Is er werk voor de vluchtelingen? Welke rol kunnen de asielzoekers spelen in onze economie? Hebben we migranten nodig om onze welvaartsstaat overeind te houden? Of halen ze onze sociale zekerheid onderuit? Een verhaal met vele voors en tegens. ‘Wij zijn een migratiesamenleving, zelfs meer dan de VS. Alleen willen wij niet weten van mini-jobs.’ Nog steeds staan er iedere dag honderden vluchtelingen in de rij om hun asielaanvraag te doen bij de Dienst Vreemdelingenzaken in Brussel. Het einde van de Syrische burgeroorlog is nog niet in zicht en ondertussen komen ook uit andere landen in het Midden-Oosten, Afrika en Azië mensen naar Europa gevlucht. Niemand die eraan twijfelt dat die stroom nog enige tijd zal aanhouden. Vorig jaar arriveerden één miljoen migranten in Europa, en volgens de OESO zullen dat er dit jaar niet veel minder zijn. Tegen 2060 zal Europa wellicht 55 miljoen vluchtelingen hebben verwelkomd. Dat is tien procent van de huidige EU-bevolking. Een aantal landen zijn bijzonder in trek bij de vluchtelingen, waaronder Duitsland, Oostenrijk, Nederland en ook België. In 2015 waren er in ons land 35.451 asielaanvragen, het hoogste aantal sinds het recordjaar 2000. Toen werden er 42.000 aanvragen ingediend. Belangrijke opmerking bij deze cijfers: één asieldossier kan over meerdere mensen gaan. Minderjarige kinderen die in ons land aankomen met hun ouders dienen geen eigen aanvraag in. Daarom moet het werkelijke aantal asielzoekers volgens staatssecretaris voor Asiel Theo Francken (N-VA) in 2015 geschat worden op 47.000 tot 48.000. Het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen nam in 2015 in totaal al 13.369 beslissingen over ingediende dossiers. Daarvan werden 6757 vluchtelingen, oftewel iets meer dan 50 procent erkend, en kregen nog eens 1365 mensen een subsidiaire oftewel een tijdelijke bescherming. De vluchtelingenproblematiek is in de eerste plaats een humanitaire crisis. Zo goed als iedereen is het erover eens dat het onze morele plicht is mensen die vluchten voor oorlog en geweld op te vangen. De Conventie van Genève belooft bescherming aan iedereen die in eigen land wordt vervolgd of opgejaagd. ‘Vanuit menselijk oogpunt is dat onze verdomde plicht’, verklaarde Karel Van Eetvelt van werkgeversorganisatie Unizo al bij herhaling, ‘maar waar mensen vroeger aan hun lot werden overgelaten, moeten we ze nu intensief begeleiden.’ Marc De Vos, professor arbeidsrecht aan de UGent, zei het zo: ‘Het is onze plicht hulp te bieden aan mensen die alles hebben achtergelaten. Maar we moeten realistisch zijn: die mensen zullen na de oorlog niet zomaar terugkeren naar hun thuisland. Velen zullen hier voorgoed blijven. Daarom moeten we een klik maken en niet meer over vluchtelingen spreken. Laten we ze migranten noemen.’ Duwtje in de rug Zo raakten twee debatten vermengd: dat over de vluchtelingen en dat over arbeidsmigratie. We zijn niet alleen verplicht om de mensen op te vangen, we kunnen ze misschien ook gebruiken op onze arbeidsmarkt. Vooral in Duitsland speelt dat argument. Niet alleen omdat bondskanselier Angela ‘ Wir schaffen das’ Merkel er eigenhandig voor zorgde dat veruit de meeste vluchtelingen naar haar land kwamen, maar ook omdat Duitsland de nieuwkomers misschien wel het best zal kunnen gebruiken. ‘De bevolkingsvoorspellingen voor Duitsland zijn onthutsend’, zegt Johan Wets van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving HIVA. ‘In België blijft de bevolking stijgen, maar in Duitsland zal tegen 2060 het bevolkingsaantal met 19 procent zijn afgenomen. Als Merkel de vluchtelingen zo enthousiast welkom heet, speelt dat misschien mee in haar achterhoofd.’
