ONDERZOEKSOPZET Beheer en onderhoud openbare ruimte
Rekenkamer Lelystad Datum: 2 juli 2013
Beheer en onderhoud openbare ruimte
1. Aanleiding en voorgeschiedenis in het kort Het onderhoud en beheer van de openbare ruimte is een belangrijke kerntaak van de gemeente. De ‘openbare ruimte’ is de buitenruimte, die voor iedereen toegankelijk is. Bijvoorbeeld straten en stoepen, wegen, bruggen, parkeerplaatsen, speelplekken, plantsoenen en parken. De gemeente is verplicht de meeste van deze eigendommen te onderhouden. Het maatschappelijke belang van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte is groot. De manier waarop de gemeente deze basistaak uitvoert, is belangrijk voor alle inwoners van de stad. Een schone, veilige en goed onderhouden openbare ruimte is belangrijk voor een leefbare (woon)omgeving. Een goed onderhouden en goed ingerichte openbare ruimte draagt ook bij aan het veiligheidsgevoel van de inwoners. Inwoners kunnen bovendien groot nadeel ondervinden van onvoldoende onderhoud van de openbare ruimte. Er kunnen zich bijvoorbeeld gevaarlijke situaties voordoen of de verkeersveiligheid kan in het geding zijn. In de Volkskrant van 12 maart 2013 stond het artikel ‘Gemeenten besparen op onderhoud, burgers klagen niet: het is crisis’. Dat zou blijken uit een recent rapport van het kennisinstituut CROW . Lelystad kent veel openbare ruimte. Veel meer dan menig andere gemeente in Nederland. Dat blijkt uit gegevens van het CBS. De grondleggers van Lelystad hebben in het verleden bewust gekozen voor zoveel openbare ruimte in de stad1. Uit LelystadsGetallen van 2012 bleek, dat Lelystadse inwoners minder tevreden zijn over het schoonhouden van wegen en groen. Ook zijn zij minder tevreden over het onderhoud wegen en fietspaden in de stad. De rekenkamer heeft zelf ook wel eens vragen en opmerkingen van inwoners gekregen, over het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Het ging daarbij om situaties, waarin de afstemming van werkzaamheden in de openbare ruimte volgens deze inwoners niet goed verliep. Tijdens de algemene beschouwingen van 2012 bleek, dat enkele raadsfracties zich zorgen maken over het onderhoud van de bestaande stad en mogelijke verloedering. In het Meerjarenontwikkelingsprogramma 2010-2014 van de gemeente Lelystad wordt daarvoor gewaarschuwd. In de toekomst acht de gemeente in de bestaande stad o.a. tast- en zichtbare onderhoudsachterstanden van de openbare ruimte (zoals slijtage, verval en verwaarlozing) mogelijk. Ter voorkoming hiervan zet de gemeente extra in op de wijken uit de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. In 2011 is de meerjarenraming van het kwaliteitsstructuurplan tussentijds herijkt. Aanleidingen waren de doorgevoerde bezuinigingsslagen, het onthouden van een goedkeurende verklaring voor de deel van de rekening door de accountant en toegenomen aandacht voor goed onderbouwde onderhoudsplannen en de bijbehorende financiële vertaling in het kader van de ICL-gelden2. Bij de herijking hoorde ook een rapport. Uit dit rapport bleek onder meer dat er te weinig middelen waren begroot, om het vastgestelde kwaliteitsniveau van de openbare ruimte op langere termijn te bekostigen. Op 18 maart 2013 heeft de rekenkamer Lelystad de onderzoeksopzet voor dit onderzoek besproken met de (raads)commissie van de Rekening. De commissie is van mening dat 1
De oppervlakten wegen en groen zijn in Lelystad ruim twee keer zo groot als in vergelijking met gemeenten van 80.000 inwoners. De Lelystadse omvang past meer bij gemeenten die ongeveer twee keer zoveel inwoners hebben. 2 Lelystad krijgt een jaarlijks een aanvullende rijksbijdrage: de ICL-gelden. ICL staat voor: Interdepartementale Commissie Lelystad. De ICL-gelden zijn bedoeld als compensatie voor de destijds ruim opgezette openbare ruimte in Lelystad. Deze past eigenlijk bij een stad van veel grotere omvang. Het was indertijd ook de bedoeling dat Lelystad zou uitgroeien tot een stad van formaat. De ICL-gelden maken een belangrijk deel uit van het budget voor beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Op 6 juli 2011 heeft het Rijk de gemeente Lelystad een brief gestuurd, waarin het Rijk aandringt op een betere verantwoording van geraamde bestedingen uit de ICL-gelden.
