksgewijze
asbestsaneringen (ca. 800 startmeldingen) wordt het toezicht geïntensiveerd: de inspecteur zal
de locatie in 2013 wekelijks bezoeken. Het toezicht op locatie bij de individuele
corporatiewoningen (zogenaamde mutatiewoningen, ca. 2.500 startmeldingen) vindt steekproefsgewijs plaats.
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
4.200 uur
2.800 uur
Instrument: afspreken – sanctioneren
Domein: bouwen en slopen Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder wonen
17
2.1.3 Bewonersbegeleiding bij bouwhinder
Inhoud
Afhankelijk van onder andere locatie, aard en duur van de werkzaamheden, kan de (ervaren)
hinder door bouwwerkzaamheden variëren. De gemeente stelt bij grote en langdurige
werkzaamheden een procesbegeleider aan die zorgt voor een goede begeleiding van zowel
omwonenden als uitvoerende partijen bij het bouwproces. Deze begeleiding bestaat uit een goede informatievoorziening vooraf, een heldere communicatie tijdens de bouwfase (door het gecoördineerd uitzetten van vragen naar de projectorganisatie) en een zorgvuldig
nazorgtraject. De procesbegeleider bekleedt een spilfunctie in het project. Hij ondersteunt de
samenwerking tussen verschillende partijen in het project en zorgt voor een goede afstemming tussen verschillende onderdelen van de gemeente en een soepel verloop van het bouw-, sanerings- of sloopproces.
In 2013 is een geautomatiseerd meetsysteem beschikbaar waarmee het geluidsniveau voortdurend kan worden gecontroleerd. De meetresultaten vormen een belangrijk en concreet hulpmiddel bij zowel informatievoorziening als handhaving.
Door de begeleiding zijn omwonenden goed geïnformeerd over de omvang, duur en fasering van de werkzaamheden. De hinder en overlast verdwijnen hiermee niet, maar kunnen wel als minder storend worden ervaren.
Inzet
Door de toenemende vraag naar en de goede ervaringen met bewonersbegeleiding bij
omvangrijke werkzaamheden breiden wij in 2013 de capaciteit uit. In 2013 kunnen in ieder geval omwonenden van de volgende bouwlocaties rekenen op deze extra begeleiding: •
ABC-straat (oplevering januari 2013)
•
Prozee-terrein
•
Hart van Hoograven
•
Ledig Erf (oplevering januari/februari 2013)
•
Bijenkorf/La Vie
•
Stationsgebied
•
Overige stations (Vaartsche Rijn)
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
1.400 uur
1.000 uur
Instrument: afspreken – sanctioneren Domein: bouwen en slopen Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder wonen
18
2.2 Kwaliteit woningen en gebouwen 2.2.1 Fysieke veiligheid
Inhoud
De gemeente houdt bij bedrijven en instellingen, die zij bezoekt vanuit de domeinen milieu, brandveiligheid en kwaliteit woningen en gebouwen, ook toezicht op de bouwregelgeving.
Naast aandacht voor de constructieve veiligheid en het gebruik van het terrein conform het bestemmingsplan, stimuleert de gemeente ondernemers om bedrijfspanden (nog) veilig(er) te
maken. Het is primair de verantwoordelijkheid van de ondernemer om voortdurend een fysiek veilige werkomgeving te garanderen. De fysieke veiligheid van bedrijven is de laatste jaren,
mede door de intensivering van de aandacht voor het thema en van het toezicht, toegenomen. Omdat fysieke veiligheid binnen bedrijfspanden van levensbelang kan zijn, blijft toezicht
nodig. Het toezicht wordt integraal met andere domeinen uitgevoerd. Indien mogelijk wordt volstaan met een controle aan de hand van een checklist (integraal voor elkaar). In 2012 is in KVO-gebieden (Keurmerk Veilig Ondernemen) gestart met het toezicht op de bouwregelgeving bij 60 particuliere en 15 gemeentelijke inrichtingen.
Inzet
Bij te bezoeken bedrijven vanuit de domeinen milieu en brandveiligheid gaan bouwinspecteurs mee en houden toezicht op de bouwregelgeving. Het toezicht bij de genoemde particuliere en gemeentelijke inrichtingen wordt in 2013 voortgezet. In KVO-gebieden wordt, in overleg met Economische zaken en samen met de afdeling Repressie van de brandweer, een
voorlichtingsronde gehouden en verteld welke aandachtspunten er zijn op het gebied van brandveiligheid. Afdeling Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
Inzet 2013
Inzet 2012
700 uur
700 uur
Instrument: informeren - afspreken
Domein: kwaliteit woningen en gebouwen Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder wonen
19
2.2.2 Galerijvloeren flatgebouwen
Inhoud
In 2011 is in Leeuwarden een galerijvloer van een flatgebouw bezweken. Uit daaropvolgend
onderzoek naar de kwaliteit van soortgelijke galerijvloeren blijkt dat niet alle vloeren voldoen aan de minimum veiligheidseisen. Omdat het type galerijvloer ook in andere gemeenten is
toegepast bestaat de mogelijkheid, dat bij meer flatgebouwen (van voor 1975) in Nederland vergelijkbare problemen aanwezig zijn. De problematiek die zich voor kan doen, is dat de wapening in de galerijvloer onvoldoende is om de belasting veilig te dragen en/of dat de
wapening is aangetast door putcorrosie (roest). Gelet op het risico dat deze oude galerijvloeren kunnen bezwijken, raadt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
gebouweigenaren en gemeenten aan onderzoek uit te voeren naar de veiligheid van deze constructies.
Inzet
Wij zullen eerst een inventarisatie maken van de aanwezigheid van risicovolle galerijvloeren bij galerijflats van voor 1975. Vervolgens zullen wij de gebouweigenaren verzoeken om onderzoek naar de veiligheid van de vloeren uit te voeren en daarover termijnafspraken maken. Wanneer een eigenaar hier geen gehoor aan geeft zullen wij handhavend optreden. Indien bij een
flatgebouw daadwerkelijk problemen worden geconstateerd raden wij aan ook de veiligheid van de balkons na te gaan. Na de inventarisatie kunnen wij aangeven om hoeveel flatgebouwen met het betreffende type galerijvloer het gaat.
Afdeling Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
Inzet 2013
Inzet 2012
350 uur
n.v.t.
Instrument: afspreken – sanctioneren
Domein: kwaliteit woningen en gebouwen Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder wonen
20
2.2.3 Onderhoud Kanaleneiland
Inhoud
De gemeente voert in Kanaleneiland Noord en Zuid diverse projecten uit om de duurzaamheid
en brandveiligheid van woningen te verbeteren. De werkzaamheden richten zich op het
opknappen van panden en het verbeteren van de brandwerendheid. De gemeente biedt het revolverend fonds aan minder kapitaalkrachtige eigenaren aan voor het doen van investeringen.
Energie en duurzaamheid Wij adviseren in deze projecten ook over het verbeteren van de energiekwaliteit van de
woningen (isolerende voorzieningen). De activiteiten met betrekking tot het verbeteren van de duurzaamheid worden deels gefinancierd uit het programma Utrechtse Energie.
Inzet
In Kanaleneiland Noord ronden wij het project aan de Peltlaan, Bevinlaan en het Attleeplantsoen af. In deze projecten controleren wij op brandveiligheid (brandoverslag) en adviseren over het verbeteren van de energiekwaliteit. Er worden in 2013 geen nieuwe woningblokken geselecteerd, enerzijds omdat de middelen ontbreken en anderzijds omdat uit de
projectresultaten blijkt dat bij een groot deel van de woningen geen sprake is van het risico van brandoverslag. Dit verklaart de verminderde inzet in 2013.
Afdeling Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
Inzet 2013
Inzet 2012
400 uur
1.650 uur
Instrument: informeren - afspreken – sanctioneren
Domein: kwaliteit woningen en gebouwen Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder wonen
21
2.2.4 Stimuleren van verenigingen van eigenaren Inhoud
De wet regelt dat verenigingen van eigenaren (VVE) het onderhoud van hun panden zelf moeten organiseren en laten uitvoeren. Niet alle verenigingen van eigenaren nemen hierin hun
verantwoordelijkheid. Bij sommige, zogenaamde 'slapende', verenigingen is er weinig of geen activiteit op het gebied van het beheer van hun woningen. Als gevolg hiervan zijn her en der
bouwkundige achterstanden ontstaan, zoals betonrot en vochtproblemen. Ter bevordering van de bouwkundige veiligheid informeert, begeleidt en stimuleert de gemeente daarom VVE's tot het opstellen en uitvoeren van een onderhoudsplan. In 2011 is het voor gemeenten wettelijk mogelijk gemaakt om verenigingen van eigenaren, die het beheer van hun woningen laten versloffen, te activeren en om er te interveniëren
(bijvoorbeeld wanneer een minderheid van de leden zich verzet tegen de benodigde renovatie). De gemeente kan hier zowel bestuursrechtelijke als privaatrechtelijke instrumenten op inzetten, zoals de zogenaamde borg- en vaststellingsovereenkomst. Energie en duurzaamheid
De gemeente stimuleert VVE's tegelijkertijd tot het inpassen en realiseren van energiezuinige maatregelen. Zo biedt de gemeente bijvoorbeeld het revolverend fonds aan voor de minder
kapitaalkrachtige (leden van een) vereniging. De activiteiten met betrekking tot duurzaamheid worden deels gefinancierd uit het programma Utrechtse Energie.
Inzet
De gemeente begeleidt in 2013 vijfentwintig VVE's met de aanpak van de bouwkundige problemen.
Afdeling Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
Inzet 2013
Inzet 2012
600 uur
600 uur
Instrument: afspreken – sanctioneren Domein: kwaliteit woningen en gebouwen Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder wonen
22
2.2.5 Illegaal gebruik bedrijfspanden ('bewoonde andere ruimten')
Inhoud
In Utrecht wordt in gebouwen gewoond die daarvoor wegens strijd met het bestemmingsplan of de Woningwet niet bestemd of geschikt zijn. Deze zogenaamde 'bewoonde andere ruimten' liggen voornamelijk op bedrijven- en industrieterreinen. Regelmatig is hierbij sprake van
gevaar voor de veiligheid en gezondheid. De gemeente treedt handhavend op tegen dergelijke situaties. Gebouwen waar de constructieve veiligheid en de brandveiligheid onvoldoende
gewaarborgd zijn, worden direct ontruimd. Bewoners van gebouwen waar bewoning niet is
toegestaan op basis van de milieunormen waaraan de inrichtingen op het betreffende
bedrijventerrein moeten voldoen, worden met behulp van sanctionerende maatregelen gedwongen het pand te ontruimen.
In sommige gevallen staan wij toe dat een enkele persoon gedurende een beperkte periode in een gebouw mag wonen om kraak, inbraak, vandalisme en verpaupering als gevolg van de leegstand te voorkomen. Het afgeven van een gedoogbeschikking gebeurt na zorgvuldige
afweging van alle betrokken belangen (maatschappelijk, bestuurlijk, financieel) en onder strikte voorwaarden: de brandveiligheid en constructieve veiligheid zijn voldoende geborgd, er is een maximum gesteld aan het aantal bewoners, de bewoners staan ingeschreven in de
Gemeentelijke Basisadministratie, de uitvoering van bedrijfsactiviteiten wordt niet belemmerd, bewoning door gezinnen is niet toegestaan, de bewoning is tijdelijk en voor de duur van
maximaal twee jaar). Na het verstrijken van de in de gedoogbeschikking genoemde termijn
moet het pand in principe worden ontruimd. In het licht van de doelstelling die wij nastreven met het toestaan van tijdelijke bewoning en het gegeven dat de herontwikkeling van
bedrijfspanden als gevolg van de crisis zeer moeizaam verloopt, zullen wij per situatie bezien of de termijn van twee jaar voor verlenging in aanmerking komt. Met deze aanpak maken wij enerzijds een einde aan onveilige en onwenselijke bewoning van
bedrijfspanden. Anderzijds waarborgen wij, wanneer bewoning van bedrijfspanden wel wordt toegestaan, zoveel mogelijk de veiligheid en gezondheid van de bewoners.
Inzet
Wij controleren in 2013 of de panden, waarvoor in 2011 voor een periode van twee jaar een gedoogbeschikking is afgegeven, nog altijd worden bewoond. Daarnaast blijven wij, op basis van meldingen van burgers of gebouweigenaren en gegevens uit de Gemeentelijke
Basisadministratie, leegstaande bedrijfspanden onderzoeken op illegale bewoning. Bij
constatering daarvan zullen wij vervolgens bepalen op welke wijze wij hiermee omgaan. Afdeling Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
Inzet 2013
Inzet 2012
900 uur
900 uur
Instrument: afspreken – sanctioneren
Domein: kwaliteit woningen en gebouwen Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder wonen 23
2.3 Huisvesting 2.3.1 Onrechtmatige bewoning
Inhoud
Met het oog op een rechtvaardige verdeling van de sociale woonruimte en het verminderen van overlast houdt de gemeente toezicht op de legale bewoning van de sociale woningvoorraad. Omdat voor een sociale huurwoning vaak een lange wachttijd van een aantal jaren geldt is
goede en rechtmatige doorstroming belangrijk. Onrechtmatige bewoning zorgt bovendien nogal eens voor sociale achteruitgang en criminaliteit (wietplantages, prostitutie). Integraal toezicht
In samenwerking met de gemeente pakken ook de woningcorporaties onrechtmatige bewoning aan. De gemeente legt zich toe op het handhavingstraject en maakt hierbij waar mogelijk gebruik van de bestuurlijke boete.
