Regio Zuid
wel!
CLIENTENPERSPECTIEF IN ZORG EN WELZIJN KWARTAALBLAD VAN ZORGBELANG ZUID-HOLLAND
magazine
wel
Resultaatgerichte cliëntenparticipatie
mag jaargang 3 winter 2013 nummer 4
IN DIT NUMMER KINDERMEELOOPMIDDAG WINNAAR DUIM 2013 • LEIDS MANTELZORGAKKOORD • DE ZORGVRAGER ALS PARTNER • OUDERENMISHANDELING • GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN • RESULTATEN MONITOR DAGBESTEDING • EEN KLACHT OVER DE HUISARTS • BUDDYPROJECT • ADVIESPUNT ZORG
COLOFON Dit kwartaalblad is een uitgave van Zorgbelang ZuidHolland. Zorgbelang Zuid-Holland behartigt de belangen van gebruikers van zorg en welzijn en hun mantelzorgers en werkt samen met vele belangenorganisaties en vrijwilligers. De afdeling Informatie en Klachtopvang geeft informatie en biedt hulp bij het indienen van een klacht.
2
Allereerst wensen wij, leden van de redactie en leden van de redactieraad, u allen een gelukkig en gezond Nieuwjaar! In 2014 staat er in zorg en welzijn weer veel te gebeuren. Ook in de komende jaargang van Zo wel! zullen we vanuit het cliëntenperspectief weer over heel diverse onderwerpen schrijven. U kunt ons daarbij helpen. U kunt ons attenderen op goede voorbeelden, maar ook op bijvoorbeeld knelpunten die u tegenkomt. En wij zijn altijd benieuwd naar uw mening over een dilemma of een ethische kwestie in de zorg. Wij nodigen u van harte uit kopij in te sturen.
Vormgeving: De Hoop Grafisch Design
Wij hebben met veel inzet en plezier dit dikke winternummer voor u gemaakt. De rode draad in deze Zo wel! zijn de mooie en bemoedigende initiatieven in zorg en welzijn waarvan we u deelgenoot willen maken. De Duim - de publieksprijs vanuit Zorgbelang ZuidHolland voor het beste initiatief in de provincie - is dit jaar voor het eerst uitgereikt. Drie genomineerden presenteerden zich op het Zorgbelang Zuid-Holland congres ‘De zorgvrager als partner’. Sophia Revalidatie heeft met haar project de ‘Kindermeeloopmiddag’ de Duim in ontvangst mogen nemen. U leest meer over dit project in de rubriek ‘Zo kan het ook.’ Een impressie van het congres treft u tevens aan in dit nummer. Aan de verschillende andere ingezonden initiatieven besteden we aandacht in de komende nummers. Ook in de regionale inspiratiebijeenkomst ‘Participeren kun je leren’, stonden goede initiatieven centraal: vijf burgerinitiatieven komen in het artikel aan de orde. Daarnaast is in Leiden het Mantelzorgakkoord getekend door dertien partijen die afspraken hebben gemaakt over de ondersteuning aan cliënten en hun mantelzorgers. En het Platform Cliëntenperspectief Zuid-Holland start een proef met buddy’s die bewoners in een woonzorgcentrum een stem geven. De redactie is er trots op u een samenvatting te kunnen geven van de eerste resultaten van de meerjarige Monitor Dagbesteding. Het onderzoek betreft de regio Delft Westland Oostland. In deze Zo wel! hebben we ook aandacht voor een moeilijk onderwerp: ouderenmishandeling. In het interview met de leading lady als het om ouderenmishandeling gaat, leest u dat het helaas vaker voorkomt dan we denken. Als laatste melden we u dat we een nieuwe rubriek starten: de vrijwilliger. In iedere Zo wel! zetten we een vrijwilliger in het zonnetje. Dit keer is het Maartje, een jonge studente die helpt bij de gezinsvakanties van De Hart en Vaatgroep.
Drukwerk: De Hoop Grafisch Design
Wij wensen u veel leesplezier.
Oplage: 3500 exemplaren
Namens de redactie,
wel
mag
Aan de toezending van dit blad zijn geen kosten verbonden. Als u het blad ook wilt ontvangen of uw abonnement wilt opzeggen kunt u contact opnemen met de redactie.
magazine
wel!
winter 2013
Kopij is van harte welkom. Deadline 2014 nr. 1: 17 februari 2014. De redactie kan besluiten ingezonden bijdragen in te korten, taalkundig te bewerken of niet te plaatsen. Een bijdrage kan op verzoek anoniem worden geplaatst; naam en adres dienen bij de redactie bekend te zijn. De inhoud van de artikelen in de rubriek Mijn mening vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen aanvaardt de redactie geen aansprakelijkheid. Artikelen uit dit blad mogen alleen worden overgenomen na toestemming van de redactie en met bronvermelding.
Redactioneel
Redactie Bas van Bellen, Aart Burger (voorzitter redactieraad), Stasja Cornelissen, Clara Hibma (hoofdredactie), Ingrid Lips, Gré Leutscher, Nel van Roon, Nelleke Schelfhout (redactiesecretariaat). Postbus 2148 2800 BG Gouda T (088) 929 40 00 E
[email protected] I www.zorgbelang-zuidholland.nl Of volg ons op www.twitter.com/ZorgbelangZH Eindredactie: Redactiebureau Damen Fotoverantwoording p. 4 Tineke van Werven, p. 6, 7 Hartstichting, p. 8 J.P. Witteman, Buro JP, p. 9 Wim Bunnik, p. 10 Mirjam van Dongen, p. 17 Tineke van Werven, p. 18 Gon Buurman, p. 22, 23 Arja Schrijver, p. 24 Gon Buurman, p. 26 Geert Boevink.
Aart Burger, voorzitter redactieraad, tevens lid van de redactie Clara Hibma, hoofdredacteur
Van de directie Nog maar een jaar te gaan voordat de decentralisaties een feit zijn. Ondanks veel onduidelijkheid en wijzigingen die steeds worden doorgevoerd in de plannen en wetsvoorstellen dendert de trein van de decentralisaties door. Naast alle onzekerheid die daarmee gepaard gaat voor mensen die zorg en/of ondersteuning nodig hebben zie ik ook positieve ontwikkelingen. Er komt steeds meer aandacht voor de mogelijkheden die mensen zelf hebben. Het besef dat een beroep op eigen kracht alleen kan worden gedaan als dat samen gaat met het stimuleren van eigen regie wordt in toenemende mate onderkent. Laten we met elkaar die ontwikkeling ondersteunen door te laten zien hoe het kan, maar daarnaast ook blijvend aandacht vragen voor de randvoorwaarden die hiervoor nodig zijn.
wel!
winter 2013
Robert Boersma, directeur
➔
Inhoud
3
Zo kan het ook Kindermeeloopmiddag
4
Vrijwilliger
De vrijwilliger: begeleider gezinsvakanties
6
Welzijn
Leids Mantelzorgakkoord
8
Interview
Ouderenmishandeling komt vaker voor dan we denken
10
Welzijn
Resultaten monitor dagbesteding
12
Wmo
Gemeenteraadsverkiezingen
14
Zorg
De zorgvrager als partner
16
Wmo
Van afwachten naar aanpakken
18
Wmo
Bezwaar maken loont
20
Achterban
Buddyproject geeft bewoners een stem
22
Wmo
De toekomstige burger- en cliëntenparticipatie
24
Zorg
Adviespunt Zorg
26
Zorgbelang antwoordt Mag mijn arts met anderen over mij praten?
27
Cure
28
Fusie Diaconessenhuis en Rijnland Zorggroep
Uw rechten en plichten Een klacht over de huisarts
30
Informatie Webwetenswaardig
32
Welzijn
Participeren, hoe doe je dat?
33
Zorg
Zicht op wonen
34
Zo kan Actueel het ook
4
mag
De verkiezing van de Zorgbelang Zuid-Holland Duim voor het beste zorginitiatief in Zuid-Holland is gewonnen door de Kindermeeloopmiddag van Sophia Revalidatie. wel
magazine
wel!
winter 2013
Kindermeeloopmiddag Winnaar beste zorginitiatief 2013 Patiënt als partner Sophia Revalidatie biedt medisch specialistische revalidatiezorg voor kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. Het doel van de revalidatiezorg is de patiënt te helpen de door haar/hem gewenste rol in de samenleving (weer) zo goed mogelijk vervullen ondanks eventuele participatieproblemen. Sophia Revalidatie vindt het van essentieel belang om de patiënt als partner te zien. De doelen die hij of zij wenst te bereiken staan voorop. Je kunt een patiënt echter niet loskoppelen van zijn of haar omgeving, oftewel iedereen die een rol speelt in het leven van de patiënt, met name partner, kinderen en familieleden. Gezinssituatie De Kindermeeloopmiddag wordt op woensdagmiddag georganiseerd voor (klein) kinderen van klinische patiënten die recent hersenletsel hebben opgelopen. Omdat de patiënt na klinische opname weer verder leeft met het gezin, vindt Sophia Revalidatie het juist goed de kinderen te betrekken bij de behandeling. De kinderen krijgen uitleg wat er met hun (groot)ouder/verzorger gebeurd is en waarom diegene veranderd is. Het betrekken van de kinderen van patiënten met hersenletsel draagt bij aan de
behandeling en heeft een positieve invloed op de gezinssituatie. Tijdens de uitreiking van De Duim legde Ineke Luchtenberg, zelf behandelaar in het team van de Kindermeeloopmiddag, het als volgt uit: ‘Wat hersenletsel met je vader of oma doet, moet je zelf ervaren. Wij doen dit aan de hand van allerlei opdrachten, bijvoorbeeld dat je je hand in een doos moet doen waar een spiegel in zit en dan een figuur na moet tekenen en dat lukt dan niet. Zo gaat het ook met hersenletsel: je ziet het, je begrijpt het, maar toch lukt het niet.’
Hersenletsel is vaak een onbekende en onbegrepen aandoening
Positieve werking De Kindermeeloopmiddag ontstond ongeveer twee jaar geleden. Maatschappelijk werkers merkten op dat kinderen - onbedoeld - een
draagt bij aan de behandeling
beetje buiten de boot vielen. Ouders met hersenletsel zelf gaven dit ook regelmatig aan. Maatschappelijk werkster Annelies Vos opperde daarom het idee van het ontwikkelen van een dergelijke middag en met collega’s samen is er hard gewerkt om het project eind 2012 definitief op de rails te hebben. Inmiddels is de Kindermeeloopmiddag al ruim een jaar een groot succes. Het betrekken van de kinderen van patiënten met hersenletsel draagt bij aan de behandeling en blijkt een positieve invloed op de gezinssituatie te hebben. Stasja Cornelissen Op de foto: Annelies Vos, Sandra Ferwerda, Ineke Luchtenberg.
Sophia Revalidatie Sophia Revalidatie biedt medisch specialistische revalidatiezorg voor kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. Het doel van de revalidatiezorg is de patiënt te helpen de door haar/hem gewenste rol in de samenleving (weer) zo goed mogelijk vervullen ondanks eventuele participatieproblemen. Bij Sophia Revalidatie werken 650 medewerkers en vijftig vrijwilligers. Met multidisciplinaire teams behandelen zij 3.000 patiënten op jaarbasis. Sophia Revalidatie is gevestigd op acht locaties in Den Haag, Delft, Gouda en Zoetermeer. Sophia Revalidatie werkt intensief samen met een groot aantal instellingen voor de gezondheidszorg in de regio, zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen en instellingen voor lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapten.
winter 2013
De Kindermeeloopmiddag ziet er als volgt uit: • Kennismaking en ontdekken dat je niet de enige bent met een familielid met hersenletsel. • Oefeningen doen, simuleren wat het is om een halfzijdige verlamming te hebben, zoals éénhandig broodsmeren en éénhandig aankleden. • Uitleg door de kinderpsycholoog (aangepast aan de verschillende leeftijden) over de werking van gezonde en beschadigde hersenen. De kinderen kunnen hun vragen stellen. • Rolstoelrace op een uitgezet parcours. • Meekijken met de (groot)ouder/verzorger die therapie krijgt, zodat het kind ziet wat de (groot)ouder/verzorger dagelijks meemaakt. Ook hier kan het kind vragen stellen aan de therapeut. • Gezamenlijk gezellig afsluiten met kind, (groot)ouder/verzorger en het kindermeeloopmiddagteam.
