Structuuronderzoek schoonheidsverzorgingsbedrijf 2014
W.D.M. van der Valk Zoetermeer , juni 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
2
Schoonheidsverzorging naar hoger niveau: reactie van ANBOS op het onderzoek 7
3
De branche in cijfers
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14
Aantal ondernemingen en verdeling naar bedrijfstype Leeftijd van de ondernemingen Plaats waar het bedrijf wordt uitgeoefend Werkgelegenheid Stagiairs en vacatures Omzet Omzetsamenstelling Bedrijfsresultaat Bezit van vakdiploma’s Gebruik van de diensten van derden Automatisering, gebruik PIN-automaat en website Aanschaf en financiering van apparatuur Verkoopbevorderende activiteiten Problemen
4
Promotiecampagne en lidmaatschap ANBOS
4.1 4.2
Bekendheid en oordeel over de promotiecampagne Overweging om lid te worden en rol van de campagne daarin
9 9 10 10 11 12 12 14 17 19 19 20 22 23 23
27 27 27
3
1
Inleiding Dit rapport beschrijft de resultaten van het structuuronderzoek in het schoonheidsverzorgingsbedrijf dat in opdracht van de brancheorganisatie ANBOS is uitgevoerd. De uitkomsten van het onderzoek zijn gebaseerd op de antwoorden van ondernemers van wie het bedrijf per juli 2013 onder de rubriek 'schoonheidsverzorgingsbedrijf' bij de afdeling Registratie en Heffing van het Hoofdbedrijfschap Ambachten stond ingeschreven. In dit rapport zijn de gegevens van 398 geënquêteerde bedrijven verwerkt. De ondernemers zijn in maart van 2014 telefonisch benaderd, nadat hen een schriftelijke vooraankondiging was toegestuurd. Van de ondernemers met wie het mogelijk was om binnen de enquêteperiode contact te hebben, was 75% bereid om aan het onderzoek mee te werken. Het onderzoek waarvan in dit rapport verslag wordt gedaan vormt in belangrijke mate een update van de eerder in de branche uitgevoerde structuuronderzoeken , waarover in 2006 en 2010 is gerapporteerd. Hierdoor is het mogelijk om voor de belangrijkste kengetallen de ontwikkelingen te schetsen die zich in de afgelopen jaren hebben voorgedaan.
5
2
Schoonheidsverzorging naar hoger niveau: reactie van ANBOS op het onderzoek
Vijf jaar na dato is de branche opnieuw onder de loep genomen. Dit onderzoek toont aan dat de branche naar een steeds hoger niveau gaat. Het aantal ondernemers in de schoonheidsverzorging is in de laatste vijf jaren met ongeveer 1.000 toegenomen. De groei zit vooral bij gespecialiseerde en gecombineerde bedrijven. Daarnaast zien we een bescheiden krimp van de zogenoemde ‘basisbedrijven’. Deze ontwikkeling is verklaarbaar, omdat het aantal studenten met niveau 4 in het Middelbaar Beroepsonderwijs gestegen is. In het schooljaar 2006-2007 bedroeg hun aantal 261 en in 2012-2013 was dit maar liefst 1.586. Dit is zeker van invloed op de toename van met name de specialisatie acne (zie tabel 10). Opvallend is de bescheiden groei, of liever de afvlakking van het ‘ontharen’ (van 23% van de bedrijven in 2009 naar 25% in 2013). De blend- of diathermiemethode speelt hier vrijwel onverminderd een dominante rol en dat rechtvaardigt de eis dat deze methode onverbrekelijk onderdeel dient te zijn van de exameneisen van de opleiding Ontharingstechnieken. O mz e t Zowel de ontwikkeling van de omzet in 2013 als de verwachting voor 2014, vormen reden voor een bescheiden optimisme: in de vergelijking tussen 2012 en 2013 geeft het overgrote deel van de ondernemers aan dat de omzet gelijk is gebleven (36%), dan wel is afgenomen (30%). Voor 2014 is het beeld gunstiger: 42% verwacht dat de omzet toeneemt. Het overgrote deel is dan ook tamelijk tot zeer tevreden over het bedrijfsresultaat. G e sp ec ia l i se e rd e b ed r i jv en Vanuit voorgaande onderzoeken is al duidelijk dat de gespec ialiseerde bedrijven meer omzet behalen. Ook bij de stijging van de totale brancheomzet naar 318 miljoen euro is de groei met name te danken aan de gespecialiseerde bedrijven. De gemiddelde omzet over 2013 is € 29.600, de gemiddelde omzet van de bij ANBOS aangesloten ondernemers bedraagt over dat jaar €36.300. V e rk oo p be vo r de r en de a c t iv it e i te n Een opvallende verandering doet zich voor bij de verkoopbevorderende activiteiten. Waar voorheen het adverteren in huis-aan-huisbladen de grootste activiteit betrof, is dat nu verkoopbevordering via social media (49%). Het sponsoren van verenigingen en evenementen is een goede tweede (37%) en er heeft een verdubbeling plaatsgevonden bij de verkoopbevordering via e-mail (27%). K l a ch te n Zorgwekkend is het aantal ondernemers dat specialisaties uitoefent zonder over het juiste vakdiploma te beschikken. Van de gespecialiseerde ondernemingen is 17% in het bezit van het diploma ontharingstechnieken en 17% niet. De laatste groep volgt de instructie van de leverancier. Dat dit laatste niet toereikend is, blijkt uit de klachten die de Geschillencommissie Consumentenzaken bereiken: in alle gevallen waarin een klacht gegrond werd verklaard, betreft het behandelingen, uitgevoerd door niet gediplomeerde ondernemers! ANBOS blijft promoten dat de ondernemer in zich zelf moet (blijven) investeren door de vakdiploma’s specialisaties te behalen. Schoonheidsverzorging is nu eenmaal ‘een leven lang leren’. Registratie van dipl oma’s bij ANBOS is van belang voor de consument (AGB code en vergoeding zorgverzekeraars).