Versie 5
2
Beheer en onderhoud openbare ruimte
dit een belangrijk onderwerp is vanwege het grote financiële en maatschappelijke belang. De leden hebben de indruk, dat de raad momenteel nog vrij weinig grip heeft op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De commissie vraagt zich af wat de consequenties zijn van de gehanteerde onderhoudsnormen en wat de Lelystadse inwoner hier nu in de praktijk van merkt. Dus: wat zegt het gehanteerde KSP-niveau over de tevredenheid van de inwoners? Zijn er andere (meetbare) factoren die misschien beter correleren met de tevredenheid van inwoners? Hoe creëer je meer invloed en tevredenheid onder de inwoners? Ook maakten de leden van de commissie opmerkingen over het verschil in onderhoudsniveau tussen wijken. De ene wijk is op een hoger niveau ingericht dan de andere wijk. Wat zijn de effecten van het huidige KSP-niveau voor de oudere wijken? Wat als in de wijken alleen het hoognodige onderhoud plaatsvindt? Wat zijn de oorzaken van eventuele verloedering? Maar ook: in het KSP is de staat van onderhoud uit 2003 als uitgangspunt genomen. De wereld is echter in de tussentijd behoorlijk veranderd. Zou het staande beleid automatisch periodiek herzien moeten worden? Ook over de inkoop van beheer en onderhoud openbare ruimte heeft de commissie gesproken. Worden er ook lifecycle-cost afwegingen gemaakt bij de inrichting? Is er winst te behalen met slimmer inkopen3? De belangstelling van de commissie gaat minder uit naar de bovengenoemde incidenten uit het verleden. Tijdens de bespreking van de kadernota 2014 – 2017 tijdens de raadsvergaderingen van 18 en 25 juni 2013 kwam het beheer en onderhoud van de openbare ruimte nadrukkelijk aan de orde. Kortom: onderhoud en beheer van de openbare ruimte is een belangrijke kerntaak van de gemeente. Er is sprake van een groot maatschappelijk en financieel belang. En er zijn aanwijzingen, dat de raad mogelijk onvoldoende grip heeft op de materie maar ook grote belangstelling heeft voor het onderwerp. Er zijn mogelijk ook belangrijke risico’s met beheer en onderhoud van de openbare ruimte gemoeid. In 2012 heeft de gemeente Lelystad € 25 miljoen (ex overhead en bedrijfsvoeringkosten) uitgegeven aan onderhoud en beheer van de openbare ruimte. In 2013 is een bedrag van € 26 miljoen geraamd (ex overhead en bedrijfsvoeringkosten). Dat is in 2013 omstreeks 12% van de totale begroting4 van de gemeente Lelystad. Om die redenen heeft de rekenkamer Lelystad besloten te onderzoeken of de openbare ruimte in Lelystad doeltreffend en doelmatig wordt beheerd en onderhouden. De rekenkamer Lelystad richt dit onderzoek primair op de doeltreffendheid (effectiviteit) van het beleid. Daarnaast wil de rekenkamer expliciet aandacht besteden aan de verschillen op wijkniveau, de wijze waarop inwoners betrokken worden bij het onderhoud en beheer van de openbare ruimte en de mate van tevredenheid van de Lelystadse inwoners.
