Jaarverslag 2007
Waterschap Zuiderzeeland Postbus 229 8200 AE LELYSTAD telefoon: (0320) 274 911 fax: (0320) 247 919 www.zuiderzeeland.nl
Jaarverslag 2007 versie 20080424a, afgedrukt op 28-4-2008 9:19
Jaarverslag 2007
Pagina 2
Jaarverslag 2007
Inhoudsopgave 1.
Waterschap Zuiderzeeland.......................................................................... 4
1.1 1.2 1.3
Strategie .....................................................................................................4 Missie..........................................................................................................4 Democratisch bestuur ....................................................................................4
2.
Verantwoording beleid................................................................................ 8
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Inleiding ......................................................................................................8 Veiligheid.....................................................................................................8 Voldoende water ......................................................................................... 10 Schoon water ............................................................................................. 15 Goede samenwerking .................................................................................. 20 Beheerste bedrijfsvoering............................................................................. 25
3.
Beheergegevens ....................................................................................... 30
3.1 3.2 3.3
Zuivering afvalwater.................................................................................... 30 Bemaling ................................................................................................... 33 Belastingen ................................................................................................ 34
4.
Financiële verantwoording........................................................................ 36
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Begroting................................................................................................... 36 Bestuursrapportages ................................................................................... 36 Analyse resultaat ........................................................................................ 38 Resultaatbestemming .................................................................................. 39 Verkorte jaarrekening .................................................................................. 40 Verantwoording naar beleidsveld ................................................................... 45 Verantwoording naar taak ............................................................................ 46 Accountantsverklaring ................................................................................. 49
5.
Overzicht van gebruikte afkortingen en begrippen ................................... 50
Pagina 3
Jaarverslag 2007
1.
Waterschap Zuiderzeeland Waterschap Zuiderzeeland beheert het water in de polders van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland en de Noordoostpolder. Ook de Blokzijler Buitenlanden (gemeente Steenwijkerland, provincie Overijssel) en de woonwijk Lemstervaart (in de gemeente Lemsterland, provincie Friesland) vallen onder het beheersgebied. In totaal gaat het om 150 duizend hectare land, waarop ruim 365.000 duizend mensen wonen. Bovendien beheert het waterschap twee randmeren (het Kadoelermeer en het Vollenhovermeer). Voor het gehele beheersgebied, zowel bebouwd als landelijk, zorgt Waterschap Zuiderzeeland dat het waterpeil op vooraf vastgestelde niveaus blijft, onderhoudt het de dijken, oevers, vaarten, sloten en tochten, bewaakt het de waterkwaliteit en zuivert het afvalwater. Waterschap Zuiderzeeland is bovendien belast met het bestrijden van muskusratten, om schade aan bijvoorbeeld dijken te voorkomen.
1.1
Strategie Waterschap Zuiderzeeland heeft begin 2005 het Bestuursprogramma 2005-2008 vastgesteld. Daarin staan vier strategische speerpunten, te weten: Veiligheid en ruimte voor water (Veiligheid en voldoende water) Goed water (Schoon water) Goede samenwerking Beheerste bedrijfsvoering Deze vier hoofddoelen zijn voorzien van subdoelen. Zij dienen als leidraad voor het handelen van het waterschap.
1.2
Missie Samen werken aan integraal waterbeheer voor een veilige, kwalitatief goede en aantrekkelijke leefomgeving op een open en verantwoorde wijze.
1.3
Democratisch bestuur Elke vier jaar zijn er Waterschapsverkiezingen. De laatste vonden plaats in november 2004. Burgers kiezen dan het algemeen bestuur van het waterschap. De bestuurders vertegenwoordigen geen politieke partij, maar een categorie inwoners met specifieke belangen. Er zijn vijf categorieën vertegenwoordigd: de categorie ingezetenen (alle inwoners van het gebied) heeft 11 zetels, de categorie ongebouwd (met name agrariërs) heeft 7 zetels, de categorie gebouwd (huiseigenaren) heeft 4 zetels, de categorie bedrijfsgebouwd (eigenaren van bedrijven) heeft 3 zetels en de categorie pachters (de pachters van landbouwgrond) heeft 1 zetel, en daarnaast is er nog 1 zogeheten kwaliteitszetel (Domeinen). De stem van één burger kan dus in meerdere categorieën meetellen. In november 2008 worden verkiezingen gehouden voor het waterschap. Hierbij wordt afscheid genomen van het personenstelsel, dit wordt vervangen door een lijstenstelsel. 7 zetels in het bestuur betreffen zogeheten geborgde zetels (3 landbouw, 3 bedrijven, 1 natuurorganisaties). Voor het eerst wordt landelijk tegelijk gekozen voor alle waterschappen. Ook nieuw is dat via internet kan worden gestemd.
Pagina 4
Jaarverslag 2007
Algemene Vergadering Het algemeen bestuur van het waterschap heet de Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering stelt de kaders waarbinnen het dagelijks bestuur, oftewel het college van Dijkgraaf en Heemraden, zijn taak uitvoert. Daarnaast stelt het kaders waarbinnen dit moet plaatsvinden en controleert het college van Dijkgraaf en Heemraden. Bovendien bepaalt de Algemene Vergadering aan welke taken en aan welk beleid hoeveel geld wordt uitgegeven. De Algemene Vergadering houdt thematische, opiniërende en besluitvormende vergaderingen. In de opiniërende vergadering verstrekken het college van Dijkgraaf en Heemraden en de ambtelijke organisatie informatie over beleid waarover de Algemene Vergadering een beslissing moet nemen. De feitelijke beslissing valt in de besluitvormende vergaderingen.
College van Dijkgraaf en Heemraden Het college van Dijkgraaf en Heemraden is het dagelijks bestuur. Het bestaat uit vier heemraden, die door de Algemene Vergadering worden gekozen, plus de door de Kroon benoemde Dijkgraaf. Het college van Dijkgraaf en Heemraden richt zich in de eerste plaats op inhoudelijke sturing van de waterschapsorganisatie en op de inzet van middelen. Het bereidt besluiten voor en zorgt er zo voor dat er binnen de organisatie doelmatig en rechtmatig wordt gewerkt. Het college laat de feitelijke bedrijfsvoering over aan de werkorganisatie. Het college van Dijkgraaf en Heemraden gaat uit van collegiaal bestuur. Dat betekent dat het op basis van gelijkwaardigheid tot besluitvorming komt. Dijkgraaf en Heemraden dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de wijze waarop het waterschap wordt bestuurd. Het college spreekt met één mond, zodat de leden van de Algemene Vergadering, de ambtenaren en de buitenwereld een eenduidig beeld hebben van collegestandpunten.
Dijkgraaf De Dijkgraaf is voorzitter van de Algemene Vergadering en lid van het college van Dijkgraaf en Heemraden. Bij calamiteiten en in bijzondere omstandigheden heeft de Dijkgraaf eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Heemraden De Heemraden hebben elk een aandachtsveld. Deze aandachtsvelden omvatten: de bedrijfsvoering; het waterkwantiteitsbeheer; het waterbeleid; het waterkwaliteitsbeheer.
Secretaris-directeur De secretaris-directeur leidt de werkorganisatie en legt over het totale functioneren verantwoording af aan het college van Dijkgraaf en Heemraden. Om deze verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, heeft het college grote delen van de bedrijfsvoering gemandateerd aan de secretaris-directeur. De secretaris-directeur richt zich in het bijzonder op de sturing van de organisatie en het bevorderen van de samenhang in beleid en op het goed functioneren van de organisatie.
Pagina 5
Jaarverslag 2007
Adjunct-secretaris De adjunct-secretaris is verantwoordelijk voor een goed functionerend bestuurlijk proces en draagt namens de secretaris-directeur zorg voor een tijdige, juiste en volledige informatiestroom naar het college van Dijkgraaf en Heemraden en de Algemene Vergadering en het Managementteam.
Managementteam Het managementteam is primair een platform voor overleg en afstemming. Het MT bepaalt de strategische agenda en adviseert oer sturing van de organisatie. Het managementteam is er vooral om binnen de organisatie draagvlak voor beleidsontwikkelingen te krijgen. In de praktijk zal het managementteam over concernbrede aangelegenheden bovendien besluiten nemen, om zo bij te dragen aan eenduidige en betrokken uitvoering.
Sectorhoofden De sectorhoofden vormen samen met de secretaris-directeur en de adjunct-secretaris het managementteam. Daarnaast geven de sectorhoofden leiding aan hun sectoren en zijn zij eindverantwoordelijk voor de integraliteit van de sectorproducten. Hierover leggen zij verantwoording af aan de secretaris-directeur. Waterschap Zuiderzeeland kent vier sectoren: Waterbeleid, Watersystemen, Waterketen en Bedrijfsvoering. (Daarnaast zijn er nog vier stafafdelingen (Juridische Zaken, Bestuursondersteuning, Personeel en Organisatie en Communicatie).
Afdelingshoofden De afdelingshoofden zijn verantwoordelijk voor de output, inhoud, middeleninzet en het proces van de eigen afdeling en voor de afstemming met andere onderdelen van de organisatie. Zij leggen daarover verantwoording af aan het sectorhoofd. De afdelingshoofden richten zich primair op de (strategische) hoofdlijnen en de bedrijfsvoering van de eigen afdeling. Om hun verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, hebben zij zeggenschap over de inzet van financiële middelen en beschikken zij over voldoende ondersteunende faciliteiten.
Belastingen Alle inwoners en bedrijven betalen belasting om ervoor te zorgen dat Waterschap Zuiderzeeland zijn taken zo goed mogelijk kan uitvoeren. De zogeheten ‘omslag’ is een belastingtarief voor het onderhoud van de dijken en het op peil houden van het water. Oftewel een belasting om maatregelen te nemen die nodig zijn om in het gebied te kunnen wonen, werken en recreëren. Daarnaast is er een belastingtarief voor het zuiveren van water, de verontreinigingsheffing. De belastingen vormen vrijwel de enige inkomsten van het waterschap. Waterschappen ontvangen geen geld uit Den Haag. Het verslagjaar heeft vooral in het teken gestaan van de nieuwe kostentoedeling. Waterschap Zuiderzeeland hanteerde als één van de laatste waterschappen in ons land de zogeheten methode Oldamt / Havelaar. Een methode die uitgaat van een fictief stelsel. Om over te kunnen gaan op een andere methode, in dit geval de methode Delfland, moet het provinciebestuur instemmen. De methode Delfland gaat uit van de risicobenadering bij de bescherming van de economische waarde, alsmede van het solidariteitsbeginsel. Een methode, die door de veranderde functie van de polders, veel meer past bij deze tijd. Zijn de polders oorspronkelijk bedoeld als voedselschuur voor ons land, tegenwoordig zijn ze ook heel nadrukkelijk bedoeld voor wonen, werken, en recreëren. In verhouding betaalden de agrariërs te veel aan waterschapslasten. Door de nieuwe kostentoedelingsmethode gaat
Pagina 6
Jaarverslag 2007
de categorie ongebouwd (vooral agrariërs) minder en de categorie gebouwd (eigenaren woningen en bedrijfspanden) meer betalen. In 2007 zijn alle stappen gezet die noodzakelijk waren om de kostentoedeling te wijzigen. Uiteindelijk kwam een dag voordat Waterschap Zuiderzeeland de begroting 2008, conform de nieuwe kostentoedeling zou vaststellen, de goedkeuring van ministerie en provincie binnen.
Concerncontrol De Concerncontroller is de onafhankelijke adviseur van management en dagelijks bestuur. De Concerncontroller heeft de mogelijkheid om, vanuit het perspectief beheersing van risico's, het college van Dijkgraaf en Heemraden apart te informeren en adviseren. Andersom kan het college van Dijkgraaf en Heemraden de controller verzoeken om een advies over een bepaald onderwerp. Focus van de Concerncontroller in het werk is een beheerste bedrijfsvoering, integrale control en verbetering van de sturing binnen het waterschap.
Pagina 7
Jaarverslag 2007
2.
Verantwoording beleid
2.1
Inleiding De indeling van dit Beleidsjaarverslag volgt in grote lijnen het Bestuursprogramma 2005 2008. Daarbij was het niet altijd mogelijk om de strikte scheiding tussen schoon en voldoende water te volgen. Soms vallen maatregelen onder beide categorieën.
2.2
Veiligheid Veiligheid en ruimte voor water is een samenvoeging van twee hoofddoelen: externe veiligheid (hoogwaterbescherming) en Ruimte voor water (voldoende water). Hoogwaterbescherming hangt samen met de wijze waarop met mogelijke calamiteiten wordt omgegaan, de dimensionering van de waterkeringen en het onderhoud en beheer daarvan. Citaat Bestuursprogramma Waterschap Zuiderzeeland 2005-2008 (maart 2005)
Inleiding Een gebied, dat is ‘veroverd’ op de voormalige Zuiderzee, vraagt veel inspanningen om droog te houden. Het hele beheergebied van Waterschap Zuiderzeeland ligt onder de zeespiegel. Op sommige plaatsen zelfs bijna zes meter! Inwoners en bedrijven moeten tegen wateroverlast worden beschermd. Een van de kerntaken van Waterschap Zuiderzeeland. Waterschap Zuiderzeeland onderhoudt 265 kilometer dijken om de polders te beschermen tegen het water uit het IJsselmeer, het Markermeer, het IJmeer en de randmeren. Doorlopend vinden inspecties en onderhoud plaats om de dijken en oevers in goede conditie te houden. De stijgende zeespiegel en de verwachte toename van neerslaghoeveelheden vragen een grotere inspanning om het water tegen te houden. Waterschap Zuiderzeeland werkt hard aan de veiligheid en de ruimte voor het water, zodat de inwoners ook in de toekomst droge voeten houden.
Muskusrattenbestrijding In Flevoland zijn in totaal 13 muskusrattenbestrijders dagelijks in de weer met de bestrijding van muskusratten en beverratten Zij besteden ook een deel van hun tijd aan de bestrijding van mollen op dijken. In 2005 is een trend ingezet die een vermindering van het aantal gevangen muskusratten te zien geeft. Uit de vangstresultaten blijkt dat er in 2007 ook minder muskusratten zijn gevangen dan in voorgaande jaren; totaal 3.705 ten opzichte van 4.794 in 2006 en dat bij een nagenoeg gelijk aantal uren in het veld. Als landelijke norm geldt dat afdoende wordt gescoord als er 0,25 muskusrat per velduur wordt gevangen. Voor heel Flevoland wordt deze norm gehaald. In de Noordoostpolder ligt de norm op 0,36 als gevolg van een sterke toestroom vanuit de kop van Overijssel. Oostelijk Flevoland zit ruim onder de norm; 0,11 en Zuidelijk Flevoland op 0,27. Met name de vangsten langs de randen van de Oostvaardersplassen zorgen voor dit hogere cijfer. In het landelijk gebied is het aantal vangsten laag.
Pagina 8
Jaarverslag 2007
Beverratbestrijding In Flevoland zijn in het verslagjaar 45 beverratten gevangen vooral langs de Oostzijde van de Noordoostpolder, een forse toename ten opzichte van 2006, toen er slechts 2 ratten werden gevangen. Een beeld dat zich ook landelijk voordoet. Bij de uitvoering van de muskusrattenbestrijding moet aan verschillende wetgeving worden voldaan, zoals de flora- en faunawet. Voor de bestrijding is een gedragcode ontwikkeld. De bestrijders volgen de opleiding muskusrattenbestrijder, die uit vier modules bestaat en aandacht besteedt aan de verschillende regelgeving.
Mollenbestrijding De bestrijding van mollen op dijken laat zich moeilijk uitdrukken in vangstresultaten omdat mollen met klemmen gevangen worden maar ook door vergassen om het leven worden gebracht. Bij deze laatste methode wordt de mol niet gevangen. Mollen worden bestreden omdat deze gangen graven in de dijk, maar ook omdat zij voor molshopen zorgen en deze veroorzaken kale plekken in de grasbekleding. Als deze niet tijdig worden gevlakt, kunnen ze voor problemen zorgen. De algehele indruk is dat er in 2007 meer mollen in de dijken aanwezig waren dan in voorgaande jaren.
Calamiteiten Al vroeg in het jaar, 9 januari, was er een calamiteit in de Noordoostpolder. Ter plaatse van de duiker in de Lindeweg, ter hoogte van de Marknessertocht was een verzakking in de weg ontstaan. Bij inspectie bleek dat de gehele duiker verzakt en verschoven was en dat er in de Marknessertocht veel zand terecht was gekomen. Het gevolg was een forse peilstijging in de afgesloten tocht. De waterleiding in de wegberm bleek eveneens te zijn beschadigd. Er is lange tijd onduidelijkheid geweest over de veroorzaker van de schade en dat is de reden geweest dat het herstel lang heeft geduurd. Er is een nieuwe duiker aangebracht en de wegverharding is hersteld evenals de waterleiding. Verzekeringsmaatschappijen zijn nog bezig de schade te regelen. Op 12 september heeft het waterschap deelgenomen aan een multidisciplinaire oefening op rijksweg A6. Het scenario bestond uit kettingbotsingen op beide rijbanen en een overval op een waardetransport met een gijzeling als gevolg. Als gevolg van de botsingen was er ook sprake van verontreiniging van het oppervlaktewater door een lekkende oliewagen. Bij rampen met een dergelijke omvang komt het waterschap pas later in beeld. De eerste aandacht gaat uit naar het redden van de mensen en het weer openstellen van de weg.
Storm 18 januari 2007 Op donderdag 18 januari is er een weeralarm afgegeven door het KNMI. Er werd storm en veel regen voorspeld. De verwachte windkracht zou kracht 10 tot 11 worden met windstoten tot 130 km/h. In de praktijk krijgt Nederland donderdag 18 januari in de loop van de ochtend te maken met een zware storm. En die gaat gepaard met veel neerslag. Voor Flevoland betekent dat overgegaan werd tot intensieve dijkbewaking en in de polders tot het bestrijden van wateroverlast. Als gevolg van peilstijgingen gaat maaisel dat in de taluds van watergangen ligt, drijven en veroorzaakt vervolgens verstopping bij duikers en stuwen. Het is dan zaak deze zo snel mogelijk op te heffen en op te ruimen.
Pagina 9
Jaarverslag 2007
2.3
Voldoende water Veiligheid en ruimte voor water is een samenvoeging van twee hoofddoelen: externe veiligheid (hoogwaterbescherming en Ruimte voor water (Voldoende water). Voldoende water gaat over het streven naar een goed functionerend watersysteem. Dit betekent dat het systeem op orde moet zijn (het watersysteem moet voldoen aan de regionale toetsnorm; het watersysteem en de functies in het landgebruik zo goed mogelijk op elkaar afgestemd) het systeem goed werkt (beheer en onderhoud, goed peilbeheer) en een adequaat calamiteitenplan voor wateroverlast c.q.- tekort aanwezig is. Citaat Bestuursprogramma Waterschap Zuiderzeeland 2005-2008 (maart 2005)
Inleiding Het is eigenlijk best vreemd dat in een gebied dat fors onder zeepeil ligt, regelmatig water moet worden ingelaten. Logisch zou zijn dat er constant water zou moeten worden weggepompt om het leven op de bodem van de zee te garanderen. Toch moet er in tijden van droogte ook water worden ingelaten, zodat boeren en tuinders constant kunnen beschikken over voldoende water van goede kwaliteit. Waterschap Zuiderzeeland moet doorlopend afwegen wanneer ingelaten en wanneer uitgemalen moet worden.
Bemalingsplan Het Bemalingsplan, met een horizon van 15 jaar, is in het verslagjaar vastgesteld door het college van Dijkgraaf en Heemraden. In het plan worden de toekomstige ontwikkelingen binnen de bemalingstaak beschreven. Welke gemalen moeten worden vernieuwd? Welke moeten worden uitgebreid? Moeten er nieuwe gemalen worden gebouwd? Het Bemalingsplan geeft antwoord op deze vragen. Uit het plan blijkt dat tot 2015 alles prima op orde is. Daarbij is rekening gehouden met de klimaatveranderingen en de bodemdaling. Op weg naar 2050 moeten er wel aanpassingen plaatsvinden om de polders droog te kunnen blijven houden. Dit wil trouwens niet zeggen dat er tot 2015 niets gebeurt. Integendeel, op het moment dat daar de kans voor is, worden al aanpassingen gedaan. In het verslagjaar heeft de aanbesteding voor de renovatie van gemaal de Blocq van Kuffeler plaatsgevonden. De dieselmotoren worden de komende tijd vervangen door elektrische motoren. De werkzaamheden zijn inmiddels begonnen. Na anderhalf jaar werk is de derde pomp van gemaal Buma bij Lemmer in gebruik genomen. Deze pompen zijn alle drie vervangen omdat ze niet meer betrouwbaar waren. In totaal beheert Waterschap Zuiderzeeland zeven gemalen, Blocq van Kuffeler, Wortman, Colijn en Lovink in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland en Vissering, Buma en Smeenge in Noordelijk Flevoland. Samen hebben zij in 2007 ruim 11 miljoen kubieke liter water uitgepompt. Dit is niet alleen hemelwater (in het verslagjaar is gemiddeld in Flevoland 873 mm gevallen), maar ook voor bijna de helft kwelwater. Water dat via de bodem omhoog komt. Dit betekent dat er iedere dag, ook in perioden van grote droogte, wordt gepompt. In tijden van droogte laat het waterschap ook water binnen om het peil en de kwaliteit op het juiste niveau te houden. Dat is belangrijk voor de landbouw, natuur, recreatie en inwoners.
Pagina 10
Jaarverslag 2007
Gebiedsprocessen Waterschap Zuiderzeeland is, net als de andere waterbeheerders in Nederland, al geruime tijd bezig met de uitwerking van Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Waterbeheer 21e eeuw (WB21). Sinds 2007 gebeurt deze uitwerking niet meer apart, maar gecombineerd, in de vorm van gebiedsprocessen. Een van de redenen hiervoor is dat het waterschap bij voorkeur maatregelen wil uitvoeren die én de KRW- en de WB21-doelen dienen. Daarbij probeert Zuiderzeeland mee te liften met ruimtelijke ontwikkelingen in de polders, omdat samenwerken of gelijktijdig op één locatie werken, voor alle partijen goedkoper en duurzamer is. Er zijn in Flevoland gebieden waarop termijn problemen met wateroverlast kunnen ontstaan door hevige of langdurige neerslag. Om deze problemen te voorkomen moet het waterschap oplossingen vinden en vervolgens uitvoeren. De oplossingen moeten in die gebieden worden gerealiseerd waar problemen ontstaan. In de hoge delen van ons gebied treedt geen wateroverlast op, in sommige lage delen wel. Uit onderzoek is gebleken dat tot 2015 geen extra waterbergingsgebieden nodig zijn. Voor de periode (tot 2050) daarna is dat nog onzeker. Zuiderzeeland voert nu al maatregelen uit die al bewezen hebben bij te dragen aan de oplossing. Dat zijn de regelbare stuwen, die tijdelijk water vasthouden op de hogere delen van ons gebied, waardoor de lagere delen worden ontzien en de aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers, waardoor in een watergang meer ruimte voor water ontstaat. In 2007 zijn de regelbare stuwen aangelegd die ervoor moeten zorgen dat water op de juiste plek wordt vastgehouden. In de periode tot 2015 wordt vooral ingezet op de aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers. In het verslagjaar zijn waterhuishoudkundige computermodellen voor het hele beheergebied gemaakt. Hiermee kunnen maatregelen worden doorgerekend en effecten van maatregelen op wateroverlast worden bepaald. Met betrekking tot de Kaderrichtlijn Water (KRW) is in 2007 besloten te kiezen voor een maximale fasering tot 2027. Dit betekent dat Flevoland uiterlijk in 2027 moet voldoen aan de eisen van de KRW. Mochten zich in de periode naar 2017 projecten aandienen, dan bestaat de kans dat Zuiderzeeland eerder aan de eisen voldoet. Ook in het kader van de KRW zijn duurzame en natuurvriendelijke oevers een goed middel om aan de doelstellingen te voldoen. Een andere maatregel in het kader van de KRW is het op een meer ecologische verantwoorde manier maaien van de tochten. De tocht wordt niet meer in één keer helemaal gemaaid, waardoor bijna al het leven wordt verwijderd, maar in twee keer; eerste de ene helft, daarna de andere. Hierdoor krijgen beestjes de kans om te overleven. Daarnaast worden in de gemeente Lelystad en Almere maatregelen genomen in gemeentelijke plassen (Weerwater, Bovenwater en Harderbroek). Het talud wordt flauwer gemaakt, zodat er riet kan gaan groeien. Ook dit draagt bij aan een betere waterkwaliteit. Daarnaast wordt het bestaande beleid van de gemeenten gestimuleerd. Daarbij gaat het om zaken als afkoppelen (regenwater scheiden van afvalwater), zuiveren van regenwater van wegen en de aanleg van bergbezinkbassins om de riooloverstorten te ontlasten. In het verslagjaar zijn de knelpunten met betrekking tot de vismigratie geïnventariseerd. Daaruit is naar voren gekomen dat de knelpunten zich met name aan de randen van ons gebied bevinden. De meeste gemalen zijn visvriendelijk. Er wordt nu gezocht naar mogelijkheden om de knelpunten op te lossen.
Wellerwaard De Wellerwaard ligt in de Corridor, een deel van de Noordoostpolder dat de gemeente wil herinrichten. De Wellerwaard biedt het waterschap de mogelijkheid een deel van de kwantitatieve wateropgave in de Noordoostpolder op te vangen. De gemeente wil in hetzelfde gedeelte recreatie realiseren en de provincie een ecologische verbindingszone.
Pagina 11
Jaarverslag 2007
Het project is opgeknipt in twee delen. Fase 1 is in 2007 aanbesteed en voor het grootste gedeelte uitgevoerd. Opdrachtgever voor dit deel is de gemeente Noordoostpolder. Het behelst het afgraven van ca. 45 hectare grond (in totaal wordt er ca. 80 centimeter afgegraven). In totaal gaat het om ca. 350.000 kubieke meter grond. Deze grond wordt gebruikt voor het afdekken van de nabij gelegen vuilnisbelt en het aanleggen op en naast die vuilnisbelt van een golfbaan. Fase 2 is eind 2007 ook aanbesteed. Voor deze fase is het waterschap opdrachtgever. In deze fase gaat het om het afgraven van het zand, zodat waterberging en recreatie kan ontstaan. Het gaat ook om ca. 350.000 kubieke meter zand. De bedoeling is dat dit deel van de werkzaamheden eind 2008 gereed is.
OostvaardersWold Waterschap Zuiderzeeland is nauw betrokken bij de ontwikkeling van de robuuste ecologische verbindingszone tussen het Horsterwold en de Oostvaarderplassen (OostvaardersWold). Behalve natuur liggen er in het gebied ook opgaven op het vlak van water(overlast) en recreatie. De inrichting van deze zone biedt mogelijkheden om in de toekomst wateroverlast in Zuidelijk- en Oostelijk Flevoland te voorkomen. In 2007 is de zogeheten planvormingsfase van start gegaan. Deze fase moet uiteindelijk leiden tot de ontwerp-structuurvisie die eind 2008 in de inspraak komt. In de planvormingsfase worden vier varianten ontworpen. Input voor de ontwerpers vormt een groot aantal onderzoeken, onder andere op het gebied van landbouw, water, natuur, archeologie, recreatie, de relatie tussen de zone en het omliggende gebied en wat kan er wel en wat kan er niet in de zone. De vier varianten worden geëvalueerd in een Milieu effectrapportage, waarin wordt gekeken hoe de varianten scoren op de verschillende onderzochte aspecten. Uiteindelijk moet er een voorkeursvariant in de structuurvisie komen.
Beheerplan Watergangen In 2007 heeft het bestuur het Beheerplan Watergangen vastgesteld. Dit plan geeft aan welk onderhoud het waterschap in watergangen uitvoert om het kwaliteitsbeeld basis te bereiken. Bij de opstelling van het plan zijn op basis van kwaliteitsbeelden keuzes gemaakt. Kiezen voor het kwaliteitsbeeld basis betekent dat de watergangen er niet spic en span behoeven uit te zien; net voldoende is ook goed en dat betekent hier en daar een losse beschoeiingsplank en nog aanwezige begroeiing. Vervolgens is nagegaan welk onderhoud hoe vaak nodig is om dat kwaliteitsbeeld te bereiken en daarbij is gebruik gemaakt van de jarenlange ervaring met het onderhoud. De inspanningen zijn vervolgens vertaald in geld en het effect van het plan is nu dat meerjarig bekend is wat het geprognosticeerde onderhoud inhoudt en welke kosten er mee gemoeid zijn.
Baggervisie Om de Baggervisie concreet te maken is gestart met het opstellen van een baggerplan voor met name de watergangen in de stedelijke gebieden en de provinciale vaarten. Het baggeren van de watergangen in het landelijk gebied is een onderdeel van het onderhoud zoals beschreven in het Beheerplan Watergangen. Na het inmeten van de watergangen en het bepalen van de baggerdiktes in relatie tot de gewenste diepte volgens de legger, kan nauwkeurig worden bepaald hoeveel specie er bij het baggeren zal vrijkomen. Uitgangspunt daarbij is dat het waterschap gaat baggeren als de verondieping 0,30 m of meer bedraagt. Vervolgens zullen baggerplannen worden opgesteld die vertaald kunnen worden naar baggerbestekken voor de uitvoering.
Pagina 12
Jaarverslag 2007
De specie uit vaarten en de stedelijke gebieden kan niet overal op de kant worden gezet, zoals doorgaans in het landelijk gebied wel mogelijk is. Dat betekent dat ook ruimte gezocht en ingericht moet worden voor specieberging. Met de gemeente Noordoostpolder vindt er overleg plaats over de mogelijkheid om een depot bij de Venetocht in te richten. In Oostelijk en Zuidelijk Flevoland vindt met verschillende partijen overleg plaats over de mogelijkheden van specieberging. Vanwege wijzigingen in het belastingsstelsel waardoor inwoners van steden meer gaan betalen aan het waterschap, heeft het bestuur besloten vooruitlopend op verdere planvorming een versnelling in de uitvoering toe te passen en dit zijn de zogeheten hot spots. Voor het baggerplan betekent dit dat baggerwerkzaamheden op Urk, in Emmeloord, Swifterbant en Zeewolde eerder worden uitgevoerd. Daarnaast zullen ook delen van vaarten in 2008 worden gebaggerd. Bij de uitwerking wordt vooral gezocht naar mogelijkheden om specie op de kant te zetten of in een (tijdelijk) depot te storten.
Peilbeheer In het kader van onderhoud aan stuwen is voortgegaan met het vervangen of aanpassen van bestaande stuwen zodanig dat deze regelbaar worden. Dat biedt de mogelijkheid om bij extreme neerslag in een deel van het gebied de stuw te strijken en het overtollige water snel af te voeren. Daarnaast biedt het de mogelijkheid bij veel neerslag in het hele gebied de stuw te verhogen en het teveel aan water tijdelijk vast te houden tot het watersysteem dit water ook kan verwerken. Een beleid daarvoor is in ontwikkeling. Voor het normale peilbeheer zijn streefpeilen voor al het oppervlaktewater vastgesteld in peilbesluiten. Onder invloed van gewijzigd gebruik van gronden of nieuwe inrichting is er aanleiding om peilbesluiten aan te passen; in totaal vijf plannen zijn in behandeling genomen. Het waterschap controleert de peilen van het oppervlaktewater door middel van (geautomatiseerde) metingen en analyseert deze. In het verslagjaar hebben zich geen grote afwijkingen voorgedaan.
Schouw Elk jaar is het opnieuw spannend hoe de onderhoudsplichtigen de zomer en najaarsschouw hebben uitgevoerd en elk jaar is het resultaat ook verschillend. Ondanks een redelijk natte zomer hadden veel onderhoudsplichtigen (286 schouwbrieven) het maaionderhoud van hun watergangen niet op orde; een deel was wel gedaan maar niet goed of niet geheel. Bij de najaarsschouw waren vooral de grote ingelanden in gebreke gebleven en hadden de agrarische ingelanden veel kleine opmerkingen. Totaal waren er 381 waarschuwingen en 28 schikkingsvoorstellen. Bij het schouwen in de wateraanvoer was er maar een beperkt aantal opmerkingen. In 28 gevallen is een schikkingsvoorstel opgesteld omdat er geheel geen onderhoud was uitgevoerd; doorgeleiden naar de officier van justitie is in twee gevallen nodig geweest. Bij de herschouw zijn alle onderhoudswerkzaamheden wel in orde bevonden.
Wateroverlast 23 juni 2007 Op zaterdagmorgen 23 juni rond 4.00 uur in de ochtend is er in het gebied ten oosten van de lijn Blokzijl – Kraggenburg - loswal Neushoornweg veel neerslag gevallen en dat heeft geleid tot lokale wateroverlast. Nabij Blokzijl werd 95 mm water afgetapt en nabij Kraggenburg 92 mm. Dat zijn hoeveelheden waar het waterhuishoudkundig systeem niet op is berekend en dat betekent dan ook forse stijgingen van de oppervlaktewaterpeilen tot op maaiveldniveau.
Pagina 13
Jaarverslag 2007
Vanuit het getroffen gebied zijn de hele dag telefoontjes gekomen bij de medewerkers van regio Noord met als doel knelpunten aan te geven en te vragen om het water zo spoedig mogelijk weer te laten zakken. De medewerkers zijn met personeel van aannemers de hele dag in touw geweest om verstoppingen op te heffen, plaatselijk tractoren met maaikorven in te zetten om drijfvuil weg te halen en om het teveel aan water snel af te voeren. Zondagmorgen waren de peilen weer op het oude niveau terug.
Monitoring Zowel voor ‘voldoende’ als voor ‘schoon’ water is goede monitoring van groot belang. Het doel van monitoring is voldoende informatie en kennis te vergaren om goed beleid en beheer te kunnen voeren. In het afgelopen jaar heeft het waterschap wederom een overzicht gepresenteerd van de aanwezige kennis in de jaarrapportage watersysteembeheer. Om inzicht te geven waar het waterschap metingen uitvoert zijn op de internetpagina’s van het waterschap kaarten geplaatst met de meetlocaties. Door inzoomen op de kaart en selecties te maken van de gezochte meetgegevens is inzicht te krijgen in welke gegevens het waterschap heeft. Deze gegevens kunnen bij het waterschap worden opgevraagd. Samen met een groot aantal vrijwilligers worden in Flevoland de vissen geïnventariseerd. Dat gebeurt door individuele vissers, maar ook bijvoorbeeld bij viswedstrijden wordt aandacht besteed aan welke soorten worden gevangen. Bij deze inventarisaties komen plekken naar voren waar weinig bekend is over de vispopulatie, die plekken krijgen speciale aandacht. Het resultaat van alle inventarisaties komt in de (digitale)visatlas. Tijdens een symposium in het voorjaar is deze digitale atlas gepresenteerd. De komende jaren gaat het waterschap stimuleren dat er meer kennis komt over de verspreiding van vissoorten in de Flevopolders. Voor het grondwater beschikt het waterschap over een “vraaggestuurd” meetnet, dat wil zeggen dat er peilbuizen worden geplaatst op plaatsen waar vragen vanuit het waterbeheer ontstaan. Bijvoorbeeld bij de aanpassing van een peilbesluit wordt vooraf onderzocht of de grondwaterstand wijzigt en na aanpassing wordt gevolgd of de voorspellingen kloppen. In totaal staan er in het beheergebied inmiddels ongeveer 150 van die peilbuizen. In het kader van Flora en Faunawet is er door de Unie van Waterschappen een gedragscode opgesteld. Belangrijkste in die gedragscode is dat bij beheer en onderhoudswerkzaamheden rekening wordt gehouden met beschermde dier- en plantensoorten. Op het moment dat ergens wordt gestart met een werk wordt geïnventariseerd of er beschermde dier- en/of plantensoorten aanwezig zijn. Deze zijn weer onder te verdelen in zwaar beschermde en licht beschermde soorten. Wordt een zwaar beschermde soort aangetroffen, dan moet voor het werk mag beginnen een ontheffing worden aangevraagd bij het ministerie van LNV. Bij licht beschermde soorten hoeft dat niet, dan kan volstaan worden met handelen volgens de gedragscode.
Pagina 14
Jaarverslag 2007
2.4
Schoon water Het waterschap streeft naar ‘goed water’ (schoon water) in het gehele beheersgebied. Schoon water betekent een goed watersysteem. Het watersysteem wordt als goed beoordeeld als het goed is vanuit zowel chemisch oogpunt (niet vervuild), vanuit biologisch oogpunt (goede leefomgeving) en vanuit het oogpunt van de gebruikers (belevingswaarde). De belevingswaarde is met name relevant voor het stedelijk waterbeheer. Wonen en leven aan het water valt of staat met de positieve beleving van dat water. Maar ook voor recreatieve doeleinden is de belevingswaarde cruciaal. Het water kan dan nog zo goed zijn vanuit ‘technisch’ oogpunt, als het niet als zodanig door de gebruikers wordt beleefd, heeft het waterschap iets uit te leggen. Citaat Bestuursprogramma Waterschap Zuiderzeeland 2005-2008 (maart 2005)
Inleiding De kwaliteit van het water staat doorlopend onder druk. Rioleringen, afvalwater van bedrijven, bestrijdingsmiddelen, allemaal bedreigen ze kwaliteit van het water. Waterschap Zuiderzeeland zorgt voor goed oppervlaktewater. Vijf zuiveringsinstallaties reinigen doorlopend het aangevoerde afvalwater. Het afbreken van het afval gebeurt veelal langs biologische weg. Daarna wordt het schone water teruggebracht naar het oppervlaktewater. Waterschap Zuiderzeeland probeert de aanvoer van vervuild water te beperken. Bedrijven moeten voldoen aan strenge vergunningseisen om afvalwater te mogen lozen. Om het effect van deze maatregelen te volgen, neemt het waterschap regelmatig monsters om zo de kwaliteit van het oppervlaktewater te bewaken. De inwoners van ons gebied beleven schoon water als positief. Die beleving wordt vaak afgeleid uit zaken als doorzicht, eventuele stank, de aanwezigheid van planten en dieren in en om het water, de mogelijkheid om te zwemmen, etc. Waterschap Zuiderzeeland doet heel wat om die waterbeleving positief uit te laten vallen. ‘Schoon water’ is een veelomvattende taak.
OAS-studies Hoe kan je de afvalwaterketen zo efficiënt mogelijk laten functioneren als je kijkt naar de kosten en de kwaliteit? Dat is de vraag die in de zogeheten OAS (Optimalisatie Afvalwater Systeem) moet worden beantwoord. Deze OAS-studies doet het watershap in nauwe samenwerking met de gemeenten. Door deze studies zal naar verwachting op langere termijn minder te hoeven worden geïnvesteerd in het transport en de zuivering van het afvalwater. In het verslagjaar is de OAS Almere ambtelijk afgerond. In de studie wordt een aantal aanbevelingen gedaan die bestuurlijk moeten worden overgenomen. Daarbij gaat het vooral om het monitoren van de kwaliteit van het afstromend regenwater en het verbeteren van het beheer. In 2007 is de OAS noordelijk Flevoland (Urk en de Noordoostpolder) gestart en ambtelijk afgerond. In Noordelijk Flevoland bevinden zich nog veel zogeheten gemengde systemen (afvalwater en regenwater worden niet gescheiden). In de OAS wordt vooral gekeken waar voordelen behaald kunnen worden. Afkoppelen van regenwater bijvoorbeeld, kan betekenen dat het waterschap kleinere rioolgemalen kan inzetten. Het is logisch dat dit op termijn besparingen kan opleveren. De OAS Dronten is aan het einde van het verslagjaar gestart en moet in 2008 worden afgerond.
Pagina 15
Jaarverslag 2007
De OAS Zeewolde start in 2008. Voor Lelystad is al eerder een onderzoek uitgevoerd naar de aanleg van het 5e hoofdrioolgemaal. Dit onderzoek kan als een belangrijk onderdeel worden gezien van een OAS studie.
Emissiebeheerplan Doelstelling in het Emissiebeheerplan is het verminderen van verontreinigende stoffen, met name bestrijdingsmiddelen en nutriënten, in het oppervlaktewater. In het verslagjaar is begonnen met het zogeheten FAB-project (Functionele Agro Biodiversiteit). Bij FAB worden bloemrijke kruidenranden aangelegd in plaats van grasranden. Door het aanleggen van dergelijke stroken langs de akkers krijgen de natuurlijke ongediertebestrijders meer voedsel en nemen in aantal toe. Hierdoor kunnen minder bestrijdingsmiddelen in de aangrenzende gewassen worden gebruikt. Omdat dit nogal wat impact heeft op de bedrijfsvoering van de agrariërs, ontvangen zij voor de aanleg van deze randen een vergoeding. Aan het lopende project dat formeel dit jaar stopt, doen 20 agrariërs mee, met name in de noordoostrand van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. De bedoeling is het project de komende 6 jaar te verlengen met een subsidie uit het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG), waarbij het deelnemersaantal iedere twee jaar met twintig agrariërs wordt uitgebreid. Binnen het Emissiebeheerplan neemt Waterschap Zuiderzeeland ook deel aan het project duurzaam bouwen. In het manifest Nieuw Flevolands Peil is vastgelegd hoe in de bouwen beheerfase verontreiniging van water en bodem te voorkomen. Daarbij gaat het om zaken als het terugdringen van uitlogende bouwmaterialen en niet chemische onkruidbestrijding op straatverharding.
Uitbreiding AWZI Tollebeek In 2010 moet AWZI Tollebeek zijn uitgebreid tot een capaciteit van 145.000 i.e.. In 2007 is het voorontwerp voor deze uitbreiding afgerond en is gestart met het definitief ontwerp.
Duurzame en natuurvriendelijke oevers De aanleg van duurzame oevers heeft conform plan plaats kunnen vinden. In de voorbereiding is intensief contact geweest met de betrokken aangelanden om medewerking te krijgen bij de grondverwerving. Dit kost aanzienlijk meer tijd dan jaren geleden. Prettig is het dan als aangelanden zelf komen met de vraag of bij hun kavels een duurzame oever kan worden aangelegd; in de Noordoostpolder was dat een aantal keren het geval en deze verzoeken zijn gehonoreerd en als meerwerk op lopende werken uitgevoerd. Als gevolg van in 2006 uitgevoerde baggerwerken zijn veel opmerkingen van aangelanden gekomen over de verontreiniging van de specie door stenen en glas. Door de gestorte specie visueel te inspecteren en stenen en glas te verwijderen is dit probleem grotendeels opgelost. Bij een enkele aangeland bestaat het probleem nog en wordt door gericht onderzoek getracht tot een oplossing te komen. Het vermoeden bestaat dat toen de polder nog Zuiderzee was het glas en steen door schepen overboord is gezet.
Han Stijkeltocht Naar aanleiding van plannen voor de aanleg van duurzame oevers langs de Han Stijkeltocht hebben enkele aangelanden administratief beroep aangetekend bij de provincie. Deze aangelanden zijn het niet eens met de wijze waarop het waterschap oevers langs tochten in het landelijk gebied gaat inrichten ten tijde van groot onderhoudswerkzaamheden en werken niet mee aan de daarvoor noodzakelijke grondverwerving. Na partijen gehoord
Pagina 16
Jaarverslag 2007
te hebben, is het waterschap in het gelijk gesteld. De betrokken ingelanden zullen nog eens benaderd worden of ze alsnog meewerken en als dat niet het geval is, wordt de duldplicht procedure in gang gezet.
Wisentbos Een bijzonder project voor de natuurlijke afwerking van de oevers van de Lage Vaart en de tochten vindt plaats in het Wisentbos. Provincie Flevoland en ons waterschap zijn daar samen verantwoordelijk voor. De plannen voor de recreatieve inrichting van het bos zijn ontwikkeld door de participatiegroep Wisentbos. De drie betrokken partijen hebben besloten tot samenwerking en dat heeft erin geresulteerd dat het waterschap de voorbereiding en uitvoering voor zijn rekening neemt. Eind 2007 zijn de werkzaamheden in uitvoering genomen en voor een groot deel ook uitgevoerd en dat was nodig om de toegezegde subsidies te kunnen ontvangen. Afronding van het werk vindt in 2008 plaats.
Aanleg IBA-systemen Overal riolering zou de beste bijdrage leveren aan de kwaliteit van het oppervlaktewater. Uit kostenoogpunt is dat echter lang niet altijd mogelijk. Veel woningen en bedrijven liggen zover weg dat riolering aanleggen onverantwoord duur zou worden. Daarom heeft Waterschap Zuiderzeeland in 2004 besloten om in gebieden met zogeheten kwetsbaar water 1050 locaties te ontzorgen. Deels gebeurt dit door IBA-systemen aan te leggen. De aanleg van deze mini-zuiveringsinstallaties is nodig omdat het lozen van ongezuiverd afvalwater vanaf 1 januari 2005 niet meer is toegestaan. In het buitengebied van Flevoland zijn nog veel huishoudens niet aangesloten op de riolering. Velen hebben een (verouderde/kleine) septictank of lozen zelfs ongezuiverd op het oppervlaktewater. De bewoners zouden zelf een zes kuub septictank moeten aanleggen. Dit vergt echter, maatschappelijk gezien, een enorme investering voor een matig milieurendement (ca. 20%). Voor Waterschap Zuiderzeeland is het uitgangspunt altijd geweest, zo goed mogelijk zuiveren, tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. IBAsystemen zuiveren het afvalwater voor 90%. Door in gebieden met kwetsbaar water IBAsystemen aan te leggen (ca 850), aangevuld met zo’n 200 locaties in gebieden met niet kwetsbaar water, wordt een gemiddeld milieurendement gerealiseerd dat vergelijkbaar is met het aanleggen van ca. 4160 zes kuub septictanks. Daarmee voldoet Waterschap Zuiderzeeland aan de landelijke norm en bovendien brengt het de laagst mogelijke kosten met zich mee. Het waterschap onderhoudt van de IBA-systemen. Bij de IBA-systemen kan gekozen worden uit een zogeheten compactsysteem of een helofytenfilter. De voorkeur van het waterschap gaat uit naar een helofytenfilter. De belangrijkste redenen daarvoor zijn dat het zuiveringsrendement beter is en dat dit systeem praktisch geen onderhoud vergt. Een nadeel is dat een helofytenfilter meer ruimte inneemt, dan een compactsysteem. In 2007 zijn ca. 80 IBA-systemen aangelegd in het buitengebied van Lelystad. In 2008 wordt Lelystad 2 onder handen genomen. Tevens is in 2007 de pilot uit 2004 in de Noordoostpolder afgerond. Dat betekent dat alle ca. 30 systemen die daar in 2004-2005 zijn aangelegd door Zuiderzeeland zijn overgenomen. Ook is het merendeel van de aangelegde systemen in Dronten (2005 en 2006) overgenomen. Daarmee heeft het waterschap ruim 180 systemen in beheer en onderhoud. Na aanleg van een IBA-systeem heeft de aannemer een jaar lang de verplichting om storingen te verhelpen. In dat jaar wordt het systeem drie keer ‘beproefd’ (er wordt gekeken of het milieurendement wordt gehaald). Is dat het geval, dan neemt Zuiderzeeland het systeem over.
Pagina 17
Jaarverslag 2007
Vergunningverlening Het team Vergunningverlening heeft in het verslagjaar veel tijd besteed aan een aantal grote projecten in ons beheergebied. In de eerste plaats de aanleg van de Hanzelijn. Daarbij ging het om Wvo-vergunningen voor de zandopspuitingen en keurontheffingen voor allerlei veranderingen in de waterhuishouding en waterkering (bijvoorbeeld het verleggen van watergangen) en de aanleg van grote (kunst-) werken (zoals bijvoorbeeld de Drontermeertunnel). Daarbij wordt nauw samengewerkt met de collega’s van de regio’s. Zij kennen de lokale situatie ten slotte het best. Een ander groot project is de aanleg van een gasleiding van Wapenveld naar de Flevocentrale bij Lelystad. Deze leiding doorkruist dijken en watergangen en daarvoor moeten keurvergunningen worden afgegeven. Maar de bronneringen hebben weer een vergunning op grond van de Wvo nodig. Ook bij bestemmingsplannen wordt een groot beroep gedaan op vergunningverlening. In bijvoorbeeld Almere, Lelystad en Emmeloord wordt volop gebouwd. Binnen deze bouwprojecten komt vaak veel oppervlaktewater. Deze wateren moeten allemaal via de keur worden gereguleerd, zowel de aanleg alsmede de onderhoudsplichten en onderhoudsplichtigen. Ook de wijzigingen in de wet- en regelgeving vanaf 1 januari 2008 heeft in 2007 veel aandacht gehad. Daarbij gaat het om het Activiteitenbesluit, het Besluit lozing afvalwater huishoudens, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Waterwet en de voorgenomen wijziging van de keurverordening in 2008.. De laatste twee wetten treden naar verwachting in werking op respectievelijk 1 januari 2009 en 1 juli 2009, maar werpen hun schaduwen al voor uit. Het Activiteitenbesluit geeft nu al invulling aan de 1loketgedacht. Iedereen hoeft nog maar via 1 loket alle aanvragen om een vergunning in te dienen (bij de gemeente) en die coördineert de hele afhandeling. Het Besluit lozing afvalwater huishoudens heeft vooral gevolgen voor het IBA-beleid. De Wabo is van toepassing op grote projecten en regelt de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. In het Wabo-coördinatoren overleg worden (werk)afspraken met betrekking tot de omgevingsvergunning tussen de gemeenten, provincie en waterschap voorbereid. Met de invoering van de Waterwet komen de grondwatertaken (onttrekkingen) in belangrijke mate te liggen bij het waterschap (met uitzondering van de hele grote onttrekkingen). De voorbereidingen voor deze grondwateroverdracht zijn met de provincie in 2007 gestart. Al deze wijzigingen vragen heel veel afstemming en overleg.
Nieuwe zwemwaterrichtlijn Vanuit de EU is inmiddels een nieuwe zwemwaterrichtlijn vastgesteld. Hoofdpunten van die richtlijn zijn; er moet betere voorlichting plaatsvinden; daarvoor heeft Waterschap Zuiderzeeland (samen met Rijkswaterstaat en de provincie Flevoland) op een aantal zwemstranden nieuwe informatieborden geplaatst. Inmiddels wordt bekeken of ze kunnen gelden als de Europese standaard; de gevaren moeten vooraf in beeld worden gebracht. Er moet een risico-inventarisatie plaatsvinden, er moet worden ingeschat of er wel of geen maatregelen moeten worden genomen. Voordat deze richtlijn van kracht werd, werden er pas maatregelen genomen op het moment dat er problemen waren; er zijn nieuwe normen en parameters voor zwemwater vastgesteld. Door waterschap Zuiderzeeland wordt al drie jaar gemeten zodat er voldoende kennis is over de zwemwateren als de nieuwe normen en parameters ook in de Nederlandse wetgeving zijn opgenomen.
Pagina 18
Jaarverslag 2007
Handhaving In 2007 is besloten de Algemene Inspectiedienst (AID) te vragen de onderzoeken in het kader van artikel 16 van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (LBOT) voor Zuiderzeeland te verzorgen. Zelf doen wordt als zeer inefficiënt gezien. De AID komt toch de andere controles doen, waarom dan niet ook dat aspect meenemen? Het ministerie ging uiteindelijk akkoord met deze werkwijze, wel onder voorwaarde dat het gebeurde in opdracht van ons waterschap. 2007 is gebruikt als pilot. Na evaluatie wordt gekeken of de onderzoeken ook gewoon in opdracht van de AID kunnen plaatsvinden. Dat is nog efficienter, dan hoeft maar één partij te rapporteren. In het verslagjaar is intensief samengewerkt met de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO). Het LBOT is voor deze beroepsgroep aangepast. In overleg met de NFO is, voordat tot controles werd overgegaan, de hele sector geïnventariseerd om te kijken hoever zij zijn met de uitvoering van de voorschriften uit het LBOT. Daaruit bleek dat een groot percentage aan de voorschriften voldeed. Slechts een klein percentage voldeed niet. Deze kregen de kans dit te herstellen voor dat daadwerkelijk tot handhaving over werd gegaan. Deze samenwerking is beide partijen uitstekend bevallen. In 2007 zijn acht verzoeken bij het waterschap binnengekomen voor vliegtuigtoepassing van bestrijdingsmiddelen in de veertien meter zone langs het oppervlaktewater. Vier verzoeken zijn toegewezen voor een maximale ontheffingsperiode van één week. Het waterschap heeft de mogelijkheid om ontheffing voor vliegtuigspuiten te verlenen op basis van extreem natte omstandigheden en de landbouwer moet voldoen aan de randvoorwaarde dat er sprake is van een calamiteit en dat er een rijpadensysteem (brede banden) is aangelegd. Een agrariër die ervoor kiest geen rijpaden aan te leggen krijgt in 2008 geen ontheffing om een vliegtuigbespuiting in de veertien meter zone uit te voeren. Waterschap Zuiderzeeland is voorzitter van de landelijke werkgroep erfafspoeling. In het verslagjaar heeft deze werkgroep vooral onderzoek gedaan naar de problematiek. Na dit onderzoek is in paneldiscussies met de agrarische sector gezocht naar mogelijke oplossingen. Daarbij kan gedacht worden aan simpele oplossingen als schoonhouden van het erf, maar ook een ander type voersysteem, waardoor minder wordt geknoeid of het aanleggen van opslagplaatsen voor natte voeders. Aan de hand van deze resultaten wordt momenteel een beleidslijn ontwikkeld.
Pagina 19
Jaarverslag 2007
2.5
Goede samenwerking Waterschap Zuiderzeeland wil een waterschap zijn met oog en respect voor zijn omgeving. Deze omgeving is zeer divers: belastingbetalers, bedrijven, publiek, belangengroeperingen, medeoverheden en collega waterschappen. Waterschap Zuiderzeeland wil in goede samenwerking met deze omgeving functioneren. Dit houdt in dat het waterschap enerzijds maatschappelijke belangen zorgvuldig afweegt in zijn besluiten en gedrag, maar anderzijds ook begrip kweekt voor zijn taak en de wijze van uitvoering en de eigen belangen bewaakt. Goede samenwerking met de omgeving en een gedegen inhoud moeten ertoe leiden dat Waterschap Zuiderzeeland door zijn omgeving wordt gewaardeerd als vanzelfsprekende partner. Citaat Bestuursprogramma Waterschap Zuiderzeeland 2005-2008 (maart 2005)
Inleiding Een waterschap opereert steeds meer in een maatschappelijk krachtenveld. Dat is zowel een keuze als een gegeven. Waterschap Zuiderzeeland kiest er heel nadrukkelijk voor om met alle partners goed samen te werken. Daarbij gaat het om medeoverheden, belangengroeperingen, collega waterschappen, etc. In dit hoofdstuk staan de belangrijkste samenwerkingsonderwerpen genoemd. Sommige hadden elders in dit jaarverslag ook kunnen worden opgenomen, maar door ze hier te zetten, onderstreept Zuiderzeeland het belang dat ze aan samenwerking hecht.
Draagvlak Waterschap Draagvlak om zijn werk goed uit te kunnen voeren, is voor iedere organisatie belangrijk. Dat geldt natuurlijk helemaal voor overheidsorganisaties. Een deel van de doelgroepen van de organisatie zorgen ook voor de inkomsten en scheppen zo als het ware de voorwaarden voor het functioneren. Daarom werkt Waterschap Zuiderzeeland doorlopend aan het vergroten van het draagvlak. Hoe meer inwoners, bedrijven, (belangen)organisaties en medeoverheden het belang van een goed functionerend waterschap inzien, hoe beter een waterschap zijn taken kan uitvoeren. Waterschap Zuiderzeeland werkt structureel en systematisch aan het vergroten van het draagvlak. Dat gebeurt met name door daar waar mogelijk de dialoog aan te gaan met de verschillende doelgroepen van de organisatie. Daarbij wordt steeds gestreefd naar een voor alle partijen bevredigende oplossing. Natuurlijk is het niet zo dat altijd aan alle eisen kan worden voldaan. In dat soort gevallen is het zaak om zo goed mogelijk keuzes te motiveren. Waterschap Zuiderzeeland wil graag een netwerkende organisatie zijn. Om goed te kunnen netwerken is het noodzakelijk dat contacten met de voor de organisatie relevante groepen/personen worden gelegd. Netwerken kan je ook organiseren. Een van de activiteiten die het waterschap daarvoor inzet zijn de huiskamergesprekken met buurtverenigingen. Tijdens deze gesprekken krijgt de buurtvereniging de kans vragen en opmerkingen over water en waterbeheer te stellen, terwijl het waterschap zijn verhaal kwijt kan. Maar daarnaast wordt op grote schaal contact gezocht met relevante organisaties. Soms georganiseerd, soms spontaan. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan de keukentafelgesprekken met agrariërs.
Relatiebeheer Uit de verschillende signalen van functionele relaties bleek dat er behoefte bestond aan een ander soort contact. Op bestuurlijk niveau wordt regelmatig overlegd, ook de dossierhouders hebben regelmatig contact. Er was echter nergens een mogelijkheid om het
Pagina 20
Jaarverslag 2007
over de relatie sec te hebben. Daarom is Zuiderzeeland in het verslagjaar begonnen met het zogeheten relatiebeheer. Iedere gemeente, de provincie, de kamer van koophandel en een aantal belangengroeperingen hebben allemaal vanuit het waterschap een relatiebeheerder. Deze relatiebeheerder overlegt met zijn partner bij de andere partij. Primair gaat het daarbij om de relatie. Dus niet over inhoudelijke zaken. In het verslagjaar is een deel van de partners bezocht en is relatiebeheer geïntroduceerd. Begin 2008 zijn de overige partners bezocht. De meeste partners zijn enthousiast en zien de meerwaarde van het relatiebeheer duidelijk in. In 2008 werken relatiebeheerder en zijn partner bij de relatie aan het opstellen van een relatiebeheerplan. Op deze wijze hopen we eventuele problemen, vragen, onduidelijkheden in een vroegtijdig stadium te kunnen oplossen of beantwoorden.
Samenwerking in de afvalwaterketen Gaan de OAS’s uit van de langere termijn, op kortere termijn zijn er ook al voordelen te behalen. Daarom is op initiatief van Waterschap Zuiderzeeland gestart met het project Samenwerking in de Afvalwaterketen. In 2007 heeft deze samenwerking in de afvalwaterketen de eerste concrete resultaten opgeleverd. De partijen hebben gezamenlijk een bestek gemaakt voor reiniging en inspectie van de riolering en voor het reinigen van kolken. Verder zijn de onderwerpen Regionaal Bestuursakkoord Afvalwaterketen Flevoland, Bijlage bij afvalwater gerelateerde rekeningen en de aanwijzing van een procestrekker uit de deelnemende partijen voorbereid. Over deze onderwerpen worden naar verwachting voor de zomer 2008 besluiten genomen
Samenwerking met Almere In het verslagjaar is op tal van gebieden nauw samengewerkt met de gemeente Almere. Een gemeente die zoveel bouwt en wil bouwen, heeft uiteraard veel contact met het waterschap. Drie belangrijke projecten waarbij samen is gewerkt, zijn Almere Poort, Almere Oost en Almere Pampus. Gemeente Almere en Waterschap Zuiderzeeland zijn overeengekomen dat aan de dijk, ter plaatse van de kustzone van Almere Poort, wordt gebouwd. Zuiderzeeland is al enkele jaren betrokken bij de ontwikkeling van dit gebied. Begin 2008 tekenden de gemeente en het waterschap een samenwerkingsovereenkomst, waarin is vastgelegd hoe en onder welke voorwaarden de kustzone wordt ontwikkeld. Bebouwing van deze kustzone is uniek in Nederland. De dijkzone moet dé blikvanger van Almere Poort worden. De dijk wordt circa één meter verhoogd en aangevuld tot aan de bebouwing. Zo ontstaat een brede promenade, met vlak daar achter ruimte voor wonen, horeca, werken en leisure. Onder de bebouwing worden parkeergarages gerealiseerd. Dit project draagt bij aan Almere’s ambitie om uit te groeien tot ‘nieuwe Strandstad van de Randstad’. De ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst begin 2008 vormt de start van verdere uitwerking van de bouwplannen. Concretisering en bouwplanontwikkeling vindt naar verwachting plaats in 2009-2010. In 2011 wordt de eerste bebouwing op deze locatie gerealiseerd. Met betrekking tot Almere Oost en Almere Pampus bevindt de gemeente zich nog in de planontwikkeling. Het Kabinet heeft de gemeente Almere gevraagd de komende decennia nog eens maximaal 60.000 woningen te bouwen. De gemeente ziet Oost en Pampus als mogelijke locaties daarvoor. Momenteel wordt naar de haalbaarheid hiervan gekeken. Zuiderzeeland is van het begin af aan bij de planvorming betrokken omdat het beheer van de nieuwe gebieden (sommige buitendijks) in de toekomst bij het waterschap komt te liggen. Zuiderzeeland houdt rekening met nieuw en voorzien rijksbeleid op het gebied van veiligheid en klimaat. Zuiderzeeland staat voor dijken die niet alleen veilig zijn, maar ook robuust en duurzaam. In 2009 neemt het Kabinet een definitieve beslissing.
Pagina 21
Jaarverslag 2007
Waterbeheerplan Het waterbeheerplan vormt het kader voor al het werk dat het waterschap doet. Het verslagjaar heeft vooral in het teken gestaan van de formele procedure om uiteindelijk tot vaststelling van het Waterbeheerplan te komen. De provincie heeft de laatste ‘hindernis’ genomen door het WBP 2007 – 2011 goed te keuren. Hiermee kwam een einde aan een intensief, interactief proces, waarbij veel van onze gebiedpartners betrokken zijn geweest. Inmiddels is gestart met de voorbereidingen voor een beperkte herziening. Aanleiding dat het plan alweer zo snel moet worden herzien, is gelegen in het feit dat toen het WBP werd opgesteld nog te veel onduidelijk was met betrekking tot de KRW. Inmiddels is die duidelijkheid er wel, daarom is besloten over te gaan tot een beperkte herziening. Uitgangspunten bij die herziening zijn: bestaand beleid blijft en wordt aangevuld voor de periode 2012-2015; er is ruimte voor wijzigingen op het gebied van nieuw of gewijzigd Europees, nationaal en regionaal beleid.
Stedelijke waterplannen Waterschappen hebben nooit veel werkzaamheden verricht in het stedelijk gebied. Pas in de 3e nota Waterhuishouding werd voor het eerst gesproken over integraal waterbeheer. In de 4e nota Waterhuishouding worden de taken op het gebied van stedelijk water expliciet bij de waterschappen neergelegd. Daarbij gaat het om baggeren, maaibeheer en oeveronderhoud en de benodigde aanpassingen aan het watersysteem voor de wateropgave. Een stedelijk waterplan komt voort uit het Nationaal Bestuursakkoord water en is eigenlijk een waterbeheerplan voor het stedelijk gebied. Veiligheid, waterkwaliteit en inpassing van een goed watersysteem in het stedelijk gebied zijn daarbij de aandachtspunten. Het stedelijk waterplan bestaat uit de volgende fasen: 1. Visie 2. Maatregelen 3. Beheer en onderhoudsplannen 4. Taakverdeling en financiering De plannen van Almere, Lelystad, Dronten en de Noordoostpolder zijn inmiddels vastgesteld, aan die in Urk en Zeewolde wordt hard gewerkt. In het verslagjaar is vooral gewerkt aan de implementatie taakuitoefening stedelijk water, de fasen 3 en 4. Er is overleg geweest met de zes gemeenten in ons gebied. Deze nadere uitwerking moet leiden tot zes bestuursovereenkomsten die in 2008 worden getekend door de partijen. In die bestuursovereenkomsten wordt antwoord gegeven op de vraag hoe moet worden omgegaan met achterstanden in het baggeren en de uitvoering van de werkzaamheden in de toekomst. Het voorstel nu is om de baggerachterstanden de komende tien jaar weg te werken gelijk met het reguliere baggerwerk. Gemeente en waterschap betalen dan ieder de helft. Daarnaast worden in de bestuursovereenkomsten afspraken gemaakt over het reguliere onderhoud zoals het maaien en het onderhoud van de beschoeiingen. Daarbij is nog de vraag wie het werk daadwerkelijk gaat uitvoeren (uitbesteden), Zuiderzeeland of de gemeente. Uitgangspunt is wel dat het tegen de laagst maatschappelijke kosten, doelmatig en zichtbaar moet gebeuren. De laagst maatschappelijke kosten kunnen worden bevorderd door werk met werk te combineren.
Pagina 22
Jaarverslag 2007
In vier gemeenten (Noordoostpolder, Urk, Dronten en Zeewolde) was een aantal locaties waar hoognodig gebaggerd moest worden. Die locaties konden bestempeld worden als urgent. Kon op deze zogenoemde hotspots, ook nog werk met werk worden gemaakt, werden ze direct aangepakt. In de Noordoostpolder en Urk is er al daadwerkelijk gebaggerd in 2007, in Zeewolde en Dronten gebeurt dat ook in 2008.
Overleg met visorganisaties In het verslagjaar is nauw samengewerkt in de Visstandbeheercommissie (VBC), een platform waar waterschap, beroeps- en sportvisserij elkaar ontmoeten. Vragen als wat willen zij, wat willen wij?, komen daarin aan de orde. Het afgelopen jaar is er onder andere gesproken over nieuwe huurovereenkomsten, waarin andere voorwaarden worden gesteld die zijn nodig om als waterschap beter rekening te kunnen houden met de vissamenstelling in de wateren.
Brandverzekering In het verslagjaar is de brandverzekering opnieuw aanbesteed. In eerste instantie is daarvoor aansluiting gezocht bij het Verzekeringsplatform Overheden (113 gemeenten, 3 provincies en 8 waterschappen). Deze aanbesteding is echter op niets uitgelopen. Mede op initiatief van Waterschap Zuiderzeeland is toen met het Verzekeringsinitiatief Waterschappen (15 waterschappen) gezocht naar een partij om alle objecten tegen brand te verzekeren. Deze aanbesteding heeft wel tot succes geleid. Voor Zuiderzeeland betekent dit dat alle objecten, met een totale waarde van 292 miljoen euro tegen brand zijn verzekerd voor een bedrag van 65.000 euro, terwijl er voor 2008 130.000 euro was begroot. Een mooi succes van gezamenlijk zaken oppakken.
Klachtenbehandeling Een klacht is een gratis advies. Daarom hecht Waterschap Zuiderzeeland veel belang aan een goede klachtenafhandeling. Daarvoor is een Klachtenteam in het leven geroepen. Dit Klachtenteam bewaakt de afhandeling van de klachten. Dreigen termijnen te worden overschreden, krijgt de ‘klager’ daar bericht van. Tevens bespreekt het Klachtenteam de klachten, zodat bij structurele zaken aanbevelingen aan de werkorganisatie kunnen worden gedaan.
Klanten- en Jongerenpanel Waterschap Zuiderzeeland hecht veel waarde aan de dialoog met verschillende groepen in het beheersgebied. Voor de ingezetenen is er een Klantenpanel. In dit panel worden allerlei zaken besproken, maar de leden beoordelen ook de publieksteksten op leesbaarheid en begrijpelijkheid. Begin 2008 is het panel geëvalueerd en zijn de eerste zes leden volgens afspraak vervangen. In zijn algemeenheid was iedereen erg enthousiast. In 2007 heeft het eerste Jongerenpanel zich beziggehouden met het schrijven van teksten voor hun leeftijdgenoten voor Internet. Het Jongerenpanel wordt ieder jaar vervangen. Eind 2007 is het tweede Jongerenpanel enthousiast aan de gang gegaan met het voorbereiden van de eerste Nederlandse Scholieren Waterschapsverkiezingen. 10 Middelbare scholen hebben enthousiast gereageerd en aangegeven mee te willen doen. Niet alleen door verkiezingen te organiseren, maar ook door in die periode aandacht in de lessen aan het werk van het waterschap te besteden.
Flevoland leeft met water Het project Flevoland leeft met water is in het verslagjaar beëindigd. De animo bij de partners was zo gering, dat verder gaan geen zin meer had. In het verslagjaar is nog wel
Pagina 23
Jaarverslag 2007
een fotowedstrijd georganiseerd, een regentonnenactie gehouden en een folder:’Dat mag niet in het riool’ uitgebracht.
Integriteitsbeleid Waterschap Zuiderzeeland heeft integriteit hoog in het vaandel staan. De inwoners van Flevoland mogen er van uitgaan dat er bij het waterschap integer wordt gewerkt. In het verslagjaar is een project gestart om enerzijds het integriteitsbeleid nieuw leven in te blazen en om anderzijds te komen tot een breed gedragen gedragscode integriteit. Heldere afspraken die de medewerkers met elkaar hebben gemaakt hoe om te gaan met morele dilemma’s. Ook is gewerkt aan een bestuurlijke gedragscode. Begin 2008 worden beide gedragscodes officieel vastgesteld.
Pagina 24
Jaarverslag 2007
2.6
Beheerste bedrijfsvoering Voor een beheerste bedrijfsvoering is een bepaalde kwaliteit van medewerkers noodzakelijk, daarnaast zijn een goed functionerende planning en control, een goede informatievoorziening en optimaal gebruik en ontwikkeling van aanwezige kennis noodzakelijk. Ook grondbeheer is van belang voor de beheersing van de bedrijfsvoering. Vanuit financieel perspectief is aan de inkomstenkant een tijdige en correcte belastingheffing van belang en aan de uitgavenkant moet een maatschappelijk aanvaardbaar beleid worden gevoerd, dit houdt in dat de tarieven zoveel mogelijk onder controle worden gehouden en dat er continue wordt gestreefd naar efficiëntie en dat doelgericht werken centraal staat. Citaat Bestuursprogramma Waterschap Zuiderzeeland 2005-2008 (maart 2005)
Inleiding Waterschap Zuiderzeeland is voor zijn inkomsten praktisch geheel afhankelijk van belastinginkomsten. Dat betekent dat je als organisatie verplicht bent zuinig en efficiënt met dat belastinggeld om te gaan. Daarom hecht Waterschap Zuiderzeeland veel belang aan een beheerste bedrijfsvoering.
Organisatieontwikkelingtraject De wereld om ons heen verandert doorlopend. Wil je als organisatie mee blijven tellen, moet je mee veranderen. Stilstand is achteruitgang. Bovendien is het goed om af en toe eens in de spiegel te kijken. Daardoor blijf je attent. Kijken in die spiegel kan antwoord geven op vragen als: Wordt het geen tijd dat ik verander? Ben ik wel op de toekomst voorbereid? Wil ik mijn toekomst sturen? Daarom is in het verslagjaar gestart met het zogeheten Organisatieontwikkelingtraject (OO-traject) De volgende onderwerpen vormen de aanleiding om te komen tot het OO-traject. 1. De strategische visie van de Unie van waterschappen (“Water Wegen”) vraagt om vertaling naar de organisatie. Deze visie schetst het waterschap van de toekomst. Wat betekent deze notie voor ons? Waar staan wij op dit moment? Waar willen wij staan over drie tot vijf jaar? 2. Samenwerking met partijen in het professionele speelveld is van bijzonder belang. De laatste jaren is veel gedaan aan samenwerking met medeoverheden en andere partners in het werkveld. Het vermogen om te kunnen samenwerken moet nu zodanig verder worden ontwikkeld, dat wij ook in staat zijn om strategische partnerships aan te gaan: tussen waterschappen onderling (zoals bij Tricijn gebeurd is), tussen Zuiderzeeland en gemeenten (bijvoorbeeld op het gebied van stedelijk waterbeheer en de afvalwaterketen), tussen Zuiderzeeland, gemeenten en provincie (bijvoorbeeld op vergunningverlenings- en handhavingsgebied). 3. De wet Modernisering waterschapsbestel (Waterschapswet) brengt mogelijk een gewijzigde bestuursstijl met zich mee. De wet biedt aangrijpingspunten en kansen waardoor het algemeen bestuur zich meer gaat richten op het realiseren van effecten en doelen en dit op een actieve wijze. Met de introductie van het lijstenstelsel mag verwacht worden dat fracties een nadrukkelijker rol gaan spelen. De AV zal haar rol op een zelfbewustere manier gaan spelen en de organisatie moet erop gericht zijn die rolinvulling te kunnen ondersteunen. 4. De Waterschapswet betekent ook introductie van programmatisch denken voor bestuur en organisatie. Anders plannen, begroten, sturen en rapporteren: meerjarige thema- of
Pagina 25
Jaarverslag 2007
programmabegroting, nadrukkelijker sturen op realiseren van effecten en doelen. Dit vraagt erom de rollen en verantwoordelijkheden in de organisatie in dit verband te bekijken. 5. De werkpakketten binnen de huidige organisatorische eenheden (sectoren, afdelingen) wijzigen. Voor de sector Bedrijfsvoering en de sector Watersystemen is het overhevelen van de belastingprocessen naar Tricijn een belangrijke verandering. Voor de sector Watersystemen is van belang dat er een belangrijke nieuwe taak naar het waterschap toe komt (beheer grondwater) en dat in verband met de Waterwet en de WABO rollen in het kader van vergunningverlening en handhaving wijzigen. 6. Waterschap Zuiderzeeland werkt inmiddels een jaar of vier binnen de kaders die zijn gegeven door het vigerende bestuurs- en managementontwerp (BMO), de geldende organisatiestructuur en de gemaakte afspraken over integraal management. Op het gebied van beheerste bedrijfsvoering zijn binnen deze kaders aanzienlijke stappen gezet. Een aantal vraagstukken laat zich binnen deze kaders evenwel niet goed oplossen.
Belastingsamenwerking 2007 was het jaar van de daadwerkelijk implementatie van de belastingsamenwerking met de waterschappen Vallei & Eem en Veluwe. In het verslagjaar hebben alle voorbereidende werkzaamheden overeenkomstig het implementatieplan plaatsgevonden om de medewerkers van de afdeling belastingen alsmede alle werkzaamheden op belastinggebied per 1 januari 2008 over te dragen aan Tricijn. De medewerkers belastingen zijn vanaf 15 oktober 2007 fysiek op de nieuwe locatie in Harderwijk van start gegaan, maar bleven tot 1 januari 2008 nog formeel in dienst van het waterschap. Voor de medewerkers is de overgang naar de nieuwe organisatie goed verlopen. Hoewel het een zeer roerig jaar is geweest en van de medewerkers veel is gevraagd, is lopende het proces goed gecommuniceerd en zijn tegen de voorlopige benoemingsbesluiten nagenoeg geen bezwaarschriften ingediend. De daadwerkelijke verhuizing van medewerkers en samenvoeging van systemen hebben, geheel voorzienbaar, enige vertraging in de lijnwerkzaamheden gegeven. Overeenkomstig afspraken waren per 15 oktober de achterstanden dusdanig weggewerkt dat normale werkvoorraden aan Tricijn konden worden overgedragen.
Belastingheffing en -invordering In 2007 is met betrekking tot de belastingheffing een duidelijke inhaalslag gemaakt. Meer dan 95% van de aanslagen is in 2007 opgelegd. Ook de forfaitaire aanslagen Wvo-B, die normaliter in het navolgende jaar werden opgelegd, zijn al in 2007 opgelegd. Dit was overeenkomstig de afspraken met de andere twee waterschappen die deel nemen aan Tricijn, vooruitlopend op de belastingsamenwerking. De invordering over 2007 is grotendeels volgens de wettelijke termijnen verlopen, door consequent vast te houden aan de nieuwe lijn om het proces van invordering in te zetten op de kortst mogelijke termijn. Daarmee is voorkomen dat nieuwe achterstanden ontstonden. Ook met betrekking tot de invordering over de achterliggende jaren is een grote inhaalslag gemaakt. Het in 2006 ingezette actieve invorderingsbeleid heeft duidelijk resultaten opgeleverd, hetgeen mede is mogelijk gemaakt door de inzet van een extern deurwaarderskantoor. Het bedrag aan openstaande vorderingen is daardoor ten opzichte van het vorig jaar meer dan gehalveerd. Verder waren de achterstanden in andere werkzaamheden, zoals de afhandeling van kwijtscheldingsverzoeken, beroepen, bezwaren en klachten, in 2007 overeenkomstig de afspraak tussen de waterschappen nagenoeg geheel weggewerkt bij overdracht naar Tricijn. Kortom: in 2007 is een enorme inhaalslag gemaakt met betrekking tot de belastingheffing en –invordering.
Pagina 26
Jaarverslag 2007
Eind 2006 is geconstateerd dat het bedrag dat aan verontreinigingsheffing opgelegd kon worden over 2005 en 2006 1,8 miljoen euro lager was dan wat over beide jaren was geraamd. Daarnaast is op basis van een quick scan geconstateerd dat de vuillast een toenemende discrepantie met het aantal opgelegde ve’s leek te vertonen. Beide ontwikkelingen samengenomen zouden er op kunnen duiden dat de aanslagoplegging niet volledig was. Besloten is om beide ontwikkelingen te onderzoeken. In 2007 heeft een onderzoeksbureau een onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de bestanden die worden gebruikt voor het bepalen van het op te leggen aantal ve’s. De aanleiding hiervoor was tweeledig. Het bureau heeft een vergelijking uitgevoerd met een postcodebestand en een analyse op de verschillen uitgevoerd. De conclusie is dat de verschillen zeer gering zijn en geen verklaring vormen voor de afwijking tussen de begrote aantallen en de aanslagoplegging. Het onderzoek naar de discrepantie met de vuillast is door een ander bureau uitgevoerd. De voornaamste conclusies uit dat onderzoek zijn dat de discrepantiewaarde van Zuiderzeeland circa 10% lager is dan de gemiddelde discrepantie in Nederland. De 10% wordt globaal veroorzaakt door een hoger inwonertal in meer persoonshuishoudens (3%) en een hogere vuilvracht per i.e. dan waarvoor wordt betaald (6%). Het resterende percentage komt door afrondingen en afwijkingen als gevolg van meet- en administratieve processen. De eindconclusie die uit beide onderzoeken kan worden getrokken, is dat de bestanden waarop de aanslagoplegging verontreinigingsheffing wordt gebaseerd volledig zijn en dat de discrepantie met de vuillast lager is dan gemiddeld in Nederland en verklaarbaar.
Vastgoedbeheer Waterschap Zuiderzeeland bezit een groot aantal eigendommen. Daarbij kan worden gedacht aan waterkeringen, watergangen, objecten (zuiveringen, gemalen, regiokantoren, Waterschapshuis), grond voor het baggerdepot Venetocht en vloeivelden. Sommige van die eigendommen worden verpacht aan bijvoorbeeld agrariërs die schapen op de dijken laten grazen, woonbootbewoners, vissers en jagers. Inmiddels is begonnen met het ontwikkelen van een eigendommenbeleid. Dit beleid is in het verslagjaar vastgesteld, maar de uitvoering heeft vertraging opgelopen. De verwachting is dat dit in 2008 wordt opgepakt.
Planning- en controlcyclus Voor een beheerste bedrijfsvoering is een goedlopende planning- en controlcyclus onontbeerlijk. De afgelopen jaren is grote vooruitgang geboekt in sturing en verantwoording van de organisatie. In de Managementrapportages (Maraps) wordt door de afdelingshoofden verantwoording afgelegd aan de secretaris-directeur. Tijdens deze zogeheten Marapgesprekken worden niet alleen de financiën van de afdeling besproken, maar ook andere afdelingsdoelen passeren te revue. Door de Maraps worden regelmatig zaken bijgesteld.
Waterschapshuis Het Waterschapshuis, het landelijke samenwerkingsverband van waterschappen op het gebied van ICT, heeft de afdelingshoofden ICT van de waterschappen de opdracht gegeven te komen tot een gezamenlijke visie op de inrichting van de ICT. Gedurende 2007 is hieraan hard gewerkt door afdelingshoofden ICT en beleidsadviseurs van alle waterschappen. Eind 2007 is, in het verlengde van de reeds ontwikkelde Waterschaps Informatie Architectuur (WIA), het visiedocument ‘Gezamenlijke visie op ICT’ opgeleverd. In de ontwikkelde visie is gebruik gemaakt van de Nederlandse Overheids Referentie Architectuur (NORA) als referentiearchitectuur. Bij de aanbesteding van een gemeenschappelijk belastingsysteem voor waterschapsheffingen, gemeentelijke belastingen en drinkwaterheffin-
Pagina 27
Jaarverslag 2007
gen, heeft Het Waterschapshuis ook de technische architectuur, conform de ‘Gezamenlijke visie op ICT’, meegenomen in de aanbesteding.
Informatiebeleidsplan In 2007 is het bijstellen van het huidige ‘Informatiebeleidsplan 2005-2009’ aan de actuele omstandigheden en inzichten van start gegaan. De door afdelingshoofden ICT en beleidsadviseurs van alle waterschappen ontwikkelde ‘Gezamenlijke visie op ICT’, is een ontwikkeling die van grote invloed zal zijn op het bijgestelde informatiebeleidsplan 2009-2013. In september 2007 is in het kader van de actualisatie het informatiebeleidsplan een ‘Stuurgroep informatiebeleidsplan’ ingericht. Organisatiebreed is een terugkoppeling gegeven over wat de afgelopen jaren wel en niet bereikt is in relatie tot het huidige informatiebeleidsplan. Het bijgestelde ‘Informatiebeleidsplan 2009-2013’ moet duidelijk aangeven langs welke weg de beoogde doelstellingen gerealiseerd kunnen worden, waarbij gebruik wordt gemaakt van het denk- en werkmodel ‘Regatta’ dat er toe bij zal dragen dat de ICT-oplossing bij het in gebruik nemen ook daadwerkelijk ondersteunend is aan de bedrijfsvoering. Het ‘Informatiebeleidsplan 2009-2013’ wordt naar verwachting in het derde kwartaal van 2008 opgeleverd.
Geografisch informatiesysteem Onder de paraplu van Het Waterschapshuis is door de waterschappen hard gewerkt aan de ontwikkeling van IRIS, het nieuwe geografische informatiesysteem voor alle waterschappen. Het is een gemeenschappelijke ICT-applicatie die grote delen van het primair proces bij waterschappen ondersteunt. IRIS staat voor: Integraal Resultaatgericht Informatie Systeem. Het Waterschapshuis trekt de ontwikkeling van “IRIS” vanuit de producten van GIS-ZES en IntWis, waarbij Waterschap Zuiderzeeland vanaf het begin betrokken is geweest bij de ontwikkeling van de GIS-ZES-applicatie. Gezien het feit dat geografische informatie voor vrijwel alle bedrijfsprocessen relevant is, is IRIS een belangrijk systeem voor Waterschap Zuiderzeeland. Het zal steeds nadrukkelijker een centrale positie in gaan nemen in de informatievoorziening.
Competentiemanagement Een organisatie is doorlopend op zoek naar mogelijkheden om de effectiviteit van medewerkers te vergroten. Medewerkers beschikken over veel kennis en ervaring, maar dat alleen is niet genoeg. De effectiviteit van de medewerkers wordt namelijk ook bepaald door vaardigheden en gedrag. Om deze laatste twee te ontwikkelen wordt gewerkt aan het project competentiemanagement. Doordat in 2007 van bureau is gewisseld, is het project enigszins vertraagd, maar in 2008 moeten grote stappen worden gezet.
Leeftijdsbewust personeelsbeleid In 2007 is de Kadernota leeftijdsbewust personeelsbeleid vastgesteld. In deze nota is een visie neergelegd op de toekomstige personeelsontwikkeling bij Waterschap Zuiderzeeland. Zoals zoveel organisaties dreigt Zuiderzeeland in de toekomst te vergrijzen. Omdat zich geen grote problemen voordeden, ontbrak in het verleden de animo om structureel naar de vergrijzing te kijken. Op individueel niveau werden wel eens maatregelen genomen, maar er werd niet planmatig met de leeftijdsopbouw omgegaan.
Personeelsplanning Het leeftijdsbewust personeelsbeleid is één van de bouwstenen van een goede personeelsplanning. Belangrijk bij die personeelsplanning is het antwoord op de vraag waar wil Zuiderzeeland over vijf jaar staan? Welke kwaliteiten heb ik over vijf jaar nodig? Er is in 2007 gewerkt aan een Plan van Aanpak voor deze personeelsplanning. Deze moet onderdeel gaan uitmaken van het meerjarenpersoneelsplan.
Pagina 28
Jaarverslag 2007
Structuuraanpassing sector Waterketen De sector Waterketen heeft in 2006 de missie, visie en strategische doelstellingen van de sector nader uitgewerkt. Tevens is gestart met het ontwikkelen van een gezamenlijke visie voor de sector, waarbij de huidige organisatie kritisch tegen het licht is gehouden. Om invulling te kunnen geven aan de aangepaste missie en visie van de sector is het van belang dat de medewerkers van de sector volgens een gezamenlijk gedeeld cultuurpatroon hun functie vervullen. Aspecten die bijvoorbeeld spelen zijn: op welke wijze willen we samenwerken, hoe brengen we het begrip integriteit onder in onze werkzaamheden en hoe wordt ingespeeld op een veranderende omgeving. Dit alles heeft geleid tot een veranderde werkwijze en aansturing, meer gericht op het ontwikkelingsperspectief van de organisatie en de medewerkers. Dit betekende een aantal personele verschuivingen. In 2007 is het plaatsingsproces afgerond en met ingang van 1 januari 2008 is de nieuwe organisatie van start gegaan.
Pagina 29
Jaarverslag 2007
3.
Beheergegevens
3.1
Zuivering afvalwater Algemeen Het afvalwater wordt met behulp van 61 rioolgemalen die het waterschap in beheer heeft, van de vervuiler naar de AWZI’s getransporteerd. In 2007 is in totaal 27,5 miljoen m3 afvalwater aangevoerd naar de AWZI’s Almere, Dronten, Lelystad, Tollebeek en Zeewolde. De vijf AWZI´s hebben een gezamenlijke zuiveringscapaciteit van 641.555 inwonerequivalenten (i.e.).
Werking afvalwaterzuiveringsinstallaties De gemeten gemiddelde belasting van de vijf AWZI´s in 2007 is 555.974 i.e.. Dit is een afname van 3.454 i.e. ten opzichte van het jaar 2006. De vuilvracht is met name op AWZI Almere en Tollebeek afgenomen, namelijk met 3%. Op AWZI Lelystad is de vuilvracht ten opzichte van het jaar daarvoor met 7% gestegen. De Rijksoverheid vereist een gebiedsrendement van 75% voor zowel stikstof als fosfaat. Naast het vereiste gebiedsrendement moeten de AWZI’s ook voldoen aan individuele lozingsnormen. Deze normen zijn omschreven in de WVO-vergunning. Over het algemeen zijn deze normen strenger dan de eis van 75% verwijdering. De gebiedsrendementen in 2007 voor stikstof en fosfaat zijn respectievelijk 85,5% en 94,2%. AWZI Dronten en AWZI Lelystad hebben in 2007 niet voldaan aan alle eisen in de WVO-vergunning. Door een hoge aanvoer op AWZI Dronten heeft een lichte slibuitspoeling plaatsgevonden waarbij het drogestofgehalte in het effluent hoger was dan de vergunningseis. Op AWZI Lelystad heeft een verminderde biologisch fosfaatverwijdering in september er toe geleid dat de fosfaatnorm is overschreden.
Energie Om het afvalwater te zuiveren is energie nodig. Waterschap Zuiderzeeland streeft er naar het energieverbruik zoveel mogelijk te beperken. In 2007 is het totale elektriciteitsverbruik voor alle AWZI’s 11,8 GWh. Het energieverbruik is daarmee ten opzichte van 2006 vrijwel gelijk gebleven. Op de AWZI´s Dronten en Tollebeek wordt ook energie (biogas) geproduceerd door slib te vergisten. Het geproduceerde biogas wordt gebruikt voor de verwarming van de slibgistingstanks. Op AWZI Tollebeek wordt het biogas ook gebruikt voor het opwekken van beluchtingsenergie. Het overige gistingsgas wordt gespuid via de affakkelinstallaties.
Hulpstoffen Op de AWZI´s wordt gebruik gemaakt van verschillende hulpstoffen. De meest gebruikte hulpstoffen zijn aluminium- en ijzerhoudende chemicaliën en polymeren. De metaalhoudende chemicaliën worden ondermeer gebruikt voor fosfaatverwijdering, het verbeteren van het slib bezinkingsproces en het binden van sulfiden (stankstoffen). Polymeren worden voornamelijk gebruikt voor het ontwateren van slib. Daarnaast wordt op AWZI Tollebeek ook nog kalkmelk gedoseerd om de pH in de actief slibinstallatie te corrigeren. Alle hulpstoffen vormen in het zuiveringsproces een verbinding dat met het slib wordt afgevoerd.
Pagina 30
Jaarverslag 2007
Slibverwerking Slib is een afvalproduct van het zuiveringsproces dat voornamelijk bestaat uit bacteriemateriaal. Het vloeibare slib wordt op de AWZI´s Almere, Dronten, Lelystad en Tollebeek ontwaterd tot een steekvaste massa. Dit ontwaterde slib wordt verder verwerkt door DRSH Slibverbranding te Dordrecht en door Midden Betuwe Slibverwerking (MBS).
Aanpassing AWZI Almere In het najaar van 2007 is de beluchting van AWZI. Almere aangepast. Bij deze aanpassing is de bestaande bellenbeluchting in beluchtingstank 1 vervangen door hoogrendement bellenbeluchting en is de voortstuwingscapaciteit in deze tank vergroot. Tevens is de beluchtingsregeling geoptimaliseerd. Nieuw geïnstalleerde online-metingen moeten in de toekomst het chemicaliënverbruik ten behoeve van de fosfaatverwijdering minimaliseren. Door deze aanpassingen kan een volgende uitbreiding van AWZI Almere uitgesteld tot 2015.
