Bcîwort bij het besluit
,nl V U L İ 2 5 / / Ö İ İ 2 0 1H
de grifÏÏeiį
GEMEENTE
"Werk is de uitkomst" ť
Notitie b i j raadsvoorstel Regionaal BW13.01386
November 2013
Werkbedrijf'
BEUNINGEN
LEUNINGEN
GEMEENTE
Inhoudsopgave
Pagina
1. I n l e i d i n g
3
1.1
De uitgangspositie
3
1.2
Doel van deze nota
4
2. De P a r t i c i p a t i e w e t
5
2.1
De consequenties van de Participatiewet
5
2.2
De Participatiewet financieel
6
2.3
Volumes binnen de Participatiewet
7
2.4
De toekomstige arbeidsmarkt
9
2.5
Conclusie
11
3 . V i s i e op b e l e i d
13
3.1
Visie: Werk is de toekomst
13
3.2
Het werkbedrijf is de toekomst
13
3.3
Waarom een regionaal werkbedrijf
14
3.4
Wat is er anders in het werkbedrijf
15
4. Het w e r k b e d r i j f 4.1
financieel
De uitgangspunten
16 16
5. Overige a s p e c t e n
19
5.1
Huisvesting
19
5.2
PIOFACH
19
5.3
ICT
20
Bijlage: A n a l y s e h u i d i g e situatie
21-27
2
GEMEENTE
BEUNINGEN
Hoofdstuk ì : Inleiding Het sociale domein is in beweging. Budgetten nemen af en de gemeentelijke verantwoordelijkheden nemen toe, ook op het terrein van Werk en Inkomen. Hoewel met het afsluiten van het sociaal akkoord in april de invoering van de Participatiewet is uitgesteld tot 1 januari 2015, blijft voor de gemeente Beuningen de druk van bezuinigingen en schadelastbeperkingen bestaan. Daarnaast betekent dit uitstel geen afstel. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden.
1.1 D e uitgangspositie Om keuzes te kunnen maken is het belangrijk om inzicht te hebben in de huidige situatie, de zogenaamde uitgangspositie.
Wet W e r k en B i j s t a n d (WWB) Voor de uitvoering van de WWB is de gemeente zelf verantwoordelijk. De uitvoering van de WWB wordt gedaan door het team Werk en het team Inkomen. Voor de uitvoering van de WWB ontvangen gemeenten twee budgetten. Het BUIG-budget, dat bestemd is voor de uitkeringen en het Participatiebudget, waarmee de re-integratie van WWB-ers wordt gefinancierd. Het BUIG-budget wordt op basis van landelijke prognoses aan de gemeente toegekend. Hierbij geldt dat wanneer de gemeente budget overhoudt ze dit mag houden. Een tekort moet echter zelf worden aangevuld. Het Participatiebudget bevat gelden voor re-integratie en educatie. Deze budgetten zijn geoormerkt. Wanneer de gemeente geld overhoudt op het Participatiebudget dan mag zij dit tot een maximum van 2S Zo meenemen naar het volgende jaar. 0
Wet Sociale W e r k v o o r z i e n i n g (WSW) Voor de WSW geldt dat gemeenten jaarlijks een taakstelling vanuit het Rijk krijgen voor het aantal WSW-ers dat zij van een WSW-dienstverband dient te voorzien. Deze taakstelling wordt niet in personen opgelegd, maar in zogenaamde standaardeenheden. Eén standaardeenheid (SE) staat hierbij voor 1 fulltime WSW-dienstverband. In de praktijk kan een SE door meerdere personen worden vervuld. De Beuningse taakstelling bedroeg in 2013 130,52 SE. Ook voor de WSW geldt dat de uitvoering een gemeentelijke verantwoordelijkheid is. De gemeente Beuningen heeft de uitvoering van de WSW gedelegeerd aan de Gemeenschappelijke Regeling WNO Bedrijven (Breed). Voor de uitvoering van de WSW krijgen de gemeenten een Rijksbijdrage. Vanuit dit budget moet zowel de loonkosten van de WSW-ers als de uitvoeringskosten betaald worden.
GEMEENTE
BEUNINGEN
1.2 D o e l v a n d e z e n o t a De gemeenten in de regio Nijmegen zijn voornemens een Werkbedrijf op te richten voor de uitvoering van de Participatiewet. Dit Werkbedrijf is de eerste module van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling. In deze nota wordt voorafgaand aan de oprichting van het Werkbedrijf in kaart gebracht wat de uitgangspositie van de gemeente Beuningen is op het gebied van de WWB, de WSW en de Wajong. Ook wordt de visie van de gemeente Beuningen op de Participatiewet gepresenteerd . Op basis hiervan worden risico's en keuzes voor de gemeente Beuningen in kaart gebracht; wat betekent het onderbrengen van de uitvoering van de Participatiewet bij het Werkbedrijf?
4
GEMEENTE^
BEUNINGEN
Hoofdstuk 2: D e P a r t i c i p a t i e w e t De invoering van de Participatiewet brengt veranderingen met zich mee. Het wetsvoorstel moet nog naar de Tweede Kamer gestuurd worden, waardoor de exacte invulling van de wet nog onbekend is. De contouren zijn echter al wel bekend. In dit hoofdstuk beschrijven we deze contouren en de effecten voor de gemeente. Mochten bij publicatie van de wet nieuwe ontwikkelingen zijn, dan worden deze uiteraard meegenomen. De genoemde budgetten in dit hoofdstuk zijn prognoses. 2.1 D e c o n s e q u e n t i e s v a n de P a r t i c i p a t i e w e t Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De Participatiewet vervangt de Wet werk en bijstand. Tegelijk met de invoering van de Participatiewet wordt de WSW afgeschaft en wordt de Wajong beperkt tot de mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. De invoering van de Participatiewet heeft een aantal consequenties.
WWB Voor de WWB blijven in de Participatiewet de financieringssystematiek en de verantwoordelijkheden gehandhaafd. Er treden met uitzondering van de toevoeging van nieuwe doelgroepen daarmee geen wijzigingen op. Wel wordt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) afgebouwd. Werknemers geboren op of na 1 januari 1965 kunnen geen beroep meer doen op deze regeling. Het stoppen van de instroom in de IOAW betekent dat deze groep instroomt in de bijstand (Participatiewet).