7
8
3 3.1
De branche in cijfers Aantal ondernemingen en verdeling naar bedrijfstype De branche omvat circa 10.750 ondernemingen, die op basis van de accenten in hun activiteiten als volgt in drie bedrijfstypen zijn onder te verdelen: -
circa 4.900 basisbedrijven. Bij de basisbedrijven komt ten minste 60% van de omzet voor rekening van het uitvoeren van basisbehandelingen. Specialistische behandelingen maken gemiddeld een zeer klein deel van de omzet uit. Met uitzondering van de verkoop van cosmetica en andere artikelen zijn ook de overige activiteiten van ondergeschikt belang;
-
ongeveer 3.400 gespecialiseerde bedrijven. Naast het uitvoeren van basisbehandelingen vormen specialistische behandelingen voor deze bedrijven een belangrijke activiteit. In vergelijking met het basisbedrijf wordt naar verhouding een groot deel van de omzet, minimaal 20%, uit specialistische behandelingen behaald;
-
zo'n 2.450 gecombineerde bedrijven. Bij deze bedrijven komt, naast de basisbehandelingen en de opbrengsten uit verkopen, een groot deel van de omzet uit andere activiteiten voort, waarvan voetverzorging gemiddeld genomen de belangrijkste is. Bij een beperkt aantal ondern emingen binnen het gecombineerde bedrijfstype ligt een sterk accent op (vinger)nagelverzorging dan wel op visagie.
Tussen 2005 en 2009 is het aantal bedrijven in de branche van met een kleine 7% toegenomen. De toename vond vooral plaats onder de gecombineerde bedrijven. Het basisbedrijf vormde in 2009 nog steeds veruit het meest voorkomende bedrijfstype, maar procentueel was het belang binnen de branche in de periode 2005-2009 iets afgenomen. Van 2009 op 2014 nam het aantal bedrijven branchebreed gezien no g eens met 10% toe. Op het niveau van de afzonderlijke bedrijfstypen verschilde de ontwikkeling van het aantal bedrijven sterk. Het aantal basisbedrijven nam licht af, maar is nog steeds het veruit meest voorkomende bedrijfstype. Het aantal gecombineerde bedrijven ontwikkelde zich ongeveer overeenkomstig het branchegemiddelde. Het belang van het gespecialiseerde bedrijf nam in de afgelopen 5 jaar spectaculair toe. Getalsmatig was er sprake van een toename van maar liefst 35% (zie tabel 1).
tabel 1
Aantal ondernemingen en verdeling naar bedrijfstype 2005, 2009 en 2014 aantal bedrijven
percentage
bedrijfstype
2005
2009
2014
2005
2009
2014
Basisbedrijf
5.000
5.000
4.900
54
51
45
Gespecialiseerd bedrijf
2.350
2.500
3.400
26
26
32
Gecombineerd bedrijf
1.800
2.250
2.450
20
23
23
Totaal
9.150
9.750
10.750
100
100
100
Bron: Panteia/EIM 2014.
9
3.2
Leeftijd van de ondernemingen De gemiddelde leeftijd van de bedrijven is in de loop van de tijd iets toegenomen (zie tabel 2). Aan kleinere verschillen moet niet teveel betekenis worden toegekend omdat de enquêtes van de diverse onderzoeken op verschillende momen ten in het jaar zijn uitgevoerd en de leeftijd van de bedrijven berekend is als het verschil tussen het jaar van onderzoek en het startjaar. tabel 2
Leeftijdsverdeling van de bedrijven 2005, 2009 en 2014 (2014 ook naar bedrijfstype) 2014
leeftijd
basis
gespecialiseerd
gecombineerd
totaal
totaal
totaal
2009
2005
in procenten van het aantal bedrijven 0 jaar
1
0
0
1
5
6
1 jaar
7
3
6
5
6
10
2 jaar
6
8
12
8
8
7
3 jaar
9
2
8
6
9
9
4 of 5 jaar
7
12
8
9
11
9
6 t/m 10 jaar
17
21
19
19
17
21
11 t/m 15 jaar
16
13
11
14
14
11
16 t/m 20 jaar
12
9
9
11
9
7
21 t/m 25 jaar
9
12
16
11
8
7
16
20
11
16
13
13
100
100
100
100
100
100
gemiddeld startjaar
1999
1999
2001
2000
1997
1994
gemiddelde leeftijd
15
15
13
14
12
11
ouder dan 25 jaar totaal
Bron: Panteia/EIM 2014.
3.3
Plaats waar het bedrijf wordt uitgeoefend De veruit meest voorkomende plaats waar het bedrijf wordt uitgeoefend is (net als in de voorgaande metingen) een speciaal daarvoor ingerichte ruimte in of bij het woonhuis. Een opvallende toename is echter te constateren bij het ambulant/ bij de cliënt aan huis uitoefenen van het beroep. De toename komt nagenoeg geheel voor rekening van het gecombineerde bedrijfstype (zie tabel 3).
