Uitkomst van de Armoede en Zorg Enquête September 2009
Inhoudsopgave Voorwoord........................................................................... ................................... Voorbereiding Enquête............................................................................. Pagina 4 Uitkomsten Enquête.............................................................................. ...Pagina 5 Conclusie............................................................................ .......................Pagina 7 Aanbevelingen...................................................................... ....................Pagina 8
Inhoudsopgave
Voorwoord Hier voor u liggen de uitkomsten van de armoede/zorg enquête. Het houden van de enquête en de verwerking daarvan kent een lange weg. Wat is er aan vooraf gegaan? Het is allemaal begonnen in mei 2001. Als diaconie maakten we kennis met het blad “Diakonia”. Dit blad is een uitgave van de dienstenorganisatie van de protestantse kerken in Nederland voor het diaconale programma van Kerk in Actie. Dit blad heeft een vaste plaats op de agenda van onze diaconievergaderingen. Het blad bevat de volgende onderwerpen; diaconie in uitvoering, vluchtelingenhulp, schuldhulpverlening, armoedebeleid, een diakenpanel, etc. Dit is een greep uit de vele onderwerpen, die in een heel jaar de revue passeren. Deze informatie is daarom een goede en welkome aanvulling voor het werk van de diaken in de gemeente en de wijk. De diaconie heeft zich de afgelopen jaren laten voorlichten door het bezoeken van workshops, regionale ontmoetingsdagen en de jaarlijkse landelijke diaconale dag. De voorlichtingen geven de diakenen veel informatie, inspiratie, energie en enthousiasme door breed opgezette programma’s. Tijdens de ontmoetingsdagen is er veel ruimte voor het onderlinge contact en de uitwisseling van onderlinge informatie. Hierna wordt er gesproken over hoe de handreikingen in de praktijk kunnen worden toegepast. De diakenen willen aan de slag, maar waar zijn de mensen, die hulp en ondersteuning nodig hebben? Is een diaken wel zichtbaar voor de mensen om ons heen? Wat doet de diaconie en welke hulp kan de diaconie bieden? Een diaken moet weten wat er zich in de eigen wijk afspeelt. Er moet informatie worden uitgewisseld binnen het wijkteam, de diaken, de ouderling en de wijkmedewerkers. Al deze leden moeten de antenne uitzetten. Diaconie is ook: er zijn voor de mensen die in de knel komen en opkomen voor gerechtigheid. Mensen kennen en mensen moeten gekend worden. Hoe kunnen mensen binnen en buiten de kerk worden bereikt met financiële problemen? Vanaf 2004 heeft de diaconie meer de nadruk gelegd op het onderwerp “Armoede”. Er zijn twee diakenen aangesteld tot het bezoeken van vergaderingen van “Kerk in Actie”, bijeenkomsten van de werkgroep “De arme kant van Nederland”/EVA (Economie Vrouwen in Armoede) en bijeenkomsten van de werkgroep “De arme kant van Fryslân”. Op 22 januari 2005 was er een bijeenkomst met als thema “Helpen onder protest”. De bijeenkomst was georganiseerd door Kerk in Actie in Utrecht. Een onderdeel van de bijeenkomst was de workshop; “Hoe kom je hulpvragen op het spoor?” Dit is de vraag die de diaconie zichzelf ook al vaak heeft gesteld. We begrepen uit deze
workshop dat er geen eenvoudige en eenduidige werkwijze is om in contact te komen met mensen in de wijk in (financiële) noodsituaties. Er zijn vermoedens van grote stille armoede, maar dit is moeilijk aan te tonen.
