Training wijkraden Training voor wijkraden, 7 juli 2014 OMGAAN MET DE MEDIA

Training wijkraden 07.07.14

Gemeente Utrecht in samenwerking met:

Training voor wijkraden, 7 juli 2014

OMGAAN MET DE MEDIA Aanwezig: Wijkraadsleden: zie lijst onderaan verslag

10 Angeline Diederen, [email protected] , Staf Wijken, gemeente Utrecht; Inge de Sain, Communicatie, gemeente Utrecht, teamcoördinator Wijkcommunicatie; Marion v.d. Voort, zelfstandig communicatieadviseur (Marion van der Voort Communicatieadvies en BV Gebiedscommunicatie). Verslag: Marja van Steijn, Tekstbureau Talent, [email protected] Het verslag wordt na de trainingen gepubliceerd op www.utrecht.nl (wijkraden).

20

[N.B. Tijdens het betoog van Marion van der Voort wordt door de aanwezige wijkraadsleden ook het nodige ingebracht; dat is in dit verslag verwerkt.]

Marion van der Voort opent de bijeenkomst. Marion is zelfstandig communicatieadviseur, van oorsprong afkomstig uit de journalistiek. In het verleden is zij binnen de gemeente Utrecht werkzaam geweest als communicatieadviseur, woordvoerder en interimmer.

30

40

50

Ervaringen met de pers ... Omgaan met de media is het onderwerp van vanavond. Welke ervaringen hebben de aanwezige wijkraadsleden met de pers? − Wat er in de krant staat klopt zelden. − Vanuit werk: haat-liefde verhouding met de pers. − Goede en slechte ervaringen. − Verbaasd over wat journalisten wel en niet oppikken. − De pers is vooral geïnteresseerd in slecht nieuws. − Belangrijk om als leden van één wijkraad allemaal hetzelfde aan de media te vertellen (maar dat is in de praktijk niet altijd even makkelijk). − Bij sommige wijkraden zit de pers altijd bij de vergadering. − Sommige wijkraadsleden schrijven zelf persberichten, hebben cursus gevolgd bij de NMU (soms zelfs gratis). − Sommige wijkraden spreken af dat contact met de pers in eerste instantie gebeurt via de voorzitter, en indien gewenst via een wijkraadslid met speciale expertise; dat werkt goed. De geschiedenis van de journalistiek Marion schetst de geschiedenis van de journalistiek. De laatste twintig, dertig jaar is er veel veranderd. Vroeger haalde je je nieuws uit de ochtendkrant, een aantal lokale kranten en het 8 uur journaal en dat was het wel zo'n beetje, daarop was het ritme van het nieuws gebaseerd. Het was redelijk overzichtelijk. En het was ook redelijk duidelijk waar het nieuws vandaan kwam. Tekstbureau Talent, juli 2014

1/10


Kenmerken van die berichtgeving: het was langzaam (voor de huidige begrippen), met respect voor 'de hoge heren uit Den Haag' (het waren trouwens ook vaak heren die interviewden). En weet je nog: soms stak de nieuwslezer er zelfs een sigaretje bij op!

60

70

80

De grootste verandering sindsdien is het zgn. “Hart van Nederland – effect”. Hart van Nederland is begonnen in 1995. Er was al aangekondigd dat zij het niet zouden hebben over politiek maar over human interest -achtige zaken, en er was veel scepsis: men vond dat dat “niet kon”. Maar inmiddels is het verschil tussen het instituut NOS Journaal en Hart van Nederland niet meer zo groot: ook het nieuws van de NOS is veel meer human interest geworden > “van de staat naar de straat”, d.w.z. journalisten vragen mensen om de hoek wat zij ergens van vinden. Die mening van de straat is erg belangrijk geworden. Niet alle interviews worden ook daadwerkelijk uitgezonden: journalisten hebben vaak vooraf een bepaald frame in hun hoofd en zoeken voor de uitzending de interviews of citaten die daarbij passen. De komst van het internet Human interest is dus veel belangrijker geworden. Nieuws over koningshuizen, roddel en achterklap staan nu in de gewone kranten. Dat was voorheen ondenkbaar. Mogelijk heeft dat met de komst van Maxima te maken, maar zéker ook met de komst van het internet: een revolutie die bijna even groot is als die van de drukpers.