WSW De WSW wordt afgeschaft. Nieuwe instroom is daarmee vanaf 2015 niet meer mogelijk en de wachtlijsten vervallen per 2015. Personen die in de oude regeling aangewezen waren op de WSW zijn daarmee aangewezen op de bijstand. Binnen deze zogenaamde 'sterfhuisconstructie' blijven voor de huidige WSW-ers de rechten en plichten bestaan. Gemeenten blijven verantwoordelijk om deze groep werk te bieden tegen de huidige arbeidsvoorwaarden en cao.
Wajong De Wajong wordt alleen nog toegankelijk voor volledig arbeidsongeschikten. Nieuwe instroom, die deels arbeidsgeschikt is, is in de toekomst aangewezen op de WWB. Alle huidige Wajongers zullen herkeurd worden. Naar verwachting zal van de huidige Wajongers 60 Zo onder de Participatiewet -en daarmee de gemeentelijke verantwoordelijkheid- gaan vallen. Wanneer de overheveling zal plaatsvinden naar de gemeente is nog onduidelijk, wel is duidelijk dat dit in cohorten zal gebeuren. 0
LrEMEENTE
BEUNI
2.2 D e P a r t i c i p a t i e w e t f i n a n c i e e l Net als in de WWB worden gemeenten binnen de Participatiewet financieel verantwoordelijk. Hiervoor komen er twee budgetten beschikbaar. Het huidige BUIGbudget zal aangevuld worden met middelen voor de Wajong. Deze middelen worden overgeheveld vanuit het UWV. Daarnaast komt er een zogenaamd gebundeld re-integratiebudget. In dit budget worden de middelen voor de re-integratie en participatie voor alle (nieuwe) gemeentelijke doelgroepen gebundeld. Op dit budget wordt een korting toegepast. De zogenaamde Rijksbijdrage WSW gaat op in het gebundelde re-integratiebudget. Op dit budget wordt een korting toegepast vanwege de sterfhuisconstructie van de WSW. Hierbij gaat het Rijk ervanuit dat de kosten voor deze groep dalen, onder meer door natuurlijk verloop.
Instrumenten Gemeenten beschikken onder andere over de volgende instrumenten om plaatsing van mensen op de arbeidsmarkt te ondersteunen: Bepaling loonwaarde op de werkplek (samenspraak met werkgever); Begeleiding op de werkplek; 9 Proefplaatsingen (met behoud van uitkering); * Mensen in dienst nemen en te werk stellen f detacheren; * Toepassing van loonkostensubsidie tot maximaal 70 Zo van het wettelijke minimumloon (WML); Werkplekaanpassing; #
#
0
-
Deze lijst met instrumenten is niet-limitatief. Beschut werk Voor degenen die onder de Participatiewet gaan vallen en door lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperkingen extra begeleiding en werkplekaanpassing nodig hebben, richten gemeenten beschut werk in. Landelijk komen er 30.000 plaatsen binnen het beschut werk. Voor mensen die in het beschut werk geplaatst worden, gaat de cao van de gemeente gelden. Beschut werk kan ook bij reguliere werkgevers worden ondergebracht, i n dat geval geldt de cao van de werkgever.
Re-integratie a r b e i d s g e h a n d i c a p t e n Om te zorgen voor voldoende werkplekken voor arbeidsgehandicapten komt er een garantiestelling van werkgevers. Werkgevers stellen zich garant voor 100.000 extra banen (oplopend tot 2026) voor mensen met een arbeidsbeperking. Het gaat hier om mensen die niet zelfstandig het wettelijk minimum loon (WML) kunnen verdienen of om mensen met een arbeidsbeperking die minimaal het WML kunnen verdienen door gebruik te maken van een voorziening gericht op persoonlijke ondersteuning op de werkplek (van een
GEMEENTE
BEUNINGEN
jobcoach). Daarnaast stelt de overheid zich garant voor 25.000 extra banen voor deze groep. Wanneer werkgevers deze garantsteling niet nakomen, komt er per 2016 een arbeidsgehandicaptenquotum, waarmee de werkplekken worden afgedwongen. 2.3 V o l u m e s b i n n e n de P a r t i c i p a t i e w e t De W W B Onder druk van de economische crisis zal het beroep op de WWB de komende jaren toenemen. Als we uitgaan van de meest recente meerjarenraming van het Centraal Planbureau (CPB), dan neemt het aantal WWB-ers in 2013 en in 2014 toe met ruim 7 Zo. Pas in 2016 zal de stijging van de WWB volgens het CPB enigszins afvlakken, maar ook dan wordt nog een groei van P/o verwacht. Deze nieuwe instroom bestaat uit verschillende groepen, onder andere schoolverlaters, werklozen zonder WW-rechten en oud-WW-ers. In de onderstaande tabel zijn de prognoses vertaald voor de gemeente Beuningen. 0
Effect-indicator 1 j a n u a r i
Aantal uitkeringsgerechtigden W W B / W I J < 65jaar Aantal gezinshuishoudens (WWB 7 WIJ) < 65 jaar
Werkelijk Werkelijk Werkelijk 31-1230-631-122012 2013 2011
Begroot 31-122013
Begroot 31-122014
294
302
344
350
385
258
259
293
295
325
Tabel: prognose aantal WWB-ers op 1 januari,
bron: gegevens afdeling Zorg, Werk en Inkomen gemeente Beuningen.
Het CPB geeft in haar korte termijnraming van juni 2013 aan dat de werkloosheid in 2013 waarschijnlijk nog sterker zal stijgen en daarmee ook het aantal bijstandsgerechtigden. Dit komt vooral doordat de groei van de werkloosheid in het eerste kwartaal van 2013 al bijna gelijk was aan het geraamde jaargemiddelde voor 2013. Dit blijkt eveneens uit de cijfers van de gemeente Beuningen: op 30 j u n i waren er al 344 WWB-ers
GEMEENTE
BEUNĪNGEN
De WSW Met de invoering van de Participatiewet stopt de instroom in de WSW. Personen die al een WSW-dienstverband hebben, behouden hun rechten en plichten. De groep zal door natuurlijk verloop wel krimpen. I n onderstaande grafiek is dit verloop voor de gemeente Beuningen weergegeven.
ontwikkeling se's 140
f.
60 40
ZO -A
ri
^ ^ # N í N N « N N m m f ^ m M « r v
Grafiek: Ontwikkeling
T
*7
»ľ
Iřl in
Ifl
aantal Beuningse medewerkers in SE's (Standaardeenheden) binnen de WSW op basis van natuurlij k verloop, bron: informatie Breed.
