Verslag van de Raad van Toezicht Inleiding: Dit is het derde jaarverslag van Raad van Toezicht van school met de Bijbel te Wekerom, voorgaande jaren was er altijd een jaarverslag van bestuur van de School met de Bijbel te Wekerom, sinds 1 januari 2012 voldoet onze school aan de nieuwe eisen qua bestuursvorm en hebben we een bestuur (uitgevoerd door directie) en een Raad van Toezicht, de meeste verslaglegging ligt op dit moment bij het bestuur, punten die bij de raad van toezicht liggen komen terug in dit verslag. Samenstelling raad van toezicht Sinds de ledenvergadering van 2014 is dhr. J. van den Hoek toegevoegd aan de raad van toezicht. Hij volgde Dhr. P. G. van de Bruinhorst op, van hem hebben we na 10 jaar bestuurswerk, waarvan 5 jaar als secretaris en 4 jaar als penningmeester afscheid genomen. Binnen de raad van toezicht is dhr. A.H. van den Brink penningmeester geworden. Vergaderingen: We hebben afgelopen jaar 7 keer vergaderd in een reguliere vergadering samen met de directeur en deels met het MT. Tevens zijn er diverse vergaderingen belegd i.v.m coaching en begeleiding van teamleden. Daarnaast hebben de rvt-leden in maart gesprekken gevoerd met nagenoeg alle collega’s van de school. De benoemingscommissie heeft alle sollicitatiegesprekken bijgewoond. Het betroffen allemaal gesprekken voor tijdelijke vervangingen. Onderwerpen van toezicht: Voor het 5e achtereenvolgende jaar is er een personeelstevredenheid enquête gehouden. Ook is er voor het 5e achtereenvolgende jaar een oudertevredenheidsonderzoek gehouden. Governance ontwikkeling: Sinds wij nu enkele jaren werken we met de nieuwe bestuursvorm hebben wij een deskundige van de VGS een vergadering bij laten wonen om te zien waar het goed gaat en waar er verbeteringen doorgevoerd moeten worden. Hij heeft ons op een aantal punten geadviseerd waar wij mee aan de slag gaan. De RvT ziet toe op leerresultaten, aan de hand van rapportages, controleert de financiën en stelt kaders voor de nieuwe begroting, stelt personeel aan en bewaakt de identiteit. VGS: We maakten ook dit jaar weer gebruik van de diensten van de VGS voor financiële ondersteuning, advies en administratie. Wij krijgen ongeveer 10 keer per jaar een controllermoment van de VGS. Dit biedt ons een goed overzicht op de begroting, hierdoor kunnen wij waar nodig en indien mogelijk tijdig bijsturen.
Ten slotte: We kunnen terug zien op een bewogen jaar waarin weer van alles is gebeurd, nieuwe mensen, nieuwe functies. Er spelen diverse zaken die in 2015aangepakt gaan worden met als doel de (werk-) omstandigheden op onze school te verbeteren. Wij kunnen en mogen de Heere onze God danken voor de kracht, gezondheid en het geduld dat wij hebben mogen ontvangen zodat we dit werk in het afgelopen jaar konden verrichten. Namens de raad van toezicht, A. Morren, secretaris.
Jaarverslag directeur/bestuurder
1. Algemeen Inleiding Hierbij ontvangt u als leden van de vereniging en als belanghebbenden bij de School met de Bijbel Wekerom het jaarverslag over 2014. Dit verslag is opgesteld door de directeur/bestuurder en beschrijft de ontwikkelingen in de school in het verslagjaar 2014. Wij nodigen ieder die vragen heeft naar aanleiding van dit verslag uit om te reageren.
Missie en visie De School met de Bijbel is de enige school in het Wekerom. De school is er op gericht om alle leerlingen uit het dorp kwalitatief goed onderwijs te geven op basis van een christelijke en reformatorische grondslag. Dat onderwijs is zoveel mogelijk passend onderwijs: de school streeft er in toenemende mate naar om leerlingen zo lang mogelijk binnen het reguliere basisonderwijs te houden.
Leerlingpopulatie Behalve leerlingen uit Wekerom bezoeken ook leerlingen uit de aangrenzende postcodegebieden van Otterlo en Harskamp onze school. Meestal wordt de keuze gemaakt op basis van de afstand. Omdat er in Otterlo geen christelijke school is, bezoekt een klein percentage leerlingen uit Otterlo onze school. De laatste jaren daalt het leerlingenaantal van onze school met relatief grote sprongen: telkens verlaat een grote groep kinderen de school naar het VO, terwijl de groepen die binnenkomen klein zijn. Omdat er een kleine 20 jaar nauwelijks nieuwbouw in Wekerom heeft plaatsgevonden, trokken vele jonge gezinnen naar elders. Sinds 2013 is er een forse impuls gegeven aan nieuwbouw. We verwachten dat daardoor het leerlingenaantal op termijn weer aantrekt. We verwachten echter ook dat echte groei nog enige jaren op zich zal laten wachten. Een aantal Wekeromse leerlingen bezoekt onze school niet: een kleine groep gezinnen kiest voor openbaar onderwijs in een naburig dorp, een ander deel kiest vanwege het open toelatingsbeleid van de school voor een reformatorische school. In het cursusjaar 2013-2014 had de school 238 leerlingen. In 2014-2015 waren er 225 leerlingen. De verwachting is dat het aantal leerlingen in de komende jaren zal stabiliseren rond de 210 leerlingen. De school wordt bezocht door leerlingen van uiteenlopende kerkverbanden en ook door leerlingen zonder kerkelijke achtergrond. De grootste kerkelijke ‘leveranciers’ zijn de Hervormde Gemeente van Wekerom, de Gerformeerde Gemeente van De Valk-Wekerom en diverse Oud-Gereformeerde Gemeenten.
Waarden De School met de Bijbel wil een lerende organisatie zijn. Er wordt veel waarde gehecht aan ontwikkeling en groei naar de toekomst. Er wordt geanticipeerd op toekomstige overheidsmaatregelen door bewust in te zetten op professionaliteit en daarbij christelijk burgerschap. Leraren verbeteren voortdurend hun onderwijs en pedagogische vaardigheden. Omtrent de leerlingenzorg wordt meer en meer doelgericht en planmatig gehandeld om kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op de toekomst. Daarbij wordt veel gebruik gemaakt van expertise van buitenaf: wij hoeven niet alles zelf te weten, maar staan er wel steeds meer voor open om de expertise zelf in huis te hebben.