Bij het bezoeken van panden zijn inspecteurs ook in 2013 weer extra alert op signalen van mensenhandel en prostitutie.
Inzet
Door een grotere inzet van en een betere samenwerking met de corporaties en een slimmere werkwijze is het toezicht op onrechtmatige bewoning efficiënter en effectiever. Wij kunnen in
2013 de toezichtstaken met minder uren uitvoeren. Een deel van de vrijkomende uren wordt
ingezet voor de controle op illegale seksinrichtingen. Het toezicht op onrechtmatige bewoning bestaat in 2013 uit: • •
het behandelen van alle meldingen over onrechtmatige bewoning;
het ter plaatse controleren of de hoofdhuurder ook daadwerkelijk in de woning woonachtig is;
• •
het controleren op juistheid van inschrijvingen in de Gemeentelijke Basisadministratie; het uitvoeren van administratieve controles: gegevens in de huisvestingsvergunning en
de Gemeentelijke Basisadministratie worden met elkaar vergeleken, waarna vervolgens ter plaatse wordt gecontroleerd of de personen ook daadwerkelijk op het betreffende adres woonachtig zijn; •
het verzorgen van het handhavingstraject bij overtredingen die door de corporaties zijn geconstateerd;
•
het gezamenlijk met de Belastingdienst en Werk en Inkomen controleren van panden waar arbeidsmigranten uit de Europese Unie verblijven (landelijk project).
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
4.200 uur
5.400 uur
Instrument:: sanctioneren Domein: huisvesting Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder wonen 24
2.3.2 Woningomzetting en woningonttrekking
Inhoud
De gemeente houdt aan de hand van meldingen toezicht op woningomzettingen en
woonruimteonttrekkingen. Wanneer wij constateren dat woonruimte zonder vergunning aan de voorraad is onttrokken, omgezet of samengevoegd treden wij handhavend op. Het optreden is er op gericht dat eigenaren de oude situatie herstellen of de nieuwe situatie legaliseren. Bij
overtredingen maken wij waar mogelijk gebruik van de bestuurlijke boete. Met het opleggen
van dwangsommen dwingen wij af dat de overtreding niet meer voortduurt. Wanneer er sprake is van structurele overlast kan de vergunning worden ingetrokken. Het toezicht draagt bij aan de bevordering van een evenwichtige verdeling van zelfstandige en onzelfstandige woonruimte en de vermindering van overlast voor omwonenden. Integraal toezicht Bij het bezoeken van panden zijn inspecteurs ook in 2013 weer extra alert op signalen van prostitutie en mensenhandel.
Inzet
De vraag uit de wijken naar toezicht op woningomzettingen en woonruimteonttrekkingen blijft
onveranderd groot. Voor 2013 houden wij analoog aan 2012 rekening met 200 overtredingen
waartegen handhavend optreden noodzakelijk is. Wij blijven actief inzetten op handhaving van situaties waarin de vergunninghouder (nog) niet heeft voldaan aan de voorwaarde (voor het
verkrijgen van de vergunning) van het betalen van financiële compensatie. Omdat blijkt dat de afhandeling van meldingen meer tijd in beslag neemt hebben wij het aantal beschikbare uren voor 2013 uitgebreid.
Wij zullen, wanneer daartoe ruimte bestaat, in 2013 projectmatig aanvangen met hercontroles van situaties waarin de vergunningplicht is vervangen door een hospitasituatie. De controles hebben als doel vast te stellen of niet slechts sprake is van een papieren constructie om sancties of de betaling van financiële compensatie te voorkomen. Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
2.400 uur
1.600 uur
Instrument:: sanctioneren
Domein: huisvesting Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder wonen
25
2.3.3
Splitsingen
Inhoud
Het houden van toezicht op de naleving van de regels die gelden voor het bouwkundig en kadastraal splitsen van woonruimte, draagt bij aan (brand)veilig en overlastvrij wonen en voorkomt verdere druk op de leefbaarheid. Bouwkundig splitsen De gemeente stelt in de omgevingsvergunning voor het bouwkundig splitsen van een pand in
meerdere aparte woningen (of bedrijfsruimtes) conform het Bouwbesluit eisen aan de woon- en bouwtechnische kwaliteit. Eind 2011 heeft het college een voorbereidingsbesluit genomen en aansluitend eind 2012 een facetbestemmingsplan vastgesteld, waarmee in een aantal wijken woningsplitsing juridisch planologisch wordt tegengegaan dan wel slechts onder strikte
voorwaarden wordt toegestaan. Als gevolg hiervan is het aantal aanvragen voor bouwkundige splitsingen in de aangewezen wijken afgenomen. Kadastraal splitsen
Wanneer een eigenaar de gerealiseerde (gesplitste) woningen ook apart wil kunnen verkopen, heeft hij, voor een woning die ouder is dan 25 jaar, een kadastrale splitsingsvergunning nodig.
De gemeente kan aan deze kadastrale splitsingsvergunning extra eisen stellen bovenop de
eisen uit het Bouwbesluit. In aanvulling op het nieuwe Bouwbesluit kunnen alleen nog eisen
worden gesteld met betrekking tot het wegwerken van achterstallig onderhoud van de gehele woning en daarnaast geldt een extra eis met betrekking tot de brandwerendheid en het
(lucht)geluidniveauverschil van de vloer. De toetsing van een aanvraag voor een kadastrale
splitsingsvergunning is met de inwerkingtreding van het nieuwe Bouwbesluit minder intensief geworden. Als uitwerking van de Utrechtse afspraken met de corporaties ('Bouwen aan de stad') is per 1
januari 2012 de Regionale Huisvestingsverordening aangepast en zijn corporatiewoningen uit 1950 en jonger niet langer vergunning- maar meldingplichtig. Als gevolg hiervan en van de afname van het aantal bouwkundige splitsingen neemt het aantal aanvragen voor een kadastrale splitsingsvergunning af.
Inzet
De afname van het aantal bouwkundige en kadastrale splitsingen leidt voor 2013 nog niet tot een verminderde behoefte aan toezicht. De oorzaak hiervan is dat het feitelijk toezicht plaatsvindt tijdens de op een later tijdstip startende verbouwwerkzaamheden (bij een
bouwkundige splitsing) of wanneer alle werkzaamheden aan de woning zijn uitgevoerd (bij een
kadastrale splitsing). De doorlooptijd van splitsingsdossiers bestrijkt daardoor een langere
26
periode. Ook blijft de vraag uit de wijken naar toezicht op het splitsen van zelfstandige woningen vooralsnog onveranderd groot.
Wij reserveren voor 2013 dan ook dezelfde capaciteit als in 2012. Wij verwachten voor 2013 opnieuw een werkvoorraad van circa 150 dossiers.
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
3.200 uur
3.200 uur
Instrument: afspreken – sanctioneren Domein: huisvesting Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder wonen
huisvesting en kwaliteit gebouwen
Domein: huisvesting en kwaliteit gebouwen
27
2.3.4
Vastgoedcriminaliteit en huisjesmelkers
Inhoud
Vastgoed wordt met enige regelmaat gebruikt om verschillende strafbare feiten te plegen,
zoals het witwassen van geld, het huisvesten van illegalen, frauduleuze vastgoedtransacties en het telen of in bezit hebben van drugs. De belastingdienst, het openbaar ministerie, de politie en de gemeente Utrecht hebben in 2005 een convenant gesloten dat voorziet in de integrale handhaving van overheidsregels en een intensieve samenwerking om strafbare feiten aan te pakken. Hierbij neemt het opsporen door de belastingdienst van antifiscaal handelen een belangrijke plaats in. Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving brengt in deze
samenwerking haar bestuursrechtelijke bevoegdheden in. De partijen besluiten gezamenlijk welke overtreders worden aangepakt. De aanpak van huisjesmelkers is één van de projecten binnen het convenant. Wij handhaven in dit project op de naleving van de bouw- en huisvestingregelgeving. De aanpak van
huisjesmelkers is juridisch zeer complex en vraagt lange doorlooptijden met een intensieve aanpak. De overtreders grijpen iedere stap in het proces aan zich juridisch te verweren,
waardoor veel rechtszaken worden gevoerd. Door consequent vol te houden levert de aanpak
uiteindelijk wel resultaat op. De huisjesmelkers knappen hun panden op of verkopen hun bezit,
waarna de nieuwe eigenaren de panden alsnog opknappen. De aanpak van huisjesmelkers
bevordert de bouwveiligheid en woonruimteverdeling, vermindert de overlast en verbetert het uiterlijk aanzien van de stad.
Inzet
Wij zullen in 2013 onze rol in de integrale aanpak van vastgoedcriminaliteit blijven vervullen. Het is moeilijk vooraf aan te geven hoeveel overtreders in 2013 zullen worden aangepakt.
Wij continueren in 2013 de aanpak van huisjesmelkers op het niveau van 2012. Wij zetten de in 2012 gestarte handhavingprocedures voort en ronden die waar mogelijk af. Wij pakken ook weer 'nieuwe' huisjesmelkers en de bijbehorende panden aan. Met het oog op de intensieve
aanpak die in sommige gevallen noodzakelijk is kan geen prognose worden gegeven van het aantal in 2013 aan te pakken eigenaren of panden. In samenwerking met de G4 en het Ministerie van Binnenlandse Zaken bekijken wij welke aanvullende mogelijkheden er zijn om huisjesmelkers aan te pakken, bijvoorbeeld op basis van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek.
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
1.700 uur
1.700 uur
Instrument: afspreken – sanctioneren Domein: huisvesting Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder wonen
28
2.4
Horeca, kansspelen, cannabisbeleid en Opiumwet
2.4.1
Horeca, alcoholgebruik en kansspelen
Inhoud
De gemeente controleert of horecabedrijven zich houden aan de Drank- en Horecawet (DHW)
en de Horecaverordening. Onder horecabedrijven vallen cafés, koffiehuizen, paracommerciële horeca-inrichtingen (zoals sportkantines), discotheken en zalen, restaurants, snackbars en additionele horeca.
Per 1 januari 2013 treedt de gewijzigde Drank- en Horecawet in werking, waarmee het toezicht op de bedrijven die onder de reikwijdte van deze wet vallen, wordt overgedragen aan de
gemeenten (burgemeester als bevoegd gezag). Daarnaast bevat de wet een aantal inhoudelijke wijzigingen. Om drankgebruik door jeugdigen beter te bestrijden wordt het in bezit hebben
van alcoholische dranken door jeugdigen (onder de 16 jaar) in de openbare ruimte strafbaar. Daarnaast is ook sanctionerend optreden mogelijk tegen niet horecabedrijven, zoals
bijvoorbeeld supermarkten, die alcoholhoudende dranken verkopen aan jongeren onder de 16 jaar. Tenslotte dienen gemeenten binnen een jaar na inwerkingtreding van de nieuwe DHW een
verordening voor paracommerciële instellingen vast te stellen. Deze verordening bepaalt onder andere gedurende welke dagen en tijdstippen de verstrekking van alcohol mogelijk is. In de
praktijk gaat het vooral om sportverenigingen, club- en buurthuizen, kerkgenootschappen en studentenverenigingen. Integrale controle horecabedrijven
De gemeente controleert overdag en 's avonds/'s nachts of de horecabedrijven voldoen aan de DHW en de Horecaverordening. Bij de controles wordt ook gekeken of men, zonder rekening te houden met de toestand waarin de klant verkeert, blijft doorgaan met het schenken van
alcoholhoudende dranken en of men alcoholhoudende dranken aan jongeren verstrekt. Deze aspecten krijgen met name prioriteit in sportkantines, studentensociëteiten en in
horecabedrijven waar veel jongeren komen. Daarnaast hebben controles ook betrekking op
brandveiligheid. Verder controleert de inspecteur of voor kansspelautomaten een
aanwezigheidsvergunning is verleend. Tot slot worden de terrassen, die bij de horecabedrijven
horen, gecontroleerd. Om efficiënter te werken controleren inspecteurs met en voor elkaar.
Gebruik van alcohol door jongeren in de openbare ruimte en verkoop van alcohol aan jongeren door niet horeca-bedrijven.
De gemeente vindt het belangrijk om het alcoholgebruik door jongeren onder de 16 tegen te gaan. Dit doen wij ten eerste door het uitdelen van boetes aan jongeren onder de 16, die in het bezit zijn van alcohol in de openbare ruimte. Daarnaast treden wij sanctionerend op tegen niet-horecabedrijven (zoals detaillisten) die alcohol verkopen aan jongeren onder de 16. Speelautomatenhallen
Wij controleren of de 7 speelautomatenhallen die Utrecht telt, voldoen aan de verleende
29
vergunningen en wettelijke bepalingen. De controles zijn integraal. De inspecteurs letten er
vooral op of bij de ingang toegangscontrole op leeftijd plaatsvindt. Minderjarigen mogen
namelijk niet in de speelhallen komen. Voor de volledigheid merken wij op dat de handhaving op het gebied van illegale bingo, roulette en poker een taak van de politie is.
