Meesterstuk
Wereldburgerschap
- Waarom wil ik bevorderen dat leerlingen zich bewust worden van hun wereldburgerschap? - Hoe worden de leerlingen wereldburgers en hoe integreer je wereldburgerschap in het onderwijs?
Rosanne Haringhuizen Juni 2007
Inhoudsopgave Theoriegedeelte Blz Samenvatting
4
Inleiding
6
Hoofdstuk 1 Globalisering en wereldburgerschap 1.1 Kenmerken en doelen van wereldburgerschap 1.2 Millenniumdoelen
9
Hoofdstuk 2 Het ontstaan en de gevolgen van globalisering in ons land 2.1 Geschiedenis 2.2 Wat betekent globalisering voor onze huidige samenleving? 2.3 Waarom wil ik dat leerlingen zich bewust worden van wereldburgerschap?
21
Hoofdstuk 3 Wereldburgerschap in het onderwijs 31 3.1 Wat moeten leerkrachten kunnen om goed onderwijs volgens het wereldburgerschap te geven? 3.2 Praktijkvoorbeelden 3.3 Mijn wereldburgerschapproject Conclusie
37
2
Inhoudsopgave Praktijkgedeelte Blz Inleiding
40
Hoofdstuk 1 Indonesië / Atjeh
42
1.1 This is me (Zie bijlagen) 1.2 Wereldburgerschap vragenlijst (Zie bijlagen) 1.3 De grote reis 1.4 Presentatie beeldvorming Atjeh/Indonesië 1.5 Maskers 1.6 Indonesische woordjes
Hoofdstuk 2 Multiculturele samenleving
47
2.1 Video: de multiculturele samenleving (zie bijlagen) 2.2 Verhaal: ‘De grote boze wolf’ 2.3 Baffaspel
Hoofdstuk 3 Mensenrechten en Millenniumdoelen
50
3.1 Video: Vrijmarkt 3.2 Gastles Amnesty International 3.3 Vloerspel Ramadhani 3.4 Millenniumdoelen 3.5 Een boodschap naar de wereld 3.6 Sponsorloop Atjeh Evaluatie
56
Conclusie
58
Startbekwaamheden
60
Kerndoelen basisonderwijs
63
Dankwoord
65
Bronvermelding
66
Bijlagen Theoriegedeelte
72
Bijlagen Praktijkgedeelte
80
Samenvatting De laatste eeuwen is er in de wereld door mondialisering veel veranderd. De landsgrenzen zijn niet langer gesloten en de wereld is, vooral door de technologische ontwikkeling (o.a. telefoon, televisie, computer), voor iedereen toegankelijker geworden. Door de komst van vluchtelingen en de arbeidsmigratie is ons land door de jaren heen een multiculturele samenleving geworden. Kinderen worden geconfronteerd met andere culturen. Kinderen zijn de toekomst van onze wereld. Het onderwijs moet jongeren aanmoedigen om meer van die wereld te weten te komen. Ze moeten zich ervan bewust worden dat zij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en het behoud van de aarde en dat respect belangrijk is voor al haar bewoners. Zij leren dan onder meer om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen acties, zijn bereid om mee te werken aan het meer rechtvaardig maken van de wereld en hebben respect voor de diversiteit aan normen en waarden. Daar is een mooie term voor, namelijk: Wereldburgerschap. Wereldburgerschap is het lid zijn, deel zijn van de wereld. Een gevoel van verbondenheid met de mensheid, dat sterker is dan enig gevoel voor regionale of nationale identiteit.
Een echte wereldburger: -
-
is zich bewust van de eigen rol als wereldburger is optimistisch, heeft eigenwaarde en zelfkennis (als iedereen dat heeft, is er meer oog voor de mensen die hulp nodig hebben en dat komt de wereld ten goede) is zich bewust dat zijn eigen handelen op kleine schaal wel degelijk gevolgen heeft voor de grote schaal van de wereld is zich bewust van wat er om zich heen in de wereld gebeurt heeft voldoende kennis om inzicht te hebben in internationale ontwikkelingen voelt zich betrokken bij zijn/haar medemensen is bereid mee te werken aan het meer rechtvaardig maken van de wereld draagt bij aan de eigen gemeenschap respecteert diversiteit in normen en waarden (conflicten kunnen worden voorkomen door begrip te krijgen voor de diversiteit in de wereld, maar ook in eigen land; discriminatie en vooroordelen worden zo ook sneller tegengegaan) is bereid om conflicten op een geweldloze manier op te lossen wil de eigen levensstijl en consumptiegewoonten aanpassen om zo het leefmilieu en de toekomstige generaties te beschermen.
Door leerlingen bewust te maken van hun wereldburgerschap kan er gestreefd worden naar het meer rechtvaardig maken van de wereld, een betere toekomst voor de mensheid en het milieu.
4
Hoe worden leerlingen wereldburgers en hoe integreer je Wereldburgerschap in het onderwijs? Leerlingen worden wereldburgers door hen op zo’n manier in het onderwijs lessen en informatie over goed wereldburgerschap aan te bieden, dat zij zich echt bewust worden van hun wereldburgerschap en zichzelf zo in hun verdere leven blijven ontwikkelen. Leerlingen worden zich bewust van hun eigen daden en acties. Deze hebben namelijk niet alleen kleinschalige gevolgen, maar gevolgen voor heel de wereld. Het is aan te bevelen de methode van lesgeven te veranderen en de wereld in de klas te halen. Dus meer vakkenintegratie en de leerkracht moet zich bewust zijn van zijn rol als wereldburger. Gebruik het materiaal dat al in het onderwijs aanwezig is en laat de kinderen ook zelf op zoek gaan naar informatie over goede doelen, andere landen en het milieu. Door als leerkracht een voorbeeldfunctie te hebben en met een open houding naar de wereld te staan, kunnen kinderen dat goede voorbeeld overnemen. Wees duidelijk en eerlijk over zaken; maak onderwerpen niet taboe, maar juist bespreekbaar. Probeer de gevoelsmatige betrokkenheid van de kinderen te stimuleren zonder moraliserend te zijn. Als kinderen zelfontdekkend bezig zijn, krijgen ze veel meer de intrinsieke motivatie. Op deze manier maken zij het zich eigen om verder aan te slag te gaan en steeds meer een wereldburger te worden. Het belangrijkste dat je als wereldburger moet doorhebben, is om niet te kijken naar de verschillen van mensen, maar juist naar de overeenkomsten. Dat geeft het saamhorigheidsgevoel en de kracht om samen wat van de wereld te maken!
5
Inleiding Al jaren ben ik geïnteresseerd in andere landen. Nederland is ook leuk, maar hoe zit dat nou met al die andere landen in de wereld? Wat zijn daar de normen en waarden? Wat zijn de leefgewoontes? Wat zijn de eetgewoontes? Wat voor nationale en religieuze feesten vieren mensen daar? Hoe kan ik mij het beste aanpassen aan een andere cultuur en mij verstaanbaar maken? Ik realiseerde me dat wij Nederlanders niet de enigen op de wereld zijn en wilde graag proeven van andere culturen om mijn visie op de wereld en mezelf te verbreden. In Italië heb ik in 2004 een maand in Florence Italiaans gestudeerd en mezelf gemengd in de Italiaanse cultuur. Tijdens de kunst- en cultuurtrip in Rome, die door Hogeschool Domstad in 2005 is georganiseerd, heb ik mij meer verdiept in de geschiedenis en de kunst van Italië. Ik heb ook twee keer van het voor mij verrassende mengsel van traditionele en hypermoderne cultuur in Japan mogen proeven. Verder heb ik de afgelopen twee zomers vrijwilligerswerk gedaan in Italië (noord en zuid) met jongeren uit heel de wereld. Vooral toen heb ik gemerkt dat zaken die voor mij in Nederland zo gewoon zijn, voor veel buitenlanders heel nieuw zijn. Ik vond het ook heel interessant om te horen, en ik heb er ook veel naar gevraagd, hoe de normen en waarden en het dagelijkse leven in die andere landen zijn. Toen kwam ik erachter dat er zoveel over jezelf en je eigen normen en waarden te leren is wanneer je ze eens van een andere kant gaat bekijken. Net alsof er een spiegel voor je wordt gehouden. Het werd me duidelijk waarom ik dingen doe die voor mij heel normaal zijn, maar voor anderen toch vreemd. Na mijn korte ervaringen in het buitenland vond ik het ook eens tijd worden om mij echt langer te gaan mengen in een andere cultuur. Hogeschool Domstad gaf mij de kans om stage te gaan lopen op een basisschool in Suriname. Vier maanden lang, van februari tot en met mei 2006, ben ik daar geweest en ik ben ook op zoek gegaan naar contact met de bewoners van Suriname. Door deze ervaringen is bij mij een gevoel en interesse ontstaan om open te staan voor andere gebruiken en gewoonten en andere culturen. Ik kan daar zoveel van leren en de goede dingen neem ik mee naar hoe ik wil denken over de wereld en mijn eigen doen en laten. Ook heb ik zo geleerd dat wij het heel goed hebben in Nederland en dat ik mij hier het meest thuis voel. Dat komt omdat ik ben opgevoed met de normen en waarden van dit land en het gewoon helemaal ben gewend om hier te leven en te wonen. Ik ben dan wel tevreden met alles wat hier gebeurt en ik ben blij dat ik het goed heb, maar door mijn reizen naar en belangstelling voor andere landen, zie ik dat het daar beter kan, maar dat wij ook dingen van hen kunnen leren. Wij hebben zoveel kennis van zaken en het zou zo zonde zijn om andere landen die het minder goed hebben daar niet op een of andere manier mee te helpen. Met mijn eigen ogen heb ik in Suriname gezien dat alleen geld geven of een dure landbouwmachine kopen niet veel helpt. Het geld wordt soms door de regering of andere grote organisaties gedeeltelijk in eigen zak gestoken of de mensen weten niet hoe ze zo’n landbouwmachine kunnen bedienen of het sluit niet bij hun werkwijze aan en een jaar later zie je hem vergroeid met struiken staan.
6
Om de mensen in de ontwikkelingslanden te helpen, is het nodig dat daar niet alleen tijd, maar ook op verantwoorde wijze geld in wordt gestoken. Pas dan kan er iets opgebouwd worden waar de inwoners iets aan hebben en er, na opleiding via ontwikkelingshulp en na goed overleg, ook zelf verder mee aan de slag kunnen. Ontwikkelingslanden kunnen niet alleen dingen van ons leren, maar andersom heb ik ook iets van hen geleerd. In Suriname kwam ik er achter dat al die moderne voorzieningen die wij hebben in onze maatschappij helemaal niet zo nodig of positief zijn als we denken. Door onze haastcultuur willen wij snel kunnen ontbijten, koken, werken en altijd beschikbaar zijn voor onze vrienden en ons werk. Hierdoor wordt er ook snel stress ontwikkeld, want alles kan in Nederland en er wordt ook verwacht van ons dat wij blijven meedraaien in onze snelle wereld. In Suriname, maar ook Italië, heb ik gezien dat de mensen veel onbezorgder leven omdat ze meer de tijd nemen voor hun eigen leven in plaats van te rennen van hot naar her. De cultuur daar is veel meer met elkaar, terwijl we in Nederland veel individueler naast elkaar leven en sociale contacten steeds minder nodig hebben door alle moderne voorzieningen. Laatst heb ik een computerspel bij iemand thuis gespeeld, waarbij je gewoon in huis kan bowlen. Met infraroodstraling volgt het kastje je bewegingen en zo kan je bowlen met de televisie met een speciale afstandsbediening in de hand, in plaats van op de echte bowlingbaan. Juist op zulke manieren vervreemden wij van elkaar en van het echte leven. Het ligt natuurlijk ook aan de cultuur waarin wij leven. Wij willen heel veel en we houden van ontwikkeling, maar wat wij kunnen leren van andere landen is dat een stapje terugnemen af en toe heel goed is. Door te ‘onthaasten’ sta je weer meer stil bij jezelf en bij de essentie van het leven, zonder internet en magnetronmaaltijden. Al deze ervaringen hebben mij doen nadenken. Ik vind het belangrijk, dat ik als (toekomstige) leerkracht de kinderen een bepaalde kijk op de wereld meegeef. Mijn eerste idee was om tijdens mijn eindstage in groep 8 een Suriname-project op te zetten. Ik wil de kinderen daarmee leren dat zij nadenken over de wereld en over hun eigen plaats en verantwoordelijkheid daarin. In Suriname leven 6 verschillende culturele groepen heel dicht op elkaar en goed met elkaar samen. Hoe komt het dat ze elkaar respecteren en wat kunnen wij daarvan leren in onze eigen samenleving? Wij leven in een multiculturele samenleving en die zal steeds diverser worden. Waarom is het belangrijk om respect te hebben voor de diversiteit van normen en waarden? Hoe kan je open staan voor andere culturen? Wat kan je van andere culturen leren en wat maakt het zo interessant? Daarna kwam er nog iets op mijn pad. Mijn mentor van groep 8 van de Dominicusschool in Utrecht gaat begin 2007 naar Atjeh (Aceh) en neemt deel aan het project ‘KSU voor Atjeh’. Ze gaan daar samen met EI-Oxfam (Education International – Oxfam) workshops organiseren op de nieuwe (14) EI-Oxfam scholen in het tsunamigebied van Banda Aceh. De nieuwe leerkrachten op deze scholen krijgen een trainingsprogramma dat samen met Unicef wordt verzorgd. Met deze workshops, gericht op creativiteit en spel, sluiten ze aan bij het EI-Oxfam programma rond het sociaal welzijn van kinderen. Er wordt goed gekeken wat de plaatselijke behoeftes zijn.1 1
d Hamer, A, KSU voor Atjeh [web page], Copyright 2006
[email protected] URL:
(Gezien dd. 22 november 2006) Meer informatie over EI-Oxfam en organisaties die het wereldburgerschap ondersteunen: zie bijlagen. Meer informatie over Atjeh, zie bijlage 1.
7
Er valt niet te ontkomen aan het thema wereldburgerschap. Als Nederlander heb je er vanzelf al mee te maken, want globalisering is al lang geleden in de geschiedenis ontstaan. Bijvoorbeeld Indonesië en Suriname zijn beide vanaf de 17e eeuw kolonies van Nederland geweest. Met de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) en de WIC (West-Indische Compagnie) handelde Nederland in producten, zoals kruiden, koffie, thee, zijde etc., maar helaas ook in slaven. Door de komst van immigranten uit deze voormalige kolonies naar Nederland en de komst van gastarbeiders uit Turkije en Marokko, is Nederland langzamerhand een gekleurde samenleving geworden. Al mijn ervaringen, ideeën en de huidige situatie in Nederland en de andere wereldlanden hebben op een mooie manier met elkaar te maken. Mijn idee van een Suriname-project in mijn stageklas heb ik daarom uitgebreid naar een project over Wereldburgerschap. De twee probleemstellingen waarop ik mij in dit meesterstuk over wereldburgerschap ga richten is: • •
Waarom wil ik bevorderen dat leerlingen zich bewust worden van hun wereldburgerschap? Hoe worden de leerlingen wereldburgers en hoe integreer je wereldburgerschap in het onderwijs?
Ik wil de lezers graag overtuigen aan de hand van theorieën die ik heb uitgewerkt in de praktijk waarom wereldburgerschap zo belangrijk is in het onderwijs!
8
1. Globalisering en wereldburgerschap Globalisering Het hoofdthema van mijn meesterstuk is wereldburgerschap. Voordat ik ga uitleggen wat wereldburgerschap inhoudt, ga ik het eerst over globalisering hebben. Want zonder globalisering is er geen wereldburgerschap. Globalisering heeft namelijk te maken met de doelen van wereldburgerschap.2 Ik ben op internet gaan zoeken naar informatie over het begrip globalisering. Er zijn veel omschrijvingen van wat het betekent en de omschrijving van Ricardo Petrella (Doctor in de sociale en politieke wetenschappen en momenteel professor aan de UCL, l'Université Catholique de Louvain à Louvain-La-Neuve in België en auteur van het boek "Grenzen aan de concurrentie") vond ik het duidelijkst. Hij omschrijft globalisering als volgt: "Globalisering is de toename van het aantal verbindingen tussen de staten en de samenlevingen van de wereld. Op die manier krijgen gebeurtenissen, beslissingen en activiteiten in één deel van de wereld, belangrijke gevolgen voor individuen en gemeenschappen in een andere uithoek van de wereld. Deze trend situeert zich op tal van domeinen van het maatschappelijk leven: economie en financiën, technologie, cultuur, politiek, mentaliteit,…" .3 Paul de Grauwe heeft een essay genaamd: ‘Globalisering, de uitdagingen’ geschreven. Daarin geeft hij het niet alleen zijn mening over de voordelen op het vlak van handel en investeringen, maar ook op het politieke vlak. Wat hij schrijft heeft mede met de volgende doelen van wereldburgerschap te maken. Een echte wereldburger: - heeft voldoende kennis om inzicht te hebben in internationale ontwikkelingen - is bereid mee te werken aan het meer rechtvaardig maken van de wereld. ‘Vrijhandel ondermijnt de machtsposities van de lokale potentaten. Deze machtspositie is meestal gebaseerd op de mogelijkheid van de lokale dictator om zich te verrijken door het creëren van lokale monopolies (alleenheersing). En deze verrijking heeft hij nodig om onderdanigheid af te kopen. Vrijhandel vernietigt deze lokale monopolies en op die manier ook de machtbasis van de dictator.’ Ook leidt globalisering tot nieuwe perspectieven op het culturele vlak. In tegenstelling tot wat hierover dikwijls wordt beweerd als zou globalisering tot eenvormigheid en vervlakking leiden, is precies het omgekeerde waar. Overal waar landen hun grenzen hebben opengetrokken, is een nieuwe culturele wind gaan waaien. Lokale culturen hebben zich door het contact met andere culturen kunnen verrijken en verdiepen. Onze eigen geschiedenis is een groot voorbeeld van hoe het contact met andere landen tot culturele verrijking en verdieping leidt. 4 Dankzij de mobiliteit hebben volkeren elkaar beter leren kennen en begrijpen, hebben ze meer inzicht gekregen in elkaars cultuur en waarden en kunnen ze de kennis en de voordelen van de
2
Zie hoofdstuk 1.1 Kenmerken en doelen van wereldburgerschap, hoofdstuk 1.2 Millenniumdoelen Saerens K URL: http://users.pandora.be/wost/wat%20is%20globalisering.htm (Gezien dd. 7 januari 2007) 4 Zie hoofdstuk 2.1 Geschiedenis 3
9
technische vooruitgang delen. Mobiliteit heeft ook de verspreiding van begrippen als democratie en mensenrechten mogelijk gemaakt.5 Wat ik het interessantste vind aan globalisering is het kennismaken met andere culturen. De volkeren kunnen elkaar beter leren kennen en begrijpen en zo kunnen ze ook kennis met elkaar delen. Ik ben het dan ook met Paul de Grauwe eens dat het contact hebben met andere landen tot culturele verrijking en verdieping leidt. En dan hoeven we hier in Nederland eigenlijk niet eens zo snel naar andere landen, want door de eeuwen heen zijn er veel culturen naar ons land gekomen. Over de geschiedenis en de gevolgen van globalisering met betrekking tot ons land ga ik het hebben in hoofdstuk 2. Nu ga ik uitleggen wat wereldburgerschap inhoudt. Je leest dan dat het veel overeenkomsten heeft met globalisering.
