WE HEBBEN WAT UIT TE LEGGEN

“WE HEBBEN WAT UIT TE LEGGEN”

Schoolplan Dr. A. Comrieschool 2015-2019

Schoolplan Dr. A. Comrieschool

1

Inhoudsopgave Schoolplan

Voorwoord Inleiding Hoofdstuk 1

Inleiding

Hoofdstuk 2

Schoolbeschrijving

Hoofdstuk 3

Waar staan we voor?

Hoofdstuk 4

Leerling ondersteuning

Hoofdstuk 5

Personeelsbeleid

Hoofdstuk 6

Financieel beleid

Hoofdstuk 7

Kwaliteitsbeleid

Hoofdstuk 8

Waar gaan we voor?


2

Voorwoord Voor u ligt het schoolplan van de Dr. A. Comrieschool in Kruiningen. In dit schoolplan leggen we verantwoording af naar de overheid, het bevoegd gezag, de ouders en de stakeholders. Daarnaast beantwoorden we ook twee vragen die het onderwijs op onze school aangaan; waar staan we voor? en waar gaan we voor? De eerste vraag heeft alles met ons bestaansrecht als school te maken. Wat is de grondslag en de grondhouding waaruit en waarmee onderwijs wordt gegeven. De tweede vraag schetst het perspectief op de komende jaren. Wat is de koers van ons onderwijs? In hoofdstuk 1 en 2 worden algemene zaken en een typering van de school verwoord. In hoofdstuk 3 vindt u dan de beschrijving vanuit welke visie er onderwijs wordt gegeven. Hoe kinderen met speciale leerbehoeften worden ondersteund, wordt in hoofdstuk 4 beschreven evenals het ondersteuningsprofiel. Het school ondersteuningsprofiel vormt overigens integraal onderdeel van het schoolplan. Het personeelsbeleid, financieel beleid en kwaliteitsbeleid vindt u achtereenvolgens in hoofdstuk 5, 6 en 7. Tenslotte wordt in het laatste hoofdstuk (8) de koers uitgezet voor de komende vier jaar aan de hand van een negental speerpunten. We belijden en beseffen dat ons onderwijs gezegend moet worden door de grote Leraar ter Gerechtigheid. Die ook zelf de opdracht heeft gegeven in de Bijbel: Leert de jongen de eerste beginselen. Daarom: “hebben we ook wat uit te leggen”!

Dit Schoolplan 2015-2019 is op 15 juli 2015 vastgesteld door de directeur als gemandateerd bestuurder. Het (toezichthoudend) bestuur van de ‘Vereniging tot het verstrekken van onderwijs op gereformeerde grondslag te Kruiningen, waarvan uitgaat de Dr. A. Comrieschool, heeft tijdens haar vergadering van 15 juli 2015 ingestemd met dit schoolplan. De medezeggenschapsraad heeft op 13 juli 2015 ingestemd met het Schoolplan 2015-2019.


3

Hoofdstuk 1

Inleiding

1.1 Doel en functie van het schoolplan Het schoolplan 2015-2019 is een richtinggevend document. Op basis van missie en visie worden er lijnen getrokken naar de toekomst. Het vertrekpunt is daarbij de huidige situatie. De doelen worden gesteld op basis van een evaluatie van de praktijken en resultaten uit de achterliggende periode, de zogenaamde SWOT analyse. Dit schoolplan geeft de koers van het onderwijs aan. Daarnaast functioneert het als verantwoordingsinstrument naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders. Het schoolplan is ook een planningsdocument. Alle voornemens worden ondergebracht in een overzicht van de verzamelde verbeterpunten van de school voor de komende vier jaar en uitgewerkt in de jaarplannen. In het jaarplan zijn evaluatie momenten en streefdoelen opgenomen, om te zien of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn.

1.2. Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan In september 2014 is een start gemaakt met de doordenking van het nieuwe schoolplan tijdens een Schoolplandag op Colon niveau. Met collega-directeuren van Colon werden een aantal thema’s doordacht die een plaats krijgen in het nieuwe schoolplan. Tijdens het breed MT-overleg op de eigen school, waarvan zowel directie als teamleiders als intern begeleiders deel uitmaken, is er een teamstudiedag voorbereid. Doel van de teamstudiedag was om enerzijds de balans op te maken en anderzijds vooruit te kijken. Centraal stonden twee vragen: waar staan we voor ? en waar gaan we voor ? Het team heeft zichzelf een spiegel voorgehouden door een aantal betrokkenen rondom de school (de voorzitter van de dorpsraad, een kerkenraadslid, de jeugdverpleegkundige, de logopedist en enkele ouders en een bestuurslid) te vragen naar hun ervaringen met de school en hun ideeën over de toekomst van de school. De teamstudiedag, is gehouden op 21 maart 2015 in Heinkenszand. Standaard wordt er in het laatste schoolplanjaar ook een ouderenquête afgenomen. In juni heeft zowel het team, de medezeggenschapsraad als het bestuur zich positief uitgesproken over de richting die dit schoolplan voor de komende jaren aanwijst. Daarbij is er draagvlak voor de opvatting dat het jaarplan van groot belang is voor de concrete uitwerking van de gekozen koers.

1.3 Verwijzingen Voor vastgesteld beleid wordt naar andere documenten verwezen, die voornamelijk terug te vinden zijn op de website: www. comrieschool.nl


4

Hoofdstuk 2

Schoolbeschrijving

2.1 Typering school De Dr. A. Comrieschool gaat uit van de Vereniging tot het verstrekken van basisonderwijs op reformatorische grondslag te Kruiningen. Personeel We maken onderscheid in het smalle MT dat uit drie personen bestaat: naast de directeur, die voor twee dagen als directeur gedetacheerd is naar Colon (een boven schoolse vereniging van 26 basisscholen in Zeeland) zijn er twee teamleiders, die ook lesgevende taken hebben. Daarnaast spreken van het brede MT waarin ook de Intern Begeleiders zitting hebben. Er zijn ongeveer twintig leerkrachten aan de school verbonden, voltijds dan wel in deeltijd. Waarbij het percentage mannelijke leerkrachten bovengemiddeld is, evenals het aantal fulltime leerkrachten. Allen zijn volledig bevoegd. Verschillende collega’s hebben een (master) opleiding gevolgd of volgen die momenteel. Acht personen maken deel uit van het onderwijsondersteunend personeel. Een secretarieel medewerkster daarnaast enkele onderwijsassistenten; hiervan zijn er twee in deeltijd werkzaam als onderwijsassistente en een die een voltijds benoeming heeft. Er zijn drie interieurverzorgsters. Eén schoolassistent is daarnaast werkzaam als Wajonger. De Comrieschool maakt deel uit van het Landelijk Reformatorisch Samenwerkingsverband Berseba. Onze school participeert in Colon: een vereniging van 26 samenwerkende reformatorische scholen in Zeeland. De school wordt bezocht door leerlingen uit de dorpskern zelf. In onderstaande tabel is te zien hoe het leerlingenaantal zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. De ontwikkeling van het leerlingenaantal is als volgt: 1 oktober 2014 1 oktober 2013 1 oktober 2012 1 oktober 2011 1 oktober 2010 1 oktober 2009 1 oktober 2008 1 oktober 2007 1 oktober 2006 1 oktober 2005 1 oktober 2004

259 237 237 248 243 246 259 263 257 262 257

Het percentage gewichten leerlingen is de laatste jaren gedaald van ongeveer 35% naar 25 %. Ruim één op de tien kinderen heeft laagopgeleide ouders. Het leerlingenaantal zal de komende jaren weer een lichte groei te zien geven. De Dr. A. Comrieschool is een plattelandsschool, waar veel kinderen dialect spreken. De school investeert al vele jaren in taalontwikkeling:  Er is vijf jaar geleden een inpandige peuterspeelzaal opgericht, zodat het deelname percentage van ouders aan VVE gestegen is tot ruim dertig. Schoolplan Dr. A. Comrieschool

5

 

Er is een uitleen prentotheek waar ouders prentenboeken kunnen lenen. In de groepen 1 en 2 is er veel aandacht voor het taalaanbod (onder meer voor woordenschatontwikkeling, voor het aanbieden van geschreven taal).  In groep 3 wordt hierop voortgebouwd en is er eveneens veel aandacht voor taal.  Er is sinds 2013 een logopedische praktijk in de school gevestigd die vnl. kinderen van de Comrieschool behandelt. De school kent vooralsnog geen allochtone kinderen. De kinderen hebben dezelfde levensbeschouwelijke reformatorische achtergrond, waarbij de leden van de vier kerken in Kruiningen het voedingsgebied vormen: Gereformeerde Gemeente, Gereformeerde Gemeente in Nederland, Hersteld Hervormde Kerk en de Protestante Kerk in Nederland. De ouders kiezen voor de plaatselijke reformatorische school, die wat betreft levensovertuiging aansluit bij het gezinsklimaat. Het profiel is wat dat betreft zo duidelijk dat er nauwelijks sprake is van overlap met de plaatselijke christelijke school. De reformatorische gezindte is sterk vertegenwoordigd in het dorp. Ongeveer een derde van de bevolking behoort tot een van de reformatorische kerken. De school heeft haar toelatingsbeleid geformuleerd en past dat consequent en consistent toe. Als toelatingsbeleid wordt gehanteerd, dat alle ouders Gods Woord en de drie Formulieren van Enigheid onderschrijven en kerkelijk meelevend moeten zijn. De leerlingen komen veelal uit gezinnen, bestaande uit vader, moeder en kinderen. Er zijn slechts enkele één-ouder gezinnen. Wel zijn er heel wat (grotere) gezinnen waar opvoedingsonmacht ervaren wordt. In de achterliggende schoolplanperiode heeft de school er om die reden voor gekozen te investeren in het aanbieden van steun bij opvoedvragen. Elke winter vindt er een opvoedcursus plaats. In zijn algemeenheid is de betrokkenheid van ouders bij school groot. Dit blijkt mede uit de actieve participatie van ouders bij allerlei schoolactiviteiten.

2.2 Waar staat de school nu? Bij het overgang van het ene naar het andere schoolplan is de balans opgemaakt en uitgewerkt in onderstaande SWOT analyse. In onderstaande tabel is het item, en de evaluatie opgenomen. De evaluaties van de gestelde doelen worden jaarlijks in de jaarplannen uitgevoerd en in de teamvergadering besproken.


6

UITWERKING

SWOT analyse Betekenisvol curriculum

Engels

Leerling-prestaties

Gegevens over het functioneren van de Zorg

Zelfstandig werken

Tevredenheid ouders

Tevredenheid leerlingen

Tevredenheid leerkrachten Samenstelling van de leerling-populatie, prognoses, etc. Samenstelling schoolteam


Comrieschool Evaluatie schoolplan 2011-2015 Niet doorgevoerd. Wel wordt er in sommige groepen in blokken met de zaakvakken gewerkt 1x per jaar een schoolbreed thema, waarbij er een kijkavond wordt georganiseerd. We blijven kritisch over het rendement. Scholing (3 jaar)door hele team gevolgd. Lessenconsultatie door externe expert Twee coördinatoren OB en BB Voorzichtig stijgende lijn in opbrengsten, maar nog ver onder gemiddelde Voldoende, maar kwetsbaar. Eindtoets boven landelijk gemiddelde We investeren nog te weinig in A+(getalenteerde leerlingen) We denken meer toetsgericht. De resultaten zijn: OB>prima BB>wisselend en per vak Er zijn drie borgingsdocumenten; “Zo zijn onze manieren”. Voor de onderbouw- voor groep 3- voor groep 4-8 Relatief veel doublures Werken in 4 zorgperiodes prima Externe audit ruim voldoende Analyse van de resultaten behoeft voortdurende aandacht HGW voldoende geïmplementeerd verdient nog verder aandacht Slechts twee rugzakken in schoolplanperiode toegewezen Doorlopende lijn ontbreekt nog. Wel wordt er vanaf groep 4 consistent gewerkt met stoplicht en kubus. Tevredenheid ouders ( gemeten in enquête 2014: 8,2 doel is gehaald) Vaardigheden van team in oudercommunicatie; jaarlijks geoefend met acteur Ouderportaal nog niet gerealiseerd Website gerealiseerd De leerlingen gaan over het algemeen graag naar school Het Pedagogisch. Klimaat is goed (Zien! ingevoerd) Pesten komt nog voor, maar sporadisch Groepsvorming belangrijk, blijft een aandachtspunt en wordt verder op geïnvesteerd Er is een positief werkklimaat Sfeer goed; onderhoud blijft nodig Doorgroei mogelijkheden beperkt Na sterke daling weer lichte groei. School ingericht voor 12 groepen, in werkelijkheid nu 11 groepen. Ruimtegebrek gaat komen Diversiteit tussen pt en ft Goede mix m/v Jong team

7

Goede leeftijdsopbouw Te verwachten ontwikkelingen

Stabiel,

Functioneren van de organisatie

Houden wat we hebben. Heldere verantwoordelijkheden verder gestalte gegeven Professionele cultuur w.b vergaderen verder versterkt Bouw-organisatie is gerealiseerd en MT ingericht Effectiever overleg: kwantitatief en kwalitatief

Omgevingsanalyse (Panelgesprek op Schoolplandag maart 2015)


Als school vormen we nog teveel een eiland in de dorps gemeenschap. Advies: sla bruggen naar anderen. Investeer in burgerschap. Gestructureerd, veilige school met sfeer Zorgzaam, gestructureerd, positief ingesteld Goed school, oog voor identiteit Warm en betrokken school Gewoon, een fijne school

8

Hoofdstuk 3 Waar staan we voor?