Inzet
De vraag naar handhaving van overlastgevende horeca neemt toe. Verschillende wijken hebben gevraagd om meer inzet hierop. De beschikbare capaciteit wordt ingezet op basis van de prioritering uit de handhavingstrategie horeca. In deze prioritering worden aspecten als
overlast, kenmerken van gebieden, incidenten en het soort horecagelegenheid meegewogen. Horecaondernemers zijn door regelmatig overleg goed op de hoogte van de geldende regels, het naleefgedrag is over het algemeen goed en er worden weinig sancties opgelegd. De
controles vinden vooral bij de hardleerse ondernemers plaats en daar waar overlast is voor omwonenden. Op deze manier zorgen wij ervoor dat de toezichtsdruk bij de welwillende
ondernemers afneemt en dat het toezicht daar wordt ingezet, waar dit het meest nodig is.
De inspecteurs controleren bij ongeveer 60 sportkantines waar veel jongeren aanwezig zijn op het (door)schenken van alcohol aan jongeren. Met studentensociëteiten stellen wij het
voorkomen van alcoholmisbruik in periodiek overleg aan de orde.
Het controleren en sanctioneren van alcoholgebruik door jeugdigen in de openbare ruimte nemen wij mee in de bestaande aanpak jeugdoverlast in de openbare ruimte. Door
sanctionering toe te voegen aan deze aanpak kunnen wij effectiever optreden tegen zowel jeugdoverlast in de openbare ruimte als tegen alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar. Beide zaken zijn door veel wijken aangedragen als zorgpunten, met name in diverse parken. Voor de aanpak van verkoop aan jeugdigen door niet-horeca ondernemingen, zoals supermarkten, vervolgen wij in 2013 een gezamenlijke aanpak met partners als de GG&GD en het Diakonessenziekenhuis (en mogelijk met ondersteuning van zogenaamde
'leeftijdsgrenzenteams' van de NVWA), om winkeliers, die alcohol verkopen aan jongeren onder de 16, gericht op te sporen en zo nodig te sanctioneren. Ook worden jongeren zelf bevraagd (door Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte, jongerenwerk en tijdens het gebruik van blaastesten).
De 7 Utrechtse speelautomatenhallen worden jaarlijks gecontroleerd.
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
6.500 uur
6.500 uur
Instrument: informeren - afspreken – sanctioneren
Domein: Horeca – Kansspelen – Cannabisbeleid - Opiumwet Verantwoordelijk portefeuillehouder: burgemeester
30
2.4.2
Handhaving cannabisbeleid en Opiumwet
Inhoud
Utrecht kent een 15-tal coffeeshops, waarvan het grootste deel in het bezit is van een horecaexploitatievergunning, met daaraan gekoppeld een aantal voorwaarden. Zo mogen er geen minderjarigen in de coffeeshop aanwezig zijn en mag er geen sprake zijn van overlast,
affichering, aanwezigheid van harddrugs of een te grote voorraad softdrugs. De coffeeshops die geen horecavergunning hebben, zijn wel in het bezit van een gedoogverklaring, waaraan
dezelfde voorwaarden verbonden zijn als aan de vergunning. De gemeente controleert (soms
gezamenlijk met politie en belastingdienst) zowel de vergunde als de gedoogde coffeeshops op deze voorwaarden. Over invoering van het landelijk criterium omtrent het ingezetenschap en de handhaving daarvan, zal op lokaal niveau nog een bestuurlijk standpunt worden ingenomen.
Naast het controleren van coffeeshops op het naleven van de voorwaarden, kan de burgemeester op basis van artikel 13b van de Opiumwet een woning of een andere ruimte
sluiten, als deze gebruikt wordt om drugs te verkopen, af te leveren of te verstrekken of als daartoe drugs aanwezig zijn. Het doel van de sluiting is het herstellen van de verstoring van de openbare orde en overlast en vooral van de veiligheid voor bewoners en omwonenden. De gemeente draagt op deze wijze bij aan het voorkomen van (georganiseerde) criminaliteit. Bij de handhaving op hennepkwekerijen participeren de gemeente, de politie, het OM, de woningbouwcorporaties, een aantal particuliere verhuurders, de belastingdienst en
electriciteitsnetbeheerder(s) in een gezamenlijke aanpak. Basis daarvoor is een regionaal
convenant. De aanpak kenmerkt zich door onderlinge informatieuitwisseling over de opsporing van hennepkwekerijen en de inzet van maatregelen. Binnen de aanpak heeft elke partij zijn
eigen verantwoordelijkheid. Zo kunnen corporaties en private verhuurders de huur opzeggen, zorgt de politie voor het opstellen van een proces verbaal en het doorsturen hiervan naar het OM, legt de belastingdienst een aanslag op over het verkregen inkomen, stuurt het
energiebedrijf een rekening voor de illegaal afgetapte electriciteit en treedt de gemeente op, wanneer er sprake is van illegale bouw en gebruik (VTH) of wanneer er onterecht uitkeringsgelden zijn ontvangen (W&I).
Inzet
De vergunde en gedoogde coffeeshops worden door de gemeente, belastingdienst en politie
meerdere malen per jaar (ieder voor zich en één maal per jaar gezamenlijk) gecontroleerd op naleving van de voorwaarden (gekoppeld aan de exploitatievergunning of de
gedoogverklaring). De gemeente treedt daarnaast op bij meldingen over overlast. De gemeente maakt een aantal keer per jaar gebruik van sluitingen op basis van artikel 13b Opiumwet (in 2012 ging het om 2 sluitingen). : afspreken – sanctioneren Afdeling Openbare Orde en Veiligheid / Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
Inzet 2013
Inzet 2012
Uren horeca,
n.v.t
nog nader te bepalen
Instrument: informeren - afspreken – sanctioneren
Domein: Horeca – Kansspelen – Cannabisbeleid - Opiumwet Verantwoordelijk portefeuillehouder: burgemeester 31
2. 5
Seksinrichtingen en mensenhandel
Inhoud
De seksinrichtingen in Utrecht zijn verspreid over de locaties Zandpad (140 werkruimtes)
en Hardebollenstraat (17 werkruimtes). Verder telt de stad 4 privéhuizen, 3 seksbioscopen,
1 escortbedrijf en 2 erotische massagesalons. De gemeente, de politie, het Openbaar Ministerie en de belastingdienst trekken samen op om op integrale wijze misstanden in seksinrichtingen te bestrijden en de seksinrichtingen veiliger te maken voor zowel prostituee als klant.
De gemeentelijke inspecteurs controleren (eventueel samen met de politie) de vergunde seksinrichtingen op naleving van de vergunningvoorwaarden en op signalen van
mensenhandel. Deze vergunningvoorwaarden dragen bij aan het opwerpen van barrières tegen mensenhandel. Exploitanten mogen alleen ruimtes verhuren aan geregistreerde prostituees,
voor minimaal 4 weken en er dient gewerkt te worden in 12-uur shifts. Ook dient de aanwezige beheerder formeel geregistreerd te staan op de vergunning. Naast de controle op vergunde seksinrichtingen, treedt de gemeente ook op tegen
seksinrichtingen zonder vergunning. Dit gebeurt vaak na het ontvangen van klachten. Van vermoedens van criminele handelingen, bijvoorbeeld mensenhandel, gedwongen prostitutie of witwassen van geld, wordt altijd melding gemaakt bij de politie.
Inzet
Met de capaciteit van vorig jaar kunnen wij weliswaar alle klachten en meldingen afhandelen, maar is er onvoldoende ruimte voor actieve aanpak van mensenhandel (ook op basis van
andere signalen). Voor een goede aanpak van de illegale seksinrichtingen en de mensenhandel is deze actieve aanpak onontbeerlijk. Met het oog op de gevraagde en gewenste extra inzet
hebben wij voor 2013 het aantal beschikbare uren aanzienlijk verhoogd ten opzichte van 2012. De extra inzet zal deels geïntegreerd kunnen worden met controletaken in het kader van toezicht op andere wetten (controle op illegale omzettingen, exploitatievergunningen et cetera). Met deze extra inzet voeren wij in 2013 onderstaande taken uit. Ten eerste worden alle legale seksinrichtingen intensief gecontroleerd, al dan niet samen met
de politie. Een à twee keer per jaar wordt, op initiatief van de politie, een integrale controle met de belastingdienst en verschillende onderdelen van de politie uitgevoerd.
Aanvullend hierop vinden op het Zandpad frequent extra controles plaats, die tot doel hebben om na te gaan of alleen geregistreerde prostituees werkzaam zijn.
Ten tweede worden alle meldingen over (illegale) seksinrichtingen in behandeling genomen.
32
Ten derde zetten wij de capaciteit in op het actief opsporen en handhaven van illegale sekspraktijken en mensenhandel in woningen en inrichtingen (massagesalons en dergelijke).
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
1.500 uur
900 uur
Instrument: afspreken – waarschuwen/sanctioneren Domein: seksinrichtingen, prostitutie en mensenhandel Verantwoordelijk portefeuillehouder: burgemeester voor seksinrichtingen.
33
2. 6 Controle op milieuregelgeving 2.6.1
Reguliere handhaving inrichtingen Wet Milieubeheer
Inhoud
De gemeente Utrecht houdt bij bedrijven en instellingen (inrichtingen) toezicht op de naleving van de milieuregelgeving. Ook gemeentelijke bedrijven en instellingen worden gecontroleerd. Door het toezicht worden bij de gecontroleerde bedrijven milieuregels (beter) nageleefd en potentiële risico's op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieuschade en –hinder geminimaliseerd. Bij het regulier toezicht maken wij gebruik van een bonus-/malusregeling. Zijn bij twee
achtereenvolgende controles geen of geen noemenswaardige problemen geconstateerd, dan wordt de eerstvolgende reguliere controle overgeslagen. Dit vermindert de toezichtdruk voor het bedrijf.
Een deel van de toezichttaken milieu zal naar verwachting eind 2013 overgaan naar de RUD. Het gaat hierbij met name om de toezichttaken voor de complexere bedrijven en activiteiten. De gemeente blijft wel bevoegd gezag voor deze bedrijven.
Toezichttaken die zich richten op een enkele specifieke activiteit of een specifiek bedrijfstype worden projectmatig uitgevoerd. Deze projecten worden in dit programma afzonderlijk behandeld.
Integraal toezicht Bedrijven en instellingen worden zoveel mogelijk integraal bezocht. Naast de milieuregelgeving wordt ook toezicht gehouden op de naleving van regelgeving op het gebied van bouw, gebruik en brandveiligheid. Inspecteurs voeren het toezicht zowel met als voor elkaar uit. Dit integrale toezicht draagt ook bij aan het vergroten van de bouw- en brandveiligheid voor zowel de gebruikers van de inrichtingen als de omwonenden.
Inzet
Reguliere controles milieuregelgeving In 2013 voeren wij bij 51 vergunningplichtige en 373 meldingplichtige bedrijven controles uit
op de meest risicovolle activiteiten. Wij voeren circa 100 opleveringscontroles uit bij bedrijven die zich naar aanleiding van de actualisatie van het bedrijvenbestand gemeld hebben. Om het
bedrijvenbestand up-to-date te houden voeren wij in 2013 een inventarisatie uit bij 250 bedrijven. Bij de controles besteden wij extra aandacht aan de afgifte van gevaarlijke afvalstoffen.
Daarvoor gebruiken wij gegevens uit het bestand van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen. Wanneer wij tussen de verschillende gegevens afwijkingen constateren informeren wij het provinciale meldpunt ketenhandhaving hierover.
34
In 2013 zullen wij steekproefsgewijs ook onaangekondigde controles uitvoeren. Energie en duurzaamheid
Tijdens de reguliere controles handhaven wij bij 50 bedrijven met een hoog energieverbruik op het aspect energiebesparing. Deze bedrijven selecteren wij uit een top-1.250- lijst van bedrijven met een hoog energieverbruik. Integraal toezicht Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving controleert samen met het waterschap De
Stichtse Rijnlanden circa 25 bedrijven en samen met de Veiligheids Regio Utrecht ongeveer 25 bedrijven. Wij bezoeken ook samen met bouwinspecteurs bedrijven, waarbij de bouwinspecteurs toezicht houden op de bouwregelgeving. BRZO-controles Naast de reguliere controles houden wij bij bedrijven die onder het Besluit Risico Zware
Ongevallen (BRZO) vallen specifieke BRZO-controles. Het toezicht op deze bedrijven zal naar verwachting vanaf eind 2013 worden uitgevoerd door de BRZO-RUD. Bij deze RUD worden de
BRZO-bedrijven ondergebracht uit de gehele provincie Utrecht. De gemeente blijft wel bevoegd gezag. Bedrijven met dubbel bevoegd gezag
Verder zijn er nog 19 bedrijven waarvoor op dit moment een dubbel bevoegd gezag geldt. Het betreft afvalstoffenverwerkende bedrijven zoals autodemontagebedrijven, afvaldepots en de
veevoederbedrijven. De controles bij deze bedrijven worden altijd door de provincie uitgevoerd, totdat het bevoegd gezag alleen bij de gemeente en het toezicht bij de RUD komt te liggen. Net als bij de BRZO-bedrijven zal dit naar verwachting eind 2013 plaatsvinden. De RUD behandelt
dan ook de klachten die met deze bedrijven te maken hebben.