10
tabel 3
Plaats(en) waar het bedrijf wordt uitgeoefend (meerdere antwoorden mogelijk); 2005, 2009 en 2014 (2014 ook naar bedrijfstype) 2014
plaats
basis
gespeciali-
gecombi-
seerd
neerd
totaal
totaal
totaal
2009
2005
in procenten van het aantal bedrijven In een speciaal daarvoor ingerichte ruimte in of bij het woonhuis
86
64
73
76
79
81
8
34
13
17
15
12
parfumerie of kapsalon
6
4
4
5
5
5
Ambulant, bij de cliënten thuis
8
4
26
11
5
3
(nog) ergens anders
3
1
9
4
3
2
In een zelfstandig bedrijfspand In een ander bedrijf, zoals een
Bron: Panteia/EIM 2014.
3.4
Werkgelegenheid De kleinschaligheid van de branche komt mede tot uitdrukking in het aantal personen dat per onderneming werkzaam is: in bijna 9 van de 10 gevallen betreft dit alleen de ondernemer zelf. Het gespecialiseerde bedrijfstype opereert beduidend vaker wat grootschaliger dan het basisbedrijf en het gecombineerde bedrijf (zie tabel 4).
tabel 4
Bedrijfsomvang in aantallen werkzame personen per 1 januari 2014 bedrijfstype
Aantal werkzame personen
basis
gespecialiseerd
gecombineerd
totaal
In procenten van het aantal bedrijven 1
94
68
93
85
2
5
14
4
8
3
0
7
2
3
meer dan 3
1
11
1
4
100
100
100
100
totaal Bron: Panteia/EIM 2014.
In totaal werkten er per januari 2014 in de branche circa 14.000 personen; ongeveer 1.000 meer dan 5 jaar geleden. Van 2013 op 2014 is een nauwelijks noemenswaardige afname van het aantal werkzame personen te zien, die op korte termijn weer teniet zal worden gedaan. Parttime arbeid komt in deze branche veelvuldig voor. De werkgelegenheid uitgedrukt in volledige arbeidsjaren ligt daardoor met 8.210 voltijdkrachten een stuk lager dan het aantal werkzame personen van 14.000 (zie tabel 5).
11
tabel 5
Aantal werkzame personen per 1 januari 2013, 2014, 2015 (verwachting), 2009 en 2005; verdeling naar fulltime en parttime krachten (2014); werkgelegenheid (2014, 2009 en 2005) omgerekend naar volledige arbeidsjaren bedrijfstype
omschrijving
basis
gespecialiseerd
gecombineerd
totaal
In aantallen werkzame personen Fulltimers (32 uur of meer per week)
940
2.500
730
4.170
Parttimers (12 t/m 31 uur per week)
2.720
2.640
1.510
6.870
Parttimers (minder dan 12 uur per week)
1.750
790
510
3.050
Totaal 2014
5.410
5.930
2.750
14.090
Totaal 2005
6.340
3.670
3.140
13.150
Totaal 2008
5.390
3.680
3.670
12.740
Totaal 2009
5.360
3.910
3.680
12.950
Totaal 2013
5.570
5.980
2.750
14.300
Totaal 2014
5.410
5.930
2.750
14.090
Totaal 2015 (verwachting)
5.410
6.230
2.800
14.440
In volledige arbeidsjaren Werkgelegenheid 2005
3.410
2.520
2.140
8.070
Werkgelegenheid 2009
2.810
2.750
2.340
7.900
Werkgelegenheid 2014
2.650
3.980
1.580
8.210
Bron: Panteia/EIM 2014.
3.5
Stagiairs en vacatures Per januari 2014 waren er in ongeveer 13% van de bedrijven (ongeveer 1.400 bedrijven) een of meer stagiairs werkzaam. Ten tijde van de uitvoering van de enquête stond er bij ongeveer 1% van de bedrijven een vacature openen.
3.6
Omzet De omzetten in de branche liggen –als vanouds- op een zeer bescheiden niveau, iets wat deels samenhangt met het veel voorkomende parttime ondernemerschap. Ondanks een afname in de allerlaagste omzetklassen, realiseerde 61% van de bedrijven in 2013 minder dan € 25.000,- omzet (exclusief BTW). Overigens lag het percentage in 2008 nog op 70% en in 2004 op zelfs 80%. De brancheomzet bedroeg in 2013 ruim 318 miljoen euro, en lag daarmee op een beduidend hoger niveau dan in 2008. De toename is in zijn geheel toe te schrijven aan het gespecialiseerde bedrijf, dat niet alleen in aantal ondernemingen toenam, maar ook qua gemiddeld omzetniveau (zie tabel 6). Overigens werd ook al in het onderzoek van 2010 bij het gespecialiseerde bedrijf schaalvergroting geconstateerd. Van 2012 op 2013 nam de brancheomzet iets af. Voor 2014 wordt weer een omzetplus verwacht die het dipje van 2013 meer dan goed zal maken. Deze ontwikkeling en verwachting worden ook weerspiegeld in de tabellen 7 en 8.
