DRIEmaandelijks magazine van Centrum Algemeen Welzijnswerk oost-brabant vzw Maatschappelijke zetel: Redingenstraat 6, 3000 Leuven - P916883 - december 2014
nr 4/2014
Giften zi jn steeds welkom op IBAN BE59 7775 9209 2726
Welzijn en gezondheid, de zorg van iedereen? Vermaatschappelijking: kans of valkuil
Tweedehands met een doel! De geschiedenis van 30 jaar Kapstok
Housing First Een oproep voor een bijzonder project
zo gezegd jke esteli n e g e at d an moete d n d e lle e wi erbetert , n dat d w s l v e k A dheid leen zorg t , maar oo n o z e g a al ed ruitga gen dit go niet o o v e w r p nt ero oor hen zo ë i t a p . die v j i z doen t n e da v j i en bl kunn aar leert begrijpen en Dat je een ander m m tegemoet treedt , respecteren als je he , in zijn logica leert in zijn tijd en ruimte ont voor zijn noden, denken en begrip to eer gewoon in onze dat zijn we niet m aatschappij. prestatiegerichte m n ng ee i k j i l e p n tschap ren, kiest i a a m r et ve realise k voor Wie m g hoopt te rs, namelij org. de rin ez bespa oor iets an voor ander v n wezen in plaats va r minde
We moete nm cliënten na eer samen met onze denken ov er wat ze hun leven in waardevol vinden, wa zij van dro ar men.
Editoriaal Editoriaal Editoriaal Beste lezer, Elke instelling, elk vak heeft zijn eigen jargon. Het onderwijs is daar heel sterk in, ook in afkortingen trouwens. Welzijnswerk heeft daar ook een handje van weg. Nieuwe werkelijkheden worden gevat in nieuwe begrippen en oude worden dan meteen verketterd. Zo spreken we sedert enkele jaren niet meer over gehandicapten maar over mensen met een beperking. De CAW Inzicht redactie, die zich uitslooft om mij tijdig kopij te doen leveren, spaart geen moeite om mijn vrees voor het witte blad weg te werken. ‘Het nummer gaat over de vermaatschappelijking van de zorg’ kreeg ik te horen. Vermaatschappelijking. Iets tot de maatschappij laten of doen behoren. De maatschappij meer betrokken maken op de problemen die ver af zijn, op de problemen die toevertrouwd werden aan instellingen? Problemen die ooit door de mensen zelf moesten geklaard worden, daarna geïnstitutionaliseerd werden opnieuw in de maatschappij zelf verankeren. Is het dat? Voor de minister van welzijn betekent vermaatschappelijking van de zorg: “(dat) de zorgvrager centraal staat in zijn buurt en lokale gemeenschap. Hij voert zelf de regie over de zorgorganisatie op zijn maat, met mantelzorgers, vrijwilligers en het professionele eerstelijnsaanbod. Is meer gespecialiseerde hulp nodig dan kan deze met een persoonsgebonden budget ingekocht worden. Hulpverlening is vraaggestuurd, gaat uit van de eigen kracht van de zorgvrager die er zijn weg moet vinden, al dan niet ondersteund door een coach.” De behoefte en de autonomie van de mensen die zorg zoeken, staan in de vermaatschappelijking blijkbaar centraal. Dat is voorwaar een mooie gedachte. Dit vraagt van de instellingen dat zij maximaal open staan voor de maatschappij en voor de zorgvragende burger. Maar tegelijkertijd vraagt het ook burgers die in staat worden gesteld om de vraag juist en tijdig te stellen en dat zij de behoefte die zij hebben kunnen uitdrukken. Nobel aanbod, nobel inzicht en nobele stimulans. Wat vermaatschappelijking niet mag betekenen is dat de zorginspanningen worden afgewenteld op de buurt of de lokale gemeenschap of op de familie. Het nobelste streven kan wrang klinken als de werkelijke, rechtstreekse effecten zich gemakkelijk zouden laten samenvatten in het begrip ’besparingen’. In deze dagen niet zo’n onwezenlijke vrees... Vermaatschappelijking vraagt van CAW een grote alertheid: voor de organisatie van de zorg en voor de plannen van de diverse ministers.
Jan Boulogne Voorzitter CAW Oost-Brabant
3
4
Vermaatschappelijking vraagt meer Bert Lambeir directeur CAW Oost-Brabant
Vandaag de dag evolueren zorg en welzijn in Vlaanderen op de maat van de vermaatschappelijking. Dat laatste duidt op twee nauw verbonden maar te onderscheiden dingen: enerzijds gaat het over de overtuiging – en de weg daar naartoe – dat zorg best zo dicht mogelijk bij de zorg- en hulpbehoevende georganiseerd wordt. Vermaatschappelijking laat mensen het heft in eigen handen. Anderzijds bouwt de vermaatschappelijking van de zorg op een collectief engagement waarmee iedere burger met zorg naar zijn medemens kijkt en omkijkt. Beide bewegingen zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar maar zijn geen van beide vanzelfsprekend.