90 Voor steeds meer mensen is de eerste nieuwsbron op een dag hun Iphone of Ipad. Het nieuws zelf is dus niet alleen veranderd, maar ook de manier waarop je het – gewild of ongewild – binnenhaalt. De social media doen hun intrede Op dat internet hebben op een gegeven moment de social media hun intrede gedaan. Sommige wijkraden blijken op Facebook te zitten, anderen twitteren of zitten op LinkedIn. Een enkeling maakt gebruikt van YouTube. Maar er zijn ook wijkraden die daar nog weinig mee doen of alleen een website hebben.

100 Wat destijds ook werd aangekondigd is dat mensen hun eigen nieuwskanalen zouden gaan maken. Dat is inderdaad ook gebeurd: door te bepalen wie je volgt op Twitter bijvoorbeeld doe je dat indirect. Je volgt mensen met dezelfde interesses en daardoor krijg je in de loop van de dag ontzettend veel nieuws binnen, maar wel nieuws op jouw interessegebieden. Voor sommige mensen is Twitter hun belangrijkste nieuwsbron. Daar halen zij het eerste nieuws binnen, en het journaal en de krant gebruiken ze vervolgens voor verdieping. Tekstbureau Talent, juli 2014

2/10


Mensen beginnen steeds meer hun eigen media-kanalen te ontwerpen.

110

120

130

Ook de krant is veranderd Nu heel veel nieuws via de social media wordt verspreid heeft dat een enorm effect op de verslaggeving. De verhalen zijn heel anders geworden: andere invalshoeken, korter, krachtiger, meer tussenkoppen, meer beeld, minder ruimte voor de tekst zelf. Dat komt door de social media, maar ook omdat de wereld van de “ouderwetse” kranten erg is veranderd: de redacties zijn veel en veel kleiner geworden, de correspondenten zitten niet meer op het hoofdkantoor maar in de wijken. Ze sturen af en toe een stukje in. Ze verdienen daar bar weinig mee. Je ingraven in een onderwerp, research doen: het bestaat bijna niet meer. Journalisten hebben ontzettend weinig tijd. De pagina's moeten gevuld worden, onder invloed van de grote concerns, zoals De Persgroep, die vooral naar de oplage kijkt in plaats van naar kwaliteit. In de ontslagrondes van de laatste jaren zijn vooral de jongere journalisten verdwenen; de ouderen zitten er nog. De young and eager men zijn dus weg, en een klein clubje ouderen moet de krant vullen, met in hun nek de hete adem van de social media (die hen vaak veel sneller af zijn). Die haast heeft veel invloed op het soort verhalen. Ze zijn aanzienlijk slordiger dan voorheen, en aan hoor en wederhoor wordt nauwelijks nog gedaan. Je kunt je daar boos over maken maar er ook gebruik van maken, en er rekening mee houden, namelijk door te zorgen dat je verhaal een hapklare brok is waar de journalist mee uit de voeten kan. Probeer te begrijpen onder wat voor druk journalisten moeten werken en waarom ze het ene verhaal wel en het andere verhaal niet interessant vinden. Daarom is voor hen goed nieuws eigenlijk helemaal geen nieuws. Nieuws is alles wat afwijkt van de gebruikelijke gang van zaken.

140

Er is wat dat betreft natuurlijk wel verschil tussen kranten: Volkskrant, Trouw en NRC geven veel meer achtergrondinformatie, hebben meer oog voor nuances, dan bijvoorbeeld Telegraaf en AD.

150

160

Soms maken de kranten een onderwerp zelf tot nieuws, ze pakken een maatschappelijke discussie op en doen onderzoek naar achtergronden. Denk aan de discussie over de topsalarissen. Dat schoppen tegen autoriteit is bij Pim Fortuyn begonnen. In dit land wordt tegenwoordig veel meer tegen autoriteiten geschopt dan vroeger, dus dat heeft een veel grotere nieuwswaarde dan vroeger. Kranten vergroten bepaalde thema's soms uit tot veel grotere proporties maar ook dat heeft te maken met die druk die op de journalisten staat. Voor een journalist is het het mooiste als zijn artikel tot Kamervragen heeft geleid, of als hij bij wijze van spreken 's avonds voor Pauw & Witteman wordt gevraagd. Tekstbureau Talent, juli 2014

3/10


Iemand die afwijkt van het gewone verhoogt de nieuwswaarde. Dat is ook van toepassing als een wijkraad een bericht de wereld in wil sturen. Waar zit de nieuwswaarde van jouw bericht, waar kun je echt iets mee naar buiten toe.