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
12.000 uur
12.000 uur
Instrument: informeren - afspreken – verleiden - sanctioneren Domein: milieu Bedrijven
Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder Milieu en Duurzaamheid Verantwoordelijk portefeuillehouder BRZO-bedrijven: burgemeester
35
2.6.2
Koelingen in supermarkten (energie en duurzaamheid)
Inhoud
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving controleert projectmatig of de koel- en
vriesmeubelen in supermarkten voldoen aan de milieuregelgeving. Een belangrijk aspect van de regelgeving is dat koel- en vriesmeubelen permanent (ook overdag) afgedekt moeten worden. Alle bedrijven die niet meedoen aan het convenant over dit onderwerp zijn inmiddels bezocht en indien nodig aangeschreven. De doorlooptijd is vanwege diverse sanctiebesluiten en rechtszaken lang. Voornaamste doel van het toezicht is energie te besparen.
Inzet
In 2013 krijgen alle supermarkten die niet aan het convenant meedoen een her- of
sanctiecontrole, om vast te stellen of ze inmiddels aan alle eisen voldoen. Zo niet, dan worden eventuele dwangsommen geïncasseerd en indien nodig nieuwe sancties opgelegd. Bij bedrijven die wel aan het convenant meedoen, wordt gecontroleerd of de afdekkingen zijn aangebracht zoals is afgesproken.
Afdeling Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
Inzet 2013
Inzet 2012
600 uur
600 uur
Instrument: informeren - afspreken – sanctioneren
Domein: milieu Bedrijven Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder Milieu en Duurzaamheid
36
2.6.3
Ondergrondse tanks (bij bedrijven)
Inhoud
Bij een aantal bedrijven in Utrecht zijn niet meer in gebruik zijnde ondergrondse
brandstoftanks aanwezig. Deze tanks horen te zijn verwijderd of anders op een verantwoorde wijze buiten gebruik te zijn gesteld. Het komt ook voor dat tijdens bouwactiviteiten in de grond onverwacht brandstoftanks worden ontdekt. Het probleem is dat deze tanks
bodemverontreiniging kunnen veroorzaken en daarnaast de uitvoering van de bouw kunnen
vertragen. Om de kans op bodemverontreiniging te beperken is het noodzakelijk meer zicht te krijgen op de aanwezigheid van ondergrondse tanks en die indien nodig alsnog te laten saneren.
Inzet
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving besteedt projectmatig extra aandacht aan
ondergrondse tanks die aanwezig kunnen zijn bij de bedrijven die in 2013 voor een reguliere controle worden bezocht. Dit gebeurt door dossieronderzoek vooraf en onderzoek op locatie tijdens het bezoek zelf. Als daartoe aanleiding bestaat, wordt direct een handhavingstraject gestart. De verwachting is dat bij 5% van de te controleren bedrijven nog ondergrondse tanks aanwezig
zijn. Voor de tanks die in 2012 zijn ontdekt en waarvan de handhaving toen ook is gestart, wordt dit in 2013 gecontinueerd en afgerond.
Afdeling Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
Inzet 2013
Inzet 2012
600 uur
600 uur
Instrument: informeren - afspreken – sanctioneren Domein: milieu Bedrijven Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder Milieu en Duurzaamheid
37
2.7
Milieu bodem
Inhoud
De gemeente houdt bij bodemsaneringen en grondtoepassingen toezicht op de naleving van de Wet Bodembescherming en het Besluit Bodemkwaliteit. Daarbij wordt ook toezicht gehouden op sanering van eventueel in de bodem aanwezige tanks.De werkwijze en prioriteiten zijn vastgelegd in de handhavingsstrategie Milieu bodem. Het gaat over het algemeen om
eenmalige activiteiten met een relatief korte doorlooptijd. Een groot deel van de beschikbare capaciteit gaat naar het toezicht op complexere saneringsactiviteiten, zoals die in het
Stationsgebied en op het Prozee-terrein. De uitvoering van het toezicht op bodemsaneringen en grondverzet komt in de loop van 2013 bij de RUD liggen. De gemeente blijft wel bevoegd
gezag.
Het effect van het toezicht is dat, met het terugdringen van de illegale saneringsactiviteiten, een halt wordt toegeroepen aan de daarmee samengaande criminaliteit. Bij reguliere saneringsactiviteiten leidt het toezicht tot betere naleving van de regelgeving, het
minimaliseren van risico's voor de gezondheid, het uitblijven van verontreinigingen of verdere verspreiding daarvan.
Inzet
In 2013 besteden wij aandacht aan het opsporen van illegale saneringsactiviteiten in de stad. Dit leidt naar verwachting tot circa 20 à 25 handhavingszaken. In het dagelijkse toezicht controleren wij 2 à 3 grote en complexe saneringen, 40 reguliere saneringen (met een
saneringsplan en/of een melding) en 5 tanksaneringen op saneringslocaties. Wij behandelen ongeveer 200 meldingen voor grondtoepassingen en controleren die steekproefsgewijs op de
toepassingslocatie. Wij verwachten van circa 80 afgeronde saneringen de evaluatierapporten te beoordelen en te beschikken. De beoordeling daarvan levert mogelijk nog nieuwe
saneringslocaties op. Wij beoordelen in het kader van de Biowasmachine 15 à 20 meldingen activiteiten ondergronds. Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
4.200 uur
4.200 uur
Instrument: informeren - afspreken – sanctioneren Domein: milieu Bodem Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder Milieu en Duurzaamheid
38
2.8.
Brandveiligheid
Inleiding
De brandweer heeft een wettelijke taak op het gebied van brandpreventie. Het toezicht op
brandveilig gebruik is nodig om te controleren of men zich houdt aan de wet- en regelgeving
op het gebied van brandveiligheid. Zo moet het ontstaan van brandgevaarlijke situaties worden voorkomen. Wanneer de regels niet nageleefd worden, kunnen middelen als het geven van
voorlichting worden ingezet of wordt er handhavend opgetreden.
Effect
De controles op brandveiligheid hebben als effect dat de brandveiligheid van gebouwen en
bouwwerken verbeterd wordt, dat de mensen in de gemeente Utrecht bewust gemaakt worden van brandveilig gebruik en dat een brandveilig naleefgedrag bevorderd wordt.
39
2.8.1
Brandveilig gebruik
Inhoud
Tijdens de bouw wordt toezicht gehouden op het aanbrengen van de vereiste brandpreventieve voorzieningen. Dit gebeurt vaak samen met de gemeentelijke
bouwinspecteurs. De brandweer voert het toezicht onafhankelijk uit. Dat wil zeggen dat de brandweer los van eigenaren, opdrachtgevers of andere belanghebbenden kan onderzoeken,
rapporteren en adviseren.
Inzet
Naar verwachting houdt de brandweer in 2013 toezicht bij circa 200 in uitvoering zijnde bouwwerken.
Afdeling
Inzet 2013
Toezicht en handhaving Brandweer
3.230 uur
Inzet 2012
Instrument: informeren - afspreken – sanctioneren Domein: brandveiligheid Verantwoordelijk portefeuillehouder: burgemeester
40
2.8.2
Periodiek toezicht
Inhoud
De brandweer richt zich in het toezicht op zaken waarvoor specifieke brandveiligheidskennis
vereist is. De focus van het toezicht in de gebruiksfase ligt bij de gebouwen met een zeer hoog risico op slachtoffers. Hieronder vallen zorginstellingen, kinderopvang, basisscholen,
logiesgebouwen en kamerverhuur. Daarnaast zal het accent ook liggen op voorlichting en preventie. Informatie die belangrijk is voor de bestrijding van brand en de voorbereiding daarvan, wordt gebruikt in concrete aandachtspunten voor incidentbestrijding, zoals het aanpassen en verbeteren van bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen. De benodigde capaciteit wordt berekend op basis van een risicomodule waarin bestuurlijke prioriteiten en risicogericht toezicht worden meegewogen. In vergelijking met de huidige
situatie in toezicht en handhaving op brandveiligheid wordt scherper geprioriteerd. Hierdoor
kan de beschikbare capaciteit zo effectief mogelijk worden ingezet. Voor de domeinen milieu en brandveiligheid wordt de huidige handhavingsstrategie, waarvan de risicoanalyse deel uitmaakt, geactualiseerd en naar verwachting voor de zomer van 2013 door het college vastgesteld. Integraal toezicht
Het periodieke toezicht bij bedrijven en instellingen, waaronder die van de gemeente zelf, en de horeca gebeurt vaak samen met de gemeentelijke bouw-, milieu- en horeca-inspecteurs.
Minimaal 50 gebouwen met een doormelding naar de regionale meldkamer van de brandweer worden in het integrale project Fysieke Veiligheid gecontroleerd.
Inzet
In 2013 moeten alle vergunningplichtige en meldingplichtige gebouwen met een hoog
risicoprofiel worden gecontroleerd. Dit betreft ongeveer 4.400 gebouwen in de gemeente Utrecht. In 2013 zal goed naleefgedrag worden beloond. Door het toepassen van een bonusmalus regeling zal bij bedrijven en instellingen, waar bij een controle twee keer achter elkaar geen overtredingen zijn geconstateerd, in 2013 geen controle worden uitgevoerd. Het
spontane naleefgedrag van de wet- en regelgeving met betrekking tot brandveiligheid is op dit moment nog erg laag, gerekend over het totale bestand van de bestaande bouw in de gemeente Utrecht. Gemiddeld worden in 90% van alle gecontroleerde gebouwen en
bouwwerken één of meerdere overtredingen geconstateerd. De afgelopen jaren heeft een
inhaalslag plaatsgevonden in het toezicht op brandveiligheid. Daarbij zijn veel overtredingen geconstateerd die inmiddels ongedaan zijn gemaakt. Hierdoor zijn de gebouwen als gevolg van het intensievere toezicht brandveiliger geworden en is de ernst en het aantal van de
overtredingen afgenomen. Kinderdagverblijven scoren nu het beste op naleefgedrag
(gemiddeld 50%). Inmiddels zijn er steeds meer instellingen waar nu al twee jaar op rij na controle geen enkele overtreding wordt geconstateerd. Afdeling
Inzet 2013
Toezicht en handhaving Brandweer
16.451 uur
Inzet 2012
Instrument: informeren - afspreken – sanctioneren Domein: brandveiligheid Verantwoordelijk portefeuillehouder: burgemeester
41
2.8.3
NUT (Nodeloze uitrukkingen terugdringen)
Inhoud
In dit, uit 2012 doorlopende, project wordt aandacht gegeven aan het structureel terugdringen van ongewenste en onechte brandmeldingen in de stad Utrecht. Er is een actieve benadering van 'veelplegers', met name bedrijven en instellingen, waar activering van de
brandmeldinstallatie onnodig plaatsvindt, met als gevolg dat de brandweer onnodig moet uitrukken. Tijdens de bezoeken aan deze gebouwen met veel loze meldingen wordt ook voorlichting gegeven over het voorkomen hiervan.
Door nieuwe wetgeving is er een afname van het aantal verplichte doormeldingen met 25%. Naar verwachting zal hierdoor het aantal onnodige meldingen afnemen.
Inzet
Ongeveer 500 bouwwerken met een doormelding naar de regionale meldkamer worden ook op meerdere voor de brandweer belangrijke punten gecontroleerd, zodat actuele, relevante en juiste informatie over het bouwwerk en de bereikbaarheid ervan gewaarborgd is.
De bestaande capaciteit voor deze aspectcontroles wordt in 2013 nog gecontinueerd. Hierna is afbouw mogelijk.
Afdeling Toezicht en handhaving Brandweer
Inzet 2013
Inzet 2012
400 uur
400 uur
Instrument: informeren - afspreken – sanctioneren
Domein: brandveiligheid Verantwoordelijk portefeuillehouder: burgemeester
42
2.8.4
Voorlichting brandveiligheid
Inhoud
De brandweer wil het brandveiligheidsbewustzijn van burgers, bedrijven en instellingen
verbeteren. Dit gebeurt via kennisoverdracht, advisering en voorlichting. De brandweer geeft in 2013 algemene voorlichting en start projecten die zijn gericht op voorlichting over
brandveiligheid. Deze projecten verbeteren de brandveiligheid doordat de mensen in de gemeente Utrecht bewust gemaakt worden van brandveilig gebruik.
Inzet
Project brandveilig leven
De focus bij dit project ligt op de vergroting van het veiligheidsbewustzijn en verantwoordelijkheidsbesef. Het project koppelt kennisoverdracht aan toezicht op brandveilig gebruik. Zorginstellingen, studenten, ouderen en jeugd krijgen extra voorlichting over brandveiligheid. Er komt extra aandacht voor 10 grote ontruimingsoefeningen. Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO)
In de weken die voorafgaan aan een KVO-schouw wordt, in overleg met Economische zaken, in winkelcentra en op bedrijventerreinen die een KVO-certificaat krijgen ter plaatse aan alle
ondernemers voorlichting over brandveiligheid gegeven. Tegelijkertijd wordt ook gecontroleerd op brandveiligheid en aangegeven wat verbeterd moet worden. Tijdens de integrale schouw volgt dan nog een controle op bereikbaarheid en de aanwezigheid van bluswater door de afdeling Preparatie.