Organisatie De school is georganiseerd in twee teams: een onderbouwteam en een bovenbouwteam. Beide teams worden aangestuurd door een teamleider. Omdat de teamleidersfunctie in de onderbouw vacant is, vervulde de directeur/bestuurder deze functie. Steeds belangrijker wordt de inhoudelijke functie van de IB-er (interne begeleider). In toenemende mate is de IB-er de aanstuurder van de inhoudelijke onderwijsontwikkeling, waarbij specifieke leerlingenzorg en onderwijskundige aanpak steeds meer met elkaar verweven raken. Op onze school is er zowel een bovenbouw- als onderbouwIB-er werkzaam. De school wordt geleid door een directeur, die tevens gemandateerd bestuurder is. Sinds begin 2012 is deze rolverdeling van kracht. Het verenigingsbestuur functioneert als toezichthouder. In geval van belangrijke identiteitszaken en bij de benoeming van personeel treedt het bestuur op als ‘klassiek bestuur’. In de nieuwe werkwijze wordt in de samenwerking tussen rvt en gemandateerd bestuurder steeds meer uitwerking gegeven aan de Code Goed Bestuur. Dit is een leerproces waarbij de directeur/bestuurder en de rvt elkaar steeds bevragen op de juiste handelwijze, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
2. Identiteit
Geschiedenis en ontwikkelingen De school kenmerkt zich door een open toelatingsbeleid en draagt door de samenstelling van de raad van toezicht, het benoemingsbeleid, dag- en weekindeling en andere gemaakte keuzes een reformatorisch karakter. Dit is een continuïteit sinds 1971 toen de school veranderde van een hervormde school in een school met een meer interkerkelijk karakter.
Onze school hecht veel waarde aan het overdragen van Bijbelkennis, elementen uit de gereformeerde geloofsleer en uit de christelijke traditie. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan het overdragen van christelijke waarden en normen en christelijk burgerschap. Bij methodekeuzes wordt door de rvt gekeken naar de identiteit van de methodes. Niet altijd lukt het om een methode te kiezen die voluit voldoet aan de keuzes die geheel passen bij een christelijke leefstijl. Het uitgangspunt is echter dat de identiteit van de school niet wordt bepaald door de methode maar door de leerkracht, die de gelegenheid heeft om hierover met de leerlingen in gesprek te gaan. Belang wordt gehecht aan het opvoeden van kinderen tot christelijke burgers. Participatie in de samenleving en de dorpsgemeenschap is van belang. Zo werkt de school o.a. mee aan zanguurtjes in samenwerking met de hervormde gemeente en draagt de school bij aan de kranslegging op 4 mei. Bewust wordt ernaar gestreefd om kinderen zich in te laten zetten voor de minderbedeelde naaste. Elke maandag brengen kinderen ‘zendingsgeld’ mee dat bestemd is voor een goed doel van een christelijke organisatie. Zo spaarde de onderbouw in het schooljaar 2013-2014 voor een project van de familie Van Kruistum en onze leerling Rick op Bonaire. In het cursusjaar 2014-2015 wordt er door de teams gespaard voor een project van de MAF (Mission Aviation Fellowship) en voor een project van HOE (Hulp Oost-Europa).
3. Onderwijs
Algemeen Het onderwijs op onze school is voortdurend in ontwikkeling. De laatste jaren leggen we de nadruk op een breed onderwijsaanbod met een zo efficiënt mogelijke aanpak. Leraren zijn er op getraind om het onderwijs in hun groep met grote onderlinge verschillen zo goed mogelijk te organiseren. Zo is – in ieder geval bij het vak rekenen – een structuur ingevoerd waarbij de groep verdeeld is in drie niveaugroepen die elk op een eigen wijze instructie krijgen: beperkte instructie voor de sterke leerlingen, algemene instructie voor de gemiddelde leerlingen, extra instructie voor de zwakkere leerling. Indien nodig vindt nog remedial teachting buiten de klas plaats.
Leerlingenzorg Meer en meer aandacht en expertise wordt ontwikkeld voor leerlingen met een sociaalemotionele problematiek. We vinden het belangrijk dat ook deze leerlingen zich welbevinden op onze school. Dat vraagt soms specifieke kennis en vaardigheden. Leraren worden geschoold om hierin hun handelingsbekwaamheid te vergroten. In 2013 hebben veel
leraren gekozen voor een cursus die past bij hún behoefte én de ontwikkeling van de school. Door de school is een ondersteuningsprofiel opgesteld dat is geactualiseerd in augustus 2014. In dit ondersteuningsprofiel is beschreven welke expertise we hebben en wat de ambities voor de komende jaren zijn. Daarnaast is in 2014 onder leiding van de IB-ers het ondersteuningsteam opgericht: een zorgteam dat bestaat uit functionarissen van verschillende expertises (schoolmaatschappelijk werker, orthopedagoog, orthodidact, jeugdarts) en dat enkele keren per jaar bijeenkomt om leerlingen met ondersteuningsbehoeften te bespreken en beleid uit te zetten voor de verdere implementatie van passend onderwijs op onze school. Eind 2014 kwam tevens het verzoek van de huisarts om te mogen aansluiten bij het ondersteuningsteam.