3.1 Grondslag, missie, visie Grondslag Onze school ziet het als opdracht om op grond van de Bijbel en de daarop gegronde Drie Formulieren van Enigheid bij te dragen aan de opvoeding van leerlingen en aan hun vorming tot zelfstandige persoonlijkheden die hun burgerschap verstaan. Wij ontvangen de Bijbel voor heilig en canoniek en geloven zonder enige twijfel alles wat daarin begrepen is. Wij geloven daarom dat God, nadat Hij de hemel en aarde in zes dagen uit niet heeft geschapen, Zijn schepping onderhoudt en regeert. Op de Nationale Synode, die in1618 en 1619 in Dordrecht is gehouden en waaraan door een groot aantal Nederlandse en buitenlandse theologen is deelgenomen, zijn de zogenaamde Drie Formulieren van Enigheid als klassiek gereformeerd belijden aanvaard. Dit zijn de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Omdat deze formulieren in alles overeenkomen met de Bijbel, onderschrijven wij ze onvoorwaardelijk en verwerpen wat daarmee in strijd is. Missie De kinderen opvoeden en onderwijzen tot een zelfstandige, God dienende persoonlijkheid geschikt en altijd bereid om hun unieke gaven te besteden tot eer van God en heil van de naaste. Bestuur, directie en medewerkers hanteren onze grondslag als basis voor het handelen. Aan deze grondslag ontlenen wij ons bestaansrecht en onze inspiratie. Visie “We hebben wat uit te leggen” 





 

We hebben de kinderen wat uit te leggen: iedere dag mogen wij, de leerkrachten, de kinderen Gods Woord uitleggen, de basisvakken en de zaakvakken, zoals ze vastgelegd zijn in de kerndoelen We, de leerkrachten en de directie, hebben de ouders wat uit te leggen: de verantwoording voor de leerlingen delen, samen zorg dragen voor het kind op basis van de doopbelofte We, de leerkrachten, de directie en het bestuur, hebben de omgeving wat uit te leggen: de omgeving merkt aan onze kinderen dat ze op een christelijke school zitten en de daarbij behorende waarden en normen hanteren in hun dagelijks leven De bronnen die wij hiervoor aanspreken zijn: Gods Woord en Zijn Wet. Hierin geeft God aan de mens aan wie Hij is en wat Hij voor hen wil zijn Vakkennis van de basisvakken, wereld oriënterende en creatieve vakken.

Dat betekent dat de kinderen onderwijs ontvangen waarin de christelijke normen en waarden worden geconcretiseerd, een onderwijsaanbod wordt gerealiseerd waardoor kinderen in staat worden gesteld kansrijk vervolgonderwijs te starten. Godsdienstonderwijs, burgerschap, identiteitsontwikkeling en media-educatie zijn gericht op het ontwikkelen van waarden en normen bij onze leerlingen.


9

De basisvakken taal/lezen, rekenen en Engels worden methodisch aangeboden, evenals de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek . En de wereld oriënterende en creatieve vakken ontsluiten de omringende werkelijkheid van de leerling meer en meer. Onze school zal de komende jaren verder ontwikkelen. We beginnen de dag met het belangrijkste, het openen van de Bijbel. In deze weg, maar ook op andere manieren en tijden willen we aandacht besteden aan het allerbelangrijkste voor het tijdelijke leven , maar ook voor het hiernamaals: kinderen leiden tot een leven met de Heere en voor het maatschappelijke; een goede voorbereiding op de maatschappij.. De komende jaren zullen we energie en aandacht blijven besteden aan de basisvakken, te weten taal, lezen, rekenen en Engels. Deze basisvakken worden ’s morgens gegeven, maar ook een gedeelte van de middag. Verder willen we ook tijd en energie steken in de zaak- en expressievakken. Deze vakken worden op de middag gegeven. Nadrukkelijk besteden we ook aandacht aan mediawijsheid en seksuele vorming, dit in goed overleg met de ouders. We hanteren dan ook een gestructureerde dagindeling. Onze slogan komt in voorgaande zaken duidelijk naar voren. We hechten sterk aan een goede opbrengst en goede leerresultaten. Om dit te meten, gebruiken we verschillende toetsen in groep 3-8. We gebruiken deze toetsen om de leerresultaten per leerling, per leerjaar en voor de hele school te meten en te wegen. Voor de groepen 0-2 vullen we het observatiesysteem Kijk! in. De conclusies die we hieraan (zowel toetsen als Kijk!) verbinden, zijn te vinden in groepsplannen en andere activiteiten. We werken met groepsplannen en doen zo recht aan de verschillende niveaus van kinderen. Indien nodig werken we met een individueel plan per kind. Na een zorgperiode worden deze groepsplannen en individuele plannen geëvalueerd en indien nodig opnieuw opgesteld. De sociaal-emotionele ontwikkeling wordt ook in kaart gebracht met Zien! Voor groep 3-8 en Kijk! voor groep 0-2. Eventuele acties hierop zijn eveneens te vinden in de groepsplannen en/of individuele plannen. In alle groepen wordt met een SoVa methode gewerkt. Kinderen die dat nodig hebben , bieden we een SoVa training aan. De leerkracht is de professional. Er wordt door elke leerkracht scholing gevolgd, soms gezamenlijk en soms individueel. In de school hebben we specialisten voor bepaalde gebieden. We maken ook gebruik van expertise buiten de school.

Onze visie op identiteit Identiteitsprofiel Door bestuur, directie en medewerkers is het Identiteitsprofiel, zoals dat is uitgegeven door onze besturenorganisatie VGS in november 2010, vastgesteld als intern en extern verantwoordingsdocument van onze identiteit. Het document positioneert ons reformatorisch onderwijs, haar grondslag met de daarbij behorende normen en waarden. Verder is daarin de visie op de mens, de opvoeding en het onderwijs, de school, het personeel en de maatschappij, inclusief burgerschap, vastgesteld, gelet op onze pedagogische opdracht en de relaties.

Kerkelijk jaar Onze school laat zich in de Bijbelvertellingen en vieringen leiden door het kerkelijk jaar. Advent, Kerst, Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaartsdag en Pinksteren staan centraal. De vakanties zijn zo gepland dat er ruimte is om met het gezin de kerkelijke vieringen te kunnen bijwonen. Daarnaast bieden wij ruimte voor het houden van de jaarlijkse bid- en dankdagen. Het Kerstfeest vieren wij jaarlijks met de kinderen, collega’s, ouders en andere betrokkenen gezamenlijk in de kerk. Leerkrachten De leerkracht is identiteitsdrager. Gods Woord is de basis van ons handelen, Zijn werken worden geëerbiedigd. Wij proberen, met Gods genade, te luisteren naar Zijn wil en te gaan in Zijn wegen. Ook Schoolplan Dr. A. Comrieschool

10

leerkrachten zijn hierin leerling. Het is de wens om al het werk met de kinderen te mogen doen in verbondenheid aan de Drieenige God. Als leerkrachten zijn wij authentiek en identificatiefiguur. We houden van de kinderen en verdiepen ons werkelijk in hen. We houden van ons vak en geven het onderwijs gericht op het hoofd, het hart en de handen van de kinderen. We creëren in onze groepen veiligheid en geborgenheid voor de ontwikkelende kinderen. Dat betekent ook dat we beschikbaar en bereikbaar zijn voor onze leerlingen. Kinderen -Ontvangen vanaf groep 4 een Bijbel voor gebruik op school -Hebben een week- en dagopening, waarin het gebed, de psalmen en geestelijke liederen en de Bijbelvertelling een grote plaats innemen -Leren wekelijks psalmen, Bijbelteksten en/of delen uit de Heidelbergse Catechismus -Houden regelmatige klassengesprekken over de Bijbelse inhouden Leef- en leerklimaat Het leef- en leerklimaat wordt gekenmerkt door dat wat wij als onze waarden en normen vinden in de Tien Geboden, zoals die uitgewerkt zijn in ons identiteitsprofiel (uitgave VGS 2010) en het protocol gedragscode dr. A. Comrieschool.

Onze visie op leren In onze visie op leren staan zowel het verwerven van kennis als het zich eigen maken van vaardigheden centraal. Vanouds is het onderwijs vooral sterk cognitief gericht, gericht op het ‘hoofd’. Wij willen ons inspannen om ook leren met ‘hart en handen’ een plaats te geven. Wij willen hierin nadrukkelijk een bepaald evenwicht bewaren. De kinderen doen basiskennis op voor het leven, die basis willen wij met erkenning van ieders mogelijkheden, leggen. Daarom behoort ook creatieve vorming een plaats in het curriculum. Veel aandacht is er voor de basisvaardigheden lezen, taal, rekenen en Engels. Tegelijk willen wij ook werken aan sociale vaardigheden en aan samenwerkend leren. Onze visie op lesgeven (pedagogisch-didactisch handelen) Vanuit de basis, de levensbeschouwelijke dimensie, worden er lijnen getrokken naar de inhoud en de vormgeving van het onderwijs op onze school. Het gaat hierbij om de vertaling naar de pedagogischdidactische (onderwijskundige) dimensie. Enkele uitgangspunten van het reformatorisch onderwijs zijn de visie op de leerkracht als gezagsdrager en de visie op de leerkracht als identificatiefiguur. Opvoeders vervullen een voorbeeldfunctie. Kinderen moeten de besproken regels, normen en waarden bevestigd zien in het leven van hun opvoeders (Titus 2:7). Dit legt een grote verantwoordelijkheid op de schouders van opvoeders (waaronder leerkrachten). Het pedagogisch klimaat op school moet van dien aard zijn dat het kind ervaart dat de levensbeschouwing in de praktijk functioneert. Het kind moet zich veilig voelen, de juiste ondersteuning krijgen en ervaren dat het uitgedaagd wordt om te leren. Dat vereist afstemming op de eigen gaven en talenten van de leerlingen. Dit betekent dat aan een aantal basisvoorwaarden moet worden voldaan:  competentie: het gevoel dat ik de opgedragen opdracht aankan;  relatie: het gevoel dat je als kind er mag zijn, thuis, in de klas en op school;  zelfstandigheid: het gevoel dat je zelf iets kunt zonder teveel van anderen afhankelijk te zijn. Op onze school willen leerkrachten zo effectief mogelijk bijdragen aan het leerproces van kinderen. Om die reden hanteren wij zoveel mogelijk gedifferentieerde instructie. Wij gebruiken het model directe instructie en willen veel aandacht geven aan klassenmanagement. Om de zelfstandigheid van kinderen te


11

bevorderen en om ruimte te creëren om kinderen optimaal te kunnen begeleiden werken wij met dag- of weektaken voor kinderen. Samengevat betekent dit voor onze school het volgende:  De leerkrachten gebruiken indien mogelijk het model directe instructie.  De leerkrachten geven gedifferentieerde instructie.  De leerkrachten zorgen waar nodig voor tempo- en leerstofdifferentiatie  De leerkracht stemt zijn didactisch handelen zoveel mogelijk af op individuele leerlingen, binnen de mogelijkheden van het leerstofjaarklassensysteem.  De lessen kennen momenten waarin leerlingen samenwerken.  De kinderen leren zelfstandig werken tijdens de lesonderdelen waarbij de leerkracht niet beschikbaar is voor alle kinderen en door middel van dag- of weektaken.  De leerkrachten stellen (in overleg) hulpplannen op en zetten hulpmiddelen in.  De leerkrachten bieden de bovenlaag van hun groep, de excellente leerlingen, voldoende uit