Wereldburgerschap Het lijkt wel alsof de wereld steeds kleiner wordt. We kunnen tegenwoordig binnen 24 uur aan de andere kant van de wereld zijn en via satellietverbindingen zijn we meteen getuige van de rampen en andere gebeurtenissen die in de hele wereld plaatsvinden. Daardoor zijn we wereldburgers geworden. We weten wat er om ons heen in de wereld gebeurt. ‘Wereldburgerschap (kosmopolitisme) betekent nog veel meer. Wat wij doen in Nederland heeft gevolgen voor mensen in andere landen. De producten die wij kopen, de reizen die wij maken en het beleid dat namens ons gevoerd wordt door de regering: al deze kleine en grote beslissingen kunnen verregaande consequenties hebben. Dit geeft ons een verantwoordelijkheid die verder reikt dan onze eigen directe leefomgeving.’6 Wereldburgerschap houdt ook in dat je rekening houdt met anderen, niet alleen met diegenen dichtbij huis, maar ook met de mensen die verder weg wonen. We maken allemaal deel uit van dezelfde wereld en zijn daarom afhankelijk van elkaar. Wat wij doen heeft dus niet alleen gevolgen voor onszelf, maar ook voor anderen. Ik koop bijvoorbeeld verjaardagscadeautjes bij de Wereldwinkel. Ik weet dan zeker dat deze winkel een eerlijke (fair trade = eerlijke handel) prijs voor de goederen heeft betaald, zodat de bewoners van de armere landen (vooral Afrika, Azië en Latijns-Amerika) een beter leven kunnen krijgen. Ook is hier geen kinderarbeid aan te pas gekomen. ‘Wereldburgerschap wil een antwoord zijn op de verdeeldheid in de wereld en op de conflicten die de wereld teisteren. Dit antwoord wordt gevonden in de menselijke eenheid, het feit dat ieder mens onderdeel uitmaakt van een wereldwijde gemeenschap van algemene menselijkheid.’7 5
V Rie, J, Liberales [webpage], Copyright 2002 URL:< http://www.liberales.be/cgi-bin/showframe.pl?essay°rauweglob> (Gezien dd. 8 januari 2007) 6
Ncdo [web page] [email protected] URL: < http://www.ncdo.nl/ > (Gezien dd. 16 november 2006) 7
Tijdschrift: Humus, blz 3, nr. 2, 2005
10
‘Wereldburgerschap omvat de beginselen van sociale en economische rechtvaardigheid, zowel binnen als tussen landen; het conflictvrij nemen van beslissingen in alle lagen van de samenleving; gelijkwaardigheid van man en vrouw; goede verstandhoudingen tussen ras, etnische afkomst, nationaliteit en religie en de bereidheid om offers te brengen voor het algemene welzijn.’8 Dit doorhebben is het belangrijkste van wereldburgerschap. ‘Wereldburgerschap is het lid zijn, deel zijn van de wereld. Een gevoel van verbondenheid met de mensheid, dat sterker is dan enig gevoel voor nationale of regionale identiteit.’9 Wereldburger kan soms ook een erenaam zijn voor iemand die door sport of politiek bekend is veel gereisd en gewerkt heeft in meerdere landen. Bij bijvoorbeeld Johan Cruijff gaat dat nog een stapje verder: zijn naam is over alle grenzen tot in de kleinste dorpjes bij jong en oud bekend. Mijn naam is niet zoals bij Johan Cruijff over de grenzen bekend, maar ik kan mezelf ook al een beetje een wereldburger noemen. Ik ben al in veel landen geweest (onder andere Indonesië en Japan) en heb in Italië en Suriname gewoond en gewerkt. In die landen heb ik mij ingezet voor mensen die hulp nodig hadden. Toen een deel van het binnenland was overstroomd, hadden honderden gezinnen geen huizen of voedsel meer. Ik heb toen meegeholpen met voedselpakketten te maken. Die werden daarna naar het binnenland gebracht.10 De term wereldburger wordt ook steeds vaker gebruikt voor mensen die zich vanuit een particulier initiatief bezighouden met ontwikkelingssamenwerking. Op wikipedia heb ik gevonden: ‘Het staat voor een persoonlijk betrokken en actieve opstelling tegenover mondiale vraagstukken op het gebied van de verdeling van bezit en macht. Ontwikkelingssamenwerking is een poging om derde wereld- of ontwikkelingslanden en hun burgers en instellingen te helpen zich verder te ontwikkelen en zo een hogere levensstandaard te bereiken. Ontwikkelingssamenwerking kan vele vormen aannemen en is actief op terreinen zoals infrastructuurontwikkeling, democratie en participatie, armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling, culturele eigenheid, economische hervormingen, voedselzekerheid, onderwijs en gezondheidszorg.’ 11 In het kader van ‘KSU voor Atjeh’ gaat mijn mentor van groep 8 van de Dominicusschool in Utrecht als wereldburger in Atjeh (Aceh) ontwikkelingswerk uitvoeren op het gebied van onderwijs. 8
Baha’i geloof [webpage] [email protected] URL: < http://www.bahai.nl/> (Gezien dd. 23 november 2006) 9
Wikimedia [web page]. wm-nl wikimedia.org URL: < http://nl.wikipedia.org/wiki/Wereldburgerschap > (Gezien dd. 9 november 2006) 10
Zie voorwoord
11
Wikimedia [web page]. wm-nl wikimedia.org URL: < http://nl.wikipedia.org/wiki/Ontwikkelingssamenwerking> (Gezien dd. 16 november 2006)
11
Ze gaan daar samen met EI-Oxfam (Education International – Oxfam) workshops organiseren op de nieuwe (14) EI-Oxfam scholen in het tsunamigebied van Banda Aceh. De nieuwe leerkrachten op deze scholen krijgen een trainigsprogramma dat samen met Unicef wordt verzorgd. Met deze workshops, gericht op creativiteit en spel, sluiten ze aan bij het EI-Oxfam programma rond het sociaal welzijn van kinderen. Er wordt goed gekeken wat de plaatselijke behoeftes zijn.12 Het ideaal van wereldburgerschap is zeker niet nieuw. Het is al te zien bij de oude Grieken, bij de Stoïcijnen. Wikipedia zegt: ‘Het stoïcisme houdt in dat men geen waarde moet hechten aan zijn omgeving. Geluk moet ontstaan door je eigen geestelijke verrijking. Aangezien niemand zijn omgeving echt goed kan beïnvloeden is het niet realistisch daar geluk uit te putten. Alles wat je hebt (inclusief je vrienden en familie) moet je beschouwen als iets wat niet echt je eigendom is. Het lot kan het namelijk elk moment van je afnemen, waardoor je geluk snel weer verdwijnt. Het enige wat echt van jou is, zijn je eigen gedachten. Volgens de Stoïcijnen moeten de bewoners van de lokale ‘polis’ hun politieke betrokkenheid uitbreiden tot de ‘kosmos’ (het heelal). De lokale polis heeft grenzen die ertoe leiden dat mensen worden binnengesloten en tegelijkertijd worden buitengesloten, een moreel onwenselijke situatie.’ 13 Ik vind dit wel een beetje zweverig klinken, maar ik kan er ook veel van begrijpen. Door alleen in je eigen omgeving en land te blijven, wordt je buitengesloten van jezelf. Door kennis te maken met andere culturen, nieuwe situaties en je in te zetten om jezelf persoonlijk blijven te ontwikkelen door steeds met andere dingen in aanraking te komen, leer je jezelf kennen. Je eigen gedachtes. Dit is een mooi opstapje naar wereldburgerschap, want als je zelf een goede eigenwaarde en zelfkennis hebt, ben je ook in staat om de mensen om je heen op deze wereld te helpen. Nu streeft onder andere de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO) naar een land met betrokken wereldburgers. ‘Het NCDO ondersteunt ook mensen en organisaties die zich inzetten voor verbetering van de positie van mensen in ontwikkelingslanden. De door de Verenigde Naties vastgestelde Millenniumdoelen vormen hiervoor de leidraad. Dit zijn acht concrete internationale afspraken op het gebied van armoedebestrijding, onderwijs, rechten, gezondheid en milieu. NCDO pleit voor een sterke verankering van de millenniumdoelen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Want alleen dan wordt ontwikkeling een recht, en niet slechts een belofte.’14
12
Zie bijlage 1, Atjeh.
13
Wikimedia [web page]. wm-nl wikimedia.org URL: < http://nl.wikipedia.org/wiki/Sto%C3%AFcijnen> (Gezien dd. 23 november 2006) 14
Ncdo [web page] [email protected] URL: < http://www.ncdo.nl/ > (Gezien dd. 16 november 2006) Zie: NCDO, Bijlagen Zie: 8 millenniumdoelen, Hoofdstuk 1.4
12
Zoals je hebt kunnen lezen zijn de mensen als het ware vanzelf wereldburger geworden door de globalisering van de wereld. De term wereldburger kan op veel meer verschillende manieren uitgelegd worden dan globalisering. Dat is de overkoepelende term. Ik vind dat, alleen als de mensen zich er van bewust zijn dat zij een wereldburger zijn en dus ook rekening houden met de mensen om hen heen en de wereld waarin zij leven, zij zichzelf de naam wereldburger kunnen geven. We zijn allen wereldburgers, maar je moet je er wel bewust van zijn dat het een eer is om die naam te dragen en het een must is om te streven naar wereldburgerschap. Al begint het maar heel klein, zoals een gift geven aan goede doelen of naar de mensen om je heen op straat glimlachen. Wat nou precies de kenmerken en doelen van wereldburgerschap zijn, lees je in de volgende paragraaf.
13
1.1 Kenmerken en doelen van wereldburgerschap Iedereen is een wereldburger, een lid van de wereld, en heeft met wereldburgerschap te maken. Wereldburgers zijn we dus al, maar het is ook heel goed om je wereldburger te voelen en je als wereldburger te gedragen. Een goede wereldburger zijn begint bij jezelf. Patricia de Martelaere schrijft dan ook in haar boek ‘Wereldvreemdheid’:’Het afwijzen van betrokkenheid houdt zelfs in de eerste plaats een afwijzen van de zelfbetrokkenheid in (geen identificatie zonder zelfidentificatie).’ Je kunt de mensen en de wereld om je heen pas echt helpen en begrijpen als je goed in je vel zit en zelfkennis hebt.’ Wij in Nederland hebben het goed. We zijn een welvarend land met goede sociale voorzieningen. We zijn bevoorrecht dat we in dit land wonen als je het vergelijkt met de toestand in veel andere landen. Wat wij doen in Nederland heeft gevolgen voor mensen in andere landen. Niet alleen positieve verantwoorde dingen, maar ook negatieve, zoals luchtvervuiling door veelvuldig gebruik van de auto en door de industrie, het overmatig consumeren en het kopen van producten gemaakt door kinderarbeid. Daarom is het goed om je als wereldburger ook echt voor de wereld in te zetten. Maar voor wat en voor wie zet je je dan in als je een wereldburger bent? Als wereldburger zet je je in voor: • de aarde; deze moet leefbaar en bewoonbaar blijven; • de mensen om je heen; • de ‘derde wereld- of ontwikkelingslanden’ en hun burgers en instellingen. ‘Als je je eigen leven goed leidt en anderen dat ook zouden doen, dan komt dat de wereld ten goede. Je moet je ervan bewust zijn dat je eigen handelen, ook al is dat op kleine schaal, wel degelijk gevolgen heeft voor de grote schaal van de wereld. Conflicten kun je voorkomen door veel bekendheid te geven aan de diversiteit in de wereld, maar ook binnen het eigen land. Als je bewust handelt, kan dat wereldwijde consequenties hebben.’ Het is goed om dit op jonge leeftijd al te leren.15 ‘Wereldburgers realiseren zich dat ook de wereldgebeurtenissen het gevolg zijn van menselijke politieke en ethische keuzes. Problemen als armoede en milieuvervuiling moeten door mensen met inzet en betrokkenheid worden aangepakt.’ 16 Een echte wereldburger: 15 16
is zich bewust van de eigen rol als wereldburger neemt verantwoordelijkheid voor eigen acties is zich bewust van de wereld heeft voldoende kennis om inzicht te hebben in internationale ontwikkelingen voelt zich betrokken bij zijn/haar medemensen is bereid mee te werken aan het meer rechtvaardig en duurzaam maken van de wereld
Tijdschrift, Humus, blz. 7, nr.2, 2005 Tijdschrift, Humus, blz 5, nr.2, 2005
14
-
draagt bij aan de eigen gemeenschap respecteert diversiteit in normen en waarden.17
Andere doelen van wereldburgerschap zijn: •
je ervan bewust zijn dat je eigen handelen, ook al is dat op kleine schaal, wel degelijk gevolgen heeft voor de grote schaal van de wereld.
•
conflicten voorkomen door begrip te krijgen voor diversiteit in de wereld, maar ook binnen het eigen land.
•
je bewust zijn van wat er om je heen in de wereld gebeurt. Respect hebben voor de diversiteit in waarden en normen. Zo worden discriminatie en vooroordelen sneller tegengegaan.
•
de derde wereld- of ontwikkelingslanden en hun burgers en instellingen helpen zich verder te ontwikkelen en zo een hogere levensstandaard te bereiken.
De door de Verenigde Naties vastgestelde millenniumdoelen vormen een belangrijk houvast voor de doelen van het wereldburgerschap. Over de 8 millenniumdoelen kunt u lezen in het volgende hoofdstuk.
17
Lemmens N, Deb-Strik E, Velon workshop WBS 14 maart 2006 Meer over doelen van wereldburgerschap: hoofdstuk 1.2 en hoofdstuk 2.3.
15
1.2 Millenniumdoelen Omdat ik het een belangrijk doel vind dat de leerlingen meer afweten van internationale ontwikkelingen en het rechtvaardiger maken van de wereld, wil ik ze meer leren over de Millenniumdoelen. Op 8 september 2000 werd de Millenniumverklaring aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De regeringsleiders van 189 landen hebben afgesproken om voor 2015 de belangrijkste wereldproblemen aan te pakken. De Millenniumverklaring bevat concrete doelstellingen die door de Verenigde Naties zijn vastgesteld. Er staan in de verklaring zes basisprincipes die heel belangrijk zijn voor internationale samenwerking: vrijheid, gelijkheid, solidariteit, tolerantie, respect voor de natuur en gedeelde verantwoordelijkheid. De 6 basisprincipes hebben veel overeenkomsten met de hoofdthema’s van het wereldburgerschap. De acht concrete doelstellingen vastgelegd in de millenniumdoelen zijn:
1. In 1990 leefden maar liefst 1,2 miljard mensen in extreme armoede. Dat wil zeggen dat ze een inkomen hadden van minder dan een dollar per dag . In 2015 mogen niet meer dan 600 miljoen mensen een inkomen hebben dat minder dan een dollar per dag bedraagt. In 1990 leed 20% van de bevolking in ontwikkelingslanden aan ondervoeding. In 2015 moet dat percentage teruggebracht zijn tot maximaal 10%.
2. -
-
-
De kwaliteit van het onderwijs verbetert. Het onderwijs moet toegesneden zijn op de situatie en behoeften van de leerlingen, zodat ouders het de moeite waard vinden om hun kinderen naar school te laten gaan. Kansarme bevolkingsgroepen moeten meer toegang hebben tot 'basic education'. Basic education is basisvorming die mensen in staat stelt een eigen toekomst op te bouwen. Dat kan basisonderwijs zijn, maar ook alfabetisering, volwassenenonderwijs of beroepsonderwijs. Er is minder ongelijkheid tussen jongens en meisjes in de deelname aan het onderwijs.
16
Onderwijs is de sleutel tot de emancipatie en het mondig maken van vrouwen. Vrouwen met een opleiding zijn beter in staat keuzen te maken over het krijgen van kinderen, zich beter te beschermen tegen het oplopen van hiv/aids, hun kinderen gezond groot te brengen en ze naar school te laten gaan. Geschoolde vrouwen kunnen ook beter een eigen inkomen verdienen en bijdragen aan de ontwikkelingen van de gemeenschappen waarin zij leven. Maar met toegang krijgen tot onderwijs zijn ze er niet. Het onderwijs zal ook moeten worden toegesneden op hun behoeften: gelijke behandeling moet ertoe leiden dat zij dezelfde kansen krijgen als jongens en in staat worden gesteld een eigen toekomst op te bouwen.
3. Het bevorderen van gelijkheid tussen vrouwen en mannen komt terug in alle onderdelen van het ontwikkelingsbeleid. Alleen op die manier kan de discriminatie van vrouwen bestreden worden en krijgen vrouwen en mannen gelijke ontwikkelingskansen. Gendergelijkheid is daarom een centraal aandachtspunt in alle prioritaire sectoren van het Nederlandse beleid. Ook de verbetering van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten zijn van essentieel belang voor gendergelijkheid en daarmee armoedebestrijding. Reproductieve gezondheid omvat alles wat met voortplanting en seksualiteit te maken heeft. Als vrouwen en meisjes hun seksuele en reproductieve rechten opeisen, kunnen ze hun seksuele leven zelf invullen en bepalen wanneer en met wie zij kinderen willen. Pas als vrouwen zelf kunnen beslissen over hun gezinssituatie, kunnen zij actiever deelnemen aan politiek, het sociaal-culturele leven en aan de economie. Deze acties moeten worden ondernomen: -
Toegang tot seksuele en reproductieve gezondheid en rechten; Eigendomsrechten voor vrouwen veiligstellen; Gelijke toegang tot de arbeidsmarkt; Meer vrouwen in besluitvormende organen van regeringen; Vrouwen tegen geweld beschermen.
4. Elk jaar sterven er meer dan een miljoen kinderen wereldwijd aan malaria. En elk jaar sterven zes miljoen kinderen onder vijf jaar vanwege ondervoeding of slechte voeding. Van de tien 17
miljoen kinderen die jaarlijks voor hun vijfde verjaardag sterven, zijn tussen de twee en drie miljoen gevallen te wijten aan ziekten die dankzij vaccinatie voorkómen hadden kunnen worden. In 2015 moet het sterftecijfer van kinderen onder de vijf jaar met tweederde verminderd zijn ten opzichte van 1990.
5. In 2015 moet het aantal vrouwen dat overlijdt in het kraambed met 75% gedaald zijn ten opzichte van 1990. In 2015 moet de internationale gemeenschap bereikt hebben dat er 400 duizend vrouwen minder overlijden in het kraambed. In 1990 overleden naar schatting 550 duizend vrouwen aan complicaties tijdens zwangerschap en geboorte. In 2005 zijn dat er nog steeds 530 duizend. Dat is ruim één vrouw per minuut! Ontwikkelingssamenwerking wil ervoor helpen zorgen dat in 2015: Meer vrouwen goede begeleiding krijgen tijdens zwangerschap en bevalling Meer vrouwen en mannen hun kindertal kunnen plannen en gebruik kunnen maken van voorbehoedmiddelen Meer jongeren seksuele voorlichting krijgen
6. In 2015 is de verspreiding van ziektes als malaria en aids gestopt. In Afrika alleen al krijgen elk jaar meer dan 100 miljoen mensen malaria. Naar schatting zijn nu al 40 miljoen mensen wereldwijd geïnfecteerd met hiv. Hiv verzwakt het immuunsysteem van mensen, waardoor ze gevoeliger worden voor infecties, zoals tuberculose (TB). Door de aids-epidemie neemt het aantal TB-gevallen dan ook sterk toe.
