Startactiviteiten Startactiviteit groep 1/2 Hoofddoel Bewustwording: Leraren en leerlingen worden zich bewust van het energieverbruik op school. Subdoelen 1. Leerlingen en leraren worden zich bewust van welke apparaten op school energie verbruiken. 2. Voorkennis activeren van leerlingen over energieverbruik. 3. De school werkt aan zijn imago als energiebewuste school. 1) Kringgesprek Onderwerp Subdoel Tijd Werkvorm Activiteit Benodigdheden Uitleg
Resultaat
Help! Er is geen stroom of gas! Wat nu? 1, 2, 3 20 minuten Klassikaal Kringgesprek • Voorbeelden van apparaten die op stroom of gas werken • Voorbeeld van een stekker Op de startdag van het project is de stroom uitgevallen. Er is geen licht op school, apparaten werken niet, het begint al een beetje koud te worden… Aanleiding genoeg om een kringgesprek te beginnen over wat er allemaal niet meer werkt als je geen stroom of gas hebt. Sleutelvragen: • Hoe kun je zien of een apparaat op stroom werkt? • Ken je nog meer apparaten die op stroom werken? • Welke apparaten doen het nu niet meer? • Wat kunnen we niet meer doen nu er geen stroom meer is? • De leerlingen kunnen zich een beeld vormen bij apparatuur die op stroom werkt. • De leerlingen weten hoe een stekker eruit ziet en weten dat een apparaat hierdoor stroom krijgt. • De leerlingen weten dat de apparaten niet werken als ze geen stroom krijgen. • De leerlingen hebben aan hun taalvaardigheid en woordenschat gewerkt en uitgebreid met de woorden ‘stekker’ en ‘stroom’.
2) Knippen en plakken Onderwerp Subdoel Tijd Werkvorm Activiteit Benodigdheden
Uitleg
Resultaat © SOM Nijmegen
Welk apparaat gebruikt stroom of gas? 1, 2 25 minuten Individueel Collage maken • scharen • papier • reclamefolders en/of tijdschriften • lijm Eventueel voor groep 2: • stempeldozen • woordkaartjes De kinderen hebben in de kring allerlei apparaten genoemd die stroom gebruiken. Nu mogen ze uit de reclamefolders en/of tijdschriften plaatjes zoeken, uitknippen en opplakken. Kinderen uit groep 2 kunnen eventueel ook de woorden erbij stempelen (lamp, tv, radio, koelkast etc.) • De leerlingen hebben het kringgesprek in een visuele opdracht verwerkt. • De leerlingen hebben de woorden (passend bij het thema) nagestempeld.
1
Startactiviteiten 3) Klassengesprekje Onderwerp Subdoel Tijd Werkvorm Activiteit Benodigdheden Uitleg
Resultaat
© SOM Nijmegen
Wat hebben we geleerd? 1, 2, 3 5-10 minuten Klassikaal Klassengesprek + themahoek maken • tafel • doeken Vertel over de projectweek/periode. In deze periode gaan we samen energie besparen. Vertel ook dat we alles wat we maken, verzamelen in een themahoek. De leerlingen mogen de hoek inrichten. Deze verzameling wordt geëxposeerd tijdens de eindactiviteit: de Energiemarkt. Dan mag je in elke klas kijken wat de kinderen daar geleerd hebben over energie en gedaan hebben om energie te besparen. • De leerlingen hebben een start gemaakt met de themahoek: de eerste resultaten worden hier ‘tentoongesteld’.
2
Startactiviteiten Startactiviteit groep 3/4 Hoofddoel Bewustwording: Leraren en leerlingen worden zich bewust van hun energieverbruik op school. Subdoelen 1. Leerlingen en leraren worden zich bewust van welke apparaten op school energie verbruiken. 2. Voorkennis activeren van leerlingen over energieverbruik. 3. De leerlingen kunnen minimaal twee manieren noemen om energie te besparen. 4. De school werkt aan zijn imago als energiebewuste school.