Onze visie op differentiatie In onze visie wordt verwoord dat ieder kind uniek is. Binnen de grenzen van de mogelijkheden die het leerstofjaarklassensysteem biedt, wordt dit als vertrekpunt genomen. Vandaar dat wij gekozen hebben voor een model van gedifferentieerde instructie. Bij rekenen, spelling en taal wordt op drie niveaus gewerkt: voor wat betreft de instructie en voor zoveel mogelijk ook op het gebied van de leerstofverwerking. De taal- en rekenmethoden bieden hiervoor handvatten. In het kort komt het erop neer dat we uitgaan van het aanbieden van basisstof, extra leerstof en verrijkingsstof. Ook bij de verwerking van de zaakvakken wordt zo nodig rekening gehouden met de mogelijkheden van kinderen. Daarbij willen we aansluiten. Een evenwichtige benadering zowel voor de leerlingen die moeite hebben met leren, als de meer getalenteerde kinderen vraagt de komende periode veel aandacht. In de groepen 1 en 2 is ons onderwijs gebaseerd op Kijk!. Elk jaar vullen we voor elk kind twee keer Kijk! in. Hiervan kunnen we een groepsrapport van de hele klas uitprinten. Op dit groepsrapport is te zien op welke ontwikkelingslijnen welke kinderen zwak of juist sterk scoren. De juf kiest hieruit drie ontwikkelingslijnen waaraan ze in een groepsplan gaat werken. Voor zo’n ontwikkelingslijn maken we dan drie subgroepjes: een groepje met een ontwikkelingsvoorsprong, een groepje met basisaanbod en een groepje met een ontwikkelingsvoorsprong. Per ontwikkelingslijn geven we in een groepje extra hulp op vooraf opgestelde doelen. Dit doen we in het kader van het thema wat op dat moment in de klas behandeld wordt. Zo’n thema duurt ongeveer 6 weken, dus zo’n groepsplan ook. Aan het eind van het thema evalueren we de geboden extra hulp in de subgroepjes en kijken we voor welke ontwikkelingslijnen er in het nieuwe thema hulp nodig is. Onze visie op leiderschap De dagelijkse leiding van de school berust bij de directeur. Onderwijskundig ondernemen is een typering die kenmerkend is voor het leiderschap. Twee teamleiders ondersteunen hem daarin. Wekelijks vergadert het smalle managementteam om de dagelijkse gang van zaken te bespreken. Een aantal keer per jaar vergadert het brede managementteam. Het brede managementteam heeft een rol in het begeleiden en volgen van de ontwikkeling van medewerkers, door middel van personeelsgesprekken, ook grotere beleidsvoornemens worden hierin besproken. De genomen besluiten dienen te passen binnen het mandaat dat aan de directeur is verleend in het directiestatuut.

Onze visie op onderwijsinhouden Om meer aan te sluiten bij ieder individueel kind heeft de school ingezet op instructie. Een goede en gedifferentieerde (herhaalde) instructie is van groot belang.


12

Daarnaast willen wij op meer inhoudsvolle wijze omgaan met zowel de leerinhoud als de leeromgeving. Wij kiezen hierbij grotendeels voor het concept ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) bij kleuters en het aanbieden van blokken wat betreft de zaakvakken in de bovenbouw. In beide ontwikkelingen gaat het om genoemde begrippen als leerinhoud en leeromgeving, maar ook om een hoge betrokkenheid van leerkrachten en leerlingen. Onze visie op burgerschap en sociale integratie De school vindt het belangrijk aandacht te besteden aan ‘actief burgerschap en sociale integratie’. Wettelijk uitgangspunt is daarbij ‘de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren’. Dit sluit naadloos aan bij de opdracht die we onszelf stellen; namelijk bijdragen aan de kinderen opvoeden en onderwijzen tot een zelfstandige, God dienende persoonlijkheid geschikt en altijd bereid om hun unieke gaven te besteden tot eer van God en heil van de naaste. Burgerschap wordt waar mogelijk in samenhang en geïntegreerd met andere vakken aangeboden. Vakken die daarbij een rol spelen zijn: aardrijkskunde, geschiedenis, SoVa, godsdienstige vorming, gym. En seksuele opvoeding. Zie voor een verdere uitwerking van onze visie op burgerschap en sociale integratie ons visiedocument. Onze visie op ICT ICT heeft een vaste plaats binnen de school èn binnen Colon waarin we samenwerken met een aantal andere scholen. Wij willen ICT zien als waardevol hulpmiddel bij het onderwijs en bij de onderwijsorganisatie. Daarnaast is ICT een niet weg te denken maatschappelijk verschijnsel, waarmee kinderen moeten leren leven. Voor de op onze school gemaakte afspraken en het reglement computergebruik verwijzen wij naar protocol mediawijsheid 









ICT vraagt van onze school permanente bezinning.  Media-educatie  Financiële middelen ICT is geïntegreerd in ons onderwijs  Ict is hulpmiddel om onderwijs te arrangeren  Aan de randvoorwaarden om ICT als hulpmiddel in te kunnen zetten, wordt voldaan. ICT is voor onze school hulpmiddel om betekenisvol onderwijs te geven  Op onze school werken we aan open, betekenisvolle opdrachten en gebruiken we ict als informatiebron. Op onze school gebruiken we ICT als presentatiemiddel (vaardigheden)  Wij beschikken over voldoende kennis van het hulpmiddel (computervaardigheden) ICT is hulpmiddel om te automatiseren en te differentiëren  Wij gebruiken software voor het inoefenen van tafels, woorden, enz.  Wij gebruiken software voor leerlingen met een achterstand of voorsprong ICT is hulpmiddel om de werkomgeving te professionaliseren  Mailverkeer, internet als informatiebron, documentenbeheer, leerling administratie, Ouderportaal, enz.

Onze visie op het pedagogisch klimaat in de klas en de school Wij gaan uit van de spilfunctie van de leerkracht. Hij creëert een omgeving met structuur en veiligheid voor de kinderen. Leerkrachten dienen binnen de school en daarbuiten respectvol om te gaan met leerlingen en met elkaar. Het is daarbij belangrijk dat leerkrachten hoge verwachtingen hebben van kinderen en dit ook uiten door positief taalgebruik. Kinderen moeten zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Dit is ook belangrijk binnen de onderlinge teamverhoudingen, daar geldt voor collega’s hetzelfde. De leerkracht zorgt voor duidelijke en positieve regels, die in schoolverband zijn afgesproken.  Personeelsleden en leerlingen tonen wederzijds respect; Schoolplan Dr. A. Comrieschool

13

     

Personeelsleden handhaven de afgesproken schoolregels die duidelijk zichtbaar zijn in de school; De school zorgt voor een motiverende omgeving voor leerlingen; De school bevordert het welbevinden van leerlingen; De school zorgt voor veiligheid in figuurlijke ne letterlijke zin; De school zorgt voor een positieve stimulerende werkomgeving voor personeelsleden; De school stimuleert de betrokkenheid van ouders op school;

Onze visie op ondersteuning Leidend voor het zorgconcept van de school is de missie van het Samenwerkingsverband Berseba: “Geen kind tussen wal en schip.” Onze school biedt de leerlingen die worden toegelaten een passend onderwijszorgaanbod op basis van de deskundigheid van het lerarenkorps en de mogelijkheden binnen de jaargroepen. Ervaring in de school is er op het vlak van autisme. Voor alle leerlingen die worden aangemeld wordt een passend onderwijsarrangement aangeboden, mits zij voldoen aan de toelatingseisen. Uitgangspunt voor het vaststellen van het onderwijsaanbod is HGW. De leerlingenzorg wordt verder gestalte gegeven op basis van het vastgestelde beleid in ons SWV. Waarbij de actualiteit van “passend onderwijs” ons in de komende periode voor nieuwe keuzes zal plaatsen. Onze visie op personeelsbeleid 1. Vanuit de missie “werken met gedreven professionals” wordt het personeelsbeleid gestalte gegeven. Dat betekent dat we vertrouwen hebben in de gediplomeerde medewerkers die hun vak verstaan. Het zijn professionals die weten wat er van hen wordt verwacht. Het zijn medewerkers die openstaan voor ontwikkeling, verbetering en zoeken naar kwaliteit en rendement in hun onderwijs. Permanente scholing in het kader van school ontwikkeling vergt veel energie. 2. De medewerkers zijn gedreven in hun werk, door hun liefde voor het vak, maar ook omdat ze weten dat ze met hun werkzaamheden een hoger doel dienen, de kinderen opvoeden met het Woord van God om ze te leren het leven te zoeken bij God. Gelet op het gegeven dat de medewerkers de identiteitsdragers van onze school zijn, stellen we dit veilig. De personeelsleden onderschrijven de grondslag van de school, zoals verwoord in de statuten en het identiteitsprofiel zoals opgesteld door de VGS. Onze visie op kwaliteitsbeleid Het schoolplan is kaderstellend. De jaarplannen waarborgen de cyclische aanpak en concretiseren de werkprocessen en de streefdoelen maar ook de evaluatie. Aan het eind van het schooljaar worden de doelen in het jaarplan geëvalueerd en in de teamvergadering besproken. Doelen worden bijgesteld en in het nieuwe jaarplan opgenomen. Twee keer per jaar worden op de teamvergadering de voortgang van de jaarplannen en de stand van zaken besproken. Gelet op de keuzes die in dit schoolplan zijn gemaakt, streven wij naar een voortdurende verbetering van de processen en opbrengsten. Hiervoor formuleren wij SMART-doelen, verbeteren borgactiviteiten in de jaarplannen. Externe audits voor zorg en ondersteuning, lesbezoeken door externe experts op bepaalde vakgebieden houden de kwaliteit hoog. Afspraken zijn per groep vastgelegd in de borgingsdocumenten: ”zo zijn onze manieren”


14

3.2 Leerstofaanbod en Toetsinstrumenten Om te komen tot een dekkend leerstofaanbod gebruiken we methoden die voldoen aan de kerndoelen. De methoden worden, zeker bij de hoofdvakken, integraal gebruikt. Daarnaast hanteren we aanvullend materiaal voor kinderen die meer of minder aankunnen. Bij de toetsing van leerstof maken we gebruik van methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen. De methodegebonden toetsen zijn in een toetskalender geplaatst voor de niet gebonden toetsen maken we gebruik van de Toetskalender van Colon via Parnasys.

Godsdienst

Hoor het Woord Bijbelkennis per jaargroep Zendingsgeld / W&D en KOEH gelden in zamelen

methode Protocol Bijbelkennis

Psalm en Catechismus vragen

Rekenen

Routinekoffers kleuters Bas telt mee Pluspunt Wereld In Getallen

Protocol rekenen

Tafeldiploma's Automatiseren via Ambrasoft aangepaste leerroutes rekenen

Taal

Taalfontein Bas gaat digitaal Nieuwsbegrip Cito Hulpboek begrijpend lezen aangepaste leerroutes taal

Lezen

Leesfontein Prentotheek en bibliotheek

Schrijven

Schrijffontein

Engels

My Name is Tom

Groep 1-4

Hello World

Groep 5-8

Holmwoods

Groep 7 en 8

Muziek

Luisterland Methode: Uit de Kunst eigen invulling Methode: Uit de Kunst

Expressievakken

Tekenen Handvaardigheid/handwerken Schoolplan Dr. A. Comrieschool

Handwerken

15

eigen invulling

Zaakvakken

Gym

Zeeuwse methode

Aardrijkskunde

Verkeer

Geobas Natuur Buitengewoon Wondering the World Groep 5 en 6 Vensters op Nederland Klaar over Op voeten en fietsen Jeugdverkeerskrant

Cultuurmenu

KEC

Techniek

Ontdekkasteel

Biologie Geschiedenis

Sociale vaardigheden

buitenspelactiviteiten

Kinderen en hun sociale talenten ZIEN KIJK


16

Hoofdstuk 4

Leerling ondersteuning 4.1 Organisatie De school wil veel aandacht geven aan de organisatie en het niveau van de leerlingenzorg. Met het oog daarop zijn er een tweetal Intern Begeleiders aangesteld, een voor de midden- en bovenbouw en een voor de onderbouw van de school. Beide zijn ongeveer 1 dag per week ambulant. Daarnaast zijn er enkele onderwijsassistenten die een aantal uren per week RT-taken verrichten.