5
Empowerment De zorgbehoevende wordt zoveel als mogelijk uit zijn afhankelijkheidsrol gehouden en behoudt waar mogelijk de verantwoordelijkheid in zijn of haar situatie. Vertrekkende van het geloof in de krachten en mogelijkheden van ieder mens is die verantwoordelijkheid de regel, ondersteuning is de uitzondering. Wanneer die laatste nodig is wordt ze door reguliere diensten geboden waar kan en is ze slechts specialistisch als het moet. Vermaatschappelijkte zorg start bij de minst ingrijpende hulp. De vraag hier is of deze hulp vooral door professionele hulpverleners dan wel door naasten wordt geboden. In het geval van professionele hulp staat vermaatschappelijking alvast voor ondersteuning in iemands vertrouwde leefomgeving. Hulpverleners moeten de straat op, bij mensen aan huis, in buurten en wijken en samen met anderen de nodige multidisciplinaire hulp- en dienstverlening aanbieden. Hierbij worden ze ondersteund door én zijn ze ondersteunend voor de mensen uit een natuurlijk netwerk die de zorgbehoevende zoveel als nodig omringen. Iemand “thuis” laten zijn, geeft het krachtgerichte verhaal een bijkomende dimensie, namelijk het vrijwaren van een plek in de samenleving voor iedereen met een grote of kleine zorgbehoefte. Op zich is ook dat versterkend: mensen kunnen de rollen blijven opnemen zoals ze steeds deden en krijgen bovendien de mogelijkheid er nieuwe op te nemen. Niet-residentiële en niet-gespecialiseerde zorg creëren ruimte voor verantwoordelijkheid in het eigen leven, of het nu gaat om een dagactiviteit, onderhouden van relaties met buren, familie en ruimer netwerk, huishoudelijke activiteiten, enz. Ze beantwoorden aan het streven om mensen een eigen, betekenisvolle plek in de samenleving te laten innemen. Vermaatschappelijking start m.a.w. bij een maatschappij voor iedereen.
“
Vertrekkende van het geloof in de krachten en mogelijkheden van ieder mens is die verantwoordelijkheid de regel, ondersteuning is de uitzondering.
“
6
Sociaal kapitaal
Duur-zaam
Die positieve keuze rust, zoals al aangegeven, Vermaatschappelijking van de zorg is wel deop een tweede pijler. Vermaatschappelijking gelijk een positieve keuze met een vooruitblik doet immers een appèl op het sociaal kapi- op een duurzame sociale gemeenschap. Het taal van de gemeenschap. Beleidsmakers zien gaat immers om een investering in de samenhierin een garantie voor kwaliteit van zorg én leving en in de mogelijkheid om daarvan een kwaliteit van leven. Mensen mozorgende woon- en leefomgeving te biliseren zich voor elkaar. maken. Voor Als het schoentje van Een investering zonder meer. vermaatschappelijking Wie in vermaatschappelijdeze doorgedreven ergens knelt, laat het vermaatschappelijking moeten king een besparing hoopt dan hier zijn en wel te realiseren kiest in wewe kiezen, weg van ‘verzorging’ zen voor iets anders, om de volgende twee redenen. naar ‘ondersteuning in het dagelijkse namelijk voor minder Ten eerste staat de voor andere zorg. leven’. Dat laatste is wat sociaal ipv samenleving onder De afbouw van ziedruk in die zin dat werkers in het CAW per definitie kenhuisbedden levert de klemtoon op ei- doen: uitgaande van de krachten middelen op die – zogen loopbaan én op als verder te lezen – onvan kwetsbare medeeen boeiend (lees rijk verminderd en bewust in mensen. gevuld en gevarieerd) leandere vormen van zorg en ven de tijd en ruimte voor hulpverlening moeten ingezet de ander sterk inperkt. Ook de worden (zie interview met G. Pieters). duurdere kinderopvang, de inperking van Maar dat is niet alles: vermaatschappelijking maatregelen voor arbeidsduurverkorting, de impliceert een maatschappij waarin grondbijgestelde pensioenleeftijd en de krappe ar- rechten gegarandeerd zijn, waarin huisvesting beidsmarkt zullen makkelijk leiden tot andere stap één in de hulpverlening kan zijn (zie verkeuzes dan zorg voor de medemens. der over housing first), waarin bureaucratiseTen tweede vooronderstelt de idee van ver- ring, fragmentering en professionalisering van maatschappelijking dat eenieder van ons be- de hulpverlening worden teruggeschroefd, schikt over een relevant netwerk. Hulpverle- waarin participatie aan het actieve leven in al ners op de eerste lijn weten als geen ander dat zijn breedte en op maat wordt uitgebouwd net de meest kwetsbaren onder ons hiervan (incl. de maatregelen voor leerwerkervarinverstoken blijven en dat zij willens nillens pre- gen die nu worden ingeperkt), waarin mantelcies daarom eerder een beroep op professi- zorgers en vrijwilligers worden aangemoedigd onele hulp- en dienstverlening moeten doen. en ondersteund, waarin er publieke ruimte is Ook vermaatschappelijkte zorg is niet zonder die uitnodigt tot echt samenleven, enz. sociale bias. Voor deze doorgedreven vermaatschappelijking moeten we kiezen, weg van ‘verzorging’ naar ‘ondersteuning in het dagelijkse leven’. Dat laatste is wat sociaal werkers in het CAW Vermaatper definitie doen: uitgaande van de krachten schappelijking van kwetsbare medemensen werken aan een start m.a.w. bij een stevig en ondersteunend sociaal netwerk en daarbij opkomend voor ieders basisrechten. maatschappij voor Vermaatschappelijking is daarmee een keuze iedereen. voor echt ‘maatschappelijk werk’ op de eerste lijn.