12
tabel 6
Omzetspreiding 2004, 2008 en 2013 (2013 ook naar bedrijfstype); omzetten 2004, 2007, 2008, 2012, 2013 en verwachting voor 2014 2013
omschrijving
basis
Omzetklasse x 1.000 euro
gespeciali-
gecombi-
seerd
neerd
totaal
totaal
totaal
2008
2004
in procenten van het aantal bedrijven
Minder dan 5
27
6
19
19
18
24
Van 5 tot 12,5
30
8
27
22
23
32
Van 12,5 tot 25
29
16
27
23
30
24
Van 25 tot 37,5
4
22
16
14
10
7
Van 37,5 tot 50
7
7
4
6
8
3
Van 50 tot 62,5
1
15
3
6
3
4
Van 62,5 tot 75
1
2
1
1
2
1
Van 75 tot 87,5
0
3
1
1
1
1
Van 87,5 tot 100
0
0
1
1
2
0
100 of meer
1
21
1
7
3
4
100
100
100
100
100
100
totaal
in euro’s Gemiddelde omzet 2004
20.600
42.000
34.900
28.900
Gemiddelde omzet 2008
14.800
48.500
30.200
27.000
Gemiddelde omzet 2013
14.900
57.400
20.200
29.600
Doorsnee omzet 2004 1
8.750
20.000
15.000
11.000
Doorsnee omzet 2008
11.000
32.000
14.900
13.200
Doorsnee omzet 2013
8.750
35.000
15.000
16.000
in miljoenen euro’s Totale omzet 2004
103
99
63
265
Totale omzet 2007
73
111
65
249
Totale omzet 2008
74
121
68
263
Totale omzet 2012
76
199
49
323
Totale omzet 2013
73
195
50
318
Totale omzet 2014 (verwachting)
74
210
52
336
Bron: Panteia/EIM 2014.
1
De doorsnee-waarde is het middelste getal in een reeks. Bijvoorbeeld: in de reeks van 15 getallen 1, 2, 2, 2, 3, 3, 4, 4, 4, 5, 6, 6, 6, 7, 8 vormt het achtste getal (de 4 dus) de doorsnee-waarde. In veel gevallen geeft de doorsnee-waarde een beter beeld van 'wat te doen gebruikelijk is' dan het rekenkundige gemiddelde, dat sterk beïnvloed kan worden door uitschieters.
13
tabel 7
Ontwikkeling van de omzet 2013 t.o.v. 2012 bedrijfstype
De omzet is:
basis
gespecialiseerd
gecombineerd
totaal
In procenten van het aantal bedrijven Toegenomen
21
35
44
31
Gelijk gebleven
38
36
30
36
Afgenomen
37
26
23
30
4
3
3
3
100
100
100
100
gecombineerd
totaal
Weet niet/wil niet zeggen Totaal Bron: Panteia/EIM 2014.
tabel 8
Verwachte ontwikkeling van de omzet 2014 t.o.v. 2013 bedrijfstype
De omzet zal:
basis
gespecialiseerd
In procenten van het aantal bedrijven Toenemen
36
54
42
43
Gelijk blijven
34
35
34
34
Afnemen
22
4
18
15
8
7
6
8
100
100
100
100
Weet niet/wil niet zeggen Totaal Bron: Panteia/EIM 2014.
3.7
Omzetsamenstelling O mz e tsa m en st e l l in g na a r a ct iv i te i te n Iets meer dan een derde deel van de brancheomzet komt voor rekening van de basisbehandeling. Basisbehandelingen vormen daarmee nog steeds het belangrijkste omzetaandeel, maar ‘verliezen’ in de loop van de jaren steeds meer terrein aan specialistische behandelingen. Het relatieve belang van de overige omzetcomponenten verandert in de loop der jaren nauwelijks (zie tabel 9). De accentverschillen tussen de bedrijfstypen komen in tabel 1 0 duidelijk tot uitdrukking. Bij de gecombineerde bedrijven valt, naast de bijdrage die 'overige activiteiten' aan de omzet hebben, het belang van voetverzorging op.
14
tabel 9
Gemiddelde omzetsamenstelling naar activiteiten 2005, 2009 en 2014 (2014 ook naar bedrijfstype) 2014
omschrijving
basis
gespeciali
gecom-
-seerd
bineerd
totaal
totaal
totaal
2009
2005
in procenten van de totaalomzet Basisbehandelingen schoonheidsverzorging
76
20
33
35
43
48
Specialistische behandelingen
5
42
5
28
19
16
Voetverzorging
3
6
17
7
8
6
Nagelverzorging
1
4
6
3
3
6
Visagie
1
2
11
3
3
2
13
23
17
20
20
16
1
3
11
4
4
6
100
100
100
100
100
100
Verkoop van cosmetica en andere artikelen Overige omzet Totaal Bron: Panteia/EIM 2014.
Het gedeelte bedrijven dat ontharen als gespecialiseerde handeling uitvoert is, na een forse toename van 2005 op 2009, in de afgelopen vijf jaar min of meer gestabiliseerd. Acne-behandelingen en het aanbrengen van permanente make–up worden daarentegen door een nog steeds verder toenemend deel van de bedrijven uitgevoerd (zie tabel 10). tabel 10
Uitgevoerde gespecialiseerde handelingen (bij elektrisch ontharen meerdere antwoorden mogelijk); 2005, 2009 en 2014 (2014 ook naar bedrijfstype) 2014
omschrijving
basis
gespeciali
gecom-
-seerd
bineerd
totaal
totaal
totaal
2009
2005
In procenten van het aantal bedrijven Ontharen
12
54
12
25
23
16
Waarbinnen: - Blendmethode en/of diathermie
9
34
6
16
17
15
- IPL-methode
1
31
3
11
10
4
- lasermethode
1
10
1
4
1
3
- anders
1
6
6
4
2
1
Camouflage
4
22
2
9
9
8
Acne
38
74
32
48
39
30
Manuele lymfdrainage
6
22
6
11
10
10
Permanente make-up
6
26
4
12
8
7
Bron: Panteia/EIM 2014.