7. Milieuvervuiling leidt tot meer armoede. Ontbossing, onveilig drinkwater, gebrekkige sanitaire voorzieningen en luchtvervuiling bedreigen de gezondheid van miljoenen mensen in ontwikkelingslanden. In 2015 moet er veilig drinkwater zijn voor 1,2 miljard mensen.
18
8. Het laatste Millennium Ontwikkelingsdoel laat zien wat de rijke landen moeten doen om ontwikkelingslanden te helpen bij het waarmaken van de internationale afspraken. De armoede kan alleen gehalveerd worden als we een mondiaal partnerschap (samenwerkingsverband) voor ontwikkeling opzetten. Daarbij gaat het om eerlijker spelregels voor internationale handel, opheffen van belemmeringen voor invoer van producten uit de armste landen, schuldenverlichting, meer hulp voor landen die zich actief inzetten voor armoedebestrijding en betere toegang tot betaalbare medicijnen.18 De acht millenniumdoelen hebben ook veel overeenkomsten met de doelen van wereldburgerschap. Voor mij houdt wereldburgerschap in: Dat je je ervan bewust bent dat je eigen handelen, ook al is dat op kleine schaal, wel degelijk gevolgen heeft voor de grote schaal van de wereld. Dit heb ik uitgebreid naar de volgende doelen: Een echte wereldburger: -
is zich bewust van de eigen rol als wereldburger is optimistisch heeft eigenwaarde en zelfkennis (als iedereen dat heeft, is er meer oog voor de mensen die hulp nodig hebben en dat komt dat de wereld ten goede.) is zich bewust dat zijn eigen handelen op kleine schaal wel degelijk gevolgen heeft voor de grote schaal van de wereld. is zich bewust van wat er om je heen in de wereld gebeurt heeft voldoende kennis om inzicht te hebben in internationale ontwikkelingen voelt zich betrokken bij zijn/haar medemensen is bereid mee te werken aan het meer rechtvaardig maken van de wereld draagt bij aan eigen gemeenschap
18
Wikimedia [web page]. wm-nl wikimedia.org URL: < http://nl.wikipedia.org/wiki/Millenniumdoelstellingen > (Gezien dd. 16 november 2006) Ncdo [web page] [email protected] URL: < http://www.ncdo.nl/ > (Gezien dd. 16 november 2006) Buitenlandse Zaken [webpage] URL: < http://www.minbuza.nl/nl/ontwikkelingssamenwerking> (Gezien: dd. 14 november 2006)
19
-
-
respecteert diversiteit in normen en waarden. (Zo kunnen conflicten worden voorkomen door begrip te krijgen voor diversiteit in de wereld, maar ook binnen het eigen land. Discriminatie en vooroordelen worden zo ook sneller tegengegaan.) Is bereid om conflicten op een geweldloze manier op te lossen. Wil de eigen levensstijl en consumptiegewoonten aanpassen om zo het leefmilieu en de toekomstige generaties te beschermen
Van alle doelen over wereldburgerschap die ik heb gevonden, heb ik deze lijst gemaakt. Deze doelen zijn nodig om de leerlingen bewust te laten worden van hun wereldburgerschap. Het antwoord op mijn probleemstelling: ‘Waarom wil ik bevorderen dat leerlingen zich bewust worden van hun wereldburgerschap?’ kan je lezen in Hoofdstuk 2.3
20
2. Het ontstaan en de gevolgen van globalisering in ons land In het vorige hoofdstuk heb ik het gehad over wat wereldburgerschap inhoudt en welke doelen er bij wereldburgerschap horen. Wat ook belangrijk is om te weten, is hoe wereldburgerschap nou is ontstaan. Hoe komt het dat wij zo gemakkelijk van het ene naar het andere land kunnen reizen? Hoe komt het dat wij allerlei producten uit andere landen gebruiken en hoe is onze multiculturele samenleving tot stand gekomen? 2.1 Geschiedenis Eeuwen geleden gingen de eerste ontdekkers als ze nieuw land vonden op voedseljacht. Later gingen ze in andere landen handel drijven. Dat deden de Vikingen (de Noormannen) rond 800 na Chr. nog beter. Zij konden al hele snelle schepen bouwen en waren daardoor mobiel genoeg om naar andere landen te varen. Alleen waren deze reizen niet op handel gericht, maar vooral op het plunderen van de dorpen. Vijf eeuwen geleden begonnen de echte ontdekkingsreizen. De globalisering is toen begonnen. In opdracht van vorsten gingen de schepen op zoek naar gebieden die nog onbekend waren en zo op de kaart konden worden gezet. Handel is altijd een van de belangrijkste redenen geweest voor ontdekkingsreizen en de basis voor globalisering. In de 15e eeuw gebruikten de Europeanen, vooral voor het eten dat niet gekoeld kon worden, specerijen zoals peper en nootmuskaat. Deze specerijen kwamen uit India, maar op de handelsroute tussen India en Europa woonden de Arabieren. De Arabieren waren de tussenhandelaren en zij hielden de prijzen erg hoog. De Europese handelaren hadden er niet zoveel geld voor over om deze specerijen te kopen (het was echt ‘peperduur’) en daarom stuurden ze zelf ontdekkingsreizigers op pad om India te vinden. We kennen allemaal het verhaal van Christoffel Columbus. Hij is geboren 1451 in Italië. Vanaf 1470 maakte hij veel reizen, eerst over de Middellandse Zee en later over de oceanen, waarbij hij toevallig in 1492 Amerika ontdekte. Hij noemde de bewoners daar Indianen, omdat hij dacht dat hij in India was aangekomen. Hij nam veel goud, planten en dieren mee terug. VOC – WIC Over de VOC en WIC ga ik het wat uitgebreider hebben, omdat dit ook een deel is van mijn project over wereldburgerschap. Daarin worden Suriname en Atjeh besproken en het is goed om te weten hoe zij een link hebben met de Nederlandse geschiedenis. Vanaf 1597 reisden de Hollanders ook met succes naar het Oosten van de wereld. Er was veel concurrentie met de Portugezen en Engelsen die al langer deze route bevoeren. Johan van Oldenbarneveldt kwam op het idee om de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) op te richten. Vanaf 1602 had Holland hiermee alle macht bij de handel op de Aziatische zeeën en kusten. Textiel, specerijen, koffie, thee, tabak, opium, tropische houtsoorten, ijzer, koper, zilver, goud, porselein, verfstoffen, schelpen en nog veel meer werden door de schepen terugvervoerd naar Holland. De VOC mocht verdragen sluiten, oorlogen voeren en de veroverde gebieden besturen. In Japan werden als uitzondering alleen de Hollanders
21
toegelaten op het eilandje Decima om handel te voeren en de Japanners van de westerse gebruiken op de hoogte te stellen. De macht van Nederland over Indië werd steeds groter. De Indische leiders (vorsten en sultans) moesten zich aan de Nederlanders overgeven. Het land werd een kolonie van het koninkrijk Nederland. De kolonie kreeg de naam Nederlands-Indië. De VOC heeft bestaan tot 1798. Rond 1900 waren veel Nederlanders in Nederlands-Indië gaan wonen. Er was daar werk genoeg in het bestuur en als beheerders van plantages. Ze vonden het leven heerlijk en bezaten grote mooie huizen met veel bediendes. Vanaf 1949 is Nederlands-Indië geen kolonie van Nederland meer. In dezelfde periode was Nederland ook in het westen van de wereld actief. In 1665 raakten Nederland en Engeland in oorlog, de Tweede Engelse Oorlog. In 1667 werd overeenstemming bereikt dat Suriname aan de noordkust van Zuid-Amerika door de Engelsen werd overgedragen aan de Nederlander Crijnssen. De Nederlanders lieten de inheemsen van Suriname als slaven op de plantages werken. Er ontstond een guerilla-oorlog waarbij veel inheemsen de afgelegen plantages aanvielen en plunderden. Het einde van de kolonie was in zicht, maar door tussenkomst van nieuwe troepen uit Nederland kon de vesting op het nippertje worden gered. In 1683 kwam Cornelis van Aerssen van Sommelsdijck, medeeigenaar van de kolonie, naar Suriname om orde op zaken te stellen. Hij sloot in 1686 vrede met de inheemsen. In het begin van de 17e eeuw hadden de Nederlanders voor de Nieuwe Wereld dringend behoefte aan arbeidskrachten op de plantages. De West-Indische Compagnie (WIC) werd in 1621 gesticht. De belangrijkste producten die de WIC naar Europa vervoerde, waren suiker en tabak. Dit bereikte zij door te handelen in slaven. De Nederlanders ruilden in Afrika goederen voor slaven en in Amerika de slaven voor suiker of tabak. Vanaf de 17e eeuw kwam ook het transport van slaven naar Suriname op gang. De slaven waren afkomstig uit het Westen van Afrika, Brits-Indië, Nederlands-Indië en China. Gelukkig werd de slavernij in 1863 werd afgeschaft. Vanaf 1975 is Suriname geen kolonie van Nederland meer. De belangrijkste gebieden die in de loop van de eeuwen door de WIC werden beheerd waren Nieuw-Nederland (in N-Amerika), Curaçao, Brazilië en Suriname. De WIC werd afgeschaft in 1791.19
19
Bodegraven J, (2005) Suriname, J.H. Gottmer/H.J.W. Becht bv En toen.nu de canon van Nederland [webpage] [email protected] URL: http://www.entoen.nu/venster.aspx?id=14 (Gezien dd. 8 januari 2007) Schooltv [webpage] [email protected] URL: http://posearch.kobala.nl/zoek?pk=teleacnot_schooltv_zoekresultaten&site=SchoolTV&hm=0&omroep=&zende r=&thema=&sort=&pl=10&qr=wic (Gezien dd. 8 januari 2007) URL: http://www.ned.univie.ac.at/non/landeskunde/nl/h5/tekst5-5.htm (Gezien dd. 7 januari 2007)
22
Emigratie Zoals je net hebt kunnen lezen zijn er in de Gouden eeuw (17e eeuw) veel Nederlanders naar handelsposten overal op de wereld of naar de koloniën geëmigreerd. Ze gingen vooral naar Nieuw-Nederland (in N-Amerika), Zuid-Afrika, Nederlands-Indië en Suriname. Veel Nederlanders emigreerden ook vanaf het jaar 1844. Toen was de economische situatie in ons land erg slecht en veel mensen zochten hun geluk in de Verenigde Staten. Na de Tweede Wereldoorlog vertrokken veel jonge, vaak grote gezinnen ook naar de Verenigde Staten, Canada en Australië om daar een nieuwe toekomst op te bouwen. Ook nu vertrekken veel jongeren voor meer dan een half jaar naar een ander land om daar te gaan werken of te studeren. Bij oudere mensen en boeren is om economische redenen Canada meer in trek. Wij Nederlanders hebben ons dus verspreid over de hele wereld. Dat het zo makkelijk gaat is het gevolg van de globalisering. Maar er zijn niet alleen mensen uit Nederland geëmigreerd ook zijn er veel mensen naar Nederland geïmmigreerd.20 Immigratie Doordat Nederlands-Indië en Suriname Nederlandse koloniën zijn geweest en er nog steeds een band bestaat met het verleden, zijn er veel Indische Nederlanders en Surinamers in Nederland gaan wonen. Na de onafhankelijkheid van Indonesië kwamen er tussen 1948 en 1952 ongeveer 300.000 Indische Nederlanders en Molukkers naar Nederland. Veel Indonesiërs/Molukkers waren soldaat in het koninklijk Nederlands Indonesisch leger (KNIL). Nederland wilde niet dat Indonesië zelfstandig werd. Daarom vocht het KNIL tegen de Indonesiërs. In 1951 vertrokken 125.000 Molukkers naar Nederland. Zij hadden de keuze lid worden van het Indonesische leger of naar Nederland te vertrekken. En rond de onafhankelijkheid van Suriname (in 1975) kwamen er tussen 1970 en 1979 ongeveer 300.000 Surinamers naar Nederland. De zogenaamde ‘braindrain’. Hier in Nederland waren de studie- en werkmogelijkheden vele malen groter dan in Suriname. Ook zijn er veel Surinamers rond 1982 naar Nederland gegaan toen Bouterse aan de macht was. Velen konden niet toezien hoe hij met zijn macht handelde in Suriname.21 Door mondialisering is het reizen naar en handelen met andere landen dus toegenomen. Een van de gevolgen daarvan voor ons land is dat hier nu veel mensen uit de voormalige koloniën wonen. Maar er wonen nog veel meer etnische en culturele groeperingen in Nederland. In de Nederlandse Gouden Eeuw (1585-1670) ging het heel goed met de economie van Nederland. Vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden, Franse Hugenoten, Spaanse en Portugese Joden kwamen hier naar toe, maar ook arbeidsmigranten uit Duitsland en Oost20
ThinkQuest [webpage] [email protected] URL: http://mediatheek.thinkquest.nl/~jrd265/geschiedenis.htm (Gezien dd. 8 januari 2007) 21
Van Keulen A, Van Beurden A, (2002) Opvoedingsstijlen in multicultureel Nederland, Van alles wat meenemen. Bussum: Coutinho
23
Europa. Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) kwamen er Belgische vluchtelingen, Duitse dienstmeisjes, Chinese zeelieden en Poolse mijnwerkers. Nederland was dus al vroeg een kleurig land! Ook zijn er vluchtelingen en asielzoekers in ons land komen wonen. Ze zijn gevlucht voor de politieke situatie of de oorlog. De meesten komen uit: Irak, Iran, Somalië, Afghanistan en het voormalig Joegoslavië. En het gaat nog verder. In het boek ‘Opvoedingsstijlen in multicultureel Nederland. Van alles wat meenemen’ schrijven Anke van Keulen en Annemiek van Beurden: ‘Tussen 1960 en 1986 haalde Nederland via wervingscampagnes ‘gastarbeiders’ uit met name de mediterrane landen. Eerst uit Spanje, Italië, Griekenland, later uit Turkije en Marokko. Het aantrekken van buitenlandse werknemers was in die tijd economisch interessant. Men dacht dat de werknemers na een aantal jaren hard werken met het gespaarde geld zouden terugkeren naar het land van herkomst. Dit pakte echter anders uit: terugkeer was voor de meeste migranten uit Turkije en Marokko economisch gezien onaantrekkelijk en zij besloten voorlopig in Nederland te blijven. De vrouwen en kinderen van deze arbeidsmigranten kwamen naar Nederland in het kader van gezinshereniging, vooral na 1970.’
Met deze informatie van de geschiedenis over globalisering en wat voor gevolgen dat heeft voor onze samenleving wil ik aansluiten op de volgende doelen van wereldburgerschap.22 Door meer te weten van het ontstaan van de multiculturele samenleving hebben de leerlingen meer respect en begrip voor de andere culturen om hen heen. Zij weten dat wij arbeidsmigranten nodig hadden om onze economie op te bouwen en wij vluchtelingen en asielzoekers uit oorloggebieden steunen. Zij hebben kennis van het ontstaan van onze multiculturele samenleving en zij kunnen nu met een bredere blik met meer begrip kijken naar de mensen om hen heen.
22
Meer over doelen van wereldburgerschap: hoofdstuk 1.2 en hoofdstuk 2.3.
24
2.2 Wat betekent globalisering voor onze huidige samenleving? Zoals je in de vorige paragraaf hebt kunnen lezen, is Nederland al eeuwen een kleurrijke samenleving. De laatste dertig, veertig jaar is Nederland echt een ‘wereldland’ geworden. De invloeden van de immigratie zijn in de huidige samenleving steeds beter op te merken. Als je door de Kanaalstraat in Utrecht loopt, lijkt het op een zomerse dag net of je je in Turkije bevindt. Al vanaf het ontstaan van de Bijlmer kun je niet om de rotigeuren en Surinaamse accenten heen en er komen steeds meer moskeeën in ons land te staan. Jörgen Raymann heeft zijn eigen televisieshow met leuke informatie over Suriname en onze multiculturele samenleving. Verder zijn er op de televisie veel praatprogramma’s over multicultureel Nederland en is bijna iedereen op de hoogte wanneer het Ramadan is. De globalisering heeft veel culturen in Nederland gebracht waar je bijna niet meer omheen kan. Sommige mensen zien het als een nadeel, al die ‘allochtonen’ in Nederland. Ze zijn dan denk ik vergeten dat we deze ‘allochtonen’ juist als arbeidsmigranten nodig hadden om ons te helpen met onze economie op te bouwen. Ik ben het er mee eens dat de integratie in Nederland niet altijd in een hoog tempo gaat, maar laten we nou eens kijken naar de voordelen van al deze verschillende culturen in Nederland. Juist door deze culturen in ons land maken wij kennis met andere eetgewoontes, feestvieringen, religieuze opvattingen en andere normen en waarden. Door open te staan voor deze zaken, word je je ook weer bewust van je eigen Nederlandse nationaliteit met zijn eigen eetgewoontes, feestvieringen, religieuze opvattingen, normen en waarden. Het is fijn om onze eigen cultuur te kunnen waarderen en tegelijkertijd te kunnen proeven van de andere culturen om ons heen, die uit Suriname, Turkije, Marokko, etc. ineens zo dichtbij zijn gekomen in Nederland! Dit brengt mij weer terug tot de term Wereldburgerschap. In een land als Nederland met zoveel diversiteit aan culturen is het goed om erbij stil te staan hoe je daar het best mee om kan gaan. In de Volkskrant van 9 januari 2007 stond namelijk het volgende: ‘Bijna een van de drie Nederlanders, 29 procent, zal in 2050 van ‘allochtone’ afkomst zijn. De groei uit de traditionele immigratielanden als Marokko, Turkije en Suriname zal de komende decennia enigszins stagneren. De nieuwe Nederlanders zullen vooral van Chinese, Iraanse, Afghaanse en Iraakse afkomst zijn.’23 Op internet was ik nog verder aan het zoeken naar wereldburgerschap en de site over de Bahai geloof sprak mij erg aan, omdat ik veel overeenkomsten heeft met mijn visie van wereldburgerschap. ‘Het Bahá’í-geloof is een onafhankelijke godsdienst en is ontstaan in de negentiende eeuw. Het geloof is verspreid over meer dan 235 landen en gebieden in de wereld. Er zijn ongeveer zes miljoen leden. Samen vertegenwoordigen zij meer dan 2.100 etnische groepen, rassen, en stammen.’ Bahá’í-gemeenschappen over de hele wereld werken aan het wegnemen van vooroordelen tussen mensen. Hun geloof draait om de overtuiging dat de mensheid één soort is en een
23
Krantenartikel: zie bijlagen.
25
gezamenlijke bestemming heeft. In de woorden van Bahá’u’lláh, de Grondlegger van het Bahá’í-geloof: ‘De wereld is één land waarvan alle mensen de burgers zijn.’24 Ik vind dit een mooi voorbeeld van hoe wereldburgerschap kan worden ingevuld. In hoofdstuk 3 kan je lezen hoe het Bahai geloof over wereldburgerschap in het onderwijs denkt. Waarom ik wil dat de leerlingen zich bewust worden van wereldburgerschap, kan je lezen in de volgende paragraaf.