3
Bijvoorbeeld kavels onderhoud en beheer (groepen stoepen bijvoorbeeld) in de markt zetten met een aanbesteding, niveaus / delen van het KSP vermarkten, onderhoud ‘opsparen’, effectievere inzet van personeel, bewoners meer betrekken bij onderhoud (uitvoering door bewoners laten doen). 4 De totale begroting van de gemeente Lelystad is in 2013 € 225 miljoen (bron: navraag via mail bij de directiesecretaris van de gemeente Lelystad d.d. 28 februari 2013) .
Versie 5
3
Beheer en onderhoud openbare ruimte
2. Doelstelling De doelstellingen van dit onderzoek worden als volgt geformuleerd: Inzicht verkrijgen in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Lelystad, gerelateerd aan de beleving van de inwoners van de gemeente Lelystad.
3. Vraagstelling Hoofdvraag: Hoe doeltreffend en doelmatig is de gemeente Lelystad in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte per wijk en hoe wordt dat door de inwoners van de gemeente Lelystad beleefd? Uit deze hoofdvraag leidt de rekenkamer de volgende subvragen af: Doeltreffendheid van beleid 1. Welke juridische, politieke, bestuurlijke, beleid- en organisatorische kaders5 liggen ten grondslag aan het beheer en onderhoud van de openbare ruimte? 2. Wat zijn relevante ontwikkelingen (bijvoorbeeld technische, landelijk, regionale, lokale ontwikkelingen) op het gebied van beheer en onderhoud van de openbare ruimte? 3. Welke perspectieven bieden de ontwikkelingen onder vraag 2 voor Lelystad? 4. Welke good practices zijn er op het gebied van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Andre gemeenten? 5. In welke mate voldoet het beheer en onderhoud per wijk van de openbare ruimte in de praktijk aan: a) de geformuleerde doelstellingen, b) objectieve (technische) normen en c) subjectieve (belevings-)normen? 6. Welke verklaringen kunnen worden gegeven voor verschillen tussen doel- en kaderstelling en de behaalde resultaten? 7. Is de raad voldoende geïnformeerd over het beheer en onderhoud van de openbare ruimte? 8. Op welke wijze kan het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Lelystad worden verbeterd? Doelmatigheid van de uitvoering Tegen welke kosten worden de resultaten behaald en hoe verhouden de kosten zich tot de baten? 10. Hoe verhouden de uitgavenpatronen en resultaten in Lelystad zich tot die in andere (vergelijkbare) gemeenten? 9.
Beleving van inwoners 11. Hoe worden de inwoners van de gemeente Lelystad betrokken bij het beheer en onderhoud van de openbare ruimte? 12. Hoe tevreden zijn de inwoners van Lelystad met de kwaliteit van de openbare ruimte (subjectief kwaliteitsniveau)? 5
Bijvoorbeeld wet- en regelgeving, beleid, vastgestelde doelstellingen, prestaties en kwaliteitsniveaus, etc.
Versie 5
4
Beheer en onderhoud openbare ruimte
Hoe verhoudt zich het al dan niet voldoen aan de objectieve kwaliteitsnormen tot de mate van tevredenheid van de Lelystadse inwoner per wijk? 14. Hoe ervaren inwoners van de gemeente Lelystad het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in hun eigen wijk? 15. Welke problemen signaleren inwoners van de gemeente Lelystad in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en welke bijdrage willen zij zelf leveren aan de oplossing van deze problemen? 13.
4. Verwachte opbrengsten uit het onderzoek Een handzaam rapport, waarin wordt beoordeeld in hoeverre het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Lelystad aan de geformuleerde normen voldoet en, waar van toepassing, heldere en bruikbare aanbevelingen voor verbetering worden gedaan.