De jongste WSW-er uit Beuningen was eind 2012 19 jaar oud. Dit betekent dat de gemeente, cq. de Gemeenschappelijke Regeling Breed, bij ongewijzigde wetgeving (en bij ongewijzigde omstandigheden van de persoon i n kwestie) nog ruim 40 jaar verplichtingen op grond van de WSW heeft. Omdat er geen instroom meer kan plaatsvinden in de WSW zullen personen, die in het verleden een WSW-dienstverband konden krijgen, vanaf 2015 direct aangewezen zijn op een WWB-uitkering binnen de P articipatiewet.
De Wajong Voor de Wajong kent de invoering van de P articipatiewet twee consequenties. In de eerste plaats wordt instroom i n de Wajong beperkt. Alleen volledig en duurzaam arbeidsongeschikte Wajongers komen nog in aanmerking voor een Wajonguitkering. Mensen die nog beschikken over enig verdien vermogen vallen vanaf 2015 onder de Participatiewet. Daarnaast wordt het gehele bestand herkeurd. Ook voor de herkeurde Wajongers geldt dat zij alleen nog i n aanmerking komen voor een Wajong-uitkering als zijn volledig arbeidsongeschikt zijn. De overige groep komt in aanmerking voor een WWB-uitkering. Naar verwachting zal 60 tot 80 Zo van de doelgroep deels arbeidsgeschikt verklaard 0
0
worden en daarmee onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid gaan vallen. Als 80 7o na herkeuring deels arbeidsgeschikt wordt verklaard, betekent dit dat er i n Beuningen
8
GEMEENTE
BEUNINGEN
ongeveer 195 oud-Wajongers' in cohorten onder de gemeentelijke doelgroep zullen gaan vallen. Ten opzichte van het huidige WWB-bestand betekent dit een groei van ruim 56 7o. 0
2.4 De toekomstige a r b e i d s m a r k t Ook de komende jaren zal de arbeidsmarkt onder druk blijven staan. Het CPB verwacht dat het arbeidsvolume vanaf 2014 weliswaar enigszins toeneemt, maar dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de huidige werkzame beroepsbevolking meer uren gaat werken. Pas vanaf 2015 wordt een lichte groei van de werkgelegenheid verwacht. Ook UVW is somber over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Uit de arbeidsmarktprognose voor 2013 en 2014 komt naar voren dat de werkgelegenheid in beide jaren afneemt. Pas vanaf 2015 verwacht UWV een lichte groei van de werkgelegenheid. Een toegenomen beroepsbevolking en een groter aanbod van werklozen zal volgens UWV overigens een beperkte invloed hebben op het aantal niet-werkende werkzoekenden. Meer in detail voorziet UWV de volgende ontwikkelingen: 9 Uitzendbureaus kunnen in 2014 profiteren van het aanstaande economisch herstel. Immers, het bedrijfsleven dat te maken heeft met meer afzet, zal in eerste instantie vooral tijdelijk personeel inzetten om hun hogere productie te realiseren. » De werkgelegenheid in de export georiënteerde marktsectoren (zoals de industrie en de groothandel) ontwikkelt zich relatief gunstig in 2014. Weliswaar neemt in de industrie de werkgelegenheid al jaren af, maar in 2014 is het beeld gunstiger en de werkgelegenheidsafname kleiner onder invloed van het verwachte economisch herstel. De werkgelegenheid in binnenlands georiënteerde sectoren (zoals zakelijk dienstverlening, detailhandel, en cultuur) blijft min of meer stabiel in 2014. Aan de herstructurering in de financiële dienstverlening is nog geen einde gekomen: de werkgelegenheid krimpt in 2014 gewoon verder. Er lijkt een wel einde te komen aan de sterke daling van de werkgelegenheid in de bouw: de werkgelegenheid krimpt in 2014 bij de bouw zeer gering. De werkgelegenheid in zorg en welzijn laat in 2013-2014 wel groei zien, maar veel minder dan voorheen. In de afgelopen vijftien jaar nam de werkgelegenheid met gemiddeld 32 duizend banen per jaar toe. Daarmee steekt de voorziene groei van gemiddeld 6 duizend banen in 2013-2014, zowel absoluut als relatief, erg mager af bij het verleden. De matige ontwikkeling van de werkgelegenheid wordt veroorzaakt door bezuinigingsmaatregelen. Vooral bij de ouderenzorg (veel lagere groei) en thuiszorg, jeugdhulpverlening en kinderopvang (krimp) zien we in de indicatieve berekeningen behoorlijke arbeidsmarkteffecten. » Gezien de bezuinigingen bij de overheid, moet ook in 2014 gerekend worden op een forse werkgelegenheidskrimp bij het openbaar bestuur. 9
9
Op 1 januari 2013 ontvingen 244 Beuningenaren een uitkering op grond van de Wajong (bron: Algemene uitkering) 1
9
BEUNINGE
GEMEENTE
Specifiek voor de regio Nijmegen vraagt het UVW de aandacht voor de volgende zaken : « Een flink deel van de doelgroep aan de onderkant van de arbeidsmarkt is ongeschoold of laag opgeleid. » De regio Nijmegen heeft een structureel tekort aan banen/vacatures voor ongeschoold en laag opgeleid werk. Dit is juist het segment waar een flink deel van de doelgroep op is aangewezen. « Extra aanbod zonder extra vraag leidt alleen maar tot grotere concurrentie tussen werkzoekenden. Vergroting van werkgelegenheid voor lager opgeleiden is primair een economisch verhaal waar werkgevers voor nodig zijn. » Het UVW ziet kansen voor laag opgeleiden in uiteenlopende logistieke functies, de schoonmaakbranche, in de groeimarkt toerisme, recreatie en hotelwezen en de thuiszorg. 2
Eind september stonden bij UVW in de arbeidsmarktregio Zuid-Gelderland 526 openstaande vacatures geregistreerd. Een jaar eerder waren dat er 974. Ten opzichte van vorig jaar is dit een daling van 46,0 Zo. Er staan vooral vacatures open voor technische en 0
industrieberoepen, verzorgende en dienstverlenende beroepen en economischadministratieve beroepen in de regio Zuid-Gelderland. Openstaande UWV-vacatures
16
17*
61*
• Technisch en industrie • Verzorgende en dienstverlenende M Economisch- administratieve • Informatica • Openbare orde en veiligheid
bron: UWVFactsheet
arbeidsmarktregio
Gelderland september
Bron: Arbeidsmarktanalyse regio Nijmegen e.o., februari 2012, UWV- afdeling Arbeidsmarktinformatie en Advies. 2
10
Zuid2013
GEMEENTE^
BEUNINGEN
2.5 C o n c l u s i e Zoals uit de bovenstaande paragrafen blijkt, krijgt de gemeente te maken met een fors toenemende doelgroep. Daarnaast krijgt de gemeente in de komend jaren steeds minder budget per bijstandsontvanger.
son e 600.000 -i'.i.i
400
e 500.000
350
C 400.000
300 250
e 300.000
ľO'.i
e 200.000
i so 100
e ïoo.ooo
!