24
Baha’i geloof [webpage] [email protected] URL: < http://www.bahai.nl/> (Gezien dd. 23 november 2006)
26
2.3 Waarom wil ik dat leerlingen zich bewust worden van wereldburgerschap? In het jaar 2050 is dus bijna een op de drie mensen in Nederland ‘allochtoon’. Het is dan wel heel logisch dat we respect krijgen voor de diversiteit aan normen en waarden om ons heen. (Een van de doelen van wereldburgerschap). Wat wereldburgerschap inhoudt kan je lezen in hoofdstuk 1. Maar waarom vind ik dat wereldburgerschap geïntegreerd moet worden in het onderwijs? ‘Kinderen categoriseren mensen en dingen om zo hun wereld verstaanbaar te maken. Vanaf 7 à 8 jaar ordenen ze deze wereld volgens logische wetten en willen ze precies weten hoe alles in elkaar zit. Ze tasten hun grenzen af en willen nuttige dingen doen voor de wereld, die in hun blikveld steeds groter wordt. Kinderen van deze leeftijd bereiken de fase van moreel relativisme. Dat wil zeggen dat ze hun morele oordelen kunnen nuanceren. Een kind is dan gevoelig voor morele codes en geïnteresseerd in ethische thema’s. Kinderen onder de tien jaar hebben zelden echte vooroordelen. Wel vertonen ze soms sympathieën of antipathieën voor bepaalde mensen, maar deze berusten vooral op het napraten van ouderen. Tijdens de lagere school tijd kunnen prille vooroordelen en het prille discriminerende gedrag, die het kind opbouwde op jonge leeftijd, aanzienlijk verminderen. Het kan leren meer respect en tolerantie te tonen voor verschil en diversiteit. Om hiertoe te komen heeft een kind de ruimte nodig om te experimenteren. Daarom is het belangrijk om op de lagere school kennis te maken met uiteenlopende culturen. Omdat volwassenen een voorbeeld zijn voor kinderen op deze leeftijd, zeker wat betreft morele en ethische thema’s, is het belangrijk dat je als leerkracht een gepaste houding aanneemt. Ingrijpen wanneer een kind negatieve uitspraken doet over iets of iemand die anders is, is een must. Een kind heeft daarboven de ruimte nodig om in contact te komen met diversiteit om zo een wereldburger te worden. 25 Wereldburgerschap moet ingevoerd worden in het onderwijs, zodat de leerlingen zelf hun visie op de wereld en de mensen om hen heen kunnen krijgen, zonder nog teveel beïnvloed te zijn door de subjectieve uitspraken van de mensen om hen heen. Als zij van jongs af aan leren wie zij zijn en dat er op veel verschillende manieren met elkaar en met de wereld kan worden omgegaan, kunnen zij zichzelf vormen tot een bewustere wereldburger. Als ik over wereldburgerschap informatie aan het zoeken ben, kom ik ook steeds tegen hoe het gerelateerd is aan de kinderen van nu. In het tijdschrift Delta las ik bijvoorbeeld: ‘De bedoeling is dat jongeren meer respect en begrip voor elkaar krijgen, waardoor meer samenwerking ontstaat tussen jongeren met verschillende culturele achtergronden. Want juist door verschil in cultuur, traditie en achtergrond zijn we interessant voor elkaar. Nederland houdt niet op bij de grenzen, maar de 21ste eeuw staat in het teken van globalisering en vervaging van grenzen tussen culturen, oftewel wereldburgerschap.'26 25
URL: http://www.nsds.be/web/kb/admin/media/BEELDVORMING%20BO.pdf (Gezien dd. 5 november 2006)
26
Tijdschrift: Delta - Zingen voor het wereldburgerschap - Jaargang 33 Nummer 17
27
Wereldburgerschap houdt ook in dat je weet wat er om je heen in de wereld gebeurt en dat je rekening houdt met de daden en acties die je onderneemt. Als wereldburger zorg je bijvoorbeeld niet alleen een voor beter milieu wereldwijd, maar ook thuis! De leerlingen weten als wereldburgers af van: • • • • • •
• • • •
uitstervende diersoorten. Bijvoorbeeld dat door het kappen van de bomen in het tropisch regenwoud er dagelijks dieren- en plantensoorten uitsterven. oorlogen die gevoerd worden. Bijvoorbeeld dat negen van de tien mensen die in de oorlog omkomen onschuldige burgers zijn, daarvan zijn vooral vrouwen en kinderen het slachtoffer. het onderwijs in de wereld. Bijvoorbeeld: ongeveer 113 miljoen (dat is net zo veel als alle mensen in Frankrijk en Engeland samen) kinderen op de wereld gaan niet naar school. dat er teveel afval op de wereld wordt geproduceerd. Bijvoorbeeld dat papier, glas, blikken, batterijen, karton en oude kleren gerecycled kunnen worden. dat er een groot verschil is tussen arm en rijk op de wereld. Bijvoorbeeld dat er elke dag 24.000 mensen (een voetbalstadion vol) sterven van de honger. Deze mensen hebben geen geld om voedsel te kopen. dat je bij het maken van vrienden niet alleen maar let op huidskleur, cultuur of godsdienst. Bijvoorbeeld racisme en weinig respect hebben voor andere culturen en geloven is een van de redenen waardoor ruzies en zelfs oorlogen ontstaan. Dit heeft een vernietigend effect op de wereld en heeft helemaal niets te maken met wereldburger zijn. geweld. Bijvoorbeeld gemiddeld één op de twintig leerlingen wordt flink gepest. En de leerlingen weten meer over kinderrechten. eerlijke handel. Bijvoorbeeld dat als een boer in Ghana cacao verkoopt aan een grote multinational hij 2,4 euro per zak verdient en als hij zijn cacao aan een Fair Trade bedrijf verkoopt hij 75 euro per zak verdient. gezondheid en gezond eten. Bijvoorbeeld dat een op de vier mensen op de wereld een slechte gezondheid heeft door te weinig voedsel en dat een op de vier mensen op de wereld een slechte gezondheid heeft door te veel voedsel. verslavende middelen. Bijvoorbeeld tabak, drugs en veel alcohol hebben een enorm slechte invloed op de gezondheid van mensen, op families, op de gemeenschap en het milieu. 27
Ik wil mij met mijn wereldburgerschapproject enerzijds meer richten op de ontwikkelingslanden die onze hulp kunnen gebruiken (bijvoorbeeld Atjeh, dat nog steeds lijdt aan de gevolgen van de tsunami) en anderzijds op de ontwikkelingslanden waarvan wij ook nog veel kunnen leren (Atjeh, hoe ze zich inzetten voor de opbouw van hun land na de tsunami, en Suriname met de zes grote bevolkingsgroepen die goed samenleven). Door onze banden met deze landen in het verleden - het waren beide Nederlandse kolonies wonen er nu veel Surinamers en Nederlands-Indiërs/Indonesiërs in Nederland. Zij dragen bij aan onze multiculturele samenleving. 27
Mondiale voetafdruk [webpage] www.globalfootprints.org URL: < http://www.wereldburger.nu/index01.htm> (Gezien dd. 14 november 2006)
28
Dit leidt mij tot het andere doel dat ik de leerlingen wil leren, namelijk hoe zij goed kunnen leven in een multiculturele samenleving. In hoofdstuk 1.2 Millenniumdoelen lees je wat mijn doelen van wereldburgerschap zijn. Gevolgen van wereldburgerschap Als iedereen zijn eigen leven goed leidt en zich bewust is van zijn eigen handelen, heeft dat positieve gevolgen voor de rest van de wereld. Het begint er al mee dat je bewust bent van je eigen leefgedrag. Conflicten kun je voorkomen door kennis te krijgen van de diversiteit in de wereld, maar ook in Nederland. Wetenschapper en publicist Kees Schuyt zegt: ‘Leerlingen moeten zich bewust worden van het belang van het behoud van de aarde en het respect voor al haar bewoners.’28 Op www.msn.nl bij het nieuws van 10 januari 2007 las ik dit bericht en om dit soort toestanden te voorkomen, moet de jeugd zich als een wereldburger voelen!29 'Aanpak multiculturele problemen jongeren faalt' DEN HAAG - Nederland slaagt er niet in de multiculturele problemen onder jongeren adequaat te bestrijden. De aanpak die gemeenten kiezen, draagt nauwelijks bij aan een blijvende oplossing en werkt soms zelfs averechts. In weinig gemeenten leeft het gevoel dat hier dringend verandering in moet komen. Dat concluderen vier interventieteams die zich de afgelopen twee jaar hebben beziggehouden met multiculturele spanningen, vooral onder de jongeren. De teams zijn ingesteld door minister Rita Verdonk van Integratie en presenteerden woensdag hun eindrapport. Volgens de teams hebben gemeenten geen helder beeld van de complexe problematiek die de multiculturele samenleving met zich meebrengt. Gemeenten spreken over dé Lonsdale-jongeren of dé Antillianen, terwijl binnen deze groepen grote verschillen bestaan. Het gevolg van de simplistische opvattingen is dat er eenzijdige maatregelen worden genomen, die vaak ook nog eens slecht worden uitgevoerd. Het effect van de maatregelen is daardoor nihil, aldus de interventieteams. Zij bepleiten een sterke verbetering van het jeugdbeleid op dit vlak. Daartoe moeten de multiculturele problemen grondiger worden geanalyseerd en is een meer evenwichtig beleid nodig, dat zich bijvoorbeeld richt op gedrag in plaats van op groepen. De gemeenten moeten ook kunnen rekenen op steun van de landelijke overheid. Die zou met stimuleringsregelingen en faciliteiten kunnen komen om de gemeenten te prikkelen de multiculturele problemen aan te pakken. Tevens pleiten de interventieteams voor de oprichting van een landelijke taskforce voor multicultureel jeugdbeleid. 28
Humanistisch verbond [webpage] [email protected] URL: < http://www.humanistischverbond.nl/cgi-bin/forum.cgi?page=actueel/forum200514> (Gezien 23 november 2006) 29
Nederland msn [webpage], Microsoft 2007 URL: < http://nl.msn.com/> (Gezien dd. 10 januari 2007)
29
Na de moord op Theo van Gogh werden interventieteams ingesteld door minister Rita Verdonk. Vooral in kleine gemeentes zijn er spanningen tussen groepen jongeren. De situatie is moeilijk beheersbaar. Brand in een moskee of onrust in discotheken. De overheid wil niet dat het zo escaleert als in 2005 in de achterstandswijken in Parijs/Frankrijk. Mijn conclusie hieruit is, dat de jongeren weinig respect voor elkaars verschillen hebben en niet goed naast elkaar samen kunnen leven. Ze hoeven in principe ook niet goed met elkaar samen te leven, maar goed naast elkaar samenleven is wel de bedoeling. Je hoeft namelijk niet van iedere inwoner te verwachten dat hij contact heeft met alle lagen van de bevolking en bevolkingsgroepen. Als het respect er maar is voor elkaar en aanvaarding dat iedereen andere normen en waarden heeft en dat we allemaal in hetzelfde land leven waar wij verantwoordelijkheid voor dragen, is dat al genoeg. In Suriname leven er ook zes verschillende culturen naast en met elkaar. De uitleg van de meeste Surinamers die ik tijdens mijn verblijf daar geïnterviewd heb is: ‘we zijn allen gelijk, we hebben respect voor elkaar. We zijn een volk namelijk: Surinamers.’ Het verschil met de culturen hier in Nederland en Suriname is de geschiedenis van hoe de culturen er zijn gekomen. De meeste mensen in Suriname kwamen vanuit hun land op de plantages werken. Hier in Nederland woonden de Nederlanders er al eeuwen en daarom is er misschien een te groot verschil met de gastarbeiders, Surinamers, etc. die hier later kwamen werken of studeren. Als we de leerlingen nu al opvoeden als wereldburgers, weten zij dat respect voor andere culturen belangrijk is om goed met elkaar om te kunnen gaan. Iedereen is verschillend, maar we zijn toch allemaal mensen. Al een paar keer heb ik vermeld wat de doelen van wereldburgerschap zijn.30 Hoe zou het zijn als we deze doelen echt na gaan streven? De gevolgen van wereldburgerschap kunnen zijn: -
minder interetnische spanningen, doordat mensen meer respect krijgen voor de diversiteit aan normen en waarden; een schonere wereld, omdat de mensen zich inzetten voor een beter milieu; minder conflicten op straat, omdat de mensen meer zelfwaarde en zelfkennis hebben en ruzies daardoor beter uit kunnen praten; het halen van de 8 millenniumdoelen, omdat de mensen zich meer bewust zijn van wat er om hen heen in de wereld gebeurt en zich daarvoor in willen zetten; minder uitstervende dier- en plantensoorten, omdat de mens zich in wil zetten voor het behoud van de wereld; minder pestgedrag of geweld op school en in de buurt, omdat de mensen weten hoe ze sociaal met hun medemens kunnen omgaan; betere en snellere hulp bij rampen of voor ontwikkelingslanden, omdat er een goede samenwerking is.
En… wie wil er nu nog geen wereldburger worden?
. 30
Zie hoofdstuk 1.1 Kenmerken en doelen van wereldburgerschap, hoofdstuk 1.2 Millenniumdoelen
30
3. Wereldburgerschap in het onderwijs Zelf wil ik dat wereldburgerschap in het onderwijs komt, maar ik wilde ook weten hoe andere instanties of andere mensen hierover denken. Weer kwam ik tijdens mijn zoektocht naar informatie bij het Bahai-geloof. Net als in hoofdstuk 2.2 ben ik het nu ook eens met hun standpunt over wereldburgerschap in het onderwijs. Bahá'í International Community zegt dit over het bevorderen van wereldburgerschap in het onderwijs: ‘Onderwijs - openbaar, bijzonder en informeel - is onmiskenbaar de meest effectieve manier om waarden, houdingen, gedrag en vaardigheden te vormen die de mensen van de wereld zullen uitrusten om in lijn met de langetermijnbelangen van de planeet en de mensheid als geheel, te handelen. De VN, regeringen en onderwijsinstellingen zouden ernaar moeten streven om het principe van wereldburgerschap deel van het basis onderwijspakket van elk kind te maken.’ 31 Het onderwijs moet dus programma’s en activiteiten opnemen die de richtlijnen hebben van de millenniumdoelen en de doelen van wereldburgerschap.32 Het onderwijs en de kerndoelen van het onderwijs gaan dus bijgeschaafd worden.. Wereldburgerschapsvorming vindt plaats in de verschillende vakken en is vakoverstijgend. Vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, natuurkunde, etc. moeten meer met elkaar geïntegreerd worden. Want onze acties en daden staan niet los van elkaar, maar hebben gevolgen in weer andere gebieden. Alles heeft uiteindelijk met elkaar te maken. Het is een combinatie van kennis en het opdoen van vaardigheden op school, de plaatselijke leefomgeving, Europa en de wereld. Ik vind het altijd leuk om iets te lezen dat precies zo staat geschreven als ik denk: G.H. Oonk van het Europees platform voor het Nederlands onderwijs zegt: ‘Er moet weer meer aandacht komen voor versterking van betrokkenheid, sociale cohesie en integratie op scholen, zodat naast de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen ook invulling wordt gegeven aan sociale en maatschappelijke aspecten. Hierin worden drie niveaus onderscheiden. Allereerst kan er gesproken worden van burgerschapsvorming binnen de micro-gemeenschap van de school zelf (waarden en normen binnen de school). Vervolgens kan burgerschapsvorming zich richten op het meso-niveau van de plaatselijke gemeenschap in de vorm van participatie in maatschappelijke activiteiten en ten slotte kan burgerschapsvorming zich richten op het macro-niveau. Hierbij gaat het onder andere om het bijbrengen van kennis met betrekking tot de maatschappelijke praktijken van de samenleving.33 31
Baha’i geloof [webpage] [email protected] URL: < http://www.bahai.nl/> (Gezien dd. 23 november 2006) 32
Zie hoofdstuk 1.1 Kenmerken en doelen van wereldburgerschap, hoofdstuk 1.2 Millenniumdoelen Europees platform voor het Nederlandse onderwijs [webpage] [email protected] URL: < http://www.europeesplatform.nl/downloads/europese_burgerschapsvorming_een_multi_dimensionale_benaderin g.doc> (Gezien dd. 9 januari 2007) 33
31
3.1 Wat moeten leerkrachten kunnen om goed onderwijs volgens het wereldburgerschap te geven? Om als leerkracht leerlingen tot wereldburgers te maken, moeten zij zelf ook aan een aantal criteria voldoen. Als leerkracht heb je namelijk een grote invloed op het beeld dat kinderen ontwikkelen over andere culturen en het zijn van een wereldburger. Daarom is het belangrijk om als leerkracht te voldoen aan de volgende doelen: -
-
-
Probeer generalisaties te vermijden, zowel over de eigen als over andere culturen. Vanuit generalisaties kunnen stereotiepen groeien. Zij vormen dan weer de basis van discriminerend gedrag; Doorprik stereotiepen die soms in lesmaterialen of handboeken voorkomen. Probeer een eenzijdig beeld aan te vullen met andere elementen; Wees je ervan bewust dat je meestal praat vanuit een Westers perspectief. Probeer samen met de leerlingen bepaalde zaken eens vanuit een ander perspectief te bekijken. Beschrijf culturen bijvoorbeeld neutraal en leg ze vergelijkend naast elkaar. Dan wordt er gewerkt vanuit een multicultureel perspectief. Zoek naar overeenkomsten en niet alleen naar verschillen; Leer de kinderen kritisch kijken naar zichzelf en laat ze stilstaan bij het eigen gedrag en de vooroordelen tegenover kinderen in de klas of tegenover andere landen en culturen.34
Wat ook belangrijk is: - het geven van lessen in staatsinrichting, geschiedenis, rechten en democratie; - het voeren van gesprekken over lokale, nationale en internationale onderwerpen en over gebeurtenissen in de klas, die de leerlingen belangrijk vinden; - het leren buiten school (activiteiten uitvoeren die het gemeenschappelijke leven helpen) in samenhang met het schoolse leren; - het opzetten van activiteiten buiten het lesrooster, zodat leerlingen zich in de school en in de gemeenschap daarbuiten kunnen ontwikkelen; - het stimuleren van leerlingen om deel te nemen in democratische processen en procedures.35 De laatste twee die ik nog wil toevoegen komen uit de handleiding ‘Omgaan met verschillende culturen’ Hogeschool Domstad: -
reflecteren op eigen normen en waarden; reflecteren op processen van identiteitsvorming in een multiculturele samenleving36
34
URL: http://www.nsds.be/web/kb/admin/media/BEELDVORMING%20BO.pdf (Gezien dd. 5 november 2006)
35
Europees platform voor het Nederlandse onderwijs [webpage] [email protected] URL: < http://www.europeesplatform.nl/downloads/europese_burgerschapsvorming_een_multi_dimensionale_benaderin g.doc> (Gezien dd. 9 januari 2007)
32
3.2 Praktijkvoorbeelden Het was moeilijk om praktijkvoorbeelden te vinden van basisscholen die zich bezighouden met globalisering of wereldburgerschap, omdat dit nogal nieuwe begrippen zijn. Het onderwijs zal ook enigszins moeten worden aangepast als zij worden ingevoerd. Opvallend vond ik dat het Belgische onderwijs zich al veel actiever bezighoudt met wereldburgerschap. Veel Belgische basisscholen beschikken al over goede lesprogramma’s. Iets verderop in dit hoofdstuk kun je een praktijkvoorbeeld met resultaat lezen van Veerle Quartier. Wel vond ik informatie over het Nederlandse middelbare onderwijs, waar ze willen dat de scholen in de toekomst meer kunnen inspelen op de ontwikkelingen in de maatschappij. Ik ben wel blij dat daar al goed over nagedacht wordt: In het masterplan ‘Ruimte voor samen scholen’ VO (voortgezet onderwijs) Breda, passen ze het onderwijs al aan op de huidige maatschappij: ‘Doelen zijn toekomstgericht. In de inleiding van dit Masterplan hebben we in het kort beschreven op welke ontwikkelingen van de maatschappij het onderwijs moet inspelen. De kenniseconomie, de informatiemaatschappij, de mondialisering, de multiculturele samenleving en de vergrijzing zijn daarbij de meest in het oog springende onderwerpen. Het zal niet meer zo lang duren dat de scholen uitsluitend blijven werken volgens een landelijk vastgesteld eindexamenprogramma. De scholen kunnen in de toekomst meer inspelen op de ontwikkelingen in de maatschappij.’37 Op veel middelbare scholen worden ook steeds vaker in het profiel Cultuur en Maatschappij discussies en opdrachten over globalisering en wereldburgerschap ingevoerd. Niet alleen in Nederland houden scholen zich bezig met het thema globalisering en wereldburgerschap. Mijn basisschool in Suriname deed mee met het Sam Sam project. Dat hield in dat de school contact had met scholen in Nederland en dat zij zo weetjes en informatie op een quizachtige manier naar elkaar overspeelden. Ook doen sommige basisscholen in Atjeh mee aan het dagboekenproject met basisscholen in Nederland. Ze wisselen deze ingevulde dagboeken uit en komen zo meer te weten over de dagelijkse levensstijl van elkaar.38 Op basisscholen wordt het thema ‘Wereldburgerschap’ steeds bekender. Het onderwijs moet er wel aan aangepast worden en ook de visie van de leerkrachten en beginnende leerkrachten. NCDO vermeldt: ‘De komende jaren steunt NCDO leerkrachten en docenten die wereldburgerschap proberen te verankeren in scholen en lerarenopleidingen. Scholen voor primair en voortgezet onderwijs worden gesteund bij de invulling van wereldburgerschap in hun school en het aanbrengen van samenhang daarin. Ook werken Pabo’s en Universiteiten
36
Handleiding (2006), Persoon, Onderwijs en wereld, ‘Omgaan met verschillende culturen’ Hogeschool Domstad 37
Gemeente Breda [website] URL: < http://www.breda.nl/index.php?simaction=frameset&mediumid=1&stukid=41989&fontsize=12&onderdeel=bri> (Gezien dd. 8 januari 2007) 38
Zie: bijlage 1. Atjeh
33
actief aan het versterken van aandacht voor de wereld op verschillende niveaus binnen hun onderwijs. Het streven is om de structurele aandacht voor internationale thema’s binnen het hele vakkenpakket in het basis en voortgezet onderwijs te vergroten.’ Het volgende staat in de brochure ‘Wie leert ons lezen en schrijven? Dag variant, Studiejaar 2006-2007 van Hogeschool Domstad: ‘De leraar als wereldburger: Onderwijs heeft een maatschappelijke opdracht. Hogeschool Domstad bevordert bij studenten een actieve en kritisch bewuste houding. Hierbij hebben we aandacht voor maatschappelijke diversiteit en interculturele verschillen. Als leraar moet je kinderen immers begeleiden om straks goed te functioneren in onze democratische en multiculturele samenleving.’ Tenslotte heb ik nog een mooi voorbeeld gevonden van het aanbieden van wereldburgerschap op de basisschool met positieve resultaten. Veerle Quartier studeert aan de vrije universiteit Brussel aan de faculteit voor psychologie en educatiewetenschappen. Zij heeft in academiejaar 2005-2006 een onderzoek gedaan met de titel: ‘Actief wereldburgerschap. Wat is de impact van mondiale vorming op attitudeverandering bij lagere schoolkinderen? ‘ Zij heeft twee groepen gevormd van kinderen die in groep 6, 7 en 8 zitten. De eerste groep, de experimentele groep, neemt deel aan het project. Deze groep komt in aanraking met de mondiale vorming die de school aanbiedt van het wereldburgertraject. De andere groep neemt niet deel aan het project. Beide groepen zijn qua samenstelling helemaal gelijk. De uitkomst is dat de groep kinderen die mee heeft gedaan aan het project geneigd is minder vooroordelen te hebben. Ook hebben ze een minder stereotiep beeld van de machtsverhoudingen. 39 En dit was nog maar na drie maanden van deelnemen aan het wereldburgertraject! Ik zie hierin toch hele goede toekomstperspectieven als de basisscholen in Nederland zich steeds meer gaan richten op wereldburgerschap. Het zal onze multiculturele samenleving ten goede komen! Zelf ga ik ook een onderzoek doen voor mijn wereldburgerschapproject. Ik stel een goed gekozen vragenlijst op, die ik aan het begin en aan het eind van mijn project door heel mijn groep 8 laat invullen. Ik ga onderzoeken of mijn wereldburgerschapproject op korte termijn al invloed heeft gehad op het vormen van mijn leerlingen als wereldburgers. In het volgende hoofdstuk kan je meer lezen over mijn wereldburgerschapproject.
