WELZIJNSVISIE gemeente Alkemade juli 2007, NH, versie 1
Inhoudsopgave pagina
1
2
3
(Wel)zijn in Alkemade
1
1.1 1.2 1.3 1.4
1 1 2 2
Landelijke en lokale ontwikkelingen
3
2.1 Ontwikkelingen 2.1.1 Bevolkingsgroei 2.1.2 Vergrijzing 2.1.3 Vermaatschappelijking van de zorg en extramuralisering 2.1.4 Taak van gemeenten in maatschappelijke ondersteuning 2.1.5 Kind centraal 2.1.6 Verschraling van het voorzieningenniveau in kleine kernen 2.1.7 Veranderende regelgeving 2.1.8 Regeerakkoord Balkenende IV “sociale samenhang” 2.1.9 Fusie met de gemeente Jacobswoude per 1 januari 2009 2.1.10 Prestatieafspraken Wonen Zorg en Welzijn in Holland Rijnland/Rijnstreek
3 3 3 3 4 4 5 5 5 6 6
Welzijnsvisie
7
3.1 3.2 3.3 3.4
4
De dorpen en hun geschiedenis De gemeente nu Waarom is een integrale welzijnsvisie belangrijk? Leeswijzer
Inleiding Regierol gemeente Visie Hoe bereiken we dat? 3.4.1 Leefbaarheid 3.4.2 Wonen 3.4.3 Onderwijs 3.4.4 Cultuur 3.4.5 Bibliotheek 3.4.6 Sport 3.4.8 Volksgezondheid
Stappenplan
7 7 7 8 8 11 12 13 14 15 16
17
1
(Wel)zijn in Alkemade
1.1
De dorpen en hun geschiedenis
Kaag (of Koog, buitendijks land) is waarschijnlijk de oudste kern in Alkemade. De "Kaghe" wordt in "acten" van 1308 al genoemd. Het is van oorsprong een vissersdorp. In het dorp bestond de bevolking voornamelijk uit oud vissers van de vaart op de grote rivieren. Op de kerktoren van de Kaag staat dan ook een scheepje. Rond 1342 worden de drie wetering dorpen Rijpwetering, Oude Wetering en Nieuwe Wetering voor het eerst vermeld. Deze dorpen zijn ontstaan als stichtingen vanuit Leimuiden en Rijnsaterwoude. Op de Wetering bestond in de 13e eeuw al een druk scheepvaartverkeer. Het was de verbinding tussen noord en zuid. Omdat er toen nog weinig zeewaardige schepen waren, voer men over de Zuiderzee via Amsterdam binnendoor naar het zuiden. Als het weer slecht was, wachtte men op de Wetering een beter tij af. Hierdoor werd Oude Wetering echt een scheepvaartdorp. Er kwam op de scheepvaart gerichte bedrijvigheid zoals scheepswerven, zeilmakerijen, schipperscafés en bevoorradingswinkels. In 1749 telde het dorp 117 huizen. In Nieuwe Wetering stonden slechts 38 huizen en in Kaag 82. Het dorp Roelofarendsveen was bijna even groot als Oude Wetering, met 113 huizen. In dit tuinbouwdorp was in de 18e eeuw de gehele oppervlakte voor de tuinbouw bestemd. Per dag voeren drie groenteschuiten naar Amsterdam. In het veeteeltdorp Rijpwetering stond het 'regthuys', een 16e eeuws gebouw, met de naam "De Vergulde Vos". Het voorste deel diende als herberg, het middendeel als rechtkamer, de noordwestkant was de waag en de oostkant bij de stal was gevangenis, "de Rel" genaamd. In het jaar 1770 werden er toneeluitvoeringen gegeven. Pastoor Westerloo bevorderde het komediespelen om de jongelui in de lange winteravonden afleiding te bezorgen en het batig saldo was voor de armen. Ook zangverenigingen hebben hier gerepeteerd en uitvoeringen gegeven. In 1704 werd een nieuw regthuys voor Alkemade in Oude Wetering geopend, "De Witte Engel". Oud Ade is het jongste dorp van de gemeente, in 1731 stonden er nog slechts drie boerderijen.
1.2
De gemeente nu
De gemeente Alkemade bestaat nu overwegend uit landelijk gebied (weide) en heeft een zeer gevarieerde economische structuur: veeteelt en glastuinbouw (kassen), industrie en handel, toerisme en recreatie (watersport). De gemeente bestaat uit 6 dorpen. Kaag ligt op een eiland en is alleen te bereiken via het water. Liggend aan de Kagerplassen, is Kaag een prima uitvalbasis voor waterrecreatie. Er zijn jachthavens, zeilscholen en er is botenverhuur. Verder is de Kaagweek zowel nationaal als internationaal bekend. Nieuwe Wetering ligt tegenwoordig ten westen van de snelweg A4. Tussen de A4 en het dorp is de HSL aangelegd. Ten westen van het dorp ligt een tuinbouwgebied. De bebouwing vormt een soort lint. De bebouwing van Rijpwetering vormt evenals in Nieuwe Wetering een lint. Het dorp staat haaks op rijksweg A4. Oude Wetering is met Roelofarendsveen de grootste dorpskern van Alkemade. Oude Wetering ligt in het noordoosten van Alkemade, tegen Roelofarendsveen aan. In het centrum van Roelofarendsveen bevindt zich winkelcentrum Noordplein. Langs rijksweg A4 heeft Roelofarendsveen drie bedrijventerreinen, De Lasso Zuid, De Lasso Noord en het nieuwe Veenderveld. Daarnaast zijn twee grote glastuinbouwgebieden. Oude Ade is inmiddels gegroeid naar een inwonertal van ruim 800 inwoners. (bron: stichting Oud Alkemade)
Juli 2007, NH, versie1
1
1.3
Waarom is een integrale welzijnsvisie belangrijk?
De geschiedenis van Alkemade leert dat de samenleving door de eeuwen heen aan verandering onderhevig is. Er komt andere bedrijvigheid. De functies van gebouwen veranderen. Op dit moment is "De Vergulde Vos" een eetcafé en in die zin is één van de functies deels bewaard gebleven, maar als rechtkamer en gevangenis fungeert het al lang niet meer. Ook de samenstelling en verwachtingen van de bevolking veranderen. “Nederlanders verwachten in de toekomst veel veranderingen waar ze niet blij mee zijn. In het algemeen verwachten ze in de toekomst een samenleving die harder is en meer prestatiegericht, minder sociale zekerheid biedt en minder gelijkheid garandeert in de beschikbaarheid van gezondheid en zorg. Men vreest ook meer criminaliteit en etnische spanningen. Wat men graag zou willen, gaat een heel andere richting uit. Nederlanders kiezen voor een samenleving met een hoge mate van gemeenschapszin en waarin veel van de kenmerken die nu ze dreigen te verdwijnen, hoog gewaardeerd blijken te zijn.” (bron Sociaal Cultureel Planbureau) Dit zijn aandachtspunten die niet alleen landelijk, maar ook lokaal opgeld doen. Gezien de honkvastheid van veel inwoners van Alkemade kan gesteld worden dat het goed wonen en leven is in Alkemade. Er is op deze plek in de Randstad nog ruimte om te wonen en te leven, in een landschap met veel groen en recreatiemogelijkheden. De verschillende kernen van Alkemade hebben een eigen identiteit. Er wonen actieve burgers met initiatief. Het vrijwilligerswerk is alom aanwezig, van jongeren in de jeugdsociëteiten tot de vrijwilligers in de diverse organisaties in de ouderenhulp. Deze kwaliteiten zijn belangrijk om te bewaken. Ook voor de toekomst is het belangrijk dit prettige leefklimaat te behouden voor alle inwoners van de gemeente. Jong en oud, rijk en arm, zorgvragers en starters. Een gemêleerde samenlevingsopbouw is nodig voor het behoud en de versterking van het aantrekkelijke woonmilieu van de gemeente Alkemade. Er zijn zowel landelijk als lokaal diverse ontwikkelingen gaande die invloed zullen hebben op het wonen en leven in Alkemade De gemeente kan door het vaststellen van kaders voor wonen, zorg en welzijn voor de toekomst, de goede kwaliteiten die ze heeft, behouden én versterken.