We werken op onze school opbrengstgericht op een handelingsgerichte manier. We baseren ons met OGW op het observatiesysteem KIJK (gr. 1-2) en ZIEN (gr. 3-8) en afgenomen LOVS-toetsen en vatten onze onderwijsaanpak samen in een groepsplan. De focus ligt hierbij op de sterke kanten van kinderen (compenserende factoren)en de ondersteuningsbehoefte van de groep (HGW). De leerkracht is de spil binnen opbrengst –en handelingsgericht werken en is eindverantwoordelijke voor zorg en begeleiding binnen en buiten de groep. Onze school volgt systematisch de vorderingen en ontwikkeling van leerlingen. Op deze wijze kunnen de leerkrachten tijdig problemen signaleren in de ontwikkeling van de kinderen. Bij het signaleren worden de leerkrachten ondersteund door het gebruik van toetsen: Leerstofgebied

Toets/observatiesystem

Groep

Algemeen

KIJK

0, 1 en 2

Taal

Cito-Taal voor kleuters

1,2

Rekenen

Cito-Rekenen voor kleuters

1,2

Spelling

Cito-LOVS-Spelling

3 t/m 8

Technisch lezen

Cito-DMT

3 t/m 8

AVI leestoets

3 t/m 8

Begrijpend lezen

Cito-LOVS-Begrijpend lezen

3 t/m 8

Rekenen

Cito-LOVS-Rekenen en Wiskunde

3 t/m 8

Engels

Cito-Engels

7,8

Pedagogisch

Zien

3 t/m 8

Schoolvorderingen en ontwikkeling van leerlingen in de groepen 3 t/m 8 worden twee keer per jaar in een rapport samengevat en meegegeven. In groep 1 en 2 wordt 2x per jaar een KIJK-rapportage meegegeven. De ouders kunnen via het ouderportal van Parnasys de resultaten van hun kinderen volgen. Het leerlingzorgsysteem wordt op de volgende niveaus geëvalueerd:  Op leerling niveau worden de opgestelde handelingsplannen elke zorgperiode (1 maal per 10 weken) geëvalueerd, waarbij steeds gevraagd wordt: is de hulp die we het kind bieden effectief? Op basis hiervan nemen de leerkracht en de interne begeleider voortgangsbeslissingen. Schoolplan Dr. A. Comrieschool

17

 Op groepsniveau gaat de leerkracht maandelijks na, aan de hand van de uitkomsten van methodegebonden toetsen, of de stof goed verwerkt is, of de groepsinstructies het gewenste effect hebben en zo niet, aan welke onderdelen opnieuw aandacht moet worden besteed. Deze informatie is nodig voor de gewenste differentiatie in instructie en verwerking. De leerkracht neemt dus op basis van deze informatie onderwijskundige beslissingen.  Eventuele groepsplannen voor leren en gedrag worden een keer per 10 weken geëvalueerd tijdens de groepsbespreking  Op schoolniveau nemen we deel aan een audit door een tweetal externen georganiseerd vanuit ons Samenwerkingsverband.

4.2 Leerling ondersteuning Onze school is aangesloten bij het reformatorische samenwerkingsverband passend onderwijs Berseba. Alle reformatorische scholen in Nederland zijn aangesloten bij dit samenwerkingsverband. Samen hebben die scholen de opdracht voor alle leerlingen een passende onderwijsplaats te vinden. Het samenwerkingsverband is opgedeeld in vier regio’s. Onze school ligt in de regio Zeeland. Als basis voor de inrichting van ons leerling ondersteuning is het ondersteuningsplan van Berseba mede een basis. Uitgangspunten/visie Uitgangspunt voor onze visie is dat God de mens goed en naar Zijn Beeld geschapen heeft, maar dat wij door de zondeval verdorven en onvolkomen zijn. Verlossing is alleen mogelijk uit genade, door het lijden en sterven van de Heere Jezus. Het Woord van God laat in het eerste hoofdstuk al de verscheidenheid van de schepping zien. In die veelvormigheid was volmaakte harmonie. Door de zondeval is de harmonie echter verstoord en heeft verscheidenheid soms een negatieve inhoud. Ook bij onze leerlingen herkennen we die verscheidenheid. Om daarbij aan te sluiten is een gedifferentieerd onderwijsaanbod nodig, waarin de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de individuele leerling centraal staat. - In samenspraak en samenwerking met de ouders willen we zoveel mogelijk kinderen binnen de basisschool helpen. Thuisnabij en op de reguliere school heeft onze voorkeur. Heel vaak kan begeleiding door de school zelf georganiseerd en gegeven worden. Soms lukt het ons niet voldoende begeleiding te bieden. Om er dan toch voor te zorgen, dat een leerling op onze school of op een andere school de juiste begeleiding krijgt, is onze school aangesloten bij het samenwerkingsverband Berséba voor reformatorische basisscholen en speciale scholen. Waar dat niet (meer) mogelijk is, bieden andere voorzieningen kwalitatieve ondersteuning. Verwijzing naar instellingen buiten Berseba zijn alleen aan de orde bij zeer complexe zorgvragen en bij uitzondering. - Op school- en samenwerkingsverbandniveau zijn er afspraken/ is er afstemming met de gemeentelijke (jeugd)zorgstructuur. - Onze school wil tegemoetkomen aan de ontwikkelbehoeften van kinderen. We gaan hierbij uit van de principes van HandelingsGericht Werken (HGW). Dit betekent kort gezegd: als een kind extra ondersteuning nodig heeft, wordt niet in de eerste plaats gekeken naar wat het kind niet kan, maar naar wat het kind nodig heeft en welke sterke kanten van het kind daarbij kunnen helpen. - Op onze school is de leerkracht als eerste verantwoordelijk voor de begeleiding van de leerlingen. Als hij/zij er zelf niet uitkomt, wordt advies gevraagd aan de intern begeleider. - De leerkrachten zijn de spil in het omgaan met verschillen tussen leerlingen. Het is belangrijk dat leerkrachten over voldoende vaardigheden beschikken om differentiatie in de klassenpraktijk toe te passen. Professionalisering, individueel en in teamverband is daarbij structureel nodig.


18

- Preventief werken is voor ons belangrijk: de inrichting van ons onderwijs is er op gericht problemen te voorkomen. Dit komt onder meer naar voren in een goed differentiatiesysteem, goede methoden en doelgericht werken aan hoge en bij de leerling passende opbrengsten. Ondersteuningsteam Onze school heeft een ondersteuningsteam. Het ondersteuningsteam bestaat uit de intern begeleiders van de school, de orthopedagoog, die de geplande consultaties op de school doet, en een jeugdverpleegkundige (JGZ). Het ondersteuningsteam bespreekt de vragen waarin raakvlakken tussen opvoeden kindproblematiek aan de orde zijn. In het ondersteuningsteam wordt in samenspraak met de ouders bepaald welke begeleiding een leerling nodig heeft en hoe dit het beste plaats kan vinden. De orthopedagoog en de Jeugdverpleegkundige zijn de sleutelfiguren naar resp. het onderwijs-zorgloket van Berseba en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). In het OT kan de hulp ingeroepen worden van de zorgmakelaar of iemand vanuit het CJG. Deze personen hebben mandaat om de noodzakelijk interventies zelf uit te voeren of (bij complexe problematiek) op te schalen naar het Onderwijszorgloket of het CJG. Ondersteuningsstructuur We kennen een opbouw in basis- en extra ondersteuning: Basisondersteuning Als een leerling een ondersteuningsbehoefte heeft, wordt zo snel mogelijk ondersteuning gegeven in de groep. De onderwijsbehoefte van het kind staat centraal bij het vinden van een passend onderwijsaanbod, niet het probleem. Ook de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht speelt een rol. Tijdens de groepsbespreking bespreken intern begeleider, leerkracht(en) en waar nodig onderwijsassistenten de ontwikkeling van de groep als geheel. Heeft het onderwijsproces in de afgesloten periode bijgedragen aan optimale ontwikkeling van de groep? Wat hebben de groep en leerkracht qua onderwijsproces nodig voor de komende periode? Ook wordt geïnventariseerd welke leerlingen individueel besproken moeten worden tijdens de groepsbesprekingen, omdat de basisaanpak in de groep niet toereikend is voor hun optimale ontwikkeling. De leerkracht is eigenaar van de groepsbespreking en speelt een belangrijke rol in de vormgeving. Als de gegeven ondersteuning in de groep niet het gewenste resultaat oplevert, wordt op schoolniveau gezocht naar de juiste ondersteuning. Hierbij is de intern begeleider ‘spin in het web’. De ondersteuning kan bestaan uit leerlingen groepsbespreking, collegiale consultatie, maatjeswerk of hulp van ketenpartners (bijvoorbeeld geplande consultaties van de schoolbegeleidingsdienst). De leerlingbespreking wordt gevoerd tussen intern begeleider en leerkracht(en). Naast de input van de leerkracht wordt informatie van de ouder(s) meegenomen, zodat vanuit verschillende invalshoeken een beeld ontstaat van het functioneren van de leerling binnen en buiten de school. Afhankelijk van de situatie kan een onderwijsspecialist bij de bespreking gevraagd worden. Tijdens de leerlingbespreking wordt gezocht naar adequate onderwijsondersteuning. Afhankelijk van de behoefte van leerling en leerkracht kan gebruik gemaakt worden van externe professionals uit het onderwijs, zoals orthopedagogen en ambulant begeleiders. Blijkt uit de leerlingbespreking dat er ook sprake is van gezinsgerelateerde problematiek, dan vindt bespreking plaats in het ondersteuningsteam van de school. Hier wordt bepaald wie de regie heeft in de ondersteuning van de leerling en welke professionals nodig zijn voor een goede begeleiding, vanuit het perspectief één kind, één gezin, één plan. Afhankelijk van inrichting van de gemeentelijke zorgstructuur kan bij gezinsgerelateerde problematiek opgeschaald worden naar de gemeentelijke zorgstructuur. Extra ondersteuning Is de geboden ondersteuning op schoolniveau niet toereikend, dan wordt bovenschools gezocht naar ondersteuning. Deze kan bestaan uit nader onderzoek, ambulante begeleiding, expertise van naburige basisscholen binnen Berséba, of verwijzing naar een school voor s(b)o. Het loket speelt hier een belangrijke rol. Als uit de leerlingbespreking blijkt dat de problematiek vooral onderwijsgerelateerd is en de mogelijkheden van de school ontoereikend zijn, wordt opgeschaald naar het loket van Berséba. Schoolplan Dr. A. Comrieschool

19

Afhankelijk van de onderwijsbehoeften van de leerling kan een scala aan ondersteuningsarrangementen worden toegekend, waar nodig ook een toelaatbaarheidsverklaring voor het s(b)o. Voor leerlingen die een extra ondersteuningsarrangement hebben maken we het (wettelijk verplichte) ontwikkelperspectiefplan (OPP). Onderstaand schema geeft op hoofdlijnen aan welke stappen normaliter genomen worden bij de leerlingondersteuning. Evaluatie en monitoring hebben bij elke stap een belangrijke plaats. Waar mogelijk is er ook overleg met de leerling. Schema: de stappen in de leerlingondersteuning Leerkracht en school

Interactie met externen

Stap 1 basisondersteuning De groepsleerkracht werkt handelingsgericht in zijn groep. Hij geeft kwalitatief goed onderwijs vanuit preventief perspectief. Hij observeert, signaleert en analyseert resultaten.

De leerkracht communiceert met ouders middels bijv. nieuwsbrieven. Hij voert gesprekken met de ouders over de ontwikkeling van hun kind. Afstemming.

Stap 2 basisondersteuning De leerkracht geeft zo nodig ondersteuning op het niveau van individu, subgroep (gebruik van instructietafel) of groep.

Stap 3 basisondersteuning Als de ondersteuning binnen de groep niet voldoende blijkt, overlegt de leerkracht met collega’s via maatjeswerk en/of collegiale consultatie.

Stap 4 basisondersteuning Bespreking van de leerling met de IB´er tijdens de leerlingbespreking.

De leerkracht spreekt met ouders over de ondersteuning die geboden wordt en benut daarbij de expertise en ervaring van ouders. Waar mogelijk worden ouders ingeschakeld en dragen medeverantwoordelijkheid voor die ondersteuning.

De leerkracht spreekt met ouders over de ondersteuning die geboden wordt en benut daarbij de expertise en ervaring van ouders. Waar mogelijk worden ouders ingeschakeld en dragen medeverantwoordelijkheid voor die ondersteuning.