39
Scriptie: Quartier V, (2005-2006), ‘Actief wereldburgerschap. Wat is de impact van mondiale vorming op attitudeverandering bij lagere schoolkinderen? ‘ Brussel
34
3.3 Mijn wereldburgerschapproject Omdat wereldburgerschap relatief een nieuw begrip is, introduceren veel basisscholen er al kleine aspecten van, maar is het nog niet volwaardig geïntegreerd in het onderwijs. Dat duurt ook nog wel even, want er moeten veel nieuwe methodes komen en ook een andere manier van lesgeven. Dit zal tijd kosten voor bijvoorbeeld leerkrachten die vijftien jaar geleden zijn afgestudeerd. Zoals je hebt kunnen lezen in het voorwoord is de basisschool waar ik stage ga lopen al wel geïnteresseerd in het wereldburgerschap. Om goed te kunnen starten als leerkracht met het thema wereldburgerschap heb ik mijzelf veel ingelezen in de theorie over wereldburgerschap en het vormgegeven als mijn meesterstuk. Ook ben ik nagegaan hoe ik zelf ben als wereldburger en of ik aan de doelen van een wereldburger voldoe. Gelukkig zijn deze doelen alleen maar nieuw voor mij op papier, want in het dagelijkse leven oefen ik deze doelen bewust en onbewust al uit. Ik heb mijzelf ontplooid als wereldburger door - mijn opvoeding, waarin ik heb geleerd respect te hebben voor de diversiteit aan normen en waarden - mij in andere landen in te zetten voor de medemens (Suriname, Italië) - nieuwsgierig te zijn naar wat er om mij heen in de wereld gebeurt (ik volg het journaal en mijn zus werkt bij het ministerie van Buitenlandse Zaken; ik vraag haar veel naar wat zij doet) - mijn eigen levensstijl en consumptiegewoonten aan te passen om zo het leefmilieu en de toekomstige generaties te beschermen. Ik neem heel vaak de fiets in plaats van de auto of de bus en ik gebruik nooit de plastic zakjes in de supermarkten; ook ben ik voor gescheiden afval - bereid te zijn mee te werken aan het meer rechtvaardig maken van de wereld. Ik ben lid van Amnesty International en help ook op de informatiemarkten - bereid te zijn om conflicten op een geweldloze manier op te lossen. Als er conflicten zijn dan praat ik ze op een assertieve manier uit. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Hiermee wil ik duidelijk maken dat ik mij niet voor niets in het wereldburgerschap interesseer. Ik voel mij als een wereldburger en ik merk dat ik de wereld daar echt een beetje mee kan helpen. Ook al ben ik maar een van de 6 miljard mensen op deze aarde. Door wereldburgerschap door te geven aan mijn groep 8 wil ik dat de leerlingen zich bewuster gaan zijn van hun rol als wereldburger en daar ook wat mee gaan doen. Daarom wil ik dit wereldburgerschapproject opzetten. Waar ik op ga letten, is dat ik een rijke leeromgeving aanbied en voldoende informatie geef met voorbeelden over de onderwerpen van wereldburgerschap. Het is de bedoeling dat de leerlingen zelf aan de slag gaan met deze informatie en bekijken hoe zij het op hun manier willen verwerken. Iedereen is op zijn manier een wereldburger. Zo leren ze zelf na te denken over hoe zij in de wereld staan, wat ze aan de wereldproblematiek kunnen doen en hoe ze om willen gaan met de medemens in deze multiculturele samenleving. Door zelfontdekkend te leren en met resultaten te komen die wel vallen binnen de einddoelen van het basisonderwijs, krijgen de leerlingen veel succeservaringen, eigenwaarde en zelfkennis. Ik ben hierbij de begeleider.
35
Zoals ik al schreef, zijn er nog maar weinig kant en klare ‘wereldburgerschap’ methodes of lespakketten, omdat het een beginnend opkomend onderwerp is. Wereldburgerschap hoeft ook niet op elke basisschool hetzelfde ingevuld te worden. Naar aanleiding van een leerkracht die meedoet aan een buitenlandproject (mijn mentor) en behoeftes of ervaringen bij leerlingen kun je er je eigen draai aan geven. Met het organiseren van projectweken, sponsoracties, gastsprekers en uitwisselingen kun je de klas kennis laten maken met het wereldburgerschap.
In februari en maart 2007 ga ik mijn project over wereldburgerschap uitvoeren in groep 8 van de Dominicusschool in Utrecht.. Mijn insteek hierbij is: - Hoe kunnen we landen helpen waar hulp nodig is? – Wat kunnen wij leren van ontwikkelingslanden? – Hoe gedraag ik mij het best in onze multiculturele samenleving? De uitwerking van dit project komt na dit theoriegedeelte. Ik ben benieuwd hoe het allemaal gaat!40
40
Meer informatie, zie bijlage 3: Organisaties die lespakketten aanbieden, sponsoracties helpen te organiseren en meer ideeën hebben om het thema wereldburgerschap in te vullen.
36
Conclusie De laatste eeuwen zijn er door globalisering veel dingen veranderd. De landsgrenzen zijn niet langer gesloten en de wereld is veel toegankelijker geworden voor iedereen. Door de komst van vluchtelingen en de arbeidsmigratie is ons land door de jaren heen een multiculturele samenleving geworden. Kinderen worden geconfronteerd met andere culturen. Kinderen zijn de toekomst van onze wereld. Het onderwijs moet jongeren aanmoedigen om meer van die wereld te weten te komen. Ze moeten zich ervan bewust zijn dat zij verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en het behoud van de aarde en dat respect belangrijk is voor al haar bewoners. Zij leren dan onder meer om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen acties, zijn bereid om mee te werken aan het meer rechtvaardig maken van de wereld en hebben respect voor de diversiteit aan normen en waarden. De antwoorden op mijn probleemstellingen kan ik nu goed formuleren: - Waarom wil ik bevorderen dat leerlingen zich bewust worden van hun wereldburgerschap? Door leerlingen bewust te maken van hun wereldburgerschap kan er gestreefd worden naar het meer rechtvaardig maken van de wereld, een betere toekomst voor milieu en de mensheid. - Hoe worden de leerlingen wereldburgers? Leerlingen worden wereldburgers door in het onderwijs te streven naar de volgende doelen: Een echte wereldburger: -
is zich bewust van de eigen rol als wereldburger is optimistisch, heeft eigenwaarde en zelfkennis is zich bewust dat zijn eigen handelen op kleine schaal wel degelijk gevolgen heeft voor de grote schaal van de wereld. is zich bewust van de wereld heeft voldoende kennis om inzicht te hebben in internationale ontwikkelingen voelt zich betrokken bij zijn/haar medemensen is bereid mee te werken aan het meer rechtvaardig maken van de wereld draagt bij aan eigen gemeenschap respecteert diversiteit in normen en waarden. Is bereid om conflicten op een geweldloze manier op te lossen. Wil de eigen levensstijl en consumptiegewoonten aanpassen om zo het leefmilieu en de toekomstige generaties te beschermen
Leerlingen worden wereldburgers door hen op zo’n manier lessen en informatie over goed wereldburgerschap in het onderwijs aan te bieden, dat zij zich echt bewust worden van hun wereldburgerschap en zichzelf zo in hun verdere leven blijven ontwikkelen. Ik wil dat de leerlingen zich bewust worden van hun eigen daden en acties. Die hebben niet alleen kleinschalige gevolgen, maar gevolgen voor heel de wereld
37
Hoe integreer je wereldburgerschap in het onderwijs? Wereldburgerschap is een nieuwe opkomende term en moet nog volledig geïntegreerd worden in het onderwijs. Waar veel scholen al mee bezig zijn, is het uitvoeren van projecten over wereldburgerschap met verschillende onderwerpen die hierbij aansluiten. Als leerkracht kan je de leerlingen ook zonder deze projecten al kennis laten maken met hun status als wereldburger door bijvoorbeeld: - het voeren van gesprekken over lokale, nationale en internationale onderwerpen en over gebeurtenissen in de klas, die de leerlingen belangrijk vinden; - de kinderen kritisch te leren kijken naar zichzelf en ze stil laten staan bij het eigen gedrag en vooroordelen tegenover kinderen in de klas of tegenover andere landen en culturen. Benieuwd ben ik hoe mijn project over wereldburgerschap gaat lopen. De resultaten kun je na dit theoriegedeelte lezen. Ik ben blij dat er steeds meer aandacht wordt besteed aan wereldburgerschap, want samen kunnen wij de wereld mooier, leefbaarder en kleurrijker maken!
38
Praktijkgedeelte project ‘ Wereldburgerschap’
39
Inleiding Van 12 februari tot en met 19 maart 2007 hebben ik mij met mijn stageklas, groep 8, bezig gehouden met het thema ‘Wereldburgerschap’. Alle lesideeën heb ik onderverdeeld in de hoofdstukken: -
Indonesië / Atjeh Multiculturele samenleving Wereldburgerschap.
Voordat we met het project begonnen heb ik de kinderen een wereldburgerschapvragenlijst laten invullen41. Zo maakten zij al kennis met onderwerpen die te maken hebben met wereldburgerschap. Na het project heb ik de kinderen deze quiz nog eens laten doen. Zijn zij zich nu nog bewuster van hun rol als wereldburger en gedragen zij er zich ook meer naar? Mijn mentor heeft van 25 februari tot en met 12 maart 2007 deelgenomen aan het project ‘KSU voor Ajteh’. Het leek me daarom goed om eerst te beginnen met het onderwerp Indonesië. In de methode ‘De grote reis’, die wij op school gebruiken, wordt Indonesië uitvoerig belicht. Ik ben dan ook met deze methode begonnen om de kinderen zoveel mogelijk over Indonesië te weten te laten komen. Hierbij heb ik ook zelf veel opdrachten en werkbladen gemaakt om de kinderen helemaal onder te dompelen in Indonesië, zodat ze er op veel verschillende manieren kennis mee zouden kunnen maken. We hebben het ook gehad over beeldvorming. In hoeverre klopt het beeld dat je van de media meekrijgt van Nederland, maar ook van de hele wereld? Let er op dat een verhaal altijd meer dan een kant heeft. In de hal van de school had ik een grote tentoonstelling gemaakt over Indonesië en Atjeh. Daardoor ging het onderwerp ook veel meer leven voor de leerlingen, ouders en leerkrachten. Zo’n reis van de meester naar Atjeh en het vooruitzicht wat hij daar zal aantreffen na de tsunami en hoe hij de kinderen gaat helpen, is niet niets. 42
41 42
Zie bijlagen, Wereldburgerschapquiz Zie bijlagen, mail van Ad Elbertse, ervaringen Atjeh
40
Tentoonstelling Indonesië / Atjeh
Van het koloniale verleden van Indonesië en Nederland legde ik een bruggetje naar het koloniale verleden van Suriname en Nederland.43 Daarna heb ik de kinderen door activiteiten en andere opdrachten geleerd en laten ondervinden, hoe het is om als vreemdeling in een nieuw land te komen. Hoe kun je je het beste gedragen in onze multiculturele samenleving waar sommige mensen te maken hebben met discriminatie? Tot slot van discriminatie naar mensenrechten en de millenniumdoelen44 die door de VN zijn opgesteld met als doel: de mensen ervan bewust maken dat het op deze manier niet goed verloopt in wereld. Vooral niet als je naar de toekomst kijkt. De wereld moet op veel gebieden verbeterd zijn in 2015, en hoe kunnen wij hier op kleinschalig niveau aan bijdragen? Ik hoop dat u met interesse mijn lesideeën doorleest en er uit pikt wat u van belang vindt om te gebruiken in het dagelijkse leven en het onderwijs. Niet alle ideeën heb ik uitgevoerd, omdat dit soms niet haalbaar was in mijn groep 8. De meeste lesideeën heb ik geëvalueerd. In de uiteindelijke evaluatie kunt u lezen, hoe het totale project ‘Wereldburgerschap’ is verlopen. In de conclusie breng ik mijn praktijkervaringen in relatie met de theorie. Is het echt belangrijk om kinderen zich bewust te maken van hun rol als wereldburger?
43 44
Zie hoofdstuk 2.1 Zie hoofdstuk 1.2
41
Hoofdstuk 1. Indonesië / Atjeh Als wereldburger weten de kinderen wat er om hen heen in de wereld gebeurt. Om hen kennis te laten maken met de wereld om hen heen, heb ik ingevoerd dat we elke ochtend het nieuws bespreken. De eerste dag stak alleen S. zijn vinger op om te vertellen wat hij had gezien op het journaal. De dagen en weken daarna wilden steeds meer kinderen vertellen wat zij hadden gezien op het nieuws. Geweldig! En om kennis te maken met een ander werelddeel was Atjeh met Indonesië een mooi aanknopingspunt. In dit hoofdstuk heb ik Atjeh, maar vooral Indonesië, uitvoerig belicht en behandeld met mijn groep 8. Ze vonden het extra interessant omdat hun eigen meester in Atjeh zat! In het begin van het project hebben de kinderen duidelijk geleerd hoe beeldvorming in elkaar zit. Door mondialisering kunnen we alles binnen ‘no time’ weten van wat er in de wereld gebeurt, maar moeten we het ook honderd procent geloven? Ons beeld wordt vooral gevormd door de media en sensationele zaken worden extra zwaar gemaakt. Door spelletjes heb ik hen laten inzien dat het heel goed is om er bij stil te staan wat je allemaal in de media ziet en dat beelden en ideeën gemakkelijk vervormd kunnen worden. Verder heb ik de kinderen een nieuw handenklapspel geleerd met daarbij een liedje over een koelie. (In de koloniale tijd was dat een Indonesische landarbeider). In de SamSam over Indonesië konden ze lezen hoe het leven er daar voor kinderen aan toe gaat. Ook heb ik de kinderen Indonesisch geleerd en hebben ze echte wajangpoppen gemaakt!
42
Hoofdstuk 1.1 This is me De leerlingen hebben het ‘This is me’ stencil ingevuld. De bedoeling was, dat we dat vertaalden in het Indonesisch. De kinderen in Atjeh zouden dit stencil ook invullen. Zo zouden ze van elkaar een beeld krijgen van hoe zij leven en wat hen interesseert; ook om er achter te komen dat er vast heel veel dingen gemeenschappelijk zijn. Helaas is er in Ajteh geen tijd geweest om dit te kunnen uitvoeren. (Zie bijlagen).