1.4
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 worden de landelijke en lokale ontwikkelingen beschreven die van invloed zijn op de visie op welzijn. De eigenlijke visie komt in hoofdstuk 3 aan de orde alsmede een uitwerking per deelgebied. Afgesloten wordt met een stappenplan in hoofdstuk 4.
Juli 2007, NH, versie1
2
2
Landelijke en lokale ontwikkelingen
2.1
Ontwikkelingen
Welke ontwikkelingen op het gebied van wonen, welzijn en zorg zijn met name van belang voor de welzijnsvisie? • • • • • • • • • •
de bevolkingsgroei; de vergrijzing van de bevolking; de vermaatschappelijking van de zorg en de extramuralisering; de taak van gemeenten in maatschappelijke ondersteuning; het kind centraal; de verschraling van het voorzieningenniveau in kleine kernen; de veranderde regelgeving; het regeerakkoord Balkenende IV “sociale samenhang”; de fusie met de gemeente Jacobswoude per 1 januari 2009; de gemaakte prestatieafspraken Wonen Zorg en Welzijn in Holland Rijnland.
2.1.1 Bevolkingsgroei Op 1 januari 2007 telde de bevolking van Alkemade 14.537 inwoners. Met het project Braassemerland, een ontwikkeling van circa 2500 woningen, stijgt dit getal met ongeveer 6000 inwoners in de nabije toekomst. De oplevering van de eerste woning is gepland in 2009. Alleen al door deze bevolkingstoename neemt de behoefte aan woon-, zorg- en welzijnsvoorzieningen toe, simpelweg omdat er meer mensen zijn. Dit heeft gevolgen voor het aanbod van onderwijsvoorzieningen, zorgvoorzieningen, sport, culturele voorzieningen en speelruimte. Niet alleen qua omvang, maar ook qua functies. 2.1.2 Vergrijzing Een aanzienlijke factor in dit verband is ook de vergrijzing. Er komen steeds meer oudere mensen en mensen worden gemiddeld nog steeds ouder. Juist die oudere mensen doen het meest een beroep op zorg. Uit landelijke cijfers blijkt dat volwassen personen tot 65 jaar vrijwel geen verpleeghuiszorg en/of verzorgingshuiszorg ontvangen. Ook het aandeel mensen dat zorg thuis krijgt is in deze categorie beperkt tot enkele procenten. Daarna loopt het gebruik van zorg sterk toe. Van alle personen boven de 85 jaar, ontvangt 38% van de bevolking zorg aan huis en woont 36% in een instelling. Bijna driekwart van de 85 plus groep maakt dus gebruik van de zorg. De toename van de zorgvraag als gevolg van de vergrijzing heeft zowel betrekking op de formele zorg als op de mantelzorg. De verwachting is dat het aantal mensen dat gebruikt maakt van de Wet maatschappelijke ondersteuning in 2020 is gestegen met 20% (circa 2,5 miljoen ten opzichte van 2,1 miljoen in 2006). De groei wordt vooral verwacht in de groep mensen met lichamelijke beperkingen en het aantal dementerende ouderen. (bron: rapport “Aard en omvang WMO doelgroep” van het SGBO) 2.1.3 Vermaatschappelijking van de zorg en extramuralisering De vermaatschappelijking van de zorg betekent dat mensen met een zorgvraag - met name ouderen, gehandicapten en mensen met psychische en maatschappelijke problemen - een zo normaal mogelijk leven moeten kunnen opbouwen, midden in de maatschappij. Niet de beperkingen, maar de mogelijkheden van mensen met een zorgvraag worden steeds meer benadrukt in de Nederlandse samenleving. Hierdoor is in de afgelopen tien jaar een proces van extramuralisering (de afbouw van grootschalige zorginstellingen) ingezet en komt het
Juli 2007, NH, versie1
3
accent steeds meer te liggen op zorg- en dienstverlening aan mensen in de thuissituatie of in kleinschalige woonvoorzieningen, met als doel het geïntegreerd blijven in de samenleving of het daarin opnieuw integreren. Het gaat om de volgende doelgroepen: • Mensen met een lichamelijke beperking 9 % van de totale bevolking in Nederland heeft een matige of ernstige lichamelijke beperking. Hiervan is 33 % in de leeftijd van 65 en ouder. • Mensen met een verstandelijke beperking Ongeveer 0,7% van de totale bevolking heeft een verstandelijke handicap. De helft van hen is licht gehandicapt, de andere helft ernstig. Op dit moment woont vrijwel iedereen met een ernstige verstandelijke beperking intramuraal. Het extramuraliseringsbeleid is er echter op gericht om van deze categorie zo’n 80% te extramuraliseren. 2.1.4 Taak van gemeenten in maatschappelijke ondersteuning Door de invoering van de Wmo is het bieden van hulp aan mensen die niet (meer) voor zich zelf kunnen zorgen als taak van de gemeente opgenomen. De curatieve zorg, zoals de maatschappelijke opvang, gebeurt door de centrumgemeente Leiden. Lokaal is de gemeente verantwoordelijk voor preventie. Het betreft de volgende doelgroepen: • GGZ-klanten Landelijke cijfers maken duidelijk dat ruim een kwart van de bevolking wel eens psychiatrische klachten heeft. 0,8% van de bevolking maakt jaarlijks als nieuwe klant gebruik van ambulante GGZ (RIAGG, vrijgevestigde psychiaters) en slechts 0,05% ontvangt intramurale zorg. Omdat de trajecten vaak langer dan een jaar duren gaat het echter toch om aanzienlijke aantallen. • Verslaafden Voorkomen van verslaving door bewustwording van de gevolgen van het gebruik van verslavende middelen is de doelstelling. Dit vraagt om de inzet van een breed aanbod van preventieve maatregelen. Hierbij worden zowel beleid als handhaving als instrument ingezet. • dak- en thuislozen In Zuid-Holland Noord gaat het om ongeveer 500 daklozen en mensen die dit dreigen te worden. Inmiddels is Zuid-Holland Noord gestart met de opstelling van een Regionaal Kompas voor een fundamentele aanpak van dakloosheid en samenhangende problemen. Doel is om alle 500 (potentiële) daklozen in beeld te hebben, een traject aan te bieden en ze zo onderdak te krijgen. Om deze ambitie te kunnen realiseren moeten voldoende voorzieningen in de regio aanwezig zijn. Er worden afspraken gemaakt over inwoners die na maatschappelijk herstel terug willen keren naar hun oude woonplaats. 2.1.5 Kind centraal Het programmaministerie voor Jeugd en Gezin is nieuw. De opdracht: kinderen een goede start geven. Gezinnen vormen daarvoor een uitstekende basis. Het programmaministerie brengt samenhang in het beleid rond jeugd, gezin, onderwijs en werk. De gemeente heeft ingevolge de Wmo de preventieve taak met betrekking tot jeugdbeleid .Bij preventief jeugdbeleid krijgt de gemeente te maken met de volgende functies: informatie en advies; signaleren van problemen; toegang bieden tot het hulpaanbod; licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg.