Methodes 2014 was een belangrijk jaar in het kiezen van nieuwe lesmethodes. In augustus is gestart met het werken met TaalActief 4 in de groepen 4 t/m 8. Deze methode volgde de sterk verouderde TaalActief 2 op en het blijkt dat er flinke hiaten zijn in de kennis van kinderen vanwege het pittige aanbod in de nieuwe methode. Door in het team telkens te bespreken hoe wij omgaan met aanbod, normering en becijfering proberen we in de komende anderhalf jaar de achterstanden zoveel mogelijk in te lopen. Een eerste succes werd al zichtbaar bij de methode-onafhankelijke toetsen in januari 2015, waar met name de spellingresultaten een mooie groei te zien gaven. In groep 3 werden twee nieuwe methoden ingevoerd: Lijn 3 als methode voor aanvankelijk lezen en Klinkers voor het schrijfonderwijs. Beide methoden zijn afkomstig van Malmberg en zijn dit cursusjaar voor het eerst op de markt. Zowel bij leerkrachten, kinderen als ouders bestaat grote tevredenheid over het werken met de methode en de behaalde (lees)resultaten in januari 2015. In de groepen 4 t/m 7 is de christelijke muziekmethode Meer met Muziek ingevoerd. Hierdoor krijgen onze muzieklessen een nieuwe impuls en willen we recht doen aan een optimale ontwikkeling van elk kind. Subsidies In 2014 ontvingen we voor het tweede achtereenvolgende jaar van de gemeente Ede aanzienlijke subsidiebedragen voor VVE (voor- en vroegschoolse educatie) en voor het inrichten van een kansklas. Sinds voorjaar 2013 hebben we in de school een kansklas voor leerlingen die mogelijk niet het eindniveau van groep 8 halen op verschillende gebieden. In de kansklas worden ze op meer individuele manier geholpen om toch het uiterste van hun capaciteiten te bereiken. Momenteel wordt er in de kansklas gewerkt met een groepje rekenkinderen en met een grotere groep kinderen die moeite heeft met spelling. Of spelling op de langere termijn de juiste problematiek is om aan te pakken in de kansklas wordt nog
bezien. Begin 2015 worden er plannen ontwikkeld om een groepje leeszwakke kinderen te helpen bij het ontwikkelen van vaardigheden in begrijpend lezen. In 2014 startte op één moment in de week een plusklasje in de kansklas: taalsterke kinderen worden uitgedaagd om hun leerplezier te vergroten door aan de slag te zijn met jeugdliteratuur en nieuws. De subsidie voor VVE is bedoeld om de taalontwikkeling bij het jonge kind, in de voorschool en in de onderbouw, te stimuleren. Er zijn in de loop van het jaar activiteiten in gang gezet die erop gericht zijn de woordenschat sterk te vergroten, in een gemeenschap waar taalontwikkeling in de gezinnen niet altijd vanzelfsprekend is.
Resultaten De ontwikkelingen in de aanpak van het onderwijs in de laatste jaren heeft vruchten afgeworpen. Een goede organisatie, bekwame onderwijsgevenden, een heldere visie en een werkwijze waar zoveel mogelijk gehaald wordt uit elke individuele leerling leidt tot een hoger leerrendement. Dit is zichtbaar geworden in de onderwijsresultaten voor diverse vakgebieden. Leerkrachten en overige teamleden mogen ervaren dat de inspanningen die zij verrichten ook daadwerkelijk leiden tot een goed eindresultaat. In de kleuterbouw is er sprake van een sterk en samenhangend beredeneerd aanbod waardoor de kleuters al heel veel leren op het gebied van voorbereidende rekenvaardigheden, gecijferdheid en geletterdheid en woordenschatontwikkeling. Het aanbieden van een vergroot repertoire aan taalontwikkeling en rekenvaardigheden bij kleuters is verantwoord mits de wijze van aanbieden aansluit bij de ontwikkelingsfase van het kind. Kinderen van 4 en 5 jaar kunnen al heel veel leren, maar zijn op bepaalde gebieden ook nog niet toe aan bepaalde leerstof. Door ons te verdiepen in wat wel en niet ‘landt’ bij het kind, willen we het leerrendement verhogen door kinderen zoveel mogelijk plezier te laten beleven aan leren. In de groepen 3 t/m 8 zien we dat we met name bij rekenen hoog scoren: veel kinderen scoren veel hoger dan van onze schoolpopulatie verwacht mag worden. De rekencoördinator vervult een belangrijke rol in de ontwikkeling van het rekenonderwijs: regelmatig gaat zij met de collega’s in gesprek om met elkaar de fijne kneepjes van het vak te bespreken. Ook de resultaten bij technisch lezen en begrijpend lezen zijn doorgaans naar tevredenheid. De spellingresultaten blijken begin 2015, zoals eerder vermeld, een mooie groei te laten zien. We verwachten dat dit het resultaat is van de invoering van de nieuwe taalmethode. Het meest verrast zijn we de laatste jaren telkens door onze eindresultaten: de citotoets van groep 8 liet in 2014 voor de derde keer een score boven de bovengrens zien. Cito eindtoets
jaar ondergr. land.gem bovengr. SmdB 2011 529,7 531,7 533,7 530,4 2012 529,7 531,7 533,7 534,2 2013 529,7 531,7 533,7 537,6 2014 530,1 532,1 534,1 537,3
Cito eindtoets
540 538
536
ondergr. land.gem
534
bovengr.
532
SmdB
530
528 2011
2012
2013
2014
In de tabel en de grafiek zien we diverse cijfers die aangeven hoe onze school scoort en wat de normen zijn. In het laatste jaar zien we dat de normen heel licht hoger worden. Dit heeft te maken met het aantal gewichtleerlingen op onze school: hoe meer ouders met een lage opleiding, des te soepeler word je beoordeeld als school. De grafiek laat zien dat het percentage ouders met een lage opleiding in 2014 wat lager ligt dan daarvoor. Temeer daar de school in de jaren vóór 2011 diverse malen onder de ondergrens scoorde, geven de huidige ontwikkelingen reden tot veel dankbaarheid. Uiteraard zeggen onderwijsresultaten niet alles over de kwaliteit van de school. Er is meer dat van belang is. Sociale vaardigheden, onderling respect, een prettig werkklimaat, een brede persoonlijke vorming van elk kind op alle gebieden zijn eveneens en misschien nog wel meer van belang. Dat zijn zaken die moeilijker meetbaar zijn, maar die toch van essentieel belang zijn. In andere hoofdstukken komen we daarop terug. Het is interessant om te weten te komen of hoger leerrendement ook gevolgen heeft voor de niveaukeuze voor het voortgezet onderwijs. We stellen voorzichtig dat dat nog niet direct zichtbaar is in de adviezen voor het vo. De leerkrachten van groep 8 blijven vooralsnog aan de veilige kant richting de advisering naar ouders en vo. Mocht blijken dat onze leerlingen in de eerste drie jaar van het vo regelmatig opstromen naar een hoger niveau, dan zullen onze adviezen daarop afgestemd moeten worden. Wel merken we dat onze leerlingen het op het vo goed doen bij toetsen: van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap ontvangen we regelmatig terugkoppelingen waaruit blijkt dat onze leerlingen op reken- en taalniveau
alsmede op Engelse vaardigheden hoger scoren dan de gemiddelde Fruytierleerling. Begin 2015 komen soms geruchten van oud-leerlingen binnen dat ze binnen het vo een opstroomadvies hebben gekregen. Het blijkt dat ze het in het vervolgonderwijs goed doen en dat ze een goede basis hebben meegekregen in Wekerom. In toenemende mate wordt gewerkt aan meer transparantie met betrekking tot de resultaten van het onderwijs. Scholen moeten zich verantwoorden over hun resultaten. Wij verantwoorden de resultaten van ons onderwijs in de nieuwsbrief, op ledenvergaderingen, aan de MR, tijdens avonden waarop we ouders inlichten over de nieuwe groepsindeling en in de schoolgids. In onze nieuwsbrief hebben we de ouders ingelicht over het inspectierapport en hebben we hen naar de site van de inspectie verwezen. Daarnaast geven we in onze nieuwsbrief een terugkoppeling en toelichting op de tevredenheidsenquête die we bij ouders afnemen. In 2013 is er ook landelijk een forse impuls gegeven aan verdere openbaarmaking van resultaten van het onderwijs. Zo publiceert RTLnieuws sinds september 2013 de citoscores van elke school op zijn website en sinds november 2013 is de site ‘Scholen op de kaart’ online, die een aantal kengetallen aangeeft, waaronder de cito-eindresultaten. In 2014 staat onze school op de derde plaats in de gemeente Ede op de – niet geheel onomstreden – ranglijst van RTLnieuws.