Aanpassing AWZI Dronten In het voorjaar in 2007 zijn in de nabezinktanks van AWZI Dronten deflectieschotten geplaatst. Hiermee wordt slibuitspoeling bij hoge aanvoer voorkomen. Tevens is de beluchtingsregeling aangepast. Door deze aanpassing kan meer lucht worden ingebracht en de toevoer van lucht beter worden geregeld. Om geuroverlast te voorkomen zijn op AWZI Dronten in 2007 vijf lavatorens geplaatst waarin afgezogen lucht wordt behandeld.
Uitbreiding AWZI Tollebeek In 2010 moet AWZI Tollebeek zijn uitgebreid tot capaciteit van 145.000 i.e.. In 2007 is het voorontwerp voor deze uitbreiding afgerond en is gestart met het definitief ontwerp.
Getallen en cijfers Belasting ontwerp capaciteit AWZI
maximale hydraulische capaciteit
belasting 2007
gemiddelde hydraulische belasting
bezetting biologische capaciteit
i.e.-136
m³/h
i.e.-136
m³/d
%
272.183
6.700
242.256
30.560
87%
Dronten
52.980
1.900
54.351
8.403
103%
Lelystad
177.000
1.260
106.117
12.266
60%
Tollebeek
106.092
3.150
117.641
19.793
111%
Zeewolde
33.300
1.125
35.609
3.440
107%
Almere
Pagina 31
Jaarverslag 2007
Zuiveringsrendementen i.e.-136
CZV
N-tot
P-tot
zuiveringsprestatie
%
%
%
%
%
2007
96,0
94,8
85,5
94,2
100,0
2006
94,5
94,8
83,6
93,3
100,0
2005
94,7
95,2
83,6
93,3
100,0
2004
94,4
94,9
84,4
89,3
100,0
2003
93,9
94,9
85,5
85,5
100,0
Jaar
Energie en chemicaliënverbruik energieverbruik
totaal beluchting jaar
ontwatering
ijzer- aluminiumzouten zouten
polymeer kg a.s.
kalkmelk
1000 kWh
1000 kWh
1000 kWh
kg Fe/jr
kg Al/jr
pe/jr
kg kalk/jr
2007
11.755
7.418
1.075
272.996
28.708
122.254
68.600
2006
11.868
7.547
1.133
236.843
22.099
112.307
31.227
2005
12.289
7.926
1.164
350.996
29.443
106.642
19.635
2004
12.956
8.710
1.074
366.541
27.709
98.926
40.426
2003
12.681
8.600
1.048
244.878
13.339
87.116
39.601
Slibproductie en afvoer
AWZI
Almere
slibproduktie intern
slibproduktie intern
van andere AWZI
naar andere AWZI
slib verw. in DRSH
slib verw. in GMB
ton ds/jr
ton sk/jr
ton ds/jr
ton ds/jr
ton ds/jr
ton ds/jr
3.561
17.834
420
-
3.981
Dronten
625
3.034
-
17
608
-
Lelystad
1.496
7.423
79
-
1.548
-
Tollebeek
1.746
6.251
-
-
-
1.746
Zeewolde
482
7.191
-
482
-
De ontwatering van het slib van AWZI Zeewolde vindt plaats bij AWZI Almere en AWZI Lelystad. De slibkoek wordt vervolgens afgevoerd naar de slibverwerker. ds= droge stof sk= slibkoek
Pagina 32
-
Jaarverslag 2007
3.2
Bemaling Analyse Het jaar 2007 was voor wat betreft de neerslaghoeveelheid een gemiddeld nat jaar (873 mm neerslag gemiddeld in 2007 over het gehele beheersgebied, tegen 723 mm in 2006). Aangezien een neerslaghoeveelheid van 870 mm als uitgangspunt gekozen is voor de begroting 2007 komt de realisatie (van met name het energieverbruik) goed overeen met de prognoses binnen de begroting. Grote afwijkingen binnen de exploitatie (energie-, onderhoud- en personeelskosten) van de afdeling Gemalen zijn dan ook voor het jaar 2007 niet te melden. Wel heeft het natte voorjaar geleid tot een hoger gasolie verbruik voor de dieselgemalen in Z/O Flevoland. Over het jaar 2007 zijn de doelstellingen voor wat betreft de inzetbaarheid van de gemalen grotendeels gerealiseerd. Naast de niet-beschikbaarheid als gevolg van geplande werkzaamheden heeft alleen ongeplande uitval plaatsgevonden op gemaal Wortman (vervangen rookgasdempers/katalysatoren pompunit 1 en 2) en gemaal Vissering (generatorrevisie en vervangen tussenas/koppeling pompunit 3). Daarnaast is de renovatie van gemaal Buma in 2007 afgerond, waarbij de laatste nieuwe installatie (pompunit 3) in oktober in bedrijf is genomen. Als grotere geplande werkzaamheden zijn nog te benoemen: pomprevisie unit 1 gemaal Lovink en aanpassen lagering en FO koeling unit 1/2 gemaal Smeenge. Alle genoemde werkzaamheden zijn zoveel mogelijk onder gunstige weersomstandigheden uitgevoerd en/of de noodzakelijke pompcapaciteit is overgenomen door andere gemalen, waardoor er geen noemenswaardige problemen binnen het peilbeheer zijn te melden. Wel heeft de inzet van andere gemalen geleidt tot een verschuiving in het energieverbruik. Dit heeft echter geen grote budgettaire consequenties tot gevolg gehad. Voor de overige hoofd- en onderbemalingseenheden zijn geen noemenswaardige storingen te melden over het jaar 2007. Bemaling 2007 in cijfers Pompuren
Opbrengst
Vissering
3.265
166.260
-
Buma
6.319
226.366
4.748.880
Gemaal
per gemaal
Smeenge
(* 1.000 m3)
Elektriciteit
(kWh)
821
25.486
525.342
10.405
418.112
5.274.222
12.744
399.308
7.718.874
Lovink
6.529
213.868
Blocq van Kuffeler
1.351
62.016
Wortman Totaal Oost en Zuid Flevoland
1.667
Totaal generaal
Totaal NOP Colijn
Gas Neerslag (m3)
(mm)
69.679 1.024.868
799,8
(liter)
-
-
983,6
-
-
939,7
69.679 1.024.868
907,7
-
-
845,6
3.786.478
-
-
770,7
-
298.620
-
894,3
49.480
-
268.689
-
845,9
22.291
724.672
11.505.352
567.309
-
839,1
32.696
1.142.784
16.779.574
636.988 1.024.868
873,4
Elektriciteit levering Vissering Warmte levering Vissering
Gasolie
278.135 kWh 8.909 GJ
Pagina 33
Jaarverslag 2007
3.3
Belastingen Algemeen De afdeling belastingen verzorgt met 24 medewerkers een correct, efficiënte en klantgerichte wijze van opleggen en innen van de waterschapsbelastingen. Het jaar 2006 heeft in teken gestaan van het voorbereiding van de samenwerking met de belastingsorganisaties in het gebied Rijn-Midden.
Heffing Objecten Kadastrale percelen
154.000
Gebouwde objecten (WOZ-objecten)
169.000
(economische actieve) Bedrijven Waarvan belastingplichtig voor WVO Woonruimten Objecten die meeliften Aantal gemeenten dat WOZ-gegevens levert Aantal te verwerken WOZ-tapes (per jaar)
20.700 11.000 146.200 24.500 8 72
Heffingsplichtigen Kleine bedrijven (< 3 ve)
5.500
Tabelbedrijven: automatische aanslag op basis van het waterverbruik
1.300
Tabelbedrijven: aanslag via aangifte
3.700
Meetbedrijven Eigenaren gebouwd Eigenaren ongebouwd Eenpersoonshuishoudens Meerpersoonshuishoudens Totaal
110 100.000 4.700 32.200 109.600 257.110
Aanslagbiljetten Voorlopige aanslagen Definitieve aanslagen zuiveringsheffing bedrijven (tabel, macht bedrijven, zonder aangifte) Definitieve aanslagen zuiveringsheffing huishoudens (niet meeliften) Definitieve aanslagen omslag gebouwd/ongebouwd Definitieve aanslagen (aangifte) Meeliften Heradresseringen Totaal
Pagina 34
260 9.700 124.000 95.000 3.500 23.000 500 255.960
Jaarverslag 2007
Aanslagregels Bezwaren Verzoeken om 1 ve Telefonische reacties Aangiften
887.000 2.400 700 20.000 3.700
Invordering Aanslagbiljetten Ingelezen vorderingen Vorderingen geïnd via automatische incasso Aantal debiteuren
251.000 70.000 150.000
Herinneringen
40.000
Aanmaningen Kwijtscheldingsformulieren
15.000 8.000
Betekende dwangbevelen
6.000
In eigen beheer
6.000
Ten uitvoer gelegde dwangbevelen
3.000
Verzoeken om uitstel van betaling
2.000
Behandelde kwijtscheldingsverzoeken
6.000
Behandelde kwijtscheldingsberoepen Kwijtscheldingsnorm
250 90%
Pagina 35
Jaarverslag 2007
4.
Financiële verantwoording
4.1
Begroting De presentatie van de begroting in het jaarverslag en de verantwoording hierover vindt volgens de Algemene maatregel van Bestuur inzake comptabiliteitsvoorschriften waterschappen plaats op basis van de primitieve begroting inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen. In het onderstaande overzicht wordt zichtbaar gemaakt hoe de primitieve begroting inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen tot stand is gekomen, uitgaande van de vastgestelde Berap´s. Analyse bijgestelde begroting (bedragen x € 1.000)
Primitieve begroting Mutaties 1ste Berap Mutaties 2de Berap Begroot exploitatieresultaat
Waterkering
Waterkwantiteit
Waterkwaliteit
Totaal
- 1.700
- 850
900
- 1.650
- 15 158
- 125 288
184 - 1.194
44 - 748
- 1.557
- 687
- 110
- 2.354
De primitieve begroting gaat uit van een negatief exploitatieresultaat van € 1.650.000, te dekken uit de algemene reserves. In de 1ste en 2de Berap is er een totaalbedrag van negatief € 704.306 bij- en afgeraamd ten opzichte van de primitieve begroting, waardoor het begrote exploitatieresultaat uitkomt op negatief € 2.354.306.
4.2
Bestuursrapportages Aanbevelingen in Beraps Twee maal per jaar wordt er aan de Algemene Vergadering verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en de daarvoor ingezette middelen. De Algemene Vergadering heeft de in de Beraps opgenomen aanbevingen integraal overgenomen. Om het inzicht in de bijstellingen te vergroten wordt hieronder weergegeven hoe de bijgestelde begroting tot stand is gekomen gegroepeerd naar soort van bijstelling. 1ste Berap In totaal werd in de 1ste Bestuursrapportage voor een bedrag van positief € 43.717 vermeld als saldo van te verwachten budgetoverschotten en budgetoverschrijdingen. Deze budgetoverschotten en budgetoverschrijdingen waren:
Pagina 36
Jaarverslag 2007
(Bedragen x € 1.000)1 Primaire beleidsvelden Planvorming Inrichting en onderhoud watersystemen Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken Heffing en invordering Bestuur en communicatie Ondersteunende beleidsvelden Ondersteuning Salarissen Mutaties 1ste Berap
25 125 249 - 55 -8
-8 - 285 43
2de Berap In totaal werd in de 2de Bestuursrapportage voor een bedrag van negatief € 748.023 vermeld als saldo van te verwachten budgetoverschotten en budgetoverschrijdingen. Deze budgetoverschotten en budgetoverschrijdingen waren: (Bedragen x € 1.000) 1 Primaire beleidsvelden Planvorming Aanleg en onderhoud waterkeringen Inrichting en onderhoud watersystemen Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken Beheersing van lozingen Bestuur en communicatie
35 - 54 - 89 - 40 50 311
Ondersteunende beleidsvelden Ondersteuning Salarissen
145 8
Opbrengsten Belastingopbrengsten Mutaties 2de Berap
- 1.114 - 748
1
In de bovenstaande overzichten geldt de volgende regel: een getal zonder verdere aanduiding geeft aan dat er minder lasten dan wel hogere baten zijn, een getal met een min-teken geeft aan dat er meer lasten dan wel lagere baten zijn.
Pagina 37
Jaarverslag 2007
4.3
Analyse resultaat De presentatie van de begroting in het jaarverslag en de verantwoording hierover vindt volgens de Algemene maatregel van Bestuur inzake comptabiliteitsvoorschriften waterschappen plaats op basis van de primitieve begroting inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen. Om ook inzicht te verschaffen in de afwijkingen van de realisatie ten opzichte van de primitieve begroting exclusief begrotingswijzigingen, wordt in het onderstaande overzicht zichtbaar gemaakt hoe het resultaat tot stand gekomen is uitgaande van de primitieve begroting. Resultaat (op kostensoort, bedragen x € 1.000) Exploitatieresultaat conform primitieve begroting Lasten Hogere kapitaallasten Lagere personeelslasten Lagere lasten gebruiksgoederen Lagere lasten verbruiksgoederen Lagere lasten energie en water Hogere lasten huren, pachten en rechten Hogere lasten verzekeringen Lagere lasten belastingen Lagere lasten onderhoud Lagere lasten diensten en bijdragen derden Hogere lasten toevoegingen aan voorzieningen en reserves Post onvoorzien
- 1.650
- 79 272 112 177 95 - 137 - 12 -2 39 50 - 1.050 130
Baten Hogere rentebaten Hogere opbrengst dividend Hogere opbrengst uitkeringen Hogere opbrengst goederen, werken en diensten derden Hogere opbrengst uit eigendommen Lagere opbrengst belastingen Hogere opbrengst overige diensten en bijdragen derden Hogere opbrengst aan voorzieningen en reserves Lagere opbrengst geactiveerde lasten Werkelijk exploitatieresultaat over 2007
Pagina 38
3 312 123 404 300 - 1.409 701 83 - 147 - 1.685
Jaarverslag 2007
Verdeling naar taken Waterkering Waterkwantiteit Waterkwaliteit
- 1.436 - 349 100 - 1.685
Het totaalresultaat wijkt nauwelijks af van het begrote resultaat. Een korte analyse van het jaarresultaat is te vinden in de volgende paragrafen van dit verslag, een uitgebreide analyse van het jaarresultaat is te vinden in de jaarrekening.