15
B e la n g va n be ha n d el i ng va n d e do nk er e hu i d Het gemiddelde belang van behandeling van de donkere huid is de afgelopen vijf jaar ongeveer verdubbeld (zie tabel 11). tabel 11
Belang van de behandeling van de donkere huid 2009 en 2014 (2014 ook naar bedrijfstype) 2014
Aandeel van de behandeling van de donkere huid
basis
2009
gespecia
gecom-
-liseerd
bineerd
totaal
totaal
In procenten van het aantal bedrijven 0%
64
32
67
54
56
1 t/m 5%
28
42
20
31
32
8
26
13
15
12
100
100
100
100
100
Meer dan 5% Totaal
In procenten van de omzet aan behandelingen Gemiddeld
4
10
4
8
3
Bron: Panteia/EIM 2014.
B e la n g va n be ha n d el i ng va n ma n ne n Het aandeel van de behandeling van mannen in de totaalomzet aan behandelingen bedraagt inmiddels 13%. Daarmee is het belang van ‘mannen’ relatief flink, maar i n absolute termen licht toegenomen (zie tabel 12). tabel 12
Belang van de behandeling van mannen 2009 en 2014 (2014 ook naar bedrijfstype) 2014
Aandeel van de behandeling van mannen
basis
2009
gespecia
gecom-
-liseerd
bineerd
totaal
totaal
In procenten van het aantal bedrijven 0%
25
13
24
21
20
1 t/m 5%
47
33
25
37
44
6 t/m 10%
16
25
15
19
17
11 t/m 25%
9
19
24
16
13
Meer dan 25%
3
10
12
7
6
100
100
100
100
100
Totaal
In procenten van de omzet aan behandelingen Gemiddeld Bron: Panteia/EIM 2014.
16
9
14
13
13
10
B e la n g va n v a st e k l a nte n Bij bijna alle bedrijven zijn vaste klanten goed voor meer dan de helft van de omzet aan behandelingen. Bij een kleine zestig procent is meer dan 80% van de omzet aan behandelingen afkomstig van vaste klanten. Het gemiddelde belang dat vaste klanten in de omzet aan behandelingen hebben ligt op 81% (zie tabel 1 3). tabel 13
Aandeel van vaste klanten in de omzet aan behandelingen bedrijfstype
Aandeel van de behandeling van vaste klanten
basis
gespecialiseerd
gecombineerd
totaal
In procenten van het aantal bedrijven t/m50%
7
7
11
8
51 t/m 60%
3
4
4
3
61 t/m 70%
5
8
12
8
71 t/m 80%
19
30
23
23
81 t/m 90%
28
28
26
28
91 t/m 100%
38
23
24
30
100
100
100
100
Totaal
In procenten van de omzet aan behandelingen Gemiddeld
86
79
82
81
Bron: Panteia/EIM 2014.
Zoals tabel 14 laat zien, is het belang dat vaste klanten in de omzet aan behandelingen hebben, in de afgelopen 3 jaar per saldo niet of nauwelijks veranderd.
tabel 14
Ontwikkeling in de afgelopen 3 jaar van het belang van vaste klanten in de omzet aan behandelingen bedrijfstype
Het belang van vaste klanten is:
basis
gespecialiseerd
gecombineerd
totaal
In procenten van het aantal bedrijven dat 3 jaar of langer bestaat Sterk toegenomen
9
11
8
10
Licht toegenomen
14
30
22
21
Ongeveer gelijk gebleven
43
35
45
41
Licht afgenomen
25
18
19
21
Sterk afgenomen
9
6
6
7
100
100
100
100
Totaal Bron: Panteia/EIM 2014.
3.8
Bedrijfsresultaat De gerealiseerde en de verwachte ontwikkeling van het bedrijfsresultaat liggen ongeveer in lijn met de ontwikkelingen van de omzet (zie de tabellen 15 en 16). Over het totaal bezien is 82% van de ondernemers tevreden over het in 2013 behaalde
17
bedrijfsresultaat. Op dit punt doen zich in de tijd gezien en ook tussen de bedrijfstypen onderling geen opvallende verschillen voor (zie tabel 17). tabel 15
Ontwikkeling van het bedrijfsresultaat 2013 t.o.v. 2012 bedrijfstype
Het bedrijfsresultaat is:
basis
gespecialiseerd
gecombineerd
totaal
In procenten van het aantal bedrijven Toegenomen
21
31
45
29
Gelijk gebleven
35
41
31
36
Afgenomen
40
24
19
30
4
4
5
5
100
100
100
100
gecombineerd
totaal
Weet niet/wil niet zeggen Totaal Bron: Panteia/EIM 2014.
tabel 16
Verwachte ontwikkeling van het bedrijfsresultaat 2014 t.o.v. 2013 bedrijfstype
Het bedrijfsresultaat zal:
basis
gespecialiseerd
In procenten van het aantal bedrijven Toenemen
33
55
41
42
Gelijk blijven
40
36
38
38
Afnemen
19
4
18
14
8
5
3
6
100
100
100
100
Weet niet/wil niet zeggen Totaal Bron: Panteia/EIM 2014.
tabel 17
Mate van tevredenheid over het bedrijfsresultaat 2004, 2008 en 2013 (2013 ook naar bedrijfstype) 2013
Over het bedrijfsresultaat is de
basis
ondernemer:
gespeciali
gecom-
-seerd
bineerd
totaal
totaal
totaal
2008
2004
In procenten van het aantal bedrijven Zeer tevreden
22
22
16
20
29
22
Tamelijk tevreden
56
64
71
62
62
59
Tamelijk ontevreden
15
9
9
12
7
6
Zeer ontevreden
3
4
2
3
1
3
Weet niet/wil niet zeggen
4
1
2
3
1
10
100
100
100
100
100
100
Totaal Bron: Panteia/EIM 2014.