“
“
“
“
7
Waar we van dromen
Interview met Prof. Dr. Guido Pieters, psychiater UPC, hoofddocent bij KU Leuven, netwerkcoördinator zorgprogramma art. 107 regio Leuven-Tervuren
Internationaal is er een sterke trend tot vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg, ook bij ons. Wat betekent dat concreet? De essentie van deze evolutie is toenemende participatie van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen in de maatschappij. Enerzijds door de afbouw van ziekenhuisbedden in de psychiatrie, waarmee de patiënt uit zijn geïsoleerde positie tussen de ziekenhuismuren gehaald wordt en terug in de samenleving geplaatst wordt. Gelijklopend hiermee worden mobiele gemeenschapsteams uitgebouwd - interdisciplinaire teams - die de zorg naar de patiënt toebrengen in zijn eigen milieu en hem daar ondersteunen. Deze reconversie is gestoeld op wetenschappelijk onderzoek dat mensen met een psychiatrische problematiek beter in hun thuissituatie geholpen worden. Dat houdt wel in dat de ondersteuning die in de residentiële zorg ter beschikking is, nu in de thuissituatie wordt aangeboden, en dat ook het sociale netwerk en de sociale omgeving mee ondersteund worden. Wetenschappelijk onderzoek toont
aan dat deze geïntegreerde zorg de patiënt meer helpt dan de zorg die aangeboden wordt door afzonderlijk werkende professionals. Een aantrekkelijke boodschap, maar wat met de echo’s van de tegenstanders? Ik noem er een paar: Is vermaatschappelijking geen eufemisme voor doodgewone besparing? Neen, dat zou een heel gevaarlijke zaak zijn mocht het alleen om bezuinigingen gaan. Deze hervorming moet voldoende financiële middelen krijgen. En die moeten ook anders worden ingezet waardoor vermaatschappelijking gestimuleerd wordt. De geestelijke gezondheidszorg wordt meer en meer een gedeelde zorg, tussen hulpverleners uit verschillende sectoren, zowel vanop de eerste, tweede en derde lijn. De financiering van de zorg moet daarom opnieuw bekeken worden. Waar meer druk komt, moet meer ondersteund worden. We moeten voorkomen dat zorg gecommercialiseerd wordt, waardoor de sociale ongelijkheid ook hier alleen maar zou toenemen.
8
Is onze prestatiegerichte maatschappij er der, mobieler, we moeten naar de patiënt toe wel klaar voor om die zorg aan te bieden? gaan. In Engeland is bijvoorbeeld bewezen dat Het klopt dat gezinnen en families vandaag an- vermaatschappelijking de suïcidecijfers doet ders georganiseerd zijn dan vroeger. Mensen dalen, mits goede mobiele ondersteuning. blijven graag op zichzelf, worden graag gerust Zijn onze hulpverleners er wel klaar voor gelaten. De druk om al hun rollen – partner, om deze vorm van gedeelde zorg goed te ouder, kind, vriend, kind, werknemer, colorganiseren? lega…- goed op te nemen is al zo groot dat er nog weinig ‘zorg’ bij kan. En dan is er nog Vermaatschappelijking van de zorg betekent ook dat de hulpverlening anders moet. de vérgaande verdeskundiging van We moeten veel meer samenwerde zorg waardoor mensen het ken, ook intersectoraal. Als je niet meer gewoon zijn voor die gedeelde zorg als visie kunt en daar draait elkaar te zorgen. nemen, zou je hulpverlening Maar ik weiger te accephet uiteindelijk om, helemaal anders kunnen teren dat we het daar maar moeten bij laten. om mensen die geloven in organiseren. Bijvoorbeeld Ik zie naast mij steeds iets. Die kunnen waarlijk in zorgteams met huisarts, psychiater, maatschappelijk meer ‘bezielers’ opduiiets veranderen, niet de werker… Maar er zijn nog ken die mee aan de kar structuren. hinderpalen, zoals het bevan gemeenschapszorg roepsgeheim, de verantwoorwillen trekken, die wel uit delijkheid, de sectorfinanciering. En hun huis komen en mee willen dat maakt dat het traag gaat. zorgen voor hun medemens… en daar draait het uiteindelijk om, om mensen Vandaag werken we al met multidisciplinaire die geloven in iets. Die kunnen waarlijk iets mobiele zorgteams die aan huis bij de patiënt komen. Er zijn al dagcentra waar ze oververanderen, niet de structuren. dag terechtkunnen en waar gewerkt wordt Zijn mensen met psychiatrische proble- aan re-integratie. Maar daar mogen we niet men er wel klaar voor om terug in de veel- bij stoppen, we moeten verder werken, eleisende samenleving te stappen? kaar leren kennen, elkaar leren vertrouwen, Ik geloof sterk in de kracht van mensen, ze samenwerken. We hebben in de psychiatrie kunnen heel veel zelf. We moeten stoppen veel te veel en veel te lang gefocust op gespemet hen te betuttelen, hen afhankelijk te ma- cialiseerde zorg terwijl we het belang van de ken van zorg, alles van hen over te nemen. gewone basale zorg uit het oog verloren. GeDat doen we best door hen terug de kans specialiseerde zorg moet zeker blijven bestaan te geven mee te draaien in de samenleving. maar specialisten moeten uit hun ivoren toren Hoewel onze klinieken van uitstekende kwa- komen en hun kennis delen. En ook zelf op liteit zijn en de mensen er heel goed verzorgd zoek gaan naar wat het gespecialiseerde aanworden is er bijna niemand die graag lang op- bod kan verruimen. Zoals samenwerken met genomen wordt. de eerstelijnszorg die vaak doelgroepen aanVaak ontbreken keuzemogelijkheden, en dat spreekt die specialisten niet bereiken, of die vinden mensen juist belangrijk. We moeten mensen veel langer ondersteunt daar waar meer samen met de patiënt nadenken over specialisten stoppen als het probleem mewat ze in hun leven waardevol vinden, waar disch gezien is opgelost. zij van dromen en écht willen voor gaan, in Uiteindelijk streven we als hulpverleners alleplaats van hen te isoleren en er alleen maar maal hetzelfde doel na: de mens versterken over na te denken van welke moeilijkheden in zijn psychische, fysieke, sociale welzijn. De we allemaal af willen. Er moet zeker goede mens moet centraal staan, niet het aanbod. ondersteuning blijven. Ook residentieel, maar meer als vangnet. De zorg moet anders, bre-
“
“
9
Uitgaan van de kracht van mensen Gesprek met Dr. Geert Pint, huisarts te Wilsele, KHOBRA Huisartsenkring OostBrabant, Academisch Centrum Huisartsgeneeskunde KU Leuven
“
We moeten ons eigen aanbod nog meer op mekaar proberen af te stellen, onze knowhow en expertise delen, écht netwerken in de zorg.