5. Definities en afbakening Openbare ruimte is te omschrijven als de buitenruimte, die voor iedereen toegankelijk is. In de openbare ruimte bevinden zich gemeentelijke eigendommen zoals wegen, straatverlichting, verkeersregelinstallaties, bomen, struiken, gazons, papierbakken, speelvoorzieningen, bruggen, beschoeiingen, kunstwerken, water en sportfaciliteiten. Onder de grond bevindt zich onder meer het rioolstelsel. In dit onderzoek rekenen wij gebouwen, ook een kapitaalgoed van de gemeente, niet tot de openbare ruimte. Doeltreffendheid van beleid en doelmatigheid van uitvoering staan centraal bij dit onderzoek. • Met doeltreffendheid bedoelen we het voldoen aan de geformuleerde objectieve (technische) normen en subjectieve (belevings-) normen. Deze normen staan onder meer in het Kwaliteitsstructuurplan. We kijken dan naar de resultaten van het beleid. • Onder doelmatig beleid verstaan wij een goede verhouding tussen kosten en baten (effecten, resultaten, prestaties). De rekenkamer wil met name die onderdelen van de openbare ruimte onderzoeken, die de inwoner en bezoeker direct raken. Het onderzoek is daarom toegespitst op de woonbuurten en de winkelgebieden. Daarbij wordt gekeken naar het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte. Inrichting van de openbare ruimte is buiten beschouwing gelaten. Tevredenheid van de inwoners met de openbare ruimte maakt wel onderdeel uit van dit onderzoek. Het onderzoek is afgebakend op het de periode 2011-heden. Op deze manier wil de rekenkamer de meest recente, volledig afgesloten beleidsjaren (2011en 2012) in het onderzoek betrekken. Tegelijkertijd maakt deze afbakening het mogelijk om ook de huidige praktijk (dus de lopende dossiers van 2013) te onderzoeken.
6. Aanpak De rekenkamer Lelystad ontvangt graag creatieve suggesties van de onderzoekers voor een (mogelijk alternatieve) passende aanpak van dit onderzoek. De rekenkamer is bijzonder benieuwd naar mogelijkheden om de Lelystadse inwoners op creatieve wijze te betrekken bij dit onderzoek. Het is primair de bedoeling dat dit onderzoek de uitwerking van beleid in de praktijk als uitgangspunt neemt en die confronteert met de doelstellingen en resultaten van het beleid van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Hoe verhouden zich de pres-
Versie 5
5
Beheer en onderhoud openbare ruimte
taties en resultaten die de gemeente Lelystad behaalt op het vlak van onderhoud openbare ruimte, aan de mening van de inwoners van de stad? Wat is het perspectief van de inwoner en wat betekent het gevoerde beleid voor hun eigen situatie? Op die manier willen we meer inzicht geven in deze ingewikkelde materie, de achtergronden van het slagen en falen van beleid en de mate waarin de Lelystadse samenleving profijt heeft van het gevoerde beleid. Met het onderzoek wordt dus ook een indicatie gegeven van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in de praktijk. Hierbij moet rekening gehouden worden met eventuele verschillen in onderhoudsniveau per wijk. De aandacht gaat bij dit onderzoek uit naar succesverhalen en naar minder goede ervaringen uit de Lelystadse praktijk. Voor mogelijke leer- en verbetersuggesties wil de rekenkamer ook kijken naar best practices en goede ervaringen bij andere gemeenten / (overheids)organisaties. Zo wil de rekenkamer de leerpunten uit wat er goed en fout gaat met het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Lelystad verbinden aan nieuwe perspectieven. Het onderzoeken van de doelmatigheid is het secundaire doel van dit onderzoek. De rekenkamer staat voor ogen hiervoor een eenvoudige kosten-baten analyse te doen.
7. Normenkader Het normenkader zal bij aanvang van het onderzoek ontwikkeld worden in samenwerking met de geselecteerde externe onderzoeker. Gedurende het onderzoek kunnen de normen bovendien worden geoperationaliseerd, gepreciseerd en / of uitgebreid. Van belang zijn de kaderstelling, doelstellingen en prestaties van de gemeente, maar ook de (inhoudelijke) kwaliteitsnormen. Bij dat laatste kan gedacht worden aan normen als: • Het ambitieniveau voor de kwaliteit van de openbare ruimte zoals vastgesteld op basis van een algemeen geaccepteerde standaard (CROW-normen). • De kwaliteit van de openbare ruimte die per wijk op een systematische, betrouwbare en valide wijze wordt gemeten. • De kwaliteit van de openbare ruimte die (op wijkniveau) voldoet aan de gemeentelijk vastgelegde ambitieniveaus. • Voor de subjectieve kwaliteit zijn concrete ambitieniveaus vastgesteld. • Het oordeel van de inwoners van Lelystad over de kwaliteit van de openbare ruimte wordt op representatieve, betrouwbare en valide manier gemeten. • De subjectieve kwaliteit van de openbare ruimte voldoet aan de vastgestelde ambitieniveaus. • Er is sprake van economisch rationeel beheer6. Naast dergelijke kwaliteitsnormen, volgen ook normen uit de andere onderdelen van het theoretisch kader: wet- en regelgeving, landelijk kader, gemeentelijk kader en de sturing op processen en verantwoordelijkheden.
