JAARVERSLAG 2010
Stichting OPOS administratienummer bevoegd gezag: 41779
Postbus 13 9620 AA SLOCHTEREN Telefoon : 0598 425 644 Fax : 0598 425 552 E-mail :
[email protected]
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
INHOUDSOPGAVE JAARVERSLAG 2010 Inleiding 1.
2.
Bestuursverslag 1.1. Stichting OPOS 1.2. Organisatie 1.3. Leiderschap 1.4. Beleid 1.5. Personeel 1.6. Middelen 1.7. Processen 1.8. Waardering en resultaten Waardering, Resultaten en Kengetallen 2.1. Waardering 2.2. Resultaten onderwijs 2.3. Kengetallen leerlingen 2.4. Kengetallen personeel 2.5. Financiën 2.6. Risicoparagraaf 2.7. Toekomstparagraaf 2.8. Begroting 2010 Verklarende woordenlijst / Afkortingen
2 3 3 3 6 7 7 8 8 9 11 11 11 13 15 19 27 29 30 31
Bijlage Rapport inzake de Jaarrekening 2010
1
Inleiding
In het hier voorliggende jaarverslag worden de onderwijskundige doelstellingen, het personeelsmanagement en de besteding van middelen getoetst aan de doelen en activiteitenplannen zoals gesteld in het jaarplan en begroting 2010. Het jaarverslag is gebaseerd op het INK model. Dit model gaat uit van een vaste methode van kijken naar organisatie en organisatieontwikkeling. Het model wordt in hoofdstuk 1 nader toegelicht. Het jaarverslag is een wettelijke verplichting. Daarnaast vindt het bestuur het belangrijk om alle betrokkenen bij Stichting OPOS en onze maatschappelijke omgeving te informeren over het openbaar onderwijs in de gemeente Slochteren. Wij presenteren hierbij het jaarverslag 2010 met de onderdelen: hoofdstuk 1 - bestuursverslag hoofdstuk 2 - waardering, resultaten, kengetallen Bijlage "Rapport inzake de jaarrekening" over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010. Het "Rapport inzake de jaarrekening" bestaat uit een balans per 31 december 2010 en een exploitatierekening over de periode 1 januari tot en met 31 december 2010, welke beide zijn voorzien van de benodigde specificaties en toelichtingen. We zijn tevreden over de resultaten. Het aantal zwakke scholen is teruggebracht van vier naar twee. Het exploitatieresultaat is € 111.635 negatief (exclusief de bruidschat van € 48.000) en is daarmee € 124.492 positiever dan het begrote tekort van € 236.127.
Namens Bestuur Stichting OPOS A. Veldboom voorzitter
R. Smit secretaris
2
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
1.
Bestuursverslag
1.1.
Stichting OPOS
Stichting OPOS is per 1 januari 2008 ontstaan door het verzelfstandigen van het openbaar primair onderwijs van de gemeente Slochteren. Ons motto is “Samen leren, samen werken, samen leven” Onze missie is: Het waarborgen en stimuleren van kwalitatief goed onderwijs waarin wederzijds respect, saamhorigheid, eerlijkheid, openheid en kwaliteit centraal staan. Wij streven naar het voortdurend optimaliseren van het onderwijsleerproces. Alle kinderen worden zo toegerust dat zij hun weg kunnen vinden naar het vervolgonderwijs en de samenleving. Onze ambitie: Alle personeelsleden hebben een sterk betrokkenheid bij het geven van onderwijs en staan open om te leren van elkaar, van ouders en van leerlingen. Leerlingen, ouders en personeel voelen zich thuis binnen onze openbare scholen.
1.2.
Organisatie
1.2.1. Bestuur Het bestuur als bevoegd gezag van Stichting OPOS heeft een toezichthoudende rol. De dagelijkse leiding en bijbehorende bevoegdheden zijn overgedragen aan de bovenschoolse directie. Het bevoegd gezag stelt alleen de belangrijkste beleidsdocumenten en financiële documenten vast. De verdeling van taken en verantwoordelijkheden is weergegeven in het managementstatuut. Het bestuur hanteert de 'Code Goed Bestuur in het primair onderwijs' van de PO-raad (januari 2010). Het bevoegd gezag blijft eindverantwoordelijk voor het openbaar primair onderwijs. Om haar toezichthoudende functie goed te kunnen vervullen zijn er met de bovenschoolse directie (prestatie)afspraken gemaakt over welke doelstellingen gehaald moeten worden en op welke wijze en wanneer de bovenschoolse directie het bevoegd gezag informeert over de stand van zaken betreffende de afgesproken doelstellingen. Dit wordt jaarlijks vastgelegd in een managementcontract. Bestuurssamenstelling: Naam
Functie
A. Veldboom
voorzitter
K. van Brummelen
penningmeester
R. Smit
secretaris
N. Jansingh-Germeraad
lid
S. Scholtens
lid
1.2.2. Bovenschoolse directie Het bestuur heeft zoveel mogelijk taken en verantwoordelijkheden overgedragen aan de bovenschoolse directie door hen een vergaand mandaat te verlenen. De bovenschoolse directie vormt namens Stichting OPOS het dagelijks bestuur.
3
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
De bovenschoolse directie: Naam
Taken
A. Roek
- clusterdirecteur cluster Oost - personeelszaken - beleid
E.B. Okken
- clusterdirecteur cluster West - financiën - huisvesting
1.2.3. Organogram Onder Stichting OPOS vallen de 10 openbare basisscholen van de gemeente Slochteren. Er was in 2010 sprake van een toezichthoudend bestuur met de onderstaande organisatiestructuur: Bestuur Stichting OPOS Stafbureau Administratiekantoor
Bovenschoolse Directie
Directeur
Directieoverleg GMR
Directeur
School
School
School
1. Het overleg tussen schoolbestuur en bovenschoolse directie vond plaats d.m.v. bestuursvergaderingen. 2. De bovenschoolse directie sprak met de directeuren in het directieoverleg. Dit overleg vond één keer in de vijf weken plaats. 3. De directeuren leidden het overleg op schoolniveau. 4. De taken en verantwoordelijkheden van de directeuren en de bovenschoolse directie zijn vastgelegd in het managementstatuut. 5. De medezeggenschap is op school- en bovenschools niveau vertegenwoordigd. De scholen kennen een MR (medezeggenschapsraad), waarin de schoolbelangen worden behartigd. Bovenschools zijn de afzonderlijke medezeggenschapsraden van de scholen van Stichting OPOS vertegenwoordigd in de GMR (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad). Hier worden de bovenschoolse belangen behartigd. 1.2.4. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Iedere school heeft twee vertegenwoordigers (een ouder en een leerkracht) in de GMR. Het dagelijks bestuur bestond uit: Naam
Functie
M.E. Roelfsema (tot augustus)
voorzitter
H. ter Veer (vanaf augustus)
voorzitter
C. Dijkstra-Veen
secretaris / penningmeester
J.C.E. Hut-Bloem / L.S. Jansema
secretaris (aanvullend)
4
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
De GMR is 7 keer bijeen geweest voor een reguliere vergadering. Tijdens deze vergaderingen zijn o.a. de volgende onderwerpen besproken: de begroting en de meerjarenbegroting; het vakantierooster; het jaarverslag; de zorgplannen van SWV 2.09 en 2.10 en het (meerjaren) formatieplan. Er zijn twee werkgroepen gevormd: financiën en personeel. De werkgroep financiën is betrokken geweest bij het traject voor het opstellen van de begroting 2011. De werkgroep personeel is gestart eind 2009 en geeft advies over de koers die gevolgd wordt bij het invoeren van de functiemix. 1.2.5. Intern risicobeheersing- en controlesysteem Het bestuur van Stichting OPOS heeft een treasurystatuut opgesteld. Hierin is primair als doel vastgesteld het beheren van financiële risico's en secundair het reduceren van financieringskosten. Ook de verantwoordelijkheden, wie mag verplichtingen aangaan en wie is tekenbevoegd, is in dit statuut vastgelegd. Er is een splitsing aangebracht in het verwerken van rekeningen en het accorderen van rekeningen. Periodiek wordt er door het administratiebureau een Integraal Management Rapport opgeleverd. Hierdoor wordt er aan risicobeheersing gedaan en kan er tijdig ingegrepen worden. Om beleidskeuzes inzichtelijk te maken, de daaraan gekoppelde budgetten en de verantwoording van de besteding van de budgetten is er een zogenaamde 'planning en control cyclus' vastgesteld, met bijbehorende verantwoordingsdocumenten: het jaarplan, twee tussenrapportages en het jaarverslag. Deze documenten worden tevens gebruikt voor verantwoording richting de GMR. 1.2.6. INK-managementmodel Als methodiek voor het formuleren van een heldere visie op een organisatie is het INKmanagementmodel ontwikkeld. Het model bestaat uit negen aandachtsgebieden die samen bepalend zijn voor het succes van de organisatie. De velden staan niet op zichzelf, maar zijn onderling verbonden. Het INK-model is in onderwijsland een veel gehanteerd model. Het INK-managementmodel bestaat uit de twee delen 'organisatie' en 'resultaat'. Het deel 'organisatie' omvat de interne factoren: leiderschap, beleid, personeel, middelen en processen. Voor het deel 'resultaat' zijn als outputfactoren benoemd: waardering door personeel, waardering door ouders, waardering door maatschappij en als laatste - en als een soort overkoepelende outputfactor - eindresultaten.