18
3.9
Bezit van vakdiploma’s Vrijwel alle ondernemers beschikken over het 'vakdiploma schoonheidsverzorging (zie tabel 18). Een vergelijking die in het onderzoek over 2009 met de situatie in 2005 werd gemaakt wees toen uit dat een toenemend gedeelte van de ondernemers beschikte over diploma's op specialistische gebieden. Tussen 2009 en 2014 heeft deze ontwikkeling zich niet verder voortgezet.
tabel 18
Bezit van vakdiploma’s van de ondernemer 2009 en 2014 (2014 ook naar bedrijfstype) 2014 basis
Omschrijving
2009
gespecia
gecom-
-liseerd
bineerd
totaal
totaal
In procenten van het aantal ondernemers Vakdiploma schoonheidsverzorging
100
94
82
94
Ja
26
40
30
31
Nee
59
41
40
49
Weet niet
15
13
12
14
7
28
3
13
13
2
17
1
6
5
apparatuur
0
17
2
6
5
Vakdiploma ‘camouflage’
0
11
0
4
4
Vakdiploma ‘acne’
9
33
6
16
14
12
21
7
13
15
Vakdiploma ‘manuele lymfdrainage’
3
14
2
6
6
Vakdiploma ‘permanente make-up’
1
10
1
4
3
4
15
3
8
4
Waarbinnen ‘MBO 4’
96
2
Vakdiploma 3 elektrisch ontharen In het bezit van het diploma ontharingstechnieken t.b.v. ontharen middels lichttherapie Geen diploma ontharingstechnieken t.b.v. ontharen middels lichttherapie; volgt wel instructie leverancier
Geen vakdiploma ‘acne’; volgt wel instructie leverancier apparatuur
Geen vakdiploma ‘permanente make-up’; volgt wel instructie leverancier apparatuur Bron: Panteia/EIM 2014.
3.10
Gebruik van de diensten van derden 84% van de bedrijven heeft in het afgelopen jaar gebruik gemaakt van de diensten van een of meerdere personen of organisaties. Vooral de boekhouder/accountant wordt genoemd als een partij waarop een beroep is gedaan. Ook vrij vaak –en ten opzichte van een paar jaar geleden in sterkere mate- worden 'collega-ondernemers' genoemd (zie tabel 19).
2 3
Hier is in de voorgaande onderzoeken niet naar gevraagd. Met ‘vakdiploma’ wordt hier bedoeld het diploma dat gelegenheid biedt voor registratie bij ANBOS.
19
tabel 19
Personen en organisaties van wier diensten het afgelopen jaar gebruik is gemaakt 2009 en 2014 (2014 ook naar bedrijfstype); meerdere antwoorden mogelijk 2014
Omschrijving
basis
gespecialiseerd
2009 gecombineerd
totaal
totaal
In procenten van het aantal bedrijven Accountant of boekhouder
67
82
64
71
75
Belastingadviseur
10
11
15
12
14
Belastingdienst
12
9
13
11
8
Bank
10
9
14
11
13
Kamer van Koophandel
14
18
15
16
12
Branche- of beroepsorganisatie
12
21
13
15
17
Collega-ondernemer(s)
41
50
45
45
36
Anders
13
18
25
17
6
Niemand, geen instanties
17
9
23
16
16
Bron: Panteia/EIM 2014.
3.11
Automatisering, gebruik PIN-automaat en website A u to ma t is e r in g 94% procent van de bedrijven maakt gebruik van een of meer automatiseringstoepassingen zoals genoemd in tabel 20. Op alle onderzochte aspecten is de toepassing van automatisering in de afgelopen 5 jaar toegenomen. Bij de toepassingen scoren 'elektronisch bankieren', 'e-mail' en 'Internet' het hoogst.
tabel 20
Automatiseringstoepassingen waar het bedrijf gebruik van maakt 2009 en 2014 (2014 ook naar bedrijfstype); meerdere antwoorden mogelijk 2014
Omschrijving
basis
gespecialiseerd
2009 gecombineerd
totaal
totaal
In procenten van het aantal bedrijven Tekstverwerking
43
56
53
49
45
e-mail
73
91
80
80
66
Internet
69
93
82
79
69
Administratie
57
75
64
64
51
Werkplanning
19
32
26
25
14
Elektronisch bankieren
76
95
90
86
70
Geen van deze toepassingen
11
0
4
6
16
Bron: Panteia/EIM 2014.
20
P IN -a ut oma a t 42% van de bedrijven beschikt voor het afrekenen met klanten over een PINautomaat. Het gespecialiseerde bedrijfstype gaat hierin, met twee derde van de bedrijven, voorop. Is een PIN-automaat beschikbaar, dan wordt hiermee doorgaans het leeuwendeel van de betalingen gedaan (zie tabel 21). tabel 21
PIN-automaat bedrijfstype
Omschrijving
basis
gespecialiseerd
gecombineerd
totaal
In procenten van het aantal bedrijven Beschikt over een PIN-automaat
Percentage van de omzet (2013) dat via
29
66
34
42
In procenten van het aantal bedrijven dat over
de PIN werd afgerekend
een PIN-automaat beschikt
t/m 50%
6
5
23
9
51 t/m 60%
2
5
10
5
61 t/m 70%
16
8
27
14
71 t/m 80%
36
36
23
33
81 t/m 90%
18
33
14
25
91 t/m 100%
22
13
3
14
100
100
100
100
Totaal Bron: Panteia/EIM 2014.