8. Coördinatie en uitvoering Het onderzoek wordt uitgevoerd door Ronald Oude Ophuis, Ad Schreijenberg en Piet Renooy (projectleider) van onderzoeksbureau Regioplan en Rien Bruins van Cebeon, onder begeleiding van de rekenkamer. Ing Yoe Tan en Iris Koopmans coördineren dit 6
Van economisch rationeel beheer is sprake, wanneer het benodigde reguliere onderhoud tijdig wordt uitgevoerd. Hierdoor is de levensduur het van object optimaal en is de gemeente per saldo goedkoper uit. Bij minimaal beheer worden middelen ingezet wanneer objecten in de openbare ruimte onveilig dreigen te worden, in plaats van tijdig onderhoud.
Versie 5
6
Beheer en onderhoud openbare ruimte
onderzoek namens de rekenkamer Lelystad. De secretaris van de rekenkamer - Patricia Nieuwenhuis – biedt hen ondersteuning hierbij. Het onderzoeksbureau stelt het rapport van bevindingen op en maakt hierbij gebruik van de instructie voor externe onderzoekers en het format voor rekenkamerrapporten van de rekenkamer Lelystad7. De rekenkamer zal op basis van dit rapport de conclusies en aanbevelingen formuleren, naar aanleiding van een voorstel voor conclusies en aanbevelingen, dat is voorbereid door de onderzoekers.
9. Planning De rekenkamer heeft bij dit onderzoek de volgende planning voor ogen: Omschrijving Vaststellen onderzoeksopzet Werven onderzoekers Feitelijk onderzoek Opstellen nota van bevindingen Technische reactie Bestuurlijke reactie Aanbieden rapport / publicatie
7
Periode Juli 2013 Juli 2013 Juli – september 2013 September 2013 Oktober / november 2013 November 2013 December 2013
Zie website www.lelystad.nl/rekenkamer.
Versie 5
7
Beheer en onderhoud openbare ruimte
10. Bijlage: achtergrondinformatie Wat staat er in grote lijnen in wet- en regelgeving? Gemeenten bepalen zelf wanneer onderhoud van de openbare ruimte noodzakelijk is. Hierbij is slechts in beperkte mate sprake van (landelijke) regelgeving. Zo is er landelijke regelgeving voor de veiligheid van speeltoestellen (het Attractiebesluit) en bepaalt de Gemeentewet, dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de gemeentelijke wegen8. In de gemeentewet zijn echter geen nadere kwaliteitseisen of normen opgenomen voor beheer en onderhoud. Wel heeft het CROW (een landelijk kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) een landelijk meet- en waarderingssysteem ontwikkeld voor het beheer van de openbare ruimte. Hierin zijn kwaliteitsnormen en kwaliteitsniveaus opgenomen. De meeste gemeenten (zo ook Lelystad) werken met de CROW-normen en hebben deze normen opgenomen in kaderstellende beleidsnota’s en handboeken voor het onderhoud van de openbare ruimte. De CROW-maatstaven zijn beschikbaar op de website van CROW. Wat zijn globaal de verantwoordelijkheden en bevoegdheden? De gemeente is voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte verantwoordelijk en heeft daarin beleidsvrijheid. Dit beheer is op verschillende niveaus georganiseerd: − de raad formuleert (met programmabegroting en aparte raadsbesluiten) doelstellingen en specifieke prioriteiten (wat willen we bereiken?) en stelt daar geld voor beschikbaar; − het college en ambtelijke organisatie vertaalt de doelstellingen naar de uitvoering door middel van beheerplannen (o.a. KSP) (wat gaan we daarvoor doen?); − de ambtelijke organisatie en externen (aannemers, etc.) voeren de plannen uit (toetsing hoe is het uitgevoerd en met welk resultaat?); − de ambtelijke organisatie legt verantwoording af over de prestaties en resultaten aan college en