Juli 2007, NH, versie1
4
2.1.6 Verschraling van het voorzieningenniveau in kleine kernen Buslijnen verdwijnen omdat ze onrendabel zijn. Buurtwinkels omdat ze de concurrentie van de grote winkelketens niet aankunnen. Zijn er nog voldoende huisartsen om in noodsituaties tijdig hulp te bieden? Aan de andere kant zijn er steeds meer ontwikkelingen waarneembaar waardoor niet iedereen meer is aangewezen op de voorziening “om de hoek”. Het gebruik van internet neemt toe. Steeds meer mensen regelen hun bankzaken via dit medium of doen hun inkopen via internet. De mobiliteit neemt toe. Veel huishoudens beschikken over één of twee auto’s. De winkel om de hoek is dus geen noodzaak meer, omdat in de toekomst het paspoort, de bouwvergunning, de boeken van de bibliotheek en de boodschappen via de digitale snelweg geregeld kunnen worden. Voorlopig zullen er echter groepen blijven die van deze mogelijkheden geen gebruik kunnen of willen maken (ouderen, minima etc.). Door het verdwijnen van de voorzieningen zijn er steeds minder ontmoetingsplaatsen voor de bewoners van de dorpen. 2.1.7 Veranderende regelgeving De nieuwe Wet maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) maakt de gemeenten verantwoordelijk voor de lichtere vormen van hulp en ondersteuning die het mensen mogelijk maakt om zo lang mogelijk zelfstandig te functioneren. Voorbeelden hiervan zijn huishoudelijke hulp, vervoersvoorzieningen, woningaanpassingen, welzijnsactiviteiten, informatie en advies. Het maatschappelijke doel van de Wmo is: meedoen. Meedoen van álle burgers aan álle facetten van de samenleving, al of niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Dat is de onderlinge betrokkenheid tussen mensen. En als dat niet kan, is er ondersteuning vanuit de gemeente. Het eindperspectief van de Wmo is een samenhangend lokaal beleid voor maatschappelijke ondersteuning en aanpalende terreinen. 2.1.8 Regeerakkoord Balkenende IV “sociale samenhang” Uit het regeerakkoord : “De kracht en kwaliteit van de samenleving worden bepaald door onderlinge betrokkenheid. Betrokkenheid begint met meedoen. In een betaalde baan, in het vrijwilligerswerk, in de zorg voor anderen. Sociaal is het niet aanvaardbaar dat mensen buiten de samenleving staan, economisch is het niet verantwoord.” “Maatschappelijke betrokkenheid zal zoveel mogelijk worden gestimuleerd. Er zal nog meer ruimte gegeven worden aan maatschappelijke verbanden, particulier initiatief en aan vrijwilligerswerk. Ook breedtesport is een bindende factor in de samenleving. Daarin komen gezondheid, veiligheid, overdracht van waarden en normen, integratie en maatschappelijke binding bijeen. Vanwege deze grote maatschappelijke waarde verdient sport actieve ondersteuning vanuit de overheid; er komen meer middelen daarvoor beschikbaar”. “De totstandkoming van Centra voor Jeugd en Gezin waar zoveel mogelijk medische, sociale en educatieve ondersteuning voor ouders en hun kinderen wordt georganiseerd, zal met kracht ter hand worden genomen. Te denken valt in ieder geval aan het consultatiebureau, opvoedingsondersteuning en gezinscoaching. De organisatie van de jeugdzorg wordt vereenvoudigd en binnen de rijksoverheid ‘ontkokerd’. De wachtlijsten zullen worden weggewerkt en de case load voor gezinsvoogden wordt verder verlaagd.”
Juli 2007, NH, versie1
5
“Gemeenten hebben de taak coördinatie te voeren over wonen, werken, onderwijs en jeugd- en ouderenvoorzieningen. Deze integrale samenhangende aanpak zal vanuit het Rijk worden ondersteund met ook daar een samenhangende interdepartementale benadering.” “Veel ouderen willen liefst zo lang mogelijk in hun eigen wijk blijven wonen. Dit kan door wijken generatiebestendig te maken en op wijkniveau servicepunten voor welzijn en zorg na te streven. Ook een grotere variatie in het woningaanbod (met name oplopende zorg) kan eraan bijdragen dat ouderen langer in hun eigen wijk blijven wonen. Woningbouwcorporaties zullen op deze maatschappelijke taak worden aangesproken.” 2.1.9 Fusie met de gemeente Jacobswoude per 1 januari 2009 Door de fusie met Jacobswoude zal een gemeente ontstaan met 11 dorpskernen. Door de fusie wordt de nieuwe gemeente 2x zo groot. Deze schaalvergroting kan gevolgen hebben voor de identiteit en het gemeenschapsgevoel binnen de kernen van de oude gemeenten. Hoe werk je aan een voorzieningen niveau dat aansluit bij de wensen en behoeften van burgers zonder dat alles overal aanwezig moet zijn? Hoe ziet een voorzieningenniveau eruit dat rekening houdt met de verschillen tussen de dorpskernen? Onderhavige welzijnvisie geeft richting aan de manier waarop het leefbaarheidsvraagstuk in de nieuwe gemeente zou kunnen worden ingevuld. Dit komt ook terug in prestatieveld 1 van de Beleidsnota Wmo. Ook het nog in te vullen integrale veiligheidsbeleid van de gemeente moet te zijner tijd gaan bijdragen aan een veilige en rustige woonomgeving, met voldoende voorzieningen om prettig te leven. 2.1.10 Prestatieafspraken Wonen Zorg en Welzijn in Holland Rijnland/Rijnstreek De regionale prestatie-afspraken wonen, zorg en welzijn gaan over het aantal benodigde zorgwoningen en het zorg- en dienstenaanbod in de regio. Bij het opstellen van de afspraken hebben gemeenten, woningcorporaties, zorgkantoor en aanbieders van zorg en welzijn nauw samengewerkt. In een convenant getekend op 29 maart 2007 is vastgelegd dat de regio levensloopbestendig moet zijn. De gemeente Alkemade heeft deze prestatieafspraken ondertekend.
Juli 2007, NH, versie1
6
3
Welzijnsvisie
3.1
Inleiding
De landelijke ontwikkelingen hebben ook hun impact op de inwoners van Alkemade. Niet voor niets wordt Oude Wetering niet meer primair getypeerd als scheepvaartdorp. Evenmin zal de tuinbouw die nu de kern Roelofarendsveen nog domineert over vijftig jaar nog zo´n sterke invloed hebben. Oude invloeden zullen nog lang naklinken, maar een belangrijk deel wordt voer voor geschiedschrijvers. Om binnen deze ontwikkelingen richting te blijven geven aan het welzijn van de inwoners van Alkemade is het van belang dat er een visie op de toekomst wordt opgesteld. In dit hoofdstuk wordt dit nader uitgewerkt.
3.2
Regierol gemeente
De gemeente Alkemade wil de regierol op zich nemen bij de ontwikkeling van het integrale beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Deze regierol houdt in dat: • de gemeente komt tot visievorming en besluitvorming op dit gebied; • de gemeente de diverse betrokken partijen bij elkaar brengt en richting geeft aan hun inspanningen; • de gemeente de voortgang van het samenwerkingstraject bewaakt; • de gemeente partijen faciliteert op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Dit betekent dat de gemeente maatregelen treft die de uitvoering van het voorgestane beleid mogelijk eenvoudiger maken zoals het beschikbaar stellen van grond voor de bouw van woon-, zorg- en welzijnsvoorzieningen en het planologisch mogelijk maken van woonservicezones.