4. Personeel
Samenstelling team Het aantal personeelsleden op onze school schommelt meestal tussen de 25 en de 30. Moest er door krimp in de jaren 2009 tot en met 2012 jaarlijks bezuinigd worden in de uitgaven aan personeelskosten, in 2014 hoefde dit niet. Ons team heeft te maken – evenals vele andere basisscholen – met een groot aantal parttimers. Vier groepen in de school hadden een leerkracht die de hele week aanwezig is, vijf groepen hebben te maken met een duoleraarschap. In de meeste gevallen betreft dit een duoschap met een verhouding van vier dagen tot één of anderhalve dag. Het beleid van de school is er op gericht om het aantal parttimers beperkt te houden.
Benoemingen, afscheid, jubilea In 2014 was er enkele keren sprake van benoemingen voor tijdelijke vervanging zoals bij zwangerschapsverloven. Daarnaast was er in de laatste maanden sprake van benoeming door vervanging in verband met langer durende ziekte van een collega. In november 2013 namen we afscheid van onze native speaker voor het vak Engels. Na haar vertrek waren tijdelijk twee andere
native speakers in dienst. Zij namen echter weer afscheid door het kiezen voor een andere baan of het volgen van een studie. Sinds november 2014 is er aan de school een vakleerkracht bewegingsonderwijs verbonden. Zij wordt vanuit een pay-roll organisatie gedetacheerd naar onze school omdat steeds meer jonge leerkrachten de bevoegdheid voor het geven van bewegingsonderwijs ontberen. We namen in november afscheid van onze native speaker in verband met haar vertrek naar het buitenland. In 2014 vonden geen ontslagen plaats.
Verzuim Het verzuimpercentage in 2014 lag op onze school ruim beneden het landelijk gemiddelde. Er was sprake van twee langer durende ziektegevallen: één collega die door een operatie zes weken thuis moest blijven en één collega die kampte met een gebrek aan energie. Begin 2015 kon deze laatste collega weer re-integreren naar 100%. Een collega was langere tijd uitgeschakeld door een zwangerschapsverlof dat langer duurde dan gewoonlijk vanwege grote zorgen rondom het kindje die resulteerde in een vroeggeboorte. Het meeleven in deze periode vanuit team en ouders was intensief en gelukkig mogen we nu vaststellen dat de ontwikkeling voorspoedig verloopt. De collega mocht aan het begin van het nieuwe cursusjaar weer een start maken.
Het vak leren Regelmatig komen stagiaires onze school binnen. In 2014 was er sprake van stagiaires van het Hoornbeeckcollege op het gebied van helpende welzijn of onderwijsassistentie. Van de Pabo de Driestar kwamen enkele stagiaires uit Pabo 3 hun onderwijsvaardigheden in de praktijk vergroten. Tevens boden we plaats aan een lio-stagiaire: in de eerste helft van het jaar 2014 nam zij de instroomgroep voor haar rekening. Alle stagiaires konden hun stage met goed gevolg afronden.
Scholing en professionalisering In 2014 volgden we een gezamenlijke teamcursus voor het ontwikkelen van onze basisvaardigheden voor Engels. Deze cursus bestond uit vijf bijeenkomsten en werd geleid door een zeer enthousiaste cursusleider die ons onderdompelde in een bad vol Engels. Verder werd door het onderbouwteam een cursus motorische ontwikkeling op poten gezet die begin 2015 startte. Daarnaast volden veel collega’s individuele cursussen op een ontwikkelgebied dat past bij de ontwikkeling van de school, bijvoorbeeld het omgaan met leerlingen met een ondersteuningsbehoefte op sociaal-emotioneel gebied. Twee onderbouwcollega’s volgden de bekende en gedegen cursus Met sprongen vooruit, een cursus die ingaat op een rijk aanbod van getallen en rekenen in groep 1 en 2. De rekencoördinator volgt een grotere opleiding op haar eigen expertisegebied. Daarnaast volgden in 2014 enkele collega’s een individueel begeleidingstraject op het vergroten van vaardigheden en op het gebied van de persoonlijke en professionele ontwikkeling. De directeur-bestuurder schoolde zich via congressen en bijeenkomsten die veelal werden georganiseerd door de VGS. De middelen voor scholing en professionalisering werden betrokken uit de prestatiebox.
In het cursusjaar 2013-2014 werden voor het eerst beoordelingsgesprekken gevoerd met alle collega’s. Dit werd gedaan aan de hand van een vooraf vastgesteld beoordelingsformulier waarop alle zeven leerkrachtcompetenties worden uitgewerkt in een aantal criteria. Aan de hand van deze beoordelingsgesprekken werden waar nodig scholings- en begeleidingstrajecten in gang gezet.