4.4
Resultaatbestemming De Algemene Vergadering wordt voorgesteld de bovengenoemde resultaten als volgt te bestemmen (bedragen x € 1.000): Ten gunste te brengen van de algemene reserve
Stand 31-12-2007 Resultaatbestemming Stand 01-01-2008
Waterkering
Waterkwantiteit
Waterkwaliteit
Totaal
3.430 - 1.436
3.765 - 349
- 1.135 100
6.060 - 1.685
1.994
3.416
- 1.035
4.375
Pagina 39
Jaarverslag 2007
4.5
Verkorte jaarrekening
4.5.1
Balans per 31 december 2007 Debet
Balans
Balans
31-12-2007
31-12-2006
Vaste activa Materiële vaste Activa Financiële vaste Activa
82.182
76.446
10
10
82.192
76.456
502
496
4.313
7.370
5.841
5.659
1
37
10.657
13.652
92.849
90.018
Credit
Balans
Balans
31-12-2007
31-12-2006
Eigen vermogen
6.317
9.787
Voorzieningen
9.874
14.113
Langlopende schulden
53.960
46.316
Kortlopende schulden en overlopende passiva
24.383
21.975
Resultaat boekjaar
- 1.685
- 2.173
92.849
90.018
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Overlopende Activa Liquide middelen
Pagina 40
Jaarverslag 2007
4.5.2
Exploitatierekening naar kostensoort
Omschrijving Lasten Kapitaallasten Personeelslasten Gebruiksgoederen Verbruiksgoederen Energie en water Huren, pachten en rechten Verzekeringen Belastingen Onderhoud Overige diensten en bijdragen derden 44.0 Toevoegingen aan voorzieningen en reserves 45.0 Onvoorzien 40.0 41.0 42.0 42.1 42.2 42.3 42.4 42.5 42.6 42.7
80.0 81.0 82.0 83.0 84.0 85.0 86.0 88.0 89.0
Baten Rentebaten Dividend Uitkeringen Opbrengst goederen, werken en diensten derden Opbrengst uit eigendommen Belastingen Overige diensten en bijdragen derden Onttrekkingen aan voorzieningen en reserves Geactiveerde lasten
Exploitatieresultaat
Begroting 2007
Werkelijk 2007
Werkelijk 2006
10.097 16.134 1.022 1.789 4.747 2.340 182 43 2.563
10.176 15.714 929 1.667 4.802 2.447 195 45 2.278
8.400 15.654 1.080 2.024 3.970 2.872 214 47 2.497
17.697
17.746
16.543
1.083 130
2.228 -
4.109 -
57.827
58.227
57.410
499 336
502 337 123
541 84 26
353 145 52.356
657 446 52.060
585 264 51.022
1.128
1.714
1761
657
83 620
338 616
55.474
56.542
55.237
-2.353
- 1.685
- 2.173
Pagina 41
Jaarverslag 2007
4.5.3
Toelichting op de balans en exploitatierekening Valuta en notatie Alle bedragen worden weergegeven in duizenden euro´s. In de toelichtende teksten worden de bedragen weergegeven in hele euro´s.
Vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op basis van de historische kostprijs minus de lineaire c.q. annuïtaire afschrijvingen op basis van de verwachte levensduur. De overige activa zijn opgenomen tegen nominale waarde. De afschrijving wordt zo berekend dat bij ingebruikname van het kapitaalwerk: vóór 1 juli een volledig jaar afschrijving plaats vindt; ná 1 juli geen afschrijving plaats vindt. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Materiële vaste activa Algemeen Zuiveringsvelden en overige gronden Vervoermiddelen Bedrijfsmiddelen Computerapparatuur/software Kantoren en centrale werkplaatsen
geen afschrijving 5 - 8 jaar 5 - 10 jaar 3 - 5 jaar civiel mechanisch/elektrisch inrichting
Waterkering Waterkeringen Waterkwantiteit Watergangen Gemalen Overige kunstwerken
40 jaar 15 jaar 10 jaar
30 jaar
civiel gedeelte mechanisch/elektrisch
30 40 20 20
jaar jaar jaar - 40 jaar
Voorraden De voorraad gasolie wordt gewaardeerd op grond van de historische kostprijs. Classificatie voorzieningen en reserves De afgelopen jaren is er voor wat betreft de classificatie van de voorzieningen en reserves bij gebrek aan relevante regelgeving in de Ministeriële regeling inzake comptabiliteitsvoorschriften waterschappen gekeken naar Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. In dit besluit is het onderscheid gelegd tussen voorzieningen en bestemmingsreserves bij de mogelijkheid dat de Algemene vergadering de bestemming kan wijzigen. Zolang de bestemming veranderd kan worden, is er sprake van een (bestemmings)reserve; zodra dit niet meer kan, is er sprake van een voorziening.
Pagina 42
Jaarverslag 2007
Op 20 april 2005 heeft de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat een brief doen uitgaan waarin nader wordt ingegaan op de toepassing van de comptabiliteitsvoorschriften met betrekking tot waardering van activa, reserves en voorzieningen. De Staatssecretaris adviseerde om: investeringssubsidies op vaste activa in mindering te brengen op de investeringsuitgaven en derhalve niet aan een bestemmingsreserve te doteren, waarna jaarlijks een bedrag wordt onttrokken om (een deel van) de afschrijvingen te financieren; de opgebouwde verlofrechten ultimo boekjaar als exploitatielast te verantwoorden en op te nemen als kortlopende schuld op de balans; voor verplichtingen die verband houden met wachtgelden voor ambtenaren en bestuurders en pensioenen van bestuurders een voorziening te vormen. De door de Staatssecretaris voorgestelde adviezen zijn opgenomen in de jaarrekening en jaarverslag. Personele voorzieningen De personele voorzieningen worden gewaardeerd op basis van de contante waarde. Voorziening groot onderhoud ex-objecten WLS De voorziening groot onderhoud ex-objecten WLS wordt gewaardeerd tegen het bedrag waarop deze voorziening van de Waterlandstichting is overgenomen minus de daarop in mindering gebrachte nota´s ten behoeve van groot onderhoud. Bestemmingsreserves Deze reserves worden tegen de nominale waarde opgenomen. De dotaties aan de bestemmingsreserve vinden plaats bij de bepaling van het jaarresultaat. De onttrekkingen gebeuren conform de besluitvorming van het bestuur ten gunste van het resultaat. Overige activa en passiva De overige activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, opgenomen tegen de nominale waarde. Presentatie exploitatierekening Belangrijke verschillen tussen de begroting en de jaarrekening zijn nader toegelicht. De hierbij gepresenteerde begroting is conform de Algemene maatregel van Bestuur inzake comptabiliteitsvoorschriften waterschappen de primitieve begroting inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzingen. Een analyse van de afwijkingen tussen de primitieve begroting én de primitieve begroting inclusief alle begrotingswijzingen is te vinden in hoofdstuk 1 Begroting, resultaat en resultaatbestemming. Voor zover relevant is eveneens een toelichting opgenomen met betrekking tot de verschillen tussen de jaarrekening 2007 en de jaarrekening 2006. Baten en lasten Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden genomen zodra deze zijn gerealiseerd, terwijl verliezen onmiddellijk worden verwerkt als de verliezen bekend zijn.
Pagina 43
Jaarverslag 2007
Overig Voor een toelichting op de balans en exploitatierekening naar kostensoort verwijzen wij u naar de jaarrekening. In de jaarrekening zijn tevens de verplichte paragrafen en staten opgenomen.
Pagina 44
Jaarverslag 2007
4.6
Verantwoording naar beleidsveld
4.6.1
Algemeen In dit hoofdstuk is de realisatie van de begroting naar beleidsvelden opgenomen. De gerealiseerde bedragen worden per beleidsproduct in beeld gebracht conform de door de Unie van Waterschappen opgestelde BBP-structuur. Het jaarverslag gaat vooral in op de behaalde resultaten en doelstellingen, in de jaarrekening 2007 zal nader worden ingegaan op financiële resultaten per beleidsproduct. Begroting 2007
Werkelijk 2007
Werkelijk 2006
3,2 3,7
3,5 3,5
3,9 3,0
17,4
16,7
15,3
22,1
21,2
21,2
0,5 1,6 4,0 2,0
0,5 1,5 4,6 1,9
0,4 1,5 5,9 2,0
Netto kosten Geactiveerde lasten en opbrengsten niet zijnde belastingopbrengsten
54,6
53,5
53,2
3,3
4,7
4,2
Bruto kosten
57,8
58,2
57,4
Omschrijving beleidsveld
(x € 1 miljoen)
Planvorming Aanleg en onderhoud waterkeringen Inrichting en onderhoud watersystemen Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken Vergunningverlening en handhaving keur Beheersing van lozingen Heffing en invordering Bestuur en communicatie
Beheersing van lozingen 2,8%
Heffing en invordering 8,7%
(x € 1 miljoen)
Bestuur en externe communicatie 3,5%
Vergunningverlening en handhaving keur 0,9%
Bouw en exploitatie zuiveringstechnische w erken 39,6%
(x € 1 miljoen)
Planvorming 6,6%
Aanleg en onderhoud w aterkeringen 6,6%
Inrichting en onderhoud w atersystemen 31,3%
Afbeelding 4.6 procentuele verdeling beleidsvelden realisatie 2007
Pagina 45
Jaarverslag 2007
4.7
Verantwoording naar taak1 De taken van het waterschap worden onderverdeeld in de waterkeringstaak (veilige dijken), de waterkwantiteitstaak (droge voeten) en de waterkwaliteitstaak (schoon water). In deze paragraaf worden de kosten weergegeven per taak, waarbij de kosten bepaald zijn aan de hand van kostenverdeling per beleidsveld cq. beleidsproduct, zoals weergegeven in het voorgaande hoofdstuk.
4.7.1
Waterkering Omschrijving Lasten Planvorming Aanleg en onderhoud waterkeringen Vergunningverlening en handhaving keur Heffing en invordering Bestuur en communicatie
Baten Opbrengst belastingen
Exploitatieresultaat
Begroting 2007
Werkelijk 2007
Werkelijk 2006
222 3.724
275 3.510
262 3.041
50 241 397
43 292 378
43 293 403
4.634
4.498
4.043
3.077
3.062
3.439
3.077
3.062
3.439
- 1.557
- 1.436
- 603
De afwijkingen worden toegelicht in de jaarrekening.
1
In dit hoofdstuk zullen de netto kosten (= kosten minus de opbrengsten niet zijn de belastingopbrengsten) per beleidsveld toegerekend naar de taak worden gepresenteerd.
Pagina 46
Jaarverslag 2007
4.7.2
Waterkwantiteit Omschrijving Lasten Planvorming Inrichting en onderhoud watersystemen Vergunningverlening en handhaving keur Heffing en invordering Bestuur en communicatie
Baten Opbrengst belastingen
Exploitatieresultaat
Begroting 2007
Werkelijk 2007
Werkelijk 2006
1.302
1.436
1.532
15.631
14.970
13.920
408 1.209 794
416 1.464 756
316 1.283 806
19.343
19.042
17.858
18.656
18.693
17.448
18.656
18.693
17.448
- 687
- 349
- 410
Het exploitatieresultaat voor de waterkwantiteitstaak wordt vooral bepaald door hogere subsidieopbrengsten. De overige afwijkingen worden toegelicht in de jaarrekening.
Pagina 47
Jaarverslag 2007
4.7.3
Waterkwaliteit Omschrijving Lasten Planvorming Inrichting en onderhoud watersystemen Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken Beheersing van lozingen Heffing en invordering Bestuur en communicatie
Baten Opbrengst belastingen
Exploitatieresultaat
Begroting 2007
Werkelijk 2007
Werkelijk 2006
1.707
1.816
2.080
1.722
1.757
1.424
22.179 1.616 2.563 794
21.201 1.521 2.893 756
21.199 1.496 4.290 806
30.582
29.943
31.295
30.472
30.044
30.135
30.472
30.044
30.135
- 110
100
- 1.160
Het exploitatieresultaat voor de waterkwaliteitstaak wordt bepaald door de lagere lasten en lagere opbrengsten. De overige afwijkingen worden toegelicht in de jaarrekening.
Pagina 48
Jaarverslag 2007
4.8
Accountantsverklaring
Pagina 49
Jaarverslag 2007
5.
Overzicht van gebruikte afkortingen en begrippen Afkortingen en begrippen AmvB ARBO AV AWZI BBP BERAP BHV BMO BOS BPW BTW CBS DenH DIV DRSH DSP EBP EINP EKRW EMU EVZ EWK FBOW FIDO FILO FZ GBA GEP GGOR GIS GMB GRP HIS IBA IBS ICT IPO IZA IWW KAM KTO LBOT LOV MAXIMO
Pagina 50
Omschrijving Algemene maatregel van Bestuur Arbeid en omstandigheden Algemene Vergadering Afvalwater zuivering installatie Beleids- en Beheerproces Bestuursrapportage Bedrijfshulpverlening Bestuur- en managementontwerp Beslissings Ondersteunend Systeem Beleidsplan Waterkeringen Belasting toegevoegde waarde Centraal Bureau voor de Statistiek Dijkgraaf en Heemraden Documentair informatie voorziening Delfland, Rijnland, Schieland en Hollandse Eilanden en Waarden (nu: Hollandse Delta) Documentair Structuurplan Emissie beheersplan Energie Investeringsaftrek non-profit Europese Kaderrichtlijn Water Europese Monetaire Unie Ecologische Verbindingszones Emissiebeheer, Watersysteeminformatie en Keur Flevolands Bestuurlijk Overleg Water Financiering Decentrale Overheid Financiering Lagere Overheid Facilitaire Zaken Gemeentelijke Bevolkingsadministratie Gewenst Ecologisch Potentieel Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime Geografisch Informatie Systeem Groep Midden Betuwe Gemeentelijk Rioleringsplan Hoog water Informatiesysteem Individuele behandeling afvalwater Integraal Belasting Systeem Informatie- en Communicatie Technologie Interprovinciaal Overlegorgaan Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland Integrale waterwet Kwaliteit, Arbo en Milieuzorg Klant Tevredenheidsonderzoek Lozingenbesluit Open Teelten Leef Omgevings Verkenner Software programma voor vergunningen
Jaarverslag 2007
MBS MD MEP MER MIS MT NBW NEN NOP NW4 NWB OPF-2 OWIS/ZUIS P&C P&O PAGO PC POP RI&E RIZA RWZI SD SGBP SWOT UVW ve VAMIL VCA VNG WB21 WBP WKK WLS WM WOZ WPM4ALL WVO WVO-B ZZL
Midden-Betuwe Slibverwerking Management Development Maximaal Ecologisch Potentieel Milieu Effect Rapportage Management Informatie Systeem Management Team Nationaal Bestuursakkoord Water Nederlands Normalisatie Instituut Noordoostpolder Vierde Nota Waterhuishouding Nederlandse Waterschapsbank Omgevingsplan Flevoland Oppervlaktewaterinformatiesysteem / zuiveringsinformatiesysteem Planning & Control Personeel & Organisatie Periodiek Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek Personal Computer Persoonlijk Ontwikkelingsplan Risico Inventarisatie en Evaluatie Rijksinstituut Zuivering Afvalwater Rioolwater zuiveringsinstallatie secretaris-directeur Stroomgebiedsbeheersplan Strength, Weakness, Opportunities, Threaths Unie van Waterschappen Vervuilingseenheid Willekeurige afschrijving Milieuinvestering Veiligheids checklist aannemers Vereniging Nederlandse Gemeenten Waterbeheer 21e eeuw Waterbeheersplan Warmte Kracht koppeling Waterland Stichting Wet Milieubeheer Wet Onroerende Zaken Beheerssysteem voor lozingsobjecten en gerelateerde milieugegevens, incl. vergunningen en controles, bedrijfsgegevens en het plannen en toetsen van watermonsters Wet Verontreiniging Oppervlaktewater Wet Verontreiniging Oppervlaktewater - bedrijven Zuiderzeeland
Pagina 51