W e bs i te Twee derde deel van de bedrijven beschikt over een eigen website. Vijf jaar geleden was dat nog krap de helft. Tussen de bedrijfstypen doen zich op dit punt, net als destijds, flinke verschillen voor. De website wordt zonder uitzondering gebruikt voor het verstrekken van algemene informatie over het bedrijf en daarnaast ook nogal eens voor het doen van aanbiedingen aan klanten en om informatie te verstrekken over het 'productaanbod' (zie tabel 22).
21
tabel 22
Bezit en toepassing van een website 2009 en 2014 (2014 ook naar bedrijfstype); meerdere antwoorden mogelijk 2014 basis
Omschrijving
gespecialiseerd
2009 gecombineerd
totaal
totaal
In procenten van het aantal bedrijven Beschikt over een website
57
82
68
67
46
Algemene informatie over het bedrijf
57
82
68
67
45
Aanbiedingen voor klanten
26
54
25
35
24
19
29
20
22
15
8
16
8
11
6
producten, bijvoorbeeld via creditcard
5
9
4
6
2
Anders
8
10
7
8
2
Beschikt over een website die biedt:
Online catalogus met productaanbod en productinformatie Mogelijkheid tot het bestellen van producten Mogelijkheid voor het afrekenen van
Bron: Panteia/EIM 2014.
3.12
Aanschaf en financiering van apparatuur Ongeveer een kwart van de bedrijven heeft in de afgelopen 3 jaar voor meer dan € 5.000,- aan apparatuur aangeschaft. Op dit punt zijn de verschillen tussen de ‘basisbedrijven’ en de ‘gecombineerde bedrijven’ aan de ene kant en de gespecialiseerde bedrijven aan de andere kant, groot. Huurkoop en leasing komt bij de gespecialiseerde bedrijven (daarom?) meer voor dan bij de twee andere bedrijfstypen (zie tabel 23). tabel 23
Aanschaf en financiering van apparatuur in de afgelopen 3 jaar bedrijfstype
Omschrijving
basis
gespecialiseerd
gecombineerd
totaal
In procenten van het aantal bedrijven Heeft in de afgelopen 3 jaar voor meer dan 5.000 euro aan apparatuur aangeschaft
12
55
13
26
In procenten van het aantal bedrijven dat in de Wijze waarop de aanschaf van de apparatuur is gefinancierd
22
apparatuur heeft aangeschaft
Uit eigen kapitaal
91
77
92
81
Via een lening
10
12
0
10
Via huurkoop of leasing
5
23
8
18
Weet niet/wil niet zeggen
5
0
0
1
Bron: Panteia/EIM 2014.
4
afgelopen 3 jaar voor meer dan 5.000 euro aan
4
Meerdere antwoorden mogelijk.
3.13
Verkoopbevorderende activiteiten 73% van de bedrijven heeft in het afgelopen jaar een of meer verkoopbevorderende activiteiten ondernomen. Daarbij werd de in dit onderzoek voor het eerst opgenomen ‘verkoopbevordering via sociale media’ meteen het meest genoemd, gevolgd door 'het sponsoren van verenigingen of evenementen' en 'adverteren in huis-aan-huisbladen' (de nummer 1 van het vorige onderzoek). De basisbedrijven doen, net als vijf jaar geleden, het minst aan verkoopbevordering (zie tabel 24). tabel 24
Verkoopbevorderende activiteiten die in het afgelopen jaar zijn uitgevoerd; 2009 en 2014 (2014 ook naar bedrijfstype); meerdere antwoorden mogelijk 2014
Omschrijving
basis
gespecialiseerd
2009 gecombineerd
totaal
totaal
In procenten van het aantal bedrijven Adverteren in huis-aan-huisbladen
29
39
35
33
38
5
10
6
7
8
Verkoopbevordering via sociale media
39
62
53
49
n.b. 5
Huis-aan-huis verspreiden van folders
24
30
22
25
24
Gerichte mailings per post
16
29
18
20
15
31
46
37
37
28
Opbellen van potentiele klanten
9
17
9
12
9
Bezoeken van potentiele klanten
2
7
8
5
2
Verkoopbevordering via een website
17
35
20
23
18
Verkoopbevordering via e-mail
21
41
19
27
13
Geen van deze activiteiten
36
15
28
27
29
Adverteren in dagbladen
Sponsoren van verenigingen of evenementen
Bron: Panteia/EIM 2014.
3.14
Problemen Evenals bij de vorige onderzoeken worden er vanuit de branche ook nu weer maar weinig grote problemen gemeld (zie tabel 25).
5
In 2009 niet gevraagd.