3.3
Visie
Alkemade is een aantrekkelijke woonplaats voor haar inwoners. Dit is onder andere te danken aan het goede voorzieningenniveau en de hechte gemeenschapszin. De visie op welzijn is erop gericht deze structuren te behouden en waar mogelijk te versterken. In eerste instantie zijn inwoners zelf verantwoordelijk voor de vormgeving van hun leven, maar niet iedereen is in staat om die verantwoordelijkheid te nemen. Soms is daarvoor tijdelijke steun nodig, soms moet die steun permanent zijn. Op basis hiervan is de volgende welzijnsvisie geformuleerd: “De gemeente Alkemade biedt ondersteuning aan inwoners die (tijdelijk) niet of te weinig in staat zijn zichzelf te redden en/of te participeren in de samenleving door de inzet van beleidsmiddelen op het gebied van zelfredzaamheid, participatie leefbaarheid en sociale samenhang” De hoofddoelstellingen die hieruit voortvloeien worden als volgt geconcretiseerd: 1. Mensen moeten ervoor kunnen kiezen zolang mogelijk zelfstandig in hun kern te blijven wonen, ook als ze ziek zijn, zorg nodig hebben of oud worden. Dit betekent dat een gedifferentieerd aanbod van woningen moet worden gestimuleerd alsmede de zorg voor een passende woon(zorg)omgeving;
Juli 2007, NH, versie1
7
2. Door stimulering van het verenigingsleven en versterking van de directe leefomgeving nodigt de gemeente inwoners uit tot participatie en biedt een platform om sociale samenhang te versterken. 3. Als bijzondere doelgroep wordt de jeugd onderscheiden. Om de ontwikkelingskansen (en uiteindelijk de mogelijkheden tot zelfredzaamheid) te optimaliseren is een modern aanbod aan preventieve voorzieningen noodzakelijk. De bemoeienis van de gemeente beperkt zich daarin niet tot de openbare ruimten zoals speel-, school- en vrijetijdsvoorzieningen. De gemeente neemt ook de regie waar het gaat om preventieve maatregelen in de sfeer van opgroeien en opvoeden, onder andere waar ontwikkelingsachterstanden zichtbaar worden; 4. De gemeente gaat uit van de autonomie van de inwoners, maar indien noodzakelijk zal de gemeente actief interveniëren om inwoners te bewegen weer zelf het heft in handen te nemen. 5. De gemeente wil bij het bereiken van deze doelen een betrouwbare partner zijn.
3.4
Hoe bereiken we dat?
Bij de invulling van de diverse aspecten van welzijn zijn we zo veel mogelijk uitgegaan van de opbouw van de programmabegroting 2007. We onderscheiden de volgende onderwerpen: leefbaarheid, wonen, onderwijs, cultuur, sport, bibliotheek, recreatie, volksgezondheid, jeugd en ouderen. Deze komen in de navolgende subparagrafen aan de orde, waarbij per onderdeel wordt aangegeven op welke manier een bijdrage kan worden geleverd aan het algemene welzijn. Steeds volgt na een stuk tekst een kopje beslispunten, waar wordt aangegeven in welke richting de ontwikkelingen zouden moeten gaan. 3.4.1 Leefbaarheid Welzijn gaat over leefbaarheid in wijken of gemeenten. Leefbaarheid wordt bepaald door veel verschillende aspecten, zoals de aanwezigheid van winkels en openbaar vervoer, ontmoetingsruimten, werkgelegenheid, verenigingen, rust en ruimte, veiligheid. Multifunctionele gebouwen Uit onderzoek blijkt dat bewoners van een kern veel belang hechten aan een lokaal trefpunt. Veelal is dat een dorpshuis, een Kulturhus of een multifunctionele voorziening, die het centrum vormt van interactie in het dorp. ‘Een plek om te rouwen en te trouwen’(bron:Vitaal platteland, vitale kleine kernen ), een plek dus om samen te komen. De bestaande voorzieningen zijn per kern verschillend. Wat de juiste verhouding is om de optimale leefbaarheid te realiseren kan alleen per kern worden beoordeeld. Informele netwerken, participatie en sociale cohesie De gemeente streeft ernaar om bestaande informele netwerken te ondersteunen en te stimuleren. Vooral bij ouderen zijn deze informele netwerken vaak beperkt. Van belang is dat ouderen worden geactiveerd waar mogelijk en ondersteund waar dat moeilijker is geworden. Instrumenten daartoe zijn onder meer het creëren van ontmoetingsruimten, het scheppen van voorwaarden voor diverse vrijwilligersorganisaties en het ondersteunen van mantelzorg en/of burenhulp. Ook voor de jeugd moeten per kern mogelijkheden zijn om elkaar in de openbare ruimte te treffen. Bewonersparticipatie en bewonersinitiatieven worden gestimuleerd. In de kernen worden dorpsraden opgericht. Meer participatie levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het gemeenschapsgevoel (sociale cohesie). Centrale plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten dragen bij aan het versterken van de sociale cohesie.
Juli 2007, NH, versie1
8
Er zijn veel vrijwilligers actief in de gemeente. Zij zijn de motor achter de meeste verenigingen in onze gemeente en het cement van de samenleving. Vooral onder vrijwilligers bestaat de wil om iets te betekenen voor de gemeenschap. Zij knappen werk op en stimuleren anderen om ook betrokken te raken. Veiligheid en participatie Veiligheid krijgt een prominente plaats bij de ontwikkeling van buurten, die door de gemeente integraal wordt benaderd (ruimtelijke ordening, welzijn en integraal veiligheidsbeleid). Ook in bestaande wijken moeten bewoners de kans krijgen om hun betrokkenheid te vergroten en hun buurt leefbaar en veilig te maken. Beslispunten: • per dorpskern zal het voorzieningenniveau van nu én het benodigd voorzieningen niveau voor de toekomst in kaart worden gebracht. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen basisvoorzieningen per kern en voorzieningen in de gemeente of regio, bereikbaar voor iedere burger uit de gemeente. De dialoog met potentiële gebruikers, instellingen, verenigingen en bewoners wordt gezocht om de behoefte aan ruimte en samenwerking in beeld te brengen; • het waarborgen van het bestaanskader van vrijwilligers, bijvoorbeeld door ruimte te bieden voor opslag van materialen, vergaderruimten en ontvangstruimten in multifunctionele accommodaties. Wijkgerichte en wijkoverstijgende functies Het aantal voorzieningen houdt verband met het aantal inwoners van een kern, maar is daarin niet alles bepalend. Ook van belang zijn de maatschappelijke ontwikkelingen, de samenstelling (leeftijd) van de bevolking, de beschikbare voorzieningen, de binding met de voorzieningen, de bereikbaarheid van voorzieningen elders en de mate waarin “buitenstaanders”, zoals bijvoorbeeld toeristen, gebruik maken van de voorzieningen. In Oude Wetering en Roelofarendsveen samen wonen op dit moment ongeveer 11.000 mensen. Dit is verreweg de grootste bevolkingsconcentratie in onze gemeente (totaal aantal inwoners circa 14.500). De komst van woningbouw in Braassemerland zal deze concentratie nog eens sterk vergroten. Dit zal van invloed zijn op het voorzieningenniveau in dat gebied. Het ligt in ieder geval voor de hand dat nieuwe wijkoverstijgende voorzieningen vooral in de directe omgeving van de grootste bevolkingsconcentratie zullen worden gerealiseerd. Daarnaast is