Afdeling
Inzet 2013
Toezicht en handhaving Brandweer
1.800 uur
Inzet 2012
Instrument: informeren - afspreken – sanctioneren
Domein: brandveiligheid Verantwoordelijk portefeuillehouder: burgemeester
43
3. Toezicht en handhaving in de openbare ruimte 3.1. Veiligheid 3.1.1 Auto en Woninginbraken
Inhoud
Utrecht heeft als doel het aantal woninginbraken in Utrecht in 2013 terug te brengen op het niveau van 2006. Dat betekent een afname van 3,2% ten opzichte van 2011. De Regiegroep
Woninginbraken heeft de regie over het terugdringen van het aantal woninginbraken. In deze
groep werken partners als Veiligheidsorganisatie, politie, Openbaar Ministerie, de
gebiedsmanagers Veiligheid en THOR samen om het aantal woninginbraken te verlagen. Ter voorkoming van herhalingsinbraken bezoeken toezichthouders de slachtoffers van woninginbraak. Zij geven hierbij directe adviezen voor het verbeteren van de
inbraakgevoeligheid van de woning en kaarten mogelijkheden voor subsidie aan om de woning beter te beveiligen. THOR houdt, ter voorkoming van woninginbraken, huis-aan-huis controleen flyeracties. Er wordt op bepaalde tijden extra gesurveilleerd op hotspots om inbraak te voorkomen. De hotspots en gemeentelijke inzet op woninginbraak worden bepaald in het
gebiedsgerichte handhavingsoverleg. Tenslotte wordt ook toezicht gehouden op woningen van mensen die op vakantie zijn. Bewoners kunnen via een kaart aangeven of zij extra toezicht wensen op hun woning als zij langere tijd afwezig zijn.
Utrecht heeft als doel een daling van 6% van het aantal auto-inbraken in 2013 ten opzichte van 2011. Dat betekent een daling van 53% ten opzichte van 2006. De gemeente Utrecht heeft te maken met een hoog aantal autokraken. Om te zorgen dat dit aantal omlaag gaat, wordt
contact gezocht met exploitanten van garages om nadere actie te ondernemen en hen te
wijzen op hun verantwoordelijkheid. Door middel van gerichte acties kan gekozen worden om inzet te plegen op auto-inbraak, bijvoorbeeld rondom evenementen, waar veel publiek met de auto komt, of op een duidelijke inbraakgolf in een woonwijk.
Inzet
In 2013 zet THOR zich verder in om alle slachtoffers van woninginbraak te bezoeken voor
inbraakadvies. Ook kan er nog een beroep gedaan worden op THOR bij tijdelijke projecten, wijkgerichte acties en bewonersavonden op het gebied van woninginbraak. De inzet op
autokraak zal worden gereduceerd. Wij staken de flyeracties, maar kunnen wel actiegewijs op
autokraak worden ingezet. Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte
23.100 uur
35.700 uur
Instrument: informeren - afspreken – waarschuwen- sanctioneren Domein: veiligheid Verantwoordelijk portefeuillehouder: burgemeester 44
3.1.2 Overlast Inhoud
Utrecht heeft als doel het percentage inwoners dat zich vaak onveilig voelt in de eigen woonomgeving van 3,2% in 2010 naar 3,0% in 2013 terug te brengen. THOR zet zich in om in
de openbare ruimte de veiligheid en het veiligheidsgevoel goed te krijgen of te houden.
Hiervoor gaan de medewerkers van THOR, gekleed in uniform, altijd zichtbaar en toegankelijk voor het publiek de wijken en buurten in. Er wordt contact gezocht met bewoners en
passanten. Bij overlast wordt de betreffende persoon aangesproken op zijn gedrag en bij het uitblijven van gedragsverandering gesanctioneerd. Tevens zijn de medewerkers de ogen en
oren voor de gemeente voor problemen waar ze niet direct de oplossing voor kunnen bieden of verantwoordelijkheid hebben over de handhaving, zoals kapot straatmeubilair. De
medewerkers van THOR zijn opgeleid om tijdens calamiteiten slachtoffers te kunnen helpen en het verkeer in goede banen te leiden.
De inzet van THOR wordt altijd besproken en afgestemd in het tweewekelijkse handhavingsoverleg in de wijken. Er wordt meer capaciteit ingezet waar dat nodig is. In de
binnenstad is bijvoorbeeld veel controle nodig op straatartiesten. In de Breedstraatbuurt is in samenwerking met de politie meer inzet op de overlast van drugsverslaafden en dak- en
thuislozen. Daarnaast is in elke wijk inzet tegen fietsen in het voetgangersgebied, vooral in de parken en rondom de winkelcentra. Verder kunnen medewerkers betrokken worden bij
projecten zoals preventieve flyeracties tegen zakkenrollers en winkeldiefstal (in samenwerking met Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO)).
Inzet
De inzet van THOR op surveillance voor het bestrijden van overlast en het bevorderen van
veiligheidsgevoelens zal ten opzichte van 2012 licht stijgen. De voornaamste reden hiervan is het voortzetten van de inzet in de Breedstraatbuurt.
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte
30.000 uur
29.200 uur
Instrument: informeren - afspreken – waarschuwen- sanctioneren Domein: veiligheid Verantwoordelijk portefeuillehouder: burgemeester
45
3.1.3 Jongerenoverlast
Inhoud
Utrecht zet zich in 2013 in om jeugdoverlast in de openbare ruimte terug te dringen. De
doelstelling is om de ervaren jeugdoverlast terug te dringen naar 14% (21% in 2012).
Hierbij wordt intensief samengewerkt tussen Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte
(THOR), het jongerenwerk van stichting JoU (jongerenwerk Utrecht), de straatcoaches en de politie om de overlast op straat van jongeren in groepen of individueel te voorkomen, zowel
overdag als in de avonduren. Op wijkniveau vindt onderlinge informatie-uitwisseling plaats in het handhavingsoverleg en in het 'wijkoverleg jeugdgroepen', zodat THOR, jongerenwerk, en
politie de inzet goed kunnen afstemmen en met de juiste voorkennis op jongeren afstappen. Medewerkers van Toezicht en Handhaving en straatcoaches leggen contact met jongeren en hun ouders om hen corrigerend aan te kunnen spreken. THOR surveilleert dagelijks op
hotspots en houdt toezicht op geluidsoverlast, vernieling en vervuiling veroorzaakt door jongeren (en verwijst jongeren naar andere plekken waar zij wel mogen verblijven). De inzet van THOR vindt vooral overdag, na schooltijden en tijdens schoolpauzes alsmede in de
avonduren tot 23:00 uur plaats. Bij overlast kan worden overgegaan op sanctioneren. Jongeren onder de 18 jaar krijgen een Halt-procedure aangeboden. Bij jongeren onder de 16 jaar zal op hotspots speciale aandacht zijn voor het in bezit hebben van alcohol op straat. THOR neemt deel aan het overleg jeugdgroepen in de wijken en levert een bijdrage aan de plannen van aanpak voor de groep. Straatcoaches zijn er van dinsdag tot en met donderdag van 16.30 uur tot 23.00 uur en vrijdag en zaterdag van 15.30 tot 23.00 uur of langer als dat noodzakelijk is (de tijdstippen zijn
variabel). Zij zijn bedoeld als aanvulling op de inzet van de politie, het gemeentelijk toezicht en handhaving en het jongerenwerk.
Straatcoaches spreken groepen jongeren en individuele jongeren (met name onder de 12 jaar)
aan op de door hen veroorzaakte overlast. Halverwege 2013 zal THOR geleidelijk de taken van de straatcoaches op zich nemen, waardoor er minder inzet van straatcoaches noodzakelijk zal
zijn. Medewerkers van THOR worden voorbereid om de taken van de straatcoaches (aanspreken van 12-minners) over te nemen.
Inzet
De inzet van THOR op jeugdoverlast zal in 2013 toenemen ten opzichte van de inzet in 2012.
De inzet straatcoaches in Leidsche Rijn, Hoograven, Overvecht en Kanaleneiland wordt
voortgezet. De straatcoaches worden in de dagelijkse werkzaamheden aangestuurd door de
teamleiders en Senior Boa's van THOR tot medewerkers van THOR de taken van de straatcoaches over hebben overgenomen.
46
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte
46.000 uur
44.900 uur
Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte
±19.000 uur
± 31.000 uur
straatcoaches Instrument: informeren - afspreken – waarschuwen- sanctioneren Domein: veiligheid Verantwoordelijk portefeuillehouder: burgemeester
47
3.2 Schoon en heel houden openbare ruimte Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR) zet zich in om de openbare ruimte schoon
en heel te houden door te controleren op naleving van regels en vergunningen met betrekking tot het gebruik van de openbare ruimte en door op te treden tegen vervuiling.
3.2.1 Illegaal gebruik openbare ruimte
Inhoud
THOR controleert op de naleving van regels en vergunningen met betrekking tot het gebruik
van de openbare ruimte. Verder handhaaft THOR op vernieling van straatmeubilair en meldt
defecten in de openbare ruimte bij de juiste instantie. In het kader van Agenda 22 is THOR alert op zaken die hinder kunnen veroorzaken voor gehandicapten en mindervaliden. Hondenoverlast THOR zet zich in om te voorkomen dat er overlast wordt veroorzaakt door honden (niet
voldoen aan opruimplicht en aanlijngebod). THOR controleert dagelijks op bekende hotspots voor hondenoverlast en meldingen van bewoners worden gesurveilleerd. Ongeveer 25% van de inzet op schoon en heel vindt plaats op hondenoverlast. Vergunningen Openbare Ruimte De medewerkers van THOR controleren op de naleving van vergunningen en ontheffingen met betrekking tot het gebruik van de openbare ruimte. Te denken valt aan de controle op de standplaatsvergunning, ventvergunning etc. Ook worden de regels omtrent flyeren,
uitstallingen en kleine evenementen en straatfeesten door THOR gecontroleerd. De controles vinden plaats op basis van meldingen en op basis van eigen constatering van medewerkers. Nieuw: aslastcontroles
In 2013 zal THOR in de Binnenstad aslastcontroles uitvoeren, ter voorkoming van schade aan de werfkelders door te zwaar beladen voertuigen. In samenwerking met de politie, die de opleiding en middelen verzorgt, worden deze controles opgezet. De controles vinden maandelijks meerdere malen plaats op verschillende tijdstippen.
48
Inzet parken en landgoederen
Op de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen zet THOR twee boswachters in. De parken worden dagelijks meegenomen tijdens de surveillances. Bij tekenen van overlast kan in het handhavingsoverleg worden bepaald hier extra op in te zetten. Illegaal plaatsen van containers, steigers e.d. Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving blijft actief zoeken naar illegaal gebruik van
openbare grond door plaatsing van steigers, containers en dergelijke. Wanneer een inspecteur een overtreding constateert, krijgt de overtreder de gelegenheid om alsnog een vergunning
voor inname openbare grond aan te vragen. Als het om (verkeers)veiligheidsredenen nodig is, moet de overtreder de container of steiger direct verplaatsen.
Inzet
In 2013 zal de gemeentelijke inzet op de bestrijding van illegaal gebruik van de openbare
ruimte gelijk blijven aan de inzet in 2012.
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte
17.680 uur
17.680 uur
1.250 uur
1.250 uur
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
Instrument: informeren - afspreken – waarschuwen- sanctioneren Domein: openbare ruimte Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder openbare ruimte
49
3.2.2
Vervuiling openbare ruimte
Inhoud
Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR) zet zich in om de openbare ruimte schoon en heel te houden. Dit doen we onder andere door controle van de afvalstoffenverordening. Illegaal aangeboden huis, grof en bedrijfsafval
Toezicht en Handhaving zet in op illegaal aangeboden huis-, grof- en bedrijfsafval. Hiermee wordt bedoeld vuilnis dat te vroeg of te laat wordt aangeboden of grofvuil dat zonder afspraak wordt aangeboden. Ook dienen bedrijven zich op legitieme wijze van hun afval te ontdoen.
THOR besteedt gemiddeld ca 35% van de capaciteit voor schoon en heel aan de inzet op illegaal huis-, grof- en bedrijfsafval. Zwerfvuil Medewerkers van THOR sanctioneren tijdens de surveillance op het veroorzaken van zwerfvuil. Op de snoeproutes tussen scholen en winkels wordt vooral tijdens de pauzes ingezet om het veroorzaken van zwerfvuil te voorkomen. Verwijderen wrakken
THOR zet zich in op verwijdering van wrakken uit de openbare ruimte. Jaarlijks wordt 12% van de capaciteit voor schoon en heel besteed aan het verwijderen van fietswrakken. Daarnaast
worden op jaarbasis ca. 30 autowrakken uit de openbare ruimte verwijderd. Dit gebeurt op basis van meldingen of op basis van constateringen door de toezichthouders. Verwijderen illegale evenementen- en reclameborden
Het is niet toegestaan om zonder toestemming van burgemeester of wethouders reclame te maken of borden te plaatsen in de openbare ruimte. Wij handhaven op illegaal geplaatste
evenementen- en reclameborden door toepassing van bestuursdwang en/of het opleggen van een (preventieve) last onder dwangsom. Klad en plak
THOR zet zich ook in tegen illegale klad en plak, hetgeen ondermeer inhoudt dat vervuiling en discriminerende teksten worden gemeld en aansluitend verwijderd worden. Bij illegale plak leggen wij een (preventieve) last onder dwangsom. THOR treedt op naar aanleiding van meldingen of op basis van eigen constateringen.
50
Inzet
In 2013 zal de inzet van THOR op het bestrijden van de vervuiling van de openbare ruimte gelijk blijven aan de inzet van 2012.