1) Kringgesprek Onderwerp Subdoel Tijd Werkvorm Activiteit Benodigdheden Uitleg
Help! Er is geen stroom of gas! Wat nu? 1,2 20 minuten Klassikaal Kringgesprek • voorbeelden van apparaten die op stroom of gas werken • voorbeeld van een stekker Op de startdag van het project is de stroom uitgevallen. Er is geen licht op school, apparaten werken niet, het begint al een beetje koud te worden… Aanleiding genoeg om een kringgesprek te beginnen over wat er allemaal niet meer werkt als je geen stroom of gas hebt. Inleiding/ sleutelvragen: Door middel van de onderstaande vragen wordt de voorkennis geactiveerd. • Hoe kun je zien of een apparaat op stroom werkt? • Ken je nog meer apparaten die op stroom werken? • Welke apparaten doen het nu niet meer? • Wat kunnen we nu allemaal niet meer doen nu er geen stroom meer is? • Hoe noemen we stroom ook wel? (energie) Kern: Vertel het volgende: Wanneer je heel veel rent en speelt, krijg je het erg warm. Je gebruikt dan heel veel energie. Je moet dan goed eten, zodat je kunt blijven bewegen. Je moet ook goed eten om jezelf warm te houden. Net als bij een auto: die moet ook tanken om te kunnen rijden. Jij moet ook tanken = eten! Als je niet eet, dan kun je niks meer. Als een auto niet tankt, dan rijdt hij niet meer. Als een apparaat geen stroom krijgt, dan doet hij niks meer.
Resultaat
• • •
© SOM Nijmegen
De leerlingen kunnen zich een beeld vormen bij apparatuur die op stroom (energie) werkt. De leerlingen weten dat de apparaten niet werken als ze geen stroom krijgen. De leerlingen werken aan hun taalvaardigheid en woordenschat en breiden die uit met de woorden ‘stroom’ en ‘energie’.
3
Startactiviteiten 2) Spel Onderwerp Subdoel Tijd Werkvorm Activiteit Benodigdheden
Uitleg
Wat ben ik? 1 25 minuten Klassikaal Spel • lijst met verschillende apparaten • kaartje met apparaten • veiligheidsspelden De leerlingen hebben in het kringgesprek gepraat over apparaten die energie (stroom) verbruiken. In deze les gaat één leerling naar de gang, zodat hij of zij niet kan horen wat de klas bespreekt. Vertel aan de andere kinderen welk apparaat de leerling op de gang straks is. Wanneer de leerling terugkomt, moet deze door vragen erachter zien te komen welk apparaat het is. De kinderen in de klas mogen alleen antwoorden met ja of nee. Bespreek voor de uitvoering van het spel met de kinderen een aantal vragen. Voorbeelden hiervan zijn: • Heb ik een aan/uit knop? • Heb ik een stand-by stand? • Verbruik ik elektriciteit? • Heb ik een stekker? • Ben ik energiezuinig? • Moet een mens zelf veel doen(veel energie verbruiken) om mij te gebruiken? Wanneer de leerling heeft geraden welk apparaat het is, volgt er een kort gesprek. Hierin bespreekt u hoe je ervoor kunt zorgen dat je minder energie verbruikt bij dit apparaat. Vervolgens mag een andere leerling naar de gang en herhaalt het spel zich.
Resultaat
Uitbreiding: Leerlingen krijgen allemaal een kaartje op hun rug gespeld met daarop een apparaat geschreven. De leerlingen lopen door elkaar en stellen elkaar vragen waarop de ander alleen ja of nee mag beantwoorden. Zo proberen zij erachter te komen welk apparaat zij zijn. Wanneer dit helder is, denken ze voor zichzelf na hoe je op dit apparaat energie kan besparen. Als ze een idee hebben, gaan ze op hun plek zitten. Wanneer iedereen zit, volgt er een gesprek over de maatregelen die de leerlingen zelf hebben bedacht om energie te besparen. Misschien kan een aantal meteen toegepast worden! • De leerlingen hebben de opgedane kennis uit het kringgesprek verwerkt. • De leerlingen zijn zich bewust op welke manier ze energie kunnen besparen bij diverse apparaten.
3) Klassengesprek Onderwerp Subdoel Tijd Werkvorm Activiteit Benodigdheden Uitleg
Resultaat
© SOM Nijmegen
Wat hebben we geleerd? 1, 2, 3 5-10 minuten Klassikaal Klassengesprek + themahoek maken • tafel • doeken Vertel over de projectweek/periode. In deze periode gaan we samen energie besparen. Vertel ook dat we alles wat we maken, verzamelen in een themahoek. De leerlingen mogen de hoek inrichten. Deze verzameling wordt geëxposeerd tijdens de eindactiviteit: de Energiemarkt. Dan mag je in elke klas kijken wat de kinderen daar geleerd hebben over energie en gedaan hebben om energie te besparen. • De leerlingen hebben een start gemaakt met de themahoek: de eerste resultaten worden hier ‘tentoongesteld’.