170

180

Utrechtse wijkraden – Utrechtse media De Utrechtse wijkraden hebben natuurlijk vooral te maken met de Utrechtse media. In een aantal wijken wordt de VAR nog bezorgd (Vecht/Amstel-/Rijnstreek). Maar sinds kort is de VAR overgestapt op tabloid formaat en hebben zij een aantal lokale journalisten moeten ontslaan. Die bezuinigingen bij de VAR zijn het gevolg van het feit dat de gemeente zijn gemeenteberichten eruit heeft gehaald. De gemeente plaatst die berichten nu digitaal: burgers moeten de mededelingen vanuit de gemeente nu zelf op de gemeentelijke website opzoeken. Of dat gaat werken is de vraag. De vrees bestaat dat burgers allerlei nieuwsberichten zullen gaan mislopen. Het kan helpen om je te abonneren op de gemeentelijke nieuwsbrieven. Huis-aan-huis bladen hebben het lokale nieuws nog vrij lang vol kunnen houden doordat het schrijven van artikeltjes voor veel correspondenten liefdewerk-oud-papier was. Dit onderwerp roept een discussie op over de relatie tussen de wijkraad en de gemeente. Vaak krijgen de wijkraden een notitie van 80 pagina's voorgelegd met het verzoek om “binnen 2 dagen te reageren”; dat roept irritatie op. Soms vragen wijkraadsleden zich af of er wel naar hen geluisterd wordt, en of hun bestaansrecht wel wordt erkend. Terug naar de media in Utrecht.

190

200

210

Utrecht Dichtbij zou in heel Utrecht bezorgd moeten worden maar in de praktijk valt dat tegen. Ook bevat het vaak hetzelfde nieuws als Het Stadsblad. Dat komt doordat correspondenten van deze kranten tamelijk makkelijk persberichten aanpakken, waardoor de nieuwswaarde van die berichten lager wordt: je komt overal hetzelfde nieuws tegen (en dus is het geen nieuws meer). Je kunt dit zelf gebruiken door goede persberichten op te sturen. Voor sommige wijkraden zijn er interessante websites over hun wijk die veel meer nieuws bevatten dan deze kranten. Voorbeeld is “Zo is Zuilen”, http://www.zoiszuilen.nl/ . Terwijl regionale kranten – zoals Het Utrechts Nieuwsblad – verdwijnen, zie je aan de onderkant, bij mensen op wijken straatniveau, de berichtgeving juist toenemen. Als je als wijkraad een persbericht de wereld in wilt sturen moet je je eerst de vraag stellen wie je ermee wilt bereiken: jonge tweeverdieners, ouderen? Ze gebruiken allemaal verschillende media. Jongeren zijn vaak heel actief op Facebook dus het kan heel zinvol zijn om je daarop te richten. Communiceren is in zekere zin lastiger geworden, omdat doelgroepen niet meer zo duidelijk zijn als vroeger. Groepen mensen zijn niet meer zo makkelijk over één kam te scheren. Je moet veel nauwkeuriger kijken welke mensen je zoekt, en dan veel gerichter communiceren. Soms kan een bericht op een Facebook-pagina veel effectiever zijn dan in De Volkskrant; het ligt eraan wie je ermee wilt bereiken. Je moet je dus vooraf terdege afvragen: wat is mijn boodschap / wat wil ik met dit bericht

Tekstbureau Talent, juli 2014

4/10


bereiken / wie wil ik met dit bericht bereiken / hoe kan ik hen bereiken.