Het betrekken van de kinderen
wel!
Werking van de hersenen Tijdens deze woensdagmiddagen worden door een team van specialisten oefeningen en activiteiten met de kinderen gedaan, om ze bekender te maken met hoe onze hersenen werken en wat hersenletsel voor impact kan hebben op het leven van hun (groot) ouders/verzorgers en op het leven van hen zelf.
5
Vrijwilliger Actueel
6
mag
Maartje de Hoon is een sportieve en enthousiaste 25-jarige studente aan de Technische Universiteit Delft. Ze doet verslag van haar rol als vrijwilliger bij de gezinsvakanties van De Hart en Vaatgroep (HenV-groep). wel
magazine
wel!
winter 2013
De vrijwilliger Begeleider gezinsvakanties
Van de website van de hartstichting Sinds 2010 organiseert de HenV-groep samen met de Hartstichting vakanties voor mensen met een aangeboren of op jonge leeftijd verworven hartafwijking met als doel hen een heerlijke week te bezorgen, met veel activiteiten zoals; sport, muziek, spel maar ook met ruimte voor het uitwisselen van ervaringen en het verkennen van de eigen grenzen. Deelnemers voelen zich een keer geen uitzondering en zien bovendien hoe anderen met hun hartaandoening omgaan. Maartje is medebegeleider van de groep 5- tot 12-jarigen die samen met het hele gezin meegaan. Hoe wist je van het bestaan van deze vakanties af? In 2008 waren er meer aanmeldingen dan vrijwilligers. Mijn moeder hoorde dit van haar collega en dacht dat het wel iets voor mij zou zijn. Daar had ze helemaal gelijk in. Sinds die tijd ga ik met veel plezier mee. Waarom is het iets voor jou? Als student heb ik niet veel geld om op vakantie te gaan. Als je dan met zo’n week mee kan en nog voor een ander iets goeds kan doen, is dat natuurlijk mooi meegenomen. Daarbij besefte ik na de eerste keer wat een dergelijke week voor zo’n gezin betekent. Je ontvangt zoveel
oprechte dankbaarheid voor je inzet, terwijl ik het zelf helemaal niet zo zie. Ik ga er zeker ook voor mijn eigen plezier naartoe! Zonder de groep vrijwilligers zou het voor hen niet zo eenvoudig zijn om een weekje op vakantie te gaan. Ik draag er nu mijn steentje aan bij om dit wel mogelijk te maken. Wat is de taak van de vrijwilligers en wat is jouw rol? De vrijwilligers zijn het grootste deel van de dag met de kids bezig. Tijdens de week word je aan één specifiek kind gekoppeld. Ook de vrijwilligers van het medisch team worden
Ik ga er ook voor mijn eigen plezier naartoe!
Wat doet zo’n week met je emoties, hoe ervaar je dit? De week is altijd heel heftig. Ik plan dan ook de maandag erna niets in, ook al kom ik zondagmiddag thuis. Naast het opgebouwde slaapgebrek, de gezellige momenten met de ouders
dat de ouders een dag met zijn tweeën op pad durven gaan
in de late avonduren en het vroege tijdstip waarop de kids in de ochtend alweer staan te stuiteren, hoor je ook heftige verhalen die veel indruk maken. Ga je volgend jaar weer mee? Ja, zeker. Naast de redenen die ik eerder aangaf, vind ik het ook heel leuk om de anderen weer te zien. Ondanks dat er ieder jaar vrijwilligers vertrekken en er weer nieuwe komen, is er een hechte groep ontstaan. Ook veel gezinnen gaan meerdere jaren mee, dus ben je ook naar hen benieuwd. Ik weet wat me te wachten staat en het wordt in ieder geval weer een gezellige en onvergetelijke week! Gré Leutscher Op de foto's: Maartje de Hoon tijdens de vakantieweken. Wil je mee als deelnemer of als (medisch) vrijwilliger? Kijk op www.hartenvaatgroep.nl/vakanties.
winter 2013
Hoe ziet de week er uit? Ieder jaar wordt er voor het weekprogramma een nieuw thema bedacht. De opbouw van de week is jaarlijks hetzelfde. Er is ruimte voor allerlei activiteiten, waaronder bezoek aan een pretpark, een ‘bonte middag’, maar ook voor oudergesprekken. Eén dag is speciaal voor de gezonde kids, de ‘Brusjesdag’. De ouders kunnen dan, zonder ergens rekening mee te hoeven houden, met de broertjes/zusjes op stap. Voor de achterblijvende hartenkindjes maken we er dan ook een feestje van. Op dag zes streven we ernaar om het vertrouwen van de ouders zover te hebben gewonnen, dat ze het aandurven om die dag met zijn tweeën op pad te gaan en de zorg voor alle kids even los te laten. De laatste dag komt het moment van de tranen en het afscheid, het opruimen en de evaluatie.
We streven ernaar
wel!
aan een kind gekoppeld of zitten in de hoofdleiding, waardoor ze dus niet als medicus herkenbaar zijn. De hoofdleiding zorgt ervoor dat de rest niet aan randvoorwaarden hoeft te denken. Zij bereiden zich een jaar voor om het recreatiegedeelte, de oudergesprekken en de medische voorbereiding in orde te hebben en om de week zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen. Van tevoren bereid ik me ook goed voor: wat vinden kids tegenwoordig ‘hip’, ik wil me graag inleven in de beleving van ‘mijn’ kind. Hartenkindjes moet je soms afremmen om te zorgen dat ze niet over hun eigen grenzen heen gaan. Wat zij aan kunnen, is heel verschillend. Zo hebben ze soms naast een hartafwijking ook nog andere beperkingen.
7
Welzijn
8
mag
Op donderdag 21 november jl. hebben dertien partijen hun handtekening gezet onder Het Leids Mantelzorgakkoord. In dit akkoord staan de afspraken over de ondersteuning aan cliënten en hun mantelzorgers. wel
magazine
wel!
winter 2013
Leids Mantelzorgakkoord
Wethouder Roos van Gelderen (Jeugd, zorg en welzijn) sprak haar waardering uit naar de samenwerkende partijen: ’Samenwerking op deze schaal is uniek in Nederland. Ik hoop dat door de ondertekening van dit akkoord de kans op overbelasting van mantelzorgers wordt verkleind. Samen gaan we voor betere ondersteuning.’ Ondersteuning Het Leids Mantelzorgakkoord is ondertekend door dertien Leidse partijen: de Leidse Vereniging van Mantelzorgers, Bureau Informele Zorg, ActiVite, stichting Radius, Libertas Leiden, stichting Topaz, MEE ZHN, stichting Kwadraad, GGD HM, GGZ Leiden e.o., Woonzorgcentrum ’t Huis op de Waard, R.K. Zorgcentrum Roomburgh en de gemeente Leiden. In het akkoord staan de afspraken over de manier waarop deze organisaties cliënten en hun sociale vangnet - als een geheel ondersteunen, zodat de kans op overbelasting van mantelzorgers zoveel mogelijk wordt verkleind. Het akkoord dient als basis om resultaten te borgen, verder te ontwikkelen in het brede perspectief van de kanteling, wijkgericht werken en de voorgenomen decentralisaties.
Totstandkoming Wim Bunnik, een van de initiatiefnemers van het Mantelzorgakkoord, schetst het tot stand komen: ‘Al zo’n vijftien jaar geleden was er vanuit de gemeenteraad en maatschappelijke organisaties als Radius aandacht voor de ondersteuning van mantelzorgers. De mantelzorgconsulenten werden uitgevonden. Toch bleven er hiaten: mantelzorgers die zich er niet van bewust zijn mantelzorger te zijn, mantelzorgers die niet weten dat er ondersteuning is of die niet weten te vinden en mantelzorgers die
Meer aandacht voor kwetsbare mantelzorgers
niet goed in beeld zijn.’ ‘Met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) kreeg mantelzorgondersteuning een wettelijke basis. De gemeente Leiden vroeg aan Activite, Radius en de Leidse Vereniging van Mantelzorgers (LVvM) om een voorstel. Karin Klein, Bert van Sprundel en Wim Bunnik gingen aan de slag en dienden in februari 2008 een plan in. Begroting: 110.000 euro. De focus lag vooral op het bereiken van kwetsbare mantelzorgers: mantelzorgers van GGz-clienten en oudere mantelzorgers. In april 2010 werd door de betrokken partijen (inmiddels uitgebreid met onder andere
Libertas, Topaz, de GGD en de gemeente Leiden) een intentieverklaring ondertekend.’ Er is inmiddels veel gebeurd, er werd over de grenzen van de eigen organisaties heen gekeken en met veel enthousiasme en creativiteit gewerkt aan het bereiken van het doel. Er is meer aandacht voor kwetsbare mantelzorgers en vroegtijdige signalering en opsporing. Ondersteuningsmogelijkheden zijn makkelijker te vinden. Maar er is ook nog veel te doen.’ Sylvia Hageman Op de foto's: ondertekening akkoord (p. 8)
wel!
Ik droom ervan dat: • mantelzorgers zich bewust zijn van hun mantelzorgtaken; • mantelzorgers ruimte maken voor zichzelf en daarin geholpen worden; • mantelzorgers durven te vragen om ondersteuning,; • mantelzorgers kunnen deelnemen aan de samenleving; • mantelzorgers kunnen terugvallen op sociaal netwerk of daarin geholpen kunnen worden; • mantelzorgers opgespoord worden als ze kwetsbaar zijn en niet vragen; • werkgevers ruimte maken voor een wisselende balans tussen werk en privé, en dus ook voor mantelzorgers; • hulpverleners mensen ondersteunen om zelf weer verder te kunnen; • hulpverleners tijd en competenties hebben om te luisteren en mantelzorgers zien als partners; • hulpverleners met elkaar samenwerken waarvan er een als aanspreekpunt voor de mantelzorger fungeert; • een ondersteuningsstructuur waarin hulpvrager en mantelzorger zich veilig voelen omdat ze weten dat hulp voorhanden en nabij is.
winter 2013
De droom van Wim Bunnik
9
Interview Actueel
10
mag
Jaarlijks worden tussen de 160.000 en 200.000 65-plussers het slachtoffer van ouderenmishandeling. Dat betekent dat ongeveer een op de twintig ouderen ermee te maken heeft. Schaamte en schuldgevoelens maken dat slachtoffers er niet gauw over praten. Wij spraken erover met de vrouw die er alles van weet. Mirjam van Dongen is hoofd preventie bij Yulius, instelling voor geestelijke gezondheid en voorzitter van het Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling. wel
magazine
wel!