“
Wij zijn als huisarts in ons dagelijks werk erg betrokken bij de geestelijke gezondheidszorg van onze patiënten. De vermaatschappelijking van die zorg is zeker een goede evolutie. Voor mij is het belangrijk dat we hierbij vooral uitgaan van de kracht van de mensen. Ik denk dat we moeten afstappen van het ‘psychiatriseren’ van de gewone problemen van het leven en dat een groot deel van de patiënten niet in de specialistische zorg terecht hoeft te komen. Dit is enkel nodig voor (zeer) ernstige problemen. De minder zware problemen kunnen ook op andere manieren verholpen en opgelost worden. Dit veronderstelt echter een heel ander soort zorg: startend bij de zelfzorg en de mantelzorg, daaropvolgend de generalistische zorg en pas daarna specialistisch, waarbij elk van die zorgniveaus voldoende op mekaar kunnen steunen en bij elkaar terecht kunnen.
Ik wil daarom ook graag pleiten voor het doorbreken van de schotten tussen de gespecialiseerde en de eerstelijnszorg, maar ook van de schotten tussen welzijns- en gezondheidszorg. We moeten ons eigen aanbod nog meer op mekaar proberen af te stellen, onze knowhow en expertise delen, écht netwerken in de zorg. Zorgoverleg en een goede coördinatie van die gedeelde zorg zijn eveneens belangrijke voorwaarden om deze samenwerking te doen slagen. Een voorbeeld van dergelijke zorgsamenwerking zie ik in de mogelijkheid voor de huisarts om een kort specialistisch advies te vragen of snel tussen te komen waar nodig, zonder de zorg volledig te hoeven doorverwijzen. Het laat ons toe snelle, continue, toegankelijke en kwaliteitsvolle hulp te blijven bieden, aangepast aan de wisselende noden die de opvolging van patiënten met zich meebrengen. Als huisarts blijven wij onze patiënt ook volgen. In tegenstelling tot andere begeleidingen is de zorg die wij bieden nooit af. Die continuïteit van de zorg voor een persoon is belangrijk en is één van onze troeven die we in een intersectorale samenwerking écht nodig kunnen hebben. Dergelijke vormen van samenwerking vergen echter de moed van elke zorgpartner om het eigen aanbod in vraag te durven stellen en de flexibiliteit om het aanbod mee af te stemmen op dat van anderen, maar vooral op de vraag
10
van de patiënt. Dit zal ongetwijfeld nog een rijk te blijven inzetten op een bestrijding van hele denkoefening vragen, maar lijkt mij een de stigmatisering van de geestelijke gezondonvermijdelijke verdere evolutie. heidszorg. Acties als ‘TeGek’ zijn daar voor Er zijn natuurlijk ook valkuilen aan de hele ver- mij een mooi voorbeeld van. maatschappelijking van de zorg, zoals de over- Ik geloof dat de huidige veranderingen die we responsabilisering van de patiënt. En er is het meemaken in de zorg slechts een start zijn van risico dat de omgeving van de patiënt, zoals een meer patiëntgerichte zorgverlening. Het de familie, niet klaar is om de nodige zorg te lijkt me zeer boeiend om geven. Daarom is het belangrijk dat we hen daaraan mee te movoldoende ondersteuning bieden. gen werken. Dergelijke Anderzijds zijn we het ook niet gevormen van samenwerking woon samen te leven met ‘mensen die niet helemaal normaal functio- vergen echter de moed van elke neren’. Dat is typerend voor ons zorgpartner om het eigen aanbod huidig maatschappelijk klimaat. in vraag te durven stellen en de Daarom vind ik het ook belang-
“
flexibiliteit om het aanbod mee af te stemmen op dat van anderen, maar vooral op de vraag van de patiënt.
Vermaatschappelijking in CAW Oost-Brabant
getuigenis
“
silke
JAC jongerenonthaal
LEEN
Wij hebben intussen een fijne samenwerking met het CGG Vlaams-Brabant Oost. Wanneer we bij een jongere vermoeden dat er psychische problemen spelen, waarvoor gespecialiseerde hulp nodig is, contacteren we hen. Voor heel wat jongeren in die situatie is de stap naar een CGG of andere psychiatrische hulp te groot. Zeker wanneer ze nog nooit eerder in aanraking kwamen met geestelijke gezondheidszorg. De mensen van de VDIP-werking (Vroegdetectie en -interventie bij psychiatrische stoornissen) kunnen dan wat meer aanklampend werken en op een toegankelijke manier zorgen voor een langdurige oplossing. Ze slaan de brug tussen het JAC en het CGG. Ook bij jongeren met bijvoorbeeld ernstige angststoornissen, kunnen we hen consulteren, zodat we snel en specifiek op de situatie kunnen reageren.
11
Ontdek de ander Martine Naets werkt bij het project aanklampende zorg voor dakloze mensen met psychiatrische of verslavingsproblematiek, ondersteund door het OCMW Leuven.
Dat vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg maar werkt als die maatschappij leert omgaan met kwetsbaarheid en onvolmaaktheid van mensen, lijkt logisch. Maar dat je een ander maar leert begrijpen en respecteren als je hem tegemoet treedt, in zijn tijd en ruimte, in zijn logica leert denken en begrip toont voor zijn noden, dat zijn we niet meer gewoon in onze prestatiegerichte maatschappij. Daarom is een outreachende en aanklampende aanpak zo belangrijk in de vernieuwde geestelijke gezondheidszorg: Richard, 60 jaar, 10 jaar geleden nog gehuwd, succesvolle zelfstandige, leefde nu op straat, verslaafd aan alcohol en drugs. Sliep af en toe op een bank, zocht soms wat warmte in een kraakpand, wist als de beste in welke vuilnisbakken in Leuven de lekkerste broodjes te vinden waren. Via het OCMW kwam ik hem op het spoor, op een bankje op het Ladeuzeplein in Leuven. Ik heb er uren met hem zitten babbelen, later in Café Vandevelde bij een koffie. Tijd was hier niet aan de orde, aanwezigheid en vertrouwen des te meer. Waar kon ik hem mee helpen, vroeg ik. Ik wil gewoon ergens wonen, zei hij. Ik ging op zoek, schreef hem in in het Sociaal verhuurkantoor. Maar toen we vorige winter eindelijk een studio voor hem gevonden hadden, kwam hij niet opdagen. Hij was in slaap gevallen in het park. Ik was ontgoocheld, ja, maar ik hield hem vast. In april tekende hij uit-
“
Maar dat je een ander maar leert begrijpen en respecteren als je hem tegemoet treedt, in zijn tijd en ruimte, in zijn logica leert denken en begrip toont voor zijn noden, dat zijn we niet meer gewoon in onze prestatiegerichte maatschappij.