De leerkracht informeert ouders over gegeven ondersteuning. Zij worden zo mogelijk betrokken bij de ondersteuning.

Stap 5 basisondersteuning Bespreking in het ondersteuningsteam van de school in aanwezigheid van externe deskundigen. Eventueel kan opgeschaald worden naar loket of CJG. Ook kan een onderzoek worden aangevraagd/ingekocht.

De leerkracht informeert de ouders over de gegeven ondersteuning. Zo nodig wordt toestemming gevraagd voor opschaling. Ouders hebben recht op inzage in het volledige dossier.

Stap 6 extra ondersteuning De leerling wordt besproken in het loket. Vanuit het loket wordt: advies gegeven, onderzoek toegekend, een arrangement toegekend (waaronder AB), een toelaatbaarheidsverklaring afgegeven. Opstellen en werken met een ontwikkelperspectief.

In gesprek met ouders informatie en uitleg geven, en ondersteunen bij te nemen beslissingen. Bij het aanvragen van onderzoek is de toestemming van ouders gewenst. Als ouders deze weigeren, heeft de school “doorzettingsmacht”.


20

Stap 7 extra ondersteuning De leerling ontvangt een onderwijs- of zorgarrangement op een andere school. Opstellen en werken met een ontwikkelperspectief.

Ondersteuning ouders bij te nemen stappen (toelaatbaarheidsverklaring, aanmelding e.d.)

Aanmelden Onze school heeft zorgplicht voor alle kinderen uit onze achterban. Dit betekent dat we in principe geen kind uitsluiten. Wanneer een kind aangemeld wordt met speciale ondersteunings behoefte gaan we met ouders in gesprek op welke manier het kind binnen de school de passende ondersteuning kan krijgen. Wel wordt bij aanmelding bekeken, of verwacht mag worden dat het team dit kind kan begeleiden zonder dat het kind of de andere kinderen daardoor te kort komen. Plaatsing van kinderen met extra zorg en aandacht is immers alleen goed als dit echt verantwoord is en hangt dus wel af van de mogelijkheden die er op school zijn. Leerlingen met extra zorg en aandacht vallen onder speciale leerlingbegeleiding. Dit houdt in, dat wij accepteren dat leerlingen niet op dezelfde manier en in hetzelfde tempo leren. We gaan uit van verschillen tussen leerlingen bij het kiezen van onze leerinhouden en doelen, waarbij verschillen in differentiatiecapaciteiten van leraren ook een rol spelen. Wanneer tot plaatsing wordt besloten, moet duidelijk zijn dat: • De school voor dit kind externe hulp ontvangt. • De leraar waarbij het kind wordt geplaatst extra tijd beschikbaar krijgt voor zaken als bijscholing en contacten met ouders en andere instanties (taakbeleid) • Er ambulante begeleiding vanuit een REC (Regionaal Expertise Centrum) geboden wordt • De leraar extra steun krijgt van de teamgenoten • De ouders en de leraar elkaar van goede informatie voorzien • De ouders gevraagd zal worden om bij te springen indien nodig • De Intern Begeleiders regelmatig bij het overleg over de leerling betrokken zijn Steeds opnieuw zal bekeken worden of er voor dit kind nog voldoende mogelijkheden op school zijn. Het kind moet namelijk nog ontwikkeling doormaken en zich veilig voelen binnen de school. Is dit niet meer of onvoldoendehet geval, dan zal in overleg met de ouders verwijzing naar een school voor speciaal (basis) onderwijs overwogen worden. Voor wie is het geld De school maakt een behandelingsplan voor het kind, inclusief de hulp(middelen) ze wil gebruiken. De ouders of verzorgers kunnen daarmee instemmen. Daarna ontvangt de school het geld en kan met het geld de vastgestelde hulp inkopen. Vormen van hulp • extra uren voor de leerkracht, onderwijsassistent of remedial teacher voor individuele hulp aan het kind • extra uren ambulante begeleiding voor de leerkrachten vanuit een school voor speciaal onderwijs • extra lesmateriaal en aangepaste leermiddelen


21

Onderwijs aan langdurig zieke kinderen Artikel 9a WPO gaat over: Ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen. 1. Bij het geven van onderwijs aan een leerling die is opgenomen in een ziekenhuis of die in verband met ziekte thuis verblijft, kan het bevoegd gezag van een school worden ondersteund. 2. De ondersteuning bedoeld in het eerste lid, wordt verzorgd door: a. een educatieve voorziening bij een academisch ziekenhuis of b. een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179, indien de leerling is opgenomen in een ziekenhuis niet zijnde een academisch ziekenhuis dan wel indien de leerling in verband met ziekte thuis verblijft. De school is dus verantwoordelijk voor de begeleiding van langdurig zieke kinderen. We vinden het van groot belang, om tijdens het ziek zijn contacten te organiseren met het zieke kind. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat het leerproces zo goed mogelijk door loopt. Nog belangrijker is het gevoel van het zieke kind “erbij te blijven horen”. Dat kan op allerlei manieren plaatsvinden. Het zieke kind kan worden bezocht door de groepsleiding en medeleerlingen en/of op bepaalde tijden volgens afspraak de school bezoeken. Als dit om medische redenen niet mogelijk is, kan er gebruik gemaakt worden van bv. foto’s en/of videoopnamen in de klas en/of thuis, telefonisch contact met klasgenootjes en evt. contact met behulp van email en webcam. Het spreekt vanzelf, dat brieven, kaartjes en tekeningen een belangrijke rol spelen in het onderhouden van het contact tussen school en het zieke kind. Per situatie wordt bekeken wat de mogelijkheden van zijn. Veel hangt af van de medische behandeling en de draagkracht van kind, ouders en school. De procedure, die wij binnen onze school volgen om in zo’n geval beslissingen te kunnen nemen is als volgt: 1. Als duidelijk is, dat een leerling van onze school langer dan 2 weken in een ziekenhuis wordt opgenomen of ziek thuis is, neemt de groepsleerkracht en/of de intern begeleider van de school contact op met de ouders om de situatie door te spreken. 2. De groepsleerkracht(en) en de intern begeleider nemen in overleg met de directie en de ouders van het zieke kind het besluit wel of geen externe hulp van de schoolbegeleidingsdienst in te schakelen. 3. De school ontwikkelt in overleg met de ouders een planmatige aanpak (wel of niet met externe begeleiding). 4. De school blijft verantwoordelijk voor de te ontwikkelen en uit te voeren aanpak. Tijdens het uitvoeren van de aanpak vindt regelmatig overleg met de ouders plaats.

Deskundigheid binnen het team Het team gaat zich de komende jaren vooral richten op het pedagogische aspect. Groepsvorming in de klas is een speerpunt evenals werken aan verantwoordelijk gedrag. Enkele collega’s hebben gevolgd of volgen een cursus omgaan met autisme of een verdiepingscursus. Een collega volgt een HBO studie pedagogiek Een collega volgt een master Leren en Inoveren. Het omgaan met excellente leerlingen gaat onder zijn leiding ook een speerpunt worden. Een andere collega volgt een cursus voor talentcoach. Het begeleiden in het omgaan met excellente leerlingen zal zij in collegiale consultatie gestalte geven.

Fysieke voorzieningen van de school De school is rolstoeltoegankelijk. Er is een voorziening voor een gehandicapten toilet. Een douche / ruimte is aanwezig.

Organisatorische voorzieningen van de school  Sinds 2010 is er een peutergroep in onze school gevestigd. De zogenaamde doelgroep kinderen (VVE) kunnen hier ook 3 dagdelen extra ondersteuning ontvangen. Schoolplan Dr. A. Comrieschool

22



Vanaf 2013 is een logopediepraktijk binnen onze school gevestigd. Twee dagen per week ontvangen, voornamelijk kinderen van onze school, logopedische ondersteuning.

Conclusie en ambities Het creëren van een veilig pedagogisch klimaat, met als beoogd resultaat:  De leerkrachten kennen de drie preventieniveaus gedrag  De leerkrachten kunnen afstemmen op specifiek behoefte van de leerlingen  De leerkrachten kennen de fases en benodigde interventies van groepsvorming  De leerkrachten kunnen planmatig werken aan gedragsverandering

. Het creëren van meer aandacht voor de excellente leerlingen  De leerkrachten kunnen een inschatting maken welke leerlingen meer aan kunnen  De leerkrachten beschikken over voldoende middelen om gestructureerd extra stof aan te kunnen bieden  De leerkrachten bieden hun leerlingen voldoende uitdaging om ook bij hen het schoolplezier te verwezenlijken dan wel te vergroten  De leerkrachten worden geleid door beleid dat er in de school is op de aanpak van excellente leerlingen  De leerkrachten koppelen gezamenlijk met regelmaat hun aanpak terug met de andere leerkrachten .

Bijlagen: Format basisondersteuning Format kengetallen


23

Hoofdstuk 5 Personeelsbeleid 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het domein personeel beschreven. In deze inleiding wordt kort aangegeven vanuit welke visie op personeel dit hoofdstuk ingevuld wordt. De medewerkers van de school zijn bevoegde en bekwame professionals die weten wat ervan hen verwacht wordt. Het zijn medewerkers die openstaan voor ontwikkeling, verbetering en zoeken naar kwaliteit en rendement in hun onderwijs. Ze zijn gedreven in hun werk, door hun liefde voor het vak, maar ook omdat ze weten dat ze met hun werkzaamheden een hoger doel dienen. Dat komt tot uiting in het bijdragen aan de vorming van de leerling tot een zelfstandige, God dienende persoonlijkheid, geschikt en bereid om de ontvangen gaven te besteden tot Gods eer en tot heil van de medemensen in alle levensverbanden (kerk, gezin en maatschappij) waarin God hem plaatst. In dit hoofdstuk beschrijven we eerst het juridisch kader waarbinnen de school gestalte geeft aan het personeelsbeleid. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de faciliteiten die Colon op het gebied van Personeel aanbiedt. Daarna zal stilgestaan worden bij het formatiebeleid. Tot slot komen onder personeelszorg, de volgende onderwerpen aan bod: duurzame inzetbaarheid, taakbeleid en werkdruk, professionalisering en verzuim.

5.2 Juridisch kader De school is verplicht zich te houden aan de landelijke en sectorale weten regelgeving. De school zal voor zover mogelijk de kansen die weten regelgeving geeft, optimaal benutten. Het juridisch kader omvat in ieder geval de cao PO, het lerarenregister, het schoolleidersregister, de medezeggenschapsraad en de algemene arbeidswetgeving.

5.2.1 Cao PO De cao biedt een vaststaand kader waardoor rechten en plichten van werkgever en werknemer gewaarborgd zijn. De cao PO 2014-2015 biedt meer ruimte voor gesprek tussen directeur, MR en teams en biedt ook meer ruimte voor het ontwikkelen van schoolspecifiek HRM-beleid. In overleg met de teamvergadering is besloten om de cao in het eerste schoolplanjaar beleidsarm in te voeren. De nieuwe cao biedt kansen en die moeten in gezamenlijkheid verzilverd worden. Onder personeelszorg wordt nader ingegaan op de hoofdthema’s uit de cao, namelijk: duurzame inzetbaarheid, werkdruk en professionalisering. Doel - Naleving en implementatie van de cao PO ten dienste van de onderwijskwaliteit en het welbevinden van de medewerkers. Werkwijze: - De directeur, de MR en de personeelsleden maken zich op hoofdlijnen de inhoud van de nieuwe cao eigen, door actief gebruik te maken van de informatievoorziening vanuit Colon en externen. - In het schooljaar 2015-2016 zal het taakbeleid handen en voeten krijgen zoals afgesproken binnen het team. - De cao wordt door elke partij nageleefd. Wanneer nodig, kan informatieverstrekking, verheldering of advies omtrent een specifieke cao-kwestie aan de beleidsmedewerker HRM van Colon gevraagd worden. - Het Colon-beleid dat past binnen de nieuwe cao en de visie van de school op onderwijs en personeel wordt geïmplementeerd en toegepast. Schoolplan Dr. A. Comrieschool

24

-

Schoolspecifiek beleid wordt tot stand gebracht door middel van gesprek en overleg tussen directeur, MT, MR en personeelsleden. Vervolgens wordt dit beleid geïmplementeerd en toegepast.