winter 2013
Ouderenmishandeling komt vaker voor dan we denken
Wat verstaan we onder ouderenmishandeling? ‘Bij mishandeling denken we vaak meteen aan blauwe plekken. Maar het is niet alleen lichamelijke mishandeling. Ook psychische mishandeling in de vorm van dreigen, schelden, manipuleren, pesten en treiteren komt vaak voor. Verwaarlozing valt er ook onder. Dat is het nalaten van handelingen, bijvoorbeeld het onthouden van voeding, medicatie, maar je kunt ook denken aan een tekort aan aandacht en verzorging. Verder is seksueel misbruik een vorm van ouderenmishandeling. Financiële uitbuiting zien we ook vaak. Die vorm wordt het vaakst gemeld, omdat die ook het meest zichtbaar is. Veelal gaat het om combinaties van deze vormen van mishandeling.’ Afhankelijkheidsrelatie ‘Een kenmerk van ouderenmishandeling is dat het gaat om een afhankelijkheidsrelatie. Een brute tasjesroof door een onbekende op straat, scharen we er niet onder. Het is huiselijk geweld tegen een oudere. De oudere die slachtoffer wordt is geheel of gedeeltelijk afhankelijk van de pleger. Plegers bevinden zich meestal in de omgeving van de oudere. En worden door die persoon vertrouwd. Plegers kunnen (klein)kinderen zijn, andere familiele-
den, buren, maar ook professionals. Mishandeling vindt thuis plaats of in een zorgcentrum. Het is meestal ook niet eenmalig. Ouderenmishandeling blijft vaak in stand, omdat het slachtoffer uit loyaliteit of uit schaamte en schuldgevoelens er niet over wil praten en het zelfs ontkent.’ Opzettelijke en ontspoorde ‘We onderscheiden twee soorten ouderenmishandeling: opzettelijke en onopzettelijke. Dat laatste noemen we ontspoorde zorg. Mishandeling die met opzet plaatsvindt, gaat altijd over macht. Ontspoorde zorg gaat juist over onmacht, over overbelasting en onkunde. Van de mantelzorgers van mensen met dementie maakt 30% zich onbewust schuldig aan een of andere vorm van mishandeling. Denk aan het geven van nog een kalmerend pilletje zodat de verzorgde extra rustig wordt. Maar hij kan daardoor wel makkelijker vallen en een heup breken bijvoorbeeld. Of je partner vastbinden als je een boodschap moet doen. Begrijpelijk als de dementerende een gevaar voor zichzelf is, maar het is wel een vorm van vrijheidsberoving. En het grof uit je slof schieten als het je teveel wordt, is bijna invoelbaar maar toch ontoelaatbaar.’
Risicogroepen ‘Ouderenmishandeling komt voor onder alle doelgroepen, bij rijke en arme ouderen. We kunnen wel een aantal risicofactoren voorzichtig aanwijzen die maken dat je slachtoffer of pleger wordt. Gesloten gemeenschappen, streng religieuze of orthodoxe culturen vormen bijvoorbeeld een risico. Mensen die voor het oog of de eer dingen moeten doen als onderdeel van die cultuur. Bijvoorbeeld de plicht dat je zorgt voor je naaste ook al val je erbij neer. Intolerantie bij seksuele geaardheid speelt ook een rol. Laagopgeleide alleenstaande oudere vrouwen met een klein sociaal netwerk zijn extra kwetsbaar voor mishandeling. Plegers zijn vaker mannen dan vrouwen. Het zijn vaak
zonen en kleinzonen met psychiatrische of verslavingsproblemen.’ Is ouderenmishandeling te voorkomen? ‘Mensen worden zich er gelukkig wel meer bewust van. Er wordt meer over gepraat. De overheid besteedt er steeds meer aandacht aan, er zijn tv-uitzendingen en in Alzheimercafé’s is het een onderwerp. Informeren en voorlichten kan preventief werken. Bij de ouderenbonden worden vrijwilligers opgeleid die publieksvoorlichting over ouderenmishandeling geven. Notarissen en banken zijn er ook steeds meer mee bekend. Als een bemiddelde oudere opeens zijn testament wil laten veranderen ten gunste van één familielid bijvoorbeeld, zal de notaris toch even extra oplettend zijn. Levenstestamenten zijn in opkomst. Hierin kun je onder andere laten beschrijven wie jouw zaken moet behartigen als je dat zelf niet meer kunt. Helemaal voorkomen kunnen we ouderenmishandeling helaas niet, maar we zijn wel op de goede weg.’ We danken Mirjam voor dit interview. Aart Burger Clara Hibma Op de foto: Mirjam van Dongen.
De vijf stappen van het basismodel meldcode in het kort: 1. 2. 3. 4. 5.
In kaart brengen van signalen. Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van AMK (Advies- en meldpunt kindermishandeling) of SHG (Steunpunt Huiselijk geweld). Gesprek met de cliënt. Inschatten risico, aard en ernst van het geweld. Beslissen: hulp organiseren of melden.
winter 2013
Wat kun je doen? ‘Je kunt als burger proberen in gesprek te komen. De oudere jouw vertrouwen aanbieden en vertellen dat hij niet de enige is die dit overkomt. Je kunt signalen ook melden. In de regio Zuid-Holland Zuid kan dat bij het Meldpunt Zorg Overlast en Steunpunt Huiselijk Geweld (ZO/SHG) dat is ondergebracht bij de GGD Zuid-Holland Zuid. Door het hele land zijn dergelijke meld- en steunpunten. Voor professionals is sinds juli dit jaar de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. Professionals zijn verplicht stappen te ondernemen bij (vermoedens) van ouderenmishandeling.’
Steek je voelsprieten uit
wel!
Wat zijn signalen? ‘Een ‘’nietpluis’’-gevoel is een signaal. Eigenlijk alles waarvan je denkt: hier klopt iets niet. Dat kunnen blauwe plekken zijn, ontremde verhalen, opvallend angstig, schrikachtig of schichtig gedrag van de oudere of een onverzorgd uiterlijk. Of iemand is erg afgevallen en er staat niks in de koelkast. Het kan zijn dat moeder alles heeft weggegooid, maar het kan ook duiden op verwaarlozing of financiële uitbuiting. Je moet goed om je heen kijken. Wat valt op? Steek je voelsprieten uit. Je ziet het pas als je het gelooft. Signalen moeten wel concreet worden gemaakt. Dan kun je het ook melden.’
11
Actueel Welzijn
12
mag
De Monitor Dagbesteding 2013 van Zorgbelang Zuid-Holland is het eerste deel van een meerjarig onderzoek naar de gevolgen voor de individuele cliënt van de nieuwe beleidsmaatregelen die vanaf 2013 voor de dagbesteding op AWBZ-indicatie gaan gelden. Het gaat hierbij om de dagbesteding die buiten de muren van verblijfsinstellingen wordt georganiseerd. Het onderzoek betreft zowel de dagbesteding in de sector Verpleging en Verzorging (cliëntgroep VV), als in de Geestelijke Gezondheidszorg (cliëntgroep GGz) als in de zorg voor Verstandelijk Gehandicapten (cliëntgroep VG). wel
magazine
wel!
winter 2013
Resultaten monitor dagbesteding 2013
Het onderzoek gaat over gebruikers van AWBZ-dagbesteding. Het gaat hier niet over de cliënten met een zorgzwaartepakket (ZZP) 1, 2 of 3, die niet meer worden opgenomen en voor wie naar een oplossing op maat wordt gezocht door gemeenten, in nauwe samenspraak met de aanbieders van dagactiviteiten. Van de huidige gebruikers van de AWBZdagbesteding in een regio van vijf aan elkaar grenzende gemeenten in Zuid-Holland heeft 30% zich uitgesproken over de gevolgen die zij in 2013 al ervaren, over wat de huidige dagbesteding voor hen betekent en over hun eigen ideeën voor de toekomst. Resultaten De analyse van de gegevens is uitgevoerd per cliëntgroep. De vertegenwoordiging van de drie cliëntgroepen in de onderzoeksgroep is representatief voor het onderzochte gebied. Beleving Van de gebruikers in alle cliëntgroepen is 90% tevreden tot zeer tevreden over de huidige dagbesteding. Deze blijkt een grote plaats in hun leven in te nemen. De dagbesteding heeft
een belangrijke preventieve werking, doordat terugval wordt voorkomen en vaardigheden (zo lang mogelijk) behouden blijven. De dagbesteding biedt de gebruikers de kans onder de mensen te komen en passende activiteiten te verrichten. Het zijn voor hen de leukste dagen van de week. In de VV-groep komt voor de individuele cliënt de activiteit geleidelijk aan steeds minder centraal te staan. De begeleiding biedt deze cliënten activiteiten aan als middel, opdat de cliënten kunnen omgaan met hun toenemende beperkingen. In de GGz-groep en een groot deel van de VG-groep staan juist de aard en de diepgang van de activiteit voorop. Ontwikkeling Ruim 80% van alle gebruikers zegt op de dagbesteding te leren. Voor minimaal de helft van de GGz- en VG-cliënten is het ook een voorbereiding op of steun in werk. Dit blijkt aan te sluiten bij hun belangrijkste wens voor dagbesteding in de toekomst. De deelnemers die in staat zijn eigen toekomstideeën te benoemen, zeggen dat zij willen leren: zij willen verder ko-
men in hun huidige werk, willen genoeg leren om te gaan werken of willen zich op een andere manier ontwikkelen. Belangrijk is te beseffen, dat het werk waar het hier om gaat voor het overgrote deel wordt verricht in de beschutte omgeving van de dagbestedingslocatie, waarbij voor de meeste VG-cliënten geldt, dat er permanente begeleiding nodig is. Ook in de VV-groep willen cliënten leren en zinvol bezig blijven. Het gaat dan vooral om het behoud van vaardigheden die door hun ziekteproces afnemen. Het belangrijkste wat alle cliënten daarvoor aangeven nodig te hebben is vakbekwame begeleiding. Deze toekomstwensen van de gebruikers passen naadloos in de participatiemaatschappij die de overheid voor ogen staat.
mogelijk zelf de regie willen hebben. Er zijn wel nuanceverschillen. Voor de VV-groep is nabijheid belangrijker dan voor de anderen. Voor vrijwel allen geldt, dat zij zelf de activiteiten willen kiezen, maar daarbij kiezen de meesten voor een stabiele structuur van vaste begeleiding en deelnemers, plaats en tijd. De GGzgroep hecht in vergelijking met de anderen meer waarde aan vrijheid van keuze.
Beweging De zelf aangegeven toekomstideeën betreffen niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk bewegen: naar buiten gaan, wandelen, gymmen, zwemmen, sporten. Deze wens tot bewegen leeft juist ook in de VV-groep.
Aanbevelingen Op basis van deze resultaten, literatuuronderzoek en signalen van actuele knelpunten zijn aanbevelingen verwoord ten behoeve van overheid, zorgaanbieders en als steun voor belangenbehartigers van cliënten.
Reisafstand en vrijheid van keuze Slechts een minderheid van de gebruikers in alle groepen vindt het heel belangrijk dat de activiteit dichtbij is of dat zij zelf kunnen kiezen waar zij wanneer heen gaan. Dit resultaat plaatst een kanttekening bij het idee dat het voor mensen het beste zou zijn dagbesteding dichtbij aan te bieden en dat cliënten zo veel
De resultaten en aanbevelingen zijn vastgelegd in een folder en een uitgebreide onderzoeksrapportage. Beiden zijn te downloaden op de website www.zorgbelang-zuidholand.nl. Via een digitaal bestelformulier kunt u daar ook folders aanvragen. Karien Schilder
wel!
winter 2013
Vervoer Circa 3% van de gebruikers, vooral in de VGgroep, heeft in de eerste acht maanden van 2013 gevolgen ondervonden van de halvering van de vergoedingen voor het vervoer op indicatie. In de meeste gevallen ervaren zij deze gevolgen op dit moment als negatief.
13
Actueel Wmo
Gemeenteraadsverkiezingen
14
mag
Op 19 maart 2014 zijn er weer verkiezingen voor de gemeenteraad. Dat is dé kans om uw standpunten over ondersteuning, welzijn en zorg onder de aandacht te brengen van de lokale politici. wel
magazine
wel!
winter 2013
Grijp uw kans!