220

230

240

250

260

270

Inge de Sain vertelt dat er ook voor wethouders veel veranderd is als het gaat om de contacten met de media. Een wethouder heeft bijna geen regie meer over de berichtgeving, over hoe een bericht geframed wordt. Je kunt vooraf van alles in gang zetten, maar als er nét op dat moment een andere hype in de media is, wordt een persbericht soms heel anders geframed dan je had verwacht. Communicatiemedewerkers van de gemeente scannen daarom voortdurend de social media en gebruiken daarvoor zoeksystemen om te zien wat er in de samenleving leeft. Marion van der Voort herkent dat wel. Het gaat ook heel snel: als je iets plaatst op social media, moet je niet tot morgen wachten om te zien wie erop gereageerd heeft. Je moet er bovenop zitten, je moet het bericht naar de juiste mensen sturen en niet alleen als persbericht maar vooral ook op social media. En op de goede manier reageren. Als jouw wijkwethouder op Twitter zit kan dat voor een wijkraad een heel actieve manier zijn om problemen in de wijk aan te zwengelen en de aandacht van de wijkwethouder ervoor te vragen. Die wijkwethouder móet wel reageren, omdat hij weet dat hij gevolgd wordt. Hij moet veel sneller reageren dan op een brief die een wijkraad heeft gestuurd. Nog een tip: mocht jouw bericht als wijkraad wat negatief getint zijn over deze wethouder, laat het dan volgen door een positief bericht; dan raken de verhoudingen niet verstoord. Als je als wijkraad een website gebruikt om nieuwsberichten te plaatsen, moet je dat goed bijhouden. Niet iedere wijkraad heeft iemand die daar voldoende tijd voor heeft. Je moet daar een weloverwogen keus in maken. Voor veel wijkraden is dit een lastig onderwerp, blijkt vanavond. De één heeft voorkeur voor een statische website, de ander voor een meer interactieve, met mogelijkheid tot reageren. Wijkraden die wel een website met mogelijkheid van reageren hebben, krijgen ook vaak de klachten binnen die eigenlijk voor bij de gemeente thuishoren en dus continu doorgestuurd moeten worden. Het nut van een media-infrastructuur: knoop contacten aan! Belangrijk is dat een wijkraad een infrastructuur heeft waarop teruggevallen kan worden. Zorg dat je journalisten kent, in ieder geval van lokale media, en misschien ook van andere media. Denk bijvoorbeeld aan landelijke journalisten die in Utrecht wonen (Charlotte Huisman van De Volkskrant): zij kunnen een medium zijn om de Utrechtse politiek te bereiken. Of Kees van Dam, verslaggever bij het NOS Journaal; zie http://www.bezoek-utrecht.nl/event/nosverslaggever-kees-van-dam-laat-de-mooiste-plekjes-van-utrecht-zien. Hij weet meer van Utrecht af dan andere verslaggevers en kan makkelijk een item over een Utrechts onderwerp maken omdat hij zelf ook in Utrecht woont. Knoop dus zulke contacten aan, en onderhoudt ze ook. Zorg dat je hen snel kunt bereiken. Zo bouw je aan een infrastructuur waar je op kunt terugvallen. 'Iemand kennen' is ook in dit verband heel belangrijk. Een landelijke journalist die jou als wijkraadslid kent, is eerder geneigd om naar je te luisteren dan wanneer hij je nog nooit gesproken heeft. Zo'n journalist kun je op een goed moment even bijpraten over wat er speelt in een wijk. Daarom is het handig om als wijkraad eerst uit te zoeken wie je in het vizier moet zien te krijgen en hoe je dat moet gaan organiseren. Een ander punt is natuurlijk de vraag: is het verhaal een verhaal namens de hele wijkraad. Wijkraadsleden die de media te woord staan moeten begrijpen dat ze niet hun persoonlijke mening moeten uitdragen. Bedenk: de wijkraad heeft de journalist nodig, maar die journalist heeft ook de wijkraad nodig. Op het moment dat er goede relaties zijn is het plaatsen van een persbericht soms snel voor elkaar. Het belang van de juiste timing Tekstbureau Talent, juli 2014

5/10


280

Marion was ook betrokken bij de communicatie rond het asbestverhaal in Kanaleneiland twee jaar geleden. Qua berichtgeving zat alles daar mee: ten eerste was het zomer, komkommertijd, journalisten waren driftig op zoek naar nieuws. Ten tweede gebeurde het op een zondagmiddag. Ten derde gebeurde het in Kanaleneiland, een wijk die iedereen kent. Het paste in een bepaald beeld. En ten vierde waren er veel mensen die heel graag hun verhaal aan de media wilden vertellen. Een falende overheid en woningcorporatie, Kanaleneiland met bewoners die de dupe zijn, komkommertijd: wat wil een journalist nog meer? Van dat verhaal valt veel te leren over timing. Timing is erg belangrijk, en soms kun je dat zelf beïnvloeden. Heb je een onderwerp waar je liever niet veel aandacht voor hebt maar wat wel gepubliceerd moet worden (een jaarverslag met slechte cijfers bijvoorbeeld), publiceer het dan als Nederland in de halve finale WK voetbalt. Dan is dat jaarverslag totaal niet van belang en kijkt er niemand naar. Denk ook aan de verschijningsdagen van kranten, en deadlines voor kopij. Huis-aan-huisbladen verschijnen op woensdag; dan is vrijdag de deadline, op maandag wordt de pagina “dichtgemaakt”. De timing is dus heel belangrijk (al heb je er niet altijd zelf invloed op).