Voorwoord
In september 2007 is er contact geweest met dominee Cees Glashouwer uit Harlingen. Hij had een onderzoek middels een enquête gehouden in de zomer van 2005 onder de kerkleden van de Hervormde gemeente van Harlingen/Midlum. Dit onderzoeksverslag is besproken op de vergadering van het netwerk van diaconieën in Haulerwijk. Dit verslag is de basis geweest om een vergelijkbaar onderzoek in de vorm van een armoede/zorg enquête te gaan houden onder de kerkgangers van de vijf kerken in Haulerwijk, Waskemeer en Haule. De uitkomst van de armoede/zorg enquête heeft de diaconieën zicht gegeven op de verschillende situaties van mensen en hoe mensen hierover denken. Vanuit deze gegevens zal worden geprobeerd op een passende manier maatwerk te leveren. Hieronder kunt u de uitkomsten van de enquête lezen. In het laatste hoofdstuk kunt u de aanbevelingen lezen. Er is een bijlage met grafieken per vraag toegevoegd. Indien het lezen van de verwerking van de enquête vragen, ideeën of anderszins oplevert, schroom niet en neem contact op met één van de diakenen. We hopen ook u hiermee inzicht te geven in wat een diaken voor de gemeente doet en waar een diaken u kan bijstaan. Netwerken van de diaconieën in Haulerwijk, Waskemeer en Haule. Voorzitter Andries Otter september 2009
Voorwoord
Voorbereiding van de enquête In maart 2007 is er voor het eerst door de vijf diaconieën gesproken over het houden van een enquête. Door middel van een enquête is geprobeerd de armoedeproblematiek onder de mensen wonend in de drie dorpen Haulerwijk, Waskemeer en Haule onder de loep te nemen. Er is gebruik gemaakt van de enquête die dominee Glashouwer uit Harlingen heeft gehouden onder de Hervormde gemeente van Harlingen/Midlum. De uitslag van deze enquête is besproken binnen de vijf diaconieën. Vervolgens is er vanuit het netwerk een commissie samengesteld. De commissie had de opdracht om een vragenlijst en een begeleidende brief samen te stellen. Het concept van de armoede/zorg enquête was in december 2007 klaar voor bespreking in het netwerk van de diaconieën. In de maanden januari en februari 2008 hebben de diaconieën het concept besproken, voordat de enquête in maart is verzonden aan de kerkenraden. Na goedkeuring van de kerkenraden is in de vergadering van 28 mei 2008 van het netwerk het volgende besloten: - In de begeleidende brief worden een aantal namen genoemd die mensen kunnen bellen voor ondersteuning bij het invullen van de enquête; - De enveloppe met daarin de enquête zal persoonlijk worden overhandigd; - Als er niemand thuis is, dan zal er een briefje worden achtergelaten met de naam en het telefoonnummer van de contactpersoon, die gebeld kan worden voor een afspraak om de ingevulde enquête te overhandigen; - In de week van 8 t/m 13 september worden de enquêtes verspreid; - En in de week van 15 t/m 19 september worden ze weer verzameld. Op zaterdag 27 september 2008 zijn twintig vrijwilligers samengekomen in de Baptisten kerk en zijn alle enquêtes verwerkt. In de maand oktober hebben de vrijwilligers de verwerking per vraag doorgemaild en in de maanden november en december is alles verwerkt tot één document. Daarna heeft een kleine commissie de conclusies van de enquête op papier gezet. Dit is het document wat u nu in handen heeft. In de zomer van 2009 is hier de laatste hand aan gelegd, zodat het in september in de vijf kerkenraden kan worden besproken. Na instemming van de kerkenraden wordt het eerste exemplaar aangeboden aan de wethouder van de gemeente Ooststellingwerf middels een power point presentatie en wordt het verspreid onder de leden van de vijf kerken.
Voorbereiding van de enquête Pagina 4
Uitkomsten van de Enquête Financiële problemen Een relatief laag percentage (18%) geeft aan dat zij mensen kennen die op materieel gebied moeilijkheden kennen. Of dit ook betekent dat er weinig mensen zijn die in armoede leven is de vraag. Veel mensen uit de eigen omgeving hebben actie ondernomen om deze mensen te steunen. Dit gebeurt veelal door het geven van materiële zaken, soms met geld en heel soms bij het regelen van professionele hulp. Ook wordt de opmerking geplaatst dat dit een taak is van de overheid! 15% geeft aan het zelf financieel/materieel moeilijk te hebben of gehad te hebben. De redenen hiervan zijn heel divers (leven van een minimum uitkering, verkeerde budgettering, maken van schulden) Wat opvalt is dat de beleving van de ondervraagden bij deze vraag een grote rol speelt. Wanneer een situatie financieel of materieel als moeilijk ervaren wordt, is verschillend. De meningen zijn verdeeld over de vraag of de diaconie op de hoogte gesteld moet worden van financiële en materiële problematiek. 40 % is voor en 52% is tegen. Hoe kunnen we mensen helpen als we van niets weten? Het is toch vanuit ons geloof dat we elkaar helpen? Maar wat als dit niet op prijs gesteld wordt? Hoe zit het met de privacy? En wat is de rol van de overheid in dit geheel? Met 144 reacties op deze vraag is het duidelijk dat deze vraag veel stof tot nadenken geeft. Wat belangrijk lijkt is dat mensen in ieder geval op de hoogte worden gebracht van welke instelling kan helpen bij welke hulpvraag. Een individu kan dan zelf de keus maken hoe zij daar gebruik van wil maken. Het is een lastige vraag hoe deze informatie bij de mensen gebracht moet worden. Bij vraag 3b geeft namelijk ruim 65% aan hier niet zelf mee naar de diaconie te stappen. Er is nog veel schaamte over het hebben van financiële problemen. Er rust nog een taboe op het praten daarover. De diaconie 77% heeft aangegeven geen behoefte te hebben aan extra informatie over wat de diaconie voor hen kan betekenen. 14,5% heeft daar wel behoefte aan en deze personen hebben ook allemaal suggesties hiertoe gedaan. Maar liefst 75% geeft aan dat zij vinden dat de diaconie ‘zijn stem zou moeten verheffen’ richting de rijksoverheid of burgergemeente wanneer de regels onrechtvaardig zijn. Er wordt aangegeven dat de kerkelijke gemeente een spreekbuis kan zijn voor haar burgers naar de rijksoverheid en burgergemeente toe. De diaconie moet dan wel op de hoogte zijn welke regels dit betreft.