Hoewel de sfeer in Duitsland intussen is omgeslagen, zijn er nog steeds stemmen die de vluchtelingen verwelkomen. ‘Verzet tegen de vluchtelingen is economisch onverstandig. De bevolking van Duitsland vergrijst en krimpt dramatisch. Zonder jaarlijks honderdduizenden nieuwkomers kan de Duitse verzorgingsstaat niet overleven’, stelt de Duitse econoom Henrik Müller. Hij bestempelt de komst van een miljoen asielzoekers onomwonden als een ‘geluk voor Duitsland’. Bij ons klinkt professor Paul De Grauwe (KU Leuven, London School of Economics) positief: ‘Immigratie leidt op termijn tot belangrijke economische voordelen voor de landen die migranten toelaten. De meeste economische studies wijzen erop dat immigratie de economische groei stimuleert, de werkloosheid niet doet toenemen en een positief effect heeft op de begroting.’ Ook internationale instellingen zoals het IMF en de OESO kwamen onlangs met voorspellingen dat de vluchtelingencrisis Europa economisch een duwtje in de rug kan geven. De OESO voorspelt een groei van 0,1 tot 0,2 procent. Voor een continent in crisis komt dat zeker niet ongelegen, alleen wordt die groei meer verklaard door de uitgaven die overheden moeten maken voor de opvang van vluchtelingen dan door de bijdrage die zijzelf leveren. Ook de werkgeversorganisaties vinden dat we migranten goed kunnen gebruiken. ‘Zonder migratie redden we het niet’, aldus nog Van Eetvelt. Hij wijst erop dat we nieuwkomers nodig hebben om ons sociaal systeem betaalbaar te houden: ‘Er zijn te weinig Belgen die te veel pensioenen moeten betalen.’ Unizo had zelfs een tentje in het Brusselse Maximiliaanpark om de daar bivakkerende vluchtelingen warm te maken voor het ondernemerschap. Hans Maertens van Voka verwelkomt hen om nog een andere reden: ‘Onze bedrijven hebben nu al moeite om de juiste profielen te vinden en dat probleem zal door de vergrijzing alleen maar groter worden.’ Ook de gouverneur van de Nationale Bank, Jan Smets, brak in De Tijd al een lans voor de vluchtelingen: ‘De ondernemingen moeten beseffen dat ze die mensen hard nodig zullen hebben als de vergrijzingsgolf binnenkort toeslaat bij de autochtone Belgen.’ Laaggeschoold Maar hun mening wordt niet door iedereen gedeeld. Smets had zijn uitspraken nog maar net gedaan of N-VA-voorzitter Bart De Wever reageerde al in De Zondag : ‘Zeggen dat je de vluchtelingen nodig hebt, is liegen.’ Hij wees erop dat slechts weinigen van hen snel werk vinden. Partijgenoot en minister van Financiën Johan Van Overtveldt sloot zich bij hem aan: ‘Beweren dat we de vluchtelingen nodig hebben om de lacunes op onze markt in te vullen, vind ik nogal simplistisch, want het gaat toch over mensen die niet of zeer beperkt geschoold zijn. En we hebben vandaag al meer dan 200.000 van die mensen die we niet aan het werk krijgen.’ De N-VA liet zich de voorbije maanden het meest sceptisch uit over de vluchtelingen, maar de partij is zeker niet de enige die vraagtekens plaatst bij de draagkracht van onze samenleving en de voordelen die ons worden voorgerekend door werkgeversorganisaties en economen. Wie heeft er nu gelijk? Kunnen vluchtelingen ons vergrijzingsprobleem oplossen? Er zijn te weinig jongeren om de steeds ouder wordende bevolking een mooie oude dag te bezorgen. Maar we moeten ons niet te veel illusies maken dat de vluchtelingen de reddende engelen zijn, zegt Johan Wets van het HIVA. ‘Migranten passen zich aan en na een of twee generaties gedragen ze zich als Belgen. Ze krijgen minder kinderen en worden ook gewoon ouder. De komst van nieuwe migranten kan het vergrijzingsprobleem hooguit uitstellen.’