5
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
waardering door personeel
beleid
waardering door ouders
personeel
leiderschap
middelen
processen
waardering door maatschappij
organisatie
eindresultaten
resultaat
In dit jaarverslag wordt per aandachtsgebied uit het INK-model informatie gegeven over de behaalde resultaten op de doelen zoals die in het Jaarplan 2010 gesteld zijn.
1.3.
Leiderschap
Doelen Lerende organisatie: Leerkrachten gebruiken de resultaten van het onderwijs om voortdurend de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Systematisch analyseren van de opbrengsten en zo nodig verbeterpunten formuleren.
Besturen op hoofdlijnen / versterking management: Scheiding bestuur en intern toezicht.
Verwacht Resultaten
Stand van zaken
Minimaal wordt van elke groep één groepsbespreking gehouden.
Gerealiseerd. Op de meeste scholen worden meerdere besprekingen per jaar gerealiseerd.
Er wordt een analyse van de leerlingvolgsysteemtoetsen en de CITO eindtoets gemaakt. N.a.v. deze analyse worden beslissingen genomen die opgenomen worden in het jaarplan van de school.
Van alle scholen is de analyse binnen. Zo nodig zijn actiepunten in het integraal jaarplan voor 20102011 opgenomen.
Keuze voor een model dat in onze situatie werkbaar is. Intern toezicht moet zijn vastgesteld.
Informatie is ingewonnen. Voor augustus 2011 moet een scheiding tussen bestuur en intern toezicht gerealiseerd zijn. In de wachtstand gezet vanwege mogelijke fusie.
Uitwerken adviezen onderzoek directiestructuur.
Goede directiestructuur.
Taak schoolleider verschuift naar integraal directeur.
Integrale directeuren die berekend Bij werving en selectie wordt zijn op hun taak. hier rekening mee gehouden.
6
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
1.4.
Beleid
Doelen
Verwacht Resultaten
Managementstatuut en -contract: Er is transparantie over de inhoud Er zijn managementcontracten en wijze waarop het bestuur vastgesteld. geïnformeerd wordt. Jaarlijks vaststellen van prestatieafspraken tussen bestuur en bovenschoolse directie en tussen bovenschoolse directie en directeuren. INK-managementmodel: Leren en verbeteren m.b.v. De planning en control cyclus is streefdoelen staat centraal binnen geactualiseerd. het onderwijs. Streefdoelen en gewenste resultaten zijn SMART geformuleerd.
1.5.
Stand van zaken Het contract met de bovenschoolse directie voor 2010 is vastgesteld. De contracten met de directeuren voor 2010-2011 zijn vastgesteld samen met het integraal jaarplan. Gerealiseerd.
Gerealiseerd.
Uitkomsten resultaatmetingen en tevredenheidsonderzoeken worden gebruikt om nieuwe streefdoelen en beleid op te stellen.
Gerealiseerd.
Tijdens werkoverleggen wordt aandacht besteed aan het leren en verbeteren m.b.v. streefdoelen.
Gerealiseerd.
Inspectie beoordeelt de kwaliteitszorg minimaal als voldoende.
Lutje Til: alles voldoende; Oetkomst: 2 indicatoren onvoldoende, 5 indicatoren voldoende; Schaldmeda: 1 indicator onvoldoende, 5 voldoende; Driespan 1 indicator onvoldoende, 5 voldoende
Verwacht Resultaten
Stand van zaken
In het schooljaar 2009-2010 worden beoordelingsgesprekken gevoerd. Minimaal 75% van de verzoeken tot herplaatsing worden gerealiseerd.
Gerealiseerd.
Beleidsplan functiedifferentiatie.
Het bestuur heeft het beleidsstuk op 3 november vastgesteld. De GMR moet nog instemming verlenen.
Personeel
Doelen Integraal personeelsbeleid Er wordt adequaat personeelsbeleid gevoerd.
Er wordt beleid vastgesteld waarin is aangegeven wanneer of hoe een leerkracht in de LBschaal komt.
25% gerealiseerd. De specifieke wensen van de mobiliteitskandidaten kwamen niet overeen met de mogelijkheden.
7
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
Doelen
Verwacht Resultaten
Stand van zaken
Onderwijsondersteunend personeel Streven naar 1 conciërge per school.
Iedere school heeft minimaal 1 conciërge voor 16 uren per week.
1 school zit zonder conciërge. Op 2 scholen wordt de taak ingevuld door gebruik te maken van een vrijwilliger.
Doelen
Verwacht Resultaten
Stand van zaken
Meerjarenbegroting De meerjarenbegroting wordt jaarlijks, samen met de begroting opgesteld.
Een sluitende meerjarenbegroting.
Niet gerealiseerd. Een verdere bezuiniging zou ten koste gaan van de schoolformatie. Het bestuur koerst aan op een fusie.
Er wordt een RI&E opgesteld.
De gegevens zijn verzameld. dit moet nog verder verwerkt worden.
Ziekteverzuim ligt op of onder het landelijk gemiddelde.
In 2010 was het percentage 4,9%. Dit is onder het landelijk gemiddelde.
De leerkrachten zijn kundig in het gebruik van het digitale bord en gebruiken het bord dagelijks.
Gerealiseerd.
Gebouwen die aangepast zijn aan de onderwijskundige vernieuwingen. De scholen zijn goed te ventileren en energiezuinig.
De verbouw van De Ent en Oetkomst is gerealiseerd. De verbouwing van Ruitenvelder is in nog niet gestart. Dit is gepland voor februari 2011.
1.6.
Middelen
Arbo Zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn van personeel en leerlingen.
ICT Het gebruik van digitale borden is geïntegreerd in de lespraktijk. Huisvesting Verbouw van De Ent, Oetkomst en Ruitenvelder.
Ontwikkelingen Doelen
Verwacht Resultaten
Stand van zaken
Brede school Meerstad Het stichten van een openbare basisschool in de wijk “Meeroevers” van Meerstad.
Participeren in gemeentelijke werkgroep.
De gemeente gaat nog uit van een start in 2012.
Verwacht Resultaten
Stand van zaken
Werken volgens de planning en control cyclus.
Gerealiseerd. Tijdens werkoverleggen wordt steeds nagegaan of de geplande activiteiten ook gerealiseerd worden.
De overdracht is op alle locaties goed geregeld.
De directeuren zijn tevreden over de aangeleverde gegevens.
1.7.
Processen
Doelen Planning en control cyclus Sturing hebben op en inzicht hebben in wat er gepland is en of deze planning wordt gehaald en wie ervoor verantwoordelijk is in relatie tot het afgesproken beleidsproces. Aansluiten bij de voorschoolse periode Er is een doorgaande lijn in de ontwikkeling van kinderen.
8
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
Doelen
Verwacht Resultaten
Stand van zaken
De GLG-score van de scholen ligt minimaal boven de ondergrens die de inspectie als norm stelt.
5 van de 10 scholen scoorden boven de ondernorm. 8 van de 10 scholen scoren voldoende eindopbrengsten volgens de normering die de inspectie hanteert.
De vaardigheidsscores liggen minimaal boven de norm die de inspectie heeft vastgesteld.
Alle scholen hebben een rapportage ingeleverd. 9 van de 10 scholen scoren voldoende tussenopbrengsten volgens de normering die de inspectie hanteert.
Taal Verspreiden kennis opgedaan door scholen die deelnamen aan het LINN-project.
Directeuren zijn op de hoogte van de technieken van het LINNproject.
Gerealiseerd.
Deelname aan taalpilot (3-jarig).