het voor de leefbaarheid van de kleine kernen van belang om een passend niveau aan wijk (kern)gerichte voorzieningen te behouden Bij wijkoverstijgende (centraal gemeentelijke) functies wordt vooral gedacht aan gemeentehuis, bibliotheek, zwembad en sporthal, sportvelden, jeugdcentrum, evenemententerrein, cultureel centrum/theater, zorg/gezondheidscentrum, kerk. Bij wijkgerichte functies moet primair worden gedacht aan basisscholen, buurthuizen (met functies voor alle leeftijden), huisartsen en sport (gymzaal t.b.v. onderwijs en buurt/wijk). Waar voldoende draagvlak bestaat kan dit arsenaal worden aangevuld met sportvelden, peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en jeugdcentra. Vrijetijdsbesteding Het belang van recreatiemogelijkheden in de directe woonomgeving van mensen neemt toe. Dit geldt niet alleen voor de bevolkingsgroepen, die door omstandigheden zijn aangewezen op voorzieningen dicht bij huis (zoals bijvoorbeeld 65+ en de minima), maar voor de burger in het algemeen. De tijd die overblijft naast werk, zorgtaken en (sociale) verplichtingen willen mensen besteden aan prettige zaken en daarvoor willen zij niet te lang reizen. Ook in de manier waarop mensen recreëren, is het een en ander veranderd. In zijn vrije tijd onderneemt de burger steeds meer verschillende activiteiten, met korter en vluchtiger
Juli 2007, NH, versie1
9
gebruik. Mensen hebben minder vrije tijd dan 30 jaar geleden, maar brengen meer tijd door in de openlucht. Vooral activiteiten met een sportief karakter winnen aan populariteit. Het is van belang met deze ontwikkeling rekening te houden bij nieuw /her te ontwikkelen wijken. Hetzelfde geldt voor de (nog) in ontwikkeling zijnde multifunctionele (sport)accommodaties. Door hierop goed in te spelen en wandel-, fiets en kanoroutes te ontwikkelen en op elkaar te laten aansluiten worden de inwoners uitgedaagd om te bewegen. Bovendien kunnen door aansluiting op routes in de regio ook inwoners uit omliggende gemeenten worden gelokt om hier te recreëren. Beslispunten: •
de gemeente houdt bij de (her) ontwikkeling van wijken (kernen) rekening met de behoeften aan vrijetijdsbesteding van de burgers.
Ongeveer 25% van de inwoners van Alkemade is jonger dan 20 jaar. Dit percentage neemt de komende jaren geleidelijk af. De meeste jongeren wonen naar tevredenheid in Alkemade en willen hier ook blijven wonen. Naast voorzieningen voor alle inwoners van Alkemade waar jeugdigen ook gebruik van kunnen maken, zoals de bibliotheek, zijn er ook specifiek op de jeugd gerichte voorzieningen zoals scouting, kerkelijk jeugdwerk, sportvoorzieningen en jongerensociëteiten. Alkemade beschikt over voldoende speelvoorzieningen, maar jongeren tussen de 12 en 15 jaar geven aan te weinig vrijetijdsvoorzieningen te hebben. Alkemade heeft 3 jongerensociëteiten Splotsz, Meddle en ´t Farm. Al hun activiteiten draaien op vrijwilligers. Veel jongeren verblijven in hun vrije tijd in de openbare ruimte in Alkemade .De jongeren creëren zelf hun plekjes. Op dit moment zijn er diverse groepjes jongeren in beeld die regelmatig samenkomen op door henzelf gekozen plekken. Op zich is daar niets mis mee. Wel is het van belang om als gemeente alert te zijn op meldingen van vandalisme en overlast. Hierbij is de inzet van Sociaal Cultureel werk in de vorm van een jongerenwerker te overwegen. Praten met - en in contact blijven met de diverse groepen jongeren helpt problemen te voorkomen. De gemeente staat een benadering van de jeugd per kern voor. Dit betekent dat er per kern voldoende sport –en vrijetijdvoorzieningen moeten zijn en dat de gemeenschap gestimuleerd moet worden in het organiseren van activiteiten voor de jeugd. Op het gebied van sociaal cultureel werk is op dit moment in onze gemeente alleen een ouderenwerker actief. Toch zijn er meer doelgroepen die door stimulering meer betrokken kunnen raken. Sociaal cultureel werk richt zich erop om mensen (weer) actief te laten deelnemen in de samenleving en zelfredzaamheid van mensen te stimuleren. Ook voor leefbaarheid en veiligheid in de wijk kan het worden ingezet of het helpen van mensen bij het invullen van een zinvolle vrijetijdsbesteding. Vooral de jeugd die nu niet wordt bereikt door (sport)verenigingen kan een jongerenwerker uitkomst bieden. Beslispunten: • • •
het ondersteunen van wijk- en bewonersverenigingen in het organiseren van activiteiten voor de jeugd; het inzetten van een jongerenwerker; de gemeente zorgt voor een sluitend aan bod voor alle leeftijden door het contact met de diverse organisaties voor jeugdactiviteiten en het stimuleren van samenwerking.
Juli 2007, NH, versie1
10
3.4.2 Wonen Ouderen en mensen met een beperking willen zoveel mogelijk zelfstandig blijven wonen. Deze wens heeft als consequentie dat wonen en zorg gescheiden zijn. Diensten in de sfeer van zorg en welzijn, die ervoor kunnen zorgen dat ouderen en gehandicapten zelfstandig kunnen blijven wonen, moeten ook in de kleine kernen aangeboden worden. Voor de jongeren die graag in de gemeente willen blijven wonen is huisvesting aanwezig. Daarnaast wordt bij de bouw van nieuwe wijken gelet op de veiligheid, zowel op het niveau van de bouw van de woningen als bij de ontwikkeling van de openbare ruimte in de wijken. Zorginstellingen, kinderopvangcentra, bibliotheken, gezondheidscentra, huisartsen, scholen: op steeds meer plaatsen in Nederland ontstaan initiatieven om samen op te trekken om te komen tot de realisatie van centra waar oud en jong, gezond en ziek elkaar ontmoeten en daardoor zorgen voor een levendige sfeer. Multifunctionele gebouwen zijn een manier om verschillende welzijnsfuncties te combineren. Een lokaal trefpunt is belangrijk voor het sociale verkeer in de kernen. Ook sluit een multifunctioneel gebouw aan op de behoeften van bewoners aan integrale en goed bereikbare dienstverlening. Tweeverdieners hebben deze behoefte in verband met hun (tweeverdieners-) dagindeling en ouderen door hun beperktere mobiliteit. Gemeenten proberen op deze ontwikkelingen met een goed antwoord te komen om hun dorp, wijk, gemeente, vitaal en aantrekkelijk te houden voor al haar bewoners. In principe zijn alle combinaties mogelijk. Wijksteunpunten, Brede scholen met naschoolse opvang en sporthal, multifunctionele dorpshuizen met bibliotheek en postkantoor, een gecombineerde ANWB / VVV met een bibliotheek, maar ook een commercieel bedrijf zoals een bank kan deel uit maken van een multifunctionele accommodatie. Of er kan kantoorruimte worden verhuurd aan bewoners met een eigen bedrijf. Een buurtwinkel kan erin gevestigd worden. De multifunctionele accommodatie wordt opgezet als een centrum met een geïntegreerd aanbod van functies en activiteiten. Niet alleen activiteiten en cursussen staan open voor iedere burger uit de wijk (ongeacht leeftijd, afkomst e.d.), maar ook de zorg en dienstverlening (restaurant, consultatiebureau, gezondheidscentrum). Een belangrijke meerwaarde van een