4
Startactiviteiten Startactiviteit groep 5/6 Hoofddoel Bewustwording: Leraren en leerlingen worden zich bewust van hun energieverbruik op school. Subdoelen 1. Leerlingen en leraren worden zich bewust van welke apparaten op school energie verbruiken. 2. Voorkennis activeren van leerlingen over energieverbruik. 3. De leerlingen kunnen minimaal twee manieren noemen om energie te besparen. 4. De school werkt aan zijn imago als energiebewuste school. 1) Klassengesprek Onderwerp Subdoel Tijd Werkvorm Activiteit Benodigdheden Uitleg
Help! Er is geen stroom of gas! Wat nu? 1, 2, 3 20 minuten Klassikaal Klassengesprek Op de startdag van het project is de stroom uitgevallen. Er is geen licht op school, apparaten werken niet, het begint al een beetje koud te worden… Aanleiding genoeg om een klassengesprek te beginnen over het gevolg van energievermindering op school en in de wijk en de noodzaak om energie te besparen. Inleiding/sleutelvragen: Door middel van de onderstaande vragen wordt de voorkennis geactiveerd. • Welke apparaten doen het nu niet meer? • Wat kunnen we nu allemaal niet meer doen nu er geen stroom meer is? • Hoe noemen we stroom ook wel? (energie) • Hoe zou je energie kunnen omschrijven? (beweging, warmte. Vergelijk het met je lichaam. Praten, spelen, nadenken, warm blijven, dit kost allemaal energie). • Hoe komt je lichaam aan energie? (Eten. Het eten is de brandstof om je lichaam te laten bewegen en warm te houden). • Wat bedoelt iemand als hij zegt: ‘Ik heb geen energie meer?’ (Dat hij moe is en eerst moet rusten en eten voordat hij weer kan bewegen en nadenken. Iemand moet ‘bijtanken’: brandstof tot zich nemen.) Kern/sleutelvragen: Vertel het volgende: Brandstof (eten) is dus heel belangrijk voor je lichaam. Je kunt niet zonder. Gelukkig kun je overal eten kopen. Maar hoe zit dat met stroom, gas en brandstof? • • • •
Welke soorten energie ken je? Hoe komen we aan die energie? (Het wordt opgewekt door het verbranden van grondstoffen, van de zon, van water, van de wind) Waarom kost energie geld? (Het moet ‘gemaakt’ worden, het moet geschikt gemaakt worden, zodat mensen het kunnen gebruiken). Kan energie opraken? (Sommige energie wel. Zoals benzine voor auto’s, gas voor de verwarming, of kolen voor elektriciteit. Sommige energie niet, bijvoorbeeld: zonne-energie en windenergie).
Vertel dat het gunstig is voor het milieu als er minder energie wordt verbruikt. Om energie te maken, worden namelijk grondstoffen verbrand, bijvoorbeeld aardolie, aardgas en steenkool. Daardoor raakt de lucht vervuild. En de lucht wordt nog viezer als je die energie gebruikt. Bijvoorbeeld door de uitlaatgassen van auto’s of de centrale © SOM Nijmegen
5
Startactiviteiten verwarming van de mensen thuis. • • • Resultaat
• • •
2) Placemat Onderwerp Subdoel Tijd Werkvorm Activiteit Benodigdheden
Uitleg
Resultaat
Wat is positief/negatief aan minder energie verbruiken voor de klas/ school? Wat is positief/negatief aan minder energie verbruiken voor de leerlingen thuis? Waarom is het beter om gebruik te maken van energie die nooit opraakt? (Dit zijn schone energiebronnen, ze belasten het milieu veel minder) De leerlingen kunnen zich een beeld vormen bij apparatuur die op stroom (energie) werkt. Leerlingen kunnen een reden noemen voor energiebesparing. De leerlingen werken aan hun taalvaardigheid en woordenschat en breiden die uit met de woorden ‘energie’, energiebesparing en de uitdrukkingen ‘Geen energie hebben’ en ‘Moeten bijtanken’.