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte
26.800 uur
26.800 uur
Instrument: informeren - afspreken – waarschuwen- sanctioneren Domein: openbare ruimte Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder openbare ruimte
51
3.3 Parkeren en stallen
3.3.1 Betaald- en foutparkeren
Inhoud
Handhaving op betaald- en foutparkeren levert een bijdrage aan het verbeteren van de leefbaarheid van de stad. Betaald parkeren De parkeerhandhaving is erop gericht de betalingsbereidheid voor het gebruik van fiscale parkeerplaatsen zo hoog mogelijk te houden. De doelstelling voor 2013 is een betalingsbereidheid te bewerkstelligen tussen de 80 en 85%. Staan voertuigen geparkeerd zonder dat men daarvoor heeft betaald, dan wordt een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. Foutparkeren Tijdens het handhaven op betaald parkeren, handhaaft de gemeente ook op foutparkeren
(Wegenverkeerswet en Reglement verkeersregels en verkeerstekens). Onder foutparkeren valt bijvoorbeeld parkeren op het trottoir, parkeren voor een in-/uitrit en parkeren buiten de parkeervakken. Overtredingen worden gesanctioneerd met een Wet Mulderbon.
52
Buiten fiscaal gebied De gemeente handhaaft op foutparkeren in de gehele stad en dus ook in de niet betaald parkeren gebieden. In samenwerking met de wijkbureaus en politie wordt in het
handhavingsoverleg bepaald waar en wanneer controles plaatsvinden. De inzet op foutparkeren buiten het fiscale gebied (bijv. bij scholen tijdens het brengen en halen van schoolkinderen) wordt per wijk bepaald in het handhavingsoverleg op basis van de vraag in de wijk.
Inzet
In 2013 zal de intensiteit van de inzet op parkeerhandhaving binnen het fiscale gebied gelijk blijven, rekening houdend met de beoogde doelstelling een betalingsbereidheid te halen van minimaal 80%. De overige inzet wordt per wijk naar behoefte bepaald in het
handhavingsoverleg. Wel zal het totale aantal handhavingsuren in gefiscaliseerd gebied uitbreiden in verband met het besluit van de Gemeenteraad om in te stemmen met het burgerinitiatief om winkeliers de gelegenheid te geven op alle zondagen open te zijn.
In eerste instantie is alleen in de Binnenstad betaald parkeren op zondagen. Wij verwachten dat voor handhaving hiervan een extra inzet nodig is van1.584 uur (inclusief capaciteit
meldkamer). De exacte extra inzet is afhankelijk van de eventuele uitbreiding van de handhaving op zondagen in overige gebieden.
Tevens geven wij uitvoering aan eventuele wijzigingen in de handhaving naar aanleiding van de nog vast te stellen nota 'Stallen en Parkeren'. Alle parkeerhandhaving, zowel binnen als buiten gefiscaliseerd gebied, wordt betaald uit de parkeerbelastingopbrengsten (parkeerexploitatie).
Afdeling Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte
Inzet 2013 - In gefiscaliseerd gebied: 69.350 uur + 1.584 (i.v.m.
extra zondagen)
- Buiten gefiscaliseerd gebied: 950 uur
Inzet 2012 - In gefiscaliseerd gebied: 69.350 uur - Buiten gefiscaliseerd gebied 950 uur.
Instrument: informeren - afspreken – sanctioneren Domein: parkeren en stallen
53
3.3.2
Fietsparkeren
Inhoud
Gevaarlijk gestalde fietsen
De gemeente heeft de mogelijkheid handhavend op te treden tegen gevaarlijk gestalde fietsen. Dit is het geval wanneer fietsen zodanig geparkeerd staan dat daardoor de doorgang op
voetpaden wordt belemmerd en/of de veiligheid, doorstroming of het uitzicht voor het verkeer wordt gehinderd. Het handhaven op gevaarlijk gestalde fietsen draagt bij aan de veiligheid en leefbaarheid van het gebied. Hinderlijk gestalde fietsen Naast gevaarlijk gestalde fietsen, mag er in 2013 ook worden gehandhaafd op hinderlijk
gestalde fietsen (na een begunstigingstermijn van twee uur). De uitvoering concentreert zich op het gebied rondom Utrecht CS en het kernwinkelgebied in de Binnenstad. In eerste instantie handhaven wij alleen nog op een aantal specifieke locaties binnen dit gebied. Uitbreiding van handhaving binnen dit gebied loopt gelijk op met de uitbreiding/het beschikbaar komen van
fietsenrekken.
Te lang gestalde fietsen Het verwijderen van te lang gestalde fietsen draagt bij aan een betere benutting van de
beschikbare stallingruimte en zorgt voor een schonere openbare ruimte. Deze acties vinden plaats in de Binnenstad, rondom het Centraal Station en de stations Zuilen en Overvecht (gelet op het beschikbare budget). Fietsen in de aangewezen gebieden mogen niet langer dan 4
weken onbeheerd geparkeerd staan. Inmiddels ligt er een voorstel om in de gehele stad te
handhaven op te lang gestelde fietsen en daarnaast is het voorstel de maximale stallingtermijn van 28 dagen terug te brengen naar 14 dagen in het gebied rondom (alle) stations en het voetgangerswinkelgebied in de Binnenstad.
Inzet
In 2013 wordt drie dagdelen per week gehandhaafd op gevaarlijk gestalde fietsen in het stationsgebied en het gebied rondom Vredenburg. Er vinden twee handhavingsacties op te lang gestalde fietsen in het stationsgebied plaats en drie in de Binnenstad.
In het eerste kwartaal van 2013 zal een voorstel voor een plan van aanpak naar de wijkbureaus worden gedaan over het omzetten van de wrakkenacties in te lang gestalde fietsenacties.
54
Tevens geven wij uitvoering aan eventuele wijzigingen in de uitvoering naar aanleiding van de nog vast te stellen nota 'Stallen en Parkeren'.
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte
3.150 uur
2.850 uur
Instrument: informeren - sanctioneren Domein: parkeren en stallen Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder Verkeer
55
3.3.3
Milieuzone
Inhoud
Het handhaven op de milieuzone levert een bijdrage aan het verbeteren van de luchtkwaliteit in de stad.
De gemeente Utrecht heeft voor het verbeteren van de luchtkwaliteit in de stad een milieuzone ingesteld. In de milieuzone mag met bepaalde (vervuilende) vrachtauto's niet worden gereden. Om deze maatregel een succes te laten zijn, is handhaving noodzakelijk. De gemeente Utrecht
heeft ervoor gekozen dit te doen met behulp van een scanauto. Op de tijdstippen dat zich veel vrachtverkeer in de stad bevindt om winkels en bedrijven te bevoorraden, rijdt de scanauto door het betreffende gebied of wordt er op strategische locaties gepost.
Als geconstateerd wordt dat een vrachtauto de regels voor de milieuzone overtreedt, ontvangt de eigenaar een Wet Mulderbon via het CJIB (Centraal Justitieel Incasso Bureau).
Inzet
De inzet op de milieuzone in 2012 blijft gelijk aan de inzet in 2013.
Afdeling Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte
Inzet 2013
Inzet 2012
700 uur
700 uur
Instrument: afspreken – sanctioneren
Domein: parkeren en stallen Verantwoordelijk portefeuillehouder: wethouder Verkeer
56
4. Overige toezicht 4.1
Klachten en meldingen
Inhoud
Het adequaat reageren op meldingen draagt bij aan het verlagen van veiligheidsrisico's en overlast. Wij nemen voor alle domeinen klachten en meldingen in behandeling over (vermeende) overtredingen, (brand)onveilige situaties, overlast en hinder.
De afdeling Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving richt zich onder andere op
meldingen over bouw- en sloopwerkzaamheden, de kwaliteit van woningen en gebouwen (staat van onderhoud), huisvesting, horeca (inclusief coffeeshops en seksinrichtingen), milieu (onder andere geluid en geur), illegale bouw en gebruik (onder andere op bedrijven- en
industrieterreinen en woonwagenlocaties) en woonoverlast (bijvoorbeeld door vervuiling of
stankoverlast in verband met het houden van te veel huisdieren). Wanneer meerdere klachten en meldingen zich concentreren op een domein, branche of locatie gaan wij, vaak na overleg
met de verantwoordelijk portefeuillehouder, over tot actief toezicht (bijvoorbeeld in het geval van meldingen over verregaande verrommeling op woonwagenlocaties). De afdeling Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte behandelt meldingen op het gebied van
veiligheid, openbare ruimte (huisvuil, grofvuil, hondenoverlast) en parkeren (auto en fiets).
De afdeling Toezicht en Handhaving Brandweer neemt meldingen over brandonveilige situaties in behandeling. De meldingen komen centraal binnen (voor de bebouwde omgeving en voor de openbare
ruimte bestaan nog wel aparte systemen) en worden alle onderzocht. Is een melding gegrond, dan wordt afhankelijk van de ernst van de situatie middels informeren, afspreken of
sanctioneren actie ondernomen teneinde de overtreding ongedaan te maken. Wanneer er formeel geen sprake is van een overtreding wordt door bemiddeling of een gesprek getracht tot een goede oplossing te komen. De melder krijgt zo snel mogelijk bericht en wordt
vervolgens, soms door een speciaal aangewezen contactpersoon, op de hoogte gehouden van de voortgang van de afhandeling.
57
Bij overlast door of vanwege de bebouwde omgeving kan de afhandelingstermijn van klachten
en meldingen variëren. Sommige meldingen zijn vrij eenvoudig af te handelen, maar soms zijn er uitgebreide voorzieningen nodig om bijvoorbeeld een klacht over overlast te verhelpen of dienen er wettelijke procedures te worden doorlopen en is er meer tijd nodig.
Inzet
Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte verwacht in 2013 ongeveer 6.000 (BMU)meldingen over overlast in de openbare ruimte. Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving verwacht in 2013 circa 2.000 klachten en meldingen over de bebouwde omgeving.
In 2013 worden door Toezicht en Handhaving Brandweer naar verwachting 120 meldingen over een brandonveilige situatie in behandeling genomen. Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
10.000 uur
10.000 uur
(binnen
Idem
353 uur
480 uur
Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte Toezicht en Handhaving Brandweer
reguliere cap.)
Instrument: afspreken – sanctioneren
Domein: alle Verantwoordelijk portefeuillehouder: alle
58
4.2
Calamiteiten en ongevallen
Inhoud
De inzet op ongevallen en calamiteiten zorgt ervoor dat levens worden gered en veiligheid
wordt bevorderd. Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving en Openbare Ruimte worden ingeschakeld als er in de openbare ruimte een calamiteit of groot ongeval plaatsvindt,
bijvoorbeeld een grote brand, gaslek, ernstig verkeersongeval of risicovolle demonstratie. Samenwerking van politie, de piketdienst van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid en andere hulpdiensten is hierbij onmisbaar.
Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte assisteert bij het regelen van het verkeer, wegafzettingen, het op een afstand houden en informeren van het publiek en bij het verlenen van eerste hulp.
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving controleert op de bouwkundige brandveiligheidsaspecten en de mogelijke aanwezigheid van asbest, inventariseert de situatie en treft alle maatregelen die nodig zijn om gevaar te voorkomen. Daarnaast voert een
crisisteam (calamiteitendienst) werkzaamheden uit ter voorkoming van verspreiding en
blootstelling bij verontreinigingen, bijvoorbeeld als gevolg van lekke tankauto's of incidenten bij chemische bedrijven.
Inzet
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving en Openbare Ruimte verlenen in 2013 naar
verwachting 12 maal bijstand bij calamiteiten. Afdeling
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte
Inzet 2013
Inzet 2012
400 uur
400 uur
(uren uit budget
(uren uit budget
voor overlast)
voor overlast)
Instrument: afspreken – sanctioneren Domein: alle Verantwoordelijk portefeuillehouder: burgemeester
59
4.3
Evenementen
Inhoud
Het toezicht op evenementen omvat de buitenevenementen ( uiteenlopend van grote
evenementen tot braderieën en straatfeesten), de binnenevenementen in onder andere de Jaarbeurs en de Vechtsebanen en de thuiswedstrijden van FC Utrecht. Medewerkers van de gemeente Utrecht en de brandweer controleren voor en tijdens evenementen. Dit doen zij
zoveel mogelijk gelijktijdig. Handhaving van de vergunningvoorwaarden en geluidsnormen heeft tot doel de overlast van evenementen te beperken en de veiligheid te bevorderen. Controle op vergunningvoorwaarden De gemeente verstrekt voor grote evenementen vergunningen met voorwaarden voor
bijvoorbeeld de openings- en sluitingstijden, de inrichting van het evenemententerrein, de verantwoordelijkheden voor het groen, de brandveiligheid, vluchtmogelijkheden en de bereikbaarheid voor hulpdiensten.
Bij zowel buitenevenementen als de grote binnenevenementen (meer dan 2.000 bezoekers) wordt op de veiligheid van belangrijke bouwkundige constructies, zoals podia en tribunes, gecontroleerd. De gemeente controleert ook op de tapvergunning en het schenken van alcoholhoudende dranken aan jongeren.
Controle op buitenevenementen en geluid Om de buitenevenementen veilig te laten verlopen en de overlast te verminderen is het CASE-
overleg (Commissie Afstemming Stedelijke Evenementen) in het leven geroepen. De gemeente houdt bij buitenevenementen integraal toezicht op onder andere de brandveiligheid, de
bereikbaarheid voor hulpdiensten, overlast, vervuiling, wildplassen en zakkenrollen. Maakt men gebruik van versterkt geluid, dan wordt op overtreding van de geluidsnormen gecontroleerd.