50
0
2013
2014
M Participatiebudget (exclusief educatie)
2015
2016
—
2017
2018
A a n t a l bijstandontvangers (septembercirculaire
2013)
Grafiek: Ontwikkeling Participatiebudg et in relatie tot de ontwikkeling van het aantal bijstandsontvangers (WWB, IOAW, IOAZ en Bbz), bron: septembercirculaire 2013.
De groei van het bijstandsbestand echter niet alleen veroorzaakt door de samenvoeging van WWB, WSW en Wajong, ook de arbeidsmarkt werkt een toenemend bijstandsbestand in de hand. Volgens verwachting gaat de arbeidsmarkt pas vanaf 2015 weer groeien. Specifiek voor de regio Nijmegen geldt dat er een structureel tekort is aan banen voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Voor vergroting van werkgelegenheid voor lager opgeleiden zijn werkgevers nodig. Ook de veranderde wetgeving op andere terreinen heeft effect op de ontwikkeling van de doelgroep van de Participatiewet. Zo wordt de WW waarschijnlijk aangescherpt, net als de Algemene Nabestaande Wet (ANW). Deze aanscherpingen zullen er toe leiden dat meer personen een beroep gaan doen op bijstand. De samenvoeging van verschillende sociale regelingen tot de Participatiewet heeft daarnaast tot gevolg dat de gemeente haar doelgroep (en de daarmee samenhangende kosten) niet langer kan afwentelen op andere regelingen. Waar i n het verleden de Wajong
11
GEMEENTE
3*
BEUNINGEN
als voorliggende voorziening kon worden ingezet, is dit met de invoering van de Participatiewet niet meer mogelijk. Tegenover de groeiende doelgroep die onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid valt, staat een afnemend budget om deze mensen naar werk te begeleiden.
12
GEMEENTE U
BEUNINGEN
H o o f d s t u k 3: V i s i e op b e l e i d Zoals uit het vorige hoofdstuk bleek, leidt een doorzetting van het huidige beleid in relatie tot de invoering van de Participatiewet en bijgaande financiële kaders van het Rijk, tot financiële
risico's. Deze risico's stellen de gemeente voor keuzes. In dit hoofdstuk worden
de risico's en keuzemogelijkheden voor de gemeente nader toegelicht. Op basis hiervan worden de bestuurlijke uitganspunten voor de Participatiewet beschreven. We kiezen ervoor de keuzes vanuit een finaiìcieel perspectief te benaderen. De gemeente blijft immers financieel verantwoordelijk en om het risico op de uitkeringslasten zo laag mogelijk te houden is uitstroom noodzakelijk. Hiervoor zijn wel budgetten voor reintegratie nodig.
3.1 V i s i e : W e r k is de u i t k o m s t Het Rijk heeft bij de Participatiewet de visie als volgt verwoord: "wie kan werken hoort niet afhankelijk te zijn van een uitkering." Deze visie onderschrijven w i j volledig. Maar 'werk' is meer dan een inkomensvoorziening; het is de sleutel naar een zelfstandig en zelfredzaam bestaan. Wie werkt, participeert! Wie participeert heeft minder hulp en ondersteuning van de overheid nodig. Op die manier blijven voorzieningen beschikbaar voor hen die het echt nodig hebben.
3.2 Het W e r k b e d r i j f is de t o e k o m s t Gezien de groeiende doelgroep en de afnemende budgetten dringt zich de vraag op of de gemeente nog wel voldoende werk kan maken van de re-integratie van mensen in de Participatiewet, terwijl dit noodzakelijk is om de uitkeringslasten zo laag mogelijk te houden. Wat hebben we nodig om een goede re-integratie te kunnen bieden en hoe houden we de uitvoering van de Participatiewet betaalbaar? Sinds het najaar van 2011, toen er overigens nog sprake was van een wetsvoorstel Wet Werken naar Vermogen (Wwnv), is deze vraag actueel. Op 29 november 2011 heeft de gemeenteraad van Beuningen het college de opdracht gegeven een intentieverklaring tot regionale samenwerking i n het kader van de Wet werken naar vermogen te ondertekenen. Argumenten daarbij waren onder meer: «
»
Samenwerking maakt het makkelijker om te voldoen aan gestelde kwaliteitseisen aan de gemeentelijke voorzieningen, de uitvoering van de gemeentelijke taken en het niveau van dienstverlening. Samenwerken maak het makkelijker om de continuïteit van de organisatie te borgen
13
GEMEENTE
2*
BEUNINGEN
«
Het realiseren van betere resultaten met minder middelen is mogelijk door schaalvergroting. » De regering stuurt aan op bovenlokale uitvoering (bron: raadsvoorstel Regionale samenwerking Wet werken naar vermogen, BW1Ĩ.01443) Op 19 februari 2013 heeft het college het voornemen uitgesproken om, in het kader van de Participatiewet, als voorkeursvariant een modulaire gemeenschappelijke regeling uit te werken, i n de vorm van een regionaal werkbedrijf voor het Rijk van Nijmegen. De raad heeft op 19 maart ingestemd met dit voornemen. Ook de overige gemeenteraden in de regio hebben overwegend positief gereageerd op dit voorstel.