Verhogen taalopbrengsten.
Uitvoering verloopt conform de projectplanning. De taalopbrengsten zijn verbeterd.
Passend onderwijs Voorbereid zijn op de invoering van de wet Passend Onderwijs in 2011.
Uitwerken van de ontwikkelagenda van het regionaal netwerk.
In uitvoering.
CITO eindtoets De eindopbrengsten zijn op niveau.
CITO leerlingvolgsysteem De tussenopbrengsten op de onderstaande toetsen zijn voldoende: Technisch Lezen: DMT gr. 3 en gr. 4 Rekenen: R&W gr. 4, gr. 6 en voor de kleine scholen ook gr. 5 Begrijpend Lezen: BL gr. 6 en voor de kleine scholen ook gr. 5
Hoogbegaafdheid (Hoog)begaafde leerlingen willen we meer uitdaging bieden in ons onderwijs.
Er is voor (hoog) begaafde Scholen hebben een begin leerlingen een leerrijke omgeving gemaakt met het creëren van gecreëerd. een leerrijke omgeving. Er worden aanpassingen in het onderwijsaanbod (compacting – extra leerstof - versnellling) toegepast. Nieuwe leermaterialen werden aangeschaft. Extra scholing voor leerkrachten is in 2011 ingepland.
1.8 Waardering en resultaten Doelen Resultaten algemeen Alle scholen monitoren de waardering over het onderwijs en de onderwijsresultaten volgens aangeleverde formats.
Verwacht Resultaten
Stand van zaken
Werken volgens planning en Gerealiseerd. control cyclus. Bevindingen worden opgenomen Gerealiseerd. in jaarverslag. Bij het monitoren wordt gewerkt Gerealiseerd. met het aangeleverde format.
9
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
Doelen
Verwacht Resultaten
Financiële resultaten De verantwoordingen over de Er wordt gewerkt volgens de uitgaven van de rijksvergoeding planning en control cyclus vinden plaats op basis van EFJsystematiek en zijn tijdig en transparant.
Stand van zaken Verantwoording vindt plaats via tussenrapportages en het jaarverslag.
10
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
2.
Waardering, resultaten en kengetallen
2.1.
Waardering
Er is dit jaar geen personeelsenquête afgenomen. Dit gebeurt 1x/2 jaar. Er zijn in 2010 ouderenquêtes afgenomen. Dit gebeurt 1x/4 jaar. Het gemiddelde cijfer dat de ouders de scholen gaven was een 7,4. Aandachtspunten die voor (bijna) alle scholen gelden zijn: Volgens de ouders weten de kinderen niet dat de school een vertrouwenspersoon heeft en wat de taak van deze vertrouwenspersoon is. In 2010 zijn ook leerlingenenquêtes (groep 5 t/m 8) afgenomen. Het gemiddelde cijfer dat de leerlingen hun scholen gaven was een 7,8. Er zijn geen aandachtspunten die voor (bijna) alle scholen gelden. Klachtenprocedure Er zijn in 2010 geen klachten ingediend bij bovenschoolse directie / bestuur.
2.2.
Resultaten onderwijs
Alle scholen monitoren de onderwijsresultaten volgens het aangeleverde format. Zowel in het schoolplan als in het integraal jaarplan zijn de analyses opgenomen. 2.2.1. CITO eindtoets Streven: De eindopbrengsten worden minimaal als voldoende beoordeeld (normering inspectie). De inspectie maakt bij de beoordeling een onderscheid tussen scholen met minder dan 10 leerlingen in groep 8 en scholen met 10 of meer leerlingen in groep 8. Jaarlijks zijn er per school grote verschillen tussen de behaalde scores. Een en ander hangt samen met het aantal kinderen dat de toets volgt. Op een school met weinig kinderen in groep 8 is de invloed van een hele goede of een hele zwakke leerling op de totale score erg groot. Scholen < 10 lln. gr. 8
aantal lln. *
Ondergrens inspectie
2007
2008
2009
2010
534.5
534.8
oordeel inspectie
533.8
534.5
Lutje Til
4
512.9
521.4
528.4
onvoldoende
De Ent
4
533.2
534.7
538.4
537.1
voldoende
Schaldmeda
5
536.4
529.8
536.9
527.5
voldoende
Ruitenvelder
7
527.5
524.1
532.6
534.7
onvoldoende
De Spil
7
539.4
531.3
537.0
528.9
voldoende
2008
2009
2010
oordeel inspectie
Scholen ≥ 10 lln. gr.8
aantal lln. *
Ondergrens inspectie
533.7
533.8
533.8
De Springplank
26
532.9
535.2
535.2
voldoende
De Meent
10
536.5
536.2
535.6
voldoende
De Kinderboom
13
534.3
537.2
533.2
voldoende
Oetkomst
12
535.5
536.4
529.4
voldoende
Driespan
37
533.2
531.9
538.3
voldoende
*
- vetgedrukt betekent: boven of gelijk aan ondergrens inspectie - Lutje Til had in 2009 geen leerlingen in groep 8 - aantal lln. geeft gemiddelde aantal leerlingen van groep 8 weer van de getoonde jaren
11
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
2.2.2. CITO leerlingvolgsysteem Streven: De tussentijdse opbrengsten worden als voldoende beoordeeld (normering inspectie). Hieronder wordt een overzicht gegeven van de bereikte resultaten op de tussentijdse opbrengsten. Hiervoor wordt de toetsen van het CITO leerlingvolgsysteem afgenomen. Voor de twee grote scholen (De Springplank en Driespan) wordt gekeken naar 5 toetsen, voor de rest van de scholen wordt naar 7 toetsen gekeken. Weergegeven is de vaardigheidsscore. De norm geeft de ondergrens aan die de inspectie hanteert. Als de scores op de helft van de toetsen boven de norm liggen zijn de tussentijdse opbrengsten voldoende. M6 Rekenen & Wiskunde
M5 Begrijpend lezen
M6 Begrijpend lezen
M5 Rekenen &
Wiskunde
M4 Rekenen & Wiskunde
37
64
80
88
16
36
21
49
45
67
80
21
29
Lutje Til
40.5
62.5
73.3
94
94
51.8
29.7
voldoende
De Springplank
18.7
60.7
67.8
35.9
voldoende
De Ent
21.9
23.7
52.7
71.6
103.6
47
25.6
voldoende
De Meent
41
51
45.5
76.7
85.4
23.3
40.5
voldoende
Schaldmeda
17
41.8
71.3
29.3
voldoende
De Kinderboom
19.4
62.9
47.4
80.3
91.5
34.5
48.6
voldoende
Ruitenvelder
22.3
53.3
50.6
76.3
72.2
27.4
31
voldoende
Oetkomst
15.2
56.8
59
64.4
91.1
22.3
38.8
voldoende
Driespan
29.4
50.7
57
18
38.2
40
*
M4 DMT
18
Norm inspectie nieuw
De Spil
leeskaart 3
M3 DMT leeskaart 2
Norm inspectie oud
83.9
90.1
87.4 65.5
87
Oordeel inspectie
35.3
voldoende
35.1
onvoldoende
17.2
- M3 DMT betekent: midden groep 3 – drieminuten test; dit is een test voor technisch lezen die midden in het schooljaar (rond februari) wordt afgenomen. - vetgedrukt betekent: de streefnorm is gerealiseerd (sommige scholen gebruiken nog de oude toets met een andere norm). - Schaldmeda had bij de toetsafname geen leerlingen in groep 5.
2.2.3. Inspectierapport Streven: Alle scholen hebben een basisarrangement onderwijstoezicht. Op basis van een analyse van de gegevens van de CITO eindtoets en een door de directeuren ingevulde vragenlijst bepaalt de inspectie welke scholen bezocht zullen worden.
Scholen
Oordeel inspectie 2009
Oordeel inspectie 2010
Datum laatste inspectiebezoek
Lutje Til
zwak
voldoende
12-01-2010
-
De Springplank
voldoende
voldoende
20-06-2006
-
De Ent
voldoende
voldoende
19-02-2008
-
De Meent
voldoende
voldoende
03-07-2006
-
Schaldmeda
zwak
voldoende
04-11-2010
-
Opmerkingen
12
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
Scholen
Oordeel inspectie 2009
Oordeel inspectie 2010
Datum laatste inspectiebezoek
De Kinderboom
voldoende
voldoende
16-12-2008
-
Ruitenvelder
zwak
zwak
27-10-2009
De eindopbrengsten zijn onvoldoende. De tussentijdse opbrengsten en alle normindicatoren zijn voldoende.