Hoofdstuk 1.2 Wereldburgerschap vragenlijst Voordat ik met dit project begon heb ik voor de kinderen aan de hand van de doelen van wereldburgerschap een vragenlijst gemaakt. In hoeverre zijn zij al een wereldburger? Evaluatie: De leerlingen vonden de vragen erg grappig en kregen zo inderdaad een beter idee van wat wereldburgerschap inhoudt. V. Dacht eerst namelijk gelijk aan de Burger King. Ik legde toen uit, dat de Burger King er ook mee te maken heeft. Door mondialisering (de mogelijkheid om overal op de wereld te komen en bijna alles te kunnen weten van wat er in wereld gebeurt) is de Burger King er niet alleen in Amerika en Nederland, maar ook in bijvoorbeeld Afrikaanse landen en in OostEuropa. De meeste leerlingen hadden ongeveer dezelfde score (ik had de antwoorden bepaalde punten gegeven) nadat ze het na afloop van het project nog eens invulden. De vragen zijn door mij ook niet zodanig opgesteld dat er een groot verschil is te zien tussen voor en na het project ontdekte ik toen. Daarom had ik ook nog evaluatieformulieren van verschillende onderdelen van het project gemaakt. (Zie bijlagen)
Hoofdstuk 1.3 Methode: De grote reis. Groep 8. Onderdeel: Betrokkenheid. Hoofdstuk 1. Met open ogen Hoofdstuk 2. Beeldvorming (Verwerkingsopdrachten, zie bijlagen) Doel: -de leerlingen leren op verschillende manieren naar beelden kijken. Ze leren dat je het op verschillende manieren kan interpreteren.
Doelen onderdeel Betrokkenheid: - Inzien dat mensen en (hulp)organisaties een verschillende visie kunnen hebben op ontwikkelingslanden en ontwikkelingshulp, zoals landbouwprojecten. - Inzien dat beelden en commentaren een eenzijdige optiek kunnen geven op een land of gebeurtenis en de beeldvorming kunnen beïnvloeden.
43
Onderdeel: Tegenstellingen. Hoofdstuk 1. Vriendschap Hoofdstuk 2. Jakarta Hoofdstuk 3. Inkomsten (Verwerkingsopdrachten, zie bijlagen) Hoofdstuk 5. Solidariteit Hoofdstuk 6. Kampong Hoofdstuk 7. Merdeka! Hoofdstuk 9. Tolerantie Hoofdstuk 10. Eenheid in verscheidenheid
Doelen onderdeel Tegenstellingen: - Inzien dat wereldsteden vaak gekenmerkt worden door problemen op het gebied van overbevolking, huisvesting, verkeer, luchtvervuiling en grote verschillen in inkomen. - Inzien dat wereldsteden als gevolg van migratie een multi-etnische bevolkingssamenstelling hebben die bijvoorbeeld herkenbaar is in verschillende woonwijken. - Inzien dat veel landen een koloniaal verleden hebben waarvan overblijfselen zijn terug te vinden in bijvoorbeeld de taal, vieringen, gebouwen en monumenten. - Inzien dat gezinnen met een laag inkomen het overgrote deel van hun budget besteden aan wonen, woonlasten en levensonderhoud. - Inzien dat veel gezinnen in verschillende landen als gevolg van werkloosheid, de lage lonen of schulden op de rand van een bestaansminimum leven. - Inzien dat veel mensen proberen hun inkomen (tijdelijk) te verhogen door middel van sparen, leningen of gokken. - Inzien dat elke samenleving en bevolkingsgroep eigen gewoonten en gebruiken, tradities en vieringen kennen. - Inzien dat Indonesië een land is dat bestaat uit vele eilanden waarvan sommige, als gevolg van transmigratie, een multi-etnische samenstelling en sterke bevolkingstoename kennen.
Evaluatie: Wat een goede uitkomst dat de methode ‘De grote reis’ Indonesië behandelde. Dat was een mooie aansluiting op Atjeh. De leerlingen kwamen zo op de hoogte van de basisgegevens over Indonesië. Om alleen maar uit de methode te werken, vond ik echter veel te droog. Daarom heb ik er zelf heel veel lessen en leuke uitwerkingen bijgemaakt. In de lessen van de Grote reis kregen de kinderen door hoe het leven in Indonesië in elkaar zit. Ik heb daar ook af en toe Suriname bijgehaald, omdat het ook een kolonie van Nederland was en daar ook veel verschillende bevolkingsgroepen samenleven. Soms heb ik gebruik gemaakt van de opdrachtenboekjes die bij de methode horen. Dan kopieerde ik wat ik nodig had. Alle verwerkingsopdrachten verzamelden de kinderen in hun eigen wereldburgermap. De leerlingen vonden het interessant om beelden op video (Kijk op Azië, Teleac NOT) van Indonesië te zien en te weten hoe de mensen daar leven. Wel waren sommigen Indonesië na een tijdje zat. Een mooi moment om toen over te gaan naar onze eigen samenleving die door de jaren heen heel kleurrijk is geworden!
44
Hoofdstuk 1.4 Presentatie beeldvorming Atjeh/Indonesië Doelen: - de kinderen leren dat de media een eenzijdig beeld geven. - De kinderen leren dat je foto’s op meerderen manieren kunt interpreteren In een opdracht van coöperatief leren heb ik het volgende gedaan. De leerlingen kregen per groepje van mij een groot vel met daarop foto’s van Atjeh/Indonesië geplakt. Op een kladblaadje moesten ze eerst zelf een tekst bij de foto’s verzinnen. Daarna overlegden ze in de groep wat de beste tekst was. Dit schreven ze erbij, waarna ze het vel versierden. Toen dit klaar was hebben ze hun werk gepresenteerd! (Zie bijlagen).
Evaluatie: In het begin wisten de leerlingen niet goed wat ze voor tekst ze bij de foto’s moesten bedenken. Ik herinnerde hen toen aan de les beeldvorming die ze de dag daarvoor hadden gehad. Daarin ging het over dat de tekst bij de foto heel belangrijk is. Dat is wat de mensen ‘geloven’. Dus wat voor reële boodschap wil je de mensen meegeven als ze de tekst bij de foto zien? R. Had toen een mooi voorbeeld bij de foto van de rijstvelden: ‘rijst is belangrijk voor de Indonesische mensen’. De kinderen kregen toen door dat als je niet heel veel van Indonesië af weet, toch heel logisch kan verwoorden wat er op de foto te zien is. Je moet net doen alsof jij de foto hebt gemaakt. Wat wil je dan duidelijk maken aan de kijker? Het presenteren vonden ze maar eng, maar ik was heel trots op de groepjes dat ze dat toch hadden gedaan!
Hoofdstuk 1.5 Maskers De kinderen hebben gelezen en geleerd dat Indonesië zijn eigen vieringen en feesten heeft. Op foto’s konden de kinderen zien dat er vaak maskers worden gebruikt, ook tijdens toneelvoorstellingen. Als activiteit voor beeldende vorming heeft de klas maskers gemaakt. Bron: handvaardigheid moet je doen, groep 8. (Resultaten maskers: zie bijlagen)
Hoofdstuk 1.6 Indonesische woordjes Om de kinderen nog meer te betrekken bij Indonesië heb ik de kinderen laten oefenen met Indonesische woordjes. Mijn zus heeft 12 jaar geleden 14 maanden in Indonesië gestudeerd en rondgereisd. Ze kan nu nog steeds Indonesisch (Bahasa) praten. Ik heb haar gevraagd de belangrijkste woorden en zinnetjes die worden gebruikt te vertalen. Daarvan heb ik een werkblad voor de kinderen gemaakt. 45
(Zie bijlagen) Evaluatie: De kinderen gingen eerst alles zelf oefenen en de invulopdrachten maken. Daarna kregen ze 5 minuten de tijd om met hun buurman of buurvrouw een klein toneelstukje in te studeren. Voor de klas werden deze toneelstukjes opgevoerd. Ze probeerden het heel goed en het was soms ook heel grappig (ze moesten er zelf ook om lachen) hoe ze de woorden en zinnetjes uitspraken.
46
Hoofdstuk 2. Multiculturele samenleving Als wereldburger hebben de kinderen respect en begrip voor de diversiteit aan normen en waarden. Om de kinderen meer begrip te laten krijgen voor de diversiteit aan normen en waarden in onze multiculturele samenleving wilde ik hen meer te weten te laten komen over het ontstaan hiervan. Zo krijgen de kinderen door dat immigratie naar Nederland niet alleen van de laatste jaren is, maar al jaren geleden begon met de ontdekkingsreizen over zee, de hugenoten uit Frankrijk en dat het ook te maken heeft met onze koloniale banden met Indonesië en Suriname in het verleden.45
Hoofdstuk 2.1 Video: de multiculturele samenleving Met deze video heb ik laten zien hoe de multiculturele samenleving is ontstaan. In een goede multiculturele samenleving is gelijkwaardigheid zonder discriminatie en racisme normaal.46 De kinderen hebben er verwerkingsopdrachten bij gemaakt. Die hebben we na afloop besproken. (Zie bijlagen) Doel: - De kinderen weten wat de begrippen allochtoon en autochtoon betekenen. - De kinderen leren dat er verschillende motieven zijn om te immigreren en te emigreren - De kinderen leren hoe deze multiculturele samenleving is ontstaan. - De kinderen leren dat je discriminatie onder andere kunt tegengaan door contacten te hebben met mensen uit andere culturen. - De kinderen weten dat een stereotiep beeld dat je van iemand hebt gemakkelijk kan leiden tot vooroordelen en discriminatie. Evaluatie: Dit is echt heel duidelijke video en vanaf het begin met het oude voorlichtingsspotje: ‘Racism beat it’ (met daarin: twee handen (een blanke en gekleurde) houden elkaar stevig vast) waren de kinderen al geboeid. De video is eigenlijk voor de middelbare school bedoeld, maar mijn groep 8 begreep er ook genoeg van. Er wordt heel duidelijk uitgelegd hoe mensen over elkaar kunnen denken, hoe stereotypen, vooroordelen en discriminatie ontstaan. Ja, een aanrader. Na de video hadden we nog een gesprek over racisme. H. heeft hier wel eens mee te maken gehad. Dan wordt hij op straat ineens als ‘zwarte’ uitgescholden. De kinderen vonden dit erg onterecht. Het is voor hen nu wel duidelijker geworden dat je echt je eigen mening moet vormen over mensen zonder deze klakkeloos van anderen over te nemen. Wel weten ze dat het moeilijk is, omdat je psyche het zich aanwent om een eerste indruk te hebben van iemand.
45 46
Zie theoriegedeelte hoofdstuk 2. Het ontstaan en de gevolgen van globalisering in ons land. De multiculturele samenleving (1996) NOT, Hilversum
47
Je mening wordt gevormd door eerdere ervaringen. Het is heel complex als je brein bij elke ontmoeting in het dagelijkse leven moet uitpluizen hoe iemand is.
Hoofdstuk 2.2 Verhaal ‘De grote boze wolf’ Doel: Laten zien hoe vooroordelen kunnen ontstaan. Vooroordelen en stereotiepe opvattingen over elkaar ontstaan, omdat je vaak maar van een kant het verhaal kent en je ervan overtuigd bent dat die kant van het verhaal waar is. Het verhaal van de grote boze wolf laat zien dat er verschillende interpretaties te geven zijn aan hetzelfde verhaal. Evaluatie: De kinderen dachten eerst dat er een beetje een kinderachtig sprookje kwam toen ik vertelde dat dit over de grote boze wolf ging. Haha, maar ze vonden het echt zo grappig! Daarna hebben we nog een gesprek gehad over de verschillen tussen het echte sprookje en dit sprookje. Ook vroeg ik aan de kinderen of zij voorbeelden hadden uit hun eigen leven van situaties die wel eens verkeerd begrepen werden. De kinderen hadden veel voorbeelden over ruzies met een broertje of zusje en dat de ouders dan de kant van hun broertje of zusje kozen, terwijl ze beiden schuld hadden. Er werd dan maar een kant van het verhaal gehoord. Heel belangrijk dus om bij een verhaal na te gaan: geloof ik dit meteen of kan er nog een andere kant aanzitten? Als verwerkingsopdracht liet ik de kinderen zelf de andere kant van het verhaal van een sprookje bedenken. T. heeft een hele grappige gemaakt over de stiefmoeder van sneeuwwitje! 47
(Zie bijlagen) Hoofdstuk 2.3 Baffaspel Doel: -De leerlingen ondervinden hoe moeilijk het voor een buitenlander is om zich aan te passen aan een andere cultuur. -De leerlingen ondervinden dat je heel snel went aan je eigen cultuur -De leerlingen leren dat van beide kanten openstaan voor de andere cultuur meehelpt aan het integratieproces -De leerlingen ondervinden dat verhalen van anderen invloed hebben op je eigen oordeel. (Positief en negatief) Evaluatie: Het is goed om de kinderen te leren om open te staan en begrip te hebben voor andere culturen in deze maatschappij. Het Baffaspel is een mooi voorbeeld van ervaren hoe iemand het voelt om in een andere cultuur te komen. Ik heb dit spel niet uit kunnen voeren in mijn klas, omdat er op dat moment andere dingen tussen kwamen. Daarna waren er weer veel andere activiteiten.
47
Bron: Spellen-boek Amnesty International
48
Wel heb ik het Baffaspel op Domstad uitgevoerd en ik heb het echt als iets heel positiefs en leerzaams ervaren! (Zie bijlagen)
49
Hoofdstuk 3. Mensenrechten en Wereldburgerschap Als wereldburger zetten de kinderen zich in om de wereld te verbeteren. In de loop van het project leren de kinderen dat vooroordelen vaak leiden tot discriminatie. Mensen kunnen zich door discriminatie persoonlijk gekwetst of bedreigd voelen. Alle mensen op deze wereld zijn wereldburgers: lid van de wereld. Iedereen heeft het recht om gelijkwaardig behandeld te worden. Mensen hebben veel meer rechten, maar vaak worden deze rechten geschonden. Gelukkig zijn er organisaties die de rechten van kinderen en iedereen willen beschermen. Zo heeft de VN in 2000 ook 8 millennium ontwikkelingsdoelen opgesteld om de wereld rechtvaardiger te maken.48 Hoofdstuk 3.1
Video: ‘Vrijmarkt’ Over kindsoldaten. Kinderen komen soms vrijwillig bij het leger en soms worden ze gedwongen. Kinderen die vrijwillig bij het leger komen doen dit meestal omdat ze wraak willen nemen op de mensen die hun ouders en/of andere familieleden hebben vermoord. Een ander motief voor kinderen om zich vrijwillig aan te sluiten bij het leger is omdat hun ouders hen niet kunnen onderhouden en dat ze door het leger wel onderhouden kunnen worden. Soms worden kinderen ontvoerd om bij het leger te werken. Ontsnappen is moeilijk en als ze betrapt worden betekent dit de dood.
Doelen - Leerlingen informeren over Amnesty International en bewust maken van mensenrechtenschendingen en in het bijzonder over de schendingen van de rechten van het kind (bijvoorbeeld kindsoldaten). - Leerlingen informeren over de acties die AI onderneemt. - Leerlingen leren zich in te leven hoe het is om kindsoldaat te zijn. Vrijmarkt De video 'Vrijmarkt' speelt in op de situatie van vluchtelingen. In een haven vindt men een verstekeling in een container opgesloten. De jongen, genaamd Percy, komt in een opvanghuis voor vluchtelingen terecht. Hij gaat naar school en maakt tekeningen, maar hij wil niet vertellen wat er in het land waar hij vandaan komt gebeurd is. Percy ontmoet op de Amsterdamse vrijmarkt Yvonne aan wie hij geleidelijk zijn schokkende verhaal vertelt. Door flashbacks van Percy en het verhaal dat hij Yvonne vertelt, komen de leerlingen meer te weten over het land waar hij vandaan komt.
48
Theorie Hoofdstuk 1.2 Millenniumdoelen
50
Vragen bij de video: -Waarom komt Percy naar Nederland? -Waarom tekent Percy zijn herinneringen? -Vindt Percy het erg dat zijn tekeningen wegwaaien op het eind? Evaluatie: De kinderen vonden het indrukwekkend hoe kinderen als kindsoldaten worden ‘opgevoed’. Het was een duidelijke speelse informatieve video. Er zat ook humor in verwerkt en het verhaal sloot goed aan bij de belevingswereld van de kinderen. Ik merkte dat ze respect kregen voor Percy dat hij zo’n doorzettingsvermogen had om te vluchten en afscheid te nemen van zijn familie. K. en N. zeiden na de video: ‘Wat hebben we het toch goed in Nederland!’ Het is heel goed dat de kinderen meer waarderen dat ze familie, vrienden, onderdak, school en een veilig leven hebben! Nu de kinderen steeds meer kennis kregen over kinderrechten, viel het hen ook op dat je bijna elke dag wel iets hoort op het nieuws over kinder- en mensenrechten.
Hoofdstuk 3.2 Gastles Amnesty International Voor mijn project wereldburgerschap had ik ook een gastdocent van Amnesty International uitgenodigd om samen met de kinderen bezig te zijn met de rechten en van de mens en de rechten van kinderen. Doel: - De kinderen weten wat Amnesty International inhoudt - De kinderen leren meer over de situaties waarin kinderen in andere landen terecht kunnen komen, waarin de kinderrechten geschonden worden. Evaluatie: Ik had mijn groep in tijden niet meer zo lang zien opletten en serieus mee zien doen met de les. Echt heel goed! De kinderen vonden het erg boeiend. Vooral de kaarten maken voor de kinderen die in opvangtehuizen zitten, vonden de kinderen een heel goed idee. Ze zetten zich in om de wereld iets beter te maken. Ze hadden hele positieve gevoelens dat ze de kinderen zo van een afstand een heel klein beetje konden helpen! De foto’s van de eindproducten kunt u zien in de bijlagen 51
Hoofdstuk 3.3 Lespakket over rechten van straatkinderen in Tanzania Video Ramadhani Door de reis in Tanzania van Ramadhani naar zijn geboortestad te volgen komen de kinderen met kinderrechten in aanraking.