290 Facebook / Twitter Wat is voor Twitter en Facebook het beste moment van de dag om berichten de wereld in te sturen? Het is gebleken dat veel mensen 's morgens tussen 8 en 9 de berichten checken, en ook tijdens de lunch is een piekmoment. 's Avonds wordt er ook veel met Facebook gewerkt maar dan gaat het vaak over tv-programma's, dan hebben de berichten een ander karakter.

300

310

320

In Nederland zijn 8,5 miljoen mensen actief op Facebook! Niet iedereen is even actief, er zijn ook die alleen meekijken. 25% van de Nederlanders zit op Twitter. Sommige grote bedrijven hebben medewerkers die als taak hebben de hele dag Twitter te volgen en te reageren op Twitter-berichten. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij de NS en de gemeente Utrecht. De gemeente Utrecht staat wat dat betreft ook erg goed bekend: er wordt vanuit de gemeente vrij snel gereageerd, en relatief open. Ambassadeurs voor de wijkraad zoeken Inge de Sain wijst erop dat het vaak erg goed werkt om anderen over jou het woord te laten doen. Een wijkraad zou dat ook kunnen toepassen: ambassadeurs voor de wijkraad zoeken, een ondernemersvereniging bijvoorbeeld, en die aan het woord laten. Of samen met een andere instantie het woord voeren. Dat maakt je berichten interessanter. En positieve dingen die over jou gezegd worden komen veel sterker over dan wanneer je het zelf zegt. Het kan ook helpen om de pers persoonlijk uit te nodigen voor je vergaderingen. Dan zien ze ineens wat er gebeurt in die wijkraad en kijken ze er misschien heel anders tegenaan. Grote bedrijven en organisaties hebben vaak speciale programma's die alles wat er op internet voorbij komt screenen en ook beoordelen: op inhoud, gebruikers, en noem maar op. Zo kun je je Top 10 samenstellen van mensen die vooral ook voor de wijkraad twitteren bijvoorbeeld. Dat zijn invloedrijke personen.


6/10


330

Even oefenen Stel dat je een onderwerp hebt waarvoor je media-aandacht nodig hebt: een advies over het sluiten van buurthuizen bijvoorbeeld, of over de schoolkeuze van kinderen in de wijk. Je wilt de politiek onder druk zetten, je wilt het onderwerp gebruiken om reclame te maken voor de wijkraad zelf, je wilt bewoners informeren. Hoe pak je dat dan aan?

340

350

360 In tweetallen worden ideeën uitgewisseld. Daar komt het volgende uit. Je kunt als wijkraad raadsleden informeren via het e-mail adres

370

380

[email protected] .

Je kunt een persbericht sturen. Tips van Marion daarbij: Houd in ieder geval rekening met de datum van inleveren van kopij. Verder is de kop van een persbericht erg belangrijk! Zoek een prikkelende kop die meteen de discussie weergeeft. Geen vraagteken: je stuurt een persbericht omdat je iets wilt beweren, dus begin je bericht niet met een vraagteken! Val maar met de deur in huis want je wilt immers juist antwoord geven op een vraag. Zet de belangrijkste boodschap van je bericht bovenaan want aan de onderkant gaat de krant beginnen met knippen als het bericht te lang is. Hoe beter je formuleert – in perstermen – hoe groter de kans dat je bericht (juist in die kleine blaadjes) 1 op 1 wordt overgenomen. Probeer een actuele invalshoek te kiezen; heb je een onderwijsthema, zoek dan aansluiting bij wat er al speelt, bijvoorbeeld de CITO-toets. Daarmee maak je gebruik van het frame dat er al is. Je stuurt zo'n persbericht per mail. Er is een perslijst beschikbaar van mailadressen van media; die kun je via het wijkbureau (de wijkadviseur) opvragen.


7/10


390

400

410

420

430

Je kunt een bericht op je website zetten en vervolgens twitteren dat het erop staat. Je kunt ook vooraf bericht sturen naar een correspondent om aan te geven dat er een persbericht aankomt. Zij willen het bericht soms graag als eerste hebben; zo maak je je bericht dus alleen maar aantrekkelijker. Zorg vooraf dat de wijkraad goed op elkaar is afgestemd, en bij eventuele interviews dezelfde lijn aanhoudt. Stem vooraf goed af wie het woord doet. Het kan handig zijn om een woordvoerder aan te wijzen, bijvoorbeeld iemand die van een bepaald onderwerp veel af weet, of iemand die illustratief is. Het is goed om over het woordvoerderschap binnen de wijkraad afspraken te maken. Niet iedereen is ervoor geschikt: sommige mensen slaan totaal dicht als ze een camera of een microfoon zien. Betrek ook andere betrokkenen erbij, zodat ze niet voor een voldongen feit komen te staan als ze het bericht in de krant lezen. Zoals in geval van die schoolkeuze: betrek dan de directies van betrokken scholen erbij. Maar misschien lukt dat niet altijd, soms moet je de timing tussentijds aanpassen; zorg in ieder geval dat je snel kunt schakelen. Soms moet je het bericht uitsturen vóórdat je andere betrokkenen erbij hebt kunnen betrekken omdat er haast bij is, om de spotlights erop te krijgen. Wil je een persbericht juist bij de politiek op de agenda hebben dan kan de datum van een RIA bepalend zijn voor het moment waarop je een bericht lanceert. Twitter kan helpen om heel veel mensen op het bericht te attenderen: het is altijd handig om journalisten te gaan volgen want soms gaan ze je terugvolgen, en dan kun je iemand rechtstreeks een bericht sturen. Communiceer alleen de kop via Twitter, inclusief een verwijzing naar de website (als dat tenminste past in de 140 tekens). Denk je echt een bijzonder belangrijk bericht te hebben, dan kun je ook overwegen om een persgesprek te organiseren, om het hele verhaal te vertellen. Juist voor die kleinere media is dat interessant. Je kunt dan kiezen voor een bijpassende locatie, in geval van het persbericht over de schoolkeuze zou dat een plek bij het hek van een school kunnen zijn. Je helpt de journalist daar ook mee want die kan meteen een paar leuke plaatjes schieten. Bovendien kun je op die manier ook andere media bereiken dan alleen kranten, bijvoorbeeld de wijk-TV. En bedenk dat een filmpje op je wijkraadwebsite je website aantrekkelijker maakt. Mogelijk gebruiken media dat later weer in hun eigen verslaggeving. Sommige wijkraden hebben leden die een blog schrijven op de website, Wijkraad Leidsche Rijn bijvoorbeeld. Een blog kan een website ook aantrekkelijker maken. Als je de amusementswaarde van je eigen site wat verhoogt, heb je kans dat er meer omheen gebeurt en dat je er via social media makkelijker naartoe kunt verwijzen. Het hoeft niet perse iemand van de wijkraad te zijn maar het kan ook iemand zijn uit de wijk die het leuk vindt om wat over de wijk te schrijven. Je kunt daar ook weer via Twitter naar verwijzen. Er zijn wijkraden met een interactieve website, waar buurtbewoners iets op kunnen schrijven. Daar moet dan wel weer op gereageerd worden vanuit de wijkraad. Dat kun je verdelen onder wijkraadsleden. Maak er vooral geen protocol van, maak er geen afspraken over: vertrouw de mensen maar dat het goed gaat. En als het een keer níet goed gaat, dan leer je ervan! Zet op de website dat wijkraadsleden allemaal vrijwilligers zijn en dus niet altijd even snel op inbreng kunnen reageren; als dat op je site staat ben je niet meer verplicht om elke dag de reacties te checken en zelf weer te reageren. Samengevat: het kost tijd maar het levert ook wat op! Filmen Filmen wordt steeds belangrijker. Zo langzamerhand zie je steeds meer beeld verschijnen i.p.v. tekst. Er is ook een toename te zien in het gebruik van Instagram en Pinterest. Bovendien, met film kun je veel meer dan met een foto. Er zijn mensen die heel handig zijn in het manipuleren van beelden en die die beelden ijverig de wereld over sturen. Rond het WK Tekstbureau Talent, juli 2014

8/10


440

Voetbal zijn daar voorbeelden te over van. Het lijkt alsof filmpjes booming worden, en dat de gewone social media steeds meer gebruikt worden om filmpjes te delen. Jongeren zijn daar vaak heel handig in. Als je met filmpjes werkt is het belangrijk dat het eerste beeld meteen al aantrekkelijk is en precies illustreert waar het om gaat. Het beleid van Facebook is sinds kort veranderd als het gaat om filmpjes: tegenwoordig gaat een filmpje al draaien als je het voorbij laat komen. Dat is niet voor niets want dan blijven de mensen langer op Facebook hangen. Iets wat belangrijk is voor jouw wijk kun je als filmpje op Twitter of Facebook zetten, dan krijg je er heel veel aandacht voor. Denk aan een gevaarlijke verkeerssituatie waar vanuit de gemeente te weinig aandacht voor is.

450

460

Belangrijke aandachtspunten als het gaat om filmpjes en social media: − Overvoer niet. Plaats niet 29 fragmentjes op Facebook of website maar zoek de 3 beste eruit, bijvoorbeeld van een kind dat net voor de bus weggetrokken wordt. − Maak gebruik van de communicatieadviseurs van het wijkbureau. Zij weten hoe je het moet aanpakken. − Als je mensen in je wijk kent die er vanuit hun professie verstand van hebben, vraag hen dan om een keer aan te schuiven en mee te denken. Vaak vinden ze het heel leuk om dat voor hun eigen wijk te doen, en het kan weer heel veel in gang zetten. Probeer er dus achter te komen wie je medewijkbewoners zijn! Er wonen Utrecht veel mensen die in de media-wereld werkzaam zijn; maak er gebruik van.

Tot slot een paar vragen uit de zaal

470

480

490

Onafhankelijkheid van de pers Hoe onafhankelijk is de pers eigenlijk? Journalisten hebben natuurlijk belangen, neutrale pers bestaat niet. Alleen al het feit dat journalisten het ene onderwerp wel kiezen om te plaatsen en het andere niet, zegt al iets. Journalisten zijn natuurlijk – net als andere mensen – heel subjectief. Toch proberen de meesten uit te stralen dat ze onafhankelijk en neutraal zijn. Er is echter ook een tegenbeweging te zien: de Telegraaf bijvoorbeeld, en PowNews. Zij willen juist helemaal niet neutraal zijn maar ze hebben een uitgesproken mening, juist om zich te onderscheiden. Maar onafhankelijk in de zin van “niet bevooroordeeld”: dat bestaat niet. Het noemen van initialen is ook iets wat veranderd is. Dat is alweer achterhaald. Mensen worden nu in de krant met naam en toenaam genoemd. Vervelende reacties via Twitter Wat te doen met reacties op Twitter waar je niet op zit te wachten? Deels horen ze erbij. Voor het overige: als je kijkt wat voor vlees je in de kuip hebt en één duidelijk bericht terugstuurt en daarna niet meer reageert, kan dat al voldoende zijn. Ga de vervelende twitteraar volgen, want dan kun je hem een Direct Message (DM) sturen, en stuur hem dan een bericht als: “Het is jammer dat je je baseert op een deel van het verhaal. Als je de feiten wilt kennen kun je contact opnemen met dat-en-dat nummer.” Het feit dat zo iemand een DM krijgt stoot vaak al voldoende af. Waar nog geen oplossing voor is: volgers die je naam opnemen in hun tweet en er op die manier misbruik van maken. Wie daar een oplossing voor heeft mag zich melden! Voor overige vragen kunnen wijkraadsleden terecht bij de communicatieadviseurs van de gemeente op het wijkbureau, en bij de wijkregisseurs of wijkadviseurs.


9/10


Afsluiting Hiermee is er een einde gekomen aan een boeiende avond. Met dank aan Marion van der Voort voor haar uitleg wordt de bijeenkomst afgesloten.

500 Sluiting, 22.15 uur.

510

Aanwezige wijkraadsleden: Jeroen Blanken Wijkraad West Hans Goedhard Wijkraad Leidsche Rijn Fien van Walbeek Wijkraad Noordoost Joyce Parlevliet Wijkraad Noordoost Rianne Bakker Wijkraad West Els Wegdam Wijkraad Overvecht Toine van Roessel Wijkraad Overvecht Hans Grijseels Wijkraad Vleuten-De Meern Eric Nijst Wijkraad Noordwest

520


10/10

Training wijkraden Training voor wijkraden, 7 juli 2014 OMGAAN MET DE MEDIA

Recommend Documents