multifunctioneel gebouw kan zijn het doorbreken van het isolement van individuen en groepen, waarvoor anders geen specifiek aanbod wordt ontwikkeld. Beslispunten: • de gemeente neemt het initiatief tot de ontwikkeling van specifieke combinaties van wonen en Zorg in samenwerking met de woningcorporatie en de zorgaanbieders. Het doel is te komen tot een dekkend stelsel van zorgsteunpunten binnen woonzorgzones; • bij de ontwikkeling van nieuwbouwprojecten wordt gebruik gemaakt van de Primos prognose met de module Wonen met zorg. Hierdoor ontstaat inzicht in de bevolkingsontwikkeling in de leeftijdsklassen 0 tot 54 jaar, 55 tot 75 jaar en 75 jaar en ouder. Er wordt onderscheid gemaakt in beschermd wonen, verzorgd wonen, wonen met diensten, overige ouderenwoningen, overige aangepaste woningen en overige nultredenwoningen. De opgave is per woningtype uitgesplitst in: o veronderstelde huidige tekort; o opgave als gevolg van extramuralisering. Dit is relevant voor de opgave verzorgd wonen en wonen met diensten; o opgave als gevolg van de demografische ontwikkelingen; o de minimale eisen voor wonen, zorg en basisvoorzieningen per kern worden vastgesteld. Daarmee wordt voldaan aan de inrichting van een woonomgeving waar iedereen zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven functioneren;
Juli 2007, NH, versie1
11
•
bij de vaststelling van de minimum eisen voor wonen zorg en basisvoorzieningen per wijk ( kern ) wordt voldaan aan de volgende condities: o in de gemeente is een voldoende en betaalbaar aanbod van levensloopbestendige woningen in een geschikte omgeving. Er wordt minimaal voldaan aan de afspraken gemaakt in het convenant Wonen Zorg en Welzijn in Holland Rijnland; o in de gemeente is voldoende en betaalbaar aanbod voor starters; o een geschikte woonomgeving betekent dat er in de wijk (kern) een voldoende aanbod van zorg- en welzijnsvoorzieningen zal moeten zijn en een optimale veilige infrastructuur; o in elke wijk (kern) is voldoende ruimte voor openbaar groen en recreatie en zijn faciliteiten op schaalniveau aanwezig voor beweging en sport; o het aanbod van zorg en welzijnsvoorzieningen wordt waar mogelijk gezamenlijk gehuisvest in een multifunctionele accommodatie; o voor iedere burger in de gemeente is bereikbare zorg in de nulde-lijn en in de eerste-lijn aanwezig. nulde-lijns voorzieningen zijn algemeen toegankelijke voorzieningen in de preventieve sfeer. De eerste-lijns zorg is de huisarts, de tandarts, apotheek, de fysiotherapeut; o de zorgvoorzieningen in de regio zijn goed bereikbaar en toegankelijk. Tweede-lijnszorg .(een ziekenhuis ) is binnen acceptabele reisafstand beschikbaar.
3.4.3 Onderwijs Het onderwijsbestel is continue in beweging. Inhoudelijk is een wordt steeds meer naar het kind gekeken en gestreefd naar het bieden van maatwerk. Het aanbod van scholen verschuift van het leren van feiten naar het leren gebruiken van vaardigheden. Ook verandert de mening over het wezen van de school, waar vroeger alleen op onderwijs werd ingezet, komen nu steeds vaker opvoedkundige aspecten om de hoek kijken. De ontwikkeling van een kind wordt steeds vaker integraal benaderd: thuis, op school én buiten school. Deze ontwikkelingen hebben ook hun invloed op de schoolse omgeving. Een uitwerking hiervan is de brede school, waarin diverse voorzieningen voor kinderen vóór. Tijdens én na school bij elkaar worden gebracht. In 1996 ontstaan de eerste brede scholen in Rotterdam en Groningen, waar ook andere spelers in het maatschappelijke veld van het kind bij de schoolse omgeving worden betrokken. Voor onderwijsachterstandsgebieden biedt dit een middel om kinderen met een achterstand langer te binden, waardoor meer gerichte activiteiten kunnen worden aangeboden. Ook kan gewerkt worden aan versterking van de sociale cohesie en gemeenschapszin. Daarnaast bieden brede scholen voor kleine gemeenten kansen om een hoger niveau maatschappelijke voorzieningen te realiseren door clustering en multifunctioneel gebruik van gebouwen. Sinds het stimuleringsprogramma 'Dagindeling' van het Ministerie van Sociale Zaken wordt de brede school ook gezien als een goede mogelijkheid om een samenhangend aanbod van onderwijs, opvang en vrije tijd te creëren, waardoor ouders arbeid en zorg beter kunnen combineren. Een dergelijk netwerk, met de school als spil, stimuleert de ontwikkeling van kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar. Naast onderwijs kan het netwerk bestaan uit welzijnswerk, sport- en kunsteducatieorganisaties, peuterspeelzalen, kinderopvang, gezondheidszorg, maatschappelijk werk, bibliotheken en jeugdzorg. Voor ouders gemakkelijk en overzichtelijk, en voor de kinderen gewoon LEUK! Ook lokaal is er aanleiding om de brede school te ontwikkelen. Er zijn knelpunten op huisvestingsgebied. Concreet is de Mariaschool aan vervanging toe en staan ingrijpend onderhoud gepland voor enkele andere basisscholen. Ook groeit de kinderopvang uit zijn jasje, niet alleen de dagopvang voor de allerkleinste aan het Pastoor Onelplein, maar ook de naschoolse opvang aan de Watergang. Er is besloten dat de nieuwe Mariaschool breed opgezet moet worden. Uitgangspunten daarbij zijn om te beginnen met een “kerngroep” Juli 2007, NH, versie1
12
bestaande uit het basisonderwijs, het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang. De realisatie is in handen gegeven van het programmabureau dat de woningbouw in Braassemerland gaat ontwikkelen. Vanwege de grote woningbouwontwikkeling in het gebied is het van belang om en flexibel model te ontwikkeling waar groei van het aantal gebruikers kan worden ingepast. Beslispunten: •
de ontwikkeling van de brede school vindt plaats met inachtneming van: o De prognoses van de leerlingenaantallen. In Braassemerland wordt een toename van het aantal leerlingen verwacht. De omvang van die groei wordt bepaald door het tempo van de geplande woningbouw; o de doelstelling van de brede school: het maximaliseren van de leer –en ontwikkelingskansen voor kinderen en jongeren en het vergroten van sociale cohesie Dit doel stemt overeen met het regeerakkoord Balkenende IV; o het motto van de Wmo; iedereen moet kunnen meedoen, dus met speciale aandacht voor de kinderen die om wat voor reden dan ook een achterstand hebben opgelopen, of bijvoorbeeld door een handicap extra hulp nodig hebben bij het functioneren in de maatschappij; o de brede school wordt opgericht indachtig de integrale welzijnsvisie. Er wordt gekeken naar zoveel mogelijk integratie in de brede school van andere facetten van welzijn (sport, bibliotheek, gezondheidszorg, cultuur). De brede school fungeert zodoende als versterking van het lokaal onderwijs-, sport- en jeugdbeleid; o de kansen die ontstaan bij ontwikkeling van nieuwbouwprojecten. Privaat publieke samenwerking is daarbij mogelijk, bijvoorbeeld met de woningbouwvereniging die vanuit het regeerakkoord aangespoord wordt om maatschappelijk te ondernemen.