Doelen: Kennisdoelen: - De leerlingen nemen kennis van het leven in Tanzania, met name van het leven van straatkinderen. Ze kunnen na afloop enkele kennisgerichte vragen beantwoorden. Vaardigheidsdoelen: - Ze bekijken de video aandachtig, nemen de beelden in zich op. Ze leven zich in in het leven van enkele straatkinderen in Tanzania. Ze zijn in staat na het zien van de video hier met verstand en gevoel iets over te vertellen. Houding en waarden doelen: - De leerlingen stellen zich open en raken betrokken bij de kinderen in deze video. Ze vormen zich een eerste mening en starten met het maken van morele afwegingen vanuit een besef van rechtvaardigheid. Vloerspel over de reis van Ramadhani Kennisdoelen: - De leerlingen herkennen en begrijpen de vijf hoofdgroepen van kinderrechten. Ze kennen het onderscheid tussen de begrippen recht en plicht. Vaardigheidsdoelen: - De leerlingen herkennen en benoemen de kinderrechten in de video en kunnen uitleggen, wat er gebeurt als de rechten niet worden nageleefd. Ze kunnen zich verplaatsen in de gevoelens en gedachten van de personen uit de video, ze kunnen dit verwoorden. Ze kunnen hun eigen ervaringen en meningen ermee in verband brengen. De leerlingen werken in spelvorm samen en laten zien, dat ze het begrip respect ook in de eigen situatie kunnen toepassen. Houding- en waardedoelen: - De leerlingen worden zich bewust van menselijke waardigheid en beseffen dat ieder mens recht heeft op respect. Ze staan open voor verschillen in culturen en meningen en gaan zorgvuldig om met hun (waarde)oordelen over rechtvaardigheid. De leerlingen zijn in staat tot inleven en meeleven. Ze zijn bereid om hun mening te uiten en om hun mening bij te stellen. Ze willen zich actief inzetten om serieus, eerlijk en met plezier samen het spel te spelen.49
49
Onderweg met Ramadhani (2004) J. Zonneveld, Hivos, Den Haag
52
Evaluatie: Wat een geweldig spel is dit! Heel veel aspecten van wereldburgerschap komen hierin aan de orde, zoals: openstaan voor verschillende culturen, besef van rechtvaardigheid, begrip, respect en het meeleven in situaties. Mijn mentor was er ook bij toen we het uitvoerden. Zo kon hij iets meer de rust in mijn groep 8 houden, zodat wel alle kinderen gewoon mee konden doen. Doordat ze eerst de video hadden gekeken, kregen ze een realistischer beeld van hoe Tanzania en de reis met Ramadhani en zijn vrienden was. Het samenwerken in de groepjes ging goed, alleen moest ik er wel opletten dat echt iedereen een aandeel had in het spel. Daarom kreeg elk kind elke beurt weer een andere taak. In het spel zitten vragen die de kinderen moesten beantwoorden, maar ook doe opdrachten, die heel de klas tegelijk uitvoerde. Echt heel grappig om te zien hoe ze bijvoorbeeld aan het dansen en trommelen waren op de Afrikaanse muziek die ik had meegenomen. Ook deden ze in tweetallen spelletjes waarin je elkaar nodig hebt. Bijvoorbeeld op de grond met de ruggen tegen elkaar aanzitten en dan proberen op te staan. Aan de vijf kinderrechten heb ik extra aandacht besteed. De andere doelen heb ik niet specifiek benoemd, want die maakten ze zich onbewust vaardig tijdens dit spel. De tijd ging heel snel en we zijn er ongeveer 1,5 uur mee bezig geweest. Precies goed, want bij sommigen begon de aandacht een beetje te verzwakken en het was al bijna tijd om naar huis te gaan. Dit spel is echt een aanrader voor elke bovenbouwklas! Ik ben er heel erg over te spreken! Hoofdstuk 3.4 Millenniumdoelen Doel: -Weten waarom de millenniumdoelen zijn opgesteld -Weten wat de millenniumdoelen inhouden. De kinderen heb ik geleerd waarom de millenniumdoelen zijn opgesteld en wat ze inhouden.50 Ze gingen daarna aan het werk met: -het millenniumdoelen boekje -voetbal met daarop: ‘Welk doel trap jij in?’ -de millenniumdoelen lineaal -de millenniumdoelen kraskaart. Ze kregen van mij de opdracht om het doel uit te kiezen wat voor hen het belangrijkste was. Dit hebben we besproken. Daarna stelden ze in hun groepje ieder voor zich een doel op dat zij uitvoerbaar wilden maken, bijvoorbeeld op school, thuis, in de buurt, in Nederland, Europa of de wereld. In hun groepje bespraken ze welk doel het beste was en dit presenteerden ze. Evaluatie: Wat een goede doelen kreeg ik te horen! K. zei: ik wil dat ze de stoeppaden breder maken, zodat kinderen veiliger kunnen spelen R. zei: ik wil dat elke school verplicht sponsorlopen moeten houden, om zo geld in te zamelen voor goede doelen. 50
Zie theorie Hoofdstuk 1.2 Millenniumdoelen
53
Andere waren nog: Ik wil dat mijn ouders een deel van hun loon aan arme landen geven; ik wil dat fruit goedkoper wordt, dat is gezonder dan snoep, want nu is fruit veel duurder. De materialen heb ik besteld bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, NCDO en het COS.
Hoofdstuk 3.5 Een boodschap naar de wereld Doel: de kinderen kunnen in een beeldende vorming activiteit verwerken wat zij het belangrijkste vinden van wereldburgerschap. In deze afsluitende opdracht van het project ‘Wereldburgerschap’ gingen de kinderen bedenken welke boodschap zij mee willen geven aan de wereld. Dit hebben ze gedaan door middel van een graffiti opdracht. Op het reliëf van een muur lijkt het ook net alsof de tekst op een muur is gemaakt, zoals je vaak in de realiteit met graffiti ziet. (Zie bijlagen) Evaluatie: Wat een leuke resultaten! Bij sommige kinderen moest ik er wel op letten dat het echt groep 8 niveau was en niet alleen een tekening, maar echt groots en opvallend graffiti. Heel goed om te zien hoe ze het geleerde uitbeeldden op papier. Foto’s van de resultaten kunt u zien in de bijlagen. Hoofdstuk 3.6 Sponsorloop voor Ajteh Om geld in te zamelen voor Ajteh hebben we een sponsorloop georganiseerd met de St. Dominicusschool. Uit alle klassen deden heel veel kinderen mee en in een half uur tijd is er totaal iets meer dan 2000 euro opgebracht!!!!!! Geweldig dat de kinderen bijdragen aan het rechtvaardig maken van de wereld door geld bij elkaar te krijgen om het getroffen gebied Atjeh zo nog meer te steunen!
54
55
Evaluatie Na afsluiting van het project merkte ik dat ik het te groot had aangepakt. Ik merkte dat ik teveel onderwerpen had gebruikt. Alleen Indonesië was ook genoeg geweest om de kinderen kennis te laten maken met het thema wereldburgerschap. Verder was het jammer dat ik nu net een heel pittige groep had (vond mijn mentor ook) en ik niet alles uit kon voeren hoe ik het wilde. Sommige dingen waren niet haalbaar. Dat was soms ook wel lastig zonder mijn mentor, die een paar weken in Atjeh zat. Hij kon mij dan niet even bijsturen met deze klas. Ik heb er wel echt heel veel van geleerd; vooral dat ik projecten beknopter moet houden, zodat het doel beter en helderder bereikt wordt. Ik heb nu in ieder geval wel veel materiaal voor mijn komende jaren met lesgeven! De ervaringen voor de kinderen waren heel leuk. Alleen konden ze vaak niet precies aangeven wat ze nou geleerd hadden. Het hielp als ik hen voorbeelden gaf, zoals: heb je meegedaan met de sponsorloop voor Atjeh? Dan heb je je heel goed als wereldburger ingezet om mensen die het minder goed hebben te helpen. L en J hadden voor meester Ad bij andere leerkrachten geld ingezameld, zodat hij in Indonesië een voetbal kon kopen voor de kinderen. Verder zei K. dat hij nu nooit meer kauwgom op straat uit zou spugen, omdat dat ook het milieu vervuilt; niet alleen heb jij er last van als het onder je schoen komt, maar milieuvervuiling heeft uiteindelijk met heel de wereld te maken. Wat ik ook heb gemerkt in mijn groep 8, is dat ik vooroordelen niet helemaal weg heb kunnen nemen met mijn project. Wel heb ik de kinderen geleerd hoe vooroordelen ontstaan en dat het niet gek is om ze te hebben, maar dat je wel met feiten naar zaken moet kijken. Niet meteen de mening van andere mensen overnemen. De kinderen zijn tijdens de lessen met voorbeelden uit hun eigen situatie gekomen. Soms vonden ze dat wel eng, want sommigen legden hun eigen gevoelens en gedachten bloot. Door vooroordelen, stereotypen en discriminatie bespreekbaar te maken, is dit een minder gevoelig onderwerp voor de kinderen geworden. In het begin merkte ik dat enkele kinderen soms nog bevooroordeeld waren tegenover vluchtelingen en asielzoekers. Ik draaide de situatie dan voor hen om. Stel dat je zelf in een oorlogsgebied woont, of wordt gezocht omdat je een andere mening hebt over bijvoorbeeld de politiek. Dan is het toch geweldig dat er landen zijn die jou veiligheid en onderdak kunnen bieden? Ik kreeg toen inderdaad meer ‘ja-knik’ reacties, want zo konden ze zich meer inleven in de situatie van vluchtelingen en asielzoekers hier in hun eigen land. De kinderen zelfontdekkend laten leren en zelf op onderzoek te laten gaan, was ook een van mijn doelen in dit project. In de praktijk liep het allemaal wat anders dan ik had gedacht. Ik vond het moeilijk om deze groep vrij te laten. Daarom heb ik meer gestuurde opdrachten uitgevoerd dan eigenlijk mijn bedoeling was. Ik merkte dat ik tijdens de lessen heel veel profijt had uit mijn eigen ervaringen en kennis die ik opgedaan had in mijn reizen over de wereld. Ook had ik een goede basis voor de uitvoering van dit project, omdat ik mij voor het theoriegedeelte zeer goed verdiept had in alles wat met wereldburgerschap te maken heeft! Zelf heb ik in ieder geval wel al mijn andere doelen bereikt, want ik denk heel positief over wereldburgerschap en ben er een echt een voorstander van. Ik ga er met veel plezier mee verder in mijn toekomstige carrière als juffrouw! (En als wereldburger).
56
Vrienden om mij heen heb ik ook besmet met het wereldburgerschap. Door mijn enthousiasme praatte ik er zoveel over dat het soms teveel voor hen was, maar ik kreeg echt hele goede, leuke en positieve reacties. Mijn huisgenoten gebruiken nu nooit meer de plastic zakjes van Albert Heijn, maar nemen een eigen tas mee. Verder heb ik meer mensen bewust gemaakt van hun rol als wereldburger. Misschien dat ze niet kunnen aanwijzen hoe zij zich nu anders gedragen, maar als je je meer als een wereldburger voelt, dan handel je daar ook automatisch naar. Als is het maar heel klein, ieder beetje helpt! Je bent ook nooit te oud om een wereldburger te worden en te zijn. Tenminste, we zijn natuurlijk allen al wereldburgers, maar mijn streven is dat we ons er meer naar gaan gedragen. We zijn allemaal verantwoordelijk voor deze wereld. Voor al het benodigde materiaal en de lesideeën heb ik heel veel instanties gemaild en gebeld. Van SamSam heb ik de SamSam Indonesië en SamSam Wereldburgers gekregen. Het COS in Utrecht heeft mij ook veel materiaal verstrekt. Verder heb ik op internet veel dingen gevonden om de lessen op te leuken, zoals de platen bij de les over beeldvorming. Om mij meer te verdiepen in Duurzaamheid ben ik naar de landelijke bijeenkomst in Amsterdam geweest. Ik heb daar twee workshops gevolgd en ben meer te weten gekomen over hoe je duurzaamheid in het onderwijs kan toepassen. Wat daarbij hoort: je verantwoordelijk voelen voor je eigen daden en acties en je inzetten om de wereld te verbeteren. Dat is ook een van de doelen van wereldburgerschap. De slagroom op mijn toetje was de Presentatie van het NCDO Visiedocument ‘Wereldburgerschap’ op 31 januari 2007. Wat geweldig om de discussies over ‘wereldburgerschap in het onderwijs’ te horen tussen mensen van de VN, Unicef, en vele andere grote organisaties. Ik was aan het genieten! Vooral omdat ze ook veel dingen zeiden waar ik precies hetzelfde over dacht, maar het dan op dat moment niet zo mooi kon verwoorden. Het belangrijkste wat ik ervan heb geleerd is dat je de wereld in de klas moet halen, dat kijken naar overeenkomsten juist een gevoel van gelijkwaardigheid geeft en dat je van het positieve uit moet gaan, omdat wij mensen in rampgebieden al snel zielig vinden. Probeer de gevoelsmatige betrokkenheid van de kinderen te stimuleren zonder moraliserend te zijn.51 Geweldig om andere mensen met veel kennis te horen praten over onderwerpen waar ik zelf als enige in mijn omgeving ook met volle overtuiging mee bezig was! Wat ik verder zelf ook heb geleerd is om juist naar de overeenkomsten te kijken van verschillende landen. Zelf ben ik al in heel veel landen geweest. In Japan, Italië en Suriname heb ik zelfs enige tijd gewoond. Ik vond de andere culturen juist zo interessant om hun verschillen. Als ik nu terug denk dan weet ik nog dat ik me een beetje verbaasde dat sommigen in Italië dezelfde humor hadden als ik. Het is toch een ander land? Er zijn toch juist zoveel verschillen? Verschillen kunnen er dan wel zijn in rituelen, gebruiken en vieringen, maar uiteindelijk is de mens toch hetzelfde, waar hij ook opgegroeit. Nu vind ik het juist een uitdaging om naar de gelijkenissen te kijken als ik in een ander land ben, omdat dat mij dan ook meer een gevoel van verbondenheid geeft!
51
Onderweg met Ramadhani (2004) J. Zonneveld, Hivos, Den Haag
57
Conclusie - Waarom wil ik bevorderen dat leerlingen zich bewust worden van hun wereldburgerschap? Door leerlingen bewust te maken van hun wereldburgerschap kan er gestreefd worden naar het meer rechtvaardig maken van de wereld, een betere toekomst voor de mensheid en het milieu. Tijdens de presentatie van het NCDO visiedocument ‘Wereldburgerschap’ op Hogeschool Domstad heb ik dit als belangrijkste punt meegenomen: Het belangrijkste dat je als wereldburger moet doorhebben, is om niet te kijken naar de verschillen van mensen, maar juist naar de overeenkomsten. Dat geeft het saamhorigheidsgevoel en de kracht om samen wat van de wereld te maken! Ik vind het belangrijk dat de kinderen respect en begrip voor normen en waarden krijgen in deze multiculturele samenleving. Vooroordelen zijn niet aangeboren, maar aangeleerd. We kunnen ze dus ook weer afleren. Een project als wereldburgerschap kan niet alle negatieve vooroordelen de wereld uitbannen. Wel wil ik met wereldburgerschap de manier van denken en handelen van de kinderen verbeteren als het gaat om gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid van alle mensen. Als wij de kinderen leren om zichzelf te respecteren en kennis te nemen van de culturen om hen heen dan wint de multiculturele samenleving aan kwaliteit!52
- Hoe worden de leerlingen wereldburgers en hoe integreer je wereldburgerschap in het onderwijs? Leerlingen worden wereldburgers door in het onderwijs te streven naar de volgende doelen: Een echte wereldburger - is zich bewust van de eigen rol als wereldburger - is optimistisch, heeft eigenwaarde en zelfkennis - is zich bewust dat zijn eigen handelen op kleine schaal wel degelijk gevolgen heeft voor de grote schaal van de wereld. - is zich bewust van de wereld - heeft voldoende kennis om inzicht te hebben in internationale ontwikkelingen - voelt zich betrokken bij zijn/haar medemensen - is bereid mee te werken aan het meer rechtvaardig maken van de wereld - draagt bij aan de eigen gemeenschap - respecteert diversiteit in normen en waarden - is bereid om conflicten op een geweldloze manier op te lossen - wil de eigen levensstijl en consumptiegewoonten aanpassen om zo het leefmilieu en de toekomstige generaties te beschermen.
52
- Normaal is anders, Stichting Vredeseducatie Utrecht (1998) J. Tuinier, M. van der Velden, e.a. Jeugd en Vrede, Brussel - De multiculturele samenleving (1996) NOT, Hilversum
58
Leerlingen worden wereldburgers door hen op zo’n manier lessen en informatie over goed wereldburgerschap in het onderwijs aan te bieden, dat zij zich echt bewust worden van hun wereldburgerschap en zichzelf zo in hun verdere leven blijven ontwikkelen. Ik wil dat de leerlingen zich bewust worden van hun eigen daden en acties. Die hebben niet alleen kleinschalige gevolgen, maar gevolgen voor heel de wereld Wereldburgerschap is een nieuwe opkomende term en moet nog volledig geïntegreerd worden in het onderwijs. Waar veel scholen al mee bezig zijn, is het uitvoeren van projecten over wereldburgerschap met verschillende onderwerpen die hierbij aansluiten. Als leerkracht kan je de leerlingen ook zonder deze projecten al kennis laten maken met hun status als wereldburger door bijvoorbeeld: - het voeren van gesprekken over lokale, nationale en internationale onderwerpen en over gebeurtenissen in de klas, die de leerlingen belangrijk vinden; - de kinderen kritisch te leren kijken naar zichzelf en ze stil laten staan bij het eigen gedrag en vooroordelen tegenover kinderen in de klas of tegenover andere landen en culturen. Ik vind dat het heel goed is om wereldburgerschap in het onderwijs te integreren. Op kleine schaal kan er al een stukje aan de wereld verbeterd worden. Is het niet aan de buitenkant te zien, dan is het wel meer innerlijke tevredenheid. De kinderen zijn zich nu bijna allemaal (on)bewust van hun rol als wereldburger. Niet alleen weten ze nu meer van andere landen op de wereld en hoe de levensstijl daar is, ze hebben ook geleerd dat de acties die je hier onderneemt gevolgen kunnen hebben in andere landen. Bijvoorbeeld strijd tegen milieuvervuiling, maar ook een groet op straat en elkaar helpen kunnen een sneeuwbalreactie oproepen en zo veel meer mensen zich met elkaar verbonden laten voelen. Het is niet de bedoeling dat er nieuwe methodes komen om wereldburgerschap in het onderwijs te integreren. Het is ook niet de bedoeling om met de kinderen op reis te gaan om hen kennis te laten maken met andere culturen. Wel is het aan te bevelen de methode van lesgeven te veranderen en de wereld in de klas te halen!53 Dus meer vakkenintegratie en de leerkracht moet zich bewust zijn van zijn rol als wereldburger. Gebruik het materiaal dat al in het onderwijs aanwezig is en laat de kinderen ook zelf op zoek gaan naar informatie over goede doelen, andere landen en het milieu. Door een voorbeeldfunctie te hebben en met een open houding naar de wereld te staan, kunnen kinderen dat goede voorbeeld overnemen. Wees als leerkracht duidelijk en eerlijk over zaken. Maak dingen niet taboe, maar juist bespreekbaar.54 Als kinderen zelfontdekkend bezig zijn, krijgen ze veel meer de intrinsieke motivatie. Op deze manier maken zij het zich eigen om verder aan te slag te gaan en steeds meer een wereldburger te worden!
53
54
Presentatie NCDO visiedocument Wereldburgerschap Theorie Hoofdstuk 2.3 Waarom wil ik dat leerlingen zich bewust worden van wereldburgerschap?