3.3 W a a r o m e e n r e g i o n a a l w e r k be d r i j f ? Door de komst van de Participatiewet moet de gemeente meer mensen helpen met minder geld. Het werkbedrijf w i l mensen laten participeren door ze aan het werk te helpen; werk is de uitkomst! Daarvoor hebben we geen sociale dienst nodig, maar een professionele en slagvaardige organisatie, die optimaal kan inspelen op ontwikkelingen in de samenleving en verbindingen kan maken; tussen wensen van werkgevers en de mogelijkheden van kandidaten. Het werkbedrijf stelt de regio in staat om de dienstverlening richting bedrijven op het gebied van werk een impuls te geven. De verbinding met bedrijven is voor het werkbedrijf cruciaal; het werkbedrijf zelf heeft immers geen werk! Bedrijven worden met één gezicht benaderd, het instrumentarium is voor de hele regio hetzelfde; de arbeidsmarkt houdt immers niet op bij de gemeentegrenzen. Werkgevers geven aan één loket te willen dat hen adequaat ondersteunt bij hun personeelsbehoeften en bij thema's die nu en i n de toekomst spelen op de arbeidsmarkt. Uit gesprekken en onderzoeken komt naar voren dat zij behoefte hebben aan: (toekomstig) gekwalificeerd personeel, snelle en adequate matching of vacaturevervulling, ondersteuning bij invulling sociaal werkgeverschap, maatschappelijk verantwoord ondernemen en advies bij plaatsen van arbeidsgehandicapten en wajongers, brede inzetbaarheid van personeel, inzet scholing, trainingen en loonkostensubsidie, inzet van financiële
regelingen tijdens dienstverband en inzicht in arbeidsmarktontwikkelingen. Ook
wordt genoemd administratief gemak en eenduidige informatie, toegang en aanspreekpunt bij publieke organisaties.
14
GEMEENTE ^
BEUNINGEN
3.4 W a t is e r a n d e r s i n het W e r k b e d r i j f ? We gaan
een impuls
geven
aan
de
bedrijfsdienstverlening.
Bedrijfsdienstverlening is de kern van het werkbedrijf. Het regionale werkbedrijf wordt een partner van bedrijven en ontzorgt bedrijven in hun rol als werkgever. Dit doet het werkbedrijf i n samenwerking met andere partijen zoals UWV, AWBZ- en onderwijsinstellingen. We gaan
uit van
wat
mensen
kunnen
en de dienstverlening
wordt
integraler
Het nieuwe werkbedrijf focust op wat mensen kunnen, en niet op wat ze niet kunnen. Mensen die bij het werkbedrijf binnenkomen zijn om die reden geen 'cliënt' of'klant', maar 'kandidaat'. Gemeenten worden door de nieuwe Wmo, de nieuwe Jeugdwet en de nieuwe Participatiewet verantwoordelijk voor een grotere groep mensen. De gedachte achter deze decentralisaties is dat gemeenten deze groepen mensen die zorg nodig hebben beter kent en beter kan helpen. Het werkbedrijf werkt vindplaatsgericht en past in de Beuningse vormgeving van de lokale toegangspoort. Het
werkbedrijf
menselijke
contact
wordt
een flexibele
en ruimte
voor
en eigentijdse
organisatie
die uitgaat
van
professionals.
Het nieuwe werkbedrijf heeft een externe oriëntatie en werkt mensgericht en op basis van maatwerken. Het brengt kandidaten en bedrijven met elkaar in contact, met zo weinig mogelijk bureaucratie. Dat vereist een cultuur waarin professionaliteit, vakmanschap en een innoverende grondhouding de boventoon voeren.
15
GEMEENTE
BEUNINGEN
H o o f d s t u k 4: H e t W e r k b e d r i j f f i n a n c i e e l 4.1 D e U i t g a n g s p u n t e n U i t g a n g s p u n t 1: B u d g e t n e u t r a l i t e i t Bij de begroting van het nieuwe Werkbedrijf, wordt uitgegaan van budgetneutraliteit voor alle deelnemende gemeenten samen en individueel. Het kan niet zo zijn dat de gemeente nog meer tekorten op de Rijksbijdragen moet gaan toeleggen. Het Werkbedrijf zal dus de uitvoering van haar werkzaamheden vorm moeten geven binnen de gestelde budgetten. U i t g a n g s p u n t 2: O v e r h e v e l i n g P a r t i c i p a t i e b u d g e t Het Werkbedrijf wordt gebouwd op de basis van het Participatiebudget. In de toekomst kunnen, afhankelijk van ontwikkelingen zoals de keuze van het toekomstscenario van Breed, ontwikkelingen met betrekking tot de AWBZ, ook andere bedragen overgeheveld worden. Daarover vindt dan separate besluitvorming plaats. U i t g a n g s p u n t 3: O o r m e r k e n budget v o o r L o o n k o s t e n s u b s i d i e Via het Inkomensdeel zullen middelen voor Loonkostensubsidie beschikbaar worden gesteld aan de gemeente. Het Werkbedrijf gaat uitvoering geven aan het verstrekken van loonkostensubsidies. De hoogte van dit budget is nog slechts bij benadering bekend, dit betekent dat in 2014 nadere besluitvorming noodzakelijk is voor de overheveling van dit budget. De gemeente zal het budget oormerken, zodat het tezijnertijd kan worden overgeheveld naar het werkbedrijf. U i t g a n g s p u n t 4: P r e s t a t i e s op het gebied v a n u i t s t r o o m b l i j v e n m i n i m a a l hetzelfde Met teruglopende budgetten wordt het een uitdaging om de uitvoering van de Participatiewet betaalbaar te houden. Dit betekent dat we een efficiencyslag moeten maken, een belangrijke reden om regionaal samen te werken in het Werkbedrijf. Prestaties van het Werkbedrijf op het gebied van uitstroom zouden dus minimaal op hetzelfde niveau moeten blijven als wanneer de gemeente de Participatiewet vanaf 2015 zelf zou uitvoeren, dus minimaal op het niveau van 2013. Hierop kan worden gestuurd door middel van de dienstverleningovereenkomst (DVO). U i t g a n g s p u n t 5: D e e x t r a m i d d e l e n v o o r p a r t i c i p a t i e w o r d e n i n 2 0 1 5 n o g niet o v e r g e h e v e l d n a a r h e t W e r k b e d r i j f . Het staat de gemeente uiteraard vrij om naast het Participatiebudget en het budget loonkostensubsidies extra middelen in te zetten in het werkbedrijf.