3.4.4 Cultuur Het is van groot belang dat mensen zo vroeg mogelijk vertrouwd raken met uitingen van kunst en cultuur. Net als lezen en schrijven moet je kunst ook leren begrijpen. In Alkemade zijn diverse culturele voorzieningen met een eigen identiteit. Daarnaast worden er veel evenementen georganiseerd, zoals de Gondelvaart, de Veense Kermis, straattheater en de muziekfestivals bij jongerencentra. Een aantal vrijwilligers is zeer actief in het Alkemadese culturele leven, onder meer in de amateuristische kunstbeoefening of in de besturen van diverse instellingen. Zij doen er alles aan om Alkemade een levendig cultuurklimaat te geven. De amateurkunst manifesteert zich vooral op het gebied van toneel, theater en muziek. Veel inwoners uit de Oude Veen doen aan kunst. Er is bovendien een relatief hoog percentage professionele kunstenaars onder de bevolking. Het beleid ten aanzien van beeldende kunst en kunst in de openbare ruimte is in volle uitvoering. Voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van een gemeente is een actief en vindingrijk cultureel klimaat belangrijk. Cultuur verbindt mensen, ongeacht hun leeftijd of afkomst. Ook het culturele aanbod moet worden afgestemd op het groeiende inwonerstal. Daarnaast zorgt een concentratie van culturele activiteiten voor de levendigheid en dynamiek in een gebied. Waar mogelijk is het daarom van belang om culturele en maatschappelijke functies in wisselende combinaties onder te brengen in een multifunctionele accommodatie.
Juli 2007, NH, versie1
13
Beslispunten: • • •
•
de gemeente stemt het culturele aanbod en de voorzieningen hiervoor af op de toekomst groei van de bevolking van Alkemade; de gemeente wil waar mogelijk de culturele activiteiten onderbrengen in multifunctionele centra; de gemeente wil bijdragen aan een grote verscheidenheid in aanbod van culturele activiteiten in Alkemade, dat aansluit bij de interesse van de verschillende groepen in de samenleving. Een aanbod dat mensen die tot nu toe - door welke oorzaak ook – minder in aanraking kwamen met uitingen van kunst en cultuur aantrekt; het aanbod van de culturele activiteiten in Alkemade wordt verzorgd door diverse organisaties. De gemeente wil steun blijven bieden steun aan amateurs en vrijwilligersorganisaties om het huidige hoge peil van culturele activiteiten te behouden en te versterken.
3.4.5 Bibliotheek De Bibliotheek is de culturele instelling met de laagste drempel en met het breedste bereik van de bevolking. De gemeente Alkemade vormt samen met bibliotheken in de gemeenten Alphen aan den Rijn, Alkemade, Rijnwoude, Nieuwkoop, Ter Aar en Zoeterwoude de basisbibliotheek Zuid-Holland Midden. Deze samenwerking heeft als doel: • verbeteren kwaliteit en efficiency bibliotheekwerk; • verbetering van de dienstverlening; • verbreding van de bibliotheekfunctie. De bestaande frontoffices zijn gehandhaafd. In het frontoffice vindt de dienstverlening aan het publiek plaats. Elke gemeente bepaalt (en bekostigt) zelf het dienstverleningsniveau in de eigen lokale frontoffice(s). Daarnaast wordt een gezamenlijke backoffice gerealiseerd. Backoffice taken zijn productontwikkeling, productvernieuwing, marketing, directievoering, administratie en accountmanagement. Het is de bedoeling dat in de nieuwe basisbibliotheek de vraag /wens van de consument centraal staat. Ook educatieve, culturele, maatschappelijke en andere instellingen worden aangemerkt als consument. Dit betekent dat ook zij aan kunnen geven dat er behoefte is aan het uitbreiden dan wel wijzigen van het aanbod van diensten en activiteiten. De bibliotheek wordt zo een belangrijke component van de lokale culturele, educatieve en maatschappelijke infrastructuur. Van oudsher is de bibliotheek actief op het gebied van het uitlenen van media en het beschikbaar stellen van informatie. Naast een verbetering van de kwaliteit en verbreding van dit aanbod zullen bibliotheken ook andere diensten gaan aanbieden. Per front office kunnen met de gemeente aanvullende afspraken worden gemaakt. Beslispunten: •
•
•
de gemeente bevordert actief dat de openbare bibliotheek wordt ingezet als instrument van integraal gemeentelijk welzijnsbeleid, zoals het begeleiden van scholieren ten behoeve van media- en informatie-educatie, een ontmoetingsfunctie, het organiseren van culturele en educatieve activiteiten en dienstverlening aan bedrijven; de gemeente kijkt hierbij zoveel mogelijk naar integratie met andere diensten, zo mogelijk in multifunctionele accommodaties. Hierbij is de laagdrempeligheid van de bibliotheek een belangrijke factor om mensen over de streep te halen om ook kennis te maken met andere welzijnsdiensten; De gemeente zorgt ervoor dat de diensten van de bibliotheek voor alle inwoners af te nemen zijn. Digitalisering en mobiele uitgiftepunten spelen hierbij een rol.
Juli 2007, NH, versie1
14
3.4.6 Sport Dat sport de gezondheid bevordert is al lang bekend. Maar sport helpt ook leervermogens te ontwikkelen en vergroot de sociale vaardigheden. Sport zorgt ervoor, dat mensen ergens bij horen, ergens aan deelnemen. Samen sporten is leuk. Door sport verbetert de leefbaarheid in de wijken. Te weinig lichaamsbeweging en overgewicht zijn belangrijke risicofactoren voor de gezondheid. Het is bekend dat overgewicht een groeiend probleem is. Voor gezond bewegen bestaat een norm. De Nederlandse Norm Gezond Bewegen. In de periode 20002005 is het aantal Nederlanders dat voldoet aan de beweegnormen gestegen. In 2005 voldoet 63% aan de combinorm en is nog maar 5,8% inactief. Hiermee zijn de doelen die de overheid zich gesteld had in 2010 te halen, al bijna gehaald. De stijging wordt waarschijnlijk mede veroorzaakt door een toenemende bekendheid van de Nederlandse bevolking met de wenselijkheid van voldoende bewegen en de daarbij gehanteerde normen. Bij de jeugd is de situatie aanzienlijk slechter: slechts een derde beweegt iedere dag 30 minuten tenminste matig intensief, terwijl dat eigenlijk 60 minuten moet zijn. Positief is dat het percentage jeugdigen dat inactief is vrij laag is met circa 2%. Voor zowel de jeugd als de volwassenen geldt dat de hoeveelheid inactiviteit de hoeveelheid activiteit veruit overtreft. De belangrijkste redenen voor de jeugd om niet voldoende te bewegen zijn: tijdgebrek (31%) en geen zin (28%). Het lichamelijk niet in staat zijn wordt door 6% als reden voor onvoldoende lichaamsbeweging aangegeven. De Nederlandse jeugd geeft gemiddeld aan lichamelijk actief te zijn gedurende 126 minuten per dag is, dus ruim twee uur. Dit is bijna 50 minuten per dag minder dan volwassenen! De sportverenigingen in Alkemade zijn goed georganiseerd. Er is een goede spreiding van sportvoorzieningen over de kernen, waardoor de bereikbaarheid voor iedere bewoner gewaarborgd is. De behoefte aan sportaanbod in de buurt/wijk neemt toe. De laatste jaren is er sprake van velden tekort als gevolg van groei van het aantal leden van een aantal verenigingen. Veel verenigingen zetten zich in om de jeugd aan zich te binden. Toch wordt nog steeds niet iedereen bereikt. De gemeente acht het van belang dat kinderen zoveel mogelijk in aanraking komen met sport en bewegen, immers: jong geleerd is oud gedaan. Door meer verbindingen te leggen tussen school, sport en vrijetijdsbesteding moet het mogelijk zijn meer kinderen te enthousiasmeren waardoor ze een gezonde fysieke basis ontwikkelen. Hiervoor kunnen breedtesportprojecten worden ingezet. Beslispunten: • • • • • •
de gemeente hecht aan de functie van sportverenigingen op het gebied van sociale cohesie en volksgezondheid; de gemeente stimuleert zwem- en bewegingsonderwijs; de gemeente activeert de jeugd; de gemeente handhaaft en zorgt waar nodig voor uitbreiding van de sportmogelijkheden per kern; de gemeente speelt in op de behoefte van sportbeoefening door de groep 50+, met name voor de groep die juist geactiveerd moet worden; de gemeente voert de regie op het totstandkomen van breedtesportprojecten.