Daarmee is natuurlijk niet alles gezegd. Als ze werk vinden, kunnen de vluchtelingen een positieve bijdrage leveren aan ons sociaal systeem en de pensioenen. Tussen 1995 en 2010 was meer dan de helft van het aantal mensen dat de Belgische arbeidsmarkt betrad, oftewel zo’n 400.000 mensen, migrant. Er zijn dus al veel migranten die bijdragen aan onze welvaartsstaat, maar de participatiegraad van de hele groep is bijzonder laag. Terwijl 68 procent van de Belgen op actieve leeftijd (20-64 jaar) in 2014 aan het werk was, gold dat maar voor amper 40 procent van niet-EU-burgers in ons land. ‘Nergens is de kloof tussen allochtonen en autochtonen groter dan bij ons’, aldus Ive Marx, arbeidsmarktspecialist aan de Universiteit Antwerpen. ‘Wij zijn het land waar allochtonen het minst werken.’ Cijfers over de hele groep van allochtonen – sowieso al een onduidelijke term – zeggen niet alles over de groep van vluchtelingen. Uit een studie van Johan Wets en Andrea Rea (ULB) die vorig jaar werd gepubliceerd, bleek dat van de vluchtelingen die in 2002 aankwamen bijna 40 procent in 2010 aan het werk was. 25 procent, vooral alleenstaande moeders, was afhankelijk van een uitkering. ‘Slechts 50 procent van die vluchtelingen heeft nu werk gevonden’, zegt Wets ‘maar je kunt ook zeggen: toch al 50 procent heeft werk gevonden. Het is ook niet niets natuurlijk.’ Knelpuntberoepen en mini-jobs Banen zijn er nochtans genoeg, want heel wat vacatures raken niet ingevuld. De lijst van knelpuntberoepen wordt elk jaar langer. Het gaat deels om hoogopgeleide jobs zoals artsen en ICT’ers, waar vluchtelingen niet snel voor in aanmerking komen of waar ze niet geschikt voor worden geacht. Marx deed onderzoek naar de mensen die na de regularisatie van 2000 op de Belgische arbeidsmarkt terechtkwamen. Daaruit bleek dat hooggekwalificeerde nieuwkomers hier slechts sporadisch een job op hun niveau vonden. ‘De ingenieur die hier als schoonmaker aan de slag moet, vormt echt geen uitzondering’, zegt Marx. Naast knelpuntberoepen voor hoogopgeleiden zijn er ook veel jobs aan de onderkant van de arbeidsmarkt die niet of nauwelijks ingevuld raken. Het gaat bijvoorbeeld om schoonmakers, buitenschrijnwerkers en natuursteenbewerkers. ‘Eigenlijk hebben we geen enkele vluchteling nodig om onze knelpuntberoepen in te vullen’, zegt Jan Denys van uitzendkantoor Randstad. ‘We hebben genoeg werklozen die dat zouden kunnen doen, of mensen uit EU-lidstaten als Spanje, Portugal, Griekenland en de ex-Oostbloklanden die in ons land vlot aan de slag kunnen.’ Hoe komt het dat vluchtelingen en bij uitbreiding alle migranten bij ons zo moeilijk werk vinden? Soms speelt racisme bij de werkgever mee, maar een belangrijke reden zijn toch de hoge loonkosten, vooral voor jobs aan de onderkant van de arbeidsmarkt, zegt Marx: ‘Er is geen enkel land waar de loonongelijkheid zo klein is en waar er zo weinig laagbetaalde jobs zijn als in België. De OESO ziet een laagbetaalde job als een baan waar iemand twee derde of minder van het mediaaninkomen verdient. Zowel in Duitsland als in Nederland valt meer dan 20 procent van alle jobs daaronder. In België is dat 5 procent. Door die hoge loonkosten investeren bedrijven bij ons meer in technologie en blijven er minder jobs over voor mensen zonder diploma’s.’ Veel hangt ook af van de keuzes die je als samenleving maakt. Een migratieland als de Verenigde Staten koos voor een veel minder gereguleerde arbeidsmarkt. Voor nieuwkomers zijn er baantjes zat, al is het maar boodschappen inpakken voor supermarktklanten. ‘Wij zijn ook een migratiesamenleving,’ zegt Marx, ‘zelfs meer dan de VS. Alleen willen wij niet weten van mini-jobs. Het gevolg is dat de werkloosheid bij sommige bevolkingsgroepen ontiegelijk hoog blijft.’ Leidt een ongereguleerde