Oetkomst
zeer zwak
zwak
11-01-2010
Vier normindicatoren waren onvoldoende. De school krijgt een nieuwe beoordeling in maart 2011.
Driespan
zwak
voldoende
30-11-2010
-
De Spil
voldoende
voldoende
04-10-2005
-
Totaal
5 scholen voldoende 4 scholen zwak 1 school zeer zwak
8 scholen voldoende 2 scholen zwak
Opmerkingen
* Een school die een voldoende scoort heeft een basisarrangement, dat wil zeggen: de school heeft het vertrouwen van de inspectie en wordt volgens de reguliere planning bezocht. Scholen die zwak scoren hebben een aangepast arrangement. Ze vallen onder geïntensiveerd toezicht.
Het bestuur heeft flink geïnvesteerd in scholen die niet voldeden aan het basisarrangement. Verder is in het kader van een kwaliteitsakkoord, die met de provincie is afgesloten, een traject opgestart die er voor moet zorgen dat de zwakke scholen op een basisarrangement uit komen.
2.3.
Kengetallen leerlingen
2.3.1. Leerlingenaantal Het aantal leerlingen op 1 oktober 2010 was 1081. Aantal leerlingen op 1 oktober
Lutje Til
totaal
8 jaar e.o.
1 oktober 2010 4 t/m 7 jaar
totaal
8 jaar e.o.
1 oktober 2009 4 t/m 7 jaar
totaal
8 jaar e.o.
1 oktober 2008 4 t/m 7 jaar
totaal
8 jaar e.o.
Scholen
4 t/m 7 jaar
1 oktober 2007
22
17
39
24
16
40
18
22
40
15
17
32
105
105
210
104
111
215
99
119
218
88
113
201
De Ent
29
21
50
28
23
51
25
30
55
28
27
55
De Meent
49
36
85
52
43
95
59
54
113
60
54
114
Schaldmeda
17
20
37
18
15
33
19
13
32
17
10
27
De Kinderboom
55
57
112
47
52
99
40
54
94
38
44
82
Ruitenvelder
33
36
69
35
38
73
36
38
74
39
34
73
De Springplank
Oetkomst Driespan De Spil Totaal
45
49
94
41
45
86
30
59
89
29
46
75
185
158
343
199
175
374
206
179
385
205
181
386
22
26
48
14
26
40
16
26
42
12
24
36
562 544 1106
548
594 1142
531
562 525 1087
550 1081
13
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
2.3.2. Leerlingenprognoses De prognoses van 2011 en 2012 zijn gemaakt op basis van een inschatting van de directeuren. De prognoses van 2013 t/m 2020 op basis van gegevens die OSG heeft aangeleverd (oktober 2010; gebruik makend van het prognoseprogramma GO'4 Pro; dit programma wordt door het ministerie geaccepteerd als prognoseprogramma). Leerlingenprognoses 2011 2012 Lutje Til De Springplank De Ent
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
33
31
35
35
34
32
30
31
29
2020 28
191
181
197
185
175
164
152
141
132
124
56
58
49
50
51
51
48
46
45
46
106
102
123
130
134
138
143
151
161
170
Schaldmeda
25
22
24
27
25
23
21
19
19
19
De Kinderboom
82
82
87
87
86
83
81
82
82
79
Ruitenvelder
70
70
69
65
65
65
65
63
63
62
Oetkomst
70
64
67
59
53
48
47
43
41
40
390
390
382
371
365
350
336
331
319
317
42
42
44
43
43
43
40
39
38
36
1065 1042
1077
1052
1031
997
963
946
929
921
De Meent
Driespan De Spil Totaal
Ervaringen in het verleden hebben uitgewezen dat de inschatting die de directeuren maken dichter bij de uiteindelijke aantallen liggen dan die van het prognoseprogramma. Er wordt een daling van het aantal leerlingen verwacht. Na de start van een nieuwe school in Meerstad (vermoedelijk in 2012) zal het leerlingenaantal stijgen. In deze prognose is nog geen rekening met Meerstad gehouden. De opheffingsnorm voor een school in de gemeente Slochteren is 23 (een school met dit aantal leerlingen komt nog voor bekostiging in aanmerking). 2.3.3. Deelnamepercentage Openbaar Onderwijs Het deelnamepercentage van het openbaar onderwijs in de gemeente Slochteren over de afgelopen vijf jaar: Teldatum
Totaal aantal leerlingen basisscholen Gemeente Slochteren
Leerlingen Stichting OPOS
Deelnamepercentage Stichting OPOS
1 oktober 2006
1504
1069
71.1 %
1 oktober 2007
1530
1087
71.0 %
1 oktober 2008
1554
1106
71.2 %
1 oktober 2009
1577
1142
72.4 %
1 oktober 2010
1496
1081
72.3 %
14
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
2.3.4. Uitstroomgegevens Uitstroomgegevens groep 8: Uitstroom leerlingen groep 8 naar het voortgezet onderwijs
2006 in %
2007 in %
LWOO / Praktijkonderwijs
2008 in %
2009 in %
2010 in %
Gem. in %
Prov. Gron.
0
10
9
0
6
5
5
Vmbo basisberoeps gerichte leerweg
10
9
14
7
8
9
15
Vmbo kaderberoepsgerichte leerweg
15
9
0
9
10
9
15
Vmbo gemengde leerweg
17
25
29
18
6
19
9
Vmbo theoretische leerweg
23
12
15
37
30
23
10
Havo
22
20
22
17
28
22
22
VWO
13
15
11
13
12
13
24
135
123
117
115
151
Totaal aantal leerlingen groep 8
Uitstroomgegevens richting het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs: Uitstroom leerlingen speciaal (basis)onderwijs
2007
2008
2009
2010
Speciaal Basisonderwijs*
5
4
3
3
Speciaal Onderwijs
1
1
1
2
Totaal
6
5
4
5
0.6%
0.5%
0.4%
0.5%
Percentage uitstroom t.o.v. totaal * landelijke norm: 2%
2.4.
Kengetallen personeel
2.4.1. Personeelssamenstelling In onderstaande tabel is de leeftijdsopbouw van de personeelsleden opgenomen evenals de verdeling van het aantal mannen, vrouwen en personeelscategorie. Leeftijd
Mannen
Vrouwen 4
4
4
4%
26 - 35
3
21
24
24
24 %
36 - 45
2
13
1
14
15
15 %
46 - 55
4
29
4
27
33
32 %
56 - 60
4
16
4
16
20
20 %
61 - 65
4
1
2
3
5
5%
17
84
11
88
101
100 %
0
- 25
Totaal
Directie
OOP
2
2
OP
Totaal
%
* Gegevens per 31-12-2010
2.4.2. Instroom/uitstroom personeel In de onderstaande tabel is het verloop van het personeelsbestand gedurende het verslagjaar weergegeven. Aantal personen Fte’s
Dir.
OOP
OP
Totaal
Aanvang verslagjaar
10
02
88
100
Uit dienst
01
05
05
4.73
In dienst
02
05
01
3.66
Einde verslagjaar
11
88
101
02
Uitstroom: 1 directeur ging met fpu; 3 leerkrachten gingen met fpu; 1 leerkracht is afgekeurd; 1 leerkracht is ontslagen.
15
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
Verwachte uitstroom in de komende 5 jaar: Categorie
2011
2012
2013
2014
2015
Totaal
OP
6
0
1
0
2
9
OOP
0
0
0
0
0
0
Directie
0
1
1
0
1
3
Totaal
6
1
2
0
3
12
Flexibele formatie in fte’s: Soort formatie
Omvang flexibele contracten per 31-12-2010 Dir.