23
tabel 25
Mate waarin bepaalde aspecten van de bedrijfsvoering als een probleem worden ervaren; 2005, 2009 (voor zover de onderwerpen overeenkomen met 2014) en 2014 (2014 ook naar bedrijfstype) 2014
Aspect en mate van probleem
basis
gespecialiseerd
gecombineerd
totaal
totaal
totaal
2009
2005
In procenten van het aantal bedrijven Omzetniveau Geen probleem
73
76
67
73
71
66
Klein probleem
14
13
22
16
19
26
Groot probleem
9
10
10
9
5
5
Niet van toepassing
3
0
0
1
3
2
Weet niet/wil niet zeggen
1
1
1
1
2
1
Geen probleem
74
72
81
75
73
77
Klein probleem
16
20
12
16
19
17
Groot probleem
7
6
7
7
5
6
Niet van toepassing
2
1
0
1
2
0
Weet niet/wil niet zeggen
1
1
0
1
1
0
Geen probleem
47
45
34
44
42
55
Klein probleem
3
13
3
6
5
8
Groot probleem
3
4
2
3
3
5
46
38
61
47
49
32
1
0
0
0
1
0
Geen probleem
46
42
31
41
25
42
Klein probleem
1
4
1
2
2
2
Concurrentie
Loonkosten
Niet van toepassing Weet niet/wil niet zeggen Aantrekken van bekwaam personeel
Groot probleem
1
9
1
4
3
4
52
45
67
53
69
52
0
0
0
0
1
0
Geen probleem
61
50
54
56
46
59
Klein probleem
1
4
4
3
2
3
Groot probleem
3
8
3
5
3
6
33
32
39
34
48
31
2
6
0
2
1
1
Geen probleem
88
82
81
85
87
77
Klein probleem
1
5
1
2
2
8
Groot probleem
1
2
1
1
0
3
10
10
17
12
10
12
0
1
0
0
1
0
Geen probleem
89
86
82
86
79
67
Klein probleem
1
2
1
1
2
8
Groot probleem
1
1
0
1
0
2
Niet van toepassing
9
11
17
12
18
23
Weet niet/wil niet zeggen
0
0
0
0
1
0
Niet van toepassing Weet niet/wil niet zeggen Verkrijgen van financiering
Niet van toepassing Weet niet/wil niet zeggen Milieu-eisen
Niet van toepassing Weet niet/wil niet zeggen Arbo-eisen
24
2014
Aspect en mate van probleem
basis
gespecialiseerd
gecombineerd
totaal
totaal
totaal
2009
2005
In procenten van het aantal bedrijven Administratieve lasten Geen probleem
87
81
88
85
80
63
Klein probleem
10
13
9
11
13
28
Groot probleem
1
5
2
2
3
7
Niet van toepassing
2
1
1
2
3
2
Weet niet/wil niet zeggen
0
0
0
0
1
0
Geen probleem
86
82
76
83
76
Klein probleem
3
2
2
3
3
Groot probleem
1
2
0
1
1
Niet van toepassing
8
6
13
8
17
Weet niet/wil niet zeggen
2
8
9
5
3
Geen probleem
73
61
59
66
39
40
Klein probleem
2
5
6
4
3
2
Groot probleem
2
8
3
4
1
2
21
24
31
24
56
55
2
2
1
2
1
1
Geen probleem
81
79
75
79
77
Klein probleem
10
14
16
13
10
Groot probleem
4
4
3
4
3
Niet van toepassing
5
2
6
4
9
Weet niet/wil niet zeggen
0
1
0
0
1
Geen probleem
90
89
87
89
87
86
Klein probleem
6
6
8
6
7
9
Groot probleem
1
2
2
2
2
1
Niet van toepassing
3
2
3
3
3
4
Weet niet/wil niet zeggen
0
1
0
0
1
0
Geen probleem
81
84
75
81
67
68
Klein probleem
4
3
1
3
5
9
Groot probleem
2
2
3
2
0
2
13
9
19
13
27
21
0
2
2
1
1
0
De open Europese markt
Bedrijfsopvolging
Niet van toepassing Weet niet/wil niet zeggen De snelle ontwikkeling op computergebied
Vaktechnische trainingsmogelijkheden
Trainingsmogelijkheden op het gebied van management
Niet van toepassing Weet niet/wil niet zeggen Bron: Panteia/EIM 2014.
25
4 4.1
Promotiecampagne en lidmaatschap ANBOS Bekendheid en oordeel over de promotiecampagne Een kwart van de bedrijven weet van het bestaan van de ANBOS -campagne ‘Je zit goed bij ANBOS’ , maar kent de inhoud niet. Respectievelijk 19 %, 11% en 6% weet niet alleen van het bestaan van de campagne, maar kent ook de inhoud een beetje/tamelijk goed/heel goed. Door degenen die zeggen de inhoud van de campagne tamelijk goed of zeer goed te kennen, wordt deze met een gemiddeld rapportcijfer va n 7,1 beoordeeld (zie tabel 26). tabel 26
Bekendheid met en oordeel over de ANBOS-campagne ‘Je zit goed bij ANBOS schoonheidsspecialist’
Omschrijving
basis
gespecialiseerd
gecombineerd
totaal
In procenten van het aantal bedrijven Kent de campagne niet
38
30
54
39
Kent de campagne alleen van naam
32
20
19
25
Kent de inhoud van de campagne een beetje
13
30
14
19
Kent de inhoud van de campagne tamelijk goed
12
12
7
11
5
8
6
6
100
100
100
100
Kent de inhoud van de campagne heel goed Totaal
In procenten van het aantal bedrijven dat heel goed of tamelijk goed weet wat de campagne inhoudt Oordeel uitgedrukt in een rapportcijfer 5 of lager
9
6
8
7
41
8
34
9
4
Weet niet
4
Totaal
100 rapportcijfer
Gemiddeld rapportcijfer
7,1
Bron: Panteia/EIM 2014.
4.2
Overweging om lid te worden en rol van de campagne daarin Van de niet-leden van ANBOS overweegt bijna 12% het lidmaatschap (circa 700 bedrijven). 79% van deze groep overweegt het lidmaatschap niet, en een kleine 10% geeft aan ‘het niet te weten’. Van de 700 ondernemers die het lidmaatschap overwegen zijn er 100 die de campagne van ANBOS tamelijk of heel goed zeggen te kennen. Aan deze 100 is gevraagd hoe belangrijk de ANBOS-campagne is bij hun overweging om lid te worden. Een kwart geeft hierbij aan dat de campagne een doorslaggevende rol speelt, het
27
overige driekwart zegt dat de campagne wel een belangrijke, maar niet een doorslaggevende rol in deze overweging speelt.
28