5.2.2 Schoolleidersregister We onderstrepen het belang van investeren in de professionalisering van de schoolleider. Door te participeren in tal van onderwijs verbanden (MT-lid Colon, Regionale Zorgcommissie, voorzitter directieberaad, lid van stuurgroep Samen, lid van het overleg orgaan CPOZ) blijft de diercteur actief in het onderwijsveld. Doel - Blijvende ontwikkeling van de directeur ten dienste van een optimale werken leeromgeving van leerkrachten en leerlingen. Werkwijze: - De directeur staat ingeschreven in het schoolleidersregister. - De directeur blijft zich professionaliseren en toont dit aan door iedere vier jaar toe te werken naar herregistratie. - De directeur volgt jaarlijks ook een of meer cursussen op zijn vakgebied. - In het jaarlijkse functioneringsgesprek en/of beoordelingsgesprek tussen het bestuur en de directeur worden de besteding van het scholingsbudget en de opgedane kennis en vaardigheden besproken.

5.2.3 Lerarenregister Door in het lerarenregister te staan, laten leerkrachten zien dat ze zich blijven ontwikkelen en dat de kwaliteit van het onderwijs bij hen in goede handen is. Doel - Het behoud en bevorderen van bevoegde en bekwame leerkrachten. Werkwijze: - Vóór 2017 staat iedere leerkracht geregistreerd in het lerarenregister. - Leerkrachten professionaliseren zich op zo’n wijze dat zij voldoen aan de herregistratie-eisen. - Professionalisering van leerkrachten wordt in tijd en middelen ondersteund door de school, binnen de kaders van de cao en de middelen van de school, zie verder onder ‘professionalisering’. - Leerkrachten worden vanaf schooljaar 2015-2016 zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van hun bekwaamheidsdossier

5.2.4 Medezeggenschapsraad Medezeggenschap is een investering in de kwaliteit van het onderwijs die niet ervaren wordt als een wettelijke dwang, maar als een ondersteuning van het streven naar beter onderwijs. De medezeggenschapsraad op de school bestaat uit ouders en personeelsleden. Doel - Medezeggenschap die de kwaliteit van het onderwijs bewaakt en bevordert. Werkwijze: - De medezeggenschapspartners bespreken het advies ‘Goede medezeggenschap’ van de POraad (en een aantal andere organisaties) en bezien welke mogelijkheden tot verbetering er zijn. - In de taken, verantwoordelijkheden en ondersteunende middelen conformeert de school zich aan wat de cao en de Wet medezeggenschap op scholen (Wms) hierover voorschrijft. Schoolplan Dr. A. Comrieschool

25

-

De MR van de Dr. A. Comrieschool heeft een adviserende taak.

5.2.5 Algemene arbeidswetgeving Ook de onderwijssector dient zich te houden aan de algemene arbeidswetgeving. De Wet Verbetering Poortwachter is hier een voorbeeld van. De Wet Werk en Zekerheid zal de organisatie van het onderwijs de komende jaren aanzienlijk beïnvloeden. Doel – Naleven van weten regelgeving. Werkwijze: - Op de hoogte zijn van weten regelgeving. Via Raet verzuimmanager worden alle ziek en herstelmeldingen bewaakt. De directeur is daar de eerst verantwoordelijke. - Colon heeft hierin de rol van signaleren, informeren en ondersteunen. - Het naleven van weten regelgeving.

5.3 Colon-voorzieningen Colon stelt zich tot doel, daar waar mogelijk en wenselijk, de kwaliteit van het onderwijs te bevorderen door het ontwikkelen van personeelsbeleid en personeelsinstrumenten. Het gaat dan om het ondersteunen en bevorderen van de professionele ontwikkeling van de school en de individuele medewerkers. Dit kan zowel, afhankelijk van het thema, gerealiseerd worden voor alle scholen als een deel daarvan. In de organisatie is de beleidsmedewerker HRM beschikbaar.

5.3.1 Vervangerspool, vacature- en profielenbank Vervangingen worden sinds 2011 grotendeels door de Vervangerspool van Colon georganiseerd. Daarnaast beschikt Colon over een digitale vacaturebank en een profielenbank. De vacaturebank zorgt ervoor dat het voor werkzoekenden aantrekkelijk is om in één oogopslag een overzicht te hebben van alle vacatures op de Colon-scholen. Voor de school biedt het de mogelijkheid om formatieve ruimte bij andere scholen in beeld te krijgen. Deze formatieve ruimte kan mogelijk ingevuld worden met boventallig personeel. Met de profielenbank wordt beoogd om werkzoekenden een profiel te bieden waarin zij zich beschikbaar stellen en zichtbaar zijn voor de Colon-scholen. Doelen - Het vervullen van vervangingsbehoefte op de school; het minimaliseren van de regeldruk die het invullen van vervangingen met zich meeneemt; het begeleiden van boventallig personeel naar ander werk; het vinden van een optimale match tussen een vacature en kandidaat. Werkwijze: - Vervangingsverzoeken indienen bij de coördinator van de Vervangerspool. - Boventallig personeel wijzen op de Vervangerspool. - Vacatures doorgeven aan de beleidsmedewerker HRM van Colon. - Bij het invullen van de vacature geschikte kandidaten zoeken in de profielenbank.

5.3.2 Scholing Professionalisering wordt door de overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties, en andere instellingen die zich verbonden weten met het primair onderwijs steeds nadrukkelijker op de agenda geplaatst. Professionalisering vindt voor een groot deel tijdens de dagelijkse werkzaamheden van de medewerker plaats. Professionalisering vraagt echter ook om gepland, begeleid en gestructureerd professionaliseren in de vorm van scholing. De Dr. A. Comrieschool maakt gebruik van team en


26

individuele scholing van onder andere Colon. Ook bij andere scholbegeleidingsinstituten, zoals Driestar Educatief en RPCZ wordt scholing ingekocht. De directeur stimuleert medewerkers om scholing te volgen.

5.4 Formatiebeleid Zowel in groei- als in krimpsituatie moet er doordacht formatiebeleid gevoerd worden. In tijden van krimp zal kritisch omgegaan en een goede afweging gemaakt moeten worden in het continueren van tijdelijke contracten. Daarnaast kan bedrijfseconomisch ontslag noodzakelijk zijn. Financiële analyses zijn belangrijk om goede beslissingen te kunnen nemen met het oog op de lange termijn. Vanuit de school zal met het oog op kwaliteit een afweging gemaakt moeten worden welke keuzes in het formatiebeleid de belangen van leerlingen en school het best dienen. In tijden van groei zal extra aandacht besteed moeten worden aan het vinden en binden van personeel. Het beleid van het bestuur is om zoveel mogelijk middelen direct in te zetten voor de klas. Doel - In het formatiebeleid wordt gestreefd naar continuïteit en kwaliteit van het onderwijsproces. Werkwijze: - De school beschikt in zijn formatie over de volgende functies: directeur, leerkracht LA, leerkracht LB, IB’er, managementassistent, onderwijsassistent, school assistent en schoonmaker. De functieprofielen binnen de school zijn gebaseerd op de voorbeeldfuncties die ontwikkeld zijn door Fuwa PO. - De school hanteert het tweegezichtenbeleid, dit beleid is vastgelegd in het document ‘regeling deeltijdbeleid’. - De school maakt beleid op een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen voor de klas. - De school hanteert een minimale betrekking omvang van 2 dagen. - De directie stelt vierjaarlijks een meerjarenformatiebeleid op en stelt dit jaarlijks bij. Dit wordt ter toetsing aan het bestuur voorgelegd. - De directie stelt jaarlijks het formatieplan op. De begroting is leidend voor het op te stellen formatieplan. - Op aanvraag wordt vanuit Colon ondersteuning gegeven in het voorbereiden van keuzes in krimpsituaties. Tevens adviseert Colon in mogelijke routes en de uitvoering van procedures bij krimp. Ook kan gebruik gemaakt worden van de expertise van BWGS. - Voor het vervullen van vacatures kan de Vervangerspool, vacaturebank en profielenbank van Colon ondersteunen. - Werving en Selectie is een onderdeel dat op schoolniveau geregeld wordt. Er wordt gebruik gemaakt van de sollicitatiecode en het identiteitsprofiel van het VGS bij benoeming van nieuw personeel. In het proces heeft de directeur in de voorbereiding een belangrijke rol voor wat betreft het maken van een inschatting van de functionele geschiktheid. De directeur adviseert het bestuur bij een te benoemen persoon. Het bestuur benoemt de medewerker. - Voor het behoud en het stimuleren van professionele leerkrachten, moet bijzondere aandacht zijn voor personeelszorg. Zie hieronder bij ‘personeelszorg’. - Op functie- en individueel niveau is er aandacht voor een passend taakbeleid. Zie verder: taakbeleid en werkdruk.

5.5

Personeelszorg

5.5.1 Duurzame inzetbaarheid Het grote belang voor duurzaam inzetbare werknemers is onomstreden. Duurzame inzetbaarheid is een van de hoofdthema’s uit de nieuwe cao. Elke werknemer heeft jaarlijks recht op een basisbudget van 40 Schoolplan Dr. A. Comrieschool

27

klokuren voor duurzame inzetbaarheid. De startende leerkracht wordt een bijzonder duurzaamheidsbudget toegekend van 40 uur per jaar voor verlichting van de werkdruk of professionalisering. De werknemer van 57 jaar en ouder heeft recht op een aanvullend budget van maximaal 130 klokuren per jaar en draagt bij in de kosten van dat budget. Buitenom de mogelijkheden die de cao biedt, bevordert een effectief levensfasebewust personeelsbeleid ook de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Doel - Het verbeteren van de duurzaam inzetbaarheid van medewerkers. Werkwijze: - Duurzame inzetbaarheidsuren worden opgenomen in de jaartaak van personeelsleden. - In het jaarlijks planningsgesprek worden afspraken gemaakt over de invulling van de duurzame inzetbaarheidsuren en het tijdstip van opname in het komende jaar en wordt verantwoording afgelegd van de invulling van de uren van het afgelopen jaar. - De directeur in samenspraak met de MR ontwikkelt en implementeert beleid voor de begeleiding van startende leerkrachten. - Tijdens de gesprekkencyclus is aandacht voor de wensen van en mogelijkheden voor medewerkers behorend bij de leeftijdsfase. - De directeur heeft aandacht voor de ontwikkelmogelijkheden en ontwikkelkansen van de medewerker. - Op het gebied van arbeidsomstandigheden wordt de school in het veiligheids- en welzijnsonderzoek en de risico inventarisatie en evaluatie ondersteund door de arbocoördinator vanuit Colon. Één keer per vier jaar wordt een uitgebreid onderzoek gedaan. Daarnaast wordt in cycli van een jaar gewerkt met plannen van aanpak. - In samenwerking met andere scholen worden jaarlijks BHV-cursussen ingekocht om de arbocoördinatoren en BHV’ers te trainen en hun kennis op peil te houden. - De directeur draagt zorg voor goede arbeidsomstandigheden, een prettig sociaal klimaat, een gepaste wijze van leidinggeven en voldoende aandacht voor de individuele werknemer; - De medewerker draagt zorg voor een gezonde levensstijl en maakt problemen tijdig kenbaar. - De directeur is alert op signalen van de werknemers. - Tijdens teamvergaderingen komt met regelmaat verzuim, welzijn en arbeidsomstandigheden aan bod. - Aan medewerkers wordt indien nodig een arbeidsomstandighedenconsult bij de arbodienstverlener aangeboden.

5.5.2 Werkdruk en taakbeleid Taakbeleid is een belangrijk element in het voeren van goed personeelsbeleid. Verantwoorde werkdruk en belasting, efficiëntie en doeltreffendheid zijn belangrijke begrippen. Met het taakbeleid wordt gestreefd naar optimale afstemming tussen het takenpakket van de school enerzijds en de beschikbare tijd en capaciteiten van het personeel anderzijds. In het voeren van het taakbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillen in personeelsleden. Het terugdringen van de werkdruk is ook een van de thema’s die in de cao naar voren komt. Onder andere de invoering van de 40-urige werkweek, het voeren van een planningsgesprek over taken, werkdagen en lesdagen en het kunnen kiezen voor het overlegmodel, worden als middelen genoemd om de werkdruk van medewerkers in het onderwijs terug te dringen. Doel - Afstemming tussen het takenpakket van de school en de beschikbare tijd en capaciteiten van het personeel anderzijds; en het managen van de werkdruk van personeelsleden. Werkwijze: - In het taakbeleid is aandacht voor levensfasen, wisseling in jaargroepen en kerntalenten. Op basis van consensus worden de taken verdeeld. - Het invoeren van een 40-urige werkweek wordt ondersteund door het jaarrooster en de jaartaken. - Voor de zomervakantie wordt een planningsgesprek gehouden over de jaartaak. Schoolplan Dr. A. Comrieschool

28

-

Er wordt een keuze gemaakt tussen overlegmodel en basismodel.

5.5.3 Professionalisering De kwaliteit van het onderwijs staat of valt met de kwaliteit van de leerkracht voor de klas. Voor iedere medewerker op school is er ruimte om aan professionalisering te werken. Hiervoor wordt in de jaartaak ruimte gemaakt, maar ook in het dagelijks functioneren is er aandacht voor leer- en ontwikkelprocessen. Doel - Blijvende professionalisering van leerkrachten ten dienste van de schooldoelen en persoonlijke doelen. Werkwijze: - Een werknemer heeft per schooljaar ten minste 2 klokuren per werkweek voor professionalisering. - Er vindt collegiale consultatie plaats. - Leerkrachten die kwalitatief goed zijn en aantoonbaar meerwaarde hebben in de school ontwikkeling, worden extra beloond door promotie naar een hogere schaal. Deze afspraken zijn vastgelegd in ‘besluiten invoering functiemix’. - Scholing wordt onder andere aangeboden via Colon. - De school biedt de medewerker de lerarenbeurs aan. - Iedere medewerker werkt met een persoonlijk ontwikkelingsplan en deze wordt frequent geëvalueerd. - Leerkrachten worden d.m.v. een observatie-instrument gekwalificeerd als basisbekwaam of vakbekwaam. - In gesprek tussen directeur en medewerker kunnen financiële middelen ter beschikking gesteld worden ter bevordering van de professionalisering. - Iedere leerkracht heeft een bekwaamheidsdossier, waarin hij zijn ontwikkeling verantwoord. - Het beleid rondom ontwikkeling en gesprekkencyclus is vastgelegd in het document ‘Gesprekkencyclus’ en wordt de komende periode geoptimaliseerd en aangepast aan de nieuwe cao en ontwikkelingen binnen het onderwijs. - Doelgerichte ontwikkeling, autonomie en resultaatverantwoordelijkheid van de professional krijgen in de gesprekkencyclus meer aandacht. De mogelijkheid voor 360 graden feedback wordt onderzocht. - Op school wordt gewerkt met een gesprekkencyclus, die de kwaliteit van het onderwijs en het welzijn en de ontwikkeling van de medewerkers beoogd te waarborgen en te stimuleren. De gesprekkencyclus bestaat uit functionerings- en beoordelings-/doelstellingengesprekken. - De directeur moedigt medewerkers aan om te blijven werken aan de persoonlijke en functionele ontwikkeling.

5.5.4 Verzuim Aandacht voor duurzame inzetbaarheid kan verzuim voorkomen. In gevallen waar verzuim onvermijdelijk is, moet verzuimbegeleiding de re-integratie bevorderen. De medewerker en de leidinggevende moeten zich beiden maximaal inspannen om de re-integratie te bevorderen. Doel - Re-integratietrajecten effectief laten verlopen. Werkwijze: - Naleving van het ziekteverzuimbeleidsplan van de school. - Het verzuim wordt geregistreerd en een re-integratiedossier wordt opgebouwd in een verzuimregistratieprogramma. Signalen vanuit het programma in het kader van naleving van de Wet Verbetering Poortwachter, worden nageleefd. - Minstens eenmaal per jaar wordt een verzuimrapportage opgesteld. Schoolplan Dr. A. Comrieschool

29

-

In verzuimbegeleiding wordt met name samengewerkt met de bedrijfsarts en verzuimconsulent van Arbo Unie en wordt de school bij langdurige verzuim ondersteund door de beleidsmedewerker HRM van Colon en evt. andere re-integratiedeskundigen.

5.6 De gesprekkencyclus Om de bovenstaande doelen te realiseren hanteren we een gesprekkencyclus, bestaande uit een aantal gesprekken. Het doel en de inhoud van deze gesprekken staat beschreven in de notitie ‘Ontwikkelingsgerichte gesprekkencyclus 2015’. Voor een uitgebreide beschrijving van onze gesprekkencyclus verwijzen we naar deze notitie. In het kort: we voeren we achtereenvolgens, een persoonlijk ontwikkelingsgesprek, een functioneringsgesprek, een voortgangsgesprek en een beoordelingsgesprek in het kader van de persoonlijk ontwikkeling. Daarnaast voeren we minimaal een opbrengstgesprek en taakbeleid gesprek.. Visueel weergegeven ziet onze gesprekkencyclus er als volgt uit:


30

Hoofdstuk 6 Financieel beleid

6.1 Financieel beleid en meerjarenbegroting Het financiële beleid is vastgelegd in een Financieel beleidsplan en in de meerjarenbegroting. De meerjarenbegroting wordt jaarlijks in november bijgesteld en opnieuw vastgesteld.

6.2 Sponsoring De school wordt door bedrijven, voornamelijk uit de achterban, gesponsord bij bepaalde acties. Daar waar gewenst wordt en mogelijk is, wordt de naam van de sponsor vermeld.

6.3 Planning- en control Een belangrijk onderdeel van het totale financiële beleid is een planning en control cyclus. Deze dient gezien te worden als een samenhangend en continu proces van begroten, sturen en bijsturen. Een vaste cyclus maakt het mogelijk tijdig ontwikkelingen te signaleren en daarop in te spelen. Een belangrijk aspect daarbij is dat er een volledige, betrouwbare en up to date administratie is. 6.3.1 De planning en control cyclus De planning en control cyclus luidt in hoofdlijnen als volgt: 1. Uitgangspunt is het strategisch beleidsplan zoals dat door het bestuur is vastgesteld. 2. Het financiële beleidsplan wordt jaarlijks cijfermatig uitgewerkt in een vijfjaren begroting. Deze begroting wordt voor het eerste begrotingsjaar onderverdeeld in budgetten. 3. Per kwartaal volgt een uitgebreide managementrapportage met verschillende analyses tussen begroting en de werkelijke inkomsten en uitgaven. Deze rapportage wordt door het management opgesteld ten behoeve van het bestuur. 4. Bij de samenstelling, controle en analyse van het cijfermateriaal ten behoeve van de kwartaalrapportage voor het bestuur maakt de directie gebruik van de door het administratiekantoor verstrekte overzichten. De directie wordt ondersteund door een bovenschools financieel beleidsmedewerker. Controle van het cijfermateriaal vindt onder meer plaats op de volgende onderdelen:  Analyse van mogelijke overschrijdingen van de budgetten: materieel en personeel.  Afstemming van de investeringen ten opzichte van de investeringsbegroting.  Afstemming onderhoud ten laste van de onderhoudsreserve ten opzichte van de meerjaren onderhoudsplanning.  Controle van ontwikkeling liquiditeiten ten opzichte van de liquiditeitsbegroting.  Controle inzet personeel (in fte) ten opzichtige van de begroting.  Controle van de salariskosten (in €) ten opzichte van de begroting.  Controle grootboek ten opzichte van de coderingsrichtlijnen. 6.3.2 Beleid ten aanzien van de begroting Jaarlijks wordt een begroting opgesteld voor een periode van 5 jaar. Het eerste jaar van de begroting wordt onderverdeeld in budgetten. Een begroting heeft de volgende functies:    

taakstellend (zowel voor directie als overige functionarissen) budgettering beleidsinstrument autorisatie


31

 

informatie vergelijking

6.3.3 Opstellen van de begroting Voor een beschrijving van de procedure voor het opstellen van de begroting wordt verwezen naar het handboek voor de Administratieve Organisatie. De meerjarenbegroting omvat minimaal de volgende onderdelen: Leerlingenprognose, formatieplan, personele kosten, meerjaren onderhoudsplan, meerjaren investeringsplan, materiële exploitatie en de liquiditeitsprognose. 6.3.4 Bevoegdheden De bevoegdheden van de directie zijn beschreven in het managementstatuut, welke ook van kracht zijn voor de nieuwe beleidsperiode. Belangrijkste uitspraak daarin is dat de directie zich houdt aan de budgetten, zoals deze zijn vastgesteld in de begroting. Het digitaal paraferen van de facturen geschiedt door zowel de directeur als de penningmeester. 6.3.5 Verantwoording Tussentijds en na afloop van het kalenderjaar zal de directie aan het bevoegd gezag dienen te rapporteren. Dit betreft niet alleen een financiële rapportage maar een verantwoording van het totale beleid binnen de organisatie. Tussentijds doet de directie dit vier keer door middel van de managementrapportage; aan het eind van het kalenderjaar door middel van het conceptjaarverslag. Het bevoegd gezag dient ook in de nieuwe beleidsperiode jaarlijks verantwoording af te leggen aan diverse belanghebbende partijen zoals: De overheid (rijksoverheid en gemeente), de leden, de onderwijsinspectie, de medezeggenschapsraad, het personeel en de ouders. Voordat de jaarrekening aangeboden wordt aan het ministerie vindt de accountantscontrole plaats. In verband met de doordecentralisatie is in 2015 een degelijk meerjaren onderhoudsplan opgesteld. Jaarlijks zal dit door een externe partner worden geüpdatet. Een onderhoudscommissie in het bestuur zorgt voor toezicht.


32

Hoofdstuk 7 Kwaliteitsbeleid

7.1. Wat is kwaliteitszorg? In de kern is kwaliteitszorg in onze school te herleiden tot vijf eenvoudige vragen:  Doen we de goede dingen?  Doen we die dingen ook goed?  Hoe weten we dat?  Vinden anderen dat ook?  Wat doen we met die wetenschap? Kwaliteitszorg betekent dat onze school systematisch ‘probeert de goede dingen nog beter te doen’. Adequate instrumenten en een heldere plannings- en beleidscyclus zijn hiervoor onontbeerlijk. Kwaliteit mag geen toeval zijn. Daarom is systematisch werken aan de kwaliteit van de school noodzakelijk. Dat betekent:  het juiste beleid formuleren;  de juiste handelingen verrichten en  op de goede manier evalueren of bereikt is wat de school wilde bereiken. Kwaliteitszorg is voor ons:  het geheel van samenhangend beleid,  concrete doelstellingen en  goed management om  de benodigde acties en controles uit te voeren  waarmee de school de gewenste kwaliteit systematisch levert en  waarmee de school die kwaliteit ook continu kan verbeteren. Daarnaast moet kwaliteitszorg op onze school voldoen aan de eisen die de Onderwijsinspectie stelt ten aanzien van kwaliteitszorg. De volgende (inspectie)indicatoren geven ons richting bij het vormgeven aan de zorg voor kwaliteit:  De school heeft zicht op de eigen uitgangssituatie;  De school heeft haar doelen geformuleerd;  De kwaliteitszorgactiviteiten kenmerken zich door een systematische aanpak;  De school evalueert systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten en van het onderwijs en leren;  De school werkt aan verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs;  De school legt verantwoording af aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit;  Het schoolplan voldoet aan de wettelijke voorschriften;  De schoolgids voldoet aan de wettelijke voorschriften.

7.2 Inventarisatie van gegevens Om te weten hoe het gesteld is met de kwaliteit van het onderwijs, moeten er gegevens zijn over de kwaliteit van onze school. Op basis van de gegevens kunnen wij een analyse maken van die onderdelen die goed gaan of extra aandacht behoeven en actiepunten voor de komende jaren bepalen.


33

In onderstaand overzicht staan de diverse instrumenten en middelen die we gebruiken om de analyse te kunnen maken. In het overzicht is te zien dat we alle instrumenten en middelen cyclisch laten terugkomen per schoolplanperiode. 2015/2016 2016/2017 2017/2018 2018/2019 Beleidsterreinen Kwaliteitszorg via de jaarplannen PDA cyclus Toetsinstrumenten via de toets kalender van Colon Leerstofaanbod: up to date methoden Invoering taal/leesmethode groep 3 Invoering taalmethode; vanaf groep 4 Invoering begrijpend lees methode News2Learn Invoering natuur en techniekmethode Borgingsdocumenten bijstellen Schoolklimaat; PLVS Zien en de jaarlijkse kind gesprekken Opbrengsten: LOVS toetsen en Schooleindtoets: Benchmark in Colonverband Beleid en organisatie Identiteit

x x x

x x x

x x x

x

x

x x x

x x x x x x x x

x

x

x

x

x

x

x x

x x

x x

x x

x x

x

x x

x

Gesprekken met leerkrachten OGW-gesprek (Opbrengst Gericht Werken) Functioneringsgesprek Beoordelingsgesprek Klassenbezoeken (in kader van vooraf gesteld doel) Teamleider en opleider in de school Collegiale consultatie Schooltoezicht/audit

x

x

x x

x x

x x

x x

1x 2x

1x 2x

1x 2x x

1x 2x

Inspectie Berseba Cito leerlingvolgsysteem (LOVS) Groep 1-2 Groep 3-8 Oudertevredenheid enquête Externe contacten VO (Calvijn College) Kibeo Ambulante begeleiders Risico Inventarisatie (RI&E) en ASV(Algemene School Verkenning Afname vragenlijst team Schoolplan Dr. A. Comrieschool

x

x x x

x x x

x x x

x

x

x x x

34

Controle medewerker Colon

x

x

Om gegevens te verkrijgen om de kwaliteit te bewaken en te verbeteren maken we gebruik van diverse instrumenten:

a. Gesprekken met leerkrachten Binnen de gesprekscyclus worden opbrengstgesprekken, doelstellingengesprekken (POP-gesprekken), en functionerings- en beoordelingsgesprekken gehouden tussen medewerkers en leidinggevende. Het doel van deze gesprekken is de kwaliteit te vergroten en het welbevinden van de medewerkers te verhogen (Zie het personeelsbeleidsplan). b. Klassenbezoeken De leidinggevende en de Opleider in de school houdt ten minste jaarlijks klassenbezoeken. De bezoeken staan in het teken van een vooraf gesteld doel op het gebied van pedagogisch klimaat of didactisch handelen. We blijven het model Effectieve Instructie hanteren en verfijnen. c. Schooltoezicht inspectie Regelmatig bezoekt de inspectie de school. Van deze bezoeken wordt een rapport gemaakt dat informatie geeft over de stand van zaken ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs op de school. d. Cito leerlingvolgsysteem Het Citoleerlingvolgsysteem geeft, op basis van methode-onafhankelijke toetsen, informatie over de vorderingen van de leerlingen van onze school. e. Ouderenquête Eenmaal per vier jaar wordt een ouderenquête gehouden. In deze enquête wordt de mening van ouders gevraagd over de kwaliteit van de school. f. Externe contacten In de contacten met het VO en de peuterspeelzalen wordt specifiek gevraagd naar zaken die onze school kan verbeteren. g. RIE en ASV In de gesprekken met de ARBOdienst wordt gesproken over veiligheid en welzijn van de medewerkers. In de RIE (Risico Inventarisatie en Evaluatie) en ASV (Algemene School Verkenning), wordt informatie gegeven over veiligheid en welzijn van kinderen en medewerkers. Tweejaarlijks wordt het Plan van Aanpak geëvalueerd en bijgesteld. Ook wordt tweejaarlijks een risico-inventarisatie uitgevoerd, waarvan de uitkomsten worden geëvalueerd en opgenomen in het Plan van Aanpak. Bij het opstellen van het Plan van Aanpak zijn de arbo-coördinator, de federatieve arbo-coördinator en de directie betrokken. h. De jaarplannen met daarin de acties, de doelen en evaluaties. De jaarplannen vormen het hart van de beschrijving van ons onderwijs per jaar. Drie keer per jaar wordt de voortgang en evaluatie van het jaarplan besproken op een teamvergadering. Ook vormt het onderdeel van de managementrapportage aan het bestuur. Aan het einde van het cursusjaar worden de doelen besproken en geëvalueerd en eventuele acties toegevoegd aan het nieuwe plan. De directeur schrijft een korte eind-evaluatie i.De borgingsdocumenten; Deze documenten beschrijven “onze manieren”. De onderbouw kent een document, verder vanaf de jaargroepen 3-8 is er een borgingsdocument waarin de specifieke groepsactiviteiten beschreven staan. . Twee per jaar wordt het document besproken en op relevantie nagekeken. Afgelopen jaar zijn de documenten gescreend door een extern deskundige op consistentie, volledigheid en leefbaarheid. Nieuwe leerkrachten weten na lezing van dit document wat er van hen verwacht wordt. Schoolplan Dr. A. Comrieschool

35

j. Audit Berseba Door het samenwerkingsverband worden audits uitgevoerd op onze school.

7.3 Leertijd Een belangrijke randvoorwaarde voor kwalitatief goed onderwijs is het effectief besteden van onze leertijd. We willen ‘weglekken’ van tijd tegengaan. Kinderen hebben voldoende tijd nodig om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Aan de leerstofplanning ligt een rooster ten grondslag waarbij gekeken wordt of het aantal uren onderwijs dat de leerlingen ontvangen voldoet aan wettelijke maatstaven en of er ook een goede verdeling is van uren binnen de groepsplanningen. Zo wordt er gekeken of er per groep voldoende uren rekenen en taal/lezen op het rooster staan.  De school zorgt voor voldoende geplande onderwijstijd;  De leerkrachten hanteren heldere roosters;  De leraren zorgen voor voldoende geplande tijd voor taal/lezen en rekenen;  De school gaat lesuitval tegen door altijd vervangers in te zetten in geval van ziekte en ander verzuim van leerkrachten;  De school varieert de onderwijstijd voor individuele leerlingen afhankelijk van hun behoefte.  De pauzes worden aangegeven door een automatische bel


36

Hoofdstuk 8 Waar gaan we de komende jaren voor? 8.1 De speerpunten uitgewerkt in doelstellingen en activiteiten In dit hoofdstuk geven we de speerpunten weer en werken ze uit. Deze speerpunten zijn tot stand gekomen op grond van een teambrede reflectie en bezinning op een Schoolplandag waarbij onze missie uitgangspunt was en input is geleverd vanuit onderzoeken, opbrengstanalyses en een kritische blik op het huidige functioneren (Swotanalyse) en gesprekken met externe betrokkenen. Op grond daarvan komen we tot de volgende speerpunten:

Deze speerpunten zijn uitgewerkt in doelstellingen en globaal geformuleerde activiteiten die nodig zijn om de doelstellingen te bereiken. Per jaar zullen de activiteiten operationeel worden uitgewerkt in het jaarplan onderbouw en middenbovenbouw. Waarbij steeds is aangegeven of een item beleid is of een nieuwe activiteit. Elke laatste teamvergadering van het cursusjaar worden de acties geëvalueerd en afgesloten of bijgesteld Elke eerste teamvergadering wordt het jaarplan integraal doorgenomen waarbij de evaluatie en nieuwe acties worden besproken.

Speerpunten schoolplan 2015 - 2019

1

Speerpunt

Actiepunt/scholing

Identiteit Burgerschap Mediawijsheid

Zwerfvuil opruimen: twee keer per jaar (voorjaar/najaar) Bejaarden uit de buurt uitnodigen voor een maaltijd verzorgd door bovenbouwgroep (rond kerst). Bloemetje in het voorjaar. Bejaarden krijgen bij kerst en in het voorjaar een attentie. Leerlingen uit groep 7 en 8 nemen deel aan de herdenkingen rond watersnoodramp en 4 mei. Het verkiezings spel vanuit de gemeenteraad. Kinderen leren om uit te leggen waar we voor staan en waarom we dingen doen en niet doen.  Groep 6, 7 en 8 daarin oefenen d.m.v. aantal lessen per jaar. Als afsluiting in groep 8 een groep van De Welle of De Voorhoute


Scholing team bouw

Scholing individu

15-16

16-17

17-18

18-19

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

Groep 6

Groep 6 en 7

Groep 6-8

Groep 6-8

37

uitnodigen. Invoering News2learn voor groep 5-8. Waarin de leerlijn mediawijsheid. Groep 8 en ouders; voorlichting in omgaan met social media 2

Teambuilding/ teamsamenste lling

Nadenken over het benutten van elkaars kwaliteiten, verschillen tussen mensen e.d.. Open communicatie tussen collega’s. Maatjes leren.

3

Uniciteit van de leerlingen

Leerlijn voor excellente leerlingen

bouw

5

6

Gedrag Coöperatief leren Taalvaardighei d

Expressievakk

Structureel aanbieden van de


x

x

x

x

Allen

Allen

Allen

x

x

x

x

x x

x

x

x

x

x

Aandacht voor groepsvorming Werken aan verantwoordelijk gedrag Scholing in autisme Nieuwe taalmethode groep 3 Nieuwe taalmethode groep 4-8 Nieuwe methode begrijpend lezen: News2learn Ontwikkelen van een leerlijn presenteren (wellicht in nieuwe taalmethode) Leesbevordering (via de bibliotheek) Schoolbibliotheek up to date met gemeentelijke gelden Expertise AB-er cluster 2 meer inzetten Benutten van de logopedische hulp in school / ABN Werkwoordspelling o.l.v. RPCZ

Groep 7-8

team

Implementatie differentiatie huiswerk (uitwerking op BBvergadering) HGW verder uitbouwen (IB-ers > team) 4

Groep 5 en 6

Groep 6-8

x

team team x Groep 3 Groep 4-8

x x

x x

x x

x

x

x

x

x x x Groep 6-8

x

x

x

x

x

38

en en zaakvakken

7

Engels

vakken muziek, handvaardigheid en tekenen Invoering methode; Wondering the world (natuur en techniek) Techniek in onderbouw via ontdekkasteel Instellen natuurouders Cursus Engels via Colon

Groep 5-8

die nog geen cursus Engels gevolgd hebben.

Onderzoek: Hoe verhogen we onze vaardigheid in het Engels

8

9

Ouders

Doelgericht werken in onderbouw Leernetwerken

Holmwoods oefenen Studieweek naar Engeland via Europees Platform Cambridge cursus Onderzoek doorgaande leerlijn met nieuwe Engelse methode Woensdag: Engelse dag Oudercommunicatie met acteur Ouderportaal ParnasSys Oudermorgens/middagen door de hele school. Doelgericht werken in de onderbouw Taal Rekenen ICT Onderwijsassistenten

Cursus Studiebegeleid ing(SAMopleid ing)


team

Groep 5-6

Groep 7-8

x x x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x

x x

x x

x x x

team

x x x

x Groep 0-2 en MT Johannek e Aart Jasper o.a.

x

x

x

x

x

x x x x

x x x

x x x

x x x

39

Onze school ontwikkelt op basis van; “We hebben wat uit te leggen” de komende jaren door aan de hand van bovenstaande speerpunten. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Het bieden van onderwijs dat aansluit bij onze missie als school Onze leerlingen vormen en opvoeden tot christelijk burger Onze leerlingen leren uitleggen waarom ze bepaalde keuzes maken of niet maken Onze leerlingen leren omgaan met media, waarbij gewetensvorming basis is Recht doen aan de eigenheid en uniciteit van iedere leerling Aandacht voor groepsvorming in de klas Aandacht voor verantwoord gedrag in het kader van sociale veiligheid en Passend onderwijs Het vergroten van de kennis en vaardigheden binnen het vakgebied Engels Blijvende aandacht voor de hoofdvakken, waarbij taal en lezen speerpunt zijn Borging van in gang gezette ontwikkelingen middels een eenvoudig en adequaat kwaliteitszorgsysteem (jaarplannen) en borgingsdocument 11. ICT als hulpmiddel verder integreren in ons onderwijs 12. De professionalisering en verdere ontwikkeling van het personeel 13. Oudercommunicatie blijft belangrijk en vraagt steeds investering

In de Bijbel lezen we dat de wijze Salomo in Spreuken 27 vers 23 zegt: “Zijt naarstig om het aangezicht uwer schapen te kennen. Zet uw hart op de kudde”! Omdat in Kanaän de kudde schapen; het bezit was, wordt dit beeld van de herder en de schapen ook gebruikt. Matthew Henry (een Bijbelverklaarder) vat het zo samen, letterlijk zegt hij: “Het oog van de meester/juf maakt vet”! Aandacht: roept de wijze Salomo ons toe! We moeten er zelf het oog op houden. We moeten onze schapen kennen. We moeten onze leerstof kennen en helemaal niet verkeerd we moeten ook aandacht blijven geven aan wat de overheid van ons vraagt. Zo moeten we naarstig bezig zijn in ons beroep. Naarstig letten op de bewaring en regering van het goed. Aandacht, besef van waar we mee bezig zijn, behoed vaak voor valkuilen. Deze tekst roept op om oog te hebben voor de basisvakken, als ook voor het aanbod in de zaakvakken. En wel in het bijzonder oog te hebben voor onze kinderen zelf. “Zet uw hart op de kudde.” Wat hebben onze kinderen nodig?

Dat is de vraag en dat moet in het schoolplan van de Comrieschool !


40

WE HEBBEN WAT UIT TE LEGGEN

Recommend Documents