raad Welke aspecten zitten er aan de kwaliteit van de openbare ruimte? De kwaliteit van de openbare ruimte is af te meten aan drie factoren die gezamenlijk de kwaliteit van de openbare ruimte bepalen: − de aanleg en inrichting van een gebied; − het beheer en onderhoud van een eenmaal ingericht gebied; − de manier waarop een gebied gebruikt wordt en de mate waarin gebruikers tevreden zijn. Inrichting en beheer van openbare ruimte hebben een onderlinge relatie. Keuzes bij de inrichting van de openbare ruimte, kunnen een belangrijke invloed op het beheer hebben. De openbare ruimte kan er mooi uitzien, maar moeilijk of alleen tegen heel hoge kosten te onderhouden zijn. Slecht onderhoud kan leiden tot een verwaarloosde aanblik, tot vermindering van gebruik of tot een ander gebruik van de openbare ruimte dan beoogd was. Dit kan negatieve effecten hebben op de (ervaren) kwaliteit van de openbare ruimte. Wat zijn de ambities van de gemeente Lelystad uit de programmabegroting 2013? Lelystad wil een vitale woonstad zijn met kwalitatief goede woningen en een veilige, goed onderhouden openbare ruimte. Onder de huidige financieel economische omstandigheden heeft de gemeente echter minder geld te besteden. Met de beperkte middelen zullen scherpere keuzes gemaakt moeten worden. Er zal gefocust moeten worden op die plekken in de stad waar de kwetsbaarheid het grootst is. Lelystad zal ook genoegen moeten nemen met een soms wat minder fraaie openbare ruimte. De gemeente stelt wel als voorwaarde dat de basiskwaliteit (schoon, heel en veilig) gegarandeerd blijft.
8
Volgens artikel 6:174 lid 1 BW is de bezitter van een opstal risicoaansprakelijk. Volgens lid 2 van artikel 6:174 BW rust deze aansprakelijkheid bij openbare wegen op het overheidslichaam, dat moet zorgen dat de weg in goede staat verkeert. Het ‘in goede staat verkeren’ van openbare wegen is in artikel 16 en 17 Wegenwet neergelegd. Rijk, provincie, gemeente en waterschap moeten ervoor zorgen dat de wegen die onder hun beheer vallen, in goede staat verkeren.
Versie 5
8
Beheer en onderhoud openbare ruimte
De gemeente Lelystad streeft naar een openbare ruimte met basiskwaliteit. Maar de gemeente heeft wel bezuinigen doorgevoerd op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Dit kan leiden tot ontevredenheid van burgers. De gemeente wil binnen het totale pakket van dagelijks- en groot onderhoud van het beheer openbare ruimte worden efficiencyvoordelen behalen door werk met werk te maken en te verdichten. In het dagelijks onderhoud wil de gemeente minder reageren op incidentele signalen. Het dagelijks onderhoud beperkt zich tot vooral de structurele aanpak. De gemeente wil haar voorbeeldfunctie in het omgaan met de openbare ruimte onderstrepen door de inzet van de wijkserviceteams. De wijkserviceteams zijn de oren en ogen in de wijk en de aanspreekpunten voor inwoners. Door het schoonhouden van en toezicht te houden in de wijk, hebben ze een voorbeeldfunctie. De teams kunnen laagdrempelig inwoners aanspreken op hun gedrag en hen wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast zorgen de wijkserviceteams voor de afhandeling van kleine problemen in de openbare ruimte. Ook communiceren ze naar de inwoners over de acties die op stapel staan om de problemen op te lossen. In de programmabegroting 2013 staan de volgende doelstellingen en indicatoren genoemd, die een relatie hebben met het onderhoud en het beheer van de stad: Doel / beleidsterrein
Vasthouden leefbare / vitale wijken