Juli 2007, NH, versie1
15
3.4.8 Volksgezondheid Het aantal mensen met een chronische ziekte zal de komende 20 jaar flink toenemen. Grotendeels komt dit door de vergrijzing van de bevolking, maar ook ongezond gedrag speelt een belangrijke rol. De grootste stijging, in absolute zin, wordt gezien voor diabetes (met een toename van 60% in 2025 )en osteoporose. (bron:RIVM rapport 26 juli 2007). Goede voeding en voldoende beweging hebben op beide ziektes een preventieve werking. De gemeente Alkemade wil de wijken (kernen) beweegvriendelijk houden en maken. Bij de bouw van een wijk is de overheid verplicht de milieugevolgen daarvan te onderzoeken. Hetzelfde wil de gemeente laten gelden voor gezondheid. Een gezonde buurt is een veilige buurt, waar ouders hun kinderen durven te laten fietsen omdat de fietspaden bijvoorbeeld vrijliggend zijn. Ook gaan kinderen eerder voetballen als je de contouren van een veldje tekent op straat. Buurten en huizen moeten meer uitdagen om te bewegen, vindt het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).Het RIVM heeft hiervoor een lijst met 50 aanbevelingen opgesteld. (bijlage) Beslispunten: •
de gemeente past de aanbevelingen van het RIVM toe bij de (her)ontwikkeling van wijken (kernen).
Ongezond gedrag onder jongeren neemt toe. Uit rapportages van de GGD blijkt dat onze jeugd relatief veel alcohol tot zich neemt en ook vaak op te jonge leeftijd. Gezondheidsvoorlichting, waaronder voorlichting over alcohol, roken en drugs, wordt door de gemeente verder ontwikkeld. Voorts blijkt dat emotionele en gedragsproblemen bij kinderen vaak de oorzaak zijn van schooluitval en/of crimineel gedrag. Het is daarom zaak dergelijke problemen zo vroeg mogelijk te signaleren. Door het inzetten van zorgadviesteams kunnen aanbieders van jeugdgezondheidszorg (zoals GGD en jeugdhulpverlening) hulpverlening beter afstemmen waardoor geboden hulp effectiever wordt en voorkomen wordt dat langs elkaar heen wordt gewerkt. Daarnaast zal de samenwerking met andere instellingen en organisaties zoals scholen en de politie verstevigd worden. In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die op 1 januari 2007 van kracht is geworden, is de preventieve taak van de gemeente met betrekking tot jeugdbeleid al vastgelegd. Preventief jeugdbeleid betreft de volgende functies: informatie en advies; signaleren van problemen; toegang bieden tot het hulpaanbod; licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg. Beslispunten: • •
•
de gemeente speelt een belangrijke initiërende, stimulerende en coördinerende rol in de ketensamenwerking tussen alle organisaties voor de jeugd; door de oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin waarin de koppeling jeugdbeleid, jeugdgezondheidszorg en het ‘loket’ voor informatie en advies op het terrein voor jeugd wordt gerealiseerd zal de gemeente haar preventieve rol optimaal kunnen uitoefenen; de gemeente breidt de stimulering van de jeugd om meer te bewegen uit door het instandhouden en waar nodig uitbreiden van het huidige aanbod van sportvoorzieningen en het entameren van breedtesportprojecten.
Juli 2007, NH, versie1
16
4
Stappenplan
Het is de bedoeling om de welzijnsvisie die in onderhavig document wordt beschreven ook in de praktijk te brengen. Dat klinkt logisch, maar het krachtenveld waarbinnen het gestalte moet krijgen is weerbarstiger dan de theorie doet vermoeden. In de eerste plaats is Jacobswoude geen actieve deelgenoot geweest bij het opstellen van deze visie. Ten tweede start in de komende periode het harmonisatieproces voor de fusie. Ten derde is de welzijnsvisie bedoeld om het welzijn van de inwoners zo goed mogelijk te waarborgen. Uitvoering van dit beleid kan absoluut niet zonder consultatie van het veld. Tenslotte conflicteert het belang van de een soms met het belang van de ander. Voor zorgvuldige afweging van belangen is vaak extra tijd nodig. Wij praten dan ook niet over morgen klaar en volgende week uitvoeren. Toch is het goed om een globaal tijdspad van activiteiten te beschrijven. Leefbaarheid 2008 Opstellen van een startdocument waarin inzichtelijk wordt welke sociaal maatschappelijke voorzieningen aanwezig zijn en waar knelpunten aanwezig zijn. Dit moet in samenwerking gebeuren met fusiepartner Jacobswoude. Op deze manier kan de eerste gemeenteraad van de nieuwe gemeente vanuit het bestaande kader tot nieuwe ontwikkelingen komen. 2009 In de dialoog met de inwoners uitwerken van mogelijke oplossingen voor de benoemde knelpunten. Medio 2009 Benoemen speerpunten welzijnsbeleid. Najaar 2009 Vaststellen plan van aanpak Wonen 2007 Tijdige inpassing van maatschappelijke voorzieningen in de planvorming voor de woningbouw in Braassemerland is noodzakelijk voor het waarborgen van leefbaarheid van die nieuwe wijk. Het gaat om: • woonzorgzones; • onderwijshuisvesting; • sportvoorzieningen; • culturele voorzieningen; • algemene voorzieningen. Onderwijs Continu Vooral voor adequate onderwijshuisvesting is het van belang proces om de leerlingenprognoses goed in beeld te hebben. Keuzes voor het bouwtempo in Braassemerland zijn hiervoor vooral bepalend, want hierdoor kunnen grote verschillen ontstaan. 2007/2008 Harmonisatie 2009 Onderwijsbeleidsnota Brede school vorming waar wenselijk stimuleren Cultuur 2007/2008 Harmonisatie 2009 Nota cultuur Sport 2007 Benchmark sportvoorzieningen 2008 De wetravelden van DOSR en Alkmania worden van kunstgras voorzien. 2009 Sportnota Bibliotheek 2008 Bibliotheekvernieuwing zou moeten worden uitgewerkt in samenwerking met Jacobswoude. Zou moeten worden betrokken bij het voorzieningenniveau per kern. Volksgezondheid 2007 Startnotitie alcohol preventie 2007/2008 Harmonisatie 2009 Nota Volksgezondheid
Juli 2007, NH, versie1
17