Omwonenden kunnen via de Decibellijn direct klagen over geluidsoverlast, waarna actie wordt ondernomen. Om bestaand groen te beschermen vindt voorafgaand aan en na afloop van grote buitenevenementen een schouw van het evenemententerrein plaats. De Vrijmarkt De jaarlijkse Vrijmarkt is een bijzonder buitenevenement. Dat heeft te maken met de grote
mensenmassa en het samenspel van de rommelmarkt en muziekevenementen in de beperkte ruimte van de binnenstad. Een veilige Vrijmarkt met zo weinig mogelijk overlast vraagt om een integrale voorbereiding met alle betrokken partijen.
De gemeente handhaaft ook bij dit unieke evenement op alle vergunningvoorwaarden en
daarnaast wordt toezicht gehouden op de beweging van de mensenmassa (crowd control) en de bereikbaarheid voor de hulpdiensten.
60
Thuiswedstrijden van FC Utrecht
Vergunningverlening
Voorafgaand aan het seizoen wordt met lokale partners en de KNVB over het competitieschema overlegd. Voor elke thuiswedstrijd afzonderlijk wordt, op basis van een draaiboek van FC Utrecht, het veiligheidsplan en het schouwverslag, een vergunning afgegeven door de
burgemeester. Het verlenen van een vergunning laat onverlet dat de uitvoering van het veiligheidsplan tot de verantwoordelijkheid van FC Utrecht behoort.
Handhaving tijdens de wedstrijden
De wedstrijden worden ingedeeld in de risicocategorieën A (laag risico), B (gemiddeld risico) en C (hoog risico). Lopende het seizoen vindt periodiek veiligheidsoverleg plaats waarin
wedstrijden voorbereid en geëvalueerd worden. Wedstrijden worden vooraf besproken in de driehoek. Risicowedstrijden vergen vooroverleg tussen driehoek en FC Utrecht.
De gemeente (OOV) is bij C-wedstrijden altijd aanwezig in het stadion (commandoruimte). Bij B-wedstrijden is OOV aanwezig indien de veiligheidsomstandigheden dat gewenst maken (avondwedstrijd, spanning vanwege stand op de ranglijst etc.). Als dat niet nodig is, is OOV
telefonisch voor, tijdens en na de wedstrijd bereikbaar. Dat geldt ook voor alle A-wedstrijden. Voor de ordehandhaving in het stadion is FC Utrecht verantwoordelijk. Ondersteuning van de politie vindt alleen plaats als FC Utrecht niet zelf de orde in het stadion kan handhaven en
nadat hierom is verzocht. Als er geen inzet is, zal de politie niet zichtbaar voor het publiek in het stadion aanwezig zijn. Daarnaast hebben de burgemeester en het Openbaar Ministerie op basis van de Voetbalwet
(artikel 172a Gemeentewet) de bevoegdheid om risicovolle supporters zo nodig de toegang tot het gebied te ontzeggen.
Inzet
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving beschikt in 2013 over circa 1.200 uren voor (bouwkundig) toezicht tijdens buitenevenementen en (grote) binnenevenementen.
Voor het Toezicht en Handhaving op en rond evenementen in de Openbare Ruimte is in 2013 1.360 uur minder beschikbaar dan in 2012. Ondanks het feit dat we deze daling deels op
kunnen vangen door efficiënte inzet van toezicht, betekent de vermindering van uren dat we op een aantal kleinere evenementen geen toezicht meer zullen houden (bijvoorbeeld
straatfeesten). In het CASE-overleg zullen de keuzes voor de concrete inzet gemaakt worden op basis van de risico-indicatie per evenement.
De Brandweer zet in 2013 7% van zijn beschikbare capaciteit in op het verlenen van de evenementenvergunningen en de controles op en rond de diverse binnen- en buitenevenementen.
De inzet van Openbare Orde en Veiligheid voor het veilig laten verlopen van de betaald voetbalwedstrijden in de stad bedraagt gemiddeld 500 uren op jaarbasis.
Afdeling
Inzet 2013
Inzet 2012
Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving
1.200 uur
1.200 uur
Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte
6.800 uur
8.200 uur
Toezicht en Handhaving / VA Brandweer
4.062 uur
Openbare orde en veiligheid
500 uur
500 uur
Instrument: informeren - afspreken – sanctioneren
Domein: alle Verantwoordelijk portefeuillehouder: burgemeester 61
5.
Toezicht in de wijken
5.1 Binnenstad en Stationsgebied
Zorgpunt/vraag
Inzet in 2013
Overlast geparkeerde fietsen
Minimaal continuering inzet 2012 en vervanging
wrakkenacties door weesfietsenacties. Inzet wordt bepaald in integrale team THOR wijkveiligheidsoverleg
Meer handhaving op fout
Inzet wordt bepaald in integrale team THOR
geparkeerde auto's
/wijkveiligheidsoverleg.
Overlast horeca, terrassen,
Extra inzet horecatoezicht (inclusief terrassen) bij overlast.
evenementen en uitgaanspubliek
Handhaving naleving Drank en Horecawet: Optreden tegen
(bouwgerelateerd verkeer)
alcoholgebruik door en verkoop aan jongeren (< 16).
Aandacht voor extra inzet op evenementen in het kader van de Vrede van Utrecht. Veiligheid Breedstraatbuurt
Continuering integrale aanpak Breedstraatbuurt
Toename woningsplitsingen
Nieuw beleid leidt tot minder splitsingen. Verder
Handhaving op aslastbeperking
In 2013 wordt handhaving op aslastbeperking opgestart.
Meer handhaving op
Continuering bestaande toezichtcapaciteit. Extra aandacht
bouwregelgeving POS-gebied
voor bouwhinder en voor naleven bouwregelgeving door
Bewoners betrekken bij
Vanuit VTH wordt in een aantal projecten geparticipeerd
energiezuinigheid
uit het programma Utrechtse Energie.
Meer handhaving op geldende
Continuering bestaande handhavingscapaciteit voor de
regelgeving fietsen, terrassen en
openbare ruimte. Inzet wordt bepaald in integrale team
uitstallingen.
THOR/ wijkveiligheidsoverleg
continuering bestaande toezichtscapaciteit.
gemeentelijke organisatie
62
Handhaving op
Scherpe controle op ontheffingen straatmuzikanten.
recreatievaart
Voor recreatievaart: continuering bestaand toezicht
straatmuzikanten en
Breedstraatbuurt
Ook in 2013 hanteren wij een intensieve aanpak voor de veiligheid en leefbaarheid van de Breedstraatbuurt. Het gaat daarbij vooral om het extra in de gaten houden van direct aantoonbare overlast van bepaalde voorzieningen, het maken van afspraken met
coffeeshophouders over hun verantwoordelijkheid voor hun omgeving en het inzetten van verblijfsontzeggingen voor de Breedstraatbuurt. Naast deze preventieve en repressieve
maatregelen in de veiligheids- en overlastsfeer, wordt ingezet op positieve impulsen voor de Breedstraatbuurt. Al deze acties worden gecoördineerd uitgevoerd.
Ter verbetering van de uitstraling van het gebied, wordt gehandhaafd op fietswrakken, jongerenoverlast, overlast door gebruikers en dealers, zwerfvuil, vervuiling door ondernemers, verkeerd aangeboden huisvuil en uitstallingen.
De gemeente houdt verder toezicht op de horecabedrijven en handhaaft in het kader van de pandaanpak verdachte overlastgevende ondernemingen. Het gebied is ook aangewezen als
prioriteitgebied voor handhaving op parkeren, zowel op betaald– als foutparkeren. Bestaande en nieuwe horecaondernemingen kunnen aan de hand van de Wet Bibob worden getoetst. Stationsgebied
De handhaving in het Stationsgebied valt onder de paraplu van het Toezichtarrangement en
richt zich vooral op de openbare orde, de sociale veiligheid en de leefbaarheid in het gebied. Met deze inzet en het voortzetten van de veiligheidsaanpak in het "urgentiegebied
stationsgebied“ met harde en sociale maatregelen, lukt het om de veiligheid in het stationsgebied op een acceptabel en beheersbaar niveau te houden. Door de vele bouwwerkzaamheden, wegverleggingen en omleidingsroutes, wordt de druk op de openbare ruimte opgevoerd. Daarmee komt het dagelijks functioneren van het Stationsgebied onder druk te staan en daarmee ook de veiligheidsaanpak.
De gemeente houdt, samen met de brandweer, toezicht op de bouwwerkzaamheden in het kader van de gebiedsontwikkeling door gemeentelijke en particuliere partijen, de staat van
onderhoud van de panden in het gebied, bodemsaneringen, de horeca, grote evenementen in de Jaarbeurs en overlast door geparkeerde fietsen (weesfietsen en fout geparkeerde fietsen). Verder zet de gemeente zich in op het gebied van auto-inbraken, overlast door jongeren en
63
uitstallingen (denk hierbij aan Vredenburg, Achter Clarenburg en Jaarbeursplein).
5.2
West
Zorgpunt/vraag
Inzet in 2013
Overlast geparkeerde fietsen en
Minimaal continuering inzet 2012 en vervanging
brommers op de stoep
wrakkenacties door weesfietsenacties stadsbreed.
(Händelstraat) en veel
Feitelijke inzet wordt bepaald in integrale gebiedsteam
fietsparkeeroverlast aan
THOR en wijkveiligheidsoverleg.
westzijde van stationsgebeid Overlast horeca (o.a. Wolff en
Extra inzet horecatoezicht bij overlast (prioriteit)
Dekenplein)
Handhaving naleving Drank en Horecawet.
Jongerenoverlast op diverse
Wordt meegenomen in bestaande aanpak jongerenoverlast
plekken in de wijk.
(inclusief het beboeten van jongeren onder de 16 in het
Scherper toezicht op splitsen en
Nieuw beleid leidt tot minder splitsingen. Verder
omzetten woningen
continuering bestaande toezichtscapaciteit.
bezit van alcohol).
Meer inzet op illegale omzettingen. Aandacht voor vervuiling
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
openbare ruimte (m.n.
integrale team THOR
Kanaalstraat en Damstraat) Voortzetting aanpak Lombok Oost.
Zie hieronder
Handhaving op
Verkeersveiligheid valt slechts voor de onderdelen
verkeersveiligheid
parkeren en fietsen in voetgangersgebied binnen dit
programma. Verkeersveiligheid wordt afgestemd in het wijkveiligheidsoverleg.
Preventieve maatregelen auto-
Bestaande inzet wordt iets minder ten behoeve van
inbraken en woninginbraken
overlastbestrijding. Feitelijke inzet wordt bepaald in
Handhaving woonbotenbeleid
Hier vindt geen aparte aanpak op plaats.
wijkveiligheidsoverleg.
64
Lombok Oost
Wijkbureau West is, in het kader van schoon, heel en veilig, sinds 2004 bezig met de gebiedsaanpak Lombok Oost. Binnen het geheel van inzet door alle hierbij betrokken organisaties, zijn de voor dit programma belangrijkste pijlers: een blijvende inzet op
veelvoorkomende criminaliteit en (horeca-)overlast, extra aandacht voor de openbare ruimte
en controles op illegale activiteiten en fraude. Participatie van bewoners en ondernemers speelt hierbij ook een rol.
5.3 Noordwest
Zorgpunt/vraag
Inzet in 2013
Aandacht voor implementatie
Dit wordt meegenomen in regulier bouwtoezicht.
Politiekeurmerk Veilig Wonen bij nieuwbouw of renovatie via
toezicht uitvoering vergunde bouwplannen. Handhaving op woonoverlast
Maakt onderdeel uit van de reguliere taken met betrekking tot handhaving huisvestingswetgeving en daarnaast het toezicht op de kwaliteit en gebruik van woningen
(handhaving bij klachten over vervuilde woningen, teveel huisdieren etc.). Scherper toezicht op splitsen en
Nieuw beleid in aangewezen gebieden leidt tot minder
omzetten woningen.
splitsingen. Verder continuering bestaande toezichtscapaciteit. Meer inzet op illegale omzettingen.
Actieve handhaving op
Naast handhaving op basis van meldingen en klachten,
onrechtmatige bewoning
voert de gemeente in 2013 ook een actieve projectaanpak
Betere afstemming/meer inzet
Het punt van betere afstemming wordt opgepakt: per 1
handhaving evenementen
januari functioneert de nieuwe handhavingsorganisatie
uit om onrechtmatige bewoning op te sporen.
VTH, waarin diverse handhavingstaken geïntegreerd
worden. Hierdoor kan de inzet op evenementen stadsbreed efficiënter aangestuurd worden. Fietsparkeren en fietswrakken
Minimaal continuering inzet 2012 en vervanging
65
wrakkenacties door weesfietsenacties. Feitelijke inzet wordt bepaald in gebiedsteam THOR/ Wijkveiligheidsoverleg Handhaving op jongerenoverlast
Wordt meegenomen in bestaande aanpak jongerenoverlast
(Zuilen-Oost en Ondiep) en
(inclusief het beboeten van jongeren onder de 16 in het
drugsgerelateerde overlast.
bezit van alcohol in de openbare ruimte). Tevens wordt toezicht gehouden op de vergunningvoorwaarden voor coffeeshops. Voor wat betreft de opsporing en
ontmanteling van hennepkwekerijen, ligt de operationele
regie bij de Politie Utrecht. De gemeente participeert in een gezamenlijke aanpak met het OM, de
woningbouwcorporaties en de electrisicteitsnetbeheerder voor de aanpak van de thuisteelt van hennep in de stad Utrecht.
