CLIENTENPERSPECTIEF Regio IN ZORG EN WELZIJN Zuid
KWARTAALBLAD VAN ZORGBELANG ZUID-HOLLAND
Zorg voor elkaar
wel! jaargang 5 zomer 2015 nummer 2
IN DIT NUMMER G-HONKBAL • DOELGROEPENVERVOER • INLOOPHUIS DE GELE LINDE • MONITOR DAGBESTEDING • SIGNALEREND HUISBEZOEK • VERBETERING PATIENTENZORG • HUIS VAN DE WAARD • HET ZORGPLAN
COLOFON Dit kwartaalblad is een uitgave van Zorgbelang ZuidHolland. Zorgbelang Zuid-Holland behartigt de belangen van gebruikers van zorg en welzijn en hun mantelzorgers en werkt samen met vele belangenorganisaties en vrijwilligers. Het Adviespunt Zorgbelang geeft informatie en biedt hulp bij het indienen van een klacht.
2
mag
Aan de toezending van dit blad zijn geen kosten verbonden. Als u het blad ook wilt ontvangen of uw abonnement wilt opzeggen kunt u contact opnemen met de redactie.
magazine
Redactie Marieke Bauwens, Bas van Bellen, Judith Broerse, Aart Burger (voorzitter redactieraad), Stasja Cornelissen, Clara Hibma (hoofdredactie), Gré Leutscher, Nel van Roon, Nelleke Schelfhout (redactiesecretariaat).
wel
wel!
zomer 2015
Kopij is van harte welkom. De redactie kan besluiten ingezonden bijdragen in te korten, taalkundig te bewerken of niet te plaatsen. Een bijdrage kan op verzoek anoniem worden geplaatst; naam en adres dienen bij de redactie bekend te zijn. De inhoud van de artikelen in de rubriek Mijn mening vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen aanvaardt de redactie geen aansprakelijkheid. Artikelen uit dit blad mogen alleen worden overgenomen na toestemming van de redactie en met bronvermelding.
Postbus 2148 2800 BG Gouda T (088) 929 40 00 E
[email protected] I www.zorgbelang-zuidholland.nl Of volg ons op www.twitter.com/ZorgbelangZH Eindredactie: Redactiebureau Damen Fotoverantwoording Omslag en p. 4: Gerard Lappee, p. 6 Nel van Roon, p. 10 Bas van Bellen, p. 12-14 Nelleke Schelfhout, p. 15 HagaZiekenhuis, p. 18-19 De Gele Linde, p. 21 Topaz, p. 22-23 Ikazia Ziekenhuis, p. 26 Aart Burger. Vormgeving: De Hoop Grafisch Design Drukwerk: De Hoop Grafisch Design Oplage: 3200 exemplaren Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt met steun van de provincie Zuid-Holland.
Redactioneel In dit nummer van Zo wel! geven we diverse voorbeelden van mooie initiatieven en ontwikkelingen binnen zorg en welzijn, waarbij veelal de zorg voor elkaar centraal staat. Zo legde het Regionaal Overleg Ouderen en Gehandicapten Rijnmond een werkbezoek af aan de ‘Stadstimmerwerf’, een locatie van Pameijer in Schiedam. Zij ontmoetten hier de cliënten, bewoners en zorgaanbieders en zijn enthousiast over de zorg voor ouderen en mensen met een beperking. Het HagaZiekenhuis zet vol in op het verder verbeteren van de kwaliteit van patiëntenzorg. Onder meer voor het Hartcentrum gaan onafhankelijke adviseurs spiegelgesprekken leiden met patiënten. Een mooi initiatief dat navolging verdient. Lees meer op pagina 15. Op Hemelvaartsdag 2015 vond de landelijke G-honkbaldag plaats bij honkbalvereniging Saints in Rotterdam. Alle G-honkballers uit Nederland waren uitgenodigd. De vereniging Saints is een bijzondere vereniging, waar men vindt dat iedereen moet kunnen honkballen. Meer hierover leest u op pagina 12. Daarnaast krijgen mensen van 75 jaar en ouder een signalerend huisbezoek. Veel gemeenten doen mee aan dit landelijke onderzoek dat ieder jaar wordt uitgevoerd. Zij onderzoeken hoe ouderen op dit moment gezondheid, wonen, mobiliteit, zorg- en dienstverlening, welzijn en financiën ervaren. Marry Burger vertelt hoe het er bij zo’n signalerend huisbezoek in de praktijk aan toe gaat. Daarnaast besteden we aandacht aan vervoer. Jan Poot vertelt hoe het is om als blinde zelfstandig te reizen in het openbaar vervoer en Otto Cazemier belicht de toekomst van het doelgroepenvervoer: welke veranderingen er zijn en welke ontwikkelingen hij ziet voor de komende tijd. Tot slot twee mooie initiatieven die genomineerd waren voor de Duim: Bij Topaz loopt een project waarbij ouderen worden ondersteund door mensen met een verstandelijke beperking. Een mooi voorbeeld van zorg voor elkaar waar alle partijen enthousiast over zijn. Lees verder op pagina 20. Een ander voorbeeld dat bijdraagt aan de kwaliteit van leven is het smaakgestuurd koken voor oncologiepatiënten in het Ikazia ziekenhuis. Koks en artsen werken daarbij samen aan lekker eten voor patiënten die vanwege ziekte en/of behandeling smaakverlies ervaren. We wensen u veel leesplezier! Aart Burger, voorzitter redactieraad, tevens lid van de redactie Clara Hibma, hoofdredacteur
Van de directie Een half jaar na de decentralisaties komen er bij Zorgbelang nog niet veel signalen binnen dat mensen door de decentralisaties in de knel zijn gekomen, met als uitzondering de grote landelijke pgb-problematiek. Toch geven ook veel zorgverleners aan dat het niet goed gaat. Het lijkt erop dat de bezuinigingen nog niet echt zijn doorgevoerd en dat zorgverleners mensen niet in de kou laten staan. Geweldig fijn dat de zorg zo voorkomt dat het mis gaat, maar tegelijk baart het me zorgen. Op een gegeven moment zal de rek eruit zijn en is er geen geld meer voor zorg en hulp. De vraag is wanneer dat moment aanbreekt en mensen echt de bezuinigingen gaan merken. Ben ik te pessimistisch? Ik ben bang van niet. Juist daar waar alles maar doorgaat zoals het was, met mogelijk een kritische gemeente die stuurt op minder hulp en ondersteuning, zal het op een gegeven moment spaak lopen. Kan het anders? Jazeker. Maar dat vraagt investering, investering in dingen anders doen, samen nadenken, met mensen in gesprek wat echt nodig is en hoe dat in samenspraak tussen mantelzorgers, de wijk en betaalde medewerkers opgelost kan worden. Het begint met het goede gesprek over de hulpvraag, over de cliënt zelf en en zijn wensen, over de leefwereld van de cliënt. Als gemeenten daar werk van maken dan kan het anders en beter! Robert Boersma,
wel!
zomer 2015
Directeur Zorgbelang Zuid-Holland
3
Inhoud Redactioneel
2
Van de directie
3
Interview
‘Een geleidelijn geeft me het gevoel dat ik vlieg’ 4-5
Welzijn
Het doelgroepenvervoer in de toekomst 6-7
Welzijn
’Vooruit is niet altijd rechtdoor’ 8-9
Vrijwilliger
Signalerend huisbezoek voor ouderen 10-11
Welzijn
G-honkbal: honkballers met een beperking 12-14
Zorg
HagaZiekenhuis verbetert patiëntenzorg 15
Zorgbelang antwoordt Wat is een zorgplan? 16-17 Zo kan het ook
Inloophuis 'De Gele Linde' 18-19
Zo kan het ook
Vrijwilligersinitiatief van Topaz 20-21
Zo kan het ook
Smaaksturing bij oncologische patiënten 22-23
Zorg
Monitor dagbesteding 2014 24-25
Welzijn
Huis van de Waard Liesveld 26
Informatie
Wat vindt u van onze dienstverlening? 27
mag
‘Een geleidelijn geeft me het gevoel dat ik vlieg’ wel
magazine
wel!
zomer 2015
Interview Actueel
4 Hoe is het om als blinde zelfstandig te reizen in het openbaar vervoer? Daarover vertelde Jan Poot vorig jaar tijdens een symposium van Zorgbelang Zuid-Holland over maatwerkvervoer. Ik ging onlangs in gesprek met deze man, die zich met tomeloze energie inzet voor blinden en slechtzienden.
Jan Poot is als gevolg van diverse oogziekten volledig blind geworden. Tijdens zijn puberjaren ging zijn zicht hard achteruit. ‘Ik weet dus nog wat het betekent om normaal te kunnen zien’, vertelt hij mij op het kantoortje van de Vereniging van Gehandicaptenorganisaties Rotterdam (VGR). Van die organisatie is hij bestuurslid. Maar Jan is lid van nog van veel meer overlegorganen (zie kader). ‘Tja, ik heb er bijna een dagtaak aan’, zegt hij met een glimlach. Vasthoudende belangenbehartiger Jan steekt zijn ziel en zaligheid in de belangenbehartiging, weet ik uit ervaring. Ik ken hem uit enkele van die overlegorganen. Daarin valt hij op door zijn grondige voorbereiding en zijn vasthoudendheid. Die vasthoudendheid heeft Jan de nodige successen opgeleverd, al wil hij daar liever niet van spreken. ‘Ik ben slechts een van de mensen
die ijveren voor goede voorzieningen voor blinden en slechtzienden’, zegt hij bescheiden.
Aan het eind van een dag met het ov ben ik bekaf
Zelfstandig reizen Jan reist liever zelfstandig met het openbaar vervoer dan met de regiotaxi. ‘Het is qua vertrektijden betrouwbaarder en ik voel mij er onafhankelijker door.’ Maar het zelfstandig reizen met het openbaar vervoer is pittig voor hem. Jan vertelde er vorig jaar in geuren en kleuren over tijdens het symposium
van Zorgbelang Zuid-Holland over maatwerkvervoer. ‘Als je geen zicht hebt, moet je alle zeilen bijzetten om je op straat en in het openbaar vervoer te oriënteren en onderwijl nergens tegenaan te lopen. Het vergt honderd procent concentratie en de inzet van al je zintuigen en herinneringen. Daarom ben ik aan het eind van een dag met het openbaar vervoer bekaf.’ Jan geeft enkele voorbeelden hoe hij zich oriënteert: ‘Steekt ergens de wind op? Dan ben ik waarschijnlijk vlakbij een zijstraat. Neemt het toerental van de auto’s af? Dan ben ik bij een kruising of zebrapad. Ruik ik de kapperszaak al? Dan is het nog zo’n vijftig stappen naar mijn bestemming.’ ‘En als de deur van die kapperszaak nou dicht zit?’, vraag ik Jan tot besluit. ‘Dat maakt geen enkel verschil. Die parfumlucht komt overal doorheen.’ Gerard Lappee Op de foto: Jan Poot.
Belangenbehartiger Jan Poot (Schiedam, 1951) heeft een indrukwekkend aantal functies als belangenbehartiger voor mensen met een visuele beperking. Hij is: • lid van het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad, consumentenoverleg; • lid van de werkgroep Openbaar Vervoer van de Oogvereniging; • lid van het Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer; • lid van het Provinciaal Platform Mobiliteit van Zorgbelang Zuid-Holland; • lid van het Regionaal Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer van de Metropoolregio; • lid van de werkgroep Buitenruimte van de gemeente Rotterdam; • lid van de cliëntenraad van het Vlietlandziekenhuis; • bestuurslid van de Vereniging van Gehandicaptenorganisaties Rotterdam.
zomer 2015
Een andere ‘verworvenheid’ – zoals Jan het noemt – zijn de voorzieningen voor blinden en slechtzienden bij het nieuwe Rotterdam Centraal. ‘We zijn destijds nauw betrokken geweest bij de bouw en het resultaat is er dan ook naar. Als ik daar de geleidelijnen volg, krijg ik het gevoel dat ik vlieg’, zegt Jan enthousiast. ‘Geleidelijnen bieden mij veiligheid; ook omdat ik geen geleidehond heb.’ ‘Waarom liggen er dan niet veel meer geleidelijnen op straat?’, vraag ik Jan. ‘Omdat overdaad schaadt’, is zijn snelle antwoord. ‘Dan zou ik verdwalen als in een doolhof! Bovendien: voor ziende burgers zijn geleidelijnen hinderlijk en architecten vinden ze lelijk.’ Niettemin pleit Jan voor méér geleide-lijnen, zoals tussen metrostations en bus- en tramhaltes. Of tussen het Maasstadziekenhuis in Rotterdam-Zuid en de tramhalte. ‘De plannen daarvoor zijn al drie jaar oud, maar liggen waarschijnlijk in de ijskast vanwege bezuinigingen. Zolang dat het geval is, ga ik niet zelfstandig met de tram naar het Maasstadziekenhuis.’
Ruik ik de kapperszaak al?
wel!
Een van zijn successen is dat in de Rotterdamse metro tegenwoordig wordt omgeroepen aan welke kant de deuren openen als bij een eilandperron wordt gestopt. ‘Voorheen moest je maar een beetje op je gehoor afgaan. Of het aan medepassagiers vragen.’ Dat laatste is tegenwoordig steeds lastiger, ondervindt Jan. ‘In het openbaar vervoer reizen veel jongeren. En die hebben steeds vaker een headset op. Je vraag komt dan niet over.’
5
Actueel Welzijn
6
mag
Otto Cazemier is adviseur bij Mobycon, een advies- en onderzoeksbureau met meer dan 25 jaar ervaring in verkeer, vervoer en mobiliteit. Hij vertelt over de toekomst van het doelgroepenvervoer: welke veranderingen zijn er en welke ontwikkelingen ziet hij voor de komende tijd? wel
magazine
wel!
zomer 2015
Het doelgroepenvervoer in de toekomst
Affiniteit met vervoer Een persoonlijke vraag: hoe ben je in deze branche terechtgekomen? Otto: ‘Ik heb in het verleden sociale geografie gestudeerd, maar had altijd al affiniteit met alles rond het vervoer. Na mijn studie ben ik gaan werken bij het VAD, een ov-bedrijf in Apeldoorn en omgeving. In die tijd werden de eerste stappen gezet voor samenwerking tussen het ov en de (regio) taxi. Van daaruit ben ik steeds meer betrokken geraakt bij het doelgroepenvervoer. Door het ontwikkelen van vervoersdiensten voor ouderen zag je mensen opbloeien, omdat ze eindelijk weer naar buiten konden. Daardoor groeide mijn betrokkenheid bij het doelgroepenvervoer en ben ik me daar steeds meer mee bezig gaan houden.’ Toekomst doelgroepenvervoer ‘Ik verwacht dat door de inzet van ICT steeds meer mogelijk is rond het vervoer voor mensen met een mobiliteitsbeperking. Denk eens aan zelfrijdende auto’s: een ideale oplossing voor iemand die niet zelf kan rijden. Ik sluit niet uit dat met een jaar of tien dit soort auto’s onderdeel van het verkeer gaan uitmaken. Daarnaast zijn er nu al allerlei apps die ondersteunend kunnen zijn bij het doelgroepenvervoer, zoals de reisplanners van 9292 en de NS. Maar ik
Stem tijden van scholen en dagbesteding op elkaar af
verwacht dat dit verder gaat doorzetten, zodat vervoersstromen nog beter worden afgestemd op de wensen van de gebruiker. Maar voor de toekomst zie ik vooral mogelijkheden voor de regiecentrales. Die spelen in op de wens dat alles steeds goedkoper, efficiënter en slimmer moet gaan.’ Regiecentrale ‘Momenteel heb je verschillende vormen van doelgroepenvervoer, zoals leerlingenvervoer, vervoer van en naar de dagbesteding en de
Beproefde methode ‘In Nederland is een regiecentrale in Zeeland gestart. Deze is succesvol. Nu zijn we bezig met het opzetten van een regiecentrale in Flevoland. Het idee komt oorspronkelijk uit Denemarken. Daar zijn ze veel verder dan hier. Regionale overheden regelen en plannen de ritten voor de verschillende vormen van vervoer en de vervoerder hoeft alleen maar te rijden. Voordelen zijn dat er maar één telefoonnummer is waar gebruikers naar hoeven te bellen, dat er meer mogelijkheid is voor vervoer op maat, dat er efficiënter gebruik kan worden gemaakt van vervoersvoorzieningen en dat de kosten dalen.’ Omslag in denken Wat is nodig om deze veranderingen te realiseren? Otto: ‘Om veranderingen door te voeren is vooral een omslag in het denken bij de gebruiker en opdrachtgevers noodzakelijk. Opdrachtgevers zullen meer moeten samenwerken en flexibeler moeten worden. De gebruiker zal vertrouwde en verworven rechten moeten loslaten. Zo zal – als iemand van A naar B moet reizen – de eerste vraag moeten zijn: “Kunt u met het openbaar vervoer?” Soms zal dat kunnen, maar dan zal er een mentale hobbel genomen moeten worden om dit ook te doen. De gebruiker zal nieuw gedrag moeten aanleren en daarbij soms ook ondersteuning nodig
duurzaam en betaalbaar kan
hebben. Hierbij kun je denken aan de mogelijkheid dat de eerste keren iemand meereist om met het OV vertrouwd te raken, maar ook kunnen allerlei handige ‘meereis’-apps het reizen eenvoudiger maken. Een andere mogelijkheid voor de toekomst is het centraal melden dat je met je privéauto van A naar B reist op een bepaalde dag en tijd. Dit biedt anderen de mogelijkheid om mee te reizen. Op dit gebied zijn ook al initiatieven gestart. Alles draait om een verandering in mentaliteit. Samen moeten we nadenken over hoe het vervoer duurzaam en betaalbaar kan, terwijl het toch comfort biedt en onafhankelijkheid waarborgt.’ Nel van Roon Op de foto: Otto Cazemier.
zomer 2015
Klinkt simpel, maar is het zo simpel? Otto: ‘Om dit te realiseren is wel flexibiliteit van de partijen nodig. Zo zul je de openings- en sluitingstijden van onderwijs en dagbesteding onder de loep moeten nemen. Kunnen deze zo worden afgestemd, dat eerst de ene doelgroep en daarna de andere doelgroep wordt vervoerd? Ook van de mensen die gebruikmaken van de regiotaxi wordt verwacht dat ze zich soepel opstellen. Bijvoorbeeld: “Wilt u naar de markt, dan zijn er vaste vertrektijden en ophaaltijden.” Zo zijn de busjes goed vol en kunnen mensen toch genieten van hun wekelijkse marktbezoek. En de kosten gaan omlaag.’
Samen nadenken: hoe vervoer
wel!
regiotaxi. Die worden vanuit uiteenlopende regelingen georganiseerd en gefinancierd. Gevolg: er rijden diverse bussen, vaak voor maar een deel van de dag en soms maar halfvol. Het idee achter de regiecentrale is dat het vervoer slimmer kan. Vanuit één centrale worden de verschillende vervoersstromen gecombineerd. De bus wordt aan het begin van de ochtend en aan het eind van de middag gebruikt voor het vervoer van en naar school en de dagbesteding. Daar tussendoor is de bus beschikbaar als regiotaxi voor ouderen en mensen met een beperking.’
7
Welzijn
‘Vooruit is niet altijd rechtdoor’ mag
Het RNO-G Rijnmond (Regionaal Overleg Ouderen en Gehandicapten Rijnmond) is enthousiast over hun bezoeken aan zorgaanbieders voor ouderen en mensen met een beperking. Tijdens de werkbezoeken die zij geregeld afleggen, ontmoeten zij cliënten, bewoners en zorgaanbieders. Ze zien wat er speelt en hoe er wordt omgegaan met de maatregelen in de zorg. De werkbezoeken worden getrokken door mevrouw Smits en de heer Van der Vliet van RNO-G. wel
magazine
wel!
zomer 2015
Het RNO-G Rijnmond in gesprek met Pameijer in Schiedam
8 Stadstimmerwerf Schiedam In maart bezocht het RNO-G Rijnmond ‘de Stadstimmerwerf’, een locatie van Pameijer in Schiedam. Als je er binnenkomt, valt je oog meteen op leuzen als ‘vooruit is niet altijd rechtdoor’, ‘vooruit is de kant waar je heen kijkt’ en ‘je moet altijd kijken naar wat er wel goed gaat’. Leuzen die kenmerkend zijn voor de visie van Pameijer, bleek al snel. Buddy en Loyd, twee bewoners van de Stadstimmerwerf in Schiedam, vertelden enthousiast over het huis, hun woning en wat ze doen. Beiden lieten hun appartement zien, met woonkamer, slaapkamer, badkamer en keuken, en naar eigen smaak ingericht. Zij wonen met ongeveer 22 anderen in de Stadstimmerwerf, een beschermde woonvorm voor mensen met psychiatrische of psychosociale problemen, aan de Westvest in Schiedam. Het is een voormalig klooster en kloosterschool in het hart van historisch Schiedam. Bewoners krijgen er begeleiding bij het huishouden, geldzaken of contact met vrienden, familie en organisaties en men woont er maximaal drie jaar. In die tijd wordt er stap voor stap gewerkt naar (meer) zelfstandigheid. Marcel Diederiks, manager bij Pameijer, vertelt: ‘Pameijer is een organisatie voor mensen met een (lichte) verstandelijke beperking of met
psychosociale of psychische problemen. Diensten zijn divers en omvatten alle facetten van het leven. Denk daarbij aan opgroeien en opvoeden, wonen, werken, leren, ontmoeten en activiteiten, en behandeling en ondersteuning. In de regio Rijnmond en op de Zuid-Hollandse Eilanden kunnen cliënten terecht bij ongeveer tweehonderd Pameijer-locaties. Er wordt ook ambulante ondersteuning geboden bij kwetsbare mensen en gezinnen thuis.’
Werkbezoeken geven zicht op de praktijk van maatregelen in de zorg
‘Maar’, gaat Marcel verder, ‘zelfstandig wonen is niet voor iedereen geschikt. Er zijn altijd mensen met psychiatrische of psychosociale problemen die niet zelfstandig kunnen wonen. Voor hen is er bijvoorbeeld de beschermde woonvorm “Raam”. Voor mensen van 50 jaar en ouder met psychiatrische problemen is er “Oude Maasstraat”. En dan hebben we het alleen maar over beschermd wonen. Pameijer doet veel meer. Klussen, werk, kunst, een lijstenmakerij, een winkel met tweedehands boeken en kleding, maar ook een keuken en recreatieruimte. Hierin werken ze ook samen met de buren: het Multifunctioneel Activiteiten Centrum. MAC Brandersstad is een ontmoetingsplek voor mensen met een psychiatrische achtergrond en voor de bewoners van Schiedam.’ Zorg naar gemeenten Mensen met psychische problemen kregen tot dit jaar vaak ondersteuning via de AWBZ. Het kan gaan om begeleiding, jeugdzorg, jeugd-GGz, dagbesteding, kortdurend verblijf en beschermd wonen. Vanaf 1 januari zijn de gemeenten verantwoordelijk voor al deze zorgtaken. Marcel: ‘Het is voor Pameijer van
Als u googlet op ‘Nederland verandert de zorg verandert mee, GGz’, ziet u een filmpje van het Ministerie van VWS over de veranderingen in de GGz. Er dreigen in het land tekorten voor de beschermde woonvormen, doordat de betreffende regio’s hier onvoldoende budget voor krijgen van het Rijk. Niet alleen wethouders in deze regio’s, waaronder Dordrecht, trekken aan de bel. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) doet dit in haar magazine van 9 april 2015. De VNG geeft aan dat in verschillende gemeenten plaatsen voor beschermd wonen dreigen te verdwijnen en legt een claim bij het Rijk om de tekorten bij gemeenten rond beschermd wonen aan te vullen. Het gaat om miljoenen, zo blijkt uit een rondgang langs (centrum)gemeenten. Dordrecht is de eerste gemeente die zegt dat zij wegens geldgebrek vanaf 1 juli 2015 140 van de 450 plaatsen beschermd wonen in haar regio moet schrappen (de Volkskrant, 30 april 2015). Door het verdwijnen van zorgzwaartepakketten 1 en 2 is een deel van de cliënten die tot voor kort in een beschermde woonvoorziening woonde weer zelfstandig gaan wonen, met maar een klein deel van de begeleiding die ze eerder hadden in de beschermde woonvorm. Deze groep zal de komende tijd toenemen. De verwachting is dat een deel van deze mensen in de problemen komt door de vermindering van de begeleiding. Hierbij valt te denken aan problemen rondom inkomen, schulden en eenzaamheid. Goed voorbeeld Het RNO-G ervaart de werkbezoeken als heel waardevol. Je ziet veel, je ontmoet managers én bewoners, je proeft de sfeer in een huis en je kan het gesprek aangaan. Ook de organisaties waar het om gaat, waarderen de bezoeken enorm: een belangenorganisatie die de moeite neemt langs te komen, interesse heeft in hun werk en open in gesprek wil gaan. Verschillende van deze organisaties gaven aan graag contact te houden, omdat ze de mening en de ideeën van het RNO-G op prijs stellen. Marieke Bauwens
zomer 2015
‘Naar het heden: in de visie van Pameijer heeft ieder mens recht op ondersteuning in het aardse bestaan. Men ondersteunt niet alleen bij het wonen, maar ook bij werk en het invullen van vrije tijd. Voor mensen met psychische moeilijkheden is het van belang om te leren de eigen regie terug te krijgen en hun talenten te ontwikkelen. Hiervoor staat een maximale periode van drie jaar; daarna moet men in staat zijn zelfstandig door te gaan.’
belang om goed op de vraag van gemeenten in te spelen. Hier hebben we onze organisatie op aangepast met een afdeling marketinginnovatie en verkoop. Ook participeren we in de Wijk Ondersteunings Teams (WOT). Men heeft hiermee in Schiedam twee jaar een proef gedraaid en momenteel zijn er zes “WOT-teams” actief met positieve ervaringen.’
wel!
Visie uit 1926 Marcel vertelt over de geschiedenis van Pameijer: ‘Jacobus Hendrik Pameijer werd geboren in 1888 en was psychiater en directeur van de gemeentelijke psychiatrische inrichting Maasoord in Poortugaal (het huidige Delta Psychiatrisch Centrum). Hij vond dat mensen met een beperking thuishoorden in de maatschappij en maakte zich sterk voor een geleidelijke terugkeer naar de samenleving. Om die terugkeer in goede banen te leiden stichtte hij in 1926 de Rotterdamsche Vereeniging ter Behartiging van de Maatschappelijke Belangen van Zenuw- en Zielszieken. Deze vereniging – de voorloper van de huidige stichting Pameijer – moest woonruimte en werk regelen en, als dat laatste niet lukte, voor (financiële) ondersteuning zorgen. In 1926, bijna negentig jaar geleden, was dit een erg gedurfde visie.’
9
mag
Signalerend huisbezoek voor ouderen wel
magazine
wel!
zomer 2015
Vrijwilliger
10 Mensen van 75 jaar en ouder jaar krijgen een signalerend huisbezoek. Veel gemeenten doen mee aan dit landelijke onderzoek dat ieder jaar wordt uitgevoerd. Zij onderzoeken hoe ouderen op dit moment gezondheid, wonen, mobiliteit, zorg- en dienstverlening, welzijn en financiën ervaren. Hoe ziet zo’n signalerend huisbezoek er in de praktijk uit? Marry Burger vertelt erover. Zij is vrijwilliger en legt in de gemeente Molenwaard signalerende huisbezoeken af.
Informeren en signaleren Marry Burger: ‘Als vrijwilliger krijg je vooraf een instructie over het voeren van deze gesprekken, hoe een gesprek hoort te gaan. Je krijgt ook een vragenlijst mee.’ Marry geeft aan dat het doel van de gesprekken tweeledig is. ‘Met deze huisbezoeken wil de gemeente signalen ophalen, waarop de gemeente haar beleid kan maken of aanpassen. Anderzijds kunnen we met deze gesprekken mensen informeren over mogelijkheden waar ze terecht kunnen voor vragen. We laten ook altijd een informatiepakket achter bij de mensen. Hierin zit onder andere informatie over zorg- en welzijnsorganisaties in onze gemeente en over de Wmo-adviesraad.’ Doorvragen In de gesprekken komen ook knelpunten
naar voren die mensen ervaren. ‘Maar je moet wel doorvragen’, licht Marry toe.
Mensen willen niet de vuile was buiten hangen
een afspraak met de oudere
goed gaat en dat ze geen behoefte hebben aan een bezoek. Dat respecteren we ook, een signalerend huisbezoek is niet verplicht. Dit jaar hebben we 228 mensen in Molenwaard benaderd, met 160 mensen hebben we een gesprek gevoerd.’ Bas van Bellen Op de foto: Marry Burger.
zomer 2015
Op afspraak Voor het signalerend huisbezoek maakt de vrijwilliger een afspraak met de oudere. Marry: ‘Alle mensen van 75 jaar en ouder krijgen een brief waarin staat dat er een signalerend huisbezoek aan komt. Het is de bedoeling van de gemeente Molenwaard dat mensen boven de 75 jaar eens per drie jaar een signalerend huisbezoek krijgen en vanaf 90 jaar elk jaar. Van de gemeente krijgen we een lijst met contactgegevens om een afspraak te maken. Sommige mensen willen geen gesprek: ze geven aan dat het
De vrijwilliger maakt
wel!
‘Mensen willen niet altijd de vuile was buiten hangen. Zo blijkt dat mantelzorgers vaak overbelast dreigen te raken. Ook kunnen mensen financieel in de knoop komen door de eigen bijdrage, zeker als ze weinig of geen pensioen hebben. We kijken dan altijd hoe we de mensen kunnen helpen, wellicht kan er een regeling worden getroffen met de zorgverzekeraar. Het blijkt ook dat mensen de weg vaak niet weten bij het organiseren van ondersteuning. In sommige gevallen kunnen we mensen de weg wijzen naar de gemeente of instellingen.’
11
Actueel Welzijn
12
mag
Op Hemelvaartsdag 2015 vond de landelijke G-honkbaldag plaats bij honkbalvereniging Saints aan de noordrand van Rotterdam. Alle G-honkballers uit Nederland waren uitgenodigd. Het werd mij al snel duidelijk dat de vereniging Saints een bijzondere vereniging is, waar men vindt dat iedereen moet kunnen honkballen. Ook met een geestelijke of lichte lichamelijke beperking, en jong én oud. G-honkbal is geschikt voor iedereen!
De motor André Ficken is trainer, coach én oprichter van het G-honkbal bij HSV Saints. Zelf heeft hij jarenlang op hoog niveau gehonkbald. Vanuit een gevoelde maatschappelijke verantwoordelijkheid startte hij in 2010 met het aanbieden van gymlessen in het speciaal basis- en voortgezet onderwijs in de regio Rotterdam, zes groepen op een dag. En dat naast zijn baan als ICT’er! Tegelijkertijd zette hij een G-team op bij honkbalvereniging Saints in Rotterdam. In het eerste jaar 2010-2011 werkte hij met vier kinderen tussen de 10 en 15 jaar. In de loop der tijd vielen er kinderen af, maar er kwamen ook spelers bij. Samen met de scholen voor speciaal onderwijs in de regio Rotterdam is toen een sportmarkt georganiseerd, over voeding, bewegen en gezondheid. Daar konden verenigingen met een G-afdeling (ook korfbal, voetbal en hockey) zichzelf presenteren. Daarna is het G-honkbalteam uitgegroeid tot de huidige groep van zo’n vijftien spelers, waarmee een tweede team kon worden gestart. wel
magazine
wel!
zomer 2015
G-honkbal: honkballers met een beperking Een impressie van de landelijke G-honkbaldag
G-honkbal voor iedereen De filosofie van HSV Saints is dat G-honkbal uitermate geschikt is voor kinderen en volwassenen met een beperking, omdat het een contactarme én een zeer gestructureerde sport is. André: ‘Je kunt ook flexibel omgaan met de spelregels. Daarmee is de sport toegankelijk voor mensen van bijna alle leeftijden en ook
voor mensen met een grote diversiteit aan beperkingen, zoals autisme, andere geestelijke beperkingen en mobiliteitsbeperkingen.’ De kinderen van G-honkbal bij HSV Saints komen uit Spijkenisse, Sliedrecht, Rotterdam en uit de naaste omgeving van Saints. De teams zijn heel divers samengesteld en dat is ook hun kracht. Er is geen haantjesgedrag, de spelers helpen elkaar en leren van elkaar. Zo leerde iemand met een beperking aan de arm een nieuwe speler met eenzelfde handicap hoe je snel de handschoen aan en uit kan doen. Landelijke G-honkbaldag Op Hemelvaartsdag 2015 vond de landelijke G-honkbaldag in Rotterdam plaats. Tijdens
G-Honkbal is uitermate geschikt voor mensen met een beperking
Bean Bag Baseball Na de honkbalwedstrijden gaan de G-teams naar het spel Bean Bag Baseball. Daarvoor staan vijf borden opgesteld. De spelers moeten proberen zo veel mogelijk punten te scoren
worden al snel fanatiek
door bonenzakjes op de honken te gooien. Dit vereist een andere werptechniek dan bij het gewone honkbal. Dat is voor sommige deelnemers best even wennen. Eerst wordt er nog rustig met de zakjes gegooid, maar al snel vliegen de zakjes door de lucht. Speciaal voor deze dag is een Bean Bag Baseball-bord in vrolijke kleuren geschilderd, dat het winnende team aan het eind van de dag mag meenemen. Spelregels Bij dit spel bestaat het honkbalveld uit een houten bord met gaten. Punten worden gescoord door de bonenzakjes in de juiste gaten te werpen. In verzorgingshuizen worden twee rijen stoelen met zes mensen opgesteld. Drie stoelen om het spel heen zijn de honken. Als iemand twee honken gooit, gaat diegene op de tweede stoel zitten of erachter staan. Als mensen niet zo beweeglijk meer zijn, worden ze begeleid. Bij een volgende worp schuift de eerste weer op. Dus opstaan en verplaatsen en weer een stapje verdergaan. Zo gaan ze door totdat er als team een punt gescoord is. Vaak
zomer 2015
Enthousiaste moeder Karin is moeder van Youri, een 13-jarige speler van het G-team van HSV Saints. Langs de lijn vertelt ze wat de vereniging voor Youri betekent. Zo op het oog lijkt Youri een heel normale jongen, maar kort na zijn geboorte bleek een hartoperatie nodig en door longproblemen heeft hij fysieke beperkingen. Toch volgt Youri een gymnasiumopleiding, ‘want met zijn verstand is het wel oké’, zegt zijn moeder. Bij een reguliere sportvereniging, zoals voetbal, hockey of judo, kon Youri zijn draai niet vinden. Het bleek steeds weer lastig om mee te kunnen blijven doen met de andere kinderen. Iedereen bedoelt het goed en doet zijn best, maar ze verwachten altijd dat kinderen zichzelf in een seizoen heel erg verbeteren. Voor sommige kinderen is dat niet weggelegd; die blijven zoals ze nu zijn. Karin vindt het daarom ook zo mooi om te zien dat het bij het G-team wel lukt, een team waarin de diversiteit meteen in het oog springt. Er doen kinderen en jongeren mee, meisjes en jongens, in leeftijd variërend van 8 tot 35 jaar. Ze hebben verschillende beperkingen, die duidelijk zichtbaar zijn of juist bijna niet, kinderen met een onduidelijk label. Sommige van hen zijn fysiek heel gezond, maar verstandelijk beperkt, maar andersom, zoals Youri, kan dus ook! Karin: ‘Het is zo leuk om te zien dat ze van elkaar leren. Allemaal zijn ze een beetje anders, reageren anders op dingen. Maar ze kunnen wel samen één ding doen en dat is leuk sporten. Dat kan alleen maar door zo’n club, het valt of staat met de trainers en coaches van de club. Dit G-team is opgezet door de enthousiaste trainer André Ficken. Samen met Nanette traint hij het G-team iedere zaterdagmorgen. Ze beschikken allebei over zo’n goed en fijn gevoel hoe iedereen het leukste en beste uit zichzelf kan halen qua sport. Zulke mensen zijn goud waard.’
Bean Bag Baseball-spelers
wel!
deze zonovergoten dag zocht ik de spelers, hun ouders en begeleiders op en was ik getuige van een sfeervolle, zeer ontspannen en sportieve dag. Er deden negen teams mee. Die kwamen onder andere uit Amsterdam, Leusden, Breda en Den Haag. Ze werden vergezeld door hun begeleiders/coaches en familie. Ieder team telde ongeveer tien personen. En was het aantal niet gelijk, dan was er altijd iemand bereid om met de tegenpartij mee te spelen. Naast de honkbalwedstrijden konden de deelnemers bijvoorbeeld meezingen met de karaoke of zich uitleven op het springkussen.
13
14
mag
Baseball bij zorginstellingen Bean Bag Baseball komt oorspronkelijk uit Amerika en richt zich vooral op ouderen. In 2013 is het bij HSV Saints geïntroduceerd door Henk Swinkels en Cees Rodenburg (beide benoemd tot Rotterdamse sportvrijwilliger 2014). Zij demonstreren het spel bij zorginstellingen, zodat die het kunnen opnemen in hun bewegingsaanbod. Activiteitenmanagers, maar vooral de spelers vinden het een fantastische afwisseling. Henk en Cees hebben al twaalf zorginstellingen bezocht. De opbrengst van verkochte spellen gaat in de Sport Plus-pot van HSV Saints, waaruit dit soort maatschappelijke initiatieven worden georganiseerd. Ook honkbalverenigingen elders in het land benaderen inmiddels zorginstellingen om die te interesseren voor het spel. In oktober 2014 vond het eerste Saints Bean Bag Baseball-toernooi plaats. Daaraan namen vier zorginstellingen deel. Het evenement haalde de landelijke pers. Jo-anne, een multitalent Terug naar het G-honkbaltoernooi in Rotterdam. Tussen de middag is het druk bij de grote tent die speciaal voor deze dag is opgezet. Er klinkt vrolijke muziek en de tekst van de songs verschijnt op een scherm. De G-sporters worden uitgenodigd om in de spotlight hun favoriete liedje te komen zingen. Animo is er volop! Ouders/ wel
magazine
wel!
zomer 2015
kijken de deelnemers eerst de kat uit de boom, maar na wat aanmoediging worden ze vrij snel enthousiast en zelfs fanatiek.
begeleiders stralen! Dan klinkt er een prachtige zangstem over het terrein: dat is Jo-anne. Later vertelt ze dat ze al meer dan vier jaar honkbal speelt, tot voor kort als enige meisje bij the Sluggers, het G-team van Saints. ‘I love honkbal’, zingt ze bijna. Iedere zaterdag komt ze met de taxi naar de training, lekker makkelijk. Warming up voor de benen en armen en een potje honkbal spelen. Heel vaak ook een toernooi, soms wel in Amsterdam. Naast honkbal is zingen haar tweede grote passie. Ze heeft opgetreden bij United by Music, een podium dat getalenteerde mensen met een verstandelijke beperking de mogelijkheid biedt voor een groot publiek op te treden. En ze is bezig met een eigen album! Jo-anne werkt in een dagcentrum, waar ze schildert en beelden maakt; behalve op woensdag, want dan ruimt ze haar kamer op. Wat een bijzonder talent loopt hier rond! Jo-anne besluit ons gesprekje met: ‘De honkbalspelers uit ons team zijn Kanjers van Goud!’ En dan gaat die kanjer met een gouden stem weer het veld op. Negen eerste prijzen Aan het eind van de middag vindt de prijsuitreiking plaats: het vrolijk geschilderde Bean Bag Baseball-bord mag mee met de winnaar van het spel. Daarna volgen de bekers en medailles: na de 1ste prijs volgt een volgende 1ste prijs: negen eerste prijzen worden steeds met hetzelfde gejuich in ontvangst genomen. Met dank aan… Deze G-honkbaldag is tot stand gekomen met medewerking van de ‘Dirk Kuyt Foundation’, die o.a. voor de kleding van de spelbegeleiders heeft gezorgd. Wouter van den Berg en Ralf Dohmen, twee twintigers uit een van de seniorenteams, zorgden voor subsidie, materiaal, sponsors voor de lunchpakketten, muziek en prijzen. Zonder deze kanjers kan een vereniging een dergelijke dag niet organiseren. Meer informatie Op de websites www.knbsb.nl/honkbal/ breedtesport/g-honkbal en www.rotterdamunitedbaseball.com vindt u meer informatie. Nelleke Schelfhout Op de foto’s: G-team HSV Saints.
Honk- en softbalvereniging Saints is sinds 2014 erkend als Sportplusvereniging. De vereniging toont zo aan op maatschappelijk vlak iets extra’s te willen betekenen voor de stad. Ze zet daarvoor honkbal als middel in. Het G-honkbal en Bean Bag Baseball maken daar deel van uit. Bij vragen over of interesse in de initiatieven, neemt u dan gerust contact op met Wouter van den Berg en Ralf Dohmen via:
[email protected].
Zorg
Het HagaZiekenhuis heeft voor Zorgbelang Zuid-Holland gekozen vanwege de deskundigheid en de onafhankelijke positie in de relatie tussen patiënt en ziekenhuis. Bovendien wordt de cliëntenadviesraad van het ziekenhuis nauw betrokken bij de samenwerking. Robert Boersma, directeur Zorgbelang ZuidHolland: ‘Wij zijn erg blij dat het HagaZiekenhuis deze stapt zet. Op deze manier kunnen we echt samenwerken om vanuit de ervaringen van patiënten de zorg nog beter te maken. Ik waardeer de open en transparante manier waarop Het HagaZiekenhuis hiermee inzet op kwaliteitsverbetering. Het HagaZiekenhuis geeft daarmee een voorbeeld waarvan ik hoop dat veel andere zorginstellingen dat gaan volgen.’ Directievoorzitter Marjolein Tasche van het HagaZiekenhuis zegt hierover: ‘Wij vinden het belangrijk om voortdurend te werken aan de kwaliteit van de patiëntenzorg. Via enquêtes vragen we onze patiënten ook naar hun ervaringen. Nu we met Zorgbelang gaan samenwerking verwacht ik dat we nog betere informatie zullen krijgen over de ervaren zorg, bijvoorbeeld met het voeren van spiegelgesprekken.’ Spiegelgesprek In een spiegelgesprek luisteren medewerkers van het ziekenhuis naar een gesprek tussen pa-
tiënten en een onafhankelijk gespreksleider. De zorgverleners kunnen daarmee inzicht krijgen in het eigen handelen en dat van bijvoorbeeld de afdeling waar zij werken. Met dat inzicht kan de individuele medewerker zich verbeteren, maar kunnen ook werkprocessen worden verbeterd. ‘Dat is de winst die wij met Zorgbelang willen bereiken’, aldus Marjolein Tasche. Op de foto (v.l.n.r.): Edith Bense (sectormanager Hartcentrum), Robert Boersma (directeur Zorgbelang Zuid-Holland), Marjolein Tasche (directievoorzitter HagaZiekenhuis), Frank Remmerswaal (manager Kwaliteit HagaZiekenhuis), Tineke van Werven (adviseur Zorgbelang Zuid-Holland).
Informatie over de ervaren zorg
wel!
HagaZiekenhuis schakelt Zorgbelang Zuid-Holland in om de kwaliteit van patiëntenzorg verder te verbeteren. Beide organisaties tekenden hiervoor een raamovereenkomst. Onafhankelijke adviseurs van Zorgbelang geven advies en zullen spiegelgesprekken gaan leiden met patiënten, onder meer voor het Hartcentrum.
zomer 2015
HagaZiekenhuis verbetert patiëntenzorg
15
Zorgbelang antwoordt Waar belde u over? Met vragen of klachten over de zorg kunt u terecht bij de medewerkers van het Adviespunt Zorgbelang. In deze rubriek beschrijft een medewerker een voorbeeld uit de praktijk. In verband met de privacy zijn namen en details gewijzigd.
16
mag
Mevrouw Mora is dementerend en woont sinds enkele weken in een verpleeghuis. Haar zoon Hans heeft te horen gekregen dat ze een zorgplan gaan opstellen. Hij kan met zijn moeder aangeven wat ze in dit zorgplan opgenomen willen hebben. Hans wil weten wat een zorgplan is en wat dit voor zijn moeder betekent. Het zorgplan In de Wet langdurige zorg staat dat iedereen in een instelling het recht heeft om met de zorginstelling afspraken te maken over de zorg. De afspraken over de zorg komen in het zorg(leef ) plan te staan. Afspraken gaan over: wat is het doel van de zorg, wat doen we om dit doel te bereiken, wie is voor wat verantwoordelijk, hoe vindt afstemming plaats, wie is het aanspreekpunt voor de bewoner, wat zijn de persoonlijke wensen van de bewoner en hoe ondersteunt de zorgaanbieder hem hierbij? Ook staat in het zorgplan wanneer en met wie het zorgplan wordt besproken. wel
magazine
wel!
zomer 2015
WAT IS EEN ZORGPLAN?
Rechten en plichten In de wet is een aantal rechten en plichten over het zorgplan vastgelegd:
De zorgaanbieder moet u of uw vertegenwoordiger informeren dat u uw wensen over de zorg kan inbrengen in een persoonlijk plan. U krijgt zeven dagen de tijd om dit plan te overhandigen. Dit persoonlijk plan is leidraad bij het opstellen van het zorgplan. De zorgaanbieder houdt zo veel mogelijk rekening met uw persoonlijke wensen. Dit hoeft niet als uw wensen in strijd zijn met de plicht van de zorgverlener om goede zorg te leveren of als hierdoor de rechten van andere bewoners in de knel komen of de ordelijke gang van zaken wordt verstoord. Bijvoorbeeld: als u ’s nachts de muziek keihard aan wil zetten, verstoort dit de nachtrust van andere bewoners. De zorgaanbieder zal dit daarom niet hoeven toestaan. Ook hoeft de zorgaanbieder niet meer zorg te leveren dan waar u recht op heeft op grond van het indicatiebesluit. De zorgaanbieder moet het zorgplan tweemaal per jaar met u en uw vertegen-
Ook kan hij u helpen bij de voorbereiding van de zorgplanbespreking: hoe vindt u dat de zorg is geleverd, op welke punten wilt u het anders en hoe brengt u dit in bij de zorgplanbespreking? Heeft u andere ideeën dan de instelling over de zorg en komt u er in de zorgplanbespreking niet uit, dan kan de cliëntondersteuner u helpen bij het zoeken van oplossingen hiervoor. Hij kan een bemiddelende rol hebben of u adviseren over het indienen van een klacht. Wilt u een cliëntondersteuner spreken, bel dan naar (088) 929 40 40 of mail naar clië
[email protected]. Heeft een u een andere vraag of klacht over de zorg? Dan kunt u bellen naar (088) 929 40 19 of u kunt mailen naar
[email protected].
zomer 2015
Zorgplanbespreking De volgende onderwerpen komen in ieder geval aan bod bij de zorgplanbespreking: • de zeggenschap die u heeft over uw eigen leven; • de rol van vrijwilligers en mantelzorgers; • de mogelijkheid om dagelijks te douchen en tijdige hulp te krijgen bij de toiletgang; • voldoende en gezonde voeding en drinken; • een schone en verzorgde leefruimte; • respectvolle bejegening en een prettige leefsfeer; • de mogelijkheid om te leven volgens uw eigen levensovertuiging en geloof; • zinvolle dagbesteding en beweging; • de mogelijkheid om dagelijks buiten te komen; • ontplooiing, bijvoorbeeld afstemming met de school als u onderwijs volgt.
Hulp cliëntondersteuner Een cliëntondersteuner kan u helpen met het opstellen van een persoonlijk plan. Samen met u praat hij over alles wat voor u belangrijk is in uw leven en voor uw zorg. Hij adviseert u hoe u dit in het persoonlijk plan kan opnemen.
wel!
woordiger bespreken. U heeft hierbij recht op cliëntondersteuning. Als u dit wil, wordt ook uw mantelzorger(s) bij de bespreking betrokken.
17
Welzijn
18
mag
Op één van de voor dit voorjaar zo kenmerkende zonovergoten en toch frisse dagen, stap ik bij inloophuis: ‘De Gele Linde’ in Gouda naar binnen. ‘De Gele Linde’ is één van de 84 inloophuizen in Nederland en heeft ook in Boskoop en Alphen aan den Rijn een locatie. wel
magazine
wel!
zomer 2015
Inloophuis ‘De Gele Linde’
Bij ‘De Gele Linde Gouda’ staat de deur altijd open. Laagdrempelig kunnen mensen met een chronische ziekte, waaronder kanker, en hun naasten er terecht voor een kopje koffie of thee, lotgenotencontact, een luisterend oor, themabijeenkomsten en workshops. Ontmoeting Mijn interview start met Nelle Vanlier, de coördinator van het inloophuis. Tijdens het interview komen er steeds meer mensen binnenlopen: vrijwilligers Marijke, Ineke en Annette en gasten. Zij worden van harte uitgenodigd om deel te nemen aan het interview.
perkingen door bijvoorbeeld pijn en vermoeidheid. Mensen uit de omgeving van de zieke leven met hen mee, zeker in het begin. Maar hun leven gaat verder en het dagelijks leven eist hen weer op. Ondersteuning en begrip Anne vertelt over een interessant artikel waarin het belang van psychosociale ondersteuning genoemd werd. Uit onderzoek blijkt dat patiënten met kanker die in een vroeg stadium psychosociale ondersteuning krijgen, beter met de gevolgen van kanker kunnen omgaan.
Dit past ook bij de filosofie van De Gele Linde. Het wil een ontmoetingsplek zijn met warme belangstelling en aandacht, waar men aan een half woord genoeg heeft en waar je ook stil mag zijn. Filosofie Als boom heeft de gele linde een rijke symboliek. Denkt u maar aan de centrale plaats van de gele linde op oude dorpspleinen, waar de boom beschutting biedt. En aan de hartvormige, goudkleurige bladeren. Het leven van mensen met een chronische ziekte zoals kanker kent vaak langdurige be-
Inloophuis biedt ondersteuning aan chronisch zieken
Verschillend perspectief Artsen kunnen een andere perceptie hebben vanuit de behandelmogelijkheden die er zijn, het vijfjaars overlevingsperspectief voor kankerpatiënten en het anders inschatten van de kwaliteit van leven. Een van de deelnemers aan het gesprek geeft aan dat zij zichzelf een vier gaf, terwijl de arts een acht of een negen gaf. Aanwezige gasten willen graag dat artsen zich meer verdiepen in de patiënt als mens: ‘Wat doet chemo met mij en wil ik dat wel?’. Cecilia is researchverpleegkundige met een eigen bedrijf in klinisch wetenschappelijk onderzoek. Zij vertelt dat ontwikkelingen als toenemende efficiëntie in de zorg een bepaalde snelheid in onderzoek en diagnose, behandeling met zich mee brengen. Dit kan op gespannen voet komen te staan met de tijd die patiënten krijgen om na te denken welke behandelmogelijkheden je hebt en welke keuze je wilt maken. H-yoga Na deze boeiende gesprekken maken we onder leiding van Cecilia - tevens gecertificeerd H-yogadocent - kennis met H-yoga. H-yoga staat voor Hatha en Helende Yoga. H-Yoga is speciaal ontwikkeld voor (ex-) kankerpatiënten en kan ondersteuning bieden bij hun herstel en verwerkingsproces. Wij doen verschillende ademhalings- en ontspanningsoefeningen en een visualisatie.
voor de (ex-)kankerpatient
Zoals een patiënt het verwoordt: ‘H-yoga kan je helpen om meer in het moment te leven en niet aldoor bezig te zijn met de nabije toekomst vol behandelingen en onzekerheden. Door yoga is er meer rust en kalmte gekomen in de situatie en dat is fijn.’ Tineke van Werven
zomer 2015
Aard-Jan vertelt dat hij gestopt is met chemo en dat zijn arts daar eerst niet blij mee was. Aard-Jan had echter geen trek in de bijwerkingen en koos voor kwaliteit van leven. Ook Carla vertelt over een 82-jarige mevrouw die ervoor koos haar laatste maanden door te brengen in een hospice. Zij wilde niet meer geopereerd worden en chemo ondergaan. De arts was eerst boos: ‘U kiest voor de dood mevrouw!’. ‘Nee, zei de vrouw, ik kies niet voor de dood, ik ga dood en wil de tijd die mij nog rest zo goed mogelijk besteden.’
H-yoga is er speciaal
wel!
Aan de tafel ontstaan boeiende gesprekken over kwaliteit van leven. De aanwezige gasten en hun naasten geven aan dat zij betrokken willen worden bij de keus tussen de verschillende behandelmogelijkheden. Zij willen een keuze kunnen maken op basis van eerlijke informatie over wat zij van de behandelingen mogen verwachten, welke risico’s er zijn en wat die betekenen voor hun kwaliteit van leven.
Op de foto (p. 18): Nelle Vanlier. Meer informatie www.de-gele-linde.nl www.yogaenkanker.nl www.ipso.nl (inloophuizen en psychooncologische centra Samenwerking en Ondersteuning)
19
mag
Vrijwilligersinitiatief van Topaz wel
magazine
wel!
zomer 2015
Zo kan het ook
Ondersteuning ouderen door mensen met een verstandelijke beperking
20 Zorginstelling Topaz, die zorg en behandeling biedt aan ouderen, heeft bij hun locatie in Voorschoten een bijzonder initiatief. Voor mensen met een verstandelijke beperking wordt huisvesting verzorgd rondom hun dagbesteding. In ruil daarvoor verzorgen ze als vrijwilliger hand- en spandiensten in het buurthuis en voor de ouderen in de wijk. Vanwege het bijzondere karakter van dit vrijwilligersinitiatief was het in 2014 genomineerd voor de Zorgbelang Duim.
Op de locatie Vlietwijk in Voorschoten draait dit initiatief nu 3,5 jaar, maar op de andere locatie in Voorschoten draait het al langer. Marion Savenije, werkzaam bij Topaz, licht toe: ‘Op vrijwillige basis hebben we mensen intramuraal aan ons gebonden en verzorgen zij kleine klusjes als ondersteuning aan de mensen die hier wonen. Omdat wij nu zo’n twee jaar ook thuiszorg leveren, leek het ons een goed initiatief om deze mensen ook extramuraal, bij ouderen in de wijk, klusjes te laten verzorgen.’ Hulp en gezelligheid Marion Savenije omschrijft de samenwerking tussen mensen met een verstandelijke beperking en ouderen als een “win-win situatie”. ‘Wij hebben deze mensen een eigen plekje in “het buurthuis” gegeven, midden in de wijk. Zij hebben toen eerst de ouderen die in de buurt van het buurthuis wonen gevraagd om een keer
koffie te komen drinken, met hun eigen gebakken appeltaart. Er is toen een band ontstaan tussen deze twee groepen mensen. Vervolgens
Er blijkt veel animo voor de koffie-ochtenden
is gevraagd of de ouderen in de wijk behoefte hadden aan hulp bij kleine klusjes door deze mensen, en dat was er wel! Er is een bolderkar aangeschaft waarmee zij oud papier op kunnen halen, lege flessen weg kunnen brengen en boodschapjes kunnen doen. De koffie-ochtenden blijven zij ook doen, daar is veel animo voor en het is zeker een gezellig samenzijn. Uiteraard wordt de koffie en de zelfgebakken appeltaart geserveerd door de mensen met een verstandelijke beperking.’
En natuurlijk zijn er ook nog plannen voor de toekomst. Marion: ‘We zijn nu aan het kijken hoe we dit na de zomervakanties meer vorm kunnen gaan geven. Topaz is een organisatie met negen locaties en daar zullen zeker veel initiatiefnemers zijn!’
zomer 2015
Samenwerking Voor dit initiatief wordt samengewerkt met de Gemiva-SVG groep, welke ondersteuning biedt aan mensen met een verstandelijke en/ of lichamelijke beperking of niet-aangeboren hersenletsel. Marion geeft aan dat dit aansluit
op ontwikkelingen in de zorg: ‘Er wordt steeds meer van de mensen zelf verwacht. Zo maken we van elkaars diensten gebruik.’
wel!
‘We zijn ook gestart met een dagopvang (twee dagen per week) voor allochtone ouderen, die ook in de buurt van het buurthuis wonen. Voor deze doelgroep organiseren de mensen met een verstandelijke beperking ook een gezellig samenzijn. Op deze manier brengen wij hen meer bij elkaar. Er is gekozen voor alleen allochtone vrouwen, omdat wij vinden dat de allochtone vrouwen vaak alleen thuiszitten en de allochtone mannen hun gezelligheid hebben vanuit de Moskee.’
Alle partijen zijn enthousiast
Bas van Bellen
21
Oudere patiënten en mensen met een chronische ziekte kunnen bij Topaz terecht voor specialistische, multidisciplinaire zorg op het gebied van somatiek, psychogeriatrie en Huntington. Voor zorg en verpleging kan men op verschillende locaties in Leiden en de Duin- en Bollenstreek terecht. Voor zorg en verpleging in de regio’s Leiden en Duin en Bollenstreek zijn er diverse woonzorgcentra en verpleegen behandelcentra. Topaz biedt zorg in Leiden, Katwijk, Voorschoten en Noordwijkerhout, Bij mensen thuis en op diverse locaties. Meer informatie vindt u op de website www.topaz.nl.
Zo kan het ook
22
mag
Smaakverlies bij mensen met kanker komt door de ziekte zelf en/of door de chemo- of immunotherapie. Patiënten genieten niet meer van de maaltijd en gaan (veel) minder eten, met als gevolg dat zij zich nog minder goed voelen en minder weerstand hebben. In het Ikazia ziekenhuis werken met het project Smaaksturing koks samen met artsen, aan lekker eten voor alle patiënten. wel
magazine
wel!
zomer 2015
Smaaksturing bij oncologische patiënten Recept voor betere smaakervaring
Individueel Voor de patiënten met smaakverlies worden maaltijden op maat gemaakt. Het Ikazia ziekenhuis werkt als eerste ziekenhuis in Nederland volgens deze methode. Vanwege het vernieuwende karakter waarbij de patiënt centraal staat leverde het project in 2014 een nominatie op voor de Zorgbelang Duim. Door individueel smaakonderzoek te doen onder de oncologische patiënten kunnen maaltijden op maat worden gemaakt. Hierdoor kunnen de mensen met smaakverlies weer smaakvol eten. Door weer smaakvol te eten wordt het energiepeil hoger en het herstel bevorderd. Ten tweede wordt het levensplezier van de mensen vergroot, omdat zij weer kunnen eten. De koks van het Ikazia ziekenhuis zijn regelmatig bij de patiënten te vinden om te zien waar bijgestuurd moet worden. Omdat elke smaak uniek is en de beleving van zout, zuur, bitter en zoet bij iedereen verschilt, is het belangrijk dit goed in kaart te brengen voor een optimaal resultaat. Als de smaak weer terugkomt, wordt langzaamaan afgebouwd naar de ‘normale’ maaltijd. Gastro-engineering Koks Eric-Jan Wissink en Michael van 't Hoff van het Ikazia Ziekenhuis hebben hun kennis
rond het zogeheten ‘gastro-engineering’ opgedaan bij de opleiding ‘Chef Gastroengineering’ in Leuven. Dat smaak te sturen is wisten beide koks. Maar hoe smaak precies werkt, was ongeveer drie jaar geleden nog nieuw voor hen. 'Oncologische patiënten hebben veel last van een verminderde smaak of hebben helemaal geen smaak meer. Iets eenvoudigs als brood eten is al bijna niet te doen. Het is als karton of het wordt één meelbal.'
Goed eten bevordert het herstel
Smaak wordt bijgestuurd door drie aspecten: smaak, de geur en de prikkelingen. Deze drie aspecten kunnen afzonderlijk van elkaar beïnvloed worden. Door individueel smaakonderzoek te doen, wordt gekeken welke aspecten versterkt of verzwakt moeten worden. De taken binnen de samenstelling van de maaltijd zijn verdeeld naar ieders specialisatie. Zo houden de koks zich uitsluitend bezig met de smaak en richten de artsen en diëtisten zich op de medische kanten van de maaltijden.
Positieve invloed op levenskwaliteit van patiënten
Hoofd keuken Eric-Jan Wissink noemt een voorbeeld van een bijgestuurd gerecht: 'pastinaaksoep met gebakken gamba's'. 'We maken dit zó dat de prikkeling van de peper, de geur van de groene kruiden en het krokante van de gamba's goed waargenomen worden. Kleine porties, dat werkt het beste. Grote hoeveelheden staan tegen, waardoor mensen alsnog geen zin hebben om te eten. Mensen genieten weer van de maaltijd, ze krijgen hun smaak weer terug.' Mevrouw Croon is internist-hematoloog in Ikazia, 'Het is ondersteunend aan de medische zorg en heeft een positieve invloed op de levenskwaliteit van mensen. Door de hernieuwde smaaksensatie krijgen mensen weer zin in eten en komen zij in een betere conditie. Dit resulteert in minder ondervoeding, een kortere ligduur, minder bijvoeding middels pakjes, minder anti-misselijkheids medicijnen en minder verletkosten door het weggooien van niet genuttigde maaltijden.' Uitbreiding naar andere ziekenhuizen De koks streven ernaar dat op den duur meer ziekenhuizen deze methode gaan
hanteren, zodat er naast een medisch patiëntendossier ook een ‘culinair patiëntendossier’ beschikbaar wordt. Zo weet elk ziekenhuis bij de overplaatsing van een patiënt precies welke smaakbehoeften deze heeft. Bas van Bellen
wel!
Ervaringen met smaaksturing Een van de patiënten werd na een chemokuur opgenomen in het Ikazia ziekenhuis. 'Dat het eten me helemaal niet meer smaakte vond ik echt heel erg jammer. Alles rook vies en ik kreeg bijna niets meer door mijn keel. Tot één van de koks bij mij langs kwam en mij vroeg wat ik gewend was te eten en hoe mijn smaak was veranderd. Dezelfde avond kreeg ik een mooi opgemaakt bord. De maaltijd rook naar chili con carne. Echt heerlijk en smaakvol. Ik ging weer met plezier eten en dat maakte de periode in het ziekenhuis een stuk aangenamer.'
zomer 2015
Ikazia ziet smaaksturing als complementaire zorg. Het is ondersteunend aan de medische zorg en heeft een positieve invloed op de levenskwaliteit van mensen.
Op de foto's: Eric-Jan Wissink en Michael van 't Hoff (p. 22) en mevrouw Croon (p. 23).
23
Zorg
mag
De afgelopen maanden hebben 2246 gebruikers van AWBZ-dagbesteding in Zuid-Holland een enquête ingevuld over de veranderingen in de dagbesteding. Het ging om het tweede deel van de zogenoemde Monitor Dagbesteding van Zorgbelang Zuid-Holland. Welke gevolgen hebben de gebruikers in 2014 ervaren van de veranderingen in de dagbesteding? Wat zijn hun ideeën voor de toekomst? wel
magazine
wel!
zomer 2015
Monitor Dagbesteding 2014
24 In de Monitor Dagbesteding gaat het om de dagbesteding die vanaf 2015 onder de Wet maatschappelijke ondersteuning is gaan vallen. Het onderzoek betreft de dagbesteding in de sector Verpleging en Verzorging (cliëntgroep VV), lichamelijk en zintuigelijk gehandicapten (LG/ZG), de Geestelijke Gezondheidszorg (cliëntgroep GGz) en verstandelijk gehandicapten (cliëntgroep VG). Resultaten In de monitor zijn de gegevens per cliëntgroep geanalyseerd. De vertegenwoordiging van de vier cliëntgroepen in de onderzoeksgroep is representatief voor de provincie Zuid-Holland. Dagbesteding is voor de meeste mensen onmisbaar. De overgrote meerderheid vindt dat dagbesteding helpt om terugval of achteruitgang te voorkomen. Zij voelen zich welkom op de dagbesteding en dagbesteding voorkomt een sociaal isolement. Dagbesteding zorgt voor een duidelijke dagstructuur, het oefenen van vaardigheden en het onderhouden van sociale contacten met mensen met een vergelijkbare beperking/aandoening. Door deel te nemen aan dagbesteding voelen de mensen zich gewaardeerd, zijn ze gelukkiger en kunnen ze zich ontwikkelen.
Ontwikkeling 77% van alle gebruikers zegt op de dagbesteding te leren. Bij mensen met een verstandelijke beperking lag dit percentage iets hoger en bij mensen met een lichamelijke en zintuiglijke beperking iets lager. Van de mensen met psychiatrische problemen vindt 45% dat dagbesteding hen voorbereidt op of steunt in (vrijwilligers) werk. Mensen met psychiatrische problemen, lichamelijk, zintuiglijk en verstandelijk gehandicapten zijn vrij eensgezind over wat zij
Dagbesteding helpt om terugval of achteruitgang te voorkomen
Reisafstand en vrijheid van keuze Slechts een minderheid van de gebruikers in alle groepen vindt het heel belangrijk dat de activiteit dichtbij is of dat zij zelf kunnen kiezen waar zij wanneer heen gaan. Vervoer Vergeleken met de resultaten uit het onderzoek uit 2013 in Delft Westland Oostland lijkt het professionele vervoer nog even vaak ingezet te worden. Het vervoer blijft wel meer binnen de gemeentegrenzen, omdat veel mensen inmiddels verplaatst zijn naar een andere locatie. Bij de mensen met een verstandelijke beperking zette deze verandering al in 2013 in. In 2014
voor mensen die dagbesteding nodig hebben
is de trend doorgezet, vooral bij mensen met een verstandelijke, lichamelijke en zintuiglijke beperking. 93% van de mensen vindt dat de vervoerder voldoende of goed op de afgesproken tijd komt. Conclusie en aanbevelingen Zorgbelang Zuid-Holland vindt dat iedere kwetsbare burger in Zuid-Holland die een indicatie heeft voor dagbesteding (blijvend) in staat moet worden gesteld een passende dagbesteding te volgen en daarin begeleid zou moeten worden volgens een actueel en persoonlijk ontwikkelingsplan. Passende dagbesteding is afgestemd op de unieke mogelijkheden van elke betrokkene en vergt professionele begeleiding, middelen en variatie (ook beweging en/of sport). Daarnaast biedt passende dagbesteding een stabiele, vertrouwde omgeving, waarin de betrokkene zich welkom en op zijn of haar gemak voelt. Het landelijk beleid rondom dagbesteding is volgens Zorgbelang Zuid-Holland risicovol voor de mensen die dagbesteding nodig hebben. Zo kunnen veel cliënten moeilijk omgaan met veranderingen en tasten deze de stabiliteit aan die de meeste van hen juist nodig hebben. Het is voor deze groep cliënten van belang dat bij toekomstige veranderingen de onzekerheid tot een minimum wordt beperkt. Op basis van deze resultaten, literatuuronderzoek en signalen van actuele knelpunten zijn aanbevelingen gedaan aan overheid en zorgaanbieders. Deze dienen ook als steun voor belangenbehartigers van cliënten.
Dagbesteding op indicatie of professioneel begeleide dagbesteding is voor een grote groep mensen een noodzakelijke voorziening. Het betreft degenen die vanwege hun aandoening of beperking niet (meer) kunnen werken en ouderen die hun eigen leven niet meer zelf kunnen regelen. Dit kunnen mensen zijn met psychiatrische problemen, kwetsbare ouderen of mensen met een beperking.
zomer 2015
Veranderingen Uit het onderzoek blijkt dat bij een deel van de mensen de dagbesteding is veranderd. Bij 6% van de gebruikers is het aantal dagdelen dagbesteding verminderd, grotendeels onvrijwillig. Als gevolg hiervan zitten honderd geënquêteerden meestal thuis; voor de hele provincie zou dat betekenen dat zo’n vijfhonderd mensen thuiszitten. Bij 10% van de mensen is de locatie van de dagbesteding veranderd. Bij de mensen met een lichamelijke, zintuiglijke en verstandelijke beperking gaat het zelfs om 16%. Dit komt vooral door de vervoerskosten en de sluiting van locaties. Ruim honderd geënquêteerden ervaren de veranderingen als negatief. Dit komt doordat de samenstelling van de groepen met dagbesteding is veranderd (ze zijn opengebroken of samengevoegd), het aantal personeelsleden en het activiteitenaanbod zijn ingekrompen en de vervoerskosten en de eigen bijdragen zijn verhoogd. Er zijn ook individuele cliënten die aangeven te profiteren van de veranderingen. Hun overplaatsing ervaren zij juist positief: ze gaan naar een normaal bedrijf, worden vrijwilliger of nemen deel aan een andere groep.
Landelijk beleid is risicovol
wel!
belangrijk vinden voor de toekomst. Zij willen een begeleide dagbesteding buitenshuis, een hartelijke en vertrouwde omgeving en zinvolle activiteiten. Het is relatief minder belangrijk dat dagbesteding dichtbij is of dat men zo veel mogelijk zelf kan bepalen waar en wanneer men ergens heen gaat. Kwetsbare ouderen vinden de hartelijke, vertrouwde omgeving en het op de dagbesteding kunnen zijn het allerbelangrijkst.
25
Welzijn
26
mag
Zoals u allen weet is er een aantal wetswijzigingen in de gezondheidszorg toegepast. Een daarvan is het niet meer vergoeden door de gemeente van dagopvang. Mensen missen elkaar en de mantelzorgers zijn hun rustpunt kwijt. De gemeente Molenwaard opperde om een opvang door vrijwilligers te creëren. De locatiehuur zou dan door de gemeente betaald worden. Dat was het dan. wel
magazine
wel!
zomer 2015
Huis van de Waard Liesveld
Marry Burger, al veel eerder bij ouderen en eenzamen betrokken, ging in gesprek met medewerkers van MEE die voor begeleiding wilden zorgen. Marry vond ook een locatie: het voormalige Groene Kruisgebouw, dat de weekenden in gebruik was, maar door de weeks leeg stond. Zij heeft met nog twee andere vrijwilligers een kopgroepje gevormd, dat het een en ander moest gaan realiseren. Dank zij haar onvermoeibare inzet en het enthousiasmeren van de anderen is dat ook gelukt. Voorlopig iedere dinsdagmorgen is het Huis van de Waard open voor iedereen die wat gezelligheid wil, een kopje koffie of iets anders wil drinken (gratis) of een spelletje wil spelen. Of zo maar wat met elkaar kletsen. Voordat de officiële opening plaats vond werd proefgedraaid en met succes. Alleen: er ontbrak nog van alles. Maar zo langzamerhand zijn er via allerlei wegen spelletjes gekomen, een sjoelbak en mooie tijdschriften. Het nijpende stoelentekort werd opgelost door de Remonstrantse Kerk uit Schoonhoven die er nog een aantal over had. Zo kon met een gerust hart de officiële opening door de Burgemeester van Molenwaard Dirk van de Borg op dinsdag 9 juni 2015 plaats vinden. Er waren afgevaardigden van vele organisaties,
waarvan sommigen met eigen ogen wel eens wilden zien wat vrijwilligers voor elkaar kunnen krijgen. Er zijn inmiddels ongeveer 20 vrijwilligers actief die het ‘Huis’ bij toerbeurt bemensen. Het is (voorlopig) iedere dinsdagmorgen open en wellicht wordt dat meer. Iedereen is welkom, jong en oud. En als u, geachte lezer, een kijkje wil komen nemen, u bent van harte welkom. Aart Burger
We helpen elkaar
Oproep
Wat vindt u van onze dienstverlening? Zorgbelang Zuid-Holland streeft voortdurend naar kwaliteitsverbetering van zijn dienstverlening. Uw oordeel is daarbij voor ons van groot belang. Daarom vragen wij hierbij uw medewerking aan ons klanttevredenheidsonderzoek.
Alvast hartelijk dank voor uw medewerking!
zomer 2015
onderzoek wilt meewerken, zodat wij met uw hulp onze dienstverlening optimaal kunnen laten aansluiten bij uw wensen. Na afloop van het onderzoek worden de resultaten gepubliceerd in het kwartaalblad, op onze website en in onze maandelijkse digitale nieuwsbrief.
wel!
Graag horen wij wat ú vindt van onze dienstverlening. U kunt het ons laten weten door het invullen van een vragenlijst. De doelgroepspecifieke vragenlijst vindt u op onze website - www.zorgbelang-zuidholland.nl – onder het kopje Tevredenheidsonderzoek. Wij stellen het bijzonder op prijs als u aan dit
27
Postadres Bezoekadres T (088) 929 40 00 Postbus 2148 Ronsseweg 140 I www.zorgbelang-zuidholland.nl 2800 BG Gouda 2803 ZR Gouda E
[email protected]