Tevredenheid Elk jaar wordt een korte tevredenheidsenquête afgenomen onder de teamleden. De collega’s kunnen hun mening over de school geven op een zestal vragen. De resultaten laten een licht stijgende lijn zien. We zien in de score van begin 2015 dat het vertrouwen in het team opnieuw enkele tiende punten is toegenomen.
5. Huisvesting en ICT
Gebouw en terrein In 2014 vonden kleine onderhoudsreparaties plaats aan ons schoolgebouw. In het voorjaar werd het kleuterplein uitgebreid met een aantal nieuwe speeltoestellen van robiniahout om het spelen van kleuters te bevorderen. Om iets meer beslotenheid te creëren werd een beukenhaag geplant. Er vond een klein onderhoud plaats aan het buitenschilderwerk: alle buitendeuren werden voorzien van een nieuwe laag. In 2016 staat een grotere onderhoudsbeurt gepland van zowel buiten- als binnenschilderwerk. Omdat de realisatie van de begroting 2014 niet negatief verliep, besloten we eind 2014 tot het aanbrengen van zonwering (screens) aan de pleinkant van het gebouw. Ondanks dat het niet de zonkant is, ervaren de leerkrachten de lichtinval toch als hinderlijk, met name in verband met het gebruik van het digibord. Tevens werden eind 2014 twee beveiligingscamera’s aangebracht op het plein, zodat er meer zicht is op vandalisme en kleine criminaliteit. Een inbraak in november 2014 leidde tot forse vernieling aan een raamkozijn in een van de kantoren. Door het reparatiewerk van een plaatselijke schilder en het aanbrengen van nieuw hang- en sluitwerk, konden de kosten beperkt worden gehouden. Het ontvreemde geldbedrag à ca. € 200,- voor goede doelen werd door een anonieme ouder aan de school vergoed.
ICT In mei 2014 werden alle computersystemen vervangen omdat het bestaande systeem niet voldoende was toegerust voor de overgang naar Windows 7. Daarnaast werd er besloten tot het uitbreiden van het wifi-netwerk en eind 2014 tot het vervangen van de beamers in de klaslokalen, waarvan de realisering begin 2015 plaatsvond. Bij de keuze voor nieuwe beamers in plaats van het overgaan op touchscreens hebben prijstechnische factoren de doorslag gegeven: de digiborden zijn, hoewel zes jaar oud, nog in goede staat en verwacht wordt dat zij nog een periode van vijf jaar kunnen functioneren. Door de keuze van internetdata via UPC zijn veel capaciteitsproblemen opgelost. In de regio wordt actie gevoerd voor het (versneld) aanleggen van glasvezel, maar de internetverbinding via UPC voldoet tot nu toe. Door het toepassen van steeds zwaardere webbased softwareprogramma’s bij steeds modernere lesmethoden, blijven we nadenken over hoe we problemen voor kunnen zijn. Ook blijkt niet alle onderwijssoftware compatibel te zijn bij de nieuwe microsoftoplossing voor ons leerlingnetwerk. De ICT-aanbieder is begin 2015 nog bezig om dit probleem op te lossen. Andere scholen met dezelfde oplossing ervaren ditzelfde probleem.
6. Externe relaties
Verantwoording Intern verantwoordt de directeur/bestuurder de belangrijkste gegevens aan de rvt. Sinds 2013 maken we gebruik van de diensten van VGS Adivio voor onze administratieve ondersteuning. Door een zgn. controllerabonnement ontvangen we ca. tien keer per jaar een overzicht van de realisatie van de begroting. Hierover zijn we erg tevreden. Aan ouders, leden, MR en andere belanghebbenden worden keuzes gemaakt in de informatievoorziening. Oudertevredenheid Jaarlijks in januari wordt een korte enquête afgenomen die de tevredenheid onder ouders peilt. We zien dat de cijfers die de ouders ons geven de laatste jaren aardig stabiel zijn. Begin 2015 laten de scores die de ouders ons geven op nagenoeg alle gebieden van de vraagstelling een lichte stijging zien. Op sommige gebieden, zoals bijvoorbeeld het vertrouwen in de kwaliteit van het onderwijs, is er zelfs een vooruitgang van 2/10 punt te zien.
Officiële klachten zijn in 2014 niet ingediend. Ouders weten zich meestal tevredengesteld na afhandeling of besluiten niet door te gaan naar een hoger orgaan.
Samenwerking De school maakte deel uit van het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School, vanaf 1 augustus 2014 is dit het reformatorisch samenwerkingsverband Passend Onderwijs Berséba. Verder is de directeur/bestuurder aanwezig bij de bijeenkomsten van BO3, het overlegorgaan van de gemeente Ede met de onderwijsinstellingen binnen de gemeente. Door de beschikbaarstelling van diverse subsidies die we als school hebben aangevraagd, is er sprake van toenemend intensief overleg en verantwoording van de ontvangen middelen. Daarnaast participeert de directeur/bestuurder in een commissie die de tweejaarlijkse Edese Onderwijsdag organiseert. Als christelijke school kunnen we zo van belang zijn voor de invulling van deze dag. Tenslotte is er op directieniveau veel contact met zes scholen in de provincie Gelderland, waarmee we ons verwant voelen. Het collegiale overleg tussen de directeuren van deze scholen in Lunteren (De Valk en Ruitenbeek), Harskamp, Speuld, Bennekom en Doetinchem leiden tot expertisevergroting, het van betekenis zijn voor elkaar in het uitwisselen van documenten (niet iedereen hoeft het wiel uit te vinden) en stemmen tot tevredenheid. Drie keer per jaar is er een intervisiemoment tussen deze directeuren, waarbij we rouleren van locatie. Op bestuursniveau is er ca. eens per jaar overleg over mogelijke verdere samenwerking in de toekomst. In de laatste bijeenkomst in februari 2014 adviseerde onze besturenorganisatie VGS om actief na te denken over samenwerkingsvormen.
Huisstijl De huisstijl van de school is ingevoerd in 2011 bij de ingebruikname van het nieuwe schoolgebouw. Enige tijd later werd de nieuwe website in gebruik genomen. Eind 2014 onderging de website een facelift door het vervangen van foto’s en een aantal spreuken. Een aantal collega’s benut trouw de mogelijkheid om via de groepspagina inzicht te geven wat we doen in de klas, door middel van foto’s en tekst.