16
G E M E E N T E \1
BEUNINGEN
Ook op dit moment zet ons gemeente 156.000 euro op jaarbasis in voor re-integratie. Dit zijn de kosten voor ongeveer 1,1 fte. Het bedrag bestaat uit 73.000 euro loonkosten en 83.000 euro overheadkosten. Van de loonkosten heeft ongeveer 35.000 euro betrekking op klantmanagement, het overige heeft betrekking op beleidsontwikkeling. Wij stellen de gemeenteraad voor de extra middelen in ieder geval in 2015 nog niet over te hevelen naar het werkbedrijf. Door de formatie in eerste instantie in eigen huis te houden kan de toename in het aantal WWB-ers worden opgevangen en aansluiting worden gezocht bij de lokale zorgstructuur, door bijvoorbeeld mensen die nog niet werkfit zijn (en dus niet worden opgepakt door het Werkbedrijf) te begeleiden naar vrijwilligerswerk. Vanaf 2016 en verder bekijken we of overheveling naar het Werkbedrijf logisch is. Uitgangspunt 6: D e f r i c t i e k o s t e n i n v e r b a n d m e t de o p r i c h t i n g v a n het W e r k b e d r i j f b l i j v e n beperkt. Vanaf het operationeel worden van het Werkbedrijf begeleidt de gemeente Beuningen geen mensen meer naar werk. Dit levert naar verwachting geen frictiekosten op, omdat de gemeente Beuningen na 2014 geen klantmanagers werk in vaste dienst heeft. Als de gemeenteraad besluit de al eerder genoemde extra middelen van in totaal C 156.000, in ieder geval in 2015 niet over te hevelen, ontstaan ook daar geen frictiekosten. Het werk blijft dan vooralsnog in eigen huis uitgevoerd worden en de gemeente is in ieder geval voor dat onderdeel van de werkzaamheden geen 'latende organisatie'. U i t g a n g s p u n t 7: H e t B e u n i n g s e a a n d e e l i n de t r a n s i t i e k o s t e n w o r d t gedekt v a n u i t de r e s e r v e i n c i d e n t e l e prioriteiten'. De bouw van het Werkbedrijf gaat gepaard met transitiekosten; er moet een kwartiermaker worden aangesteld en er moet een aantal zaken ontwikkeld worden, bijvoorbeeld ICT. Hiervoor is een bedrag geraamd van 1,5 miljoen euro regionaal, dat wordt uitgesmeerd over de jaren 2014, 2015 en 2016. Dit investeringsbudget wordt als volgt verdeeld over de gemeenten: «
50Zo op basis van het inwoneraantal per eind 2012
«
50 Zo op basis van het aantal bijstandsgerechtigden eind 2012
0
0
Voor de gemeente Beuningen komt dit neer op een bedrag van C 87.040. Dit bedrag kan worden gedekt vanuit de reserve 'Incidentele Prioriteiten'.
17
GEMEENTE
. BEUNINGEN
De transitiekosten voor 2014 worden gedekt vanuit het RSA-budget. Dit betekent dat de totale kosten met 1/3 worden verlaagd.
18
GEMEENTE ^
BEUNINGEN
H o o f d s t u k 5: O v e r i g e a s p e c t e n 5.1 H u i s v e s t i n g De dienstverlening van het nieuwe Werkbedrijf wordt in de toekomst niet geassocieerd met 'een gebouw', maar vindt plaats bij bedrijven, bij mensen thuis, bij de lokale toegangspoort en op andere plekken. Het nieuwe Werkbedrijf is flexibel. De medewerkers zijn veel op locatie en weinig op kantoor. Het Werkbedrijf heeft dus relatief weinig ruimte nodig. Het Werkbedrijf is vindbaar via de lokale toegangspoort, via bedrijfspoorten die kunnen worden ingericht samen met bedrijven of andere partijen en via het Internet. Daarnaast heeft het Werkbedrijf één representatieve locatie waar bedrijven en kandidaten ontvangen kunnen worden en waar de backoffice zit. Het Toekomstplein heeft een activerende uitstraling. Er is (een fysieke) ruimte voor samenwerkingspartners van het Werkbedrijf om zich te presenteren op het Toekomstplein (UWV, zorginstellingen, uitzendbureaus, onderwijsinstellingen). Vanwege de taakstelling op het Participatiebudget is het noodzakelijk dat de kosten van huisvesting beperkt blijven. In de regionaal opgestelde randvoorwaarden is dan ook opgenomen: »
Het gebouw is gunstig qua prijs-kwalite its verhouding
»
Er wordt rekening gehouden met het effect van afstoten van bestaande locaties.
5.2 P I O F A C H Voor de PIOAFACH -functies treed de gemeente Nijmegen op als gastheer. Dit, uit het 3
oogpunt van efficiency (volume en kosten), kwetsbaarheid, continuïteit en kwaliteitsborging. De uitwerking van het gastheermodel wordt verankerd in een bedrijfsen/of inrichtingsplan, dus i n een degelijk onderbouwde business-case. Hierin worden de consequenties per deelnemende gemeente uitgewerkt en kan de gastheergemeente ruimte scheppen voor medewerkers van andere gemeenten. In de toekomst wordt de optie verkend om (onderdelen van ) de PIOFACH-functies regionaal te organiseren. Tussen het gastheerschap, de afnemende gemeenten en het Werkbedrijf wordt een overeenkomst gesloten waarin kwaliteitseisen zijn opgenomen voor de geleverde diensten op de PIOFACH-terreinen. Nijmegen stelt zich flexibel op richting de regiogemeenten, als daar fricties ontstaan. Er wordt een financiële compensatie aan de deelnemende gemeenten aangeboden.