arbeidsmarkt niet juist tot meer verpaupering? Marx: ‘Nederland bewijst het tegendeel: dat land heeft een flexibelere arbeidsmarkt dan wij én de armoedecijfers liggen lager dan de onze.’ Meer kansen bieden Om vluchtelingen meer kansen op werk te bieden, moeten we dringend een debat voeren over ‘zeer grote taboes’, zegt Marx. ‘Moet laaggeschoolde arbeid zo duur blijven? Zou laagbetaalde arbeid geen opstapje kunnen zijn tot de ‘betere’ arbeidsmarkt? Zorgt onze sociale bescherming niet voor inertie? Worden werklozen voldoende gemotiveerd om een job aan te nemen? Daarover wordt nu vooral gedebatteerd door mensen die zich eerder rechts op het politiek spectrum bevinden, maar het zou goed zijn als ook anderen aan die discussie deelnamen.’ Dat we niet snel grote veranderingen hoeven te verwachten, beseft ook Marx. Op korte termijn zouden subsidies of een lastenverlaging voor de werkgever die vluchtelingen in dienst neemt soelaas kunnen bieden. Zeker zo belangrijk zijn de begeleidingstrajecten waar nieuwkomers vaardigheden en Nederlands worden aangeleerd. Uit een enquête onder werkgevers die Wets enkele jaren geleden deed, bleek ook dat zij het meest verwachten van coaching en training. Dat kost handenvol geld. Maar we hebben geen keus, zeggen alle arbeidsmarktdeskundigen, we moeten in de vluchtelingen investeren. Denys: ‘We moeten ze met alle middelen aan het werk helpen, want dat is goed voor de vluchtelingen én voor de samenleving. Maar eenvoudig wordt het niet, en als we de helft van de vluchtelingen aan de slag krijgen, is dat niet slecht.’ Marx knikt: ‘We moeten realistisch zijn, veel vluchtelingen zullen geen baan vinden.’ Het kan dus best zijn dat we voor de vluchtelingen netto zullen moeten betalen. En wie heeft dan gelijk? Gouverneur Smets die zegt dat we de vluchtelingen nodig hebben? Of Bart De Wever die dat een leugen noemt? Denys: ‘Ze hebben allebei een beetje gelijk. Strikt genomen hebben we de vluchtelingen niet nodig. Maar we moeten er niet flauw over doen: een deel van hen zal jobs uitoefenen waar veel Belgen hun neus voor ophalen. En vergeet niet: we moeten die vluchtelingen opnemen vanuit humanitaire redenen. Punt uit.’ DOOR PETER CASTEELS EN EWALD PIRONET Inhoud ↑ Copyright © 2015 Roularta Media Group. Alle rechten voorbehouden
Mohamed, 28 jaar, Irak, student computeringenieur. Droomt van: studies hier afwerken en job vinden als IT’er.
Osamazaybaz (42), Syrië, afgestudeerd als tandarts. Had zelfstandige tandartsenpraktijk, spreekt geen Engels. Droomt van: job in tandartsenpraktijk.
B MIGRA TIE
Firas (39), Irak, werkte als leraar Engels, maar heeft geen native speaker-niveau. Droomt van: job als vertaler Arabisch/Engels.
Mais (32), Syrië, afgestudeerd als schoonheidsspecialiste, spreekt geen Engels. Werkte als onthaalmoeder. Droomt van: job in schoonheidsinstituut of als onthaalmoeder.
Mediargus
Mustafa (23), Irak, afgestudeerd in ‘total quality management’. Werkte als controleur in productie, spreekt goed Engels. Droomt van: baan als kwaliteitscontroleur.
Yassin (33), Iran, studeerde voor leraar. Werkte 11 jaar als leraar lager onderwijs, spreekt geen Engels. Droomt van: gewoon werk vinden.
Omar (44), Irak, afgestudeerd als computeringenieur. Werkte sinds 2001 als netwerkverantwoordelijke bij de overheid. Perfect Engelstalig. Droomt van: job als netwerkbeheerder.
Abdel (25), Afghanistan, afgestudeerd als netwerkbeheerder.Werkte een half jaar als netwerkbeheerder, spreekt goed Engels. Droomt van: job als programmeur.
vluchtelingen? Mediargus