E-mail uit de toekomst 2,3 25 minuten Groepsopdracht Placemat maken • E-mail uit de toekomst (U kunt deze vinden in de map ‘Startactiviteit’.) • Groot vel papier voor elke groepje van vier leerlingen. • Stift voor elke groepje van vier leerlingen. De leerlingen krijgen een mail van een meisje dat in het jaar 2025 in groep 5 zit. Ze bedankt iedereen die zijn best heeft gedaan om energie te besparen. Het zag er namelijk naar uit dat het niet meer leefbaar zou zijn in Nederland als er geen energie werd bespaard. Gelukkig is door de enorme inzet van kinderen en volwassenen, het gebruik van schone energie enorm toegenomen (voorbeelden worden in de mail genoemd). De kinderen gaan uiteen in groepjes van vier en werken een placemat uit aan de hand van de volgende vraag: Wat hebben de kinderen en de volwassenen gedaan om het gebruik van schone energie te stimuleren? (Kijk voor een uitleg voor het maken van een placemat naar het bestand ‘maken van een placemat’ in de map ‘handige documenten’.) • De leerlingen hebben hun voorkennis geactiveerd en geïnventariseerd. • De leerlingen hebben nagedacht over de relatie milieu – energie. • De leerlingen hebben gewerkt aan taalvaardigheid: spreken, luisteren, schrijven, discussiëren, presenteren.
3) Klassengesprekje Onderwerp Subdoel Tijd Werkvorm Activiteit Benodigdheden Uitleg
Resultaat
© SOM Nijmegen
Wat hebben we geleerd? 1, 2, 3, 4 5-10 minuten Klassikaal Klassengesprek + themahoek maken • tafel • doeken Vertel over de projectweek/periode. In deze periode gaan we samen energie besparen. Vertel ook dat we alles wat we maken, verzamelen in een themahoek. De leerlingen mogen de hoek inrichten. Deze verzameling wordt geëxposeerd tijdens de eindactiviteit: de Energiemarkt. Dan mag je in elke klas kijken wat de kinderen daar geleerd hebben over energie en gedaan hebben om energie te besparen. • De leerlingen hebben een start gemaakt met de themahoek: de eerste resultaten worden hier ‘tentoongesteld’.
6
Startactiviteiten Startactiviteit groep 7/8 Hoofddoel Bewustwording: Leraren en leerlingen worden zich bewust van hun energieverbruik op school. Subdoelen 1. Leerlingen en leraren worden zich bewust van welke apparaten op school energie verbruiken. 2. Voorkennis activeren van leerlingen over energieverbruik. 3. De leerlingen kunnen minimaal twee manieren noemen om energie te besparen. 4. De school werkt aan zijn imago als energiebewuste school.
1) Klassengesprek Onderwerp Subdoel Tijd Werkvorm Activiteit Benodigdheden Uitleg
Help! Er is geen stroom of gas! Wat nu? 1, 2 20 minuten Klassikaal Klassengesprek Op de startdag van het project is de stroom uitgevallen. Er is geen licht op school, apparaten werken niet, het begint al een beetje koud te worden… Aanleiding genoeg om een klassengesprek te beginnen over de effecten van energievermindering op school en in de wijk. Uitgangspunt hierbij is dat vermindering van het energieverbruik een gunstig effect heeft op het milieu. Inleiding/sleutelvragen: Door middel van de onderstaande vragen wordt de voorkennis geactiveerd. • Welke apparaten doen het nu niet meer? • Wat kunnen we nu allemaal niet meer doen nu er geen stroom meer is? • Hoe noemen we stroom ook wel? (energie) • Hoe zou je energie kunnen omschrijven? (beweging, warmte. Vergelijk het met je lichaam. Praten, spelen, nadenken, warm blijven, dit kost allemaal energie). • Hoe komt je lichaam aan energie? (Eten. Het eten is de brandstof om je lichaam te laten bewegen en warm te houden). • Wat bedoelt iemand als hij zegt: ‘Ik heb geen energie meer?’ (Dat hij moe is en eerst moet rusten en eten voordat hij weer kan bewegen en nadenken. Iemand moet ‘bijtanken’: brandstof tot zich nemen.) Kern/sleutelvragen: Vertel het volgende: Brandstof (eten) is dus heel belangrijk voor je lichaam. Je kunt niet zonder. Gelukkig kun je overal eten kopen. Maar hoe zit dat met stroom, gas en brandstof? • • • • • •
© SOM Nijmegen
Welke soorten energie ken je? Hoe komen we aan die energie? (Het wordt opgewekt door het verbranden van grondstoffen, van de zon, van water, van de wind) Waarom kost energie geld? (Het moet ‘gemaakt’ worden, het moet geschikt gemaakt worden, zodat mensen het kunnen gebruiken). Kan energie opraken? (Sommige energie wel. Zoals benzine voor auto’s, gas voor de verwarming, of kolen voor elektriciteit. Sommige energie niet, bijvoorbeeld: zonne-energie en windenergie). Wat is positief/negatief aan minder energie verbruiken voor de klas/ school? Wat is positief/negatief aan minder energie verbruiken voor de leerlingen thuis?