3
PIOFACH: personeel, ICT, organisatie, financiën, administratie, communicatie en huisvesting 19
G E M E E N T E 5tC« . B E U N I
De indirecte kosten worden begroot op 2,7 miljoen. Deze worden voldaan uit het Participatiebudget, vanwege de wens van de regio de uitvoering van de Participatiewet budgetneutraal te laten plaatsvinden. In het vervolgtraject zal de gemeente Beuningen er op aansturen dat overhead niet alleen in geld maar ook in personeel kan worden verrekend in samenwerkingsverbanden. Medewerkers uit de regio moeten de mogelijkheid krijgen om als interen kandidaat in Nijmegen mee te solliciteren naar interne vacatures. 5.3 I C T Voor ICT geldt dat, net als bij andere materiële onderdelen (zoals huisvesting), eerst inhoudelijke randvoorwaarden worden opgesteld en dat aan de hand van deze voorwaarden de bedrijfseconomisch meest gunstige (goedkoopte) oplossing wordt gezocht op regionaal niveau. Voor ICT is op dit moment in het transitiebudget een bedrag van C 250.000 opgenomen voor 'Inrichting systemen en coördinatie'. Regionaal zijn er drie scenario's uitgewerkt voor de ICT. Een keuze voor een scenario is pas mogelijk als er een duidelijke vraagstelling komt vanuit het werkbedrijf. Dit maakt onderdeel uit van de opdracht aan de kwartiermaker. Vanuit de ODRN is de ervaring dat de ICT een financieel risico kan opleveren voor de gemeente, omdat elke gemeente afzonderlijk geconfronteerd kan worden met de kosten voor portals, licenties etc. Naar verwachting is hiervoor nog flink wat ontwikkeling en investering nodig die in dit stuk niet wordt overzien. De omvang van dit risico is op dit moment niet te becijferen. In het vervolgtraject zal de gemeente Beuningen in ieder geval aandacht vragen voor informatiebeveiliging.
20
GEMEENTE
BEUNINGEN
Bijlage Analyse huidige situatie
In deze bijlage wordt gekeken naar de ontwikkeling van bestanden op het brede terrein van Werk en Inkomen. De gemeente is op dit moment verantwoordelijk voor de uitvoering van de WWB en de WSW. In de toekomst komt daar een deel van de Wajong-populatie bij. In de beschrijving van de doelgroep maken we onderscheid tussen deze drie groepen. 1. De WWB-populatie De afgelopen jaren is in de gemeente Beuningen een stijging te zien van het WWB-bestand. In onder staande tabel is te zien wat de procentuele toename/afname van het aantal bijstandsuitkeringen ten opzichte van het vorige jaar is geweest.
Bijstand - Ontwikkeling bijstand 2007 •f D
Beuningen
223
Nederland
H
Nijmegen
200S
-21 R/o
-5
-22 ,'b
-19
B
250
-12
0
^
2009
2010
2011
18
-4
m
5
Jc
-49 «Jļb
- 1 «b
5
7
0
-5
A
andere indicator
0
A
Va
P/a
W
«Mi
2012 4
-
m
-
5
6
n
A
25 :
-25 Ä
- 5 0 9É
-75 2007
20ŨS
2009
2:-:
201 1
2012
Tabel in-en uitstroompercentages, bron: Kernkaart CBS Recentere gegevens van de afdeling Zorg, Werk en Inkomen laten een nog veel sterkere stijging van het bestand zien:
21
G E M E E N T E 5HW
Aantallen
BEUNINGEN
31-dec- 31-mrt- 31-mei- 30-jun- 31-aug13 12 13 13 13
30-sep 13
31-Oİ 1
259
278
285
293
296
285
Gezinshuishoudens ioaw
12
17
19
20
22
22
Gezinshuishoudens ioaz
6
7
7
7
7
7
18
24
26
27
29
29
3
0
6
3
4
4
Totaal aantal gezinshuishoudens alle regelingen
282
304
317
323
329
318
32
Totaal aantal cliënten+partners wwb < 65 jr
302
324
333
344
350
335
32
Totaal aantal cliënten + partners alle regelingen
338
364
379
389
399
384
3c
Wwb-gezinshuishoudens < 65 jaar
Subtotaal ioa-cliënten Cliënten Bbz
Tabel: Ontwikkeling
WWB-bestand
in aantallen, eind december 2012 toten met oktober 2013, bron: gegevens afdeling ZWI, g emeente Beunin g en.
22
3
m
GEMEENTE
BEUNINGEN
2. I n s t r o o m e n u i t s t r o o m
Bijstand - Instroom bijstand 2007 B
Beuningen
U
Nederland
H
Nijmegen
218
318
a n d e r e indicator
2008
2009
2010
2011
2012
2013
28 K
40 «W*
59 Vk
42 ^fc
40 "/o
-
30 "/o
42 .-c
46 "Sį
40 "/e
36 "/o
-
40 96
38 9b
35 Çfa
-
s
36
D
27 , b
0
fc
70
60 X
50'Ŵ
:
40 :
:
30 :
2C
:
:
2007
200S
201 1
2010
2009
2C12
Tabel: Instroom, bron: Kernkaart CBS
code 1
Beëindiging studie
12,8096
code 2
Beëindiging relatie
14,6096
code (1)11 Einde Inkomsten arbeid/uitkering ziekte
11,0096
code 13 Einde Inkomsten ivm zelfstand beroep/bedr
8,2096 16,5096
code 14 Einde Uitkering werkloosheid code 15 Einde Uitkering arbeidsongeschiktheid
5,5096
code 19 Einde ander inkomen
6,407o
code 40 O orzaak partner
3,7096
code 42 Einde AZR
6,4096
code 45 Beëindiging verblijf buiten Nederland
3,7096
code 113 Wegvallen/verminderen BBZ
9,2096
code 120 Pensioen
1,0096
code 121 Inkomsten uit vermogen of bezittingen
1,0096
0
Tabel: redenen instroom wwb, bron: g eg evens afdeling
23
ZWI, gemeente
Beunin g en
BEUNINGEN
GEMEENTE
Bijstand - Uitstroom bijstand
M Beuningen
116
D Nederland
|
Nijmegen
368
^
andere indicator
2007
2008
61 "ft
43
38 «ft
39
0
39 .'o
2009
2010
2011
Ve
34 «ft
35 «ft
44
«ft
30 "ft
33 «ft
35 «ft
29 «ft
35 96
30 «ft
31 «ft
27 «ft
23 «ft
Va
2012
2013
35 «ft
70 %
:
60 :
50
X :
40 :
30
?ī
20* 2007
200S
2009
2010
2011
: *: i :
Tabel: Uitstroom, bron: Kernkaart CBS code 1
Aanvang studie
8,30/0
code 2
Aangaan relatie
7,l Zo 2,4Mo
code 3
0
c
Bereiken leeftijd 65 jaar (of 27 jaar)
0
code 4 Overlijden
l,2 Zo
code 11 I nkomsten arbeid/uitkering ziekte
27,49/0
code 13 I nkomsten ivm zelfstandig beroep of bedrijf
2,4Zo
code 14 Uitkering werkloosheid
1,20/0
code 15 Uitkering arbeidsongeschiktheid
1,20/0
code 17 Alimentatie
1,20/0
code 19 Ander inkomen
7,10/0
code 31 Geen inlichtingen
3,69/0
code 32 Verhuizing andere gemeente
0
19,09/0
code 33 Verhuizing buitenland
2,49/0
code 97 Oorzaak partner
6,00/0
code 98 Andere oorzaak
9,5Zo
0
Tabel: redenen uistroom wwb, bron: gegevens afdeling Z WI, gemeente
24
Beuningen
GEMEENTE
BEUNINGEN
3. K e n m e r k e n v a n het b i j s t a n d s b e s t a n d Wanneer we kijken naar een aantal kenmerken van het bijstandsbestand, dan zien we dat 47 Zo van de het bestand uit mannen bestaat. Q
De leeftijdsopbouw van het bestand is als volgt:
Tabel: leeftij dsopbouw
WWB-gerechtigden
0
< 30 jaar
14,6 Zo
30 tot 40 jaar
25,3 7o
40 tot 50 jaar
27,70/0
50 tot 60 jaar
22,90/0
> 60 jaar
9,50/0
0
november 2013, bron: gegevens afdeling ZWI, gemeente Beuningen.