Uitkomsten van de enquête Pagina 5
Eenzaamheid en sociaal isolement 3% van de ondervraagden geeft aan zich eenzaam te voelen. 3% is soms eenzaam. 89% geeft aan zich niet eenzaam te voelen. Er zijn meerdere ideeën om het sociaal isolement ten gevolge van financiële krapte vanuit de kerkelijke gemeente tegen te gaan. De volgende zaken worden genoemd: het organiseren van activiteiten, het aanstellen van een vertrouwenspersoon, financiële ondersteuning voor deelname aan sport, enz. De Voedselbank 60% is op de hoogte van het bestaan van de Voedselbank. 36% kent de voedselbank niet. 78% vindt de voedselbank een goede zaak, maar 69% zou er zelf geen gebruik van willen maken! 70% zou niet als vrijwilliger willen werken bij de voedselbank. 16% zou dit wel willen. Uit deze percentages blijkt wederom dat er schaamte is over het hebben van financiële problemen. Een taboe rust op het bekend zijn van financiële problemen (we willen niet weten dat het zo dichtbij bestaat). Hulp bij financiële problemen 73% van de ondervraagden is niet op de hoogte van de regelingen die de gemeente Ooststellingwerf biedt op het gebied van schuldhulpverlening, Bijzondere Bijstand en Categorale Bijstand! 27% is daar wel van op de hoogte. 12% geeft aan daar wel behoefte aan te hebben. 84% geeft aan daar geen behoefte aan te hebben. Eerder is echter al gebleken dat mensen die in een financieel moeilijke positie verkeren het moeilijk vinden om deze hulp te vragen. 90% ondervindt geen moeilijkheden bij het invullen van de belastingpapieren. 10% geeft aan hier wel problemen mee te hebben. Veel mensen hebben al iemand gevonden die hen hierbij van dienst is. Bijvoorbeeld een boekhouder of iemand van de vakbond. ‘T STIP 45% kent ‘t Stip loket niet. 55% kent ‘t Stip wel. 12% heeft gebruik gemaakt van de diensten van ‘t Stip. De ervaringen met ‘t Stip zijn verdeeld. Een aantal mensen geeft aan goede ervaringen te hebben met ‘t Stip. Een aantal geeft aan dat de medewerkers niet goed genoeg op de hoogte zijn van de diverse regelingen en voorzieningen, onvriendelijk zijn en er niet snel en adequaat gehandeld wordt. Wet maatschappelijke ondersteuning Twee derde kent de term WMO. Het lijkt er echter op dat weinig van de ondervraagden weten wat de wet inhoudt en maar 7% van de ondervraagden heeft actief deelgenomen aan de gesprekken omtrent de WMO. 44,5% geeft aan dat de diaconie in het kader van de WMO een begeleidende, signalerende en ondersteunende taak heeft.
Uitkomsten van de enquête Pagina 6
Conclusie Armoede heeft vele gezichten, niet alleen in verre landen, maar ook in Nederland. In deze enquête richten wij de schijnwerpers op de kerkelijke bevolking van de vijf kerken in drie dorpen van de gemeente Ooststellingwerf: Haulerwijk, Waskemeer en Haule. Voor velen blijft armoede onopgemerkt, het speelt zich af achter de voordeuren van mensen. Door armoede hebben mensen niet voldoende middelen om op een volwaardige manier mee te draaien in de maatschappij. Uit de enquête blijkt dat 94 gezinnen/mensen in een zorgelijke situatie verkeren. Omgerekend van de deelnemers van de enquête naar de totale bevolking van de drie dorpen van Haulerwijk, Waskemeer en Haule van ongeveer 5100 inwoners relatief klein. Toch is dat niet helemaal waar. Deze enquête is alleen maar gehouden onder de kerkelijke gemeenschappen. Hieraan heeft ook nog niet iedereen aan meegedaan. Daarbij is aan te tekenen dat in het algemeen de laagste sociale klasse ondervertegenwoordigd is onder kerkenleden. Deze 94 gezinnen/mensen hebben sociale en financiële problemen. Deels worden ze geholpen door hun omgeving. De vraag is wat kan een kerkgenootschap, in het bijzonder de diaconie nu voor deze mensen betekenen? Dat is meteen het grote vraagstuk waar de diaconieën mee worstelen. Hoe kan de diaconie de hulpvragen op het spoor komen? De privacy van de mensen moet zeker in acht worden genomen. Toch zijn er voldoende hulpmiddelen aanwezig om problemen in beeld te brengen. Hiernaast zullen we hulpmiddelen zeker gaan inzetten bij het oplossen van deze vraagstukken.
