Nederlands op Maat, deel 2 Training 7 Observeren en rapporteren
Antwoorden
Training 7 Observeren en rapporteren Opdracht 1 Neutraal? Je hebt de onderstaande zinnen in je verslag geschreven. Welke zinnen zijn neutraal (objectief)? 1, 5, 8, 9 Opdracht 2 Welke feiten? Lees de onderstaande fragmenten uit een rapportage. In welke fragmenten worden de meningen voorzichtig onder woorden gebracht en de feiten netjes gescheiden? 1, 4, 5 Opdracht 3 Observatie Beweringen 1 Karin en Kim speelden samen. Onzeker 2 Karin heeft het speelgoed van Kim afgepakt. Onzeker 3 Karin en Kim zijn vriendinnetjes. Juist 4 De moeder van Kim was het speellokaal nog niet uit. Onzeker 5 De moeder dacht erover of ze het meegebrachte popje aan Kim zou geven. Onzeker 6 De moeder heeft een popje meegebracht. Onzeker 7 De leidster probeerde het probleem op te lossen door de kinderen een andere activiteit aan te bieden. Onzeker 8 In de knutselhoek hebben Karin en Kim rustig gespeeld. Onzeker Opdracht 4 Waarnemen a Drie personen staan voor de klas en worden een halve minuut ‘bekeken’. Daarna verlaten die personen het lokaal en veranderen iets aan hun kleding/uiterlijk. Wie ziet het verschil (of de verschillen)? b Tekeningen zoals het onderstaande abstracte lijnenspel kunnen als introductie worden gedaan. Het is ook mogelijk een plattegrond van de eigen kamer te laten tekenen of de stageplek.
1
Nederlands op Maat, deel 2 Training 7 Observeren en rapporteren
Opdracht 5 Foto bekijken De feiten die te zien zijn: Ten minste 15 personen. Zo te zien allemaal meisjes in de leeftijd van7 – 9 jaar
Antwoorden
Beschrijving van wat jij denkt wat er aan de hand is: … …
Opdracht 6 Feiten en meningen Welke uitspraken zijn feiten, welke zijn meningen? 1 Je moet voorzichtig zijn met het trekken van conclusies. Mening 2 Mireille is drie keer gevallen over het krukje dat steeds op dezelfde plaats heeft gestaan in de speelzaal. Feit 3 Reggio Emilia is een plaats in Italië waar kdv’s staan die werken volgens de inzichten die genoemd zijn naar deze plaats. De inzichten zijn ontwikkeld door Loris Malaguzzi (1920-1994) Feit 4 In de krant staat het volgende: “60% van de kdv’s is onder de maat. De instellingen zijn gevaarlijk, vuil en de leiding is niet goed geschoold.” Feit 5 Wat in de krant staat, kun je best wel vertrouwen. Mening 6 Floris zag er goed uit, hij is weer helemaal hersteld van de mazelen. Mening 7 De inrichting van deze recreatiezaal is niet logisch. De piano bijvoorbeeld staat vlak naast de scheidingswand en de zithoek vlakbij de schuifpui. Mening 8 Francis is verkouden, ze niest heel vaak en heeft betraande ogen. Mening Opdracht 7 Feiten en meningen Vandaag heb ik het speelgedrag van Kirian geobserveerd. Kirian is een meisje van 3 jaar. De heeft zwart haar en een licht getinte huidskleur. Haar ouders komen uit India. Ze is 82 cm groot. Het is een levendig meisje dat graag contact zoekt met haar groepsgenootjes. Kirian ziet er goedverzorgd uit. Ik heb haar geobserveerd tijdens het vrije spel van 9.30 tot 10.00 uur op donderdag 29 september jl.. Het eerste wat ze doet is naar de poppenhoek gaan. Ze pakt haar lievelingspop, een slappe babypop die half zo groot is als zijzelf. Ze sleept de pop naar de hoek, zet hem rechtop, maar als de pop omvalt gaat ze ertegenaan liggen. Sandra wil de pop ook hebben. Kirian wil dat niet en duwt Sandra weg. Maar Kirian besluit plotseling dat ze ook wel met een andere pop wil spelen en Sandra mag de babypop nu wel hebben. Kirian pakt nu de hond, ze heeft thuis ook een hondje en ze gaat nu met de hondenpop aan ’t wandelen. Ze speelt de thuissituatie na. Opdracht 8 Gedragsobservatie Gedrag Verklaring 1 c 2 a 3 d 4 e 5 b
2
Nederlands op Maat, deel 2 Training 7 Observeren en rapporteren
Opdracht 9 Lijstje maken Gedrag 1 Naar de leidster gaan en naar huis toe willen 2 Aan de haren trekken bij anderen 3 Lachen 4 Huilen 5 Speelgoed kapot maken 6 Op schoot kruipen 7 De leidster roepen 8 Duwen 9 Knoeien met water 10 Omhelzen 11 Vragen stellen over het spel 12 Vragen om ander speelgoed 13 Aaien 14 Slaan van een ander kindje 15 Vragen om speelgoed 16 Kusje geven 17 Speelgoed aan een ander kindje geven 18 Naar de leidster om werkje te laten zien 19 Harde geluiden maken met voorwerpen (geen instrumenten) 20 Vragen aan ander kindje om mee te mogen doen in spel 21 Vinger opsteken 22 ‘Vechten’ om speelgoed/stoel/boekje enz. 23 Naar de deur lopen.
Positief
Neutraal
Antwoorden
Negatief X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Opdracht 10 De dag begint a Opdracht Welzijn Naam Gedrag Ruben Ruben houdt de jas van zijn moeder vast en begint eraan te trekken als ze zegt dat ze nu weg gaat. Moeder probeert hem te kalmeren maar Ruben gaat schreeuwen en gillen en als zij probeert hem los te trekken doet Ruben een poging zijn moeder te schoppen. Ruben tekent een mannetje Kerem Kerem laat trots zijn nieuwe schoenen aan de stagiaire zien. En daarna rent hij heen en weer door de groep. Hij pakt een stoeltje en klimt op de hoge tafel waar het mandje met zijn
3
Conclusies Gedrag is normaal voor een peuter. Wel sociaal ongewenst gedrag. de helpende mag Ruben daarop aanspeken. Kalmeren. Gedrag is normaal voor een peuter. Wel even opletten: op de tafel rennen is gevaarlijk:
Nederlands op Maat, deel 2 Training 7 Observeren en rapporteren
traktatie staat. Hij gaat druk op de tafel heen en weer lopen. Kerem krast kleurvlakjes. Danielle Daniëlle is de grootste babbelaar van de groep. Ze praat zoveel dat andere kinderen er druk van worden. Ze gaat meteen naar de poppenhoek. Nadat ze even heeft gespeeld gaat ze door naar de puzzels en snel daarna door naar de legobak waar ze snel wat steentjes op elkaar stapelt.. Daniëlle wiebelt,draait en friemelt. Laura Ze dansen erbij. Laura kijkt naar Fatma en probeert dezelfde bewegingen te maken, dat lukt wel een beetje. Ze blijft nog even dansen als de muziek is afgelopen. Pas als Fatma zegt dat de muziek is afgelopen, stopt Laura. Fatma Fatma maakt huppelsprongetjes en maakt draaiende bewegingen met haar buik. Jason Jason heeft een hijskraan. Hij takelt op en trekt het uiteinde weer naar beneden. Dat doet hij lang achter elkaar. Als je hem zijn gang laat gaan dan houdt hij dit de hele ochtend vol. Hij kijkt weg van kinderen die naar hem toekomen. Jason kijkt strak voor zich uit en zit wat verloren tussen de bouwstenen. Pas als de leidster wat steentjes op elkaar stapelt, doet hij haar na. Jason zit nog alleen in de bouwhoek. Het lijkt wel of hij niet in de gaten heeft dat alle kinderen al in de kring zitten.
Antwoorden
ongewenst gedrag.
Danielle is wel heel erg druk. Melden aan de leidster, misschien dat er sprake is van een of andere vorm van ADHD?
Lijkt erop dat Laura niet zo goed hoort. Melden aan de leidster.
Normaal Jason is erg op zichzelf en houdt van repeterende handelingen, kijkt weg, zondert zich af. Melden aan de leidster. Misschien een aan autisme verwante stoornis?
b Het gaat hier ook om bijzonder gedrag. Ook knelpunten worden genoemd (alleen op een groep, verschillende werkzaamheden tegelijkertijd opgedragen krijgen, gevaarlijke situaties). U kunt de hele casus uitdelen of fragmenten eruit. 1 Je werkt als helpende zorg en welzijn bij verzorgingshuis Eggert te Purmerend. Op de afdeling waar jij werkt, wonen 25 zorgvragers. De teamleider en overige collega’s zijn minimaal nivo-3 Zorg opgeleid. Deze week draai jij dagdienst. 2 Mevrouw Vermeulen, een van de bewoners, heeft altijd gewerkt als verpleegkundige en vindt het fijn om de verzorging te helpen met huishoudelijke klussen, zoals de vaat afdrogen en de was vouwen. Elke ochtend wordt mevrouw Vermeulen gewekt door een van jouw collega’s, die haar steunkousen aantrekt en haar begeleidt naar de wastafel. Mevrouw kan zich zittend bij de wastafel wassen, waarna de verzorging mevrouw begeleidt met aankleden. De collega, die mevrouw Vermeulen vandaag zou begeleiden bij het aankleden, is helaas ziek. Jij bent door de teamleider gevraagd om de taak van de zieke collega over te nemen.
4
Nederlands op Maat, deel 2 Training 7 Observeren en rapporteren
Antwoorden
Bij mevrouw Vermeulen aangekomen, tref je haar verward aan. Ze zit op rand van haar bed. Ze heeft een blouse binnenstebuiten aangetrokken en is haar ondergoed vergeten aan te trekken. Je bent net klaar met het aantrekken van het ondergoed bij mevrouw Vermeulen als jouw pieper gaat. Je neemt direct op en krijgt van een collega het verzoek met spoed te komen helpen bij de heer De Bruijn, bewoner van kamer 25. De heer de Bruijn is met zijn rollater ten val gekomen. Je vraagt mevrouw Vermeulen om zich verder zelfstandig aan te kleden omdat je met spoed een collega moet helpen. Je holt weg. 3 Je bent net klaar bij de heer De Bruijn als je collega Hans, verzorgende nivo 3, op de gang tegenkomt met mevrouw Dijkstal. Hij begeleidt haar naar de ontbijtzaal. Mevrouw Dijkstal ziet Hans vaak aan voor haar overleden man. Ze heeft vroeger samen met haar man een marktkraam gehad in Amsterdam. Ze zegt tegen Hans: “laat ons nu maar gauw gaan dan hebben we nog voldoende tijd om de kraam op te zetten”. Hans vraagt aan jou het bed van mevrouw Dijkstal te verschonen omdat ze een “ongelukje” heeft gehad. 4 Eenmaal aangekomen in de ontbijtruimte zie je de heer Groen met enkele medebewoners aan de ontbijttafel zitten. Hij smeert zijn brood dik in met boter en begint te eten. Na een paar happen neemt hij zijn gebitsprothese uit de mond en legt deze naast zijn bord. Zijn tafelgenoot, de heer Krol zegt dit vies te vinden en vraagt aan de heer Groen zijn gebit weer in zijn mond te doen. De heer Groen begrijpt blijkbaar niet wat zijn tafelgenoot bedoelt. Hij roept: “zeur toch niet altijd zo, Krol!” Er ontstaat ruzie tussen beide heren en op een gegeven moment slaat de heer Groen met zijn vuist op het hoofd van de heer Krol. Twee tafels verder zie je dat mevrouw Bouwman, die de ziekte van Parkinson heeft, haar bord met pap op de grond laat vallen. Je hoort in de verte de afdelingstelefoon gaan. 5 Na het ontbijt gaan enkele bewoners naar de activiteitenbegeleiding. Jij bent daarbij aanwezig. Het activiteitenprogramma bestaat uit het zingen van liedjes uit grootmoederstijd. De heer Dekker, die vroeger in een zeemanskoor zong, zingt net als alle anderen, uit volle borst mee. Als het zingen is afgelopen en de zorgvragers een kopje koffie hebben gedronken staat de heer Dekker op en zegt tegen jou dat hij naar het toilet gaat. Na 10 minuten ontdek je dat de heer Dekker nog steeds niet is teruggekeerd van het toiletbezoek. Je vraagt aan mevrouw Jansen, een goede vriendin van de heer Groen, om hem te gaan zoeken. AFWIJKEND GEDRAG Alinea 1 N.v.t. 2 Mevrouw Vermeulen is verward en weet de volgorde van aankleden niet meer (dementie).Ze heeft problemen met het goed uitvoeren van de handelingen (apraxie). 3 Mevrouw Dijkstal: Ze ziet de verzorgende aan voor haar overleden man. Desoriëntatie in persoon en tijd: dementie. 4 De heer Groen legt tijdens eten gebitsprothese op tafel. De heer Groen begrijpt niet waarom tafelgenoot heer Krol dit niet smakelijk vindt, reageert boos (decorumverlies en geprikkeldheid inclusief agressief gedrag). Dementie. Mevrouw Bouwman: geen afwijkend gedrag. Door de ziekte van Parkinson laat zij
5
Nederlands op Maat, deel 2 Training 7 Observeren en rapporteren
Antwoorden
dingen vallen. 5 N.v.t. SOCIAAL ONGEWENST GEDRAG Alinea 1 : N.v.t. 2 Het binnenste buiten aan hebben van een blouse en geen ondergoed aan hebben bij mevrouw Vermeulen is ook sociaal ongewenst. Oorzaak bij mevr. Vermeulen ligt bij het waarschijnlijk lijden aan dementie. 3 N.v.t. 4 De heer Groen smeert zijn brood dik met boter, haalt gebitsprothese uit zijn mond en legt deze naast zijn bord. Drie keer sociaal ongewenst gedrag dat bij de heer Groen voortkomt uit het waarschijnlijk lijden aan dementie. 5 N.v.t KNELPUNTEN Alinea 1: N.v.t. 2 Je moet mevrouw Vermeulen achterlaten (terwijl je weet dat ze zich niet goed kan aankleden) omdat je met spoed opgeroepen wordt om te helpen bij de heer de Bruijn, die gevallen is met zijn rollator. 3 N.v.t. 4 Je zit met ruziënde heer Groen en Krol en moet ook de rommel opruimen van het gevallen bord pap. Volgorde werkzaamheden: collega nivo 3 roepen om ruzie te sussen tussen de heer Groen en Krol en laten kijken naar eventuele verwonding bij heer Groen. Jij kan dan rommel van de vloer opruimen i.v.m. gevallen bord pap van mevrouw Bouwman. Telefoon laat je rinkelen (men belt wel opnieuw als het dringend is). 5 Je mag mevrouw Jansen niet op zoek laten gaan naar de heer Dekker, had je een collega moeten laten doen (die collega had je kunnen oproepen via de pieper). Opdracht 11 Foutjes De conclusies zijn alle voorbarig. Het vertoonde gedrag kan allerlei oorzaken hebben. het is niet juist om ouders adviezen te geven. Dat is niet de taak van een HZW’er. 1 Ramadan hoeft geen oorzaak te zijn, hij kan gewoon ziek zijn. Te snel conclusie getrokken. 2 Het feestje kan de oorzaak zijn, hoeft niet.Te snel een conclusie getrokken. 3 Te weinig kennis van culturen. Kerst is een typisch Christelijk feest. 4 Vooroordeel ten opzichte van rijk – arm(er) 5 Vooroordelen t.a.v. Afrikaanse cultuur. 6 Te snel geconcludeerd. Misschien zijn er wel bijzondere gebeurtenissen vandaag. 7 Misschien een verkeerd verband gelegd tussen het overlijden en niet eten. 8 Deze twee zaken hoeven niets met elkaar te maken te hebben. De kinderen kunnen om iets heel anders lachen.
6
Nederlands op Maat, deel 2 Training 7 Observeren en rapporteren
Antwoorden
Opdracht 12 Teveel Lees de fragmenten van een observatie en bepaal wat de kern (het belangrijkste) is. Schrijf de hoofdzaken in een paar korte zinnen op. Situatie 1 Sander was erg moe, hij is gisteren jarig geweest. Hij was laat thuis. Situatie 2 Mevrouw De Zwijger en mevrouw Van Velzen hebben ruzie gehad. Meneer Dekker probeerde te sussen en ging tussen hen in zitten. De ruzie was nog niet over. Mevrouw Van Velzen zwaaide met haar handtas en raakte meneer Dekker op zijn hoofd. Zonder ernstige gevolgen. Groepshulp Marloes heeft flink ingepraat op de beide dames. Ze zijn nu allebei kwaad op Marloes. Meneer Dekker was er verdrietig onder. Opdracht 13 Niet compleet 1 Samir zou op dieet moeten. Wat ontbreekt is een beschrijving van wat er precies aan de hand is. Is Samir te dik? Eet hij ongezond? Wat moet er veranderen? 2 Ik denk dat het thuis met Kasper niet zo goed gaat. Waarom denk je dat? Ook hier ontbreekt een beschrijving van het gedrag van de cliënt. 3 De kleren van Mathijs (3 jr) ruiken erg naar tabaksrook. Moeten we wat aan doen. Wat moeten we er dan aan doen? Een briefje schrijven, een gesprek voeren met de ouders? 4 Ilse was ziek, moeder is gebeld en heeft haar opgehaald. Wat mankeerde Ilse? Besmettelijke ziekte? Opdracht 14 Niet correct 1 In het overdrachtsschriftje staat: Bas was weer lekker bezig vandaag. Hij had Kim een dreun verkocht (een klap gegeven). Hij moest van mij zeggen dat het hem speet. Dat vertikte hij. Kim was behoorlijk pissig (erg aangebrand) de hele dag. 2 In een stageverslag staat: - Ik moest een paar spelletjes bedenken en dat uitvoeren in me klas bij de gymzaal. - Als die paaltje werd omgegooid (door middel met een bal), moest diegene zitten en was de andere die op het bank stonden aan de beurt. - Het tikspel was ook een leuke spel. Er gaat een iemand naar de kleedkamer en intussen bespreken de rest van de klas de persoon wie de getikte personen weer kan vrij maken. - We hebben geconcludeert dat me houding niet past bij wat ik zei. Omdat ik weleens lachte bij dat ik wat strengs zei. Ik vergiste me eigen ook te vaak in de namen.
7