De gemeente Beuningen werkt met de participatieladder. Deze ladder geeft aan hoe ver klanten van de arbeidsmarkt afstaan. Wanneer we kijken naar de indeling van klanten op de participatieladder, dan blijkt dat 52 Zo op de onderste drie treden van de participatieladder staat. 0
Zorg geen reintegratieperspectief
16,30/0
Zorg met reintegratieperspectief
23,00/0
Maatschappelijke activering
12,70/0
Arbeidsactivering
16,90/0
Arbeidstoeleiding
29,00/0
Gesubs arbeid ļ WSW
1,20/0
Regulier werk zonder ondersteuning
0,30/0
Nazorg
0,60/0
Tabel: indeling van het WWB-bestand
in treden op de Participatieladder,
bron: gegevens afdeling ZWI, gemeente Beuningen. 0
In 2012 had l9Vo van het WWB-bestand inkomen uit arbeid, in 2011 was dat nog 24 Zo (bron: Kernkaart WWB, CBS)
4. D e WSW-populatie Voor de WSW geldt dat gemeenten jaarlijks een taakstelling vanuit het Rijk krijgen voor het aantal WSW-ers dat zij van een WSW-dienstverband dient te voorzien. Deze taakstelling wordt niet in personen opgelegd maar in zogenaamde standaardeenheden. Eén standaardeenheid (SE) staat hierbij voor 1 fulltime WSW-dienstverband. In de praktijk kan een SE door meerdere personen worden vervuld.
25
BEUNINGEN
GEMEENTE
In de afgelopen jaren is het aantal standaardeenheden dat de gemeenten gerealiseerd hebben licht afgenomen. Dit komt overeen met de eveneens licht dalende taakstelling vanuit het Rijk. Wel valt op dat de realisatie van de gemeenten in alle jaren boven de taakstelling ligt.
Rijksbijdrage
Taakstelling in SE (*na uitruil) 136,16 130,02 132,39
2014 2013 2012
Rijksbijdrage per SE
č 26.003,52 C 3.540.639 č 3.393.854 č 26.102,55 C 3.434.117 C 25.939,40 Tabel: taakstelling en rijksbijdrage
WSW
Binnen de WSW zijn er meerdere vormen mogelijk waarin medewerkers werkzaam zijn. Hierbij gaat het om intern werkende medewerkers, gedetacheerde medewerkers en begeleid werken. Hierbij geldt dat de afgelopen jaren vanuit het Rijk sterk is ingezet op het plaatsen van WSW-ers "buiten de muren". In het Transitieplan van Breed is de ambitie uitgesproken dat eind 2017 8596 van de huidige populatie van Breed 'buiten de muren' werkt. Op dit moment is de realisatie als volgt: 96 personen
Realisatie Beuningen September 2013
Begeleid werk Individuele detachering Groepsdetachering Totaal 'buiten de muren' Werk op locatie Beschut Totaal Tabel: Realisatie werkvormen
Realisatie regio September 2013
Raming December 2017 50/0 230/0 80/0 36 Zo 290/0 350/0 IOO0/0
(
24 /, 50/ũ 350/0 250/0 40 Zo lOOO/o
0
0
Beuningen en regio september
m
250/0 540/0 85 Zo 20/0 I30/0 lOOo/o 0
2013, bron: kwartaalrapportage Breed september 2013
0
Uit bovenstaande blijkt dat van de Beuningse WSW- populatie 35 /) 'buiten de muren' werkt. Dat is 19-6 minder dan het regionaal gemiddelde. Daar staat tegenover dat relatief meer dan gemiddeld WSW-ers werken in Begeleid werk en I ndividuele detachering. De leeftijdsopbouw van het WSW-bestand is van belang om een indicatie te hebben van de periode waarin de WSW volledig is opgebouwd. Qua leeftijd is het WSW-bestand verouderd. Ruim 64,30/0 was in 2012 ouder dan 45 jaar. Uit gegevens van Breed blijkt dat op peildatum 31 december 2012 de jongste Beuningse medewerker 19 jaar was. Leeftijdscategorie Aantal SW-medewekers 15-24 61 25-34 278 35-44 489 45-54 828 55-64 662 Tabel: Verdeling SW-medewerkers in leeftijdscategorieën, bron: Jaarverslag Breed 2012
26
G E M E E N T E u.
BEUNINGEN
5. D e W a j o n g p o p u l a t i e Omdat op dit moment geen onderscheid te maken is tussen de Wajongers die naar de gemeente gaan en Wajongers die bij UWV blijven geven we hier een overzicht van de kenmerken van de gehele doelgroep. De afgelopen jaren heeft de Wajong-populatie een sterke groei laten zien. De ontwikkeling in de gemeente Beuningen vormt hierop geen uitzondering.
Aantal Wajong-uitkeringen 1 januari 2009 1 januari 2010 1 januari 2011 1 januari 2012 1 januari 2013 Tabel: Ontwikkeling
Beuningen 191 233 229 233 244
Wajong-populatie
Nederland 179.400 193.400 206.300 217.200 227.700
in Beuningen en Nederland, bron: CBS en Algemene
uitkering
In 2012 zijn 18 Beuningers ingestroomd in de Wajong. Het is de verwachting van het UWV dat de instroom van jonggehandicapten de komende jaren niet noemenswaardig zal groeien.
27