Amsterdamsestraatweg Er wordt inzet gepleegd op het gebied van auto- en woninginbraak, jeugdoverlast, fietswrakken, illegaal huisvuil, grofvuil, bedrijfsafval, zwerfvuil en uitstallingen. De
gemeente continueert verder zijn inzet op het gebied van horeca, illegale bouw, illegaal gebruik en bestaande bouw; het gebied is ook aangewezen als prioriteitgebied voor handhaving op parkeren, zowel op betaald– als foutparkeren. Bestaande en nieuwe horecaondernemingen kunnen aan de hand van de Wet Bibob worden getoetst. De gemeente handhaaft niet meer op winkelsluitingstijden.
5.4
Overvecht
Zorgpunt/vraag
Inzet in 2013
Meer handhaving op fout
Minimaal continueren bestaande capaciteit voor
parkeren en bij brengen en
handhaving foutparkeren. Eventueel aanvulling mogelijk
afhalen bij scholen.
door inzet leefbaarheidsbudget. Feitelijke inzet wordt integraal afgestemd in gebiedsteam THOR
/wijkveiligheidsoverleg op basis van prioriteiten. Meer handhaving op weesfietsen
Handhaving weesfietsen bij station Overvecht wordt in
66
bij station Overvecht en rondom
2013 opgepakt. Meer weesfietsenacties door omzetten
Handhaving op
Wordt meegenomen in bestaande aanpak jongerenoverlast
jongerenoverlast.
(inclusief het beboeten van jongeren onder de 16 in het
studentenhuisvesting.
bestaande stadsbrede wrakkenacties in weesfietsenacties.
bezit van alcohol in de openbare ruimte). Wens tot continueren
Dit project zal niet gecontinueerd worden (gebrek aan
handhaving illegale bouwwerken
capaciteit).
Continueren aanpak vervuiling
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
openbare ruimte.
gebiedsteam THOR.
Wens om misstanden
Dit project zal niet opgepakt worden (gebrek aan
autoboulevard aan te pakken.
capaciteit).
(schuttingen e.d.)
Overvecht Noord Ter ondersteuning van de krachtwijkenaanpak is in Overvecht Noord (de buurten Vechtzoom en De Gagel) in 2011 een integraal handhavingprogramma opgestart. Op 6 onderdelen zijn gemeentelijke handhavers aan de slag met als doel de leefbaarheid te verbeteren. Deze
activiteiten zijn aanvullend en ondersteunend aan andere maatregelen van de gemeente en de woningcorporaties in deze twee buurten ter verbetering van de leefbaarheid. Bij diverse
onderdelen werken de gemeentelijke handhavers actief samen met diverse andere diensten van de gemeente, politie, Jongerenorganisatie Utrecht, Cumuluswelzijn, bewoners en ook
ondernemers in de wijk. De regie van het integrale handhavingprogramma ligt bij Wijkbureau Overvecht.
5.5
Noordoost
Zorgpunt/vraag
Inzet in 2013
Handhaving op weesfietsen en
Minimaal continuering inzet 2012 en vervanging
fietswrakken (m.n. bij
wrakkenacties door weesfietsenacties. Feitelijke inzet
studentenhuisvesting)
wordt bepaald in gebiedsteam THOR/ Wijkveiligheidsoverleg
Extra toezicht horecaoverlast
Extra inzet horecatoezicht bij overlast (prioriteit) Handhaving naleving Drank en Horecawet.
67
Scherper toezicht op splitsen en omzetten woningen
Nieuw beleid in aangewezen gebieden leidt tot minder splitsingen. Verder continuering bestaande toezichtscapaciteit. Meer inzet op illegale omzettingen.
Meer handhaving op
Minimaal continueren bestaande capaciteit voor
foutparkeren in niet
handhaving foutparkeren. Feitelijke inzet wordt integraal
gefiscaliseerd gebied en
afgestemd in gebiedsteam THOR /wijkveiligheidsoverleg
handhaving laad/losstrook
op basis van prioriteiten.
Draaiweg/Merelstraat. Continueren aanpak vervuiling
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
openbare ruimte (m.n.
gebiedsteam THOR.
Aanpak jongerenoverlast en
Wordt meegenomen in bestaande aanpak jongerenoverlast
alcoholgebruik (blowen en
(inclusief het beboeten van jongeren onder de 16 in het
alcoholgebruik Griftpark)
bezit van alcohol in de openbare ruimte).
Terugdringen hoog aandeel
Bestaande inzet (preventie) wordt iets minder ten behoeve
woninginbraken
van overlastbestrijding. Feitelijke inzet wordt bepaald in
Veiligheid en drugsoverlast
Valt binnen de te continueren aanpak Breedstraatbuurt
Bemuurde Weerd Oostzijde e.o.
(voor Noord-Oost betreft dit Bemuurde Weerd e.o.)
Continueren aanpak Berenkuil
Handhavingsinzet op sociale veiligheid, opstootjes en
snoeproutes)
Staatsliedenbuurt.
wijkveilighedsoverleg.
vernieling, illegaal slopen/bouwen en omhakken bomen etc. (inzet wordt bepaald in gebiedsteam en wijkveiligheidsoveleg).
Handhaving hondenpoepbeleid
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
en loslopende honden op
gebiedsteam THOR.
Handhaven op het niet volgens
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
diverse locaties.
de regels aanbieden van grofvuil
gebiedsteam THOR.
bij tijdelijk bewoonde flats (Staatsliedenbuurt en Lauwerecht).
68
5.6
Oost
Zorgpunt/vraag
Inzet in 2013
Handhaving op weesfietsen en
Minimaal continuering inzet 2012 en vervanging
fietswrakken
wrakkenacties door weesfietsenacties. Feitelijke inzet wordt bepaald in gebiedsteam THOR/ Wijkveiligheidsoverleg
Meer handhaving op
Minimaal continueren bestaande capaciteit voor
foutparkeren in niet
handhaving foutparkeren. Feitelijke inzet wordt integraal
gefiscaliseerd gebied.
afgestemd in gebiedsteam THOR /wijkveiligheidsoverleg op basis van prioriteiten.
Continueren aanpak vervuiling
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
openbare ruimte (m.n.
gebiedsteam THOR.
snoeproutes) en aanspreken jeugd Aanpak jongerenoverlast en
Wordt meegenomen in bestaande aanpak jongerenoverlast
alcoholgebruik (blowen en
(inclusief het beboeten van jongeren onder de 16 in het
Scherper toezicht op splitsen en
Nieuw beleid in aangewezen gebieden leidt tot minder
omzetten woningen
splitsingen. Verder continuering bestaande
alcoholgebruik Wilhelminapark)
bezit van alcohol in de openbare ruimte).
toezichtscapaciteit. Meer inzet op illegale omzettingen. Meer toezicht in Sterrenwijk,
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
Abstede en Lodewijk
gebiedsteam THOR en wijkveiligheidsoverleg.
Napoleonplantsoen om veiligheid te verbeteren.
69
5.7
Zuid
Zorgpunt/vraag
Inzet in 2013
Handhaving op weesfietsen en
Minimaal continuering inzet 2012 en vervanging
fietswrakken
wrakkenacties door weesfietsenacties. Feitelijke inzet wordt bepaald in gebiedsteam THOR/ Wijkveiligheidsoverleg
Meer handhaving op
Minimaal continueren bestaande capaciteit voor
parkeeroverlast bij scholen (m.n.
handhaving parkeren. Feitelijke inzet wordt integraal
na schoolvakanties)
afgestemd in gebiedsteam THOR /wijkveiligheidsoverleg op basis van prioriteiten.
Continueren aanpak vervuiling
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
openbare ruimte.
gebiedsteam THOR.
Handhaving op
Wordt meegenomen in bestaande aanpak jongerenoverlast
jongerenoverlast, alcoholgebruik
(inclusief het beboeten van jongeren onder de 16 in het
(voortzetting aanpak jeugdBOA's
meer door specifieke jeugd-BOA's, maar door alle BOA's.
Extra inzet bij overlast
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
voetbalkantines aan de Olympus
gebiedsteam THOR en wijkveiligheidsoverleg.
op straat en criminaliteit in Zuid).
bezit van alcohol in de openbare ruimte). Dit gebeurt niet
70
5.8
Zuidwest
Zorgpunt/vraag
Inzet in 2013
Handhaving op weesfietsen en
Minimaal continuering inzet 2012 en vervanging
fietswrakken.
wrakkenacties door weesfietsenacties. Feitelijke inzet wordt bepaald in gebiedsteam THOR / Wijkveiligheidsoverleg.
Meer parkeerhandhaving.
Minimaal continueren bestaande capaciteit. Feitelijke inzet wordt integraal afgestemd in gebiedsteam THOR op basis van prioriteiten.
Continueren aanpak vervuiling
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
openbare ruimte (zwerfafval
gebiedsteam THOR.
parken, zoals Transwijk). Handhaving op jongerenoverlast
Wordt meegenomen in bestaande aanpak jongerenoverlast
en criminaliteit.
(inclusief het beboeten van jongeren onder de 16 in het
Scherper toezicht op
Naast handhaving op basis van meldingen en klachten,
onrechtmatige bewoning (RCF-
voert de gemeente in 2013 ook een actieve projectaanpak
aanpak) en splitsen van
uit om onrechtmatige bewoning op te sporen.
woningen.
bezit van alcohol in de openbare ruimte).
Nieuw beleid in aangewezen gebieden leidt tot minder splitsingen. Verder continuering bestaande toezichtscapaciteit. Meer inzet op illegale omzettingen.
Optreden tegen geluidsoverlast.
Continuering bestaande inzet 2012.
Handhaving hondenpoepbeleid
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
en loslopende honden op
gebiedsteam THOR.
diverse locaties. Preventieve inzet ter voor-
Bestaande preventieve inzet op autoinbraak wordt iets
koming van woning- en
minder ten behoeve van overlastbestrijding. Feitelijke
autoinbraken (Transwijk en
inzet wordt bepaald in wijkveilighedsoverleg.
Veilinghavenkade).
71
5.9
Leidsche Rijn
Zorgpunt/vraag
Inzet in 2013
Aandacht voor
Minimaal continueren bestaande capaciteit. Feitelijke inzet
parkeerhandhaving in de gehele
wordt integraal afgestemd in gebiedsteam THOR op basis
wijk.
van prioriteiten.
Inzet op onderhoud en beheer
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
openbare ruimte (zwerfvuil).
gebiedsteam THOR.
Handhaving op jongerenoverlast
Wordt meegenomen in bestaande aanpak jongerenoverlast
Extra inzet gewenst gezien
(inclusief het beboeten van jongeren onder de 16 in het
demografische ontwikkeling en
bezit van alcohol in de openbare ruimte).
fysieke groei van de wijk. Preventieve inzet ter
Bestaande inzet (preventie) wordt iets minder ten behoeve
voorkoming van woninginbraken
van overlastbestrijding. Feitelijke inzet wordt bepaald in
en auto-inbraken (met name
wijkveilighedsoverleg.
voor Terwijde west en
gerelateerd aan Utrechtse Bazaar). Aandacht voor beveiliging bouwterreinen.
Continuering bestaande inzet 2012.
Handhaving Utrechtse Bazaar:
Uitwerking vindt plaats. Is in eerste instantie niet een taak
Gemeentelijk beheer van het
voor VTH.
opkopersregister.
72
5.10
Vleuten – De Meern
Zorgpunt/vraag
Inzet in 2013
Toezicht en optreden bij auto –
Minimaal continuering inzet 2012 en vervanging
en fietswrakken.
wrakkenacties door weesfietsenacties (fietswrakken worden daarin meegenomen). Feitelijke inzet wordt bepaald in gebiedsteam THOR.
Aandacht voor
Minimaal continueren bestaande capaciteit. Feitelijke inzet
parkeerhandhaving in hele wijk
wordt integraal afgestemd in gebiedsteam THOR op basis
en specifiek bij hoge
van prioriteiten.
parkeerdruk i.v.m.
evenementen, bij winkelcentrum
en bedrijventerrein Oudenrijn en bij scholen i.v.m. halen en brengen.
Inzet op onderhoud en beheer
Continuering aanpak 2012. Inzet wordt bepaald in
openbare ruimte (zwerfvuil).
gebiedsteam THOR.
Handhaving op jongerenoverlast
Wordt meegenomen in bestaande aanpak jongerenoverlast (inclusief het beboeten van jongeren onder de 16 in het bezit van alcohol in de openbare ruimte).
Handhaving strand Haarrijnse
Continuering aanpak 2012 ook voor inzet op
evenementen.
evenementen (zoals straatfeesten).Feitelijke inzet wordt
Specifieke handhaving op
Extra inzet horecatoezicht bij overlast (prioriteit).
plas en Maximapark bij
sportkantines.
evenementen. Wel minder inzet voor m.n. kleinere bepaald in gebiedsteam THOR en wijkveiligheidsoverleg.
Handhaving naleving Drank en Horecawet. Specifieke aandacht voor sportkantines (paracommerciële horeca).
Toezicht en handhaving op
Continueren bestaande inzet op bewaking kwaliteit en
ongeoorloofde wijziging van
gebruik gebouwen (conform bestemmingsplan) en
bestemming, op illegale
toezicht op bouwwerken.
bedrijvigheid en toezicht op bouwlocaties.
73