“
eindelijk zijn huurcontract. De eerste maanden leefde hij er als dakloze, met alle gevolgen van dien. Conflicten met de buren en overlast. Ondertussen bleef ik hem ontmoeten, ook bij hem thuis. Ik was elke keer blij dat hij me wou ontvangen, zijn deur voor me opendeed. We hadden respect voor elkaar, geduld met elkaar, we waren graag bij elkaar. En plots kwam die klik en van de een op de andere dag stopte hij met drinken. Het gaat nu goed met Richard. Hij probeert de draad weer op te pakken. Ik ga er nog elke week een middag mijn boterhammen opeten. Dat is voor mij zo waardevol. In de 2 jaar dat ik in dit project aanklampende zorg werk, hebben we 40 daklozen kunnen helpen. En geen enkele is blijven volharden in zijn oorspronkelijke afwijzing van onze hulp. Als vermaatschappelijking vermenselijking betekent dan wil ik er zo nog vele jaren voor gaan.
12
Ria
Vermaatschappelijking in CAW Oost-Brabant
getuigenis
Preventieve woonbegeleiding
Ik werk vaak met mensen die geen opname in een instelling nodig hebben, die perfect zelfstandig kunnen wonen, mits de juiste omkadering. Ik kom bij hen omwille van de woonproblemen die er zijn, vaak hygiënezaken of stapelwoede die we dan samen aanpakken. Wanneer die preventieve woonbegeleiding eindigt, kan je jongere mensen vlot doorverwijzen naar de mobiele teams en beschut wonen, waar ze de nodige gespecialiseerde opvolging krijgen. Maar voor +65-jarigen, bestaat dat aanbod niet. Daar ontbreekt een hulpaanbod met zowel woonbegeleiding als gespecialiseerde psychiatrische opvolging. Zolang dat er niet is, blijven die mensen in de problemen komen. Het antwoord op de afbouw van bedden is nog meer outreachend en aanklampend (kunnen) werken. Zeker bij mensen met een verslavings- of psychiatrische problematiek, waar de kennis en kunde van buren, familie, kennissen, gezins- en thuiszorg… gewoonweg niet voldoende is
Mensen die bij ons komen aankloppen, zijn vaak al heel lang sterk geweest. Maar zitten nu aan hun grenzen. Hun zelfredzaamheid is dan niet meer erg groot. Niet iedereen heeft een steunend sociaal netwerk om op terug te vallen. Sommige mensen zitten zo diep in de problemen dat ze zich niet meer met de anderen rond hen kunnen bezig houden. En dan vervreemden ze en hebben ze niemand om op terug te vallen. Of er is wel iemand, maar de drempel om te vertellen wat er aan de hand is, is veel te groot. Mensen schamen zich soms erg over hun situatie of voelen het aan als falen. En falen is ‘not done’ in onze maatschappij. Wanneer ze uiteindelijk toch de stap tot bij ons durven zetten, gaan wij op zoek naar de plek waar die persoon het best geholpen wordt. Ik kan me voorstellen dat die zoektocht voor vrienden of familie niet zo evident is.
Inge Inloopcentrum De Zonnebloem
caroline Onthaal
Het inloopcentrum is de plek bij uitstek waar de vermaatschappelijking speelt. Onze bezoekers zijn erg kwetsbare mensen. Ze leven vaak in armoede en lopen dikwijls verloren in onze maatschappij. In het inloopcentrum vinden ze rust. Onze deur staat altijd open voor een babbel en een kop koffie. Wanneer ze willen, vertellen ze hun verhaal, stukje bij beetje. Wij proberen hen terug een plek te geven in de maatschappij, hen te versterken, zodat ze terug in zichzelf kunnen geloven en steviger in hun schoenen staan. De groepswerking die we organiseren is daar zeker belangrijk in. De bezoekers leren elkaar beter kennen en kunnen zo ook elkaar ondersteunen en helpen.
13
Samen-zorgen Gesprek met Mieke Craeymeersch, Directeur Similes, een vereniging voor gezinsleden en nabijbetrokkenen van personen met psychische problemen. www.similes.be
Wij geloven sterk in de herstelvisie die aan de basis ligt van de vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg. Daar waar vroeger patiënten maanden - soms jarenlang in een ziekenhuis verbleven, en daardoor dreigden te vervreemden van hun familie, verblijven ze nu meer thuis, in hun gezin, hun vertrouwde omgeving, middenin de gewone samenleving. Dit biedt zeker kansen. Maar er zijn ook nog heel wat obstakels. De zelfredzame samenleving waar van iedereen gevraagd wordt verantwoordelijkheid op te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving, is vandaag vaak nog een utopie. Het drie-generatiegezin waarin grootouders, kinderen en kleinkinderen onder één dak woonden en zorgden voor elkaar is al lang niet meer, en ook de gedeelde volkskennis van hoe je omgaat met armoede, ziekte, sterven en psychische problemen is weg. Familieleden van patiënten die thuis wonen krijgen er een pak verantwoordelijkheden bij, nieuwe vragen, onzekerheden, relaties, rollen, gevoeligheden. Ze nemen dat er vaak nog eens bij, bovenop alle andere zorgen die ze al hebben. En dan zijn er nog de taboes en stigma’s rond mensen met psychiatrische problemen. Dat alles zorgt voor heel wat stress in het gezin. Wij merken dat er veel te weinig ondersteuning is voor die familieleden. Er zijn wel ‘mobiele teams’ die ontstaan zijn uit de afbouw van ziekenhuisbedden, maar die zijn nu al overbelast en werken met wachtlijsten. Bovendien primeert de zorg voor de patiënt en is er te weinig tijd voor de behoefte van de mantelzorger. Zij weten vaak niet waar ze terecht kunnen met hun zorgen. Wanneer die druk te
hoog wordt of te lang duurt, is de kans groot dat zij zelf fysieke en psychische gezondheidsklachten ontwikkelen. Daarom pleiten wij voor meer ondersteuning, betere samenwerking tussen alle zorgniveaus, waar verbinding centraal staat, tussen de patiënt, de hulpverlener, de familie en de maatschappij. Want als we willen dat de geestelijke gezondheidszorg verbetert dan moeten we niet alleen zorgen dat de patiënt erop vooruitgaat, maar ook dat zij die voor hem zorgen, dit goed kunnen blijven doen. In Oost-Brabant is een project gestart tussen Similes, CAW en CGG waarin we de noden van de familieleden van mensen met een psychische kwetsbaarheid beter in kaart willen brengen, om vervolgens het hulpaanbod en de hulpvraag beter op elkaar te kunnen afstemmen. Zo kunnen we familieleden beter ondersteunen en de kwaliteit van de zorg voor de patiënt én zijn gezin verhogen.
“
Daarom pleiten wij voor meer ondersteuning, betere samenwerking tussen alle zorgniveaus, waar verbinding centraal staat, tussen de patiënt, de hulpverlener, de familie en de maatschappij
“
14
Housing First: wonen als basisrecht De interne werkgroep dak- en thuislozen van CAW Oost-Brabant signaleert dat er binnen onze regio onvoldoende ‘zorg op maat’ is voor de doelgroep dak- en thuislozen. Een van de prioriteiten die zij vragen is de uitbouw van ‘Housing First’. Huisvesting en in het bijzonder ‘Housing First’ staat ook hoog op de prioriteitenlijst van het meerjarenplan van de partners van de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg in het kader van art. 107.
De filosofie van Housing First Het hebben van een woning is een basis mensenrecht, ook voor daklozen en in het bijzonder voor daklozen die kampen met een verslavings- en/of psychiatrische problematiek. Een woning is een plek van privacy, waar iemand tot rust kan komen. Het draagt bij aan een gevoel van waardering en achting. Het hebben van een woning zorgt voor stabiliteit en is een startpunt om op andere levensdomeinen vooruitgang te boeken. Housing First is een idee dat voor het eerst werd toegepast bij daklozen in New York en snel navolging kreeg in o.a. Utrecht. Basisdoelstellingen van Housing First zijn: het creëren van een stabiele woonvorm, het behoud van de woning, een goed onderhouden woning; een huis wordt een thuis.
Concreet gesteld is het een vorm van begeleid wonen waarbij de ‘doelgroep’ direct een woning krijgt aangeboden. Als voorwaarde wordt gesteld dat zij de woonverplichtingen (betaling, huur en onkosten en geen overlast) nakomen en minimale ambulante woonbegeleiding toelaten, dit wil zeggen een ‘wooncoach’ aanvaarden. Stilaan worden verbindingen gemaakt, hersteld. Ze krijgen terug vertrouwen in zichzelf, in de samenleving en herwinnen de regie op hun eigen leefsituatie.
15
Nood aan een ander woonbeleid In het huidige ‘woonladder’ model (zie illustratie) verloopt een traject van iemand die dakloos is vaak via nachtopvang, crisisopvang, residentiële opvang, begeleid wonen om tenslotte een duurzame woonsituatie te bekomen. Dit concept wekt de indruk dat mensen na het leven op straat niet onmiddellijk in staat zijn om zelfstandig te wonen. Housing First keert deze logica om: eerst de huisvestingssituatie oplossen en dan investeren in een multidisciplinair woonbegeleiding indien aangewezen. Er zijn heel wat indicaties dat deze aanpak vaker resulteert in het duurzaam verlaten van die chronische thuisloosheid.
Individueel wonen met eigen contact
Individuele woning met korte termijn begeleiding gebonden aan voorwaarden Gedeelde huisvesting vb. begeleid wonen Nachtopvang
Dakloos
Sinds kort lopen in België zes HF-projecten met mensen die langere tijd dakloos zijn en kampen met een verslavings- en/of psychiatrische problematiek. Deze projecten zijn gegroeid uit een gemeenschappelijk signaal vanuit de geestelijke gezondheidszorg, eerstelijns welzijns- en gezondheidszorg in het kader van de vermaatschappelijking. Een dringend signaal, dat wijst op de prioritaire nood aan een ander woonbeleid als antwoord op de chronische dak- en thuisloosheid van een erg kwetsbare groep.
16
Oproep voor een bijzonder project
Housing First werkt! Housing First geeft mensen letterlijk en figuurlijk een plek in de samenleving. Housing First begint bij een woonst. Meteen daarna komt de begeleiding. CAW Oost-Brabant wil hier werk van maken.
Wij willen sociaal bewogen mensen die woningen, appartementen of studio’s te huur hebben en die met ons willen samenwerken, uitnodigen met ons contact op te nemen. Voelt u zich aangesproken of kent u mensen in uw netwerk die mee hun schouders onder dit project willen zetten? Neem dan contact op met Lieve Polfliet, adjunct-directeur, via
[email protected] of via 016 21 01 58.
17
30 jaar Kapstok De Kapstok is een tweedehandswinkel in Leuven, maar niet zomaar één. Gekregen kleding, linnengoed en accessoires krijgen er een nieuw leven. In 2015 bestaat de winkel maar liefst 30 jaar. Tijd voor een jaar feest en een schets van de mooie Kapstok-geschiedenis.
Het prille begin Opvangcentrum Halte 51 was een Leuvens project voor Leuvense jongeren. Bij de opstart in 1980 waren er geen subsidies en amper geld om personeel te betalen. Toch zetten de medewerkers zich met hart en ziel in voor de jongeren die ze konden opvangen en begeleiden. Om de werking te kunnen blijven financieren, wilden medewerkers Ivo Michiels & Toon Vandenhove van Halte 51 kledij inzamelen en tweedehands verkopen. Ze trokken op onderzoek bij een soortgelijk project en gingen naarstig op zoek naar vrijwilligers. In de Mechelsestraat 65 bleek een pand te huur. Niet ideaal want wel erg bouwvallig, maar genoeg om de Kapstok tot leven te brengen. De tweedehandswinkel opende de deuren op 16 oktober 1985.
Tweedehands met een doel De winkel wordt sinds het prille begin gedragen door vrijwilligers, die zich dagelijks bezighouden met sorteren, wassen, presenteren en verkopen. Meer dan 60 vrijwilligers zetten zich doorheen de jaren in voor de Kapstok. Alle kleren in de winkel zijn gekregen van mensen die ze schenken. Sommigen omdat hun kleerkast nodig opgefrist moet worden, anderen uit solidariteit. Want de Kapstok verkoopt al 30 jaar aan kleine prijzen. Zodat ook mensen die het minder breed hebben, zich iets ‘nieuws’ kunnen veroorloven. Nog steeds gaat de opbrengst integraal naar de werking van CAW Oost-Brabant.
18
1985 Het gehuurde pand blijkt al snel te klein. In het naastliggende huis komt Het Kapstokske, waar de kinderkledij verkocht wordt. Omdat er soms te weinig vrijwilligers zijn voor de twee winkels, wordt een gat in de muur geslagen. Zo kan 1 vrijwilligster toch beide winkels tegelijkertijd open houden.
1994 Het regent binnen in de winkel, de duiven gaan hun gang op het verdiep. Tijd voor een nieuwe stek. De Kapstok verhuist naar het nr. 32, in het winkel wandelgedeelte van de Mechelsestraat. Heel wat meer mensen merken de winkel hier op.
1999 Halte 51 wordt onderdeel van het nieuw opgerichte CAW regio Leuven. De Kapstok blijft zich inzetten voor Halte 51.
2000 De Kapstok bestaat al 15 jaar! Intussen is er een groep van 16 enthousiastelingen om de winkel draaiend te houden. Vrijwilligster van het eerste uur Marie Jeanne vertelt aan Passe Partout: “Mijn benen houden het al 15 jaar vol, maar of ze het nog 15 jaar zullen doen, moeten we nog zien.”
de kapstok 2005 De Kapstok bestaat 20 jaar en dat wordt gevierd tijdens de dag van de klant. De opbrengst van de winkel gaat intussen integraal naar de werking van CAW Oost-Brabant. Het geeft het CAW extra middelen voor bijvoorbeeld keukenapparaten, wasmachines en kookvuren voor de residentiële werkingen als het vluchthuis, Halte 51, het crisisopvangcentrum en het inloopcentrum.
MECHELSESTRAAT 32 3000 LEUVEN
19
2007 Op 22 en 23 december organiseren de handelaars van de Mechelsestraat, de Vismarkt en de Wandelingenstraat “Kerst voor de Kapstok”. Er zijn optredens op de Vismarkt, eten en drinken. De opbrengst gaat naar de verbouwing van de Kapstok. Het verouderde gebouw wordt opgeknapt. Boven de zaak komen vier studio’s en de winkel krijgt een opfrisbeurt.
2009
2011
Tijdens de verbouwingen verhuist de winkel tijdelijk naar heel wat verderop in de Mechelsestraat. Een scheidingswand en pashokje worden provisoir in elkaar geknutseld. De vernieuwde Kapstok heropent in september. Een appartement en drie studio’s worden nu verhuurd via het sociaal verhuurkantoor Spit.
Op 26 september 2011, ‘dag van de klant” komen Lien Degol en Annemie Struyf de Kapstok extra in de kijker zetten.
2014 De Kapstok krijgt een nieuwe logo, een likje verf en een gevelbanier, waardoor de winkel nog meer opvalt in het straatbeeld.
2015 De Kapstok bestaat 30 jaar en dat moet gevierd worden. De benen van Marie Jeanne doen het nog steeds!
20
De Kapstok wordt 30 jaar in 2015! Jij ook? Dan krijg je 30% korting op al je aankopen tijdens je verjaardagsmaand! Bovendien geven we op de 30e van elke maand aan iedereen 30% korting! Hou onze website in de gaten voor meer verjaardagsacties! www.Kapstok-tweedehands.be De Kapstok. 30 jaar tweedehands met een doel.
21
Een duwtje in de rug van je goede voornemens Wintermaanden. Koude maanden. Feestmaanden. Tijd voor gezelligheid, sfeer, familie en een halve dag twijfelen wat je zou aandoen. Waarbij je alles in je kleerkast zeker 2 keer vastpakt om dan te beslissen dat het toch dat eerste kleedje wordt. Eigenlijk is het een ideaal ritueel om je kleerkast op te ruimen. En al wat je niet meer wil of kan dragen een nieuw leven te geven. Met een schone lei aan het nieuwe jaar te beginnen. En een goed voornemen alvast te volbrengen. Dat ene fabuleuze stuk dat toch niet meer zo goed past? Een trui of broek die je verkeerdelijk kocht en nooit droeg? De feesttenues van je kinderen, waar ze intussen zijn uitgegroeid? Breng ze naar de Kapstok en geef ze een nieuwe leven!