7
Startactiviteiten • Wat is positief/negatief aan minder energie verbruiken voor de stad? Vertel dat het gunstig is voor het milieu als er minder energie wordt verbruikt. Om energie te maken, worden namelijk grondstoffen verbrand, bijvoorbeeld aardolie, aardgas en steenkool. Daardoor raakt de lucht vervuild. En de lucht wordt nog viezer als je die energie gebruikt. Bijvoorbeeld door de uitlaatgassen van auto’s of de centrale verwarming van de mensen thuis. • • Resultaat
Waarom is het beter om gebruik te maken van energie die nooit opraakt? (Dit zijn schone energiebronnen, ze belasten het milieu veel minder) Hoe kan het verminderen van energieverbruik invloed hebben op het milieu? • De leerlingen kunnen zich een beeld vormen bij apparatuur die op stroom (energie) werkt. • Leerlingen kunnen een reden noemen voor energiebesparing. • De leerlingen werken aan hun taalvaardigheid en woordenschat en breiden die uit met de woorden ‘energie’, energiebesparing en de uitdrukkingen ‘Geen energie hebben’ en ‘Moeten bijtanken’. • De leerlingen hebben nagedacht over de veranderingen voor het milieu bij een te hoog energieverbruik. Deze kennis kan worden toegepast bij activiteit 2.
2) Placemat Onderwerp Subdoel Tijd Werkvorm Activiteit Benodigdheden
Uitleg
Resultaat
© SOM Nijmegen
E-mail uit de toekomst 2,3 25 minuten Groepsopdracht Placemat maken • E-mail uit de toekomst (U kunt deze vinden in de map ‘Startactiviteit’.) • Groot vel papier voor elke groepje van vier leerlingen. • Stift voor elke groepje van vier leerlingen. De leerlingen krijgen een mail van een meisje dat in het jaar 2025 in groep 5 zit. Ze bedankt iedereen die zijn best heeft gedaan met het besparen van energie. Het zag er namelijk naar uit dat het niet leefbaar meer zou zijn in Nederland als er geen energie werd bespaard. Gelukkig is door de enorme inzet van kinderen en volwassenen, het gebruik van schone energie enorm toegenomen (voorbeelden worden in de mail genoemd). De kinderen gaan uiteen in groepjes van vier en werken een placemat uit aan de hand van de volgende vraag: Wat hebben de kinderen en de volwassenen gedaan om het gebruik van schone energie te stimuleren? (Kijk voor een uitleg voor het maken van een placemat naar het bestand ‘maken van een placemat’ in de map ‘handige documenten’.) • De leerlingen hebben hun voorkennis geactiveerd en geïnventariseerd. • De leerlingen hebben nagedacht over de relatie milieu – energie. • De leerlingen hebben gewerkt aan taalvaardigheid: spreken, luisteren, schrijven, discussiëren, presenteren.
8
Startactiviteiten 3) Klassengesprekje Onderwerp Subdoel Tijd Werkvorm Activiteit Benodigdheden Uitleg
Resultaat
© SOM Nijmegen
Wat hebben we geleerd? 1,2,3,4 5-10 minuten Klassikaal Klassengesprek + themahoek maken • tafel • doeken Vertel over de projectweek/periode. In deze periode gaan we samen energie besparen. Vertel ook dat we alles wat we maken, verzamelen in een themahoek. De leerlingen mogen de hoek inrichten. Deze verzameling wordt geëxposeerd tijdens de eindactiviteit: de Energiemarkt. Dan mag je in elke klas kijken wat de kinderen daar geleerd hebben over energie en gedaan hebben om energie te besparen. • De leerlingen hebben een start gemaakt met de themahoek: de eerste resultaten worden hier ‘tentoongesteld’.
9