59
Startbekwaamheden In de opleiding op Hogeschool Domstad worden de startbekwaamheden op het gebied van intercultureel onderwijs nog aangepast. Dit onderwerp wordt ook ingevoerd in een geheel eigen module. Dat vind ik heel goed, want niet elke Pabo-student interesseert zich voor intercultureel onderwijs, terwijl het juist heel belangrijk is om daar kennis van te hebben in onze multiculturele samenleving. Of je het wilt of niet, er komt een tijd dat je ook met allochtone ouders te maken krijgt (als dat nog niet is gebeurd). Het is dan heel goed om je bewust te zijn van je eigen houding en gedrag in onze multiculturele samenleving. Zoals u heeft kunnen lezen zijn deze startbekwaamheden in mijn project verwerkt:
Startbekwaamheden samenleving A Typering van de taak van de beginnende leraar Het vormingsgebied samenleving op de basisschool is erop gericht dat kinderen kennis en inzicht verwerven van onze veranderende samenleving. Dit kan een bijdrage zijn tot de vorming van kritische kinderen van wie respectvol en maatschappelijk gedrag kan worden gevraagd. De beginnende leraar stimuleert de kinderen bij dit proces. Hij leert de kinderen belangen tegen elkaar af te wegen en de samenleving te spiegelen aan andere samenlevingen. Onderwerpen liggen op het terrein van arbeid, groepen in onze samenleving en geestelijke stromingen. De betreffende onderwerpen kunnen aan de orde komen vanuit methoden, vragen van kinderen, eigen omgeving, actualiteit en maatschappelijke ontwikkelingen. B Het eigen niveau van de beginnende leraar Bekwaamheidseis 1: De beginnend leraar beschikt over een voor het basisonderwijs relevant repertoire aan kennis en vaardigheden met betrekking tot het verschijnsel arbeid, groepen in onze samenleving, geestelijke stromingen en staatsinrichting. Hij is daarbij in staat om tot een genuanceerde meningsvorming te komen. C Vakdidactiek en vakinhoud basisonderwijs Bekwaamheidseis 2: De beginnende leraar beschikt over didactische kennis en vaardigheden om in incidentele en geplande situaties kinderen op een positieve wijze te stimuleren tot respectvol en maatschappelijk verantwoord gedrag. Dit betekent dat hij kinderen kan stimuleren maatschappelijke verschijnselen te 'verklaren' en te 'waarderen' vanuit economisch, sociaal, cultureel, natuurlijk- en tijdsperspectief. Bekwaamheidseis 3: De beginnende leraar kan de didactische kennis en vaardigheden demonstreren aan de hand
60
van het vakoverstijgende thema 'de omgeving'. In dit thema zijn voor dit vormingsgebied de volgende inhoudelijke aspecten van belang: - arbeid: soorten beroepen en opleidingen, betaalde en onbetaalde arbeid, verschillen in beloning en sociale voorzieningen; - groepen: overeenkomsten en verschillen in leefeenheden, interculturele verschillen, vormen van rolgedrag, discriminatie en tolerantie en zorg voor de medemens; - geestelijke stromingen: overeenkomsten en verschillen die tot uitdrukking komen in het dagelijkse leven (feest- gedenkdagen en leefgewoonten); Bovengenoemde aspecten uit de eigen omgeving kunnen gespiegeld worden aan een samenleving elders in de wereld of aan een samenleving uit een andere tijd. 22.1.12 Startbekwaamheden gezond en redzaam gedrag A Typering van de taak van de beginnende leraar Het vormingsgebied gezond en redzaam gedrag op de basisschool is er op gericht dat de kinderen een gezond en redzaam gedragspatroon verwerven dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. De beginnende leraar werkt hierbij vanuit het besef dat wat voor de een gezond of redzaam is, dat voor de ander niet hoeft te zijn. Daarvoor zijn kenmerken, leefstijl, omstandigheden en opvattingen van mensen te verschillend. Door vanuit de situatie van de kinderen te vertrekken, sluit de beginnende leraar aan bij de aanwezige kennis, gevoelens en opvattingen van de kinderen, ondersteunt hij positief gedrag dat al aanwezig is. Hij gaat na waar in het gedrag en in de situatie veranderingen wenselijk en mogelijk zijn en wat daarbij komt kijken. De beginnende leraar maakt gebruik van incidentele `oefensituaties' uit de dagelijkse schoolpraktijk: rekening houden met anderen, milieuvriendelijk gebruik van materialen, enzovoort. Ook benut hij de indirecte, positieve invloed die uitgaat van een ondersteunende omgeving. Hierbij gaat het om de invloed van de schoolsituatie (voorzieningen, afspraken, gebouw en inrichting, voorbeeldgedrag, enzovoort) en om de invloed van de omgeving buiten de school (ouders/verzorgers, zelfvoorzieningen, jeugdgezondheidszorg, enzovoort). Daarnaast maakt de beginnende leraar gebruik van een meer geplande aanpak in de vorm van lessen, projecten en themareeksen. B Het eigen niveau van de beginnende leraar Bekwaamheidseis 1: De beginnende leraar beschikt over een voor het basisonderwijs relevant repertoire aan kennis en vaardigheden op het terrein van de sociaal-emotionele ontwikkeling en veilig gedrag. C Vakdidactiek en vakinhoud basisonderwijs Bekwaamheidseis 2: De beginnende leraar beschikt over de didactische kennis en vaardigheid om in incidentele en
61
geplande situaties kinderen op positieve wijze te stimuleren bij het verwerven van een gezond en redzaam gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Hij is in staat hierbij rekening te houden met persoonlijke kenmerken en verschillen, verschillen in culturele en levensbeschouwelijke achtergrond, verschillen in thuis- en woonsituatie en in de sociaaleconomische situatie van de kinderen. Ook kan hij hierbij de schoolsituatie en situaties en personen in de omgeving van de school inschakelen ter ondersteuning. Bekwaamheidseis 3: De beginnende leraar kan de didactische kennis en vaardigheid demonstreren aan de hand van het vakoverstijgende thema `de omgeving (in en om school)'. In dit thema zijn voor dit vormingsgebied de volgende inhoudelijke aspecten van belang: - de voortschrijdende sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen (zich verplaatsen in de gevoelens, wensen, opvattingen en de situatie van anderen, omgaan met conflicten, regels en afspraken, rolgedrag, sociale invloeden, onderlinge relaties). 55
55
URL:< http://www.domstad.nl/html%20sites/startbekwaamheden/4_2Startsamenleving.html>
62
Kerndoelen basisonderwijs Zoals u heeft kunnen lezen zijn onderstaande kerndoelen basisonderwijs in mijn verslag verwerkt: Samenleving Leerlingen krijgen belangstelling voor een aantal belangrijke aspecten in de samenleving en vergroten hun kennis daarover. Dit kan bijdragen tot de vorming van kritische personen van wie respectvol en maatschappelijk verantwoord gedrag kan worden gevraagd. Kerndoelen 15 De leerlingen kunnen enkele aspecten van het verschijnsel arbeid beschrijven, waaronder in elk geval: - soorten beroepen en beroepsperspectieven in relatie tot opleiding en sekse; - betaalde en onbetaalde arbeid, verschillen in beloning; 16 De leerlingen kunnen enkele aspecten van groepen in onze samenleving beschrijven waaronder in elk geval: - kenmerken van leefeenheden, overeenkomsten en verschillen; - enkele vormen van groepsgedrag en factoren die daarvoor bepalend zijn; - overeenkomsten en verschillen tussen etnische groepen; - discriminatie en tolerantie; 17 De leerlingen kunnen overeenkomsten en verschillen noemen tussen enkele geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen. Het gaat dan met name om leefgewoonten en feest- en gedenkdagen.
Milieu Met onderwijs over het milieu wordt geprobeerd de zorg van kinderen voor hun omgeving te stimuleren. Deze gevoelens ontwikkelen ze in direct contact met anderen en de natuur. Daarnaast moeten kinderen besef hebben van het principe van rechtvaardigheid: het eerlijk delen. Kinderen leren uiteenlopende perspectieven en belangen onderscheiden. Ze leren een standpunt in te nemen, gebaseerd op waarden en normen. Daardoor zijn ze in staat bewuste keuzen te maken in de natuur en milieuvraagstukken waarmee ze worden geconfronteerd. Kerndoelen 21 De leerlingen kunnen de wisselwerking tussen mens en milieu uitleggen. Ze kunnen in dat verband voorbeelden geven van enerzijds de betekenissen van het milieu voor mensen in Nederland en in de rest van de wereld (schoonheid, gezondheid, rust, bron voor voedsel en energie) en anderzijds ingrepen van de mens op het milieu (middelen van bestaan, verkeer, infrastructuur). Ze kunnen voorbeelden geven van situaties waarin die wisselwerking leidt tot milieuproblemen: vervuiling, aantasting en uitputting. 22 De leerlingen kunnen met zorg omgaan met de natuur en zijn in staat om keuzen te maken waarbij het milieu een wezenlijke rol speelt: - aan de hand van een analyse van eigen leefgewoonten aan elkaar haalbare tips geven voor milieuvriendelijk gedrag; - zich in gedrag bereid tonen om in klas en school zorgvuldig om te gaan met voedsel, papier, water, afval en energie;
63
- met concrete voorbeelden illustreren hoe mensen op negatieve wijze, maar ook op positieve wijze omgaan met water, lucht, bodem en energie. Gezond en redzaam gedrag Onderwijs in bevordering van gezond en redzaam gedrag is erop gericht dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond en redzaam gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Het zonder meer aanleren van algemeen geldende regels blijkt in de meeste gevallen ongewenst en weinig effectief. Wat voor de één gezond of redzaam is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Daarvoor zijn kenmerken, omstandigheden en opvattingen van mensen te verschillend. Door vanuit de situatie van de kinderen te vertrekken kan aangesloten worden bij de aanwezige kennis, gevoelens en opvattingen van de kinderen, kan positief gedrag dat al aanwezig is ondersteund worden en kan worden nagegaan waar in het gedrag en in de situatie verbeteringen wenselijk en mogelijk zijn en wat daarbij komt kijken. Leren is bij dit vormingsgebied vooral ervarings- en handelingsgericht. Aangedragen kennis speelt hierbij ‘slechts' een ondersteunende rol. Wat kinderen leren, moeten ze ook kunnen toepassen. Vaak biedt de dagelijkse schoolpraktijk volop “oefensituaties': rekening houden met anderen, milieuvriendelijk gebruik van materialen, enzovoort. In veel gevallen is echter aparte lestijd noodzakelijk (kringgesprek over pesten, rollenspel). Kerndoelen 24 De leerlingen weten dat zijzelf en andere mensen sociale en affectieve behoeften hebben: - ze kunnen opkomen voor zichzelf; - ze kunnen rekening houden met anderen. Bron: URL<: http://www.domstad.nl/Docs/onderwijsondersteuning/KERNDOELEN%20BASISONDERW IJS%201998.pdf>
64
Dankwoord Mijn dank gaat uit naar Ada Ruis, die mij op weg heeft geholpen om van al mijn enthousiaste losse ideeën tot het thema ‘Wereldburgerschap’ te komen. Zij heeft mij goed begeleid en geholpen waar nodig was. Ook wil ik mijn ouders, Peter en Mia, bedanken die mij de mogelijkheden hebben gegeven om te reizen en veel van de wereld te zien. Mijn moeder heeft ook als gastdocent Amnesty International vertegenwoordigd. Via Hogeschool Domstad heb ik de kans gekregen om een deel van mijn stage uit te oefenen in Suriname waar ik mij heb laten onderdompelen in de diversiteit van culturen. Mijn mentor Ad Elbertse heeft mij de mogelijkheden gegeven om mijn project in de praktijk uit te voeren en heeft een geslaagde sponsorloop als afsluiting van het project georganiseerd. Via mijn zus Wendela heb ik bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken de millenniumdoelenlinealen kunnen regelen. Verder wil ik de instanties NCDO, SamSam, Minbuza en het COS bedanken voor de materialen die ik mocht lenen of mocht houden. Heel erg bedankt allemaal. Dit project is mede door jullie hulp tot stand gekomen!
65
Bronvermelding Boeken: - Bodegraven J, (2005) Suriname, J.H. Gottmer/H.J.W. Becht bv - Van Keulen A, Van Beurden A, (2002) Opvoedingsstijlen in multicultureel Nederland, Van alles wat meenemen. Bussum: Coutinho - Oostindië G, (2000) Het paradijs overzee, De ‘Nederlandse’ Caraïben en Nederland, Leiden: KITLV - Martelaere P, (2000) Wereldvreemdheid, Amsterdam: Meulenhoff - Roorda N, (2005) Basisboek Duurzame ontwikkeling, Groningen/Houten: WoltersNoordhoff - Schaik P, (1999) Nederland Wereldland, Amsterdam: PlanPlan producties - Normaal is anders, Stichting Vredeseducatie Utrecht (1998) J. Tuinier, M. van der Velden, e.a. Jeugd en Vrede, Brussel
Tijdschriften: Tijdschrift: Humus, blz 3, nr. 2, 2005 Tijdschrift: Humus, blz 7, nr.2, 2005 Tijdschrift: Humus, blz 5, nr.2, 2005 Tijdschrift: Delta - Zingen voor het wereldburgerschap - Jaargang 33 Nummer 17 Tijdschrift: RECIM-info nr.1, pagina 3 Tijdschrift: Internationale Samenwerking, juli 2006 Tijdschrift: Internationale Samenwerking, december 2005 Tijdschrift: Internationale Samenwerking, februari 2006
Internetsites: d Hamer, A, KSU voor Atjeh [web page], Copyright 2006 [email protected] URL: (Gezien dd. 22 november 2006) Saerens K URL: http://users.pandora.be/wost/wat%20is%20globalisering.htm (Gezien dd. 7 januari 2007) V Rie, J, Liberales [webpage], Copyright 2002 URL:< http://www.liberales.be/cgi-bin/showframe.pl?essay°rauweglob> (Gezien dd. 8 januari 2007) Gemeente Breda [website] URL: < http://www.breda.nl/index.php?simaction=frameset&mediumid=1&stukid=41989&fontsize= 12&onderdeel=bri>
66
(Gezien dd. 8 januari 2007)
Oxfam Novib [web page] URL: < http://www.oxfamnovib.nl/id.html?id=3687> (Gezien dd. 22 november 2006) Wikimedia [web page]. wm-nl wikimedia.org URL: < http://nl.wikipedia.org/wiki/Wereldburgerschap > (Gezien dd. 9 november 2006) Wikimedia [web page]. wm-nl wikimedia.org URL: < http://nl.wikipedia.org/wiki/Ontwikkelingssamenwerking> (Gezien dd. 16 november 2006) Wikimedia [web page]. wm-nl wikimedia.org URL: < http://nl.wikipedia.org/wiki/Millenniumdoelstellingen > (Gezien dd. 16 november 2006) Wikimedia [web page]. wm-nl wikimedia.org URL: < http://nl.wikipedia.org/wiki/Sto%C3%AFcijnen> (Gezien dd. 23 november 2006) Wikimedia [web page]. wm-nl wikimedia.org URL: < http://nl.wikipedia.org/wiki/NGO > (Gezien dd. 23 november 2006) Wikimedia [web page]. wm-nl wikimedia.org URL: < http://nl.wikipedia.org/wiki/Vn > (Gezien dd. 23 november 2006) Ncdo [web page] [email protected] URL: < http://www.ncdo.nl/ > (Gezien dd. 16 november 2006) Ncdo [web page] [email protected] URL: < http://www.ncdo.nl/index.php?menu=34&page=19> (Millenniumdoelen) (Gezien dd. 16 november) URL:< http://www.shikanda.net/general/wereldburger.pdf> (meesterstuk blz 8) (Gezien dd. 23 november 2006) Buitenlandse Zaken [webpage] URL: < http://www.minbuza.nl/nl/ontwikkelingssamenwerking> (Gezien: dd. 14 november 2006) URL: http://www.ned.univie.ac.at/non/landeskunde/nl/h5/tekst5-5.htm (Gezien dd. 7 januari 2007)
67
ThinkQuest [webpage] [email protected] URL: http://mediatheek.thinkquest.nl/~jrd265/geschiedenis.htm (Gezien dd. 8 januari 2007) En toen.nu de canon van Nederland [webpage] [email protected] URL: http://www.entoen.nu/venster.aspx?id=14 (Gezien dd. 8 januari 2007) Schooltv [webpage] [email protected] URL: http://posearch.kobala.nl/zoek?pk=teleacnot_schooltv_zoekresultaten&site=SchoolTV&hm= 0&omroep=&zender=&thema=&sort=&pl=10&qr=wic (Gezien dd. 8 januari 2007) Baha’i geloof [webpage] [email protected] URL: < http://www.bahai.nl/> (Gezien dd. 23 november 2006) URL: http://www.nsds.be/web/kb/admin/media/BEELDVORMING%20BO.pdf (Gezien dd. 5 november 2006) Mondiale voetafdruk [webpage] www.globalfootprints.org URL: < http://www.wereldburger.nu/index01.htm> (Gezien dd. 14 november 2006) Humanistisch verbond [webpage] [email protected] URL: < http://www.humanistischverbond.nl/cgi-bin/forum.cgi?page=actueel/forum200514> (Gezien 23 november 2006) Nederland msn [webpage], Microsoft 2007 URL: < http://nl.msn.com/> (Gezien dd. 10 januari 2007) Europees platform voor het Nederlandse onderwijs [webpage] [email protected] URL: < http://www.europeesplatform.nl/downloads/europese_burgerschapsvorming_een_multi_dime nsionale_benadering.doc> (Gezien dd. 9 januari 2007) World Vision [webpage] [email protected] URL: < https://www.worldvision.nl/zoekresultaat.tpl> (Gezien dd. 14 november 2006)
68
Z@ppelin [webpage] [email protected] URL: < http://www.zappelinvoorazie.nl/> (Gezien dd. 14 november) Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap [webpage] URL: < http://www.minocw.nl/> (Gezien dd. 15 november 2006) 11.be Noord-Zuid portaal [webpage], Copyright 2004-2007 URL: < http://www.11.be/> (Gezien dd 20 november 2006) Woord en daad [webpage] URL: http://www.woordendaad.nl/Page/sp34/index.html (Gezien 15 november 2006) Icco [webpage], Copyright 2003 [email protected] URL: < http://www.icco.nl/delivery/icco/en/doc.phtml?p=Mission> (Gezien dd. 15 november 2006) Vredeseilanden [webpage] [email protected] URL: < http://www.vredeseilanden.org/emc.asp?pageId=166> (Gezien dd. 15 novermber 2006) Plan [webpage], Copyright 2006 [email protected] URL: < http://www.plannederland.nl/overPlan/werkwijze/> (Gezien dd. 15 november 2006) Domstad Portal URL<: http://www.domstad.nl/Docs/onderwijsondersteuning/KERNDOELEN%20BASISONDERW IJS%201998.pdf> (Gezien dd. 26 mei 2007) Domstad Portal URL:< http://www.domstad.nl/html%20sites/startbekwaamheden/4_2Startsamenleving.html> (Gezien dd. 26 mei 2007) Website Oom Piet URL: (Gezien dd. 3 februari 2007)
69
Diversen: Lemmens N, Deb-Strik E, Velon workshop WBS 14 maart 2006 Scriptie: Quartier V, (2005-2006), ‘Actief wereldburgerschap. Wat is de impact van mondiale vorming op attitudeverandering bij lagere schoolkinderen? ‘ Brussel Masterplan ‘Ruimte voor samen scholen’ VO (voortgezet onderwijs) Breda Handleiding (2006), Persoon, Onderwijs en wereld, ‘Omgaan met verschillende culturen’ Hogeschool Domstad Schoolgids Dag variant, Studiejaar 2007-2008, ‘Wie leert ons lezen en schrijven?’ Hogeschool Domstad Volkskrant 09-01-07 Pagina 2: ‘In 2050 is bijna een op de drie allochtoon’ Methode: De grote Reis, groep 8 Kijk op Azië, Teleac NOT De multiculturele samenleving (1996) NOT, Hilversum Spellen-boek Amnesty International
NCDO SamSam Minbuza COS, Utrecht
70
Bijlagen Theoriegedeelte Bijlage 1:
Atjeh
Bijlage 2:
Organisaties in Nederland die het wereldburgerschap ondersteunen
Bijlage 3:
Organisaties die lespakketten aanbieden, sponsoracties helpen te organiseren en meer ideeën hebben om het thema wereldburgerschap in te vullen
Bijlage 4:
Docentenhandleiding project wereldburgerschap
Bijlage 5:
Project wereldburgerschap
71