Waterplan Gemeente Moerdijk 2009-2015 Hoofdrapport
Beleid en ambities
Gemeente Moerdijk Waterschap Brabantse Delta november 2008 definitief
Waterplan Gemeente Moerdijk 2009-2015 Hoofdrapport
Beleid en ambities dossier : verseon 99611 versie : 2
Gemeente Moerdijk Waterschap Brabantse Delta november 2008 definitief
-1-
VOORWOORD Het waterschap en de gemeente hebben samenwerken hoog in het vaandel staan. Op het gebied van het beheersen van water, kunnen en moeten we elkaar namelijk goed aanvullen. De gemeente heeft veel kennis van water in het stedelijk gebied. Het waterschap is van oudsher thuis met het water in het landelijk gebied. Water houdt namelijk niet op met stromen als het bebouwd gebied bereikt en het stedelijk water vindt meestal een uitweg door het landelijk gebied. Het inrichten en beheren van het watersysteem is een gezamenlijke taak van de gemeente en het waterschap. Beide partijen hebben daarin hun verantwoordelijkheid, waarbij afstemming tussen de partijen essentieel is. Een ander belangrijk gezamenlijk thema is waterkwaliteit. Een gezond milieu bereiken we alleen als zowel het stedelijk als landelijk gebied schoon water voort brengen. In dit waterplan is in beeld gebracht hoe we de samenwerking kunnen optimaliseren en welke maatregelen de komende jaren nodig zijn om een kwalitatief hoogstaand en veilig watersysteem kunnen creëren. Het waterplan is de kapstok voor alle relevante waterthema’s binnen de gemeente, zowel binnen als buiten stedelijk gebied. Het waterplan is een middel geworden om gezamenlijk afgewogen keuzes in prioriteiten en planningen te maken. We hoeven niet alles tegelijk te doen. We hebben de tijd tot 2015. Als we onze projecten op elkaar afstemmen, maken we werk met werk en dat bespaart de burger geld.
J.A.M. Vos Dijkgraaf waterschap Brabantse Delta
L. M. Koevoets Wethouder gemeente Moerdijk
-2-
-1-
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD
2
SAMENVATTING
4
INLEIDING
8
2
BELEIDSKADER
2.1 2.2 2.3 2.4
PLANVORMING OP VERSCHILLENDE NIVEAUS RELEVANTE BELEIDSPLANNEN VOOR HET WATER IN MOERDIJK TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN ONTWIKKELINGEN EN TOEKOMSTIG BELEID
12 12 12 14 15
3
VISIE OP HET TOEKOMSTIGE WATERSYSTEEM
20
4
THEMATISCHE UITWERKING
22
4.1 4.1A 4.1B 4.1C 4.1D 4.2 4.2A 4.2B 4.3 4.3A 4.3B 4.4 4.4A 4.4B 4.4C 4.5 4.5A 4.5B
COMMUNICATIE EN ORGANISATIE DE GEMEENTE IS IN STAAT OM DE WATERTAKEN UIT TE VOEREN. (M.U.M. 1) DE COMMUNICATIE BINNEN EN TUSSEN GEMEENTE EN WATERSCHAP IS OPTIMAAL. (M.U.M. 2) 1 W ATERLOKET VOOR BURGERS EN BEDRIJVEN (M.U.M. 3) EEN PRO-ACTIEF VOORLICHTINGSBELEID WATERKWANTITEIT VOLDOEN AAN INUNDATIENORMEN NBW (M.U.M. 4) GEEN AFWENTELING VAN WATERPROBLEMEN WATERKWALITEIT VOLDOEN AAN KRW (M.U.M. 5) DOORLOPEN WATERKWALITEITSSPOOR EN VOLDOEN AAN DE BASISINSPANNING (M.U.M. 6) WATER IN DE BEBOUWDE LEEFOMGEVING W ATER ZICHTBAAR EN VEILIG (M.U.M. 7) W ATER (MEDE)BEPALEND VOOR RUIMTELIJKE ORDENING VASTGESTELDE WATERSTRUCTUUR (M.U.M. 6) STEDELIJK GRONDWATER GRONDWATERSYSTEEM IN BEELD (M.U.M. 8) 1 W ATERLOKET VOOR BURGERS EN BEDRIJVEN, OOK VOOR GRONDWATERVRAGEN
22 23 23 24 25 25 27 28 29 31 33 36 37 38 39 40 41 42
-2-
4.6 4.6A 4.6B 4.7 5
BEHEER EN ONDERHOUD OPTIMALISATIE VAN BEHEER EN ONDERHOUD BEHEERBEWUSTE PLANVORMING WATER EN RECREATIE
UITVOERINGSPROGRAMMA
5.1 PRIORITERING IN DE MAATREGELEN 5.2 MEEST URGENTE MAATREGELEN 5.2.1 BESCHIKBAAR STELLEN VOLDOENDE PERSONELE CAPACITEIT 5.2.2 W ATERPANEL NIEUW LEVEN INBLAZEN 5.2.3 1 W ATERLOKET VOOR BURGERS EN BEDRIJVEN 5.2.4 IN BEELD BRENGEN STEDELIJKE WATEROPGAVE 5.2.5 AANLEGGEN NATTE ECOLOGISCHE VERBINDINGSZONES 5.2.6 OPSTELLEN VAN EEN AFKOPPELKANSENKAART EN WATERSTRUCTUURKAART 5.2.7 BLAUWE VISIE ROODE VAART 5.2.8 OPZETTEN MEETNET GRONDWATER
42 43 44 45 48 48 48 49 49 51 52 53 55 56 57
BIJLAGEN 1 2 3 4 5
BEGRIPPENLIJST
THEMAKAARTEN UITVOERINGSPROGRAMMA VERSLAG BEELDVORMENDE VERGADERING SCHRIFTELIJKE REACTIE ZLTO
-3-
SAMENVATTING De aandacht voor water neemt toe. Niet alleen neemt de intensiteit van de regenbuien toe als gevolg van klimaatsveranderingen, ook verbetering van de ecologische en chemische kwaliteit van het oppervlaktewater staat onder de aandacht. De inrichting en beheer van het water systeem is een gezamenlijke taak van gemeente en waterschap. Beide partijen hebben daarin hun eigen verantwoordelijkheid, maar afstemming tussen de partijen ligt voor de hand. Het waterplan verwoordt de gezamenlijke visie voor de rol van water binnen de gemeentelijke ontwikkelingen.
een robuust watersysteem van voldoende kwaliteit en veiligheid dat aansluit bij de natuurlijke omstandigheden op en om het Moerdijkse grondgebied en dat nu en in de toekomst voldoet aan de wettelijke verplichtingen en beleidsregels.
Het waterplan heeft geen wettelijke status, het is een afsprakenkader tussen de gemeente en waterschap. Beide partijen stellen het plan bestuurlijk vast, waardoor het waterplan wel degelijk status krijgt. In het waterplan is een concreet maatregelenprogramma opgenomen voor de komende vijf jaar met een doorkijk tot 2027, de peildatum van de Kaderrichtlijn Water (KRW). In voorliggend waterplan is het vigerend beleid van zowel Rijk, Provincie, waterschap als gemeente beschreven. Hoofdstuk 2 uit het bijlagenrapport geeft een overzicht van de verschillende beleidslijnen en wetgeving. Belangrijk daarbij is de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de ontwatering van het stedelijk gebied en de taak van het waterschap om het af te voeren regen- en afvalwater te ontvangen. Het verbeteren van de waterkwaliteit is een gezamenlijke missie. Verdeeld over een aantal thema’s is in dit waterplan de visie op het toekomstig watersysteem in Moerdijk uitgewerkt. Belangrijke uitgangspunten daarbij zijn dat: water geen gevaar oplevert; het watersysteem geschikt is voor de functies die het moet vervullen; alle elementen van het watersysteem in samenhang worden beschouwd; water een grotere rol krijgt in ruimtelijke ontwikkelingen; iedereen zijn steentje bijdraagt. Per thema is een toekomstbeeld geformuleerd. Organisatie en communicatie Water moet een plek tussen de oren krijgen. Om water te integreren in de dagelijkse gang van zaken wordt het belang van water en de rol die de verschillende participerende partijen, en specifiek ook de burgers, ten aanzien hiervan spelen breed uitgedragen. Waterkwantiteit Het beschermingsniveau tegen wateroverlast in de gemeente Moerdijk wordt opgehoogd om ook in de toekomst beschermd te zijn tegen (mogelijk) wateroverlast waarbij rekening gehouden wordt met klimaatsenario’s (temperatuurstijging, drogere zomers afgewisseld met extreme hoosbuien, beduidend nattere winters en zeespiegelstijging)
-4-
Waterkwaliteit In 2015 moet, volgens de Europese Unie, het (grond- en oppervlakte)watersysteem voldoen aan de Kaderrichtlijn Water en in een goede ecologische en chemische toestand zijn en blijven. Daarbij moet bijvoorbeeld aan de basisinspanning voldaan worden en een waterkwaliteitsspoor zijn gevolgd. Water in de bebouwde leefomgeving Bij ruimtelijke veranderingen wordt water als mede ordenend principe meegenomen. Door water te combineren met groen wordt de natuur in de stad versterkt en vormt een verbinding met het landelijk gebied. De afvoer van regenwater uit het stedelijk gebied vindt plaats via een vaste waterstructuur. Ruimtelijke ontwikkelingen in het stedelijk gebied worden beschouwd als kansen om de waterstructuur te optimaliseren, te versterken of te realiseren. Stedelijk grondwater Het inzicht in het functioneren van het grondwatersysteem wordt verhoogd door het opstellen van een (inter)gemeentelijk meetsysteem. Bovendien wordt gezamenlijk het initiatief genomen om grondwateroverlastlocaties op te sporen en te verhelpen. Er komt een centraal aanspreekpunt voor grondwaterproblemen. Beheer en onderhoud Het beheer en onderhoud van het watersysteem en bijbehorende infrastructuur wordt geoptimaliseerd en afgestemd op de gebruiksfunctie. Taken en bevoegdheden van gemeente en waterschap zijn op elkaar afgestemd. Bij het ontwerp van nieuwe voorzieningen vindt in een zo vroeg mogelijk stadium afstemming plaats (beheerbewuste planvorming). Om het toekomstbeeld te bereiken is een scala aan maatregelen nodig. In bijlage 3 van dit rapport zijn de diverse maatregelen benoemd voorzien van onder andere een kostenindicatie, uitvoeringsperiode en de verantwoordelijk trekker. De belangrijkste, meest urgente maatregelen zoals uitvoerig zijn beschreven in hoofdstuk 5 zijn: Om te kunnen voldoen aan alle (water)verplichtingen vanuit de wetgeving zorgt de gemeente Moerdijk voor voldoende personele capaciteit en kennis. Een centraal loket zorgt ervoor dat (niet projectgebonden) watervragen en klachten zo snel mogelijk bij de juiste behandelende persoon terechtkomen en tijdig afgehandeld worden. Maatregelen om de kans op wateroverlast verder terug te dringen bestaan uit het afkoppelen van verhard oppervlak, het vergroten van riolen en het aanpakken van negatieve overstorten. Om de waterkwaliteit te verbeteren wordt de basisinspanning afgerond en leveren gemeente, waterschap en havenschap een inhoudelijke bijdrage aan de op te stellen OAS voor Nieuwveer, Bath, Willemstad en Dinteloord. Daarnaast worden ecologische verbindingszones aangelegd. De gemeente en het waterschap zetten zich hiervoor beide maximaal in. Tot slot wordt aandacht besteed aan bronmaatregelen, zoals het beperken van chemische onkruidbestrijding en het naleven van het convenant duurzaambouwen. Om water in bebouwde leefomgeving vorm te geven wordt niet alleen de verplichte watertoets gevolgd, maar wordt tevens de handhaving hiervan verbeterd. Om hemelwater gestructureerd uit stedelijk gebied af te voeren wordt een waterstructuurkaart opgesteld. Afkoppelen van verhard oppervlak blijft hierin een aandachtspunt. Daar waar kansen zich voordoen wordt meegelift met ruimtelijke ingrepen. Daarnaast biedt het ontkluizen van watergangen (bijv. de Roode Vaart) mogelijkheden om regenwater in te zamelen en af te voeren. Om de kansen voor afkoppelen inzichtelijk te maken wordt een afkoppelkansenkaart opgesteld.
-5-
Stedelijk grondwater krijgt meer aandacht door het in beeld brengen van grondwateroverlastlocaties, het formuleren van maatregelen, het instellen van een grondwatermeetnet en een grondwaterloket als onderdeel van het centrale loket. Beheer en onderhoud tot slot is van belang om de infrastructuur op het gewenste peil te houden. Het toepassen van nieuwe methoden (afkoppelen van verhard oppervlak en ontkluizen van watergangen) maakt het noodzakelijk een beheerstructuur en een onderhoudsplan op te stellen voor de kernen van de gemeente Moerdijk, waarin ook de samenwerking tussen gemeente en waterschap wordt geoptimaliseerd.