Er komt veel op gemeenten af Door de drie decentralisaties (AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet) gaat er veel veranderen bij de gemeenten. Daarbij is de inbreng van Wmoadviesraden, cliëntenraden, gehandicaptenplatforms, regionale en lokale belangenorganisaties hard nodig. De vraag is of gemeenteraadsleden op de hoogte zijn van uw standpunten. Zij staan nu open voor uw mening. Enerzijds omdat het ook voor hen een flinke klus is om zich een mening te vormen over de decentralisaties. Anderzijds omdat zij in contact willen komen met burgers, in de hoop stemmen te krijgen. Wat kunt u doen? Begin 2014 gaan de politieke partijen in uw gemeente campagne voeren. Dat is hét moment om uw stem te laten horen. Na de verkiezingen beginnen de collegeonderhandelingen en wordt het collegeprogramma vastgesteld. Ook dat zijn mooie gelegenheden om uw mening te geven. Stel een tienpuntenplan op Welke onderwerpen wilt u onder de aandacht brengen? Dagbesteding, vervoer, eigen bijdrage of de (over)belasting van mantelzorgers? Maak het concreet door het opstellen van een tienpuntenplan. Het mogen er natuurlijk ook negen of twaalf zijn, maar maak het niet te lang.
Geef voorbeelden uit de praktijk. Zo kunnen politici zich er wat bij voorstellen. Bovendien is het belangrijk om positief in te steken: kom met oplossingen hoe het anders en wellicht goedkoper kan. Geef ook aan waar u zich zorgen om maakt: bijvoorbeeld de grenzen aan de eigen kracht of aan het inschakelen van een sociaal netwerk. Onder de aandacht brengen Breng dit tienpuntenplan onder de aandacht van de fracties in de gemeenteraad. Geef ook aan hoe u te bereiken bent en dat u bereid bent
Geef voorbeelden uit de praktijk
Doe het niet alleen Zoek medestanders, organisaties die uw mening en zorgen delen. Samen sta je sterker en zo kunt u het werk verdelen. Denk hierbij aan Wmo-raden, cliëntenraden van zorginstellingen, ouderenbonden, belangenbehartigers mantelzorg en gehandicaptenplatforms. Een helpende hand Wilt u ondersteuning bij het opstellen van een tienpuntenplan of het organiseren van een debat? Wilt u contact leggen met verwante organisaties in uw gemeente, maar weet u niet goed hoe u dit kunt aanpakken? Dan kunt
hoe het anders en wellicht goedkoper kan
u een beroep doen op de adviseurs van het programma Aandacht voor iedereen (AVI). Zij denken graag met u mee. U kunt contact opnemen met: • Herman Eitjes (
[email protected]) voor de regio Zuid-Holland West. • Arjan de Weger (
[email protected]) voor de regio’s Midden en Noord. • Mariëtte Teunissen (
[email protected]) en Inge van Dommelen (
[email protected]) voor de regio’s Zuid en Rijnmond. Meer informatie Uitgebreide informatie vindt u in de handreiking Invloed rond de gemeenteraadsverkiezingen. Aandachtspunten en praktische tips. U kunt deze handreiking downloaden op de website www.aandachtvooriedereen.nl. Mariëtte Teunissen
winter 2013
Organiseer een verkiezingsdebat Organiseer een politiek debat, bij voorkeur met een politieke coryfee, dat trekt burgers en partijleden. Partijen moeten dan ten overstaan van de burgers kleur bekennen. Bedenk vooraf stellingen die u aan de politici kunt voorleggen. Zo kunt u in ieder geval uw eigen punten onder de aandacht brengen. Nodig lijsttrekkers uit, achterban, pers, overige geïnteresseerden. Laat politici eens door de bril van ervaringsdeskundigen kijken: geef de ervaringsdeskundigen ook het woord. De partijen zullen zich, om kiezers te winnen, van hun beste kant willen laten zien en zullen graag laten zien wat zij willen doen aan bijvoorbeeld participatie. Vergeet niet de media uit te nodigen en eventueel een persbericht te sturen.
Kom met oplossingen
wel!
een toelichting te geven. Als de ambtenaren en de wethouders uw mening nog niet (goed) kennen, benader hen dan ook. Het beste kunt u dit tienpuntenplan persoonlijk overhandigen. U kunt dan direct een toelichting geven. U kunt een keer aansluiten bij een fractievergadering, langsgaan bij een verkiezingsdebat of leden van een fractie aanspreken wanneer zij campagne voeren.
15
Zorg
16
mag
Op woensdag 20 november vond het congres ‘De zorgvrager als partner’ plaats in het Novotel te Rotterdam, een initiatief van Zorgbelang Zuid-Holland. De dag in vogelvlucht.
Toegevoegde waarde Robert Boersma, directeur Zorgbelang Zuid-Holland, benadrukte het belang van deze dag. ‘Zorgbelang Zuid-Holland gelooft in de toegevoegde waarde; het nadrukkelijk centraal stellen van het perspectief van cliënten, patiënten, zorgvragers en mantelzorgers binnen zorg en welzijn. We doen dit vanuit een positieve invalshoek en met het oog op de toekomst. Er gebeurt al veel binnen zorg en welzijn vanuit zorgvragersperspectief en voor de verkiezing van de Duim zijn er vele prachtige initiatieven naar voren gekomen. We hebben sprekers gevonden die vanuit verschillende perspectieven het belang van de cliënten en burgers belichten rond het thema: de zorgvrager als partner.’ wel
magazine
wel!
winter 2013
De zorgvrager als partner De toekomst van het cliëntenperspectief
Ondersteun eigen regie De Parnassia Groep wil de manier waarop zij zorg verlenen meer en meer laten kenmerken door Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid (HEE). Dit betekent volgens Marianne van Duijn (bestuurder Bavo Europoort) en Addy Venderbos (ervaringsdeskundige hulpverlener Parnassia) voor zorgvragers een andere rol; zelf verantwoordelijkheid nemen en eigen regie, keuzes maken en uitgaan van mogelijkheden. 'Cliënten moeten echter wel ondersteuning krijgen om zelf de regie nemen,' vertelt Addy. 'Zorgverleners moeten constant reflecteren op hoe zij zorg verlenen, zorgen ‘dat’ in plaats van zorgen ‘voor’.' Marianne geeft aan dat dit principe vanuit alle lagen gedragen dient te worden, dus ook vanuit de bestuurders. Er is een cultuuromslag nodig vanuit alle lagen als je echt iets wilt veranderen.
Techniek in belang van de patiënt Er zijn vele technologische ontwikkelingen die bijdragen aan cliëntparticipatie. Een voorbeeld is een zelfmanagementsysteem waarmee de patiënt regelmatig aan de huisarts het gewicht door kan geven en hiervoor niet naar de praktijk hoeft te komen. Zowel de patiënt als de huisarts kunnen de gegevens terugzien in een grafiek over langere tijd. Google Glass, een innovatieve technologiebril, laat de drager van de bril zien waar de dichtstbijzijnde defibrilator is en tijdens de reanimatie hoort de patiënt een liedje waarbij op de beat de patiënt gereanimeerd dient te worden. Lucien Engelen, directeur van het Radboud REshape & Innovation Center gaf daarnaast aan dat de technologische ontwikkelingen echter snel gaan, waardoor het van belang is oudere patiënten hierbij te (blijven) betrekken. Toekomstige transities Op gemeentelijk niveau verandert er de komende jaren veel door de verschillende transities. Goede zorg voor wie dat nodig heeft zal ondanks de bezuinigingen blijven bestaan volgens Gregor Rensen, wethouder zorg en welzijn bij de gemeente Leidschendam-Voorburg. Het is van belang mensen goede en gelijkwaardige kansen te bieden om een goede plek in de maatschappij te krijgen en zelfredzaam te zijn. De jonge mantelzorger De kracht en kwetsbaarheid van de jonge mantelzorger stond centraal in het verhaal van Deirdre Beneken genaamd Kolmer, lector mantelzorg aan de Haagse Hogeschool. Meer zorgen voor
Mogelijkheden en beperkingen Dat patiënten nog niet genoeg worden betrokken bij wat zij nodig hebben werd toegelicht door Joy van der Stel (adviseur, coach en trainer van Empower Mij). Zij vertelde over haar mogelijkheden en beperkingen door haar spasmes. Centraal staat niet waar je tegenaan loopt, maar vooral hoe je daar mee om kan gaan. Zorgrobot de toekomst? De door de TU Delft ontwikkelde zorgrobot ‘Lea’ kan acties herkennen zoals lopen, zitten, staan, drinken, dwalen en vallen. Via een smartphone kan het systeem een mantelzorger waarschuwen indien nodig. Pieter Jonker (hoogleraar Visionbased Robotics TU Delft) hoopt in de toekomst met zijn onderzoeksteam dat ‘Lea’ ook feedback kan geven zoals ‘u moet meer bewegen’ of ‘u moet medicijnen innemen’. Winnaar beste zorginitiatief Er zijn veel zorginitiatieven in Zuid-Holland die navolging verdienen: unieke projecten, nieuwe behandelmethoden of andere vormen van dienstverlening die de patiënt centraal stellen. Daarom reikte Zorgbelang Zuid-Holland voor het eerst de Duim uit voor het beste zorginitiatief in 2013. Er werden 45 projecten ingediend, waarna de jury acht projecten heeft gekozen. Hierop zijn ruim 2600 stemmen uitgebracht via de website. De top drie heeft hun project gepresenteerd op het congres: • Kindermeeloopmiddag, waar (klein)kinderen
De meeste stemmen voor de Duim 2013 gingen naar de Kindermeeloopmiddag van Sophia Revalidatie. Zie voor meer informatie het artikel over de Kindermeeloopmiddag op p. 4. Terugblik Uit de evaluatie blijkt dat de deelnemers zeer tevreden waren over de dag. Ze vonden de verschillende sprekers inspirerend en de variatie van deelnemers zoals vrijwilligers, professionals en zorgvragers verfrissend. We hopen van harte dat dit congres de deelnemers heeft geïnspireerd om zelf als cliënt, zorgvrager of mantelzorger te blijven meewerken aan positieve veranderingen in de zorg, of als bestuurder of medewerker in de zorg nog meer de cliënt en zijn omgeving centraal te stellen. Echte verbeteringen in de zorg ontstaan alleen met betrokkenheid van mensen om wie het gaat! Marjan van Maanen
winter 2013
Betrokkenheid bij zorginkoop Zorgverzekeraar Menzis betrekt de zorgvrager op diverse manieren bij de zorginkoop, door onder andere een ledenraad, Medemenz (cocreatie), convenanten met Zorgbelang en patiëntenparticipatieprojecten. Pascale Voermans (manager van de afdeling zorginkoop eerstelijnszorg) geeft als voorbeeld Het Groninger Model, waarbij Zorgbelang Groningen, patiëntenorganisaties, medewerkers van het ziekenhuis en Menzis betrokken zijn. Zo is het zorgpad Hersentumor ontwikkeld, waarbij het patiëntperspectief is meegenomen om het zorgpad op papier te zetten en ook zo uit te voeren.
van patiënten met hersenletsel informatie krijgen over de aandoening en revalidatie van Sophia Revalidatie. • Levensverhalen voor dementerende ouderen, gemaakt door vrijwilligers samen met de ouderen van Stichting Mara en HWW Zorg. • Pink Donut, een innovatieve denktank van cliënten en medewerkers van de Parnassia Groep.
wel!
een hulpbehoevende naaste is het credo van de overheid, maar geldt dit ook voor de jonge mantelzorger? Ziekte van een ouder heeft invloed op het hele gezin. Gezinsleden zorgen voor elkaar op basis van loyaliteit, maar door de zorgsituatie kan het evenwicht verstoord raken: parentificatie. Dit is een patroon waarin kinderen ‘ouderachtig gedrag vertonen’, er is sprake van rolomkering. Deirdre roept gezondheidswerkers en beleidsmakers op om hier aandacht voor te hebben.
17
Actueel Welzijn
18
mag
In september organiseerde Zorgbelang Zuid-Holland samen met het Tympaan Instituut een bijeenkomst, onder de titel ‘Van afwachten naar aanpakken’. De bijeenkomst was bedoeld om te inspireren tot samenwerking in het streven naar één plan voor een gezin of cliënt. De nadruk werd gelegd op hoe het wel kan. wel
magazine
wel!
winter 2013
Van afwachten naar aanpakken Samen werken aan zorg en welzijn
Samen met de cliënt en zijn omgeving moeten oplossingen worden gezocht die aansluiten op zijn vraag en uitgaan van zijn eigen regie. Op deze manier kan de zorg goedkoper en efficiënter worden gemaakt en tegelijkertijd voldoende kwaliteit blijven leveren voor het welbevinden van de mensen om wie het gaat. Workshops: goede voorbeelden Er werden vier workshops gehouden, waarin voorbeelden van hoe samenwerken werkt: Participe, Centrum Jeugd en Gezin in Lansingerland, ‘Gesprek en zorgnetwerk’ Gemeenten Ouderkerk a/d IJssel en Nederlek, Gebieds- en toekomstgericht samenwerken. Voorwaarden voor goede zorg en welzijn Tijdens de bijeenkomst werd door belangenbehartigers en leden van Wmo-raden de volgende punten voor goede zorg en welzijn genoemd: • financiële zekerheid; • eigen keuzes maken; • daar waar je behoefte aan hebt/individueel maatwerk; • dat cliënt en verstrekker elkaar begrijpen; • eigen regie: wat de cliënt zelf voor ogen heeft, daar moet de zorg op aansluiten;
• mensen die goed opgeleid zijn om de zorg te kunnen bieden; • goed luisteren, zodat je weet wat de ander nodig heeft. Zet het welbevinden centraal in het gesprek; • tijdloos; • één loket; • alles in één; • praktisch en efficiënt ingericht, begrijpelijk; • de spin in het web moet heel duidelijk zijn; • vlot; • warme overdracht; • niet onnodig slepen met kwetsbare doelgroepen (grote afstanden). Zorg dicht bij huis, wijkgericht, waar de cliënt het wil; • overlap eruit halen; • communicatie vanuit gemeente en aanbieders naar cliënten toe. Voorwaarden voor goede samenwerking Samenwerking begint bij een gezamenlijk doel en onderling vertrouwen. Het vraagt investeren in relaties en buiten elkaars kaders durven kijken. Ken als organisatie je eigen grenzen en verwijs tijdig door als je voor de cliënt geen passende zorg kunt bieden. Zorg daarbij voor een warme overdracht. Elkaar kennen en vertrouwen is niet voldoende.
Samenwerken met informele zorg Nieuwe arrangementen in zorg en welzijn vragen inzet van informele zorg door vrijwilligers en mantelzorgers. Dit begint met de erkenning, het in kaart brengen en goede afstemming met wat er al allemaal is aan vrijwillige inzet en mantelzorg in de gemeente! Betrek de vrijwilligersorganisaties op het gebied van zorg en welzijn bij de samenwerking met het informele circuit, zoals Participe en de stichting Welzijn Ouderkerk en Nederlek ook doen. Vraag wat zij te bieden hebben en zorg voor een volwaardige positionering van de zorgvrijwilliger. Betrek hem/haar bij het sociale wijkteam en/ of het Centrum voor Jeugd en Gezin. Door de bestaande vrijwillige inzet en mantelzorg meer ruimte en erkenning te geven is al veel winst te behalen in het beter benutten van de informele zorg. Door hier meer bekendheid aan te geven kunnen andere burgers worden geïnspireerd om iets voor een ander te gaan doen. Invloed van de cliënt Waar staan de cliënt en mantelzorger in dit hele proces van samenwerking? Welke invloed kan de cliënt hierop uitoefenen? Wat is de rol van bewoners? De zorgaanbieders en gemeenten moeten hierover met cliënten en cliëntenorganisaties in gesprek gaan. Betrek bewoners/ cliënten bij het begin van de planvorming en organiseer de nodige zorg en welzijn in de eigen opgebouwde en vertrouwde sociale omgeving.
Wees creatief, denk innovatief
Ook de belangenorganisaties, cliëntenraden en Wmo-raden hebben een verantwoordelijkheid. De rol van belangenbehartiging vanuit ervaringsdeskundigheid en de rol van advisering door Wmo-raden kunnen niet zonder elkaar bestaan. Kennismaken met cliëntenraden van zorginstellingen is een eerste stap die Wmo-raden hierin zetten. Wijkgerichte zorg en welzijn vragen ook wijkgerichte cliëntenparticipatie. De vraag is hoe dit op een goede manier moet worden georganiseerd. Moeten bewonersorganisaties zich meer gaan bezighouden met zorg en welzijn? Moet er aansluiting gevonden worden bij de sociale wijkteams? Of ligt de toekomst in de vele goede voorbeelden van bewonersinitiatieven, zoals in Prinsenhof te Rotterdam? Daar hebben de bewoners de regie in het organiseren van hun zorg en welzijn. Wat is uw droom? Rudo van der Brink, senior beleidsmedewerker bij het Ministerie van VWS vroeg de aanwezigen om hun droom op te schrijven en vandaag nog een eerste stap te zetten in het realiseren van deze droom. Verwar dit niet met een nachtmerrie, waarin alle onmogelijkheden naar boven komen. Stap over uw angst voor bezuinigingen heen, want in samenwerken ligt de toekomst. Wees creatief, denk innovatief en oplossingsgericht, en ga uit van mogelijkheden. Schrijf uw droom op en bedenk voor uzelf wat de eerste stap is om deze droom te realiseren. U kunt zelf de eerste stap zetten! Notitie bijeenkomst ‘Van afwachten naar aanpakken’ Het Tympaan Instituut heeft een notitie opgesteld met de inhoudelijke resultaten van de bijeenkomst over samenwerken in zorg en welzijn. U kunt deze notitie bestellen bij Tenda Hoffmans,
[email protected]. Ingrid Lips
winter 2013
en oplossingsgericht
wel!
Een goede onafhankelijke coördinatie en het regelen van de zeggingsmacht is nodig om daadwerkelijk te kunnen samenwerken. De samenwerking dient op alle niveaus geregeld te zijn, van uitvoering tot management en directie. Kies voor korte lijnen de juiste schaal en kijk welke samenwerkingspartners iets toe te voegen hebben. Het is een taak voor de gemeenten om overzicht te bieden voor aanbieders en burgers, transparantie af te spreken met aanbieders en vast te leggen wie de zeggingsmacht heeft. Bij het Centrum voor Jeugd en Gezin is gekozen voor het onderscheid tussen kernpartners (JGZ, Mee, Kwadraad, Bureau Jeugdzorg) als spil in het netwerk met verschillende ketenpartners zoals scholen, politie en huisartsen. Ten slotte is goede communicatie van belang. Een woningcorporatie spreekt een hele andere taal dan een welzijns- of zorgorganisatie. De woorden ‘bewoner’, ‘deelnemer’ en ‘cliënt’ zijn welbekend als verschil in taalgebruik, maar andere verschillen zijn minder duidelijk. Bijvoorbeeld wat met lange termijn bedoeld wordt. Het is goed om na te gaan of we ook hetzelfde bedoelen als we hetzelfde zeggen.
19
Actueel Wmo
Bezwaar maken loont
20
mag
Sander (om privacyredenen is de naam gefingeerd) is door zijn handicap rolstoelgebonden. Bij zijn gemeente vroeg hij een elektrische rolstoel aan via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De rolstoel die de gemeente hem wilde geven, paste niet bij zijn beperkingen. Hij vroeg daarom een persoonsgebonden budget (pgb) aan. Met het pgb wil hij een rolstoel aanschaffen waarmee hij zich wel goed kan verplaatsen. wel
magazine
wel!
winter 2013
Opkomen voor je rechten vraagt moed, tijd en energie
Pgb of natura? Bij de aanvraag van een voorziening kun je kiezen tussen een pgb of een voorziening in natura. Een voorziening in natura wordt verstrekt door de gemeente, die deze huurt bij een leverancier. De huurprijs is inclusief de kosten van verzekering en onderhoud. Als je voor een pgb kiest, dan krijg je een bedrag ter hoogte van de kosten van de goedkoopst adequate voorziening inclusief een bedrag voor onderhoud en verzekeringen. Daarmee kun je zelf de gewenste voorziening aanschaffen. Sander kreeg het budget toegewezen. Er waren voor hem echter twee problemen. Het eerste was dat het toegekende budget niet toereikend was om de goedkoopst adequate elektrische rolstoel te financieren. Het tweede probleem betrof de wijze waarop de gemeente het bedrag ging uitbetalen: in 52 periodes van vier weken. Achterliggende gedachte van de gemeente is dat zij, als zij de rolstoel in natura verstrekt, het bedrag ook niet in één
keer kwijt is, maar maandelijks een huurprijs betaalt. Als gevolg hiervan moest Sander de elektrische rolstoel eerst zelf betalen. Daarna zou hij het bedrag over een periode van vier jaar terugbetaald krijgen. Voor hem betekende dit dat hij een lening zou moeten afsluiten, omdat hij het geld niet heeft. Sander vond dit onaanvaardbaar en heeft met juridische hulp van Per Saldo (belangenvereniging voor mensen met een pgb) bezwaar aangetekend. Zijn bezwaar richtte zich op twee punten: 1. Het toegekende budget is niet toereikend om de goedkoopst adequate elektrische rolstoel aan te schaffen.
Welke knelpunten ervaart u?
2. De wijze waarop het budget wordt uitbetaald, is in strijd met de bedoelingen van het pgb. Als grond voor het bezwaar wordt aangevoerd dat de handelwijze van de gemeente in strijd is met artikel 6.1 van de Wmo.
Heeft u vergelijkbare ervaringen in uw gemeente?
Artikel 6.1 Wmo Het college van burgemeester en wethouders biedt personen die aanspraak hebben op een individuele voorziening de keuze tussen het ontvangen van een voorziening in natura en het ontvangen van een hiermee vergelijkbaar en toereikend persoonsgebonden budget.
Sander is blij met dit resultaat. Hopelijk past de gemeente haar beleid aan, zodat ook nieuwe budgethouders een budget krijgen dat toereikend is én in één keer wordt uitbetaald.
winter 2013
gemeente haar eerste besluit herzien en een nieuwe beschikking afgegeven. Sander krijgt een hoger budget en het budget wordt in één keer uitbetaald.
wel!
Met een pgb moet de burger een voorziening kunnen aanschaffen die vergelijkbaar is met een voorziening in natura. Het budget moet dus toereikend zijn om de voorziening aan te schaffen. Door het te lage budget en het uitbetalen van het budget in termijnen is het pgb in de situatie van Sander geen gelijkwaardig alternatief voor een rolstoel in natura. De gemeente handelt daarom in strijd met de strekking van de Wmo. Tot een bezwaarprocedure is het niet gekomen. Op basis van het bezwaarschrift heeft de
Nel van Roon
21
Knelpunt in de Wmo? Ga naar Meldpunt Wmo! Waarom een Meldpunt Wmo? De komende jaren verandert er veel rond de Wmo. Steeds meer zorgtaken gaan naar de gemeenten, maar alles moet wel met minder budget. Ook heeft de overheveling van taken naar de gemeenten grote gevolgen voor de burger die een beroep doet op de Wmo. De compensatieplicht gaat op de helling en hiervoor komt een maatwerkvoorziening in de plaats. Al deze veranderingen zijn ingrijpend voor de gemeenten, maar ook voor de mensen die een beroep doen op Wmo-voorzieningen. Er zal voor gewaakt moeten worden dat burgers in staat blijven om mee te doen in de samenleving en hun leven thuis op de rails kunnen houden. Via het Meldpunt Wmo willen we zicht krijgen op de gevolgen van al deze veranderingen voor de burger. Hoe werkt het Meldpunt Wmo? Het Meldpunt Wmo inventariseert welke klachten burgers hebben over de Wmo. Welke knelpunten ervaart u rond de Wmo en de decentralisaties? De binnengekomen signalen worden geanalyseerd en via rapportages teruggekoppeld naar de gemeenten. Op grond van deze signalen kunnen gemeenten hun Wmo-beleid ontwikkelen of aanpassen. Wilt u uw klacht over de Wmo melden? U kunt dit doen via www.zorgbelang-zuidholland.nl, door te klikken op Klachten Wmo (onder Oproepen). Wilt u iemand persoonlijk spreken, dan kunt u contact opnemen met het Adviespunt Zorgbelang, telefoon (0900) 243 70 70 of
[email protected].
Achterban Actueel
22
mag
In november 2013 is een proef gestart van het Buddyproject van Platform Cliëntenperspectief Zuid-Holland. Het platform wordt daarbij ondersteund door Zorgbelang Zuid-Holland. De deelnemende organisatie is Woonzorgcentrum Ametisthorst. wel
magazine
wel!
winter 2013
Buddyproject geeft bewoners een stem
Woonzorgcentrum Ametisthorst Woonzorgcentrum Ametisthorst neemt deel aan het Buddyproject, omdat de zorg voor de bewoners en hun naasten altijd nóg beter kan. Niet alle contactpersonen wonen immers in de buurt van de Ametisthorst. Niet alle bewoners kunnen gemakkelijk hun wensen uiten. En soms is het gewoon prettiger om te praten met iemand die niet bij de dagelijkse zorg betrokken is.
Wat doet een buddy? Een buddy ondersteunt ‘zijn’ bewoner en helpt bij het overbrengen van wensen of klachten naar de verzorgers. De buddy heeft ten minste eenmaal per week contact met de bewoner, bij voorkeur tijdens een gezamenlijke activiteit, zoals: 1. het praten met de bewoner; 2. het voorlezen aan, wandelen of winkelen met de bewoner; 3. het samen bezoeken van een specialist in het ziekenhuis.
Het woonzorgcentrum wil een veilige omgeving creëren om ideeën aan te dragen en klachten te bespreken. Daar draagt het Buddyproject aan bij. De benoeming van een buddy De bewoner heeft altijd al een eerste contactpersoon. Deze krijgt bij voorkeur ook de buddyfunctie. Als de eerste contactpersoon niet kan of wil, kan een (ander) familielid, een mantelzorger of een vrijwilliger van de Ametisthorst de buddy worden. De buddy wordt benoemd door de locatiemanager. Bij de benoeming krijgt de buddy inzage in het (digitale) zorgleefplan van de bewoner en de wegwijzer van de Ametisthorst.
Het project draagt bij aan een veilige omgeving
De buddy brengt de wensen en eventuele verbeterpunten in de zorg die tijdens deze contacten naar voren komen over naar de eerst verantwoordelijk verzorgende (EVV). Natuurlijk alleen met toestemming van de bewoner en/ of de contactpersoon.
makkelijk hun wensen uiten
Ambities Wanneer de proef positief wordt geëvalueerd, wordt het project ingevoerd bij nog zeven andere intramurale instellingen van HWW Zorg in Den Haag. Als ook dat goed loopt, is het de bedoeling om het Buddyproject bij nog meer woonzorgcentra in Zuid-Holland in te voeren. Daarbij zal het Platform samenwerken met Zorgbelang Zuid-Holland en wellicht ook met de Landelijke Organisatie Cliëntenraden (LOC).
winter 2013
Ondersteuning Buddy’s kunnen met hun vragen, voor informatie en voor ondersteuning terecht bij het Platform Cliëntenperspectief Zuid-Holland. De projectgroep van het platform komt tijdens de eerste fase van de proef ieder kwartaal bijeen om de voortgang van het project te bespreken met de buddy’s, de contactpersonen, de locatiemanager en de teamleider.
Niet alle bewoners kunnen
wel!
Wat doet de EVV? De EEV: 1. onderzoekt of de wensen of verbeterpunten van de bewoner gerealiseerd kunnen worden; 2. bespreekt een eventueel ontstane klacht in het interne overleg; 3. brengt de buddy op de hoogte van de resultaten; 4. bewaakt dat de bewoner zich na het uiten van een klacht veilig blijft voelen.
Niek van Ginkel
23
Platform Cliëntenperspectief Zuid-Holland Het Platform Cliëntenperspectief Zuid-Holland komt vier keer per jaar bijeen en signaleert mogelijkheden om de zorg voor cliënten in de zorg te verbeteren. Hierbij gaat de aandacht uit naar bijvoorbeeld medicijngebruik, openbaar vervoer, ketenzorg, mantelzorg, domotica en e-health. Waar het platform mogelijkheden ziet, wordt een projectvoorstel opgesteld en voorgelegd aan Zorgbelang Zuid-Holland. Wie belangstelling heeft om deel te nemen aan het Buddyproject of aan de bijeenkomsten van het platform kan contact opnemen met de secretaris: Niek van Ginkel, e-mail
[email protected] of tel. (0252) 41 08 89.
24
mag
De toekomstige burgeren cliëntenparticipatie wel
magazine
wel!
winter 2013
Actueel Wmo
Nu gemeenten verantwoordelijk worden voor de uitvoering van de AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet komt er veel op hen af. De gemeenten kiezen voor een vraaggerichte en integrale benadering in het sociale domein. Er moet meer samenwerking en samenhang komen. Gemeenten willen ook meer wijkgericht gaan werken. Dat vraagt om cliëntenparticipatie op wijkniveau. De Wmo-adviesraad moet ervoor zorgen dat de kennis en ervaring van cliënten en burgers optimaal worden ingezet. Daarom organiseerde de Wmo-adviesraad Dordrecht in september een bijeenkomst over de toekomst van burger- en cliëntenparticipatie en daarmee ook over de toekomst van de Wmo-adviesraden.
De huidige ontwikkelingen Om de bezoekers van de bijeenkomst te informeren waren er vier gastsprekers: een senior adviseur van Movisie, een wethouder uit Zwijndrecht, de voorzitter van de Participatieraad Leidschendam-Voorburg en een senior adviseur van Zorgbelang Zuid-Holland (programma Aandacht voor iedereen). Modellen voor lokale participatie Karin Sok, adviseur bij Movisie, heeft samen met de Koepel Wmo-raden en Zorgbelang Noord-Holland vier modellen opgesteld voor lokale participatie. Die modellen staan in de notitie ‘Modellen voor lokale participatie – Een zoektocht naar toekomstbestendige, lokale burger- en cliëntenparticipatie’. Met behulp van deze notitie kunnen partijen de burger- en cliëntenparticipatie in de gemeente verkennen en discussiëren over hoe zij in de toekomst kunnen meedenken over het zorg- en welzijnsbeleid.
• Model 1 legt het accent op een representatieve vertegenwoordiging van ervaringsdeskundigen bij het meedenken over zorg en welzijn.
Inbreng van ervaringsdeskundigheid leidt tot beter beleid
Werkzaamheden Participatieraad Adri de Grijs, voorzitter van de Participatieraad, vertelde dat de Participatieraad als doel heeft de zelfredzaamheid te bevorderen. Belangrijk zijn: inzet van de lokale kracht, meedenken en entameren, en haalbaarheid. De raad wil vooral gezamenlijk werken aan de gestelde doelen. Er is samenwerking met ambtenaren, er wordt integraal geadviseerd en er worden externe deskundigen ingezet. Aangezien de Participatieraad een adviesorgaan is, wordt vroegtijdig meedenken en initiëren belangrijk gevonden. Mevrouw De Grijs gaf de volgende tips: • bepaal vooraf het doel en de beleidsbeïnvloeding; • focus op doel en resultaat; • selecteer leden op basis van kennis en ervaringsdeskundigheid; • bewaak en bevorder de competenties van de leden; • streef naar professionaliteit. Cliëntenparticipatie in Drechtsteden Senior adviseur Mariëtte Teunissen van Zorgbelang Zuid-Holland (programma Aandacht voor iedereen) ging in op de volgende thema’s: • Niveau van de cliëntenparticipatie: Cliëntenparticipatie begint in de wijk en de locatie. Als op regionaal niveau zaken worden geregeld, is de inbreng vanuit de wijken en buurten zeer belangrijk.
• Integraliteit van de cliëntenparticipatie: Het wordt niet noodzakelijk gevonden om een brede raad te hebben, maar wel om elkaars expertise te benutten. • Mate van participatie door Wmo-adviesraden: Bij advies gaat het juist om de praktische dingen/onderwerpen, bijvoorbeeld om toegankelijkheid. Ervaringsdeskundigheid is hierbij belangrijk. • Samenstelling van de Wmo-adviesraden: Een mix van ervaringsdeskundigen en beleid is het mooist. Kies voor mensen die ook echt een representatieve achterban hebben. Cluster het toenemende aantal onderwerpen in thema’s. De raad kan flexibeler worden opgezet. • Mate van formaliteit van cliëntenparticipatie: Tijdige informatie aan de adviesraden en kunnen netwerken met de doelgroepen worden van groot belang geacht. Toekomstvisie Cliënten en burgers hebben een belangrijke stem en verantwoordelijkheid voor de medezeggenschap, de adviesraden en de toekomst daarvan. Voor de toekomst is het belangrijk de uitgangspositie van de adviesraden te bepalen en een model te kiezen dat het beste past bij de eigen lokale situatie. Er zijn geen pasklare oplossingen die overal werken. De lokale situatie, cultuur en historie zijn vaak heel bepalend. Zoals de wethouder zei: ‘Ga gewoon zelf aan de slag en ga zelf iets bedenken als Wmo-adviesraad.’ In de komende periode zullen er daarom meer gesprekken over dit onderwerp worden gevoerd. René Korse
winter 2013
Gemeentelijke visie op burger- en cliëntenparticipatie Wethouder Aaike Kamsteeg ging in op de vraag hoe er vanuit de Drechtsteden naar burger- en cliëntenparticipatie wordt gekeken. De participatie van burgers en cliënten is ‘geen noodzakelijk kwaad en ook niet hinderlijk’, zo betoogde hij. Integendeel, het betekent zelfs ‘een positief kritische, proactieve en (ervarings)deskundige inbreng en dit leidt tot een beter beleid’. ‘Participatie is nodig op alle schaalniveaus. Lokaal en regionaal, sterk met elkaar verbonden.’
Focus op doel en resultaat
wel!
• Model 2 gaat uit van vertrouwen op experts, die beleidsmatig en integraal kunnen denken en zich laten informeren door vertegenwoordigers van ervaringsdeskundigen. • Model 3 stelt de belangen van specifieke Wmo-doelgroepen centraal. • Model 4 gaat uit van de ‘meer creatieve en verbindende burgerkracht’. Meedenken en meedoen door alle burgers zijn hierbij essentieel.
25
Advies magazine punt
Actueel Zorg
Adviespunt Zorgbelang van start meldpunt wel Landelijk mag
26
mag
Organisatie In Nederland zijn dertien regionale Zorgbelang organisaties actief. Zij komen op voor de belangen van zorggebruikers in iedere regio en zetten zich in voor de kwaliteit van de zorg. Bij een regionale Zorgbelang-organisatie zijn gemiddeld 80 tot 500 p atiënten- en consumentenorganisaties aangesloten. wel
magazine
wel!
winter 2013
De regionale Zorgbelang-organisaties zijn samen van start gegaan met Adviespunt Zorgbelang. Bij dit adviespunt kan iedereen met vragen of klachten over de zorg terecht.
Een team van professionals beantwoordt de vragen en geeft advies over de eventuele vervolgstappen. De professionals kennen alle ins-and-outs van patiënten- en klachtrechten en omdat zij vanuit de regio werken, zijn zij goed op de hoogte van de zorgsector in die regio. De beller kan hierdoor rekenen op een advies op maat. De dienstverlening is gratis en onafhankelijk. Signaleren en bespreken Adviespunt Zorgbelang vervangt de informatieen klachtenlijnen die de Zorgbelang-organisaties afzonderlijk hadden. Met het adviespunt gaan de organisaties voortaan landelijk samenwerken. Niet alleen om de bereikbaarheid van de vragen- en klachtenlijn te vergroten, maar ook om op landelijk niveau alle ervaringen en knelpunten te signaleren. Zo ontstaat er een beeld van de kwaliteit en knelpunten in de zorg. Deze knelpunten worden intern besproken en vervolgens anoniem of indien nodig met toestemming van de cliënt ingebracht bij zorginstellingen, zorgverzekeraars, overheden en andere instanties. Elke melding draagt op deze manier bij aan de verbetering van zorg voor alle patiënten en cliënten.
Uw privacy Wij vinden het belangrijk om alle vragen en klachten te registreren zodat we de knelpunten rechtstreeks kunnen bespreken met zorgverleners, zorginstellingen en zorgverzekeraars. Uw persoonlijke gegevens blijven geheim. Het gebruik van gegevens is vastgelegd in een privacyreglement. Alleen als u hiervoor toestemming geeft, kan een medewerker in het belang van uw zaak met informatie naar buiten treden. Veelgestelde vragen Op de website www.adviespuntzorgbelang.nl vindt u een overzicht van veelgestelde vragen zoals: • Wanneer mag een huisarts een telefonisch consult declareren? • Mag ik het medische dossier van mijn partner inzien? • Ik ben het oneens met de nota en kom er niet uit met mijn zorgaanbieder. Wat nu? • Hoe bereid ik een gesprek met mijn arts voor? Bereikbaarheid Adviespunt Zorgbelang is dagelijks van 9.0016.30 uur bereikbaar op telefoonnummer (0900) 243 70 70. Het Adviespunt heeft ook een website: www.adviespuntzorgbelang.nl. Hierop staat onder meer een overzicht van veel gestelde vragen en kan men door middel van een e-mailformulier een vraag stellen of een klacht melden. De medewerkers van Adviespunt Zorgbelang nemen naar aanleiding van dit formulier desgewenst contact op om de vraag of klacht te bespreken.
Zorgbelang antwoordt Waar belde u over? Met vragen of klachten over de zorg kunt u terecht bij de medewerkers van het Adviespunt Zorgbelang. In deze rubriek beschrijft een medewerker een voorbeeld uit de praktijk. In verband met de privacy zijn namen en details gewijzigd.
MAG MIJN ARTS MET ANDEREN OVER MIJ PRATEN?
De geheimhoudingsplicht De huisarts heeft een geheimhoudingsplicht. Dit is vastgelegd in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Alles wat hij van u hoort, mag hij alleen met uw toestemming aan anderen vertellen. De geheimhoudingsplicht geldt ook ten aanzien van familie of partner. De hulpverlener is verplicht tot geheimhouding van alle gegevens die u hem heeft toevertrouwd en die hij in de uitoefening van zijn beroep te weten komt. Het gaat hierbij niet alleen om medische gegevens, maar ook om alle persoonlijke informatie die aan de hulpverlener is toevertrouwd. Uitzonderingen Op deze algemene geheimhoudingsplicht zijn enkele uitzonderingen. Zo geldt deze niet ten opzichte van de ouders van kinderen tot 16 jaar. En ook niet voor uw vertegenwoordigers of voor degene die u heeft gemachtigd
In sommige situaties mag de geheimhoudingsplicht worden doorbroken. Dit is het geval als u daar zelf toestemming voor geeft. Maar er zijn ook situaties dat de hulpverlener verplicht is gegevens over patiënten te verstrekken. Dit kan zijn op grond van een wettelijk voorschrift, bijvoorbeeld bij gevaar voor verspreiding van bepaalde infectieziekten. De hulpverlener kan ook voor tegenstrijdige plichten komen te staan. Bijvoorbeeld: een taxichauffeur lijdt aan epileptische aanvallen en gaat door met werken, tegen het advies van zijn behandelend arts in. In dat geval is er sprake van ernstig (levens)gevaar voor anderen en kan de hulpverlener om die reden zijn zwijgplicht doorbreken. De situatie van Ans valt niet onder één van deze uitzonderingssituaties. De huisarts heeft hier onterecht zijn geheimhoudingsplicht doorbroken. Ook een vraag of klacht over de zorg? Bel dan naar (0900) 243 70 70 of mail naar
[email protected].
winter 2013
informatie over u te horen of in te zien. De geheimhoudingsplicht geldt ook niet voor medebehandelaars. Wel geldt de geheimhoudingsplicht voor hulpverleners die niet rechtstreeks bij uw behandeling zijn betrokken.
wel!
Ans komt geregeld bij haar huisarts vanwege licht depressieve klachten. Ze wil dit niet voor de buitenwereld weten en praat er alleen over met enkele vertrouwde mensen. Nu is haar zus, die dezelfde huisarts heeft, onlangs op consult geweest bij de huisarts. Deze begon met haar te praten over Ans’ klachten. Ans vindt dit heel vervelend. Mag de huisarts dit wel doen?
27
Actueel Cure
28
mag
Het Diaconessenhuis Leiden en de Rijnland Zorggroep hebben besloten te fuseren. Daarbij is het uitgangspunt: dichtbij waar het kan, centraal waar het moet. In opdracht van de ziekenhuizen heeft Zorgbelang Zuid-Holland onderzocht wat de patiënten en inwoners uit de regio vinden van de samenwerkingsplannen. Door dit onderzoek konden patiënten en andere belanghebbenden uit de regio al in een vroeg stadium via een enquête en tijdens informatiebijeenkomsten hun standpunt kenbaar maken. Bij het schriftelijke onderzoek zijn ruim 1300 enquêtes ingevuld. Dat duidt op een grote betrokkenheid van patiënten en andere belanghebbenden. wel
magazine
wel!
winter 2013
Fusie Diaconessenhuis en Rijnland Zorggroep: wat vinden patiënten en inwoners daarvan?
Ja, mits … Ruim 75% van de respondenten staat neutraal tot positief tegenover samenwerking. Uit de patiëntenraadpleging blijkt dat nauwe samenwerking en een eventuele fusie kunnen rekenen op steun van patiënten en inwoners uit de regio. Mits het doel van de samenwerking en de ambitie van de ziekenhuizen merkbaar gerealiseerd worden. En mits de door patiënten verwachte knelpunten worden voorkomen.
• Afstand en bereikbaarheid Uit het onderzoek blijkt dat dit onderwerp bij patiënten leeft en dat patiënten het belangrijk vinden dat de ziekenhuizen zich rekenschap geven van mogelijke vervoersproblemen. • Keuzevrijheid Patiënten willen hun keuzevrijheid be-
Aandachtspunten Naast het algemene belang van kwalitatief goede zorg blijken patiënten de volgende punten belangrijk te vinden: • Schaalgrootte en sfeer Er is angst te bespeuren voor verlies van de huidige ziekenhuiszorg. Het angstbeeld bestaat uit het verliezen van de menselijke maat en mogelijke overheersing van het ene ziekenhuis door het andere, waardoor cultuureigenschappen die patiënten waarderen, ondergesneeuwd raken.
Angst voor verlies menselijke maat
houden en baseren hun keuze in belangrijke mate op eerdere eigen ervaringen. Raadplegen verdient navolging Erik Visser, programmamanager van Zorgbelang Zuid-Holland stelt: ‘Het verdient navolging dat deze ziekenhuizen zowel patiënten als inwoners uit de regio al in een vroeg stadium betrekken in het besluitvormingsproces over mogelijke samenwerking. Hiermee geven de ziekenhuizen een belangrijk signaal af aan de patiënt. Het is nu zaak om in het vervolgtraject helder en tijdig te communiceren over de voortgang en de eventuele praktische gevolgen daarvan voor de patiënt. Wij hopen van harte dat de ziekenhuizen de dialoog blijven zoeken met patiënten en we zullen volgen hoe de inbreng van patiënten in de uitwerking van fusieplannen terechtkomt.’
raadpleging is te downloaden via www.zorgbelang-zuid-holland.nl.
Het volledige rapport van de patiënten-
Sytze Geursen
Patiënten willen
wel!
winter 2013
hun keuzevrijheid behouden
29
Nieuwsbrief Zorgbelang Zuid-Holland verzamelt voor u interessant nieuws en achtergrondinformatie. Dit kunt u ontvangen via een van onze digitale nieuwsbrieven: • Algemene Nieuwsbrief • Nieuwsbrief Jeugdzorg • Nieuwsbrief Wmo U kunt zich hiervoor aanmelden via de website.
Uw rechten Actueel en plichten
30
mag
Het recht om te klagen over een zorgverlener is wettelijk vastgelegd. Aan de hand van een concreet voorbeeld leggen we uit dat er verschillende mogelijkheden zijn om een klacht in te dienen over een huisarts en wat de verschillen zijn tussen deze klachtwegen. wel
magazine
wel!
winter 2013
Een klacht over de huisarts
Meneer van Vliet ging een maand geleden naar de huisarts. Hij had een wondje aan zijn teen, dat maar niet genas. De huisarts zei: ‘Plak maar een pleister.’ Dit hielp niet. Integendeel: het wondje werd alleen maar groter. Meneer ging weer naar de huisarts en werd dit keer naar huis gestuurd met een zalfje. De wond ging er steeds slechter uitzien. De wijkverpleegkundige zag zijn inmiddels dik en rood geworden voet en zei dat hij direct naar de spoedeisende hulp moest gaan. Daar bleek dat zijn voet aan het afsterven was. Eén teen is al geamputeerd. Het is nog spannend of hij de rest van zijn voet kan behouden. Meneer verwijt de huisarts dat zij nooit goed naar zijn voet heeft gekeken. ‘Ze weet toch dat ik diabetespatiënt ben en dat wonden dan slechter genezen.’ Hij vindt dit een heel ernstige fout en wil een klacht over de huisarts indienen. Hij wil weten waar en hoe hij dit moet doen. Gesprek met de huisarts Het advies is om de klacht altijd eerst met de huisarts te bespreken. Hij/zij krijgt hierdoor de kans om haar handelen aan u uit te leggen en eventueel excuses te maken. Mogelijk dat dit voor u voldoende is. Bent u na dit gesprek toch nog ontevreden of zijn er redenen waarom u het gesprek niet wilt aangaan, dan kunt u uw klacht indienen bij de klachtencommissie voor
huisartsen of het regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg. De klachtencommissie De huisarts is verplicht aangesloten bij een klachtencommissie op grond van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ). Aan de klachtenbehandeling mogen geen kosten zijn verbonden. U als patiënt kan een klacht indienen. U mag ook iemand machtigen om dit namens u te doen. U dient uw klacht schriftelijk in. Sommige klachtencommissies bieden de mogelijkheid om uw klacht door bemiddeling op te lossen. Maar ze kunnen u daar niet toe verplichten. De huisarts over wie u klaagt, krijgt een kopie van uw brief en kan hierop reageren. Meestal volgt daarna een hoorzitting waar beide partijen hun verhaal kunnen doen. Na haar onderzoek doet de klachtencommissie een uitspraak over uw klacht. De commissie geeft aan of uw klacht gegrond of ongegrond is en waarom ze dit vindt. De klachtencommissie kan geen maatregelen nemen. Wel kan zij aan de huisarts aanbevelingen doen over hoe uw klacht opgelost kan worden of in de toekomst voorkomen kan worden. De huisarts moet binnen een maand schriftelijk laten weten of en hoe de aanbevelingen worden
Wat is het verschil tussen de klachtencommissie en het tuchtcollege? Het tuchtrecht heeft als doel de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de gezondheidszorg te bewaken. Het is niet gericht op de persoon-
Alle zorginstellingen en zorgverleners moeten over een klachtencommissie beschikken, terwijl u bij het tuchtcollege alleen over één van de volgende beroepsgroepen kunt klagen: artsen, tandartsen, apothekers, verloskundigen, fysiotherapeuten, verpleegkundigen, psychotherapeuten en gezondheidszorgpsychologen. De maatregelen van het tuchtcollege zijn bindend, de aanbevelingen van een klachtencommissie niet. Burgerlijke rechter Als u de huisarts aansprakelijk stelt voor de opgelopen schade en hij/zij weigert u deze te betalen, dan kunt u de burgerlijke rechter om een uitspraak over uw vordering vragen. U kunt hierbij een advocaat inschakelen. Wat moet er in uw klachtbrief staan? • uw naam, adres en eventueel telefoon en e-mailadres; • naam en adres van de beklaagde arts; • uw klacht en de feiten, data en omstandigheden waarop uw klacht berust; • als iemand namens u de klacht indient, dan moet u diegene schriftelijk machtigen en de machtiging meesturen; • uw handtekening. Nel van Roon
winter 2013
Het regionaal tuchtcollege De procedure bij het regionaal tuchtcollege is vastgelegd in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Doel van het tuchtrecht is de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de gezondheidszorg te toetsen. Bij het tuchtcollege kunt u of uw gemachtigde een klacht indienen. U dient uw klacht altijd schriftelijk in. Eerst vindt een vooronderzoek plaats. Als daar aanleiding voor is, volgt een hoorzitting. Tijdens de hoorzitting hoort het tuchtcollege alle partijen en eventueel getuigen en deskundigen. Op grond van de stukken en de verklaringen tijdens de hoorzitting doet het college uitspraak. Als de klacht gegrond is, kan het tuchtcollege de hulpverlener een maatregel opleggen. Dit kan zijn: een waarschuwing, berisping, geldboete, schorsing, gedeeltelijke ontzegging om het beroep uit te oefenen of schorsing uit het BIG-register. Als u het niet eens bent met de uitspraak van het college, kunt u in hoger beroep bij het Centraal Tuchtcollege.
lijke genoegdoening van de klager. De vraag voor het tuchtcollege is niet ‘Heeft de klager gelijk?’, maar ‘Is de zorgverlener tekortgeschoten?’.
wel!
overgenomen. Hiervan krijgt u een afschrift. Er is voor de huisarts geen wettelijke verplichting om de aanbevelingen van de klachtencommissie te volgen. Ook is er geen beroepsmogelijkheid.
31
Informatie
Webwetenswaardigheden www.regelhulp.nl Regelhulp is een digitale wegwijzer van de overheid voor iedereen die op zoek is naar zorg of ondersteuning. Regelhulp richt zich op cliënten en mensen in hun omgeving (mantelzorgers, familieleden enzovoort), en op ouders/verzorgers van kinderen tot ongeveer 18 jaar. Regelhulp richt zich onder meer op de gevolgen van een chronische ziekte of handicap voor het dagelijks leven.
32
mag
www.werkenmantelzorg.nl De combinatie van werk en mantelzorg zou net zo bespreekbaar moeten zijn als de combinatie van wek en de zorg voor kinderen. Een op acht werknemers verricht naast het werk mantelzorg. Om een juiste balans tussen werk- en privétaken te realiseren is maatwerk nodig. Werk en mantelzorg biedt maatwerk en tools aan werkgevers én werknemers. www.ziekenhuis.nl Nog een keer nalezen wat je arts je uitlegde over een MRI-scan? Of op zoek naar een ziekenhuis of kliniek bij jou in de buurt? Op ziekenhuis.nl is allerhande medische informatie te vinden, inclusief dossiers en actuele ontwikkelingen op het medisch vlak. wel
magazine
wel!
winter 2013
www.sportisleven.nl 36 jaar en een incomplete dwarslaesie? Het overkwam Geert Schipper, die in 2004 met een vliegtuig neerstortte. Daarna begon een lange weg van revalidatie. Sport biedt een belangrijke bijdrage aan de revalidatie. Maar wat als je een uitdagende, meer extreme sport wil beoefenen. In 2009 richtte Geert Sportisleven.nl op en biedt uitdagende activiteiten voor mensen met een beperking.
www.zorg.nl Zorg.nl is een groeiende community voor aangesloten organisaties en personen. Links en artikelen worden verzameld, gerangschikt en gewaardeerd door de bezoekers zelf. De aangesloten organisaties leveren zelf informatie aan, bezoekers kunnen hun stem geven hoe belangrijk de informatie is. www.zorgvoorbeter.nl Zorg voor beter is een kennisplein waar kennis en informatie rond ouderenzorg wordt gebundeld. Deze kennis wordt in dossiers gebundeld. Met veel informatie en overzicht van actuele richtlijnen voor een groot aantal thema’s in de ouderenzorg, van vrijheidsbeperking, medicatieveiligheid tot valpreventie.
Welzijn
Participeren, hoe doe je dat? Op 4 december 2013 vond de vierde en laatste regionale inspiratiebijeenkomst over de decentralisaties in Holland Rijnland plaats.
Robert Boersma, directeur van Zorgbelang ZuidHolland, trapte de avond af: ‘Decentralisaties betekenen ook dat mensen meer zelf moeten gaan doen. Eigen kracht is een mooi begrip maar kan alleen als je eigen regie kunt nemen. We hebben een aantal zeer inspirerende voorbeelden daarvan gevonden.’ Praktische initiatieven • Carla Weller weet als geen ander hoe het is om levenslang en levensbreed aangewezen te zijn op hulp en voorzieningen. In haar presentatie vertelde zij hoe ze dat doet en wat ze hiervoor nodig heeft. ‘Eigen kracht en eigen verantwoordelijk zijn vanzelfsprekend. Maar dan heb je wel eigen regie nodig, dat is niet altijd even eenvoudig,’ aldus Carla. • Harry Wassenaar presenteerde zijn particuliere vervoersdienst (www.stichtingwin.nl). Een project waarbij buurtbewoners hun privéauto en tijd beschikbaar stellen om ouderen van vervoer en begeleiding te voorzien. • Bewoners van een appartementencomplex in Delft voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en voor de veiligheid in hun omgeving. Eveline van de Kamp, een van de bewoonsters liet zien hoe je de sociale cohesie van je omgeving vergroot. • Kinderen met ernstig meervoudige handicaps naar de basisschool, kan dat? Ja dat kan,
• Hoe kun je gezond oud worden in je eigen wijk? Wat komt er allemaal bij kijken en hoe bereik je de wijkbewoners? Jan de Bruijne, een van de initiatiefnemers van dit project in de Leidse Burgemeesters- en Professorenwijk vertelde over zijn aanpak en werkwijze. Een mooi voorbeeld van regie nemen over je eigen leven in je eigen wijk. Samen zorgen Portefeuillehouder Jeugd, Zorg en Welzijn van Holland Rijnland, Roos van Gelderen, sloot de avond af: ‘We zouden de rode loper moeten uitleggen voor dit soort initiatieven. Samen zorgen we zo voor goede zorg en welzijn. De rode draad in alle verhalen vond ik persoonlijk de aandacht voor elkaar. Laten we dat vooral vasthouden en blijven doen.’ Sylvia Hageman
winter 2013
Zelfredzaamheid De zaal was vol tijdens deze bijeenkomst waarin vijf burgerinitiatieven werden gepresenteerd die allemaal te maken hebben met ‘zelfredzaamheid’, een belangrijk thema van deze inspiratiebijeenkomst.
dat is inmiddels overduidelijk bewezen. Het heet niet voor niets ‘de basis-school’. Maar hoe dan? Hierover vertelde Roeland Vollaard van het project ‘klas op wielen’ (www.klasopwielenalkmaar.nl).
wel!
Deze bijeenkomst - een gezamenlijk initiatief van Zorgbelang Zuid-Holland, de Regionale Commissie Gezondheidszorg, UWV, Care2Care en het gemeentelijk samenwerkingsverband Holland Rijnland - werd deze keer door Zorgbelang ZuidHolland georganiseerd.
33
Zorg
Zicht op wonen Vaarwel verzorgingshuis!
34
mag
Als voorbeeld nemen we Gerda, 79 jaar oud. Sinds ze weduwe is en alleen woont, is ze bang. Zodra ’s avonds de duisternis invalt, is zij almaar bezig met de sleutel. Gerda: ‘Heb ik de poort afgesloten? Is de achterdeur wel dicht? Mijn dochter zegt: ga lezen als je niet kunt slapen, maar ik durf het licht niet eens aan te doen.’ Haar dochter zou enorm opgelucht zijn als Gerda snel een appartement krijgt in het verzorgingshuis in haar gemeente. Iedere dag telt, want vanaf 1 januari 2014 zijn haar kansen verkeken, tenzij ze zelf een appartement huurt. Ze verwacht dat dat duurder zal zijn. wel
magazine
wel!
winter 2013
Senioren die weinig mankeren, komen vanaf 1 januari 2014 het klassieke verzorgingshuis niet meer in, ook al zouden zij dat graag willen.
Voor 800 verpleeg- en verzorgingshuislocaties dreigt sluiting. De vraag is of gemeenten in de nabije toekomst wel voldoende pasklare woningen hebben voor senioren en mensen met een beperking. Uit onderzoek van onder andere het Tympaan Instituut en het Kenniscentrum Wonen-Zorg blijkt dat er flink meer woningen moeten komen voor kwetsbare burgers waar zij kunnen worden ‘verzorgd’. Op een bijeenkomst van het Provinciaal Platform Wonen in oktober werden genodigden geïnformeerd over kansen en knelpunten bij het langer blijven wonen in de eigen omgeving. Het blijft essentieel dat partijen samenwerken om aan de vraag van de klant te kunnen voldoen ondanks de afnemende mogelijkheden. Kwetsbare mensen zullen moeten terugvallen op zichzelf of op mantelzorgers en hun netwerk. Als dat niet meer gaat, moeten zij bij de gemeente aan de bel kunnen trekken. Die moet dan diensten leveren, bijvoorbeeld door mee te denken over de wooncarrière en/of te investeren in het netwerk. Al met al krijgt de burger meer verantwoordelijkheid voor zijn eigen welbevinden. De
gemeenten hebben daarbij wel een centrale en vaak coördinerende rol. • Gemeente en wooncorporaties Omdat er minder middelen zijn, moet de focus liggen op de kerntaak. Er moeten prestatieafspraken komen met prioriteit voor levensloopbestendige woningen. Creativiteit en wederzijdse wil zijn daarbij noodzaak. • Gemeente en instellingen Door de transitie van de AWBZ naar de Wmo wordt de gemeente partner en financier van de cliënt of van de instelling. Er ontstaat een inkooprelatie. Omdat er minder budget is, moet de zorg worden aangepast. Daarbij mag geen afbreuk worden gedaan aan de continuïteit van de zorg en het welzijn. • Gemeente en burger Mensen willen graag langer in hun eigen huis blijven wonen, maar moeten daar kunnen rekenen op voldoende zorg/ welzijn en aandacht. Hiervoor is nodig dat de burger anders gaat denken: hoe ziet hij zijn oude dag voor zich, blijft hij in het grote huis wonen, wonen zijn kinderen in de buurt, hoe ervaart hij zijn netwerk? De gemeente moet nadenken over onder andere de locatie van voorzieningen en de toegankelijkheid daarvan. De gemeente moet ook een alerte samenleving stimuleren. Geert Boevink Op de foto: Bijeenkomst Provinciaal Platform Wonen.
wel!
winter 2013
Zorgbelang Zuid-Holland wenst u een voorspoedig 2014!
35
Postadres Bezoekadres T (088) 929 40 00 Postbus 2148 Ronsseweg 140 I www.zorgbelang-zuidholland.nl 2800 BG Gouda 2803 ZR Gouda E
[email protected]