De Kapstok is steeds op zoek naar nog draagbare kleding, linnengoed in goede staat en juwelen en accessoires zoals sjaaltjes, handtassen en riemen. Ook kinderkleding is meer dan welkom! Je kan alles afgeven in de winkel tijdens de openingsuren of bij het CAW in Leuven (Redingenstraat 6) elke werkdag tussen 9 u. en 17 u. We nemen enkel propere en verkoopbare kleren aan. De Kapstok doet geen aankoop van tweedehandskleding.
22
Een bed in de koudste maanden van het jaar Op zaterdag 15 november ging voor de vierde keer op rij de winteropvang voor daklozen van start in Leuven. CAW en OCMW organiseren deze opvang tijdens de koudste maanden van het jaar, van 15 november tot 31 maart. Als de vrieskou langer aanhoudt, blijft de winteropvang even lang open. Daklozen die in de winteropvang komen, krijgen niet enkel een bed, maar ook de mogelijkheid zich te douchen en iets te eten. In de woonkamer kunnen ze tot rust komen, tv kijken, de krant lezen, een gezelschapsspel spelen, wat bijpraten. Een ploeg vrijwilligers staat paraat om ’s avonds en ’s nachts de permanentie te voorzien, mee te praten, te spelen, te luisteren. Drie medewerkers wisselen elkaar af bij de opvolging van het reilen en zeilen in huis. Zij zijn een aanspreekpunt voor vragen om advies of verdere hulp.
Het vertrouwen krijgen van mensen die op straat leven is cruciaal om ze ook na de wintermaanden verder te kunnen helpen. Daarom zetten we sinds dit jaar extra in op outreachend werken. Ook na maart blijven we voor minstens één jaar actief om de verbinding met deze mensen op straat te blijven leggen.
Soep op de stoep Steeds meer mensen leven op of onder de armoedegrens. Ze ervaren dagelijks dat ze er niet bij horen en worden afgesloten van de meest noodzakelijke basisvoorzieningen. Met de jaarlijkse Soep op de stoep-actie vraagt Welzijnszorg aandacht voor de armoedeproblematiek en zamelen ze geld in om lokale armoedeprojecten te ondersteunen. Warme soep. Lekker, gezond en een warm gebaar dat niet veel moeite kost. Dat is de basis van Soep op de stoep. De inloopcentra van CAW Oost-Brabant scharen zich maar al te graag achter de actie. Ze gingen met hun bezoekers aan de slag en serveerden heerlijke soep aan de CAW-collega’s uit Leuven, Diest en Tienen. Een dampende beker in ruil voor een broodnodige vrije bijdrage. “Een tekort aan geld is één van de zwaarste beproevingen die ik moest meedragen in mijn leven. Je vervreemdt in de samenleving: omdat je steeds het gevoel hebt dat je bekeken wordt, omdat je er met niemand over durft praten, omdat je voor alles en nog wat geld nodig hebt en het leven steeds duurder wordt, omdat het sociaal contact voor het grootste deel afgebroken wordt, omdat je jezelf onwaardig voelt tegenover de rest van de gemeenschap, omdat je vindt dat je er niet meer bij hoort.”
23
Missing you was zo verdrietig, maar “ Iktegelijkertijd verdrong ik alles. Ik wilde alleen maar plezier maken en niets anders doen dan dat.
”
Wanneer jongeren iemand belangrijk verliezen, hebben ze vooral steun nodig. Maar ook tijd en ruimte om met hun verlies om te gaan. Missing You is een niet-gesubsidieerde vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor deze kinderen, jongeren en jongvolwassenen tot 30 jaar. Ze doen dit op verschillende manieren: een informatieve website, vormingen, ontmoetingsdagen en praatgroepen. Zo is er maandelijks een praatgroep voor jongeren en jongvolwassenen vanaf 16 jaar in lokalen van het CAW in Leuven. Aansluiten kan op elk moment en de bijeenkomsten zijn gratis. Ook in Brugge, Gent en Vilvoorde zijn er zulke praatgroepen. Voor Missing You is het JAC als breed toegankelijke hulpverlening een belangrijke partner. Zo kunnen zij de jongeren doorverwijzen als er tijdens het rouwproces andere vragen en moeilijkheden opduiken.
Oproep CAW en Missing You willen de onderlinge samenwerking in Vlaanderen verder uitbouwen en verstevigen om jongeren met een verlieservaring zo breed mogelijk te ondersteunen. Hiervoor hopen zij een tijdelijke projectmedewerker aan te werven. Maar dat kan enkel met uw steun. U kan dit project helpen realiseren met een gift op rekeningnr BE59 7775 9209 2726 van CAW Oost-Brabant met duidelijke vermelding “project Missing You”. Vanaf 40€ ontvangt u een fiscaal attest. Meer info: www.missingyou.be en www.cawoostbrabant.be
Dat het goed wordt in 2015! Dat is ieders wens.
vreugde trots plezier engagEment Warmte vriendschap sereniteit
vertrouwen goesting moed
hoop inspiratie dankbaarheid kracht Laat ons daar samen aan werken. Dat is onze wens.
Vanwege CAW Oost-Babant Samen versterken we welzijn
CAW InZicht is een uitgave van Centrum Algemeen Welzijnswerk Oost-Brabant vzw Werkten mee aan dit nummer: Bert Lambeir, Sabine Lehmann, Greet Monstrey, Lieve Polfliet, Bieke Roggen Eindredactie en coördinatie: Greet Monstrey Lay-out: Sabine Lehmann Verantwoordelijke uitgever: Bert Lambeir, Redingenstraat 6, 3000 Leuven Giften: CAW Oost-Brabant is als vzw gemachtigd giften, legaten en schenkingen te ontvangen. Een fiscaal attest wordt afgeleverd bij giften vanaf 40 euro.
Maatschappelijke zetel: CAW Oost-Brabant Redingenstraat 6, 3000 Leuven, tel. 016 21 01 00, e-mail:
[email protected], www.cawoostbrabant.be