Financieel Analyse van het nettoresultaat Realisatie 2014 (A)
Begroting 2014 (B)
x € 1.000
x € 1.000
[ A -/- B ]
Baten 1.081
1.073
8
(B2) Overige overheidsbijdragen
55
50
5
(B3) Overige baten
67
44
23
1.203
1.166
36
939
914
25
(L2) Afschrijvingen
53
47
6
(L3) Huisvestingslasten
58
40
18
126
106
20
1.176
1.107
69
27
59
-32
5
8
-3
32
67
-35
(B1) Rijksbijdragen
Totaal baten Lasten (L1) Personele lasten
(L4) Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten Nettoresultaat
Het verslagjaar 2014 werd gekenmerkt door een resultaat van circa 32.000 euro, daar was gerekend met een resultaat van circa 67.000 euro. Het resultaat is opgebouwd uit een positief resultaat van circa 49.000 euro op schoolniveau en een negatief resultaat van circa 17.000 euro inzake de vereniging. De negatieve afwijking van circa 35.000 euro ten opzichte van de begroting had verschillende oorzaken, waarvan de belangrijkste hieronder worden toegelicht. De afwijking op de rijksbijdragen heeft een aantal oorzaken: in de realisatie is reeds een deel van de extra gelden verwerkt, dit leidt tot een positieve afwijking van circa 3.500 euro. Genoemde baten waren grotendeels begroot. Daarnaast zijn, conform wetgeving, de ontvangen gelden vanuit het
nieuwe samenwerkingsverband hier verantwoord. Het gaat om circa 16.000 euro. Er treedt hier enige verschuiving op met de overige baten. Hier staat tegenover dat de inkomsten vanuit leerlinggebonden financiering lager zijn dan begroot (circa 11.000 euro). Laatst genoemde wordt gecompenseerd door de gelden vanuit het nieuwe samenwerkingsverband. De overige overheidsbijdragen betreft inkomsten vanuit de gemeente, dit betreft met name VVEgelden en gelden voor schoolbegeleiding en kansklas/zorgklas. De bijdrage ligt circa 5.000 euro hoger dan begroot. De gerealiseerde overige baten zijn circa 23.000 euro hoger dan begroot. Dit betreft realisatie van overige baten personeel (circa 8.000 euro), verhuur (circa 5.000 euro) daarnaast zijn de verenigingsbaten ook hoger dan begroot. De opbrengsten van de acties zijn hier verantwoord (circa 13.000 euro). De afwijking op de loonkosten bedraagt circa 25.000 euro. Dit betreft voor circa 16.000 euro hogere loonkosten en voor circa 9.000 euro aan hogere overige personele lasten. De hogere loonkosten worden met name veroorzaakt door extra inzet, als gevolg van de splitsing van een groep aan het einde van schooljaar 2013/2014. De gerealiseerde afwijking op de overige personele lasten betreft met name extra kosten inzake nascholing, schoolontwikkeling en bedrijfsgezondheidszorg. In 2014 is er fors geïnvesteerd in o.a. ICT, dit heeft gevolgen voor de afschrijvingslasten. Voor de huisvestingslasten geldt dat de realisatie circa 18.000 euro hoger ligt dan begroot. Dit betreft realisatie van niet begrote lasten inzake huur (Kulturhus), daarnaast zijn er diverse kleinere afwijkingen gerealiseerd. Op de overige instellingslasten is eveneens een afwijking van circa 20.000 euro gerealiseerd. Dit betreft grotendeels de hogere realisatie van de verenigingslasten, wat betrekking heeft op diverse kosten rondom leerling activiteiten. Hiervoor is bewust geen ouderbijdrage geïnd.
Financiële positie ACTIVA
Ultimo 2014
Ultimo 2013
Ultimo 2012
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
-
-
-
Materiële vaste activa
478
450
475
Financiële vaste activa
-
-
-
478
450
475
-
-
-
Immateriële vaste activa
Totaal vaste activa Voorraden
95
55
110
Liquide middelen
582
624
446
Totaal vlottende activa
677
678
556
1.155
1.128
1.031
Ultimo 2014
Ultimo 2013
Ultimo 2012
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Vorderingen
Totaal activa
PASSIVA
201
152
14
Bestemmingsreserves publiek
-
-
15
Bestemmingsreserves privaat
785
802
820
Eigen vermogen
986
954
850
50
47
47
Langlopende schulden
-
-
-
Kortlopende schulden
119
127
134
1.155
1.128
1.031
Algemene reserve
Voorzieningen
Totaal passiva
Dankzij de relatief hoge investeringsgraad is de waarde van de activa gestegen tot circa 478.000 euro. Onder het kopje investeringen wordt dit verder toegelicht. Het positieve resultaat over 2014 zorgt ervoor dat de waarde van het eigen vermogen is toegenomen, waarbij de bestemmingsreserve privaat gedaald is als gevolg van het negatieve resultaat bij de vereniging. Voor de voorzieningen geldt dat er in totaal 10.000 euro gedoteerd is, de onttrekking bedraagt circa 7.200 euro en heeft voornamelijk betrekking op onderhoud. Financiële kengetallen Met behulp van een aantal kengetallen kan een verdere beoordeling worden gegeven van de financiële positie. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2011, 2012 en 2013, wordt tevens de algemene adviesnorm weergegeven.
Kengetal
Norm
2014
2013
2012
Liquiditeit
2,00
5,68
5,32
4,16
Solvabiliteit
0,50
0,85
0,85
0,82
Rentabiliteit
n.v.t.
2,63%
8,53%
-7,65%
Weerstandsvermogen (bestuursniveau)
n.v.t.
47,02%
45,58%
35,96%
15,00%
-3,59%
-3,70%
-16,96%
Kapitalisatiefactor incl. privaat vermogen
max.60%
75,94%
70,99%
67,98%
Kapitalisatiefactor excl. privaat vermogen
max.60%
31,30%
26,84%
18,99%
Weerstandsvermogen (schoolniveau)
Ondanks de negatieve kasstroom steeg de liquiditeit naar 5,68. Oorzaak hiervan is met name de daling van de kortlopende schulden. Zowel de liquiditeit als de solvabiliteitsratio voldoen ruimschoots aan de gestelde adviesnorm. Het positieve resultaat leidde verder tot een rentabiliteitsratio van 2,63%. Het weerstandsvermogen liet zowel op bestuursniveau als op schoolniveau een stijging zien naar waarden van respectievelijk 47,02% en -3,59% als gevolg van een stijging van het eigen vermogen. Het verschil tussen beide laat zien dat de reserves op bestuursniveau worden aangehouden. De waarde van de kapitalisatiefactor bedraagt geconsolideerd circa 76%. Dit is ruimschoots boven de norm van 60%. Het kengetal weerstandsvermogen laat echter zien dat het vermogen op bestuursniveau wordt aangehouden. De kapitalisatiefactor exclusief privaat vermogen ligt dan ook ruim onder de norm van 60%. Investerings- en financieringsbeleid Zoals reeds eerder werd gesteld, kenmerkte het verslagjaar 2014 zich door een hoge investeringsgraad: er werd in totaal voor een bedrag van circa 80.000 euro geïnvesteerd in materiële vaste activa, bij een afschrijvingslast van 52.600 euro. De investeringen hebben voornamelijk betrekking op de aanschaf van ICT (server, PC’s en overige materialen). Daarnaast is er reeds voor circa 12.000 euro geïnvesteerd in een taalmethode en voor circa 16.000 euro in bijbehorende software. Hiervoor was totaal 20.000 euro begroot. Verder is er geïnvesteerd in methode lezen (bijna 7.000 euro) en diverse overige (circa 3.000 euro). De overige materiële vaste activa betreft de aanschaf van een nieuw speeltoestel en screens. Laatstgenoemde waren niet begroot. Het financieringsbeleid is er op gericht dat er geen gebruik behoeft te worden gemaakt van externe kredietverstrekkers. Alle investeringen zijn binnen dit beleid uitgevoerd. Treasury verslag In 2014 hebben er geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening en waar mogelijk voor een jaar vastgezet in hoger renderende deposito’s. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan.
Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze tegoeden. Om dit te waarborgen is door het bestuur een treasurystatuut opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling beleggen en belenen. Daarnaast is in dit statuut opgenomen wie welke verantwoordelijkheden op dit terrein heeft.
Toekomstperspectieven en continuïteit Toekomstige externe ontwikkelingen Bij het opstellen van de begroting 2015 en verder is gerekend met een aantal externe ontwikkelingen die hieronder kort beschreven worden. Extra middelen vanuit politieke onderwijsakkoorden Er is de afgelopen tijd sprake geweest van diverse berichtgeving rondom extra gelden voor het onderwijs. Lange tijd is onduidelijk geweest wat hier de concrete uitwerking hiervan zou gaan worden. Intussen is duidelijk dat er daadwerkelijk sprake is van structurele extra gelden die richting het onderwijs komen. Deze gelden zijn nu gebundeld in het bestuursakkoord, waarin verschillende ambities geformuleerd zijn voor de toekomst. Kortgezegd gaat het om: -
Uitdagend onderwijs, vernieuwing en ICT; Brede aanpak onderwijsverbetering; Professionele scholen; Doorgaande ontwikkellijnen.
Ook de reeds bestaande prestatiebox-middelen zijn in dit akkoord opgenomen. In de meerjarenbegroting is daarom structureel rekening gehouden met circa 55.000 euro per jaar oplopend naar 65.000 euro per jaar. Tegenover deze structurele extra middelen zullen ook extra uitgaven staan om de doelen uit het gesloten akkoord te kunnen realiseren. Veel van de geformuleerde doelstellingen sluiten echter ook aan op de lopende praktijk. Het zo lang mogelijk in stand houden van het huidig aantal groepen sluit ook aan bij deze doelstellingen. Nieuwe CAO primair onderwijs Begin 2015 is er een nieuwe cao voor het primair onderwijs tot stand gekomen. De effecten hiervan dienen gefinancierd te worden uit bovengenoemde extra middelen. Niet alle effecten zijn al volledig te overzien. Dit was bij het opstellen van de begroting ook nog niet het geval. Er is daarom zoveel mogelijk een doorrekening gemaakt van de oude situatie. In de begroting is wel rekening gehouden met de loonstijging van 1,2%. Passend Onderwijs & Zorg
De invoering van Passend Onderwijs is van start gegaan op 1 augustus 2014. Dit betekent dat de rugzakken zijn vervallen en de oude samenwerkingsverbanden opgeheven zijn. De zorgmiddelen worden momenteel ontvangen vanuit het nieuwe samenwerkingsverband Berséba. Bij het opstellen van de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de meerjarenbegroting van Berséba die oplopende bedragen laat zien. Decentralisatie groot onderhoud Een laatste belangrijke ontwikkeling is de doordecentralisatie van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud per jongstleden 1 januari 2015. Dit zorgt ervoor dat zowel de lasten van het buitenonderhoud als de bekostiging hiervoor overkomt naar de school. In de begroting is expliciet rekening gehouden met beide zaken. De lasten voor de komende jaren zijn geschat op basis van het recente onderhoudsplan. Gezien de status van het gebouw zijn hier op de korte termijn geen grote uitgaven te verwachten. De bekostiging die hier tegenover staat, bestaat uit een basiscomponent en een eenmalige overgangsregeling voor kleine scholen. In de begroting is met deze gelden ook rekening gehouden. Toekomstige interne ontwikkelingen
Teldatum
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Onderbouw
112
99
97
97
97
97
Bovenbouw
126
126
109
108
108
108
238
225
206
205
205
205
Functiecategorie
2014
2015
2017
2017
2018
Directie
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
Onderwijzend personeel
12,65
11,56
10,98
10,98
10,98
Onderwijsondersteunend personeel
1,68
1,79
1,41
1,41
1,41
Schoonmaak
0,82
0,78
0,78
0,78
0,78
Vervanging eigen rekening
0,13
0,35
0,35
0,35
0,35
Totaal
16,29
15,48
14,53
14,53
14,53
Totaal
Bovenstaande tabellen laten de verwachte ontwikkeling zien van het leerlingenaantal en ook van de inzet. Wat betreft het leerlingenaantal geldt dat na 2015 een stabiel aantal wordt verwacht. Vanaf 2013 betekent dit echter een krimp van 33 leerlingen. In de inzet is met deze zelfde ontwikkeling rekening gerekend. Desondanks wordt er vanaf 2016 alsnog een negatief resultaat verwacht. In de komende tijd zal dit verder worden uitgewerkt, om zo tot een sluitende begroting te komen.
Zoals bovenstaande reeds aangegeven is in de begroting rekening gehouden met de ontwikkelingen rondom de extra gelden en de cao. Daarnaast is gerekend met bovenstaande parameters wat gevolgen heeft voor de bekostiging en loonkosten. Benoemenswaardig is verder de ontwikkeling van de overheidsbijdragen (gemeente), hier treedt een verschuiving op tussen B2 en B3. Daarnaast is in de begroting nog eenmalig rekening gehouden met deze bijdrage omdat onbekend is hoe zich dit verder gaat ontwikkelen. Aan de materiële lastenzijde is min of meer hetzelfde beeld aangehouden, al zijn er voor 2015 wel specifiek een aantal budgetten opgenomen.
Staat van baten en lasten - begroting Realisatie
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
2017
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Baten (B1) Rijksbijdragen
1.081
1.069
1.025
1.004
(B2) Overige overheidsbijdragen
55
7
6
6
(B3) Overige baten
67
79
29
29
1.203
1.155
1.060
1.040
939
909
873
886
(L2) Afschrijvingen
53
55
57
54
(L3) Huisvestingslasten
58
46
44
44
125
121
114
114
1.175
1.131
1.088
1.098
28
24
-28
-58
5
8
8
8
33
32
-20
-50
Totaal baten Lasten (L1) Personele lasten
(L4) Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten Nettoresultaat
Balans
ACTIVA
Ultimo 2014
Ultimo 2015
Ultimo 2016
Ultimo 2017
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Immateriële vaste activa
-
-
-
-
Materiële vaste activa
474
445
388
340
Financiële vaste activa
-
-
-
-
474
445
388
340
-
-
-
-
54
54
54
54
Liquide middelen
586
651
670
673
Totaal vlottende activa
640
705
724
727
1.115
1.150
1.112
1.067
Totaal vaste activa Voorraden Vorderingen
Totaal activa
PASSIVA
Algemene reserve
Ultimo 2014
Ultimo 2015
Ultimo 2016
Ultimo 2017
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
182
223
211
170
Best. reserve publiek
-
-
-
-
Best. reserve privaat
784
774
766
757
Eigen vermogen
966
997
977
927
55
59
42
46
Langlopende schulden
-
-
-
-
Kortlopende schulden
93
93
93
93
Voorzieningen
Totaal passiva
1.115
1.150
1.112
1.067
Bovenstaande balans betreft een doorrekening van de meerjarenbegroting. Daarbij is rekening gehouden met de verwachte investeringen en ook met het verloop van de voorziening groot onderhoud. De kortlopende schulden en vorderingen zijn meerjarig gelijk gehouden. De balans van 2014 betreft een geprognosticeerde balans, gebaseerd op de cijfers tot en met september. Deze cijfers zijn dus niet gelijk aan de definitieve balans 2014. Risicobeheersing en intern toezicht Ten einde de risico’s zoveel als mogelijk te beperken hanteert de school een planning en controle cyclus waarbij de directie samen met een controller van VGS Adivio de ontwikkeling van de financiële prestaties monitort en hier ook periodiek verantwoording over aflegt richting het bestuur. De basis voor de verantwoording wordt naast de realisatie gevormd door de meerjarenbegroting die voorafgaand aan elk jaar door de directie wordt opgesteld en ter fiattering aan het bestuur wordt voorgelegd. In deze meerjarenbegroting worden zo veel als mogelijk financiële risico’s onderkent en wordt beoordeeld in hoeverre acties nodig zijn. Daarnaast wordt ook het moment van het bestuursformatieplan gebruikt om financieel één en ander door te rekenen. Ten einde de interne risico’s zoveel als mogelijk te beperken, is ten behoeve van de interne controle, de administratieve organisatie beschreven van de processen met een financieel risico. Hierin is de functiescheiding, overdraagbaarheid en betrouwbaarheid van informatie gewaarborgd. Tussen het bestuur en haar administratieve dienstverlener, VGS Administratie, is daarnaast een Service Level Agreement van toepassing. Binnen de school is aandacht voor risico’s, waarbij we voor de externe risico’s geïnformeerd worden door VGS Adivio. Voor de interne risico’s geldt dat er geen specifieke risicoanalyse is opgesteld. In de agenda voor 2015 is dit ook nog niet expliciet opgenomen. Als het gaat om risicobeheersing stelt het bestuur zich de komende periode ten doel om de verhoudingen tussen onderwijsontwikkeling, de zorgontwikkeling en de ontwikkeling van de onderlinge teamsfeer in goede banen te leiden. Voor het opvangen van de zogenaamde restrisico’s en onvoorziene calamiteiten gebruikt de school in haar financieel beleid onder andere het kengetal weerstandsvermogen om te zorgen dat er voldoende eigen vermogen beschikbaar is als risicobuffer. Voor de vaststelling van de hoogte van deze buffer is gebruik gemaakt van een standaardrisicoprofiel. Het aanbevolen weerstandsvermogen bedraagt hiermee 15%. De hierboven beschreven interne risicobeheersings- en controlesystemen hebben gezorgd voor het uitsluiten van bepaalde risico’s en het in kaart brengen van andere risico’s. Het gaat dan met name om financieel gerelateerde risico’s die blijken uit de meerjarenbegroting.
In de hierboven opgenomen meerjarenbegroting komen een aantal financiële risico’s tot uiting. De belangrijkste is de verwachte daling van het leerlingaantal. Dit zal mogelijk op termijn consequenties hebben voor de personele bezetting. Het bestuur is op de hoogte van de wet- en regelgeving op dit punt en zal periodiek monitoren of ingrepen noodzakelijk zijn. Zoals genoemd onder de externe ontwikkelingen spelen er een aantal onzekerheden. In de begroting zijn dan ook een aantal aannames gedaan als het gaat om de inkomsten vanuit de (lokale) overheid en de aanpassingen als het gaat om de cao en de risico’s die hieraan mogelijk verbonden zijn. In de hoofdstukken rondom onderwijszaken, beheersbeleid (waaronder huisvesting) en communicatie wordt verder ingegaan op niet-financiële risico’s. In het verslag van onze toezichthouder wordt verder ook ingegaan op de naleving van de code ‘Goed Bestuur’.