Conclusie Pagina 7
Aanbevelingen Hierbij de aanbevelingen voor het netwerk van de diaconieën naar aanleiding van de ingevulde en ingeleverde enquêtes. Na goedkeuring door de verschillende kerkenraden zal dit verder worden uitgewerkt. 1. Een overzicht maken van alle mensen die iets willen doen aan armoede in onze dorpen. Een aantal mensen heeft via de enquête laten weten wel iets te willen doen, als ze maar weten wat ze kunnen doen. Dit kan in de vorm van financiële ondersteuning zijn, het geven van kleding, voedsel en goederen, maar ook met andere zaken, zoals iets voor anderen organiseren. Hier kunnen we een schema van maken. 2. Het in beeld brengen van mensen die hulp nodig hebben. De groep kan in samenstelling wisselen door verandering van de persoonlijke omstandigheden. De diaconie moet de mensen leren kennen, de mensen kunnen dan worden doorverwezen naar de professionele hulpverlening. Als deze hulp niet direct ingezet kan worden, kan de diaconie tijdelijke hulp bieden. 3. Er moet regelmatig een overzicht gemaakt worden van instellingen welke hulp kunnen bieden op een breed terrein van welzijn en zorg. De diaconie moet de eigen (on)mogelijkheden kennen. 4. Aan alle inwoners van de drie dorpen laten weten dat de diaconie iets kan doen. Hiertoe kunnen de kerkenbladen voor de leden van de vijf kerken worden ingezet, er kan een informatiefolder voor de inwoners van de drie dorpen worden samengesteld. Er moet duidelijk worden gemaakt wat de diaconie is en wat de diaconie kan doen. Ook moet in het kerkenblad duidelijk staan wat de diaconie heeft gedaan en wat er wordt gedaan met de collectes. 5. De drempel voor mensen verlagen om hulp te vragen, mensen het vertrouwen geven dat er geen persoonlijke zaken worden doorverteld, de privacy wordt gewaarborgd. Dit is onder andere mogelijk door het ontwikkelen van een anoniem meldpunt door middel van een 06 nummer en het neerzetten van een brievenbus voor het inleveren van een briefje met een vraag. 6. Organiseren van activiteiten als koffieochtenden en verwijzen naar cursussen en vakanties ed.;
7. Aansluiting zoeken bij maatschappelijke organisaties, die zich ook inzetten voor dezelfde doelgroep, zoals het maatjesproject, de voedselbank en ’t Stip. Hoe kunnen we elkaar versterken en hoe kunnen we op elkaar aansluiten?
Aanbevelingen Pagina 8
8. Knelpuntenen onder de aandacht brengen bij de gemeente Ooststellingwerf, de provincie Fryslân en de rijksoverheid. Welke knelpunten zijn er? Dit betreft knelpunten op het gebied van de bijstand en zaken rondom de WMO. Eventueel met andere kerken en/of “de arme kant van Friesland´ hierin optrekken om een breed draagvlak te creëren en het onderwerp overal onder de aandacht te brengen. 9. In beeld brengen van de mogelijkheden van de bijstandsregels (schuldhulpverlening, bijzondere bijstand, categorale bijstand, kwijtscheldingen ed.) landelijke en plaatselijk. Dit geldt ook voor de regels van de WMO. De regels op een zo eenvoudige manier op papier zetten, zodat een ieder dit kan begrijpen; 10. De ingewikkelde (aanvraag)formulieren moeten eenvoudiger worden, zodat een ieder dit kan begrijpen en zelf kan invullen. Hiernaast zou het veel minder pagina’s moeten bevatten en kan er een uitwisseling van informatie door instellingen onderling zijn, zodat de persoon niet steeds alles moet invullen wat overal al bekend is. De diaconie kan hier een lans voor breken. Landelijk zijn al initiatieven om de verschillende indicatiestellingen op elkaar te laten aansluiten. Hiernaast is het goed tot het zover is een contactpersoon binnen de kerken aan te stellen. Deze contactpersoon kan spreekuur hebben voor ondersteuning voor de invulling van de diverse formulieren.
Aanbevelingen Pagina 9