Beperking stijging verloedering in de woonwijken
Beoogde effecten
Bron
Vasthouden van de gemiddelde schaalscore algemene evaluatie van de buurt op de gemiddelde waarde van 2001-2009, naar 2014 op 7,8 voor heel Lelystad en 7,7 bestaande wijken (7,6 in 2011) en 8,3 voor nieuwe wijken (8,4 in 2011)
Burgerpeiling Onderzoek en Statistiek gemeente Lelystad
Vasthouden gemiddeld rapportcijfer leefbaarheid in de buurt op het niveau van 2009 – 2014 op 7,2. Beperkte stijging van de gemiddelde score op de verloederingsschaal: van 4,2 in 2009 naar maximaal 4,5 in 2014 (3,9 in 2011)
Burgerpeiling Onderzoek en Statistiek gemeente Lelystad Burgerpeiling Onderzoek en Statistiek gemeente Lelystad
De beoogde prestaties voor het onderhoud en het beheer van de openbare ruimte in 2013 zijn: Doel / beleidsterrein Het op basiskwaliteit houden van de openbare ruimte Tevredenheid van bewoners over beheer en onderhoud van de openbare ruimte
Beoogde prestaties in 2013 Het van het voortschrijdend MJP-GO 2013-2017 wordt de jaarschijf 2013 uitgevoerd. Bewonersparticipatie vindt plaats conform de participatieladder informeren (trede 1) en consulteren (trede 2). Klachten en meldingen over hinderlijke situaties worden, niet meer ad hoc maar in het reguliere werkproces opgelost. Te allen tijde worden de bewoners hierover geïnformeerd.
Wat is het beleid van de gemeente Lelystad voor beheer en onderhoud openbare ruimte? Voor het beheer van de openbare ruimte heeft de raad onder andere het. Kwaliteitsstructuurplan (vastgesteld 2002) (KSP) vastgesteld. Andere relevante beleidsdocumenten voor beheer en onderhoud van de openbare ruimte zijn: • Gemeentelijk rioleringsplan 2011-2015 • Groenstructuurplan Lelystad 1997 • Bermbeheerplan 2003 + bijlagen
Versie 5
9
Beheer en onderhoud openbare ruimte • • •
Bomenbeleidsplan 2009 Speelruimtebeleidsplan 2000 Beleidsplan Openbare verlichting 2005
Kortheidshalve beperken we ons nu tot een beschrijving van het KSP. In dit plan wordt de openbare ruimte ingedeeld in verschillende delen, met elk een eigen beheersniveau. Een belangrijk onderdeel van het KSP is het Beleidsplan Openbare Ruimte (BOR) Hierin staat de visie van de gemeente op de openbare ruimte. Hierin wordt de kwaliteit van de openbare ruimte in Lelystad, met eventuele knelpunten, beschreven. Op grond van het KSP worden budgetten verdeeld voor het beheer van de openbare ruimte. Lelystad is opgedeeld in verschillende deelgebieden. Ieder deelgebied heeft zijn eigen kenmerken en ambities. Deze zijn in profielen vastgelegd. Met behulp van die 'kwaliteitsprofielen' kan worden aangegeven welke kwaliteitsaspecten in het plangebied hoger scoren (of moet scoren) en welke lager.Het vastgestelde pakket van kwaliteitsprofielen (het basisscenario) vormt uitgangspunt voor de beoordeling van zowel de onderhoudsbehoefte van de openbare ruimte in de bestaande situatie als de beoordeling van projecten in bijvoorbeeld de uitleggebieden van de stad. De deelgebieden zijn: 1. Stadshart en kustzone 2. Subcentra 3. Bedrijventerreinen 4. Grote groengebieden buiten de stad 5. (Groen)gebieden in de stad + Campuszone 6. Wonen 7. Thematisch wonen 8. Hoofdwegennet 50/70 9. Hoofdfietsnet 10. Polderwegen Daarnaast is het containerbegrip ‘kwaliteit’ uiteengerafeld in 14 deelkwaliteiten. Deze hebben invloed op de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte Op basis van de deelkwaliteiten is voor elk van de deelgebieden een kwaliteitsprofiel voor de openbare ruimte opgesteld, het zogenaamde basisscenario.
Op basis van het basisscenario is het profiel van onderhoudsinspanningen voor de verschillende deelgebieden opgesteld. Dit maakt het mogelijk om, met behulp van kengetallen, financiële prognoses te maken en plannen in de openbare ruimte financieel te toetsen. Vertaald naar de gebruikelijke landelijke richtlijnen van de CROW (publicatie 288) is het basisscenario KSP voor onderhoud in Lelystad als volgt:
Versie 5
10
Beheer en onderhoud openbare ruimte
Gebieden zoals woonwijken, hoofdinfrastructuur en bedrijventerreinen worden op het basisniveau onderhouden. Het centrum als visitekaartje krijgt een accent. In dergelijke kwaliteitskeuzen leggen gemeenten soms nog meer accenten, bijvoorbeeld ten behoeve van de economische ontwikkeling of op veelgeziene plekken als entrees. Ook in Lelystad is dit gebeurd bij de hoofdwegen (netheid) en subcentra (technische staat). Herijking meerjarenraming KSP 2011. Bij het KSP hoort een meerjarenraming, die door de raad wordt vastgesteld. De meerjarenraming openbare ruimte geeft een doorkijk van de te verwachten onderhouds- en vervangingskosten voor de komende 30 jaar. In 2011 heeft een herijking van de meerjarenraming plaatsgevonden. Deze is op 20 december 2011 door de raad vastgesteld. Een aantal ontwikkelingen heeft destijds geleid tot de (tussentijdse) herijking van de meerjarenraming: • Door een aantal doorgevoerde bezuinigingen (perspectiefnota, ZBB, AKAK, Kadernota 2011) was een geactualiseerd beeld nodig. • De accountant had diens goedkeuring onthouden aan een deel van de begroting. De accountant vond de onderbouwing van de voorzieningen niet afdoende. • De ICL-beheerder wil begin 2012 uitdrukkelijk stilstaan bij goed onderbouwde onderhoudsplannen en de bijbehorende financiële vertaling. Daarbij gaat het met name over de onderbouwing van besteding, verantwoording en noodzaak van de ICL-middelen. In de herijking van 2011 is uitgegaan van de meest recente technische staat van de openbare ruimte. Deze wordt gerelateerd kwaliteit op basisniveau uit het KSP. Bij de herijking uit 2011 hoorde een rapport van externe adviseurs. Zij concludeerden toen, dat de gemeente Lelystad niet voldoende middelen reserveerde om de openbare ruimte op lange termijn op een basiskwaliteit in stand te houden. Door aanvullende nog te realiseren besparingen zou het tekort kleiner worden. Toch bleven dan ook nog onvoldoende middelen over voor de vervanging. Bij herijking werden maatregelen voorgesteld om de tekorten verder terug te dringen. Hierbij werd gedacht aan een geleidelijker aanpak van projecten, een betere samenloop van projecten (vooral door afstemming op de rioleringsprojecten) en het verder vergroten van de efficiëntie van het beheerproces en de verantwoordelijkheidsverdeling binnen de organisatie. Dit moest nog nader worden uitgewerkt. De effecten daarvan op de vermindering van het tekort zouden bij de kadernota 2013 worden voorgelegd. In 2013 wordt het totale beheerproces, zoals is geadviseerd in de meerjarenraming, uitgelijnd. Het nieuwe voortschrijdende meerjaren programma groot onderhoud is de basis om het onderhoud van de openbare ruimte op orde te houden. Het biedt tevens, zij het beperkt, de mogelijkheid om waar het nodig is de openbare ruimte af te stemmen op de huidige functionele eisen en wensen van de gebruikers.
Versie 5
11