OP
OOP
Totaal
0
3.10
0
3.10
Tijdelijke aanstellingen
Het betreft hier tijdelijke contracten en tijdelijke uitbreidingen. Een mogelijke terugloop aan beschikbare formatie kan opgevangen worden en door het verwachte vertrek van enkele personeelsleden en door het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen of uitbreidingen. 2.4.3. Functiebouwwerk 2010 Functie
0-25
26-35
36-45
46-55
OOP 04
0.67
OOP 06
0.56
LA
2.86
19.00
DA
10.06
19.19
0.93
2.48
DB DC
0.90
56-60
> 60
Aantal fte’s 0.67 0.56
10.96
1.90
63.97
2.26
5.67
1.90
1.80
0.90
1.80
* Netto werktijdfactor per 31-12-2010
2.4.4. Gewogen Gemiddelde Leeftijd en personeelslast OP Functie OP
GGL landelijk
GGL Slochteren
GPL landelijk
OPOS
+/-
2007-2008
40,28
42,36
51.388
54.171
2.783
2008-2009
40,21
41,30
54.200
55.120
920
2009-2010
40,14
41,30
55.139
58.500
3.361
De verhoging van de gemiddelde personeelslast in zowel 2008 als 2009 wordt met name veroorzaakt door de CAO-wijzigingen. Uit de tabel blijkt dat zowel de gewogen gemiddelde leeftijd als ook de gemiddelde personeelslast van Stichting OPOS hoger zijn dan het landelijk gemiddelde. 2.4.5. Verzuimgegevens Het ziekteverzuimpercentage over 2010 is voor Stichting OPOS door Ardyn (onze arbodienst) vastgesteld op 4,9 %. Dit is ten opzichte van 2009 (5,67 %) een daling. Het ziekteverzuimpercentage is exclusief verlofsituaties als zwangerschapsverlof en bijzonder verlof. De meldingsfrequentie is met 1,41 hoger dan het landelijk gemiddelde (1,12), maar lager dan in 2009 (2,05). Er werd regelmatig overleg met de bedrijfsarts gevoerd. In dit overleg werd gesproken over de begeleiding en de zorg voor zieke medewerkers. Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met begeleiders van individuele trajecten o.a. reïntegratiedeskundige, arbeidsdeskundige en psycholoog.
16
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
Ziekteverzuimpercentages:
8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% 2006 2007 2008 2009 2010 Gem.
Landelijk
Stichting
2.4.6 Vervangingsfonds Onderstaand is de ontwikkeling van de premiedifferentiatie ten opzichte van de landelijke premies weergegeven. De premie komt volledig ten laste van de eigen middelen. Cursusjaar
Premie
Declaratie
Verhouding
Trede
2005/2006
220.513
216.954
98,39%
0
2006/2007
211.751
187.740
88,66%
0
2007/2008
221.217
198.918
89,92%
0
2008/2009
248.168
201.822
81,32%
0
2009/2010
238.477
213.264
89,43%
0
Toeslag
Malus
2.4.7. Pemba en arbeidsongeschiktheid Het doel van de Wet Pemba (Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen) is het decentraliseren van de financiële verantwoordelijkheid voor de kosten van langdurige arbeidsongeschiktheid naar de werkgever. Naast de basispremie betaalt de werkgever een gedifferentieerde premie afhankelijk van het aantal werknemers dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt. In de toekomst zal de basispremie steeds verder afgebouwd worden. De gedifferentieerde premie is afhankelijk van de toekomstige instroom in de WIA en dus gebaseerd op de werkelijke WIA-instroom. De huidige gedifferentieerde premie WGA (2010) voor Stichting OPOS is 1,08 % (in 2009 was dit 0,62%). De landelijk vastgestelde basispremie is verwerkt in de vergoeding van de lumpsum.
17
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
2.4.8. Personeelszaken - divers Kweekvijver management: Een leerkracht in de kweekvijver heeft de schoolleideropleiding met goed gevolg afgerond. Een andere leerkracht is in augustus 2010 gestart in de kweekvijver. Deze leerkracht neemt deel aan de “basisopleiding leiderschap in het onderwijs”. Scholing: Eén leerkracht volgde de opleiding intern begeleider. De leerkracht is tussentijds met de opleiding gestopt. Een startende directeur volgt in het startjaar (schooljaar 2010-2011) een coachtraject. Alle bedrijfshulpverleners namen deel aan de herhalingscursus voor bedrijfshulpverlening (BHV). Beginnende BHV-ers volgden de startcursus. Gesprekkencyclus: De bovenschoolse directie voerde met alle directeuren, vakleerkrachten en de medewerkers van het stafbureau een beoordelings- en persoonlijk ontwikkelingsplan gesprek. De directeuren hadden een beoordelings- en persoonlijk ontwikkelingsplan gesprek met de leerkrachten. Agressie en seksuele intimidatie: Er is over de rapportageperiode geen aangifte gedaan van agressie of seksuele intimidatie bij de vertrouwenspersoon.
18
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
2.5.
Financiën
2.5.1. Gevoerd financiële beleid Voor 2010 werd geen sluitende begroting gepresenteerd. Dit tekort op de exploitatie ontstaat met name op het onderdeel ABB (administratie beheer en bestuur). De meerjarenbegroting laat een negatieve trend zien. De in het verleden aangelegde reserves fungeren als buffer om risico's en tekorten af te dekken. Het bestuur heeft op basis van onderzoek geconcludeerd dat Stichting OPOS zal moeten fuseren om in de toekomst een financieel gezonde situatie voor het openbaar onderwijs van Slochteren te kunnen blijven garanderen. Het bestuur heeft er voor gekozen om de personeelskosten van het personeel op bovenschools niveau te leggen. Hierdoor worden ongewenste verschillen in de kosten tussen de scholen genivelleerd. Het maakt hierdoor voor de inzet in fte's niet uit of aan een school naar verhouding jong personeel dan wel ouder personeel is aangesteld. De directeuren zijn op schoolniveau verantwoordelijk voor een deel van de materiële instandhouding, namelijk voor de onderdelen: onderwijsleerpakket (m.u.v. hardware ICT); dienstreizen en een deel van de nascholing. 2.5.2. Treasuryverslag Overzicht van de transacties In 2010 is één van de BNG Fido Geldmarktselect fondsen (GMS) overgezet naar het BNG Fido Kapitaalmarktselect fonds (KMS). Verder zijn er geen mutaties geweest, zie het overzicht hieronder: fonds
01-01-2010
30-04-2010
105.407
105.809
01-01-2010
31-12-2010
GMS Vaste looptijden tranche 2 mnd.
208.941
211.146
2.205
GMS Vaste looptijden tranche 3 mnd.
317.634
321.760
4.126
KMS Relatief Rendement Tranch 1
433.079
548.903*
5.016
1.065.601
1.076.810
11.749
GMS Vaste looptijden tranche 2 mnd. fonds
Totaal *
rendement 402 rendement
Vanaf 01-05-2010 is de inleg in het bovenste GMS fonds gestopt. De waarde (= 105.809) is per 01-05-2010 ondergebracht in het KMS fonds.
Verder ontvangen we van BNG rente op de rekening-courant: Rente rekening-courant 2010
449
Het rendement is opnieuw lager dan voorgaand jaar. Dit ten gevolge van de dalende Euribor (waaraan gekoppeld de rendementstarieven). Liquiditeitsplanning De bovenschools directeur bepaalt aan de hand van het banksaldo en de te verwachten uitgaven of er liquiditeitsproblemen worden verwacht. Aan de hand van de planning wordt bepaald welk deel van de middelen op rendement kan worden gezet. Standaard wordt als buffer op de lopende rekening een saldotegoed van minimaal € 350.000 gehanteerd.
19
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
Ontwikkelingen op de financiële markten De onzekerheid in de financiële wereld is nog groot. De Europese Monetaire Unie geeft aan dat de crisis nog niet voorbij is. Beleggers zijn voorzichtig. Rentevisie: Het rendement zal in 2011 bescheiden zijn (verwachting ± 1 tot 1,5 %). Prognose van de financieringsbehoefte op middellange termijn De inleg in het Geldmarktselectfonds ligt steeds voor 2 of 3 maanden vast. De inleg in het Kapitaalmarktselectfonds is steeds direct opvraagbaar. Hierdoor kan er voor gezorgd worden dat er steeds tijdig voldoende liquide middelen beschikbaar zijn. Anticiperen op het voorgaande Een deel van de reserves is ondergebracht in fondsen van de BNG Vermogensbeheer. 1. De BNG Fido Geldmarktselectfonds. Bij dit geldmarktfonds is voortdurende, snelle beschikbaarheid van het geld de leidende factor. Het fonds biedt de kans op een hoger rendement dan op deposito’s en er is – net als bij een deposito – met regelmaat de gelegenheid om over het geld te beschikken. Ten gevolge van de financiële crisis is het rendement niet hoog. 2. De BNG Fido Kapitaalmarktselect Relatief Rendement Fonds belegt in vastrentende waarden die voldoen aan de Wet Fido. Dit betekent onder andere dat er wordt belegd in staatsleningen en in obligaties van debiteuren uit de financiële sector met een kredietwaardigheid van minimaal “A” en dat er geen valutarisico wordt gelopen. Het rendement op het Kapitaalmarktselectfonds is op langere termijn (min. een jaar) hoger dan de Geldmarktselectfondsen. Vandaar dat er in 2010 een deel van de reserves is overgezet van het Geldmarktselectfonds naar het Kapitaalmarktselectfonds. 2.5.3. Samenvatting exploitatie Het financieel resultaat over 2010 is € 63.635,- negatief. Het begrote resultaat over 2010 is vastgesteld op € 236.127,- negatief. Het positief behaalde resultaat is o.a. te danken aan het afsluiten van nieuwe contracten voor schoonmaak en bedrijfsgezondheidszorg. Tevens zijn alle uitgaven kritisch bekeken en zijn er diverse bezuinigingen doorgevoerd. Vanwege de grote afwijking tussen realisatie en begroot hieronder eerst kort een weergave van incidentele en structurele verandering in het resultaat. Daarna zal per post kort worden toegelicht waaruit het resultaat is opgebouwd en waar de grootste afwijkingen zijn ontstaan. Structureel hogere baten Verklaring
Afwijking
Bijstelling variabelen ministeriele bekostiging
€ 40.000,-
WSNS bijdrage
€
Totaal
€ 45.000,-
5.000,-
20
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
Structureel lagere lasten Verklaring
Afwijking
Nieuw contract bedrijfsgezondheidszorg
€ 17.000,-
Afschrijvingstermijn digiborden aangepast
€
Nieuw contract schoonmaak
€ 19.500,-
Totaal
€ 44.500,-
8.000,-
Structureel hogere lasten Verklaring
Afwijking
Stijging loonkosten door salarismaatregel
€ 47.500,-
Functiemix
€
Totaal
€ 50.623,-
3.123,-
De totale structurele bijdrage aan een positievere exploitatie bedraagt € 38.877,-. De behaalde winst zit hem voornamelijk in het afsluiten van goedkopere contracten. Waardoor de jaarlijks lasten flink zijn gedaald. Incidenteel hogere baten Verklaring
Afwijking
Groeibekostiging
€
33.500,-
Lerarenbeurs
€
11.500,-
Bruidschat (geen opname in begroting)
€
48.000,-
Subsidie Visueel gehandicapten
€
12.900,-
Bestemmingbox taal en rekenen
€
7.400,-
Provinciale baten
€
11.800,-
VVF baten
€
9.400,-
€
6.000,-
Vakleerkrachten
€
3.800,-
Loonkostensubsidie OOP
€
8.400,-
Taalpilot
€
6.000,-
REC bijdrage AWBZ
€
2.500,-
Overblijfkrachten
€
3.000,-
Teruggave loonheffing
€
3.100,-
Overige baten
€
17.800,-
Totaal
€ 185.100,-
Gemeentelijke coördinatie
baten
Brede
school
en
Incidenteel lager baten Verklaring
Afwijking
Rentebaten
€ 14.800,-
Totaal
€ 14.800,-
21
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
Incidenteel lagere lasten Verklaring
Afwijking
BAPO
€
5.000,-
Leermiddelen
€
12.000,-
Reproductiekosten
€
19.000,-
Deskundigenadvies
€
6.300,-
Huur
€
4.500,-
Reis en verblijfkosten
€
1.300,-
Vrijval jubilea
€
4.800,-
Spaarverlof
€
11.200,-
Onderwijsbureau
€
7.000,-
Overige lasten
€
10.700,-
Totaal
€ 81.800,-
Incidenteel hogere lasten Verklaring
Afwijking
Cursuskosten
€
8.000,-
Extern personeel
€
11.600,-
Wervingskosten
€
13.700,-
Klein onderhoud
€
33.300,-
Energie en water
€
2.200,-
ICT hardware en software
€
24.800,-
Overige personele lasten
€
10.900,-
Overige materiaallasten
€
6.500,-
Reisjes en excursies
€
7.600,-
Totaal
€ 118.600,-
De totale incidentele bijdrage aan een positievere exploitatie bedraagt € 133.500,-. De behaalde winst zit hem voornamelijk in de lagere energielasten, de diverse extra baten en de doorgevoerde bezuinigingen. Rijksbijdragen Ministerie van OCW De normatieve rijksbijdrage laat een stijging zien ten opzichte van de begroting. Dit word veroorzaakt door de niet begrote groeibekostiging en loonkostensubsidie. Tevens is de normatieve rijksbijdrage hoger door de verhoging van de variabelen. In de begroting zijn de ontvangen baten ten behoeve van de lerarenbeurs, visueel gehandicapten en bestemmingsbox niet opgenomen. De culturele baten zijn geheel ontvangen in 2010. Hierdoor zijn er meer culturele baten dan begroot maar hier staan ook extra lasten tegenover. Overige overheidsbijdragen en –subsidies Voor 2010 word op basis van de exploitatie een bruidschat van € 48.000,- verwacht. De post overige overheidsbijdragen heeft betrekking op de vergoeding van twee samenwerkingsverbanden en op de ontvangen vergoedingen uit het vervangingsfonds.
22
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
De vergoedingen die zijn ontvangen van het vervangingsfonds waren niet opgenomen in de begroting. Tevens is er een extra bate door de ontvangen REC gelden ter vervanging van AWBZ gelden. Deze compensatie is voor leerlingen die zonder de steun van de vroegere AWBZ gelden niet kunnen deelnemen aan het onderwijs. De gemeentelijke baten van de Brede school, coördinatie en vakleerkrachten zijn hoger uitgevallen dan begroot. Er zijn tevens diverse provinciale baten ontvangen. De post toerekening investeringssubsidies heeft betrekking op de vrijval van de afschrijvingen over het jaar 2010 naar aanleiding van een vergoeding van de gemeente voor de aanschaf van ventilatie en zonwering voor twee scholen. Dit jaar is voor het eerst de vrijval van de afschrijvingen van een door de OR gestorte bijdrage voor een Activboard opgenomen. Overige baten De post ouderbijdragen is niet opgenomen in de begroting. Daartegenover staat dat de kosten die betaald zijn van de ouderbijdragen ook niet zijn opgenomen in de begroting. De post overige baten heeft o.a. betrekking op een ontvangen bedrag van de gemeente Slochteren voor het openbaar stellen van schoolpleinen. Verder zijn er baten ontvangen voor techniekgelden van Stichting Platform. Personeelslasten De salariskosten zijn hoger dan begroot. Dit wordt o.a. veroorzaakt door CAO-wijzigingen welke niet zijn meegenomen in de begroting. Daartegenover staat dat er ook extra baten zijn ontvangen van DUO. De loonkosten zijn hoger door: De directietoeslag vanuit actieplan leerkracht is per december 2009 verhoogd. Dit was nog niet bekend ten tijde van het opstellen van de begroting. De lasten van het bovenschools stafbureau zijn verhoogd door de per december 2009 doorgevoerde verhoging van de specifieke uitkering voor onderwijsondersteunend personeel. Stijging van de loonkosten directie DA door verhoging van de directietoeslag. Voor twee scholen is in de begroting uitgegaan van een meerscholendirecteur. Op deze scholen zijn momenteel echter nog twee directeuren werkzaam. Daarnaast heeft een directeur BAPO opgenomen. Totale extra inzet fte bedraagt 0,1332. Een oude en nieuwe directeur hadden in de maand augustus beide een aanstelling. De nieuwe directeur heeft met een extra 0,0313 fte een andere aanstelling. Extra lasten lerende organisatie, lerarenbeurs en brede school. Lasten functiemix vanaf augustus 2010. De BAPO lasten zijn daarentegen lager dan begroot. De overige personele lasten wijken op diverse punten af met de begroting. Er zijn hogere lasten die ontstaan door de nieuwe startende directeuren. Zo werden er diverse advertenties geplaatst voor de werving. Tevens werden de nieuwe startende directeuren via het kweekvijver project en diverse assessments geholpen in hun nieuwe functie. Door de uitgebreide werving is er ook meer gebruik gemaakt van extern personeel.
23
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
In de andere personele lasten zijn de lasten voor de bedrijfsgezondheidszorg lager uitgevallen door het afsluiten van een nieuw contract. In 2010 is er sprake van een vrijval in de jubileum voorziening. Afschrijvingen De afschrijvingslasten voor het onderwijsleerpakket vallen hoger uit door niet begrote investeringen. De totale afschrijvingslasten zijn lager dan begroot door de wijziging van de afschrijvingstermijn digiborden. De afschrijvingstermijn voor digiborden is van 5 jaar gewijzigd naar 10 jaar. Huisvestingslasten De totale huisvestingslasten vallen lager uit dan begroot. De meest opvallende verschillen ten opzichte van de begroting zijn de lagere lasten voor energielasten door de bijstelling van de voorschotten op basis van de teruggaven over 2009. De schoonmaaklasten vallen lager uit door de verandering van schoonmaakbedrijf. Het huidige afgesloten contract zorgt voor lagere lasten. De huisvestingslasten vallen lager uit door de doorbelasting van 4 in plaats van 5 werkplekken op het stafbureau. De lasten voor de beveiliging van gebouwen, klein onderhoud, tuinonderhoud en de afvalstoffenheffing zijn hoger uitgevallen dan begroot. Overige instellingslasten De totale overige instellingslasten vallen iets lager uit dan begroot. De lager lasten zitten in de uitgaven aan leermiddelen. De schooldirecteuren hebben aan de door hun budgetverantwoordelijke post minder uitgegeven. De reproductiekosten, deskundigenadvies en de lasten voor het onderwijsbureau vallen tevens lager uit dan begroot. Door de schooldirecteuren is er meer uitgegeven aan ICT en overige materiaallasten. Er lijkt een verschuiving plaats te vinden tussen de besteding aan leermiddelen en de uitgaven aan ICT middelen door het gebruik van steeds meer interactieve lesmethoden. Financiële baten en lasten De rentebaten zijn lager uitgevallen dan begroot. De rentebaten zijn laag door het lagere rendement dat op de uitstaande gelden is behaald. De bankkosten zijn hoger dan de opgenomen lasten in de begroting. BAPO voorziening In de Staatscourant van 4 oktober 2010 heeft het Ministerie van OCW de definitieve regeling kenbaar gemaakt. Daaruit blijkt dat de verwerkingsmethodiek met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2010 is gewijzigd. Alle BAPO lasten dienen met ingang van die datum, lees boekjaar 2010, te worden verwerkt als periodekosten. Dit betekent dat alle BAPO lasten via de staat van baten en lasten worden verantwoord. De voorziening BAPO komt hiermee te vervallen. De jaarlijks BAPO-lasten worden met ingang van het verslagjaar 2010 als periodelast in de staat van baten en lasten verantwoord. Met ingang van het verslagjaar 2010 vervalt de verplichting om een onderbouwing in sturen naar het Ministerie van OCW.
24
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
De regeling dient retrospectief te worden toegepast, wat betekent dat de vergelijkende cijfers 2009 zijn aangepast aan de huidig geldende regeling. De effecten van deze stelselwijziging zijn hieronder schematisch weergegeven.
Effecten stelselwijziging op het vermogen:
Balanspost
Reserves Algemene reserve
Saldo 31-12-09 Correctie vergelijkende Saldo 31-12-09 Stelselwijziging Saldo 1-1-10 cijfers 2009 na correctie Dotatie Vrijval €
1.179.345
Bestemmingsreserves Energie €
300.000
Voorzieningen Bapo
€
€
23.264
€
€
1.502.609
€
5.112
5.112- €
-
Effecten stelselwijziging op het resultaat:
€
€
1.184.457
€
18.152
€
1.202.609
€
300.000
€
300.000
-
€
18.152
€
18.152-
€
-
€
1.502.609
€
-
€
-
1.502.609
Bedrag
Resultaat volgens de jaarrekening 2009 Bij: dotatie voorziening BAPO 2009 Af: vrijval voorziening BAPO 2009
€ 125.057€ 5.112 €0
Resultaat 2009 na correctie
€ 119.945-
In de toekomst dient naast de huidige BAPO lasten rekening te worden gehouden met extra BAPO lasten in verband met de stijging van het deelnemerspercentage. De huidige BAPO lasten worden berekent op basis van de huidige deelname aan de BAPO regeling. Wanneer in de toekomst meer medewerkers van de regeling gebruik gaan maken zullen de BAPO lasten aanzienlijk stijgen. Hiermee houden wij als bestuur rekening door dit te kunnen opvangen met de algemene reserves. Als de BAPO regeling verdwijnt zullen de personen voor wie de huidige regelgeving telt waarschijnlijk in een overgangsregeling komen en zal de personele lumpsum waarschijnlijk ook trapsgewijs worden verlaagd tot 0%. 2.5.4. Uitsplitsing reserves De stand van de reserves ultimo 2010, na verwerking van het resultaat, is als volgt weer te geven: Reserves
Eigenvermogen - Reserve op schoolniveau - Algemene reserve bovenschools - Bestemmingsreserve
31 december 2009 € €
31 december 2010 € €
161.357
169.208
1.041.250 300.000
969.764 300.000 1.502.607
1.438.972
25
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
*
De reserve herwaardering is gevormd door de activering van een deel van de aanwezige inventaris. Voor de oude afschrijvingslasten geldt dat hier een reserve eerste waardering (herwaarderingsreserve) tegenover staat. Elk jaar valt een deel van de reserve eerste waardering vrij dat even groot is als de oude afschrijvingslast van dat jaar.
Reserve op schoolniveau € Scholen o.b.s. Lutje Til o.b.s. De Springplank o.b.s. De Ent o.b.s. De Meent o.b.s. Schaldmeda o.b.s. De Kinderboom o.b.s. Ruitenvelder o.b.s. Oetkomst o.b.s. Driespan o.b.s. De Spil
€
Onderverdeling €
31-12-09 resultaat '10 19.499,08 -3.082,62 28.228,85 -693,81 1.647,71 -3.607,35 3.715,80 8.188,92 8.232,61 -489,14 -2.106,15 4.921,39 3.134,12 -1.491,30 11.042,65 -355,13 100.316,18 5.020,36 -12.353,76 -560,75
31-12-10 16.416,46 27.535,04 -1.959,64 11.904,72 7.743,47 2.815,24 1.642,82 10.687,52 105.336,54 -12.914,51
161.357,09
169.207,66
2.5.5. Financiële kengetallen De financiële kengetallen kunnen als volgt worden vergeleken: Kengetal
Omschrijving
Eigen vermogen / totale Solvabiliteit 1 vermogen Liquiditeit
Vlottende activa / kortlopende schulden
Weerstandsvermogen
Algemene reserve / totale exploitatie
Norm*
Streef
2006
2007
2008
2009
2010
> 20%
> 30%
60.9%
61.4%
61.0%
61.7%
60.3%
> 0.5
> 1.2
1.0
1.1
2.9
2.9
2.4
10%
17%
21%
18%
16%
13%
* Norm is ondergrens volgens de Commissie Don (sept. 2009).
Deze ratio's geven per 31 december 2010 een gezond beeld. Alle ratio's waarvoor een (minimum) streefwaarde is benoemd voldoen aan de norm (zie omschrijving hieronder), zodat er geen beleid is gemaakt om die doelen (alsnog) te bereiken. Solvabiliteit: Solvabiliteit is de verhouding tussen het eigen en het totale vermogen en geeft aan of een instelling op langere termijn (bij liquidatie) in staat zal zijn haar schulden te voldoen. Een solvabiliteit van meer dan 30% is goed, tussen de 10% en 30% is matig/voldoende en 10% of lager wordt als slecht gekwalificeerd. Liquiditeitspositie: Liquiditeit (current ratio) is de verhouding tussen vlottende activa plus liquide middelen en de kortlopende schulden en geeft aan of een instelling korte termijn aan haar schulden kan voldoen. Een liquiditeitsratio van meer dan 1,2 is goed, tussen de 0,6 en of gelijk aan 1,2 is matig/voldoende en 0,6 of lager is slecht. Weerstandsvermogen: Zie 2.6. Risicoparagraaf.
26
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
2.6.
Risicoparagraaf
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van risico’s die Stichting OPOS loopt, de eventuele financiële consequenties en de bijbehorende beheersmaatregelen. Het weerstandsvermogen kan worden gedefinieerd als het vermogen van Stichting OPOS om financiële risico’s op te vangen teneinde zijn taken te kunnen voortzetten. Risico’s mogen feitelijk geen belemmering vormen voor de uitvoering van de begroting nu en in de naaste toekomst. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover Stichting OPOS beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekkenen alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. De algemene reserve is de buffer voor het kunnen opvangen van tekorten. Zowel de toekomstige verliezen op de reguliere begroting als de niet-begrote tegenvallers (risico’s) komen ten laste van de algemene reserve. De omvang van de algemene reserve dient hiervoor toereikend te zijn. Risico's Voor Stichting OPOS zijn onderstaande risico’s te onderkennen: Personeel: Risico's
Toelichting
Fluctuaties leerlingenaantal
Als het leerlingenaantal in een korte periode terugloopt, kan een bestuur worden geconfronteerd met boventallige formatie, waarvan de loonkosten niet door het Ministerie worden betaald. Beheersmaatregel: De terugloop op korte termijn kan worden opgevangen doordat er contracten zijn voor bepaalde tijd. Na de start van Meerstad (per 01-08-2012) zal er eerder sprake zijn van stijgende leerlingenaantallen.
Ontslag: formatieve frictie instroomtoets Participatiefonds wachtgeldverplichtingen werkgelegenheidsgaranties premie Participatiefonds voor eigen rekening kosten ontslagprocedure kosten outplacement en scholing premie voor vrijwillig vertrek werving en selectie
Ontslag brengt in bijna alle gevallen kosten met zich mee. Wachtgeldkosten kunnen op een bestuur drukken als een aanvraag niet door de instroomtoets komt. Een bestuur zal procedurekosten (opbouw dossier, juridische kosten) moeten maken. In sommige gevallen kan personeel afvloeien via een outplacement en/of bijscholing of door een vertrekpremie aan te bieden.
Nieuwe school Meerstad
Waarschijnlijk zal er in 2012 een nieuwe openbare basisschool worden gesticht. Als voorbereiding hierop zal vroegtijdig een directeur als kwartiermaker moeten worden aangesteld.
Beheersmaatregel: Stringent bijhouden van functioneringsen beoordelingsgesprekken en incidentele gebeurtenissen als onderdeel van het personeelsdossier.
Beheersmaatregel: Afbakening periode van kwartier maken.
27
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
Materieel: Risico's
Toelichting
Onderwijskwaliteit
Nog twee scholen van Stichting OPOS zijn door de inspectie als zwak beoordeeld. De extra investering in personeel en externe begeleiding heeft effect gehad. Beheersmaatregel: Scholen nauwgezet ingrijpen.
Administratie, beheer en bestuur
monitoren
en
zonodig
vroegtijdig
Ten opzichte van de vergoeding Administratie, beheer en bestuur is er een overschrijding. Deze overschrijding wordt deels afgedekt door de met de gemeente afgesproken bruidschatregeling. Beheersmaatregel: Het bestuur heeft de conclusie getrokken dat Stichting OPOS te klein is om zelfstandig verder te gaan. Het bestuur koerst aan op een fusie met een andere bestuur.
Kwantificering risico's Voor het bepalen van de benodigde minimale omvang van de algemene reserve is vervolgens een kwantificering van de risico’s vereist. In onderstaande tabel worden de geïdentificeerde risico’s gekoppeld aan mogelijke uitgaven: Risico's Ontslag Start school Meerstad Onderwijskwaliteit Tekort ABB Totaal
Reservering 150.000 30.000 10.000 235.000 425.000
Conclusie: Aangezien de algemene reserve toereikend moet zijn om zowel begrote tekorten als nietbegrote tegenvallers op te kunnen vangen, bedraagt de minimale omvang € 425.000. De algemene reserve per 31-12-2010 is € 1.437.945. Gezien het feit dat uit de meerjarenbegroting blijkt dat voor de komende jaren een negatief resultaat verwacht wordt, heeft het bestuur besloten geen extra investeringen te plegen. De reserve is nodig als buffer om voldoende tijd te hebben voor het tot stand brengen van een fusie.
28
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
2.7.
Toekomstparagraaf
Toekomst Stichting OPOS Het bestuur heeft een keuze voor een fusiepartner gemaakt. Begin 2011 worden met de beoogde partner gesprekken gevoerd. Hierbij moet nagegaan worden of een fusie mogelijk is. Vervolgens zal er een onderzoek moeten worden uitgevoerd naar de financiële, fiscale en juridische aspecten van de fusie alsook naar personeel, cultuur en organisatiestructuur. Geschatte investering: € 20.000. Functiemix De functiemix is de verdeling van leraren over de salarisschalen. Zoals afgesproken in het Convenant Leerkracht van Nederland zullen schoolbesturen de komende jaren extra geld krijgen zodat leraren promotie kunnen maken naar hogere salarisschalen. In het schooljaar 2010/2011 zal een deel van de leerkrachten een hogere salarisschaal krijgen. Een deel van het extra geld moet door het bestuur zelf beschikbaar worden gesteld. Geschatte investering: € 12.500 (in de jaren daarna sterk oplopend naar € 145.000 in 2014). Daarbij moeten leerkrachten de mogelijkheid krijgen om zich verder te bekwamen, zodat ze gekwalificeerd zijn voor de LB-functie. Geschatte investering: € 17.700 (jaarlijks tot 2015). Lokaal Maatwerk De gemeente gaat volgens een afgesproken fasering 7 scholen van Stichting OPOS aanpassen met gelden die de gemeente ontvangt in het kader van onderwijskundige vernieuwingen. In 2011 wordt Ruitenvelder bouwkundig aangepast. Het bestuur van Stichting OPOS wil daarbij nagaan of er energiebesparende maatregelen kunnen worden toegepast zodat de jaarlijkse exploitatiekosten naar beneden kunnen. Daarvoor is in samenwerking met de gemeente rijkssubsidie aangevraagd. Geschatte investering: n.n.b. Leerling administratieprogramma Van scholen wordt verwacht dat ze opbrengstgericht werken. Van besturen wordt verwacht dat ze zicht houden op de resultaten van hun scholen. Er wordt een nieuw leerling administratieprogramma gekozen. In het nieuw programma worden, naast de NAW gegevens van de leerlingen ook de resultaten vastgelegd. Op bestuursniveau kunnen hieruit totalen worden gegenereerd. Geschatte investering: € 17.700 (incl. scholing).
29
Jaarverslag Stichting OPOS 2010
2.8.
Begroting 2011
Samenvatting Begroting 2011 EFJ GB
Omschrijving
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.5
Overige baten Totaal baten
€
€
€
Werkelijk
Begroting
Begroting
2009
2010
2011
5.751.998
5.580.945
5.559.507
208.210
73.200
76.706
37.025
6.325
12.325
5.997.233
5.660.470
5.648.538
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
5.147.076
4.968.212
4.962.576
4.2
Afschrijvingen
114.376
114.700
115.921
4.3
Huisvestingslasten
443.909
401.546
405.110
4.4
Overige instellingslasten
446.124
438.889
416.110
6.151.485
5.923.347
5.899.717
-154.252
-262.877
-251.179
13.500
Totaal lasten Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
5.1
Financiële baten
29.495
27.000
5.5
Financiële lasten
297
250
29.198
26.750
13.500
-125.054
-236.127
-237.679
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 6
Resultaat buitengewone bedrijfsvoering
Exploitatiesaldo
0 -125.054
0 -236.127
0 -237.679
30
Jaarverslag OPO Slochteren 2009
Verklarende woordenlijst
Afkortingen
kengetallen
belangrijke gegevens die aangeven hoe de organisatie er voor staat; kengetallen kunnen vergeleken worden met een landelijk gemiddelde
ABB
Administratie Beheer Bestuur
AVI
dit is de naam van een leestoets (AVI = analyse van individualiseringsvormen)
BNG
Bank Nederlandse Gemeenten
systematiek waarbij een bestuur per jaar een bepaald bedrag krijgt (op basis van het aantal scholen en het aantal leerlingen) waarmee alle kosten betaald moeten worden
CITO
Centraal Instituut v. ToetsOntwikkeling
DMT
Drie-minuten-toets: een toets voor het meten van het technisch lezen
Fido
Financiering decentrale overheden
machtiging t.a.v. het uitvoeren van bepaalde bevoegdheden
Fte
fulltime-equivalent
GMR
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
ib-er
interne begeleider (zorgcoördinator op schoolniveau)
INK
Instituut Nederlandse Kwaliteit
IMR
Integrale Management Rapportage
OOP
Onderwijs Ondersteunend Personeel
OP
Onderwijs Personeel
OSG
Onderwijs Service Groep
POP
Persoonlijk Ontwikkelings Plan
SMART
S = specifiek M = meetbaar A = acceptabel R = realistisch T = tijdgebonden
SWV
Samenwerkingsverband
WIA
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (voorheen was dit de WAO)
WGA
Werkhervattingsregeling voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten
lumpsum
mandaat
treasurystatuut hierin is aangegeven op welke wijze beleggingen en beleningen van de publieke middelen is geregeld
31