-6-
-7-
INLEIDING Waarom een waterplan voor Moerdijk? De gemeente Moerdijk en Waterschap Brabantse Delta hebben ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid voor het beheersen van de waterkwantiteit en –kwaliteit gezamenlijk dit waterplan opgesteld. Het waterplan geeft (beleidsmatige) invulling aan wettelijke verplichtingen waaronder de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) (zie ook hoofdstuk 2). Ook zijn de waterhuishoudkundige omstandigheden binnen de gemeente Moerdijk, reeds nu maar zeker in de toekomst, zodanig dat het van groot belang is over een integraal plan te beschikken. De veranderende neerslagintensiteiten belast het watersysteem steeds zwaarder belast. Daarnaast neemt de belasting toe doordat er steeds meer verhard oppervlak bijkomt, zonder dat altijd hydrologisch neutraal bouwen wordt toegepast. De kwetsbaarheid van het watersysteem in Moerdijk is in het verleden al merkbaar geweest en zal enkel toenemen als er geen maatregelen getroffen worden. In dit waterplan worden kansen en knelpunten in samenhang beschouwd en worden passende maatregelen geformuleerd. Hierbij is het van groot belang om de verschillende beleidsterreinen (water, milieu en RO) op de verschillende niveaus (nationaal, provinciaal, regionaal/waterschap en lokaal/gemeente) goed op elkaar af te stemmen. Plangebied Het waterplan heeft betrekking op: al het oppervlaktewater, beken, vennen, kreken, enz. 1 de waterkeringen al de afval- en hemelwaterstromen en 2 het oppervlakkige grondwater binnen de primaire waterkeringen op het grondgebied van de gemeente Moerdijk inclusief het terrein van het havenschap. Voor het terrein van het havenschap Moerdijk is het waterplan een aanvulling op het Uitvoeringsplan 2007-2008 voor Bedrijvenkring Industrieterrein Moerdijk en het document “Haalbaarheid gedeelde voorzieningen en sociale verduurzaming haven- en industrieterrein Moerdijk”. [1,2]. Het waterplan vormt de aanleiding en het afsprakenkader voor het aanleveren van technische gegevens door het havenschap om de doelstellingen ervan het kunnen halen.
1
Het Hollands Diep maakt geen onderdeel uit van het Waterplan, hier is rijksbeleid leidend. De gemeente Moerdijk
wordt wel betrokken bij het opstellen van nieuw rijksbeleid en het uitwerken daarvan. Voorbeelden zijn ruimte voor de rivier en het opzetten van het waterpeil in het Volkerak, de zoetzoutdiscussie en de gevolgen van de mogelijke verzilting van het Volkerak. Zie voor verder beschrijving van het watersysteem hoofdstuk 3 van het bijlagenrapport 2
Het diepe grondwater valt onder provinciaal beleid. Voor het slaan van putten en bronnen, voor
(drink)waterontrekkingen is de provincie verantwoordelijk en vergunning verlener. In de nieuwe waterwet wordt geregeld dat het waterschap een groot deel van de grondwaterbeheertaken op zich krijgen. Het gaat dan met name om het passieve beheer (vergunningverlening). Uitgezonderd zijn de hele grote industriele onttrekkingen (>150.000 m3/jaar), de drinkwaterwinningen en de koude/warmte-opslag.
-8-
Doel van het waterplan Het waterplan Gemeente Moerdijk geeft de toekomstvisie van het waterschap Brabantse Delta en de gemeente Moerdijk op het watersysteeem in de gemeente Moerdijk. Die visie bepaalt de richting die gemeente en waterschap de komende decennia in slaan zodat, met behulp van diverse maatregelen in o.a. de openbare ruimte en aanpassingen in het dagelijks beheer en onderhoud van het watersysteem, een duurzaam watersysteem ontstaat. Het waterplan draagt bij aan een optimalisatie van deze maatregelen en de kosten. Door samenwerking kunnen maatregelen efficiënter en de maatschappelijke kosten lager worden. In het waterplan staan heldere afspraken over taken en verantwoordelijkheden en de benodigde personele capaciteit. Wat vervolgens is vastgelegd in een ruimtelijk en financieel haalbaar uitvoeringsprogramma. Het waterplan is de impuls om van een meer sectorale/thematische benadering naar een integrale benadering te komen. Het waterplan stelt het watersysteem centraal, integreert en geeft nieuwe impulsen aan sectorale plannen (natuur, waterhuishouding, riolering) en stelt randvoorwaarden aan beleidsterreinen als recreatie, ruimtelijke ordening, riolering etc. Het waterplan dient als kader bij nieuw op te stellen beleid zoals het landschapsbeleidsplan en als toetsingskader voor diverse lopende projecten en processen binnen het gemeentelijke grondgebied. Voor nieuw te ontwikkelen woonwijken en bedrijventerreinen en het bestaand stedelijk gebied in de gemeente maar zeker ook voor het buitengebied is het waterplan richtinggevend voor de invulling van het (toekomstige) watersysteem. Zo zijn in het plan bijvoorbeeld maatregelen opgenomen voor de aanleg van ecologische verbindingszones (EVZ). Status van het waterplan Het waterplan is een plan zonder wettelijke status. Het is primair een overeenkomst tussen de gemeente en het waterschap, zij stellen het bestuurlijk vrijwillig vast op basis van het Nationaal Bestuursakkoord Water. Daarmee krijgt het voor de gemeente en het waterschap wel degelijk status. Het plan is aansluitend op en richtinggevend aan andere relevante plannen op gemeentelijk niveau, zoals het gemeentelijk rioleringsplan (GRP), milieubeleidsplan, structuurvisie, bestemmingsplannen, etc. Het waterplan geeft een totaaloverzicht van alle relevante waterthema’s in Moerdijk. Om de status te bekrachtigen sluiten: Waterschap, gemeente Moerdijk en het Havenschap na vaststelling van het gemeentelijke waterplan een convenant waarin de partijen zich committeren aan het uitvoeren van maatregelen en het behalen van de geschetste doelen en streefbeelden. Leeswijzer Het waterplan is opgebouwd uit een hoofdrapportage en een bijlagenrapport. In hoofdstuk 2 van het waterplan is kort het beleidskader weergegeven. Hierin is een beschrijving gegeven van het vigerende beleid, taken en bevoegdheden ten aanzien van het bestaande water- en afvalwatersysteem in Moerdijk. Ook de aan respectievelijk het waterschap en de gemeente toegekende functies zijn aangegeven. Uitgebreidere informatie hierover is te vinden in hoofdstuk 2 van het bijlagenrapport. In hoofdstuk 3 van het bijlagenrapport is een beschrijving gegeven van het huidige watersysteem van Moerdijk. Hoofdstuk 3 van het hoofdrapport beschrijft de visie op het toekomstige watersysteem, zoals die gezamenlijk opgesteld is voor het watersysteem in Moerdijk.
-9-
In hoofdstuk 4 is de visie uitgewerkt op basis van 6 thema’s, per thema is een streefbeeld geformuleerd, zijn de kansen, knelpunten en risico’s opgenomen en zijn oplossingsrichtingen aangedragen. In de knelpuntenanalyse is de huidige situatie van het watersysteem afgezet tegen het streefbeeld. Dit levert knelpunten op. Om de oorzaken daarvan in beeld te krijgen, is een gerichte analyse van het watersysteem gemaakt. Om de knelpunten weg te nemen, moeten maatregelen getroffen worden. Hoofdstuk 5 presenteert het uitvoeringsprogramma. De oplossingsrichtingen zijn, waar mogelijk, geconcretiseerd tot maatregelen. Het uitvoeringsprogramma bevat concrete projecten, die in de planperiode worden uitgevoerd om stappen te zetten in de richting van het toekomstbeeld. In de planperiode uitvoeren van alle noodzakelijke maatregelen is niet mogelijk. Daarom zijn keuzes gemaakt, de 8 meest urgente maatregelen zijn uitgewerkt. Met de uitvoering van deze maatregelen zal na de vaststelling van het waterplan direct worden begonnen. In bijlage 3 zijn voor alle in dit rapport genoemde maatregelen, in dien dit mogelijk was het uitvoeringsjaar, de kosten en de trekker van het project weergegeven.
- 10 -
- 11 -
2
BELEIDSKADER
2.1
Planvorming op verschillende niveaus Zowel provincie, waterschap als de gemeente stellen veel verschillende beleidsplannen op. Het waterplan biedt de mogelijkheid om de afstemming tussen de beleidsvelden ruimtelijke ordening, water, natuur, beheer & onderhoud en milieu op lokaal niveau te verbeteren. In afbeelding 1 zijn hiervoor schematisch de relaties weer tussen een gemeentelijk waterplan en andere beleids- en operationele plannen weergegeven. Strategisch (regionaal en landelijk) beleid Het strategisch beleid voor de beleidsvelden ruimte, water en milieu wordt vooral door het Rijk (nationaal) en de provincie (regionaal) bepaald. Hun nota’s en plannen zijn richtinggevend voor de regionale en lokale overheid (waterschappen en gemeenten). Vooral op provinciaal niveau vindt afstemming van de drie beleidsvelden plaats. Tactisch (regionaal en lokaal) beleid Het tactisch beleid wordt door het waterschap en gemeenten vastgelegd in verschillende documenten: het waterbeheersplan, stroomgebiedsvisies, de (regionale) structuurvisie, het gemeentelijk landschapsbeleidsplan, het gemeentelijk rioleringsplan en dit waterplan. In het waterplan vindt implementatie en afstemming van het tactische beleid van het waterschap en de gemeente plaats. De beleidsdocumenten van het waterschap zijn gericht op de kwantiteit en kwaliteit van het watersysteem en zuiveringsbeheer. De plannen van de gemeente zijn gericht op de ruimtelijke structuur en water (inclusief riolering) is daarvan een onderdeel. Gezamenlijk omvatten deze plannen het regionaal/lokaal omgevingsbeleid. Operationele uitwerking De operationele uitwerking vindt plaats in (her)inrichtings- en beheerplannen, bestemmingsplannen, beheerplannen openbare ruimte, uitvoeringsprogramma’s en milieuprogramma’s (gemeente).
2.2
Relevante beleidsplannen voor het water in Moerdijk Voor het waterplan van Moerdijk is het geformuleerd beleid van de Europese Unie, Rijk, provincie NoordBrabant, waterschap Brabantse Delta en de gemeente van belang. Een uitgebreide samenvatting van deze beleidsplannen is opgenomen in hoofdstuk 2 van het bijlagenrapport.
- 12 -
Beleidsplannen
Regionaal en landelijk
Rijk
Provincie
e
Lokaal
4 Nota Waterhuishouding Waterhuishoudingsplan e 5 nota Ruimtelijke Ordening Streekplan Wet Milieubeheer Milieubeleidsplan Kaderrichtlijn water Natuurgebiedsplan e Waterbeheer 21 eeuw Deelstroomgebiedsvisie Brabantse Delta Nationaal Bestuursakkoord Water Handreiking milieukwaliteit in de Planologische kernbeslissing leefomgeving Nationaal Milieubeleidsplan Leidraad water en milieu Wet gemeentelijke watertaken Gebiedsplan Brabantse Delta Nieuwe waterwet Waterschap Brabantse Gemeente Moerdijk RWS Delta Ruimte voor de rivier Structuurvisie Moerdijk Strategienota Woonvisie Integraal Waterbeheerplan Landschapsbeleids-plan StroomGebiedsBeheerPlan (= SGBP) Gemeentelijk Rioleringsplan Nota duurzaam bouwen Beleidsvisie waterplannen Afkoppelplan Waterkansenkaart Baggerplan Keur Hemelwaterbeleidsplan Deel-SGBP TKV tussen Hollands-Diep en de Mark
Waterplan Moerdijk
Operationeel
Gemeenschappelijke visie Breed ondersteund uitvoeringsprogramma
Gemeente Moerdijk Bestemmingsplannen Basis rioleringsplan Beheerplan openbare ruimte Milieujaarprogramma
Waterschap Brabantse Delta Integrale gebiedsanalyses (IGA) Inrichtings- en uitvoeringsprogramma’s
Waterleidingbedrijf
Niet van toepassing
Afbeelding 1 Schema met de relevante planvormen rond het waterplan
- 13 -
Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden De verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden over de verschillende bij het 3 waterbeheer betrokken organisaties is vastgelegd in een breed wettelijk kader . Tabel 1 geeft een overzicht van de organisaties die in het plangebied van het waterplan Moerdijk betrokken zijn bij het waterbeheer in juridische zin. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen het watersysteem en de waterketen. Het watersysteem is het geheel van grond-, oppervlakte- en hemelwater. De waterketen is gedefinieerd als de keten van onttrekking en bereiding van drinkwater, het gebruik van drinkwater, de inzameling, transport en zuivering van afvalwater en de lozing van het (gezuiverde) water op het oppervlaktewater. Hemelwater dat via het rioolstelsel afgevoerd wordt naar de zuivering maakt onderdeel uit van de waterketen. Hemelwater dat in de bodem infiltreert, komt in het watersysteem terecht. In hoofdstuk 1 van het bijlagenrapport zijn de diverse taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende betrokken organisaties nader omschreven. Vooral in het stedelijk gebied is water een belangrijk element van de openbare ruimte. Het is vaak beeld- en sfeerbepalend. Een uitgekiende inrichting en passend beheer en onderhoud van het oppervlaktewater kunnen daarom bijdragen aan het verhogen van de belevingswaarde. Het beheer van de openbare ruimte is de verantwoordelijkheid van de gemeente. Tabel 1: Overzicht van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in relatie tot water in Moerdijk
Zuiveringsbeheer
Rioleringsbeheer
Regenwaterbeheer
Watervoorzieningsbeheer
waterketen
Waterkwantiteitsbeheer
Waterkwaliteitsbeheer
Grondwaterbeheer
watersysteem
Openbare ruimte
2.3
Gemeente Moerdijk
In stad1
Waterschap Brabantse Delta
regionaal2
Provincie Noord-Brabant
Grote
toezic
winningen
ht
Waterleidingbedrijf
winning
RWS 1
conform Wet Gemeentelijke watertaken
2
voorstel Beleidsbrief Regenwater en riolering
3
Grondwet, Provinciewet, Grondwaterwet, Wet op de waterhuishouding, Wet gemeentelijke watertaken, Wet milieubeheer, Woningwet/Bouwbesluit, Wet op de Ruimtelijke Ordening, Waterschapswet, Wabo, Waterwet, provinciale verordeningen en de reglementen van waterschappen en gemeenten.
- 14 -
In afbeelding 2 staat weergegeven welke instantie verantwoordelijk is voor de verschillende onderdelen uit de waterkringloop.
Afbeelding 2 Verantwoordelijkheden met betrekking tot het (stedelijk) waterbeheer
2.4
Ontwikkelingen en toekomstig beleid Onderstaande “waterontwikkelingen” en toekomstig beleid, geordend van Europa naar lokaal, spelen binnen de gemeente Moerdijk. Per ontwikkeling, beleidsstuk is aangegeven in hoeverre hiermee in het waterplan rekening is gehouden. Kaderrichtlijn water (KRW) In de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn doelen geformuleerd over hoe we de komende jaren om moeten gaan met water, met name in kwalitatieve zin. De kaderrichtlijn richt zich op het beschermen van het water binnen de grenzen van Europa en stelt zich tot doel dat alle Europese wateren (dus ook de grensoverschrijdende) in het jaar 2015 een “goede (chemische en ecologische) toestand” hebben bereikt. Dit wil zij onder meer bereiken door lozingen op het oppervlaktewater aan te pakken en watersystemen natuurlijker in te richten. Daarnaast is het de bedoeling het duurzaam gebruik van water te bevorderen en de verontreiniging van grondwater aanzienlijk te verminderen. In de richtlijn is de stroomgebiedbenadering als uitgangspunt genomen. Voor het internationale stroomgebieddistrict van de Maas (waar de gemeente Moerdijk in valt) zal uiteindelijk één stroomgebiedbeheersplan (SGBP) moet worden opgesteld. Het SGBP zal worden gevoed door deelstroomgebiedsplannen. Gemeente Moerdijk ligt zowel in het deelstroomgebied Mark en Vliet als in het deelstroomgebied Hollands Diep en Amer. Dit plan, dat wordt opgesteld door het waterschap, moet in 2008 in concept gereed te zijn. Het SGBP is procedureel gekoppeld aan het nationale waterplan dat in december 2009 vastgesteld wordt. Alle Brabantse overheden maken in 2009 bindende afspraken over hun bijdrage aan het bereiken van de gestelde doelen, de benodigde, uit te werken maatregelen zijn in het waterplan - 15 -
verwerkt. Vanaf 2015 legt de KRW een resultaatverplichting op voor de realisatie van de geplande maatregelen uit de stroomgebiedbeheersplannen. Een schematisch overzicht van de checklist KRW-maatregelen is opgenomen in hoofdstuk 5 van het bijlagenrapport. Ruimte voor de rivier: ontwikkelingen Volkerak Zoommeer Het project Ruimte voor de Rivier zoekt naar diverse mogelijkheden om de grote rivieren in Nederland meer ruimte te geven. Die ruimte is nodig om een toenemende hoeveelheid water af te voeren. Een mogelijke maatregel is het rivierwater meer ruimte geven en het, bij uitzonderlijk hoge afvoeren tijdelijk te bergen op het Volkerak-Zoommeer. Deze waterberging maakt het overbodig om de dijken langs onder meer het Hollandsch Diep en het Haringvliet extra te verhogen. Voor deze tijdelijke berging zijn aanpassingen nodig aan de kunstwerken langs het Volkerak-Zoommeer. Tevens wordt bekeken of deze aanpassingen, doorlaatmiddelen te combineren zijn met de nodige aanpassingen voor het waterkwaliteitsprobleem (blauwalgenprobleem). Dat geldt vooral voor een doorlaatmiddel naar de Oosterschelde. Het (tijdelijk) opzetten van het waterpeil heeft wel effect op het regionale watersysteem. Zo kan het mogelijk zijn dat de afwatering van de Brabantse rivieren tijdelijk stagneert, van afwentelen kan echter ook hier geen sprake zijn. Deze, verder autonome, studie is nog in ontwikkeling, waardoor hier in het waterplan verder geen rekening mee is gehouden. Klimaatsontwikkeling en Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) De voorspellingen over de ontwikkeling van ons klimaat worden steeds nauwkeuriger en betrouwbaarder en alles wijst erop dat de aard en omvang van de neerslag in de komende decennia merkbaar gaat veranderen. De buien worden heviger waardoor de kans op wateroverlast, zowel in stedelijk als landelijk gebied, toeneemt als geen adequate maatregelen worden getroffen. Het Nationaal Bestuursakkoord Water speelt op deze ontwikkeling in. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is afgesproken dat alle watersystemen in 2015 op orde zijn en dat vervolgens blijven. Voorafgaande aan het op orde brengen van het systeem dient het huidige systeem te worden verkend, zodat de huidige en toekomstige knelpunten in beeld komen en er maatregelen worden benoemd. Deze verkenning wordt gedaan met de IGA’s. Tot 2015 worden de maatregelen uitgevoerd, indien er zich kansen voordoen dienen deze benut te worden. De maatregelen voortvloeiend uit dit waterplan zijn mede op deze ontwikkeling gebaseerd. Het NBW is daarom als richtinggevend meegenomen in dit plan. Blauwalgenproblematiek Volkerak Zoommeer Het verbeteren van de waterkwaliteit van het Volkerak-Zoommeer is een onderwerp van studie in een traject dat buiten de reikwijdte van dit waterplan loopt. In 2002/2003 heeft Rijkswaterstaat een verkenning uitgevoerd, waaruit blijkt dat voor de middellange termijn (tot ca. 2015) twee oplossingsrichtingen effectief kunnen zijn om de blauwalgengroei tegen te gaan: doorstroming met zoet water of zout water: In de eerste variant wordt onderzocht of doorspoeling met grote hoeveelheden zoet water kan zorgen voor een minimalisering van de blauwalgenproblematiek. Bij deze variant wordt rivierwater uit het Hollandsch Diep door het Volkerak-Zoommeer gespoeld en uiteindelijk via de sluizen bij Bath gespuid op de Ooster- en Westerschelde. De tweede variant gaat ervan uit dat zout water het gebied in- en uitstroomt, blauwalg overleeft dat zoute klimaat niet. Een van de aspecten die hierbij van belang is, is de watervoorziening voor de landbouw. Indien wordt gekozen voor deze zoute variant, heeft dit effect op het aanbod van zoet water voor o.a. de landbouw. Aanvoer van zoet water vanuit het Hollands Diep via de Roode Vaart als tegenstroom is aangedragen als mogelijke oplossing. Dit is meegenomen in 5.2.7.
- 16 -
Momenteel wordt door het bestuurlijk overleg Krammer Volkerak (BOKV) een MER opgesteld waarin de mogelijke effecten van het bestrijden van blauwalg in het Volkerak-Zoommeer worden berekend. Op basis van de uitkomsten van deze MER zal er gekozen wordt voor de zoete of de zoute variant. De MER zal pas in de loop van 2008 worden afgerond, waarna de Staatssecretaris in 2009 een besluit zal nemen. Hierdoor wordt in het waterplan nog rekening gehouden met beide varianten. Wel worden tussenconclusies meegenomen als aanvullende randvoorwaarden. Integrale waterwet Met de intreding van de nieuwe Waterwet, waarschijnlijk medio 2009, verandert de verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de bij het waterbeheer betrokken organisaties. Deze nieuwe taken en eruit voortkomende maatregelen zijn in het waterplan verwerkt. De belangrijkste veranderingen betreffen: Operationele watertaken die nu nog aan de provincie zijn toebedeeld, zoals het grondwaterbeheer, worden zoveel mogelijk overgedragen aan de waterschappen. Uitzondering wordt gemaakt voor de vergunningverlening voor bepaalde categorieën van grondwateronttrekkingen (diep grondwater) en infiltraties (drinkwaterwinning, grote industriële onttrekkingen en koude-warmte opslag). De zorgplicht voor overtollig hemelwater en grondwater in het stedelijk gebied die aan de gemeente wordt overgedragen. Daarnaast wordt de gemeente belast met de ruimtelijke inpassingen van maatregelen gericht op waterkwantiteit en het uitvoeren van milieumaatregelen in het stedelijk gebied ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water. De bevoegdheid voor het nemen van deze maatregelen is echter niet vastgelegd in de Waterwet maar in de Wet ruimtelijke ordening (Wro)en de Wet milieubeheer. De aansturing van de maatregelen volgt wel uit de Waterwet. Wet Gemeentelijke Watertaken De Wet Gemeentelijke Watertaken is per 1 januari 2008 in werking en regelt een aantal nieuwe zaken, met name op het gebied van het regenwaterbeleid en grondwater. De hoofdpunten uit de wet worden gevormd door de splitsing van de zorgplicht uit de huidige Wet Milieubeheer voor de inzameling en transport van afvalwater in drie afzonderlijke zorgplichten, te weten de zorgplicht voor: Afvalwater In hoofdzaak overeenkomend met de oude zorgplicht. Nieuwe verbrede zorgplicht voor buitengebied. Hemelwater Doelmatigheidsafweging met betrekking tot afkoppelen door gemeente, belangrijke primaire verantwoordelijkheid bij perceeleigenaar. Grondwater De Gemeente is verantwoordelijk voor de goede ontwatering van het openbaar gebied, inzameling en transport overtollig grondwater van particuliere terreinen en instellen loketfunctie voor klachten burgers. Het waterschap heeft ontvangstplicht. Om alle taken en verantwoordelijkheden te kunnen bekostigen krijgt de gemeente de mogelijkheid om een brede rioolheffing in te voeren, waarmee kosten kunnen worden gedekt voor collectieve maatregelen die noodzakelijk zijn voor een doelmatig werkende riolering en gemeentelijke maatregelen ten aanzien van hemelwater en grondwater). De Wet gemeentelijke watertaken wordt te zijner tijd in de Waterwet opgenomen.
- 17 -
Wabo De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) heeft als kern de invoering van de ‘omgevingsvergunning’ met als hoofddoel de administratieve lasten te verminderen én de dienstverlening aan burgers en bedrijven te verbeteren. Met de omgevingsvergunning worden een aantal toestemmingstelsels, vergunningen voor plaatsgebonden projecten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving gebundeld. De invoering van de Wabo, en daarmee de omgevingsvergunning loopt parallel aan het implementeren van andere (nieuwe) wet- en regelgeving, zoals de Integrale Waterwet. De Wabo heeft geen directie invloed op de uitvoering van het waterplan en wordt daarom als een autonomen ontwikkeling gezien. Optimalisatie afvalwatersystemen (OAS) Waterschap Brabantse Delta voert momenteel samen met de gemeenten studies uit naar optimalisatie van afvalwatersystemen (OAS), met als voornaamste doelstelling: inzicht in de inzameling, het transport en de duurzaamheid van de zuivering van afvalwater, het milieurendement en het verkrijgen van inzicht in de maatregelen die in de nabije toekomst mogelijk op beide partijen afkomen om dit systeem te optimaliseren en hoe dit alles kan tegen de laagst maatschappelijke uitvoeringskosten [3]. In een Afvalwaterakkoord, waarin de AOS resulteert maken de gemeenten en het waterschap gezamenlijk afspraken over de operationele en financiële maatregelen die nodig zijn om de gewenste, de benodige optimalisatie te bereiken. Integrale gebiedsanalyses (IGA) Tijdens het opstellen van het waterplan worden er vanuit Brabantse Delta integrale gebiedsanalyses (IGA’s) opgesteld van alle (deel)stroomgebieden binnen hun beheersgebied. Het doel van een integrale gebiedsanalyse is een gebiedsbrede, hydrologisch onderbouwde en integrale visie op de inrichting en functioneren van het watersysteem. Een IGA is gericht op een watersysteem dat optimaal is afgestemd op de verschillende (grondgebruik)functies die aan het gebied zijn toegekend. Op basis van een integrale analyse wordt voor alle waterthema’s inzicht gegeven in de te behalen doelen, de maatregelen die hiertoe uitgevoerd moeten worden en de te verwachte effecten. In de visie wordt het (haalbare en betaalbare) maatregelenpakket beschreven dat hiervoor nodig is. Het definitief maatregelenpakket wordt meegenomen in het vervolgtraject van de analyses en de uitwerking van het waterplan. Drie integrale gebiedsanalyses (IGA’s) vallen (deels) binnen de grenzen van gemeente Moerdijk: Tonnekreek-Keenehaven. Gat van de Ham. Niervaart-Bloemendaal. Tijdens het opstellen van het waterplan (voorjaar 2008) was enkel de IGA TonnenkreekKeenehaven als definitief concept gereed. De IGA Gat van de Ham was in ontwikkeling en de IGA Niervaart-Bloemendaal was pas gestart. Enkel conclusies uit de IGA TonnekreekKeenehaven zijn meegenomen in dit waterplan. Wel is opgenomen dat de maatregelen die volgen uit de nog af te ronden IGA’s uitgevoerd zullen worden. Zo is opgenomen dat gemeente en waterschap zich maximaal zullen inzetten voor de realisering van de 3 ecologische verbindingszones binnen de gemeente. Deze worden aangelegd op basis van de afgeronde IGA’s.
- 18 -
- 19 -
3
VISIE OP HET TOEKOMSTIGE WATERSYSTEEM In dit plan wordt door de gemeente en het waterschap Brabantse Delta aangegeven hoe het watersysteem van Moerdijk er over 20 jaar moet uitzien. Hiervoor is concreet een maatregelenprogramma voor de komende vijf jaar opgesteld met een doorkijk tot 2027, de uiterlijke realisatietermijn van de Europese Kaderrichtlijn Water. Samen zal datgene ondernomen worden om de maatregelen die nodig zijn uit te voeren. Door voor het watersysteem van Moerdijk een visie op te stellen wordt duidelijk wat de gemeente en het waterschap willen bereiken met het watersysteem. De gezamenlijke lange termijn visie voor het watersysteem van de gemeente Moerdijk is:
een robuust watersysteem van voldoende kwaliteit en veiligheid dat aansluit bij de natuurlijke omstandigheden op en om het Moerdijkse grondgebied en dat nu en in de toekomst voldoet aan de wettelijke verplichtingen en beleidsregels.
Natuurlijk bepalen de aan de watergangen toegekende functies eisen waaraan het watersysteem moet voldoen. Voor een natuurlijk watersysteem worden namelijk andere eisen gesteld aan de inrichting en waterkwaliteit dan aan stadswater of zwemwater. De visie op het watersysteem en de waterketen van de gemeente Moerdijk en het waterschap hangt daarom nauw samen met het vigerende beleid, de ontwikkelingen daarin en de kansen en potenties van het gebied. Op dit moment is en wordt er (inter)nationaal veel nieuw beleid en wet- en regelgeving op het gebied van water ontwikkeld. Water is een belangrijk beleidsveld geworden. Vandaar ook de wens voor een nieuw gemeentelijk waterplan. Om invulling te geven aan en om in te kunnen spelen op de nieuwe wettelijke aspecten maar zeker ook op nieuwe waarden zoals ecologie en het informeren van burgers en bedrijven over water is de visie opgedeeld in zes overkoepelende thema’s. In het volgende hoofdstuk zijn de thema’s verder uitgewerkt met een concrete beschrijving van de knelpunten en de kansen met een concluderend streefbeeld en te nemen maatregelen. 1. Organisatie en communicatie Water moet een plek tussen de oren krijgen. Om water te integreren in de dagelijkse gang van zaken wordt het belang van water en de rol die de verschillende participerende partijen, en specifiek ook de burgers, ten aanzien hiervan spelen breed uitgedragen. 2. Waterkwantiteit Het beschermingsniveau tegen wateroverlast in de gemeente Moerdijk wordt opgehoogd om ook in de toekomst voldoende beschermd te zijn tegen (mogelijk) wateroverlast waarbij rekening gehouden wordt met klimaatsenario’s (temperatuurstijging, drogere zomers afgewisseld met extreme hoosbuien, beduidend nattere winters en zeespiegelstijging) 3. Waterkwaliteit In 2015 moet, volgens de Europese Unie, het (grond- en oppervlakte)watersysteem voldoen aan de Kaderrichtlijn Water en in een goede ecologische en chemische toestand zijn en blijven. Daarbij moet bijvoorbeeld aan de basisinspanning voldaan worden en invulling worden gegeven aan het waterkwaliteitspoor
- 20 -
4. Water in de bebouwde leefomgeving Bij ruimtelijke veranderingen wordt water als mede ordenend principe meegenomen. Door water te combineren met groen wordt de natuur in de stad versterkt en vormt een verbinding met het landelijk gebied. De afvoer van regenwater uit het stedelijk gebied vindt plaats via een vastgestelde waterstructuur en mag het landelijk niet belasten. Ruimtelijke ontwikkelingen in het stedelijk gebied worden beschouwd als kansen om de waterstructuur te optimaliseren, te versterken of te realiseren. 5. Stedelijk grondwater Het inzicht in het functioneren van het grondwatersysteem wordt verhoogd door het opstellen van een meetsysteem. Bovendien wordt gezamenlijk het initiatief genomen om grondwateroverlastlocaties op te sporen en te verhelpen. Er komt een centraal aanspreekpunt voor grondwaterproblemen. 6. Beheer en onderhoud Het beheer en onderhoud van het watersysteem en bijbehorende infrastructuur wordt geoptimaliseerd en afgestemd op de gebruiksfunctie. Taken en bevoegdheden van gemeente en waterschap zijn op elkaar afgestemd. Bij het ontwerp van nieuwe voorzieningen vindt in een zo vroeg mogelijk stadium afstemming plaats (beheerbewuste planvorming). Plannen worden getoetst aan de onderhoudsuitgangspunten van het waterschap, zoals beschreven in de beleidsregel ‘’Waterlopen op orde’’ [4]. Uitgangspunt voor de realisering en uitvoering van alle maatregelen is dat de lange termijn visie richtinggevend is voor de ontwikkelingen op de korte termijn. Projecten die niet bijdragen aan het bereiken van de lange termijn visie krijgen geen prioriteit of worden helemaal niet uitgevoerd. Hiermee worden onnodige kapitaaluitgaven op korte termijn voorkomen.
Afbeelding 3 Gemeentehuis Moerdijk
- 21 -
4
THEMATISCHE UITWERKING In dit hoofdstuk worden de verschillende visiethema’s in aparte paragrafen uitgewerkt met behulp van een analyse, waarbij de belangrijkste knelpunten binnen het watersysteem en waterketen van de gemeente Moerdijk zijn weergegeven met een concluderend streefbeeld van de gewenste toekomstige situatie en te nemen maatregelen. De knelpunten zijn ontleend aan: Een inventarisatie van knelpunten in de huidige situatie, onder meer met behulp van de projectgroep. Een analyse van de verschillen tussen de huidige situatie en de gewenste toekomstige situatie. De mogelijke oplossingsrichtingen en te nemen maatregelen zijn in dit hoofdstuk enigszins algemeen en globaal beschreven. In deze planperiode uitvoeren van alle noodzakelijke maatregelen is niet mogelijk, ze zijn wel allen opgenomen in de uitvoeringstabel welke is opgenomen als bijlage 3. De meest urgente maatregelen (m.u.m.) als gevolg van een wettelijke verplichting en of prioriteit bij de gemeente dan wel waterschap zijn uitgewerkt in hoofdstuk 5, uitvoeringsprogramma. Na de beeldvormende vergadering, welke is gehouden op 3 juni 2008 zijn de maatregelen aangescherpt en aangevuld. Tevens is door de ZLTO nog een schriftelijke reactie ingediend naar aanleiding van deze bijeenkomst en het concept waterplan. Het verslag van deze beeldvormende vergadering en de schriftelijke reactie van de ZLTO zijn opgenomen als respectievelijk bijlage 4 en 5.
4.1
Communicatie en organisatie Communicatie, zowel intern binnen de gemeentelijke organisatie als extern met het waterschap, de provincie en zeer zeker de burgers van de gemeente Moerdijk, is essentieel om optimaal invulling te kunnen geven aan de wensen en eisen met betrekking tot water in de gemeente en de rol die de verschillende partijen daarin spelen. Water moet een plek tussen de oren krijgen. Door een aantal nieuwe ontwikkelingen (KRW, NBW, Integrale waterwet, Wet gemeentelijke watertaken) komt het taakveld water meer in de belangstelling. Water speelt steeds vaker een rol in ruimtelijke ontwikkelingen, zowel in stedelijk gebied als in het landelijk gebied met alle consequenties voor de stad, het landschap en natuur. Deze ontwikkelingen maken het noodzakelijk dat ook binnen de gemeente Moerdijk de benodigde personele capaciteit beschikbaar is om het thema water voldoende aandacht te kunnen geven en de watertaken uit te kunnen voeren. Voor voldoende integratie moet er tevens sprake zijn van een goed georganiseerd overleg tussen gemeente en waterschap en tussen de verschillende afdelingen binnen deze organisaties. Dit speelt zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau. Een georganiseerd overleg begint met goede afspraken. Voorliggend waterplan vormt daarvoor de basis. Het is aan beide partijen om de voortgang van de uitvoering van het waterplan te monitoren en nieuwe ontwikkelingen te toetsen aan de met dit plan gemaakte afspraken. De bewustwording van water in brede zin, in- en extern, en de gevolgen die water kan hebben op het dagelijks leven nu en in de toekomst is zeer belangrijk. Bij de uitwerking van het waterplan zal vooral in de komende periode veel gericht zijn op het herkenbaar maken hoe, in de toekomst, omgegaan zal worden met water. Vooral in deze eerst komende tijd zullen daarom veel maatregelen op dit gebied genomen en uitgevoerd worden.
- 22 -
Streefbeeld 1a. De gemeentelijke organisatie is in staat om alle watertaken uit te voeren Binnen de gemeente Moerdijk is de benodigde personele capaciteit beschikbaar om het thema water voldoende aandacht te kunnen geven en alle watertaken uit te kunnen voeren. 1b. Communicatie intern en extern Optimale communicatie binnen gemeente en tussen gemeente en waterschap door een duidelijke overlegstructuur. 1c. 1 Waterloket voor burgers en bedrijven Burgers en bedrijven kunnen voor al hun waterzaken terecht bij één loket van de gemeente. Deze gedachte is zodanig uitgewerkt dat de vraag op de juiste plek behandeld wordt. 1d. Actief voorlichtingsbeleid De gemeente en het waterschap nemen een proactieve houding bij het informeren van haar burgers met betrekking tot het thema water in Moerdijk, vooral gekoppeld aan projecten en in het kader van andere ontwikkelingen.
4.1a
De gemeente is in staat om de watertaken uit te voeren. (m.u.m. 1) Momenteel is er binnen de gemeente Moerdijk onvoldoende personele capaciteit beschikbaar voor het onderwerp Water. Het huidige takenveld op het gebied van Water moet onder tijdsdruk uitgevoerd worden en daarnaast komen er nog extra taken bij als gevolg van nieuwe ontwikkelingen, zoals de KRW, NBW en de nieuwe Waterwet. Het gevolg is een tekort aan personele capaciteit. Dit kan opgelost worden door voor het huidige personeel voldoende tijd te ramen voor het uitvoeren van watertaken en het aannemen of inhuren van extra personeel (capaciteit en kennis) voor watertaken. Een uitwerking van deze maatregel om te komen tot de benodigde personele capaciteit is als meest urgente maatregel uitgewerkt in 5.2.1.
4.1b
Knelpunt:
Er is onvoldoende personele capaciteit en kennis beschikbaar voor het onderwerp water
Oplossing:
Voldoende tijd reserveren voor watertaken bij huidig personeel, of extra personeel inhuren/aanstellen voor watertaken.
De communicatie binnen en tussen gemeente en waterschap is optimaal. (m.u.m. 2) Binnen de afdeling beleid kreeg het thema water tot een jaar geleden beperkte aandacht. Om hier structureel verandering in te brengen is het instellen van een waterpanel voor periodiek overleg tussen medewerkers van het waterschap en de gemeente de meest voor de handliggende weg. Incidenteel kunnen en zullen ook rijkswaterstaat of de provincie uitgenodigd worden deel te nemen aan het overleg, zij zijn normaliter agendalid.
- 23 -
Het waterpanel draagt zorg voor een goede afstemming tussen de verschillende plannen binnen de gemeente waarin water een rol speelt en het benutten van kansen binnen deze plannen. Het waterpanel moet er voor zorgen dat het waterplan, de overige beleidsplannen en de verschillende projecten op elkaar worden afgestemd, zodat er geen tegenstrijdigheden ontstaan. Jaarlijks zal tevens minimaal één bestuurlijk overleg plaatsvinden over waterzaken tussen waterschap en gemeente. Dit overleg wordt ambtelijk, door het waterpanel worden voorbereid. Het waterpanel zal tevens een voorstel maken voor de prioritering van de op te pakken en uit te voeren maatregelen voor het komende jaar wat het water betreft.
Knelpunt:
Thema water heeft beperkte aandacht binnen de gemeente.
Oplossing:
Het waterpanel zorgt dat water een volwaardige plaats krijgt en behoudt binnen de afdelingen Strategie en Advies, Realisatie en Beheer, Vergunningen en Projecten.
In gezamenlijkheid is afgesproken dat de ambtelijke werkgroep van dit waterplan zal door functioneren als het waterpanel. In hoofdstuk 5.2.2 is deze maatregel nog enigszins verder uitgewerkt en zijn de financiële gevolgen in beeld gebracht. 4.1c
1 Waterloket voor burgers en bedrijven (m.u.m. 3) Bij ruimtelijke initiatieven of in het kader van vergunningverlening en handhaving is er reeds voldoende communicatie over water richting burgers, initiatiefnemers. Op dit moment is er echter geen algemeen loket voor watervragen, hierdoor is voor niet projectgebonden watervragen vaak niet duidelijk bij wie burgers of bedrijven terecht kunnen. De gemeente wordt, als gevolg van de nieuwe integrale waterwet verplicht te zorgen voor het ‘loket’ en de verwerking van de vragen. De één-loket-gedachte maakt de afstand tussen de burger en het ambtelijk apparaat kleiner. Er is één plek, deze kan ook digitaal/virtueel zijn, waar alle vragen van de burgers en bedrijven worden verzameld. Van hieruit worden ze doorgestuurd naar de behandelende ambtenaar van de gemeente, waterschap of provincie. Hierdoor kan voorkomen worden dat vragers onterecht van de ene naar de andere organisatie worden gestuurd. Het waterschap en de gemeente zelf zorgen voor een goede afstemming en het doorspelen van de vragen, klachten en eventuele suggesties. Deze aanpak maakt het tevens eenvoudiger om klachten en opmerkingen te verzamelen en te registreren. Voor de medewerkers van het gemeentelijk informatiecentrum en de klachtenlijn moet ook duidelijk worden naar wie ze vragen of klachten kunnen doorspelen. In hoofdstuk 5.2.3 is deze maatregel verder uitgewerkt aan de hand van concrete voorbeelden.
Knelpunt:
Het is niet altijd duidelijk waar burgers en bedrijven terecht kunnen met hun watervragen.
Oplossing:
Een waterloket kan ervoor zorgen dat watervragen snel bij de juiste persoon terecht komen en spoedig afgehandeld worden. Binnen de gemeente moet dit op een centrale plaats geregeld worden.
- 24 -
4.1d
Een Pro-actief voorlichtingsbeleid Een actief voorlichtingsbeleid zorgt ervoor dat de burgers op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van water binnen de gemeente Moerdijk. Dit biedt de individuele burger de mogelijkheid om eigen initiatieven te ontwikkelen en tevens wordt het draagvlak voor de gemeentelijke activiteiten vergroot. Voorbeelden zijn het ontwikkelen van voorlichtingsfolders, het organiseren van bijeenkomsten en het opzetten van lespakketten, ‘spettercolleges’ voor de basisscholen van Moerdijk. Binnen West Brabant wordt als een van de KRW-maatregels, gezamenlijk een voorlichting en educatieprogramma opgezet. De gemeente Moerdijk zal hierin participeren, financieel (met het normbedrag € 10.000,-/jr) en indien mogelijk en wenselijk inhoudelijk. De gemeente en het waterschap nemen een proactieve houding in bij het informeren van haar burgers met betrekking tot het thema water in Moerdijk, vooral gekoppeld aan projecten en ontwikkelingen.
Risico:
Onvoldoende waterkennis bij burgers en of draagvlak voor de mogelijke maatregelen kan leiden tot onbedoelde verontreiniging van watersystemen.
Oplossing:
Pro-actieve voorlichting over water m.b.v. folders in nieuwbouwwijken, artikelen over water in huis aan huisbladen, lespakketten en informatie over water op de gemeentelijke website
Naast communicatie over projecten is het ook wenselijk burgers te benaderen over hun rol bij het verbeteren van de waterkwaliteit en -kwantiteit. Onvoldoende waterkennis bij burgers kan er toe leiden dat er uit onwetendheid verkeerd wordt omgegaan met het watersystemen wat bijvoorbeeld verontreiniging van het oppervlaktewater tot gevolg kan hebben. Denk aan het gebruik van bestijdingsmiddelen, het verkeerd afkoppelen van regenwater en het gebruik van uitlogend (bouw)materialen als zink en koper. Bewust omgaan met water in huishoudens wordt gestimuleerd door het geven van voorlichting. De gemeente haakt hiervoor aan bij de landelijke campagne Nederland leeft met Water (www.nederlandleeftmetwater.nl).
4.2
Waterkwantiteit Regionaal en lokaal wateroverlast moet worden beperkt, hier wordt landelijk ook veel aandacht aan besteed onder andere met de Nederland leeft met water campagne. Bij planontwikkeling en/of functiewijziging is het uitgangspunt dat het huidige functioneren van het watersysteem niet mag verslechteren, zowel kwantitatief als kwalitatief. Daarnaast geldt het principe niet afwentelen, de eigen broek ophouden en het probleem in eigen beheer oplossen. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is als beleid opgenomen dat het watersysteem in 2015 zodanig ingericht is en beheerd wordt dat het watersysteem voldoet aan de normen conform WB21 en NBW. De opgave om dit te bereiken waarbij de trits vasthouden-bergenafvoeren een belangrijke rol speelt wordt de stedelijke wateropgave genoemd.
- 25 -
Afbeelding 4 Trits: vasthouden(1)-bergen(2)-afvoeren(3)
De stedelijke wateropgave omvat zowel de bestrijding van wateroverlast vanuit de riolering, het oppervlaktewater en het grondwater. Voor het bepalen van een maatregelenpakket voor de stedelijke wateropgave is het noodzakelijk vast te stellen wat wateroverlast is en wat een aanvaardbaar niveau inhoudt. Hiervoor zijn in tabel 2 de functionele eisen, o.a. vanuit het NBW, opgenomen om op een realistische wijze invulling te geven aan de stedelijke wateropgave. Tabel 2: Functionele eisen stedelijke wateropgave –
Water op straat vanuit de riolering vindt maximaal eens per 2 jaar (T= 2) plaats (bui 8 van de Leidraad Riolering).
–
Wateroverlast vanuit de riolering, bestaande uit water in woningen en bedrijven, vindt maximaal eens per 5 jaar (T=5) plaats (bui 9 van de Leidraad Riolering).
–
Wateroverlast in stedelijk gebied als gevolg van peilstijging in het oppervlaktewater hoger dan het maaiveld treedt maximaal eens per 100 jaar op (T=100), waarbij overlast gedefinieerd is als water in woningen en bedrijven.
–
Interactie tussen riolering en oppervlaktewater wordt getoetst. Negatieve overstortingen vinden niet frequent plaats.
–
Nieuwbouwplannen worden hydrologisch neutraal ingericht door te voldoen aan T=100. Toetsing vindt plaats middels de watertoets.
–
Het beschermingsniveau in landelijk gebied is afhankelijk van het grondgebruik. Daarbij worden de volgende maximale inundatiefrequenties gehanteerd:
–
Grasland
Akkerbouw 1/25 jaar
Hoogwaardige land- en tuinbouw 1/50 jaar
Glastuinbouw 1/50 jaar
1/10 jaar
Retentievoorzieningen worden zoveel mogelijk geclusterd om snipperretenties te voorkomen.
Als gevolgen van klimaatveranderingen krijgen we te maken met temperatuurstijging, drogere zomers afgewisseld met extreme hoosbuien, beduidend nattere winters en zeespiegelstijging. Om ook in de toekomst beschermd te zijn tegen mogelijk wateroverlast moet rekening gehouden worden met klimaatsenario’s. Voor de gemeente Moerdijk betekend dat het beschermingsniveau tegen wateroverlast wordt opgehoogd tot 1 maal per 2 jaar vanuit de riolering en 1 maal per 100 jaar vanuit het oppervlaktewater, conform de inundatienormen uit het NBW. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt op deze beschermingsniveaus ontworpen en vindt er geen (nieuwe) afwenteling plaats van stedelijk naar landelijk gebied en vice versa. - 26 -
Streefbeeld 2a.
Voldoen aan inundatienormen NBW De waterpartners hebben hun verantwoordelijkheden, beleid en ambitieniveaus ten aanzien van de stedelijke wateropgave op elkaar afgestemd, waardoor het watersysteem in Moerdijk zowel voor stedelijk als voor landelijk gebied voldoet aan de NBW inundatienormen en T=2.
2b. Geen afwenteling van mogelijk waterproblemen Er vindt geen nieuwe afwenteling plaats van stedelijk naar landelijk gebied en vice versa.
Nb: Ondanks dat wordt voldaan aan T=2 (hydraulische capaciteit riolering) en T=100 (inundatie vanuit oppervlaktewater) kan er toch nog wateroverlast optreden als gevolg van een ongewenste beïnvloeding van de riolering door hoge oppervlaktewaterstanden. De risico’s zijn niet geheel weg te nemen. 4.2a
Voldoen aan inundatienormen NBW (m.u.m. 4) Uit de concept-IGA Tonnekreek en door ervaringskennis bij de gemeente is een aantal locaties bekend die in de huidige situatie wateroverlast geven, niet voldoen aan de inundatienormen zoals zijn vastgelegd in het NBW. Voorbeelden van kwetsbare watersystemen binnen Moerdijk zijn te vinden in de kernen Klundert (overstroming langs Blauwe Sluisdijk), Zevenbergen (overstroming Zwanengat nabij De Hil, Industrieweg en van de Molengorsche Vliet langs de rand van de wijk Molengors alsmede noordzijde bedrijventerrein de Koekoek als gevolg van overstroming van naastgelegen polderwatergangen, nieuwbouwlocatie ten zuidwesten van de Bosselaar als gevolg van polderwatergangen), Fijnaart en Helwijk.
Knelpunt:
De invloed van klimaatsontwikkelingen op riolering, oppervlaktewater en grondwater in Moerdijk is nog onvoldoende bekend.
Oplossing:
Een basis rioleringsplan (BRP) vastgestellen en rekenen aan de bergingsopgave vanuit het landelijk gebied, waarmee er getoetst kan worden op verdronken overstorten en vervolgens de stedelijke wateropgave bepaald kan worden.
Vanuit de IGA’s Tonnekreek en Gat van de Ham is al gerekend aan de benodigde bergingsopgave vanuit het landelijk gebied bij de T=10, T=25, T=50 en T=100 situaties. Met behulp van deze resultaten is vervolgens getoetst vanuit welke overstorten terugstroming naar het riool kan plaatsvinden door te hoge waterstanden en waarvoor maatregelen genomen moeten worden. Medio 2008/2009 kunnen maatregelen vastgesteld worden. Daarnaast is het totaal aan verhard oppervlak binnen de gemeente in 2007 opnieuw geïnventariseerd, hierbij is gebleken dat de hoeveelheid verhard oppervlak groter is dan aanvankelijk gedacht. Voor de IGA Bloemendaal Niervaart moeten deze berekeningen nog worden uitgevoerd. Het nieuwe Basisrioleringplan (BRP) voor Moerdijk dat op basis van deze inventarisaties opgesteld wordt zal in november gereed zijn. Vervolgens kan er gerekend worden aan de stedelijke wateropgave en de OAS.
- 27 -
Zodra dus de resultaten uit de IGA’s en het BRP bekend zijn, kan bepaald worden wat er gebeurt, welke mate van overlast er is, wanneer het water tot het aanvaardbaar inundatie niveau stijgt. Daarna kan het maatregelenpakket voor de stedelijke wateropgave bepaald worden. Een uitwerking van deze oplossingsrichting is te vinden in hoofdstuk 5.2.4. 4.2b
Geen afwenteling van waterproblemen Waterproblemen die op een locatie voorkomen, worden in eerste instantie binnen de locatie zelf opgelost (plangebied, peilgebied, bemalingsgebied). Is dit niet mogelijk dan moeten maatregelen mee genomen worden om er voor te zorgen dat de ruimtelijke ingrepen niet leiden tot problemen in het benedenstroomse/ontvangende watersysteem. Problemen worden dus niet afgewenteld op aangrenzende gebieden of doorgeschoven naar ‘later’ (volgende generaties). Het uitgangspunt is een robuust watersysteem.
Knelpunt 1:
Toename verhard oppervlak als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen in stedelijk gebied kan leiden tot afwenteling naar landelijk gebied
Oplossing:
Hydrologisch neutraal bouwen
Knelpunt 2:
Onvoldoende afvoercapaciteit in landelijk gebied kan leiden tot afwenteling naar stedelijk gebied.
Oplossing:
Goed dimensioneren van watergangen en goed beheer en onderhoud
Om afwenteling van stedelijk naar landelijk gebied en andersom te voorkomen, is belangrijk dat: Er geen toename plaatsvindt van afvoer vanuit het stedelijk gebied naar het landelijk gebied. Dit kan door hydrologisch neutraal te bouwen, wat betekent dat een toename van het verharde oppervlak niet mag leiden tot een hogere hemelwaterafvoer. Maatregelen waaraan men dan kan denken zijn het infiltreren van hemelwater, het toepassen van grasdaken of het tijdelijk bergen van regenwater in een buffer en vervolgens vertraagd afvoeren. De watergangen voldoende afvoercapaciteit hebben, zodat er geen opstuwing plaatsvindt van water vanuit het landelijk gebied richting het stedelijk gebied en de stelsels voldoende water kunnen lozen in de watergangen. Voldoende afvoercapaciteit kan gegarandeerd worden door het goed dimensioneren van de watergangen en door goed beheer en onderhoud zodat negatieve overstorten voorkomen worden. Ecologische doelen zijn soms ondergeschikt aan de afvoerende functie van een watergang. Bij watergangen waarop overstorten lozen is extra onderhoud nodig, zodat de afvoercapaciteit voldoende is tijdens een overstort. De afvoercapaciteit neemt af als gevolg overbegroeiing van de sloten. Dit is vooral een probleem bij hevige zomerbuien. Met een overstort komt er voedselrijk water in de watergang waardoor de begroeiing nog verder toe zal nemen. Op de themakaart “kansen en knelpunten” zijn de locaties te zien, waar problemen bekend zijn met de afvoercapaciteit achter een overstort.
- 28 -
Het beheer en onderhoud van bijna alle sloten en watergangen in de gemeente Moerdijk is overgedragen aan het waterschap. Om te zorgen dat het waterschap het beheer en onderhoud goed kan uitvoeren is overleg over aanvullende wensen en eisen nodig zodat een veilig en tevens esthetisch en ecologisch gewenst beeld ontstaat.
4.3
Waterkwaliteit De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft tot doel om op Europese schaal water en de daarvan afhankelijke ecosystemen te beschermen tegen verontreinigingen, door lozingen van gevaarlijke stoffen te verminderen of te beëindigen. Voldoen aan de KRW betekent dat het oppervlaktewater in 2015 zich in een goede ecologische en chemische toestand bevindt en hierna deze toestand minimaal dient te behouden. De feitelijke invulling van de KRW krijgt de komende tijd echter nog verder vorm. Het onderzoek naar invulling van de KRW bevindt zich nog in de inventarisatiefase. Het invullen van de KRW is een gezamenlijke inspanning van alle overheidslagen. Hierbij is het waterschap de trekker. In hoofdstuk 5 van het bijlagenrapport is de KRW-checklist van de gemeente Moerdijk en waterschap Brabantse Delta opgenomen. Voor 2009 is gezamenlijk een maatregelenpakket samengesteld om invulling te geven aan de doelstellingen van de KRW (verwoord in het Stroomgebiedsbeheerplan). Het halen van deze doelstellingen is voor de gemeente een resultaatsverplichting. De periode 2009-2015 wordt gebruikt om de maatregelen te implementeren. Enkele eisen voor de waterkwaliteit uit de KRW zijn opgenomen in tabel 3. Voor gemeente en waterschap geldt wel dat enkel maatregelen worden getroffen die, tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten een bijdrage leveren aan het bereiken van de KRW doelstellingen. De maatregelen zijn daarvoor vergeleken met andere deelgebieden in het Maas en Schelde stroomgebied en hieruit is een aantal maatregelen geselecteerd als voorkeursvariant op basis van drie criteria (duurzaam, niet afwentelen, kosteneffectief). Tabel 3: Functionele eisen waterkwaliteit KRW –
Toepassen van de trits schoonhouden - scheiden - zuiveren
–
Toepassen convenant duurzaam bouwen
–
Toepassen stappenplan KRW bij (fysieke) projecten
–
Morfologie van oppervlaktewater optimaliseren zonder aantasting van gebruiksfuncties. Significant functieverlies wordt voorkomen
–
Minimaliseren overstortfrequenties
–
Toepassen DOB-methode voor onkruidbestrijding en geen gebruik meer maken van chemische gladheidbestrijding
In de periode tot de vaststelling van het KRW maatregelenpakket in 2009 zal bij fysieke projecten het stappenplan KRW toegepast worden. Het stappenplan is gebaseerd op de doelstellingen en de uitzonderingsbepalingen uit de KRW. Toepassen van het stappenplan zorgt voor een hoger bewustzijn voor het verantwoord gebruik van waterlichamen in overeenstemming met de KRW zodat vooraf beoordeeld kan worden of de KRW een belemmering vormt voor een positief besluit (watertoets) over een project. Tevens maakt het stappenplan het gemakkelijker om het besluit te onderbouwen en om vragen daarover te beantwoorden. - 29 -
Ecologische kwaliteit De KRW eist dat de ecologische toestand van het water een goede kwaliteit weerspiegelt. Dit betekent dat in alle Europese wateren de soorten organismen moeten voorkomen die daar in een onverstoorde situatie thuis horen. Deze natuurlijke soortensamenstelling komt echter in Nederland vrijwel nergens meer voor. Door de waterschappen wordt hiervoor in overleg met belanghebbenden voor alle sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen een zogeheten maximaal ecologisch potentieel (MEP) en Goed Ecologisch Potentieel (GEP) vastgelegd en wordt voor 2009 een stroomgebiedbeheersplan gepresenteerd waarin alle maatregelen voor invulling van de KRW, ecologisch en chemisch worden beschreven. In de rapportage “Samen sterk voor gezond water” [5] van het waterschap zijn voor alle waterlichamen de mogelijke doelen, knelpunten en kansrijke maatregelen, herinrichting, verwijdering van migratiebarrières, saneren van overstorten, verbetering van de hydrologische situatie, maar ook het terugdringing van chemische onkruid- en gladheidsbestrijding en het toepassen van de DOB-methode, beschreven.
Afbeelding 5 Waterlichamen Moerdijk
Binnen het grondgebied van de gemeente Moerdijk gaat het om het Tonnekreek complex en de Roode Vaart. De Mark-Dintel is een gemeente en zelfs landgrensoverschrijdend watersysteem. De maatregelen om invulling te geven aan de doelen en normen kunnen in het hele stroomgebied plaatsvinden.
- 30 -
Chemische kwaliteit Uitgangspunt vanuit de KRW voor de chemische kwaliteit van het water is dat op de langere termijn 2027 de normen van de door de Europese Unie gedefinieerde prioritaire stoffen, de voor mens en milieu zeer schadelijke stoffen zoals kwik en lood, niet meer worden overschreden. Regenwater heeft van nature een goede kwaliteit. Door er voor te zorgen dat, ondanks dat het water over verhard oppervlak afstroomt, deze kwaliteit behouden blijft kan het water vrij op het oppervlaktewater afstromen. De bronnen van vervuiling zijn divers, zoals onkruidbestrijdingsmiddelen, uitspoelende/uitlogende metalen in straatmeubilair en dakgoten of olieresten, autowasmiddelen en strooizout op straat. Bronnen van vervuiling van het oppervlaktewater zijn niet altijd even gemakkelijk aan te wijzen (diffuse bronnen). Op verschillende manieren kunnen de gemeenten en het waterschap deze ‘diffuse bronnen’ aanpakken bijvoorbeeld door het ontwikkelen van beleid op gebied van duurzaam bouwen en onkruidbeheer. Basisinspanning en waterkwaliteitsspoor Een geheel andere verplichting op het gebied van waterkwaliteit is het treffen van maatregelen in de riolering om te voldoen aan de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor. Het rioolsystemen dient zodanig aangepast te worden dat de vuiluitworp uit en het aantal overstorten op zich wordt verminderd. De gemeente Moerdijk voldoet momenteel nog niet aan de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor. Aan de basisinspanning voldoen betekent niet perse dat alle overstorten moeten verdwijnen. Uit het BRP is voor Moerdijk gebleken dat om te voldoen nog minimaal 3 randvoorzieningen nodig zijn.
Streefbeeld 3a.
Voldoen aan KRW Het water in Moerdijk is helder en schoon. De kwaliteit van het oppervlaktewater voldoet aan de gestelde ecologische en chemische doelstellingen.
3b. Voldoen aan Basisinspanning en Waterkwaliteitsspoor De emissie uit het rioolstelsel voldoet aan de Basisinspanning en het Waterkwaliteitsspoor 3c.
4.3a
Kansen voor ontvlechting regenwater en vuilwater –afkoppelen- benut Afkoppelen gebeurt op een verantwoorde en beheersbare wijze (Afkoppelboom hemelwaterbeleid Waterschap Brabantse Delta zie ook 4.3b). Het afgekoppelde regenwater wordt zichtbaar afgevoerd en wordt beheerst geïnfiltreerd in de ondergrond of afgevoerd naar oppervlaktewater.
Voldoen aan KRW (m.u.m. 5) Een goede ecologische toestand en kwaliteit van het water zoals de KRW eist heeft betrekking op de inrichting van het ecosysteem. Enkele watergerelateerde projecten uit het Gebiedsplan Brabantse Delta [6], zoals het project Actief Randenbeheer en de aanleg van ecologische verbindingszones zijn gericht op het behalen van de KRW doelen en moeten uitgevoerd worden. De aanleg van EVZ’s zullen vanuit de KRW waarschijnlijk zelfs een resultaatsverplichting krijgen. De EVZ’s moeten ingericht worden conform het maximaal ecologische potentieel en daarbij moeten combinaties gemaakt worden om te zorgen voor extra waterberging om hiermee zo goed mogelijk te voldoen aan de NBW.
- 31 -
Voor de aanleg van de drie te realiseren ecologische verbindingszones (Tonnekreek, Roode Vaart, Mark) zijn nog diverse belemmeringen in de vorm van het ontbreken van juiste biotopen voor de doelsoorten, versnippering door infrastructuur en barrièrewerking. Deze belemmeringen moeten in beeld gebracht worden en opgelost worden. Een uitwerking van deze oplossingsrichting is te vinden in hoofdstuk 5.2.5.
Knelpunt 1:
Het watersysteem van Moerdijk voldoet nog niet aan de doelen en normen van de Kaderrichtlijn Water
Oplossing:
Beken natuurlijk inrichten Aanleggen ecologische verbindingszones Saneren overstorten (zie 3b) Checklist KRW betrekken bij nieuwe projecten Uitvoeren en stimuleren projecten Gebiedsplan Brabantse Delta, waaronder aanleg EVZ’s
De chemische toestand heeft betrekking op de door de Europese Unie gedefinieerde prioritaire stoffen. Dit zijn zeer schadelijke stoffen (zoals kwik en lood) voor mens en milieu, waarvan besloten is dat deze op langere termijn de norm niet meer mogen overschrijden. De Europese Unie stelt hiervoor normen op, die strenger zijn dan de huidige normen (MTR (Maximaal Toelaatbaar Risico)-waarden). Deze stoffen worden ook wel diffuse bronnen genoemd.
Knelpunt 2:
Diffuse bronnen vormen knelpunt voor waterkwaliteit
Oplossing:
Terugdringen diffuse emissies door: Gladheidbestrijding tot het minimum beperken. Toepassen van DOB-methode bij onkruidbestrijding (Waterschap gaat voor niveau zilver op de Barometer Duurzaam Terrein Beheer. De gemeente gaat voor niveau Brons). Nakomen van het Convenant duurzaam bouwen West Brabant dat met alle ontwikkelende partijen is afgesloten.
Gladheidbestrijding De gemeente Moerdijk heeft een Gladheidbestrijdingsplan opgesteld [7]. Dit plan regelt het strooien op de belangrijkste wegen en fietspaden en locaties waar veel (oudere) mensen verwacht kunnen worden. Hierbij dient een goede afweging gemaakt te worden tussen sociaalmaatschappelijke, economische en milieuhygiënische aspecten. Wanneer er daadwerkelijk gestrooid wordt (op basis van het registratiesysteem van Rijkswaterstaat) dan wordt het zout vermengd met water waardoor er minder van gebruikt hoeft te worden. In 2000 zijn hiervoor 9 strooiers aangeschaft die alléén gedoseerd zout strooien op plaatsen waar dat nodig is en zo voor een lagere milieubelasting zorgen. Op de hoofdwegen wordt “nat gestrooid” (met 7 gram / m2) zodat het zout blijft ‘plakken’ en niet onnodig verwaait. In de woonwijken zelf is dit niet nodig omdat de wind er minder vrij spel heeft. De kernen en fietspaden worden gestrooid met droogzout (15 gram / m2). In totaal is circa 255
- 32 -
strekkende kilometer verharding opgenomen in het gladheidbestrijdingsplan. Hierin zijn ook de wegen buiten de bebouwde kom begrepen. Binnen de bebouwde kom wordt 123,6 ha. aan gladheidsbestrijding gedaan. Het strooien wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen van het CROW. DOB-methode bij Onkruidbestrijding De gemeente Moerdijk past nog geen mechanische of thermische onkruidbestrijding toe en gebruikt een nog toegestaan chemische bestrijdingsmiddel dat negatieve effecten heeft op het flora- en faunaleven, op de kwaliteit van oppervlaktewater, bodem en lucht en het grondwater door uitspoeling. Toepassing hiervan vindt selectief plaats, wat wil zeggen dat met een detectie-oog de bestrating wordt 'afgezocht' en bij detectie van onkruid kort een kleine hoeveelheid bestrijdingsmiddel wordt gespoten. Een ontwikkeling op dit gebied is de DOB-methode (duurzaam onkruid beheer). In Duurzaam OnkruidBeheer (DOB) zijn richtlijnen opgenomen voor het duurzaam bestrijden van onkruid. Zo wordt voor het spuiten aangegeven waar en wanneer dit kan en wanneer niet. Bijvoorbeeld niet bij regenachtig weer omdat spuiten dan niet effectief is. Terreinbeheerders kunnen hierin gecertificeerd worden. De certificering gaat op basis van de barometer duurzaam terreinbeheer die bestaat uit drie niveaus; goud, zilver en brons. Het waterschap en de provincie streven certificering op niveau zilver na. De gemeente Moerdijk is op haar beurt bezig met het herzien van de onkruidbestrijdingsmethode(s). De gemeente past haar beleid aan, voorzien voor het eind van 2008, om vervolgens te voldoen aan de eisen van niveau brons van de barometer duurzaam terreinbeheer. Naleven DUBO-convenant met alle ontwikkelende partijen Duurzaam bouwen (Dubo) is bouwen met minder schadelijke effecten voor het milieu. Duurzaam bouwen richt zich op woningbouw, utiliteitsbouw en de grond, weg- en waterbouw. De Dubo-nomen stimuleren de toepassing van niet uitlogende bouwmaterialen. Deze normen zijn echter nog niet afdwingbaar, waardoor toepassing hiervan niet altijd plaatsvindt. De gemeente Moerdijk heeft in 2007 het convenant duurzaam bouwen West Brabant afgesloten met verschillende projectontwikkelaars en woningcorporaties in de regio. Een van de voorschriften hierin is het voorkomen van het uitspoelen van koper, zink en lood via het hemelwater naar het oppervlaktewater. Deze ‘zware’ metalen spoelen af met regenwater en hopen zich op in de bodem. Koper, lood en zink worden vaak toegepast in dakgoten, regenpijpen, dakbedekking en straatmeubilair. De simpelste oplossing is andere materialen gebruiken en wanneer dat niet mogelijk is dan biedt coaten wellicht een oplossing. Wanneer bij een stedenbouwkundige ontwikkeling het dakwater wordt afgekoppeld naar het oppervlaktewater, wat steeds vaker zal gaan voorkomen gezien de noodzaak van afkoppelen, moet in de bouwvoorschriften als standaard opgenomen worden (om te voldoen aan de KRWnormen) dat het gebruik van uitlogend bouwmaterialen niet is toegestaan. 4.3b
Doorlopen waterkwaliteitsspoor en voldoen aan de basisinspanning (m.u.m. 6) In het kader van de KRW is het mogelijk dat de basisinspanning onvoldoende resultaat biedt om aan de nog nader te stellen KRW kwaliteitseisen te voldoen. Om te onderzoeken of er nog knelpunten aanwezig zijn moet het waterkwaliteitsspoor gevolgd worden.
- 33 -
Knelpunt 1:
Geen inzicht in knelpunten in het watersysteem, zoals riooloverstorten, en de invloed daarvan op de waterkwaliteit
Oplossing:
Uitvoeren OAS en het doorlopen van een waterkwaliteitsspoor waarmee maatregelen geformuleerd en uitgevoerd kunnen worden waarmee vervolgens voldaan kan worden aan de basisinspanning.
Onderzoek in het kader van het waterkwaliteitsspoor is nog niet uitgevoerd, dit is onderdeel van 4 de vier uit te voeren OAS welke gericht zijn op het verder terugdringen van de vuiluitworp als gevolg van overstorten en de invloed hiervan op de waterkwaliteit. Op de thema kaart “Huidig watersysteem” in bijlage 2 zijn de overstortlocaties weergegeven, inclusief evt. aanvullende bergingsvoorzieningen. Op de Knelpuntenkaart in bijlage 2 is te zien welke overstorten mogelijk een probleem vormen, zowel vanuit kwantiteits- als vanuit kwaliteitsoogpunt. Het deelnemen aan de OAS is onderdeel van het gemeentelijk rioleringsplan. Hier ligt een belangrijke opgave, taak voor het havenschap Moerdijk. Op dit moment is er nauwelijks tot geen inzicht in het functioneren van het rioleringssysteem op het haventerrein. Om het waterkwaliteitsspoor goed te kunnen doorlopen dient het havenschap een basisrioleringsplan op stellen om de benodigde gegeven (overstorten, knelpunten, enz.) aan te kunnen leveren voor de afronding van de OAS Bath. Het is essentieel dat dit zorgvuldig en op korte termijn wordt uitgevoerd. 5
Na afronding van de OAS kan een herziening van de Wvo-vergunningen plaatsvinden en worden de nadere afspraken en maatregelen vastgelegd in een afvalwaterakkoord. Het afvalwaterakkoord wordt een dynamisch document dat bij het reguliere bestuurlijk overleg een vast overlegpunt vormt. Veelgenomen maatregelen hierin zijn het aanbrengen van meer berging (in de vorm van zogenaamde BergBezinkVoorzieningen) of pompovercapaciteit of het afkoppelen/ontvlechten van verharde oppervlakken waardoor er minder regenwater in het rioleringssysteem te recht komt. Uit het BRP is voor Moerdijk gebleken dat om te voldoen nog minimaal 3 randvoorzieningen nodig zijn, hiervoor is in het GRP een bedrag van 2,8 miljoen opgenomen. Zie tabel 4 voor functionele eisen ten aanzien van afkoppelen.
4
OAS Bath, Willemstad, Dinteloord en Nieuwveer
5
Het proces om te komen tot een OAS bestaat uit 3 fases.
Fase 1: Inventarisatie OAS, waarin wordt berekend hoever de gemeente reeds voldoet aan de basisinspanning
Fase 2: Quick scan en variantenstudie waarin oplossingen worden uitgewerkt tot de meest doelmatige maatregelen voor een effectief proces van inzamelen, transporteren en zuiveren van het afvalwater per afstromingsgebied van de rioolwaterzuiveringen waarop Moerdijk loost, tegen de laagste mogelijke maatschappelijke kosten
Fase 3: Afvalwaterakkoord OAS waarin de gemeenten en het waterschap gezamenlijk afspraken over de
Sluiten afvalwaterakkoord
operationele en financiële maatregelen die nodig zijn om deze doelstellingen te bereiken worden vastgelegd.
- 34 -
Tabel 4: Functionele eisen afkoppelen –
De voorkeursvolgorde voor de inrichting van het watersysteem is: ‘water bovengronds afvoeren en bergen. Wanneer dit niet lukt meervoudig ruimtegebruik, water in combinatie met groen of parkeren toepassen
–
Alleen afkoppeling van geschikte oppervlakken. Toetsing vindt plaats door toepassing van de trits vasthouden-bergen-afvoeren en door kwalitatieve voorwaarden.
–
Toepassing van bronmaatregelen. Geen toepassing van chemische gladheidbestrijding, bestrijdingsmiddelen en uitlogende bouwmaterialen in afgekoppelde gebieden.
–
Toepassing van effectgerichte maatregelen voor afvangen van vervuiling (bijvoorbeeld een bodempassage).
–
Kansen voor afkoppeling, zoals meelifting bij rioolvervangen en herinrichtingen, worden benut.
–
Bij nieuwbouwplannen 100% gescheiden afvoer van afval- en regenwater (afhankelijk van uitkomsten OAS).
Gemeente en waterschap hebben beide de intentie om invulling te geven aan de door de rijksoverheid geuite opgave tot samenwerken in de afvalwaterketen. Dit moet resulteren in meer transparantie en een efficiënter en dus goedkoper transporteren en zuiveren van afvalwater. Tussen het waterschap en het Havenschap bestaan reeds samenwerkingsverbanden, tussen de overige betrokken partijen binnen de gemeente Moerdijk zijn deze er nog niet. Het is de bedoeling om dit tijdens het OAS-traject Bath alsnog vorm te geven. Binnen de op te stellen afvalwaterakkoorden zullen naast het voorgestelde maatregelenpakket daarom tevens de afspraken over samenwerking in de afvalwaterketen worden vastgelegd. Het afkoppelen van hemelwater van de riolering wordt als duurzamer beschouwd omdat hiermee zuiver regenwater terecht komt in het oppervlaktewatersysteem. Waar hiervoor in het bestaand stedelijk gebied van de kernen van de gemeente Moerdijk kansen liggen is onvoldoende bekend.
Knelpunt 2:
Onvoldoende inzicht in afkoppelmogelijkheden en gewenste waterstructuur kan leiden tot gemiste kansen wat betreft het meeliften met andere projecten.
Oplossing:
Opstellen afkoppelkansenkaart en waterstructuurkaart zie ook 4.4c
Een afkoppelkansenkaart geeft inzicht in de afkoppelmogelijkheden binnen het stedelijk gebied waarmee kansen maximaal benut kunnen worden en bij geplande werkzaamheden, als wegreconstructies, rioolvervangingen en herinrichtingsplannen snel kan worden vastgesteld of afkoppelen mogelijk is, of het nut heeft en zo ja op welke wijze dat dan het beste kan gebeuren. Hierdoor zal op termijn, op locaties waar dit uit oogpunt van verbetering van de afvoercapaciteit van de riolering of beperking van grondwateroverlast op kosteneffectieve wijze kan het ‘afvalwater’ ontvlochten en afgekoppeld worden. Volledige ontvlechting van het bestaand gemeentelijk rioleringssysteem wordt voorlopig niet nagestreefd vanuit kostenoogpunt, doelmatigheid en het introduceren van mogelijk lokale verontreinigingen. Afkoppelen kan immers lokaal leiden tot een verslechtering van de waterkwaliteit. Het gaat dan bijvoorbeeld om het cumulatief effect van zware metalen en bestrijdingsmiddelen. Gezamenlijk met het waterschap en de andere gemeenten binnen het
- 35 -
waterschapsgebied wordt het hemelwaterbeleid in 2008 vormgegeven. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat afkoppelen vooral bedachtzaam moet plaatsvinden. Bij nieuwbouw is een (verbeterd) gescheiden riolering veel eenvoudiger en dus goedkoper te realiseren. Afhankelijk van het gebruik (en dus potentiële verontreiniging) zal worden gekozen voor een verbeterd gescheiden stelsel of gescheiden stelsel. Bij bedrijven- en industrieterreinen, wordt bij hogere milieucategorieën aan bedrijven altijd een VGS aangelegd. In hoofdstuk 5.2.6 is deze maatregel verder uitgewerkt.
4.4
Water in de bebouwde leefomgeving Om de doelen voor de thema’s waterkwantiteit en -kwaliteit te kunnen halen is interactieve samenwerking tussen de verschillende beleidsterreinen noodzakelijk. Met name de ruimtelijke ordening zal een belangrijke bijdrage moeten leveren om de doelen te behalen.
Afbeelding 6 Waterrijk Willemstad
Bij (her)inrichtings- en reconstructieplannen is water mede ordenend. Kansen worden optimaal benut en centraal beschouwd hieraan wordt met de watertoets al invulling gegeven. De watertoets is een verplicht procesinstrument voor alle ruimtelijke plannen met als doel te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze hierin worden meegenomen, waarbij hydrologisch neutraal bouwen als uitgangspunt geldt. Afwenteling naar benedenstroomse gebieden is niet aan de orde. Bij de aanleg van nieuwe watergangen wordt gelet op voldoende doorstroming en trajecten met voldoende waterdiepte. Ook zal getoetst worden aan de KRW doelstellingen. Om hierop te kunnen anticiperen wordt het stappenplan KRW gebruikt, zie ook 4.3.
- 36 -
Tabel 5: Functionele eisen water en RO –
Bij nieuwbouw is water mede ordenend door circa 10% van het te ontwikkelen gebied te reserveren voor water;
– –
Bij inbreidingsplannen wordt hydrologisch neutraal gebouwd; Water wordt bij voorkeur bovengronds geborgen en afgevoerd. Pas als dit niet kan worden ondergrondse systemen toegepast.
–
Toepassing van de trits vasthouden – bergen - afvoeren.
Streefbeeld 4a.
Water zichtbaar en veilig Zichtbaar water nadrukkelijk aanwezig binnen de bebouwde kom en veilig voor de inwoners.
4b. Water (mede)bepalend voor ruimtelijke ordening Bij alle ruimtelijke veranderingen wordt water als mede ordenend principe meegenomen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt de watertoets doorlopen, waarmee de waterhuishouding in deze nieuwe plannen conform het geldende (ruimtelijke) waterbeleid wordt ingericht. Voor de inrichting van het watersysteem in de leefomgeving zijn richtlijnen en randvoorwaarden vastgesteld die door alle beleidsterreinen worden toegepast. 4c.
4.4a
Vastgestelde waterstructuur Ruimteclaims vanuit waterbeheer en geschiktheid van locaties vanuit het oogpunt van de waterhuishouding zijn inzichtelijk gemaakt. Deze waterstructuur is gemeengoed bij iedereen die zich bezighoudt met ruimtelijke initiatieven in en om bebouwd gebied. Een vastgestelde waterstructuur is een leidraad voor het verkrijgen van een samenhangend functionerend watersysteem.
Water zichtbaar en veilig (m.u.m. 7) Bij nieuwbouw, inbreidings- en herinrichtingsplannen wordt te weinig rekening gehouden met water. Een goede manier om meer zichtbaar water te realiseren binnen Moerdijk is door het hydrologisch neutraal bouwen bij nieuwbouwplannen te combineren met het realiseren van extra oppervlakte water. Zeker de combinatie van water met (natuurlijk) groen in de bebouwde leefomgeving vergroot de ‘omarming’ door burgers en het bewustwordingsproces van het belang van voldoende ruimte in de stedelijke woonomgeving voor water. Binnen de woonkernen Zevenbergen, Willemstad en Klundert is water op sommige plekken zichtbaar, echter op ander, cruciale plekken in dezelfde kernen is het water door de jaren heen ‘verstopt’ en overkluisd om in het centrum van de kern ruimte te creëren voor bijvoorbeeld parkeren. In de kern Zevenbergen is zo een deel van de Roode Vaart overkluisd, aan de brugjes in de straat is nog zichtbaar waar de Roode Vaart oorspronkelijk gelopen heeft. Ook in de kernen Willemstad, Fijnaart, Noordhoek en Standaardbuiten is een deel van het water overkluisd.
- 37 -
Afbeelding 7 Gracht rondom Willemstad
Het opnieuw opengraven van deze overkluizing kan sterk bijdragen aan het zichtbaar maken van water. In het college werkprogramma is het onderzoeken van de mogelijkheden tot het open graven van de Roode Vaart opgenomen.
Knelpunt:
In bestaande kernen is water op sommige plaatsen overkluisd en niet beleefbaar.
Oplossing:
Ontkluizen van het water in de kernen (zoals bijvoorbeeld de Roode Vaart in Zevenbergen)
In de studie naar het ontkluizen van de Roode Vaart moet gezien de huidige ontwikkelingen rondom het mogelijke verzilten van het Krammer Volkerak, de rol van de Roode Vaart als aanvoerroute voor voldoende zoet water meegenomen worden. De huidige hydraulische situatie van de Roode Vaart is hiervoor te beperkt. Een aanzet voor het uitwerken van deze maatregel is te vinden in hoofdstuk 5.2.7. 4.4b
Water (mede)bepalend voor ruimtelijke ordening Bij alle ruimtelijke veranderingen wordt water als een van de ordenend principe meegenomen, net als andere lagen als bijvoorbeeld bodem.
Knelpunt:
In het verleden bestonden geen normen voor waterberging in relatie tot toename van bebouwing, waardoor vaak te weinig bergingscapaciteit is gereserveerd. Bij inbreidingsplannen kan vanwege de bestaande waterinfrastructuur vaak moeilijk worden voldaan aan hydrologisch neutraal bouwen.
Oplossing:
Watertoetsprocedure en stappenplan KRW toepassen en naleven
- 38 -
Bij alle ruimtelijke veranderingen wordt de watertoetsprocedure toegepast. Deze procedure wordt al in een vroegtijdig stadium van het planproces gestart als onderdeel van het stedenbouwkundigplan. Het waterpanel kan hierin een rol spelen en wordt “waterexpertise” in de brede zin van het woord al in een vroeg stadium ingebracht, waardoor sneller wordt geaccepteerd dat bijvoorbeeld waterberging, zijnde min 10% van het plangebied, een noodzakelijk onderdeel is in de exploitatie. Als laatste check zal ook voldaan moeten worden aan de keur van het waterschap [8]. Bij plannen waarbij de watertoets is doorlopen vindt achteraf vaak geen controle plaats of de plannen ook volgens de afgegeven watertoets worden gerealiseerd. Net als de bouwvergunning moet getoetst worden op naleving van de in de watertoets afgesproken aspecten. Er moet gecontroleerd worden of men zich daadwerkelijk houdt aan het aantal vierkante meters bebouwing dat plaats mag vinden in combinatie met het aantal vierkante meters waterberging. Bouw- en Woningtoezicht zullen betrokken worden bij de watertoetsprocedures en vervolgens toetsen of naleving hiervan plaats vindt. Tevens kan Bouw- en Woningtoezicht een belangrijke bijdrage leveren bij het toepassing van duurzame bouwmaterialen en de naleving van het convenant duurzaam bouwen. Bij de behandeling van de bouwvergunning kunnen zij wijzen op het wenselijke gebruik van duurzame bouwmaterialen. 4.4c
Vastgestelde waterstructuur (m.u.m. 6) In het waterbeleid heeft de laatste jaren een omslag in het denken plaatsgevonden. Hierdoor wordt steeds meer belang gehecht aan het vasthouden en bergen van water (retentie) in plaats van het snel afvoeren van water. Er is dus in een stedenbouwkundigplan meer ruimte nodig voor water, maar aangezien bebouwing meer geld oplevert dan water en veel gebieden al vol gebouwd zijn, is het vaak lastig om retentielocaties te vinden en deze exploitatietechnisch te verwerken.
Knelpunt:
Kleine losstaande ruimtelijke ontwikkelingen waarbij water wordt gerealiseerd kunnen leiden tot een versnipperde waterstructuur
Oplossing:
Opstellen waterstructuurkaart voor samenhangend watersysteem
De waterstructuurkaart geeft inzicht in de meest optimale locaties voor (grootschalige) retentievoorzieningen bij een toename van verhard oppervlak a.g.v. in- en uitbreidingen en geeft weer hoe het watersysteem er in de toekomst dient uit te zien, met als doel om een gezond, veilig en samenhangend bebouwde leefomgeving te krijgen. De waterstructuurkaart is een verdere uitwerking van de afkoppelkansenkaart. Een waterstructuurkaart geeft de gewenste toekomstige waterstructuur weer. Bij ontwikkelings- en herinrichtingsplannen zal invulling worden gegeven aan deze waterstructuur. Deze kaart wordt mede opgesteld aan de hand van huidige knelpunten en kansen zoals: voorgenomen werkzaamheden, geplande nieuwbouw- en herinrichtingsplannen en afkoppelmogelijkheden. Deze ontwikkelingen staan niet op zich, maar dienen zodanig te worden ingericht dat op termijn een samenhangend watersysteem ontstaat, passend binnen de bebouwde leefomgeving. Met behulp van een waterstructuurkaart kunnen de beste locaties voor waterretentie binnen of grenzend aan het stedelijk gebied in beeld worden gebracht. Op deze manier wordt duidelijk
- 39 -
waar ruimte geclaimd moet worden voor water/retentie en hoe het (hemel)water naar deze locaties getransporteerd kan worden. Om bij een ontwikkeling de juiste ontwerpkeuzes te kunnen maken is het essentieel dat het duurzame eindplaatje met betrekking tot de opvang en afvoer van regenwater in Moerdijk bekend is. Een ander onderdeel van een waterstructuurkaart vormt het beheer en onderhoud aan het toekomstige watersysteem. (zie 4.6) Door de juiste invulling van de waterstructuurkaart en het juist toewijzen van toekomstbeelden aan een watergang kan in de toekomst mogelijk een effectiever beheer en onderhoud worden ingezet. In 2008 gaat de gemeente een nieuwe structuurvisie opstellen. Hier kan het opstellen van een waterstructuurkaart een onderdeel van zijn. Een uitwerking van deze oplossingsrichting is te vinden in hoofdstuk 5.2.6.
4.5
Stedelijk grondwater Een gemeente moet inzicht hebben in de aanwezige grondwaterstanden en met de inwerkingtreding van de nieuwe integrale waterwet moet zij ook zorgen voor de afvoer van het overtollige grondwater in de openbare ruimte, zodat grondwater niet voor overlast zorgt. De gemeente stelt mede hiervoor het waterloket in waar klachten en vragen van burgers over (grond)water worden afgehandeld. Bij grondwaterproblemen neemt de gemeente initiatief om tot een oplossing te komen en betrekt het waterschap hierbij. De burgers, bedrijven en eigenaren hebben de verantwoordelijkheid voor de ontwatering van hun eigen terrein. Er zijn geen wettelijke regels waarmee vastgesteld is wanneer bij welke grondwaterstand sprake is van grondwateroverlast. Dit is mede afhankelijk van het grondgebruik. In nieuwbouwplannen wordt ‘hydrologisch neutraal’ gebouwd. De inrichting en de functie van deze nieuwe wijken zijn in evenwicht met de grondwaterhuishouding. Grondwateroverlast doet zich hierdoor in nieuwbouwplannen niet voor. Als maatstaf voor de vereiste diepteligging van de grondwaterstand wordt de vorstgrens gehanteerd. In Nederland is dit een diepte van circa 0,60 m- maaiveld. Om grondwateroverlast te voorkomen zijn de in tabel 5 aangegeven (ontwaterings)eisen richtinggevend voor nieuwbouwlocaties. Tabel 6: Functionele eis stedelijk grondwateropgave
–
Bij nieuwbouw bedraagt de minimale ontwateringsdiepte voor primaire wegen 1,0 m- as van de weg, voor secundaire wegen 0,70 m- as van de weg, voor bebouwing met kruipruimte 0,70 m- onderkant vloer en voor tuinen en plantsoenen 0,50 m- maaiveld. Maatwerk is mogelijk. In bestaand gebied moet hier doelmatig mee worden omgegaan.
–
Nieuwbouwplannen worden hydrologisch neutraal gebouwd. Bij aanwezigheid van hoge grondwaterstand wordt kruipruimteloos gebouwd of het terrein opgehoogd. Bij kruipruimteloos bouwen geld een ontwateringsdiepte van 0,50 m- onderkant vloer. Overige ontwateringseisen zijn gelijk als bij bestaand bebouwd gebied. Borging vindt plaats middels de watertoets.
–
Kelders zijn waterdicht (conform bouwbesluit).
–
In stedelijk gebied is inzicht in het functioneren van het grondwatersysteem
Bij bestaande situaties kan de eis niet altijd gehaald worden, dus maatwerk per gebied is noodzakelijk. Bij nieuwe ontwikkeling zal voortaan een watertoets doorlopen moeten worden. Hierop moet een positief advies van het waterschap gekregen worden.
- 40 -
Streefbeeld 5a.
Grondwatersysteem in beeld De gemeente heeft inzicht in het functioneren van het grondwatersysteem en de omvang van grondwateroverlast. De gemeente neemt in samenwerking met het waterschap het initiatief om problemen met grondwateroverlast op te lossen. De gemeente heeft, binnen haar verantwoordelijkheid en binnen grenzen van redelijkheid, alle mogelijke maatregelen genomen om bestaande situaties van grondwateroverlast op te lossen.
5b. 1 Waterloket voor burgers en bedrijven, ook voor grondwatervragen Er is een centraal aanspreekpunt voor grondwaterproblemen voor bewoners en bedrijven. Over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden hierbij vindt goede voorlichting op maat plaats richting alle betrokkenen (burgers, bedrijven, gemeente, waterschap, provincie) 5c.
4.5a
Hydrologisch neutraal bouwen (zie 4.4b).
Grondwatersysteem in beeld (m.u.m. 8) De zorgplicht voor het verwerken van het grondwater in stedelijk gebied is in het kader van de nieuwe waterwet ondergebracht bij de gemeenten. De gemeente heeft hiervoor in haar GRP aangeven hoe zij haar taak als regisseur in de strijd tegen grondwateroverlast oppakt en welke maatregelen zij hierin neemt. Om deze grondwaterzorgtaak adequaat uit te kunnen voeren is het van belang dat de gemeente Moerdijk inzicht heeft in de huidige grondwaterstanden en de bestaande overlast locaties. Op de knelpuntenkaart (bijlage 2) is te zien op welke locaties de gemeente momenteel last heeft van grondwater dan wel kwantitatief of kwalitatief.
Knelpunt:
Om de grondwaterzorgtaak goed uit te kunnen voeren is inzicht nodig in mogelijke grondwateroverlastlocaties en de grondwaterstanden. Hiervoor heeft de gemeente Moerdijk te weinig basisgegevens.
Oplossing:
Grondwatermeetnet, enquête onder bewoners, klachtenregistratiesysteem.
Om eventuele kritische nog onbekende locaties in beeld te brengen kan een enquête onder bewoners gehouden worden. Op deze wijze kan op een snelle en eenvoudige manier een beeld gekregen worden van (grond)wateroverlast in de gemeente. Zodra de locaties bekend zijn zal met behulp van peilbuizen, een nieuw (uitgebreid) gemeentelijk grondwatermeetnet inzicht verkregen worden in de grondwaterstanden en de fluctuatie hiervan en kunnen maatregelen worden genomen. In het GRP is reeds vastgelegd om een meetnet op te zetten waarmee de grondwaterstanden in het stedelijk gebied over een langere periode kunnen worden gemonitord [9]. Het huidige meetnet in het bestaand stedelijkgebied van Moerdijk zal hiervoor uitgebreid worden tot circa 110 peilbuizen. De verkregen meetgegevens zullen periodiek uitgelezen en verwerkt worden. Een uitwerking van deze oplossingsrichting is te vinden in hoofdstuk 5.2.8. De reden dat het toch is opgenomen in het waterplan is om te zorgen voor de benodigde interactie en
- 41 -
afstemming met het waterschap en buurgemeenten door het koppelen van de (toekomstige) netwerken en meetgegevens. Om bij geplande nieuwbouwlocaties te kunnen voldoen aan de ontwateringeisen is het nodig vooraf inzicht te krijgen in de huidige grondwaterstanden, hiervoor kunnen soms peilbuizen van het waterschap gebruikt worden. Indien noodzakelijk kan bij geplande nieuwbouwlocaties het gemeentelijk grondwatermeetnet (tijdelijk) worden uitgebreid. Omdat de grondwaterstand fluctueert is het wenselijk om over een langere periode grondwatermetingen te verrichten zodat eventuele problemen vooraf opgelost of voorkomen kunnen worden. 4.5b
1 Waterloket voor burgers en bedrijven, ook voor grondwatervragen Met name op het gebied van grondwateroverlast (en het verzakken van bestratingen/taluds) ontvangt het waterschap regelmatig meldingen/klachten van inwoners die zijn doorverwezen door de gemeente, terwijl deze klachten geen betrekking hebben op taken van het waterschap. Het inrichten van 1 waterloket voor burgers en bedrijven kan er voor zorgen dat dergelijke meldingen/klachten door de juiste instantie, in dit geval de gemeente afgehandeld wordt, zonder dat men onnodig van de ene naar de andere instanties word doorverwezen. Zie verder 4.1c.
4.6
Risico:
Het is niet altijd duidelijk waar burgers en bedrijven terecht kunnen met hun watervragen.
Oplossing:
Een waterloket kan ervoor zorgen dat watervragen snel bij de juiste persoon terecht komen en spoedig afgehandeld worden. Binnen de gemeente moet dit op een centrale plaats geregeld worden.
Beheer en onderhoud De verschillende onderdelen van het watersysteem hebben verschillende functies. Het beheer en onderhoud moet hierop afgestemd worden. Hierdoor wordt in Moerdijk het watersysteem, met als basis de waterstructuurkaart, ingedeeld naar gebruiksfunctie, waterafvoer, ecologie of cultuurhistorie. Het beheer en onderhoud van de watergangen is hierop afgestemd en wordt uitgevoerd door het waterschap. De gemeente zorgt voor het beheer van de riolering, een actueel gegevensbestand en de monitoring van de overstorten. Het beheer en onderhoud wordt geoptimaliseerd, bijvoorbeeld door afstemming van het maaibeleid en -frequenties. Deze afstemming vindt plaats in het reguliere overleg, waterpanel eventueel aangevuld met experts uit het onderhoudsteam. Tijdens de ontwerpfase, bij uitbreiding van het watersysteem en waterketen wordt rekening gehouden met beheer- en onderhoudsaspecten zoals is vastgelegd in de beleidsregel ‘Waterlopen op Orde’ [4] van het waterschap, waardoor de voorzieningen effectief beheerd en onderhouden kunnen worden. Overleg hierover vindt plaats tijdens het watertoetstraject.
- 42 -
Streefbeeld
4.6a
6a
Optimalisatie van beheer en onderhoud Het beheer en onderhoud van het watersysteem en de aangrenzende natte infrastructuur in het stedelijke gebied wordt zoveel mogelijk geoptimaliseerd en is afgestemd op de gebruiksfunctie. Achterstallig onderhoud komt niet voor.
6b
Beheerbewuste planvorming Bij het ontwerp van waterelementen of elementen die hierop invloed uitoefenen vindt afstemming plaats met de beheerder van het element en de beheerder van het oppervlaktewater.
Optimalisatie van beheer en onderhoud Voor optimaal waterpeilbeheer is goed onderhoud van de waterlopen van groot belang: baggeren, maaien, verwijderen van overmatige begroeiing en herstellen van taluds en beschoeiingen zijn typische onderhoudswerkzaamheden aan een watersysteem. Het waterschap onderhoudt bijna alle watergangen binnen de gemeente Moerdijk. Het watersysteem wordt steeds omvangrijker en diverser, bijvoorbeeld door de aanleg van bergings- en infiltratievoorzieningen. Uitgangspunt is dat na oplevering nieuwe watergangen overgedragen worden aan het waterschap. Om problemen achteraf te voorkomen moet tussen waterschap en gemeente het beheer, de verdeling en het combineren van de overige onderhoudszaken tijdige afgestemd worden.
Risico:
Het niet goed afstemmen van beheer en onderhoud kan leiden tot onnodige kosten en/of wateroverlast of waterkwaliteitsknelpunten.
Oplossing:
Voortzetten regulier Beheer & Onderhoudsoverleg: coördineren beheer en onderhoud tussen gemeente en waterschap, gemeenschappelijk informatiesