JAARVERSLAG 2012
Stichting OPOS administratienummer bevoegd gezag: 41779
Postbus 13 9620 AA SLOCHTEREN Telefoon : 0598 425 644 Fax : 0598 425 552 E-mail :
[email protected]
Jaarverslag Stichting OPOS 2012
INHOUDSOPGAVE JAARVERSLAG 2012
Inleiding 1.
2.
Bestuursverslag 1.1. Stichting OPOS 1.2. Organisatie 1.3. Beleid en organisatiedoelen Waardering, Resultaten en Kengetallen 2.1. Waardering 2.2. Resultaten onderwijs 2.3. Kengetallen leerlingen 2.4. Kengetallen personeel 2.5. Financiën 2.6. Risicoparagraaf 2.7. Toekomstparagraaf 2.8. Begroting 2013 Verklarende woordenlijst / Afkortingen
2 4 4 4 8 11 11 11 13 15 19 28 30 31 32
Bijlage Rapport inzake de Jaarrekening 2012
1
Inleiding
In het hier voorliggende jaarverslag worden de onderwijskundige doelstellingen, het personeelsmanagement en de besteding van middelen getoetst aan de doelen en plannen voor 2012. Het bestuur vindt het belangrijk om alle betrokkenen bij Stichting OPOS en onze maatschappelijke omgeving te informeren over het openbaar onderwijs in de gemeente Slochteren. Het jaarverslag is gebaseerd op het INK model. Dit model gaat uit van een vaste methode van kijken naar organisatie en organisatieontwikkeling. Het model wordt in hoofdstuk 1 nader toegelicht. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen: Kleine scholen Kwetsbaar is een woord dat van toepassing is als het over kleine scholen gaat. Mensen werken hard en met veel overtuiging, maar met weinig kinderen en weinig personeel ben je extra kwetsbaar. Het aantal leerlingen op “Schaldmeda” in Overschild was op 1 okt. 2011 onder de wettelijke instandhoudingsnorm van 23 leerlingen. In 2012 werd “Schaldmeda” daarom gesloten en samengevoegd met “De Springplank” in Siddeburen. Nieuwe school: Meeroevers Op 1 augustus kon een nieuwe school gestart worden in Meerstad. Door de start van deze school was er formatieve ruimte om de leerkrachten van “Schaldmeda” elders onder te brengen. De school in Meerstad is een samenwerkingsschool. In samenspraak met het christelijk schoolbestuur VCOMOG is afgesproken een samenwerkingsschool te starten. De school valt bestuurlijk onder Stichting OPOS. Strategisch beleidsplan De beleidsvoornemens voor 2012 zijn voor een groot deel gerealiseerd (zie hoofdstuk 1.3). Enkele voornemens op personeelsgebied zijn doorgeschoven in de tijd i.v.m. de mogelijke fusie met Scholengroep OPRON. Invoering functiemix: Leerkrachten werden gestimuleerd na te denken over de ontwikkeling naar een LB-functie en tevens werden de leerkrachten gestimuleerd deel te nemen aan een hbo+ opleiding. Op basis van de eisen die zijn gesteld in het beleidsplan “invoering functiemix” is het resultaat voor wat betreft de LB-benoemingen met 20% op dit moment het maximaal haalbare. Dit is onder de door het ministerie gestelde norm van 27%. Het landelijk percentage (peildatum 1 maart 2012) is 14,5%. Resultaten: Er werd veel werk gemaakt van opbrengstgericht te werken, wat wil zeggen dat scholen gebruik maken van toetsopbrengsten om het schoolbeleid te optimaliseren. De eindopbrengsten (CITO-eindtoets) waren dit jaar (op een school na) op niveau. Zie hiervoor hoofdstuk 2.2.1. Leren van elkaar: Er is een auditteam gevormd. Hierin zaten een algemeen directeur, twee directeuren en een consultatief leerlingbegeleider. Het team bezocht 3 scholen en adviseerde directeur en team van de bezochte school t.a.v. het les geven en de leerlingenzorg. Volgend jaar nemen twee intern begeleiders en twee directeuren in een wisselsysteem deel aan het auditteam. Een algemeen directeur, alle directeuren, zeven intern begeleiders en één schoolcoördinator gaan in 2013 deelnemen aan een auditopleiding. 2
Jaarverslag Stichting OPOS 2012
Bestuursakkoord In 2012 heeft het ministerie van onderwijs een bestuursakkoord afgesloten met het onderwijsveld. De besturen verplichten zich daarin om bepaalde doelstellingen te realiseren en het ministerie stelt hiervoor, via de zogenaamde prestatiebox, extra middelen ter beschikking. Stichting OPOS kiest voor de onderdelen die aansluiten bij het eigen strategisch beleid, nl. opbrengstgericht werken, omgaan met verschillen en lerende organisatie. Passend onderwijs Passend Onderwijs is onderwijs dat ‘past’ bij de leerling. Op 1 augustus 2014 wordt Passend Onderwijs ingevoerd. Dit nieuwe onderwijsstelsel is bedoeld om de kwaliteit van onderwijs te verbeteren en tegelijkertijd de kosten in de hand te houden. Voor Passend Onderwijs wordt een nieuw samenwerkingsverband opgezet. Alle besturen van scholen voor primair en speciaal onderwijs in de provincie Groningen en de gemeente Noordenveld (Drenthe) zijn vertegenwoordigd in deze samenwerking. Het betreft scholen voor regulier onderwijs (inclusief speciaal basisonderwijs) én speciaal onderwijs cluster 3 en 4. In 2012 zijn de eerste stappen op weg naar een bestuurlijke samenwerking gezet. Financiën Het exploitatieresultaat laat een tekort zien van € 33.265 (exclusief de bruidschat van € 24.000) en is daarmee positiever dan het begrote tekort van € 190.701. Dit verschil wordt verklaard in hoofdstuk 2.5. Fusie Het bestuur heeft in 2010 de conclusie getrokken dat Stichting OPOS te klein is om zelfstandig verder te gaan. Door een fusie met een andere stichting kan een stafbureau van enige omvang worden gerealiseerd, zodat het bestuur professioneel kan worden uitgevoerd. De overheadkosten kunnen daarbij beperkt blijven. In 2012 is een intentieverklaring opgesteld met Scholengroep OPRON. De besturen spreken de intentie uit: • nader onderzoek te verrichten naar de consequenties van een bestuurlijke fusie en voorstellen hiertoe uit te werken; • na te gaan welke bestuursvorm en bestuurssamenstelling de best passende zijn, en; • bij positieve bevindingen vervolgens het besluit over de bestuurlijke fusie te nemen. Wij presenteren hierbij het jaarverslag 2012 met de onderdelen: hoofdstuk 1 - bestuursverslag hoofdstuk 2 - waardering, resultaten, kengetallen Bijlage "Rapport inzake de jaarrekening" over de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012. Het "Rapport inzake de jaarrekening" bestaat uit een balans per 31 december 2012 en een exploitatierekening over de periode 1 januari tot en met 31 december 2012, welke beide zijn voorzien van de benodigde specificaties en toelichtingen. Namens Bestuur Stichting OPOS A. Roek / E.B. Okken algemene directie
3
1.
Bestuursverslag
1.1.
Stichting OPOS
Stichting OPOS is per 1 januari 2008 ontstaan door het verzelfstandigen van het openbaar primair onderwijs van de gemeente Slochteren. Stichting OPOS omvat 10 basisscholen, verzorgt onderwijs aan ruim 1000 leerlingen en heeft ongeveer 95 medewerkers in dienst. Ons motto is “Niet apart, maar samen” Onze uitgangspunten zijn: open onze openbare scholen zijn algemeen toegankelijk eigen onze scholen blijven zich ontwikkelen en kiezen een eigen herkenbaar onderwijsconcept passend onze scholen leveren goed onderwijs dat aansluit bij de verschillen tussen kinderen transparant onze scholen verantwoorden zich
1.2.
Organisatie
1.2.1. Bestuur Het bestuur heeft formeel de status van bestuur/bevoegd gezag van Stichting OPOS, maar oefent de functie uit van intern toezichthouder. De bestuurstaken zijn grotendeels via mandaat overgedragen aan de algemene directie. De scheiding tussen bestuur en intern toezicht is uitgewerkt in een reglement gemandateerd bestuur. Daarin is de omvang en de beperkingen van het mandaat van het stichtingsbestuur richting de algemene directie geregeld. Ondanks dat de bestuurstaken via mandaat zijn overgedragen aan de algemene directie, blijft het bestuur bestuurlijk volledig verantwoordelijk en aansprakelijk. Verslag toezichthouder Om haar toezichthoudende functie goed te kunnen vervullen zijn er met de algemene directie afspraken gemaakt over welke doelstellingen gehaald moeten worden en op welke wijze de algemene directie het bevoegd gezag informeert over de stand van zaken betreffende de afgesproken doelstellingen. Bestuurssamenstelling: Naam
Functie
A. Veldboom
voorzitter
P. van der Wijk
penningmeester
R. Smit
secretaris
N. Jansingh-Germeraad
lid
S. Scholtens
lid
Het toezichthoudend bestuur is in 2012 zeven keer bijeen geweest voor een reguliere vergadering. Besproken onderwerpen o.a.: fusie met OPRON; start nieuwe school in Meerstad; functiebeschrijving algemene directie; jaarverslag + jaarrekening 2011; tussenrapportages; formatieplan; (meerjaren)begroting; jaarplan 2013. Er hebben zich geen zaken voorgedaan waarbij het toezichthoudend bestuur heeft moeten ingrijpen.
4
Zelfevaluatie bestuur: De rolverdeling binnen het bestuur is duidelijk. Het toetreden van dhr. Van der Wijk tot het bestuur wordt als een aanwinst ervaren. Het overleg tussen het bestuur en de algemene directie verloopt in een positief, kritische sfeer. De algemene directie kan haar rol goed uitvoeren. De algemene directie heeft een grote zelfstandige rol, het bestuur heeft een toezichthoudende rol. Het bestuur zal zich inzetten voor meer zichtbaarheid naar “buiten” en zal zich laten informeren door directies, GMR, inspectie en de accountant van Stichting OPOS. 1.2.2. Algemene directie Het bestuur heeft een groot deel van haar taken en verantwoordelijkheden via mandaat overgedragen aan de algemene directie. De scheiding tussen bestuur en toezicht is vastgelegd in het Handboek Bestuur en Toezicht. Als uitgangspunt hiervoor wordt de 'Code Goed Bestuur in het primair onderwijs' van de PO-raad (januari 2010) gehanteerd. De algemene directie geeft sturing en ondersteuning aan de scholen binnen de stichting. De algemene directie wordt hierbij ondersteund door het stafbureau en een administratiekantoor. Algemene directie: Naam
Taken
A. Roek
-
directeur cluster Oost onderwijsbeleid personeelszaken beleid
E.B. Okken
-
directeur cluster West financiën huisvesting organisatie
1.2.3. Schooldirectie Elke school heeft een directeur. De directeur is de eerst verantwoordelijke voor de school in al zijn dimensies, waaronder de kwaliteit van het onderwijs en de schoolontwikkeling. De directeur draagt zorg voor de onderwijskundige, financiële, organisatorische en communicatieve processen, die leiden tot het vooraf afgesproken en vastgestelde resultaat. De directeur legt daarover verantwoording af aan de algemene directie. De taken en verantwoordelijkheden van de directeuren zijn vastgelegd in het managementstatuut. Schooldirectie: Naam
Brinnr. Scholen
K. Kok
10LC
F. de Lang
11AO
o.b.s. De Springplank – Siddeburen
K. Smit
11NN 11YX
o.b.s. De Ent – Hellum o.b.s. De Meent – Schildwolde
H. Wolthuis
12QR 30PF
o.b.s. De Kinderboom – Slochteren Samenwerkingsschool Meeroevers - Meerstad
o.b.s. Lutje Til – Tjuchem
E. Doddema
12XX
o.b.s. Ruitenvelder - Froombosch
C.C. Frik
13DT
o.b.s. Oetkomst – Kolham
C. Flikkema
13OE
o.b.s. Driespan – Harkstede
R. Wouda
13SK
o.b.s. De Spil - Lageland
5
1.2.4. Ondersteuning De algemene directie en de schooldirecties worden ondersteund door het stafbureau. Hierin zijn het secretariaat en bepaalde taken op het gebied van personeelsbeleid ondergebracht. De financiële, personele en salarisadministratie is uitbesteed aan administratiekantoor OSG Assen.
Medewerkers stafbureau: Naam
Taken
M. Balkema
- administratie
J. Buitenkamp
- managementondersteuning P&O
1.2.5. Medezeggenschap De medezeggenschap is op school- en bovenschools niveau geregeld. De scholen kennen een MR (medezeggenschapsraad), waarin de schoolbelangen worden behartigd. Bovenschools zijn de afzonderlijke medezeggenschapsraden van de scholen van Stichting OPOS vertegenwoordigd in de GMR (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad). De GMR buigt zich niet over zaken die van belang zijn voor de individuele school, maar over aangelegenheden die gelden voor alle scholen die onder het bestuur van Stichting OPOS vallen. Iedere school heeft twee vertegenwoordigers (een ouder en een leerkracht) in de GMR. Het dagelijks bestuur van de GMR bestond uit: Naam
Functie
H. ter Veer
voorzitter
C. Dijkstra-Veen
secretaris / penningmeester
De GMR is 6 keer bijeen geweest voor een reguliere vergadering. Op deze vergaderingen is de algemene directie aanwezig om desgewenst een toelichting te geven. De volgende onderwerpen hebben dit jaar instemming gekregen:
De volgende onderwerpen hebben dit jaar een positief advies gekregen:
-
-
-
Toelage schoolleiders kleine scholen Formatieplan 2012-2013 incl. meerjaren formatieplan Integraal Personeelsbeleid 2012 Addendum functiemix Functiebeschrijving algemeen directeur
Begroting 2012 Meerjarenbegroting 2012-2015 Vakantierooster 2012-2013 Jaarverslag 2011 Zorgplan WSNS SWV 2.09 Zorgplan WSNS SWV 2.10 Jaarplan 2013
Naast de hierboven genoemde onderwerpen zijn in 2012 o.a. de volgende zaken in de GMR besproken: tussenrapportages, fusie. In december was er een extra informatiebijeenkomst voor de GMR-leden over de fusie effectrapportage. In 2013 zal dit ter instemming aan de GMR worden voorgelegd. De werkgroep financiën van de GMR is betrokken geweest bij het traject voor het opstellen van de begroting 2013.
6
1.2.6. Organogram Onder Stichting OPOS vallen de openbare basisscholen van de gemeente Slochteren. Er was in 2011 sprake van een toezichthoudend bestuur met de onderstaande organisatiestructuur: Bestuur Stichting OPOS (intern toezichthouder)
Stafbureau
Algemene directie (bestuur bij mandaat)
Administratiekantoor
GMR
Directieoverleg
6x Directeur
School
2x Directeur
School
School
1.2.7. INK-managementmodel Als methodiek voor het formuleren van een heldere visie op een organisatie is het INKmanagementmodel ontwikkeld. Het model bestaat uit negen aandachtsgebieden die samen bepalend zijn voor het succes van de organisatie. De velden staan niet op zichzelf, maar zijn onderling verbonden. Het INK-model is in onderwijsland een veel gehanteerd model. Het INK-managementmodel bestaat uit de twee delen 'organisatie' en 'resultaat'. Het deel 'organisatie' omvat de interne factoren: leiderschap, beleid, personeel, middelen en processen. Voor het deel 'resultaat' zijn als outputfactoren benoemd: waardering door personeel, waardering door ouders, waardering door maatschappij en als laatste - en als een soort overkoepelende outputfactor - eindresultaten.
7
1.3.
Beleid en organisatiedoelen
In het strategisch beleidsplan 2011-2014 heeft Stichting OPOS haar beleidsvoornemens en organisatiedoelen beschreven. De belangrijkste activiteiten voor 2012 waren: realiseren van een fusie; leren van elkaar; opbrengstgericht werken. In 1.3.1 t/m 1.3.6 wordt per aandachtsgebied uit het INK-model informatie gegeven over de behaalde resultaten op de doelen zoals die in het Jaarplan 2012 gesteld zijn. 1.3.1
Leiderschap
Doelen
Verwachte resultaten
Behaalde resultaten
Directeuren leren van elkaar.
Er worden jaarlijks twee directiedagen georganiseerd.
Op 29 maart is een directiedag gehouden. Onderwerpen: leren van elkaar; mind mapping; opbrengstgericht werken; bestuursakkoord. De 2e directiedag is gehouden op 29 november. Onderwerpen: Human Dynamics en excellente scholen.
Directeuren werken regelmatig in tweetallen samen en gebruiken elkaar als klankbord (critical friend).
Directeuren werken incidenteel samen. Er zijn geen vaste koppels gevormd. Een auditteam is samengesteld (zie hieronder). Een eerste bezoek is uitgevoerd op o.b.s. De Spil. Het bezoek richtte zich op de zorgstructuur van de school. Er is een auditgroep gevormd die voorafgaand aan inspectiebezoeken op De Springplank, De Meent en De Kinderboom de scholen visiteerde. De directeuren van de bezochte scholen hebben de audit als positief beoordeeld. Het gaf gerichte handvaten om te verbeteren.
Er is een beleidsstuk intern kwaliteitsonderzoeken opgesteld. Visitatiecommissies doen kwaliteitsonderzoeken op de scholen.
1.3.2
Beleid
Doelen
Verwachte resultaten
Behaalde resultaten
Het realiseren van een fusie van Stichting OPOS met een ander schoolbestuur.
Er is een geschikte fusiepartner gevonden, waarmee goed openbaar onderwijs in Slochteren gewaarborgd blijft. De fusie komt tot stand.
Er is een intentieverklaring opgesteld met Scholengroep OPRON. Vervolgens is er een fusie effectrapportage opgesteld. Er zijn informatie bijeenkomsten georganiseerd voor directies en GMR. Een definitief besluit is nog niet genomen.
Schooltijden zorgen voor een betere afstemming van onderwijs en opvang.
De schooltijden sluiten aan bij de veranderende samenleving. School en kinderopvang werken samen.
In Meeroevers is gestart met het vijf gelijke dagen model. Enkele andere scholen oriënteren zich. Een werkgroep is gevormd.
8
1.3.3
Personeel
Doelen
Verwachte resultaten
Behaalde resultaten
Het leren van elkaar wordt verder ontwikkeld. Scholen ontwikkelen zich tot professionele leergemeenschappen.
Er is beleid 'Leren van elkaar' vastgesteld. Scholen ontwikkelen zich tot professionele leergemeenschappen op de in het beleid vastgestelde wijze.
Er is een werkgroep professionalisering gestart. Een uitvoeringsplan moet nog worden opgesteld.
Invoeren van SBLcompetenties voor leerkrachten.
Het competentieprofiel voor (vak)leerkrachten is geactualiseerd.
De activiteiten van de werkgroep zijn in de wachtstand gezet. Dit in afwachting van een besluit om wel of niet te fuseren met Scholengroep OPRON.
Invoeren van NSAcompetenties voor directeuren.
Het competentieprofiel voor directeuren is geactualiseerd.
De activiteiten van de werkgroep zijn in de wachtstand gezet. Dit in afwachting van een besluit om wel of niet te fuseren met Scholengroep OPRON.
Een deel van de leerkrachten wordt aangesteld in een LBfunctie.
Vanaf 01-08-2011 voldoen we aan het Het bestuur stimuleert leerkrachten om percentage LB-leerkrachten zoals opleidingen te volgen. 20% van de opgenomen in het beleidsplan leerkrachten is LB-er (de overheidsfunctiemix. norm op 1 augustus 2012 was 27%).
Per team is minimaal één leerkracht deskundig op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid.
1.3.4 Doelen
Het IPB is geactualiseerd.
De volgende onderdelen zijn vastgesteld: informatievoorziening, gedragscode, mediaprotocol en functieboek.
Per team heeft minimaal één teamlid de cursus meer- en hoogbegaafdheid gevolgd.
Per team heeft minstens één leerkracht de cursus gevolgd.
Verwachte resultaten
Behaalde resultaten
Middelen
Er is een transparant De begroting (incl. meerjarensysteem van financiële begroting) wordt tijdig opgesteld. planning en control. Via door OSG opgestelde managementrapportages wordt tussentijds de realisatie bewaakt. In het jaarverslag volgt de eindverantwoording.
De verantwoording is verlopen conform de planning. In mei en oktober zijn managementrapportages opgesteld. Conclusie: Stichting OPOS is procesmatig in control.
9
1.3.5
Processen
Doelen
Verwachte resultaten
Behaalde resultaten
Iedere school heeft een leerstofaanbod dekkend voor de kerndoelen. Bij het verzorgen van onderwijs op basis van de kerndoelen worden de referentieniveaus als uitgangspunt genomen.
Elke school werkt met actuele methoden die voldoen aan de kerndoelen. Vanaf aug. 2012 wordt objectieve en valide informatie verzameld over het bereikte niveau van de leerling.
Gerealiseerd. Scholen kiezen geregeld voor actualisering van het leerstofaanbod. Scholen toetsen of ze voldoen aan de kerndoelen / referentieniveaus.
Elke school actualiseert jaarlijks een zorgprofiel van de school.
Iedere school geeft in een zorgprofiel aan hoe de opvang van alle leerlingen die worden aangemeld kan worden vorm gegeven.
Elke school maakt in het schooljaar 2012-2013 een start met een onderwijsondersteuningsprofiel. Hierbij wordt ondersteuning aangeboden. De invoering van Passend Onderwijs is uitgesteld. Het opstellen van een onderwijsondersteuningsprofiel gaat door.
Iedere school werkt op een gestructureerde manier aan kwaliteitszorg.
Iedere school werkt volgens een kwaliteitszorgsysteem. De kwaliteitszorg wordt door de inspectie als voldoende beoordeeld.
De kwaliteitszorg van twee scholen wordt door de inspectie als onvoldoende beoordeeld, met name het planmatig werken aan verbeteractiviteiten is niet op orde.
1.3.6
Waardering en resultaten
Doelen
Verwachte resultaten
Behaalde resultaten
De scholen verzorgen goed onderwijs.
De inspectie beoordeelt de bezochte scholen als voldoende. Alle scholen vallen onder het basisarrangement.
Eén van de scholen voldoet niet aan de eisen die de inspectie stelt. Acht scholen vallen onder het basisarrangement. De nieuwe school in Meerstad wordt pas in 2014-2015 voor het eerst bezocht.
Iedere school genereert kengetallen en bepaalt aan de hand daarvan noodzakelijke acties.
De kengetallenkaart is steeds up to date.
Dit is gerealiseerd. Bij elke tussenrapportage werd een actuele versie toegevoegd.
Iedere school werkt opbrengstgericht.
De vaardigheidsscores voor de toetsen die de inspectie hanteert om de tussentijdse resultaten vast te stellen liggen boven de ondergrens. De eindopbrengsten zijn minimaal voldoende volgens de normering die de inspectie hanteert.
Drie scholen voldoen niet aan de normen die de inspectie stelt voor de tussenopbrengsten. Eén van de tien scholen scoort onder de inspectienorm.
10
2.
Waardering, resultaten en kengetallen
2.1.
Waardering
Er is dit jaar geen personeelsenquête afgenomen. Dit gebeurt 1x/2 jaar. Er is dit jaar geen ouderenquête afgenomen. Dit gebeurt 1x/4 jaar. Klachtenprocedure Er zijn in 2012 door ouders geen klachten ingediend bij algemene directie / bestuur. Eenmaal is er mailcontact en telefonisch contact geweest met een klager, maar deze klacht is niet doorgezet. De klacht betrof het in de ogen van de klager onvoldoende afsluiten van het schoolplein.
2.2.
Resultaten onderwijs
Alle scholen monitoren de onderwijsresultaten volgens het aangeleverde format. Zowel in het schoolplan als in het integraal jaarplan zijn de analyses opgenomen. 2.2.1. CITO eindtoets Streven: De eindopbrengsten worden minimaal als voldoende beoordeeld (normering inspectie). De inspectie maakt bij de beoordeling een onderscheid tussen scholen met minder dan 10 leerlingen in groep 8 en scholen met 10 of meer leerlingen in groep 8. Van scholen met minder dan 10 leerlingen in groep 8 wordt het resultaat van de afgelopen vier jaar bekeken. Voor de andere scholen kijkt de inspectie naar de resultaten van de laatste drie jaar. Jaarlijks zijn er per school grote verschillen tussen de behaalde scores. Dit hangt samen met het aantal kinderen dat de toets volgt. Op een school met weinig kinderen in groep 8 is de invloed van een individuele leerling op de totale score erg groot.
Scholen Lutje Til De Springplank De Ent De Meent Schaldmeda De Kinderboom Ruitenvelder
aantal lln.
2009
4
2010
2011
2012
oordeel inspectie
528.4
531.9
535.3
voldoende
26
530.7
533.9
532.1
535.0
voldoende
5
538.4
537.1
530.6
536.8
voldoende
11
536.2
535.6
536.5
537.5
voldoende
4
536.9
527.5
533.1
12
537.2
533.2
535.4
538.5
voldoende
n.v.t.
8
532.6
534.7
530.8
527.8
onvoldoende
Oetkomst
11
536.4
529.4
533.7
536.3
voldoende
Driespan
37
531.9
538.3
537.8
537.4
voldoende
De Spil
7
537.0
528.9
542.4
539.0
voldoende
Meeroevers
0
*
n.v.t.
- aantal lln. geeft gemiddelde aantal leerlingen van groep 8 weer van de getoonde jaren - Lutje Til had in 2009 geen leerlingen in groep 8; op basis van gegevens uit het leerlingvolgsysteem voor groep 7 worden de eindopbrengsten als voldoende beoordeeld - grijs gearceerd betekent: onder de inspectienorm - Meeroevers: nog geen gegevens beschikbaar; de school is gestart op 1 augustus
Er is aandacht besteed aan opbrengstgericht werken. Directeuren maken een analyse van de CITO eindtoets en bepalen aan de hand van deze analyse welke actie gewenst is. Met in het achterhoofd dat op kleine scholen de gemiddelde score door toevallige omstandigheden kan
11
fluctueren, kan gesteld worden dat de opbrengsten in 2012 ruim boven het gemiddelde lagen. 2.2.2. CITO leerlingvolgsysteem Streven: De tussentijdse opbrengsten worden als voldoende beoordeeld (normering inspectie). Hieronder wordt een overzicht gegeven van de bereikte resultaten op de tussentijdse opbrengsten. Voor de beoordeling van de tussentijdse opbrengsten wordt de midden toetsen van het CITO leerlingvolgsysteem gebruikt. Dat zijn de toetsen die in januari/februari worden afgenomen. Voor de twee grote scholen (De Springplank en Driespan) wordt gekeken naar 5 toetsen, voor de rest van de scholen wordt naar 7 toetsen gekeken. Weergegeven is de vaardigheidsscore. Als de scores op de helft van de toetsen boven de norm liggen zijn de tussentijdse opbrengsten voldoende. M5 Begrijpend lezen
M6 Begrijpend lezen
M5 Rekenen & Wiskunde
54.8
66.2
72.7
28.3
52.5
48.3
9.8
38.8
53.9
67.3
80.8
22.3
51.0
60.7
78.9
17.8
55.2
54.5
De Meent
M6 Rekenen & Wiskunde
M4 Rekenen & Wiskunde
27.4
De Springplank De Ent
M4 DMT
M3 DMT
Lutje Til
91.6
33.3
27.8
Oordeel inspectie voldoende
31.3
onvoldoende
34.0
33.0
onvoldoende
85.8
30.2
33.3
voldoende
71.1
82.3
28.1
31.5
voldoende
82.9
Meeroevers De Kinderboom
n.v.t.
Ruitenvelder
21.7
52.1
54.7
62.9
87.9
26.5
38.5
voldoende
Oetkomst
19.6
48.6
51.7
73.2
84.3
29.1
31.6
voldoende
32.3
voldoende
79.7
70.8
28.6
16.9
onvoldoende
Driespan
25.7
57.7
57.1
De Spil
14.1
33.7
50.0
norm inspectie gemiddelde OPOS *
91.1
21
48
50
71
84
25
32
20.7
49.4
55.2
72.3
84.2
30.0
30.7
- M3 DMT betekent: midden groep 3 – drieminuten test; dit is een test voor technisch lezen die midden in het schooljaar (rond februari) wordt afgenomen - grijs gearceerd betekent: de streefnorm is niet gerealiseerd - Meeroevers: nog geen gegevens beschikbaar
Er is aandacht besteed aan opbrengstgericht werken. Directeuren, ib-ers en leerkrachten leren steeds beter om een analyse te maken van de toetsgegevens. Deze analyse leidt tot acties ter verbetering van het onderwijsleerproces.
12
2.2.3. Inspectierapport Streven: Alle scholen hebben een basisarrangement onderwijstoezicht. Op basis van een analyse van de gegevens van de CITO eindtoets en een door de directeuren ingevulde vragenlijst bepaalt de inspectie welke scholen bezocht zullen worden.
Oordeel inspectie 2011
Oordeel inspectie 2012
Datum laatste inspectiebezoek / Opmerkingen
voldoende
voldoende
voldoende
13-12-2011
voldoende
voldoende
voldoende
16-02-2012
De Ent
voldoende
voldoende
voldoende
09-10-2012
De Meent
voldoende
voldoende
voldoende
Scholen
Oordeel inspectie 2010
Lutje Til De Springplank
Meeroevers
21-02-2012 nog niet bezocht
De Kinderboom
voldoende
voldoende
voldoende
02-10-2012
Ruitenvelder
zwak
zwak
zwak
03-07-2012
Oetkomst
zwak
voldoende
voldoende
22-03-2011
Driespan
voldoende
voldoende
voldoende
30-11-2010
De Spil
voldoende
voldoende
voldoende
07-07-2011
Totaal
8 scholen voldoende 2 scholen zwak
9 scholen voldoende 1 school zwak
1 school nog niet bezocht 8 scholen voldoende 1 school zwak
* De nieuwe school in Meerstad is nog niet door de inspectie bezocht. Een school die een voldoende scoort heeft een basisarrangement, dat wil zeggen: de school heeft het vertrouwen van de inspectie en wordt volgens de reguliere planning bezocht. Scholen die (zeer) zwak scoren hebben een aangepast arrangement. Ze vallen onder geïntensiveerd toezicht.
Voor o.b.s. Ruitenvelder is, in overleg met de onderwijsinspectie, een plan van aanpak opgesteld om te komen tot een voldoende beoordeling. In 2012 is volop door directeur en team gewerkt aan de uitvoering van dit plan. In april 2013 volgt een herbeoordeling door de inspectie.
2.3.
Kengetallen leerlingen
2.3.1. Leerlingenaantal Het leerlingenaantal op teldatum 1 oktober 2012 was 1040. De ontwikkeling van het aantal leerlingen op de teldatum van 2003 tot nu is als volgt:
1150 1125 1100 1075 1050 1025 1000 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
13
2.3.2. Deelnamepercentage Openbaar Onderwijs Het deelnamepercentage van het openbaar onderwijs in de gemeente Slochteren over de afgelopen vijf jaar: Teldatum
Totaal aantal lln. basisscholen Gemeente Slochteren
Leerlingen Stichting OPOS
Deelnamepercentage Stichting OPOS
1 oktober 2008
1554
1106
71.2 %
1 oktober 2009
1577
1142
72.4 %
1 oktober 2010
1496
1081
72.3 %
1 oktober 2011
1456
1051
72.2 %
1 oktober 2012
1428
1040
72.8 %
2.3.3. Leerlingenprognoses De provincie Groningen heeft in 2007 een onderzoek naar demografische trends laten verrichten. Dit onderzoek wijst uit dat vooral het noorden en oosten van de provincie Groningen te maken krijgt met een sterke krimp van de bevolking. Echter ook in onze regio krijgt een aantal scholen met een daling van het aantal leerlingen te maken. De daling wordt teniet gedaan door de verwachte groei van Meerstad. De prognoses van 2013 en 2014 zijn gemaakt op basis van een inschatting van de directeuren. De prognoses van 2015 t/m 2022 op basis van gegevens die OSG in november 2012 heeft aangeleverd (gebruik makend van het prognoseprogramma GO'4 Pro; dit programma wordt door het ministerie geaccepteerd als prognoseprogramma). Leerlingenprognoses Lutje Til De Springplank De Ent
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
16
18
21
20
20
19
19
19
18
2022 18
180
168
179
175
168
162
160
159
157
158
53
54
55
56
55
53
53
54
53
53
113
109
110
111
108
105
105
106
106
105
Meeroevers
32
41
101
187
303
421
444
455
458
455
De Kinderboom
73
73
69
68
66
64
64
63
63
63
Ruitenvelder
73
75
68
66
64
63
62
61
62
61
Oetkomst
58
55
56
55
53
52
51
51
51
51
379
378
357
337
322
309
291
284
271
264
De Meent
Driespan De Spil
33
30
27
25
23
22
21
21
21
20
Totaal
1010
1001
1043
1100
1182
1270
1270
1273
1260
1248
Ervaringen in het verleden hebben uitgewezen dat de inschatting die de directeuren maken dichter bij de werkelijk gerealiseerde aantallen liggen dan die van het prognoseprogramma. Er wordt aanvankelijk een daling van het aantal leerlingen verwacht. De ontwikkeling van het leerlingenaantal van Meeroevers volgens bovenstaande prognose is mogelijk te optimistisch. De verwachting is dat de scholen, ook bij een minder voortvarende stijging van Meeroevers, de komende jaren totaal minimaal 1000 leerlingen zullen tellen. De opheffingsnorm voor een school in de gemeente Slochteren is 36. Als het leerlingaantal van een school 3 jaar onder de opheffingsnorm ligt stopt de bekostiging, tenzij het bestuur ontheffing aanvraagt. Het leerlingenaantal moet dan wel minimaal 23 zijn.
14
2.3.4. Uitstroomgegevens Uitstroomgegevens groep 8: Uitstroom leerlingen groep 8 naar het voortgezet onderwijs
2008 in %
2009 in %
2010 in %
2011 in %
LWOO / Praktijkonderwijs
2012 in %
Gem. in %
Prov. Gron. 5
9
0
6
0
3
3
Vmbo basisberoeps gerichte leerweg
14
7
8
6
13
10
Vmbo kaderberoepsgerichte leerweg
0
9
10
15
13
9
21
Vmbo gemengde leerweg
29
18
6
13
10
15
Vmbo theoretische leerweg
15
36
30
17
20
24
Havo
22
17
28
30
21
24
27
VWO
11
13
12
19
20
15
28
117
115
151
113
132
Totaal aantal leerlingen groep 8
19
Uitstroomgegevens richting het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs: Uitstroom leerlingen speciaal (basis)onderwijs
2009
2010
2011
2012
Gemiddeld
Speciaal Basisonderwijs
3
0.3%
3
0.3%
7
0.7%
3
0.3%
0.40%
Speciaal Onderwijs
1
0.1%
2
0.2%
5
0.5%
2
0.2%
0.25%
2.4.
Kengetallen personeel
2.4.1. Personeelssamenstelling In onderstaande grafieken is de leeftijdsopbouw van de personeelsleden opgenomen verdeeld naar het aantal mannen en vrouwen (links) en per personeelscategorie (rechts). Gegevens per 31-12-2012
61-65
61-65
56-60
56-60
46-55
46-55
36-45
36-45
26-35
26-35
21-25
21-25
0
5
mannen
10
vrouw en
15
20
25
0
5
directie
10
15
OOP
20
25
OP
15
2.4.2. Instroom/uitstroom personeel In de onderstaande tabel is het verloop van het personeelsbestand gedurende het verslagjaar weergegeven. Aantal personen Fte’s
Dir.
OOP
OP
Totaal
Aanvang verslagjaar
10
02
83
95
Uit dienst
01
02
02
2.2
In dienst
01
01
1.0
Einde verslagjaar
10
02
81
93
Uitstroom: 1 directeur (met Fpu); 1 leerkracht (kreeg ontslag); 1 leerkracht (met pensioen) Instroom: 1 directeur Verwachte uitstroom in de komende 5 jaar: Categorie
2013
2014
2015
2016
2017
Totaal
OP
2
1
0
0
2
5
OOP
0
0
0
0
0
0
Directie
1
0
1
0
1
3
Flexibele formatie in fte’s: Soort formatie
Omvang flexibele contracten per 31-12-2012 Dir.
OP
OOP
Totaal
0
0.98
0
0.98
Tijdelijke aanstellingen
Het betreft hier tijdelijke uitbreidingen. Een mogelijke terugloop aan beschikbare formatie kan opgevangen worden door het verwachte vertrek van enkele personeelsleden en door het niet verlengen van tijdelijke uitbreidingen. 2.4.3. Functiebouwwerk Netto werktijdfactor per 31-12-2012 Functie
0-25
26-35
36-45
46-55
OOP 04
0.67
OOP 06
0.56
56-60
> 60
Aantal fte’s 0.67 0.56
LA
14.78
7.92
13.05
10.60
LB
2.67
5.44
2.31
1.24
0.66
12.32
2.55
0.80
0.96
4.31
DA DB DC
1.00
46.35
0.90
0.90
1.69
2.69
2.4.4. Gewogen Gemiddelde Leeftijd en personeelslast OP Functie OP
GGL landelijk
GGL Slochteren
GPL landelijk
OPOS
+/-
2007-2008
40.28
42.36
51.388
54.171
2.783
2008-2009
40.21
41.30
54.200
55.120
920
2009-2010
40.14
41.30
55.139
58.500
3.361
2010-2011
40.26
42.71
57.474
61.100
3.626
2011-2012
40.42
43.12
57.626
61.500
3.874
Uit de tabel blijkt dat zowel de gewogen gemiddelde leeftijd als ook de gemiddelde personeelslast van Stichting OPOS hoger zijn dan het landelijk gemiddelde.
16
2.4.5. Verzuimgegevens Het ziekteverzuimpercentage over 2012 is voor Stichting OPOS door Maetis-Ardyn (onze arbodienst) vastgesteld op 5.48%. Dit is ten opzichte van 2011 (4.56%) een stijging. Het verzuimpercentage ligt onder het landelijk gemiddelde (zie ook de tabel hieronder). Het ziekteverzuimpercentage is exclusief verlofsituaties als zwangerschapsverlof en bijzonder verlof. De meldingsfrequentie is met 1.26 hoger dan het landelijk gemiddelde (1.04) en vergelijkbaar met het cijfer in 2011 (1.27). Er werd over langdurige verzuimgevallen overleg met de bedrijfsarts gevoerd. In dit overleg werd gesproken over de begeleiding en de zorg voor zieke medewerkers. Ziekteverzuimpercentages: Landelijk
7,0%
Stichting
6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% 2008
2009
2010
2011
2012
Gem.
2.4.6 Vervangingsfonds Het Vervangingsfonds vergoedt onder bepaalde voorwaarden de vervangingskosten. Onderstaand is de ontwikkeling van de premiedifferentiatie ten opzichte van de landelijke premies weergegeven. De premie komt volledig ten laste van de eigen middelen. Cursusjaar
Premie
Declaratie
Verhouding
Trede
Toeslag
Malus
2007/2008
221.217
198.918
89,92%
0
0
0
2008/2009
248.168
201.822
81,32%
0
0
0
2009/2010
238.477
213.264
89,43%
0
0
0
2010/2011
244.525
150.051
61,36%
0
-0.20
0
2011/2012
256.416
152.124
59,33%
0
-0.20
0
De declaraties i.v.m. ziekte en verlof liggen onder de 100%. Stichting OPOS hoeft daarom geen toeslag te betalen. Over het schooljaar 2010/2011 is zelfs een teruggave ontvangen. 2.4.7. WGA premie Elk schoolbestuur in Nederland betaalt premie in het kader van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Deze premie bestaat uit twee delen: de basispremie WAO/WIA en de gedifferentieerde premie Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Besturen hebben de mogelijkheid om het eigenrisicodragerschap WGA op zich te nemen. Het onderzoek dat OPOS in 2011 heeft gedaan wees uit dat het niet aantrekkelijk was om eigenrisicodrager te worden. Dit geldt ook voor de huidige situatie.
17
Naast de basispremie betaalt de werkgever een gedifferentieerde premie afhankelijk van het aantal werknemers dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt en dus gebaseerd op de werkelijke WIA-instroom. De gedifferentieerde premie WGA bestaat uit een landelijk vastgestelde rekenpercentage min een per bestuur bepaalde korting. De landelijk vastgestelde basispremie is verwerkt in de vergoeding van de lumpsum. WGA premie
2008
2009
2010
2011
2012
Gedifferentieerde premie
0.33%
0.62%
1.08%
0.22%
0.13%
2.4.8. Personeelszaken - divers Mede dankzij de middelen van de bestemmingsbox kon er voldoende scholing worden gerealiseerd. Ook maakten enkele leerkrachten gebruik van de lerarenbeurs. In de volgende twee schema’s is een overzicht opgenomen van de gevolgde opleidingen. Overzicht van de gevolgde opleidingen van de directeuren. Human Dynamics: Kijken naar kinderen / Passie en talent Human Dynamics - deel 2 Coachtraject Masterclass Interim- en veranderingsmanagement Primair Onderwijs
1 1 1 1
directeur directeur directeur directeur
Overzicht van de gevolgde opleidingen van de leerkrachten. Specialist excellent talent en (hoog)begaafdheid Opleiding tekenend coachen Lerarenopleiding Duits Master Special Education Needs ( SEN) Post HBO opleiding rekencoördinator Opleiding intern begeleider Post HBO opleiding taalcoördinator
1 1 1 3 3 2 2
leerkracht leerkracht leerkracht leerkrachten leerkrachten leerkrachten leerkrachten
De verplichte scholing voor Bedrijfshulpverlening (BHV) is in 2012 uitgevoerd. Jaarlijks wordt een herhalingscursus aangeboden. Alle bedrijfshulpverleners namen deel aan de herhalingscursus. Beginnende BHV-ers volgden een startcursus. Gesprekkencyclus: De algemene directie voerde met alle directeuren, vakleerkrachten en de medewerkers van het stafbureau een persoonlijk ontwikkelingsplan- en functioneringsgesprek. De directeuren voerden persoonlijk ontwikkelingsplan- en functioneringsgesprekken met de leerkrachten. De gesprekken voor leerkrachten van Driespan hebben wegens ziekte directeur en wisseling van directeur in 2012 niet plaats gevonden. Agressie en seksuele intimidatie: Er is over de rapportageperiode geen aangifte gedaan van agressie of seksuele intimidatie bij de vertrouwenspersoon. Ontslagvergoeding: Er is in 2012 geen ontslagvergoeding uitgekeerd.
18
2.5.
Financiën
2.5.1. Financiële beleid Voor 2012 werd geen sluitende begroting gepresenteerd. Het tekort op de exploitatie was met name het gevolg van tekorten op het onderdeel ABB (administratie beheer en bestuur). De meerjarenbegroting laat een structureel tekort zien. De in het verleden aangelegde reserves fungeren als buffer om risico's en tekorten af te dekken. Het bestuur heeft op basis van onderzoek geconcludeerd dat Stichting OPOS zal moeten fuseren. Het veilig stellen van een financieel gezonde situatie voor het openbaar onderwijs van Slochteren is een van de redenen om te fuseren. Het bestuur heeft er voor gekozen om de personeelskosten van het personeel op bovenschools niveau te leggen. Het maakt hierdoor voor de inzet in fte's niet uit of aan een school naar verhouding jong personeel dan wel ouder personeel is aangesteld. De directeuren zijn op schoolniveau verantwoordelijk voor een deel van de materiële instandhouding, namelijk voor de onderdelen: onderwijsleerpakket (m.u.v. hardware ICT); dienstreizen en een deel van de nascholing. 2.5.2. Prestatiebox Met ingang van schooljaar 2012-2013 is de prestatiebox ingevoerd. Met de prestatiebox verstrekt het Ministerie gelden aan het bevoegd gezag voor het realiseren van de afspraken ten aanzien van opbrengst gericht werken en professionalisering van leraren en schoolleiders. Voor Stichting OPOS zullen deze middelen grotendeels in 2013 worden aangewend om te voorzien in audittraining, functiemix, professionele leergemeenschappen, opbrengst gericht werken, professionalisering leraren, professionalisering schoolleiders en culturele educatie. Prestatiebox
2012
Baten
€ 84.476
Lasten
€ 4.340
2.5.3. Treasuryverslag Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van het door OPOS opgestelde Treasury statuut. Overzicht van de transacties BNG fondsen
31-12-2011
rendement
stand bij opheffen
GMS Vaste looptijden tranche 2 mnd.
213.911
572
214.483
GMS Vaste looptijden tranche 3 mnd.
326.346
801
327.147
KMS Relatief Rendement Tranch 1
551.294
1.495
552.789
1.091.551
2.868
1.094.419
Totaal
Vanwege het lage rendement van de BNG fondsen is er voor gekozen om de deelname aan deze fondsen te stoppen en de gelden over te zetten naar bedrijfsspaarrekeningen bij de RABO. In maart is er een bedrag van € 800.000 ingelegd bij de RABO BedrijfsBonusRekening
19
(rendement ongeveer 2.1%) en in april € 400.000 bij de RABO BedrijfsSpaarRekening (rendement ongeveer 1.9%). bedrijfsrekeningen
inleg
RABO BedrijfsBonusRekening
800.000
RABO BedrijfsSpaarrekening
400.000
Totaal *
opname 200.000
1.200.000
rendement
01-01-2013
7.543
807.543
3.973
203.973
11.516
1.011.516
De bonus (van de BedrijfsBonusRekening) wordt pas uitgekeerd als het bedrag een jaar op de rekening heeft gestaan.
Verder ontvangen we van BNG rente op de rekening-courant: lopende rekening
31-12-12
rente
Saldo rente rekening-courant
€ 256.317
288
*
Vanaf juli wordt er geen rente meer uitgekeerd over het tegoed op de lopende rekening.
Liquiditeitsplanning De algemeen directeur bepaalt aan de hand van een liquiditeitsplanning of er liquiditeitsproblemen worden verwacht. Aan de hand van de planning wordt bepaald welk deel van de middelen op rendement kan worden gezet. Standaard wordt als buffer op de lopende rekening een saldotegoed van ongeveer € 300.000 gehanteerd. Dit bedrag komt overeen met de gemiddelde maandelijkse uitgaven van de stichting. Om het saldo van de lopende rekening op het gewenste niveau te houden vond in november een opname van € 200.000 uit de RABO BedrijfsSpaarrekening plaats. Ontwikkelingen op de financiële markten De onzekerheid in de financiële wereld is nog groot. De Europese Monetaire Unie geeft aan dat de crisis nog niet voorbij is. Beleggers zijn voorzichtig. De rentebaten zullen vermoedelijk op hetzelfde niveau blijven als dat van 2012. Prognose van de financieringsbehoefte op middellange termijn De inleg van de BedrijfsBonusRekening levert een hoger rendement dan de BedrijfsSpaarRekening. De inleg van de BedrijfsBonusRekening is echter niet zonder boete opvraagbaar. De inleg in het BedrijfsSpaarRekening is steeds direct opvraagbaar. Hierdoor kan er voor gezorgd worden dat er steeds tijdig voldoende liquide middelen beschikbaar zijn. 2.5.4. Intern risicobeheersing- en controlesysteem Het bestuur van Stichting OPOS heeft een treasurystatuut opgesteld. Hierin is primair als doel vastgesteld het beheren van financiële risico's en secundair het reduceren van financieringskosten. Ook de verantwoordelijkheden, wie mag verplichtingen aangaan en wie is tekenbevoegd, is in dit statuut vastgelegd. Er is een splitsing aangebracht in het verwerken van rekeningen en het accorderen van rekeningen. Periodiek wordt er door het administratiebureau een Integraal Management Rapport opgesteld. Hierdoor wordt er aan risicobeheersing gedaan en kan er tijdig ingegrepen worden. Om beleidskeuzes met de daaraan gekoppelde budgetten en de verantwoording van de besteding van deze budgetten inzichtelijk te maken, is er een zogenaamde 'planning en control cyclus' vastgesteld, met bijbehorende verantwoordingsdocumenten: het jaarplan, twee tussenrapportages en het jaarverslag. Deze documenten worden tevens gebruikt voor verantwoording richting de GMR.
20
2.5.5. Samenvatting exploitatie Het financieel resultaat over 2012 is € 9.265,- negatief. Het begrote resultaat over 2012 is vastgesteld op € 190.701,- negatief. Het positiever resultaat is vooral te danken aan hogere baten door de samenvoegingsbekostiging en de alsnog uitgekeerde startkosten over 2008. Hieronder eerst kort een weergave van incidentele en structurele verandering in het resultaat. Daarna zal per post kort worden toegelicht waaruit het resultaat is opgebouwd en waar de grootste afwijkingen zijn ontstaan. Structureel hogere baten Verklaring
Afwijking
Personele lumpsum, bijstelling variabelen
€
49.500,-
Groeibekostiging personele lumpsum
€
13.100,-
Impulsgebieden
€
1.000,-
Bijzondere bekostiging samenvoeging
€
61.100,-
Personeel & arbeid, bijstelling variabelen
€
6.700,-
Prestatiebox
€
4.300,-
Totaal
€ 135.700,-
Structureel lagere lasten Verklaring
Afwijking
Extern personeel (hogere Payroll)
€
22.400,-
Vervoersmiddelen
€
1.500,-
Totaal
€
23.900,-
Structureel hogere lasten Verklaring
Afwijking
Loonkosten Salariskosten Payroll personeel) Overige personele lasten
(lager
extern
€
30.500,-
€
22.400,-
€
2.500,-
Onderhoud CV installaties
€
3.300,-
Energielasten
€
2.800,-
Schoonmaaklasten
€
14.500,-
Afschrijvingslasten
€
400,-
ICT lasten
€
20.600,-
Reproductiekosten
€
5.400,-
Abonnementen
€
3.600,-
Telefoonkosten
€
700,-
Totaal
€ 106.700,-
Structureel lagere baten Verklaring
Afwijking
Bestemmingbox taal en rekenen
€
6.800,-
LGF gelden
€
7.400,-
Totaal
€
14.200,-
De totale structurele bijdrage aan een positievere exploitatie bedraagt € 38.700. De behaalde winst zit hem voornamelijk in de samenvoegingbekostiging.
21
Incidenteel hogere baten Verklaring
Afwijking
Materiële instandhouding
€
15.900,-
Bekostiging nieuwe school opening
€
12.100,-
Provinciale kunstbaten
€
2.600,-
Schoolpleinen
€
900,-
Verlofsubsidie
€
7.700,-
Restitutie ZW (bonus VVF)
€
5.700,-
Bijdrage Vervangingsfonds BGZ
€
2.600,-
Vrijval ziektewetgelden eigenrekening
€
47.600,-
Bijdrage samenwerkingsverband
€
300,-
Bruidschat
€
24.000,-
Startkosten gemeente Slochteren
€
50.000,-
Ouderbijdragen
€
10.600,-
Rente
€
3.900,-
Totaal
€ 183.900,-
Incidenteel lagere baten Verklaring
Afwijking
Cultuur gelden
€
1.700,-
Totaal
€
1.700,-
Incidenteel lagere lasten Verklaring
Afwijking
Cursuskosten
€
4.200,-
Beveiliging gebouw
€
1.900,-
Publiekrechtelijke heffingen
€
5.500,-
Overige huisvestingslasten
€
2.600,-
Onderwijsbureau
€
4.900,-
Accountantskosten
€
2.000,-
Deskundigenadvies
€
3.600,-
Planmatig onderhoudsbeheer
€
2.200,-
Representatiekosten
€
3.200,-
Medezeggenschapsraad
€
2.600,-
Culturele uitgaven
€
2.200,-
Vrijval voorziening spaarverlof
€
7.200,-
Totaal
€
42.100,-
22
Incidenteel hogere lasten Verklaring
Afwijking
Extern personeel
€
Werving personeel
€
4.600,-
Bedrijfsgezondheidszorg
€
3.700,-
Reis en verblijfkosten
€
100,-
Negatief getoetste
€
2.200,-
Klein onderhoud
€
17.000,-
Leermiddelen
€
2.000,-
Media/bibliotheek
€
1.700,-
Kabeltelevisie
€
700,-
Contributies bestuurlijk orgaan
€
1.000,-
Overige onderwijskosten
€
6.500,-
Overige materiaalkosten
€
20.200,-
Verzekeringen
€
700,-
Dotatie jubilea
€
2.500,-
Boekverlies materiële vaste activa
€
15.200,-
Totaal
€ 81.600,-
3.500,-
De totale incidentele bijdrage aan een positievere exploitatie bedraagt € 142.700,-. De behaalde winst zit hem voornamelijk in de diverse extra baten en de doorgevoerde bezuinigingen. Rijksbijdragen Ministerie van OCW De normatieve rijksbijdrage laat een stijging zien ten opzichte van de begroting. Dit wordt veroorzaakt door bijzondere bekostiging wegens samenvoeging, de hogere bijdrage voor impulsgebieden, het ontvangen van groeibekostiging en de normatieve rijksbijdrage is hoger door de verhoging van de variabelen. Voor het openen van samenwerkingsschool Meeroevers in 2012 is bekostiging ontvangen voor het openen van deze nieuwe school. In de begroting is van januari tot en met juli rekening gehouden met 12 rugzakleerlingen. Vanaf augustus rekening gehouden met 11 rugzakleerlingen. Gedurende het gehele jaar waren er bij OPOS 11 rugzakleerlingen. Hierdoor vallen de LGF baten € 7.400 lager uit. De culturele baten vallen iets lager uit, maar hier staan ook lagere lasten tegenover. Voor de vervanging van personeel die gebruik maakt van studieverlof zijn baten beschikbaar die de vervangingsloonkosten dekken. Vanwege het aanpassen van de bekostiging van de bestemmingsbox, welke nu is opgenomen in de prestatiebox, vallen de baten voor de bestemmingsbox lager uit. De prestatiebox zal grotendeels vanaf 2013 worden ingezet voor audittraining, functiemix, professionalisering van de schoolleiders en culturele uitgaven.
23
Overige overheidsbijdragen en –subsidies Voor 2012 wordt op basis van de exploitatie een bruidschat van € 24.000,- verwacht. De vergoedingen die zijn ontvangen van het vervangingsfonds waren niet opgenomen in de begroting. Bovendien is er sprake van een toeslag van de premiedifferentiatie van het Vervangingsfonds. Tevens is er sprake van vrijval van ziektewetgelden. De gemeentelijke baten zijn hoger doordat er Provinciale culturele gelden ontvangen zijn, welke niet in de begroting waren meegenomen. De bijdrage voor de startkosten van de stichting is dit jaar als bate binnengekomen. De post toerekening investeringssubsidies heeft betrekking op de vrijval van de afschrijvingen over het jaar 2012 naar aanleiding van een vergoeding van de gemeente voor de aanschaf van ventilatie en zonwering voor twee scholen. Dit jaar is tevens de bijdrage voor samenwerkingsschool Meeroevers meegenomen. Overige baten De post ouderbijdragen is niet opgenomen in de begroting. Daartegenover staat dat de kosten die betaald zijn van de ouderbijdragen ook niet zijn opgenomen in de begroting. Personeelslasten De salariskosten zijn hoger dan begroot. Dit wordt o.a. veroorzaakt door de hieronder weergegeven punten: Hogere loonkosten directiestructuur DA, door meer inzet en stijging van de dekkingstoelage vanuit het ABP. De lasten van het stafbureau zijn conform begroting. Lagere loonkosten directiestructuur DB, doordat een DB directie vervangen is door een DC directie. Hierdoor daalt de inzet met 0,3740 fte. Directiestructuur DC, vanaf 1 augustus is er sprake van een DC directeur. Bovenschools personeelbeleid formatieve inzet. De extra lasten worden veroorzaakt door de extra uitgaven in verband met de lerarenbeurs. Hier staan ook extra baten tegenover. Verschuiving van de loonkosten schoolformaties LA naar loonkosten schoolformaties LB door invoering van de functiemix. Iets hogere lasten BAPO. Lagere lasten functiemix. De overige personele lasten wijken op diverse punten af met de begroting. De stichting heeft gedurende dit jaar gebruikt gemaakt van Payroll. Deze kosten zijn apart geboekt en niet onder extern personeel. Hierdoor vallen de lasten voor extern personeel lager uit. Aan cursuskosten is minder uitgegeven dan begroot. De lasten voor het werven van personeel waren niet in de begroting meegenomen. Hieronder vallen advertenties en de verklaringen omtrent gedrag. De lasten voor de bedrijfsgezondheidszorg vallen hoger uit dan begroot door outplacement trajecten. Bij de personele voorzieningen is sprake van een dotatie jubilea en een vrijval spaarverlof. Afschrijvingen De afschrijvingslasten vallen hoger uit door het boekverlies van gedane desinvesteringen. Deze desinvesteringen hebben betrekking op de fusie van Schaldmeda met de Springplank.
24
Huisvestingslasten De totale huisvestingslasten vallen hoger uit dan begroot. Dit geldt onder andere voor de schoonmaaklasten, de lasten voor de beveiliging van gebouwen en de lasten voor klein onderhoud. De forse stijging van klein onderhoud is te wijten aan het aflopen van de overgangsregeling van de doorbelasting van de bijdragen aan het onderhoud van de schoolgebouwen. De lasten voor de beveiliging van het gebouw en de publiekrechtelijk heffingen zijn lager uitgevallen dan werd verwacht. Overige instellingslasten De totale overige instellingslasten vallen iets hoger uit dan begroot. De voornaamste afwijkingen zitten hem in de extra uitgaven voor ICT. Het updaten van bepaalde licenties blijkt duurder te zijn dan verwacht. De reproductiekosten vallen fors hoger uit door hoge afrekening en het nieuwe afgesloten leasecontract. Aan overige materiaalkosten is meer uitgegeven, maar hier staan grotendeels de niet begrote ouderbijdragen tegenover. De culturele uitgaven zijn iets lager dan verwacht, maar hier staan ook lagere baten tegenover. De lasten voor abonnementen vallen hoger uit door toename van jaarlijkse contributie bijdragen. De overige lasten vallen lager uit. Hieronder vallen de onderwijsbureaukosten, accountantskosten, deskundigenadvies, representatiekosten, medezeggenschapslasten en de overige onderwijskosten. Financiële baten en lasten De rentebaten zijn hoger uitgevallen dan begroot. De rentebaten vallen hoger uit doordat de rentebaten voorzichtigheidshalve laag waren geraamd in de begroting.
25
2.5.6. Uitsplitsing reserves De stand van de reserves ultimo 2012, na verwerking van het resultaat, is als volgt weer te geven: Reserves
31 december 2011 € €
Eigenvermogen - Reserve op schoolniveau - Algemene reserve bovenschools - Bestemmingsreserve
31 december 2012 € €
161.077
119.587
945.738 300.000
977.963 300.000 1.406.815
1.397.550
De bestemmingsreserve is opgenomen om als bestuur te kunnen investeren in schoolgebouwen (energiebesparende maatregelen) om de exploitatiekosten van de desbetreffende gebouwen naar beneden te kunnen brengen. Reserve op schoolniveau € Scholen o.b.s. Lutje Til o.b.s. De Springplank o.b.s. De Ent o.b.s. De Meent o.b.s. Schaldmeda o.b.s. De Kinderboom o.b.s. Ruitenvelder o.b.s. Oetkomst o.b.s. Driespan o.b.s. De Spil sws Meeroevers
€
Onderverdeling €
31-12-11 resultaat '12 11.612,35 -4.007.38 21.334,28 -8.244,23 -2.548.35 964,98 11.489,95 -4.674,04 11.145,76 -2.147,67 1.684,51 1.020.08 1.211,94 -2.519,83 8.415,09 630,28 111.415,75 -14.087,61 -14.684,12 572,75 0,00 0,00
31-12-12 7.605,27 13.090,05 -1.583.37 6.815,91 0 2.704,59 -1.307,89 9.045,37 97.328,14 -14.111,37 0,00
161.077,26
119.586,70
2.5.7. Financiële kengetallen De kengetallen vermogensbeheer zijn: Kengetal
Omschrijving
Eigen vermogen / totale Solvabiliteit 1 vermogen
Norm*
Streef
2008
2009
2010
2011
2012
> 20%
> 30%
61.0%
61.7%
60.3%
59.0%
58,1%
> 1.2
2.9
2.9
2.4
2.0
2.0
46.2%
40.7%
42.0%
40.5%
41,9%
18%
16%
13%
22%
24%
Liquiditeit
Vlottende activa / kortlopende schulden
> 0.5
Kapitalisatiefactor
Verhouding balanstotaal/totale baten
35%60%
Weerstandsvermogen
Algemene reserve / totale exploitatie
10%
* Norm is ondergrens volgens de Commissie Don (sept. 2009).
Deze ratio's geven per 31 december 2012 een gezond beeld. Alle ratio's waarvoor een (minimum) streefwaarde is benoemd voldoen aan de norm (zie omschrijving hieronder), zodat er geen beleid is gemaakt om die doelen (alsnog) te bereiken.
26
Solvabiliteit: Solvabiliteit is de verhouding tussen het eigen en het totale vermogen en geeft aan of een instelling op langere termijn (bij liquidatie) in staat zal zijn haar schulden te voldoen. Een solvabiliteit van meer dan 30% is goed, tussen de 10% en 30% is matig/voldoende en 10% of lager wordt als slecht gekwalificeerd. Liquiditeitspositie: Liquiditeit (current ratio) is de verhouding tussen vlottende activa plus liquide middelen en de kortlopende schulden. Het geeft aan of onze stichting op korte termijn aan haar kortlopende schulden kan voldoen. Een liquiditeitsratio van meer dan 1,2 is goed, tussen de 0,6 en of gelijk aan 1,2 is matig/voldoende en 0,6 of lager is slecht. Kapitalisatiefactor: De kapitalisatiefactor wordt berekend door het balans totaal minus de boekwaarde van gebouwen en terreinen te delen door de totale baten. Dit kengetal is een middel om te kunnen beoordelen in hoeverre er sprake is van het voeren van doelmatig financieel beleid. Een te hoge kapitalisatiefactor kan er op duiden dat een deel van het kapitaal van het bestuur niet of niet efficiënt wordt benut voor de vervulling van haar taken. Besturen worden op basis van de ontvangen baten ingedeeld in drie categorieën, te weten groot, middelgroot en klein. Stichting OPOS valt onder de middelgrote besturen met een totaal aan baten tussen de 5 en 8 miljoen euro. De bijbehorende norm voor de kapitalisatiefactor ligt daarbij tussen de 35% en 60%. Weerstandsvermogen: Zie 2.6. Risicoparagraaf.
27
2.6.
Risicoparagraaf
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van risico’s die Stichting OPOS loopt, de eventuele financiële consequenties en de bijbehorende beheersmaatregelen. Het weerstandsvermogen kan worden gedefinieerd als het vermogen van Stichting OPOS om financiële risico’s op te vangen teneinde zijn taken te kunnen voortzetten. Risico’s mogen feitelijk geen belemmering vormen voor de uitvoering van de begroting nu en in de naaste toekomst. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: • de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover Stichting OPOS beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekkenen • alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. De algemene reserve is de buffer voor het kunnen opvangen van tekorten. Zowel de toekomstige verliezen op de reguliere begroting als de niet-begrote tegenvallers (risico’s) komen ten laste van de algemene reserve. De omvang van de algemene reserve dient hiervoor toereikend te zijn. Risico's Voor Stichting OPOS zijn onderstaande risico’s te onderkennen: Personeel: Risico's
Toelichting
Fluctuaties leerlingenaantal
Als het leerlingenaantal in een korte periode terugloopt, kan een bestuur worden geconfronteerd met boventallige formatie, waarvan de loonkosten niet door het Ministerie worden betaald. Beheersmaatregel: De terugloop op korte termijn kan worden opgevangen doordat er contracten zijn voor bepaalde tijd en de verwachte uitstroom van personeel.
Ontslag: • formatieve frictie • instroomtoets Participatiefonds • wachtgeldverplichtingen • werkgelegenheidsgaranties • premie Participatiefonds voor eigen rekening • kosten ontslagprocedure • kosten outplacement en scholing • premie voor vrijwillig vertrek • werving en selectie
Ontslag brengt in bijna alle gevallen kosten met zich mee. Wachtgeldkosten kunnen op een bestuur drukken als een aanvraag niet door de instroomtoets komt. Een bestuur zal procedurekosten (opbouw dossier, juridische kosten) moeten maken. In sommige gevallen kan personeel afvloeien via een outplacement en/of bijscholing of door een vertrekpremie aan te bieden.
Groeiformatie
Stichting OPOS moet bij sterke groei de formatie van Meeroevers voor een deel voorfinancieren, omdat de groeiregeling op stichtingsniveau geldt en de andere scholen dalen in leerlingenaantal.
Beheersmaatregel: Stringent bijhouden van functioneringsen beoordelingsgesprekken en incidentele gebeurtenissen als onderdeel van het personeelsdossier.
Beheersmaatregel: Het bestuur zal extra formatie moeten toekennen. Als boventallig personeel ingezet kan worden dan blijven de salarislasten beperkt.
28
Materieel: Risico's
Toelichting
Onderwijskwaliteit
Nog één school van Stichting OPOS valt niet onder het basisarrangement van de inspectie. Beheersmaatregel: Scholen nauwgezet monitoren en zonodig vroegtijdig ingrijpen. Een audit-team is gevormd om voorafgaand aan een inspectiebezoek de school in kaart te brengen. De school kan daarop eventuele tekorten op orde brengen.
Administratie, beheer en bestuur
Ten opzichte van de vergoeding Administratie, beheer en bestuur is er een overschrijding. Beheersmaatregel: Het bestuur heeft de conclusie getrokken dat Stichting OPOS te klein is om zelfstandig verder te gaan. Het bestuur koerst aan op een fusie met een andere bestuur.
Kwantificering risico's Voor het bepalen van de benodigde minimale omvang van de algemene reserve is vervolgens een kwantificering van de risico’s vereist. In onderstaande tabel worden de geïdentificeerde risico’s gekoppeld aan mogelijke uitgaven: Risico's
Reservering
Ontslag
150.000
Groeiformatie
100.000
Onderwijskwaliteit Tekort ABB Totaal
10.000 135.000 395.000
Conclusie: Aangezien de algemene reserve toereikend moet zijn om zowel begrote tekorten als nietbegrote tegenvallers op te kunnen vangen, bedraagt de minimale omvang € 395.000. De algemene reserve per 31-12-2012 is € 1.397.550. Gezien het feit dat uit de meerjarenbegroting blijkt dat voor de komende jaren een negatief resultaat verwacht wordt, heeft het bestuur besloten geen extra investeringen te plegen. De reserve is nodig als buffer om voldoende tijd te hebben voor het tot stand brengen van een fusie.
29
2.7.
Toekomstparagraaf
Toekomst Stichting OPOS Het bestuur heeft gesprekken met mogelijke fusiepartners gevoerd. Op basis daarvan worden met één partner vervolggesprekken gevoerd. In 2012 is samen met Scholengroep OPRON een intentieverklaring opgesteld. Beide besturen spreken de intentie uit: • nader onderzoek te verrichten naar de consequenties van een bestuurlijke fusie en voorstellen hiertoe uit te werken; • na te gaan welke bestuursvorm en bestuurssamenstelling de best passende zijn, en; • bij positieve bevindingen vervolgens het besluit over de bestuurlijke fusie te nemen. Vervolgens is een onderzoek uitgevoerd naar de financiële, de fiscale en juridische aspecten van de fusie alsook naar personeel, cultuur en organisatiestructuur. De hieruit voortvloeiende fusie effectrapportage zal in 2013 ter instemming aan de diverse geledingen worden voorgelegd. Financieel beleid De laatste jaren heeft het bestuur flink moeten investeren om de kwaliteit van de scholen op peil te brengen en te houden. Deze investeringen hebben effect gehad, maar hebben ook extra beslag gelegd op financiële middelen. Er zijn om die reden al veel stappen gezet om te bezuinigen. Vooral op materieel gebied is dat gelukt. De exploitatietekorten van de laatste jaren laten een duidelijk dalende lijn zien. Om een sluitende begroting te kunnen presenteren ontkomen we er echter niet aan dat de komende jaren ook op personele zaken bezuinigd moeten worden. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de kwaliteit van het onderwijs voorop moet blijven staan.
30
2.8.
Begroting 2013
Samenvatting Begroting 2013 EFJ GB
Omschrijving
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.5
Overige baten Totaal baten
€
€
€
Werkelijk
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
5.609.585
5.403.431
5.589.477
183.134
73.784
66.715
31.891
5.349
4.957
5.824.610
5.482.564
5.661.149
4.706.226
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.852.990
4.728.075
4.2
Afschrijvingen
124.929
122.803
120.469
4.3
Huisvestingslasten
448.463
422.520
445.689
4.4
Overige instellingslasten
447.668
413.367
423.669
5.874.050
5.686.765
5.996.053
-49.440
-204.201
-34.904
17.288
13.500
17.000
17.288
13.500
17.000
-32.152
-190.701
-17.904
Totaal lasten Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
5.1
Financiële baten
5.5
Financiële lasten
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 6
Resultaat buitengewone bedrijfsvoering
Exploitatiesaldo
0 -32.152
0 -190.701
0 -17.904
31
Jaarverslag OPO Slochteren 2012
Verklarende woordenlijst
Afkortingen/Begrippen
kengetallen
ABB
Administratie Beheer Bestuur
BNG
Bank Nederlandse Gemeenten
CITO
Centraal Instituut v. ToetsOntwikkeling
DA, DB, DC
directieschalen DA – directeur school < 200 lln. DB – directeur school 200 – 400 lln. DC- directeur school > 400 lln.
Fte
fulltime-equivalent (formatieplaats)
GGL
gemiddelde gewogen leeftijd
lumpsum
mandaat
belangrijke gegevens die aangeven hoe de organisatie er voor staat; kengetallen kunnen vergeleken worden met een landelijk gemiddelde systematiek waarbij een bestuur per jaar een bepaald bedrag krijgt (op basis van het aantal scholen en het aantal leerlingen) waarmee alle kosten betaald moeten worden machtiging t.a.v. het uitvoeren van bepaalde bevoegdheden
treasurystatuut hierin is aangegeven op welke wijze beleggingen en beleningen van de publieke middelen is geregeld
GPL
gemiddelde personeelslast
GMR
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
ib-er
interne begeleider (zorgcoördinator op schoolniveau)
INK
Instituut Nederlandse Kwaliteit
IMR
Integrale Management Rapportage
IPB
Integraal personeelbeleid
LA, LB
leerkrachtschalen LA is de aanvangsschaal
NSA
Nederlandse schoolleiders academie
OOP
Onderwijs Ondersteunend Personeel
OP
Onderwijs Personeel
OSG
Onderwijs Service Groep (administratiekantoor)
SBL
Stichting beroepskwaliteit leerkrachten
sws
samenwerkingsschool
SWV
Samenwerkingsverband
WSNS
Weer samen naar school; doel: zorgleerlingen zo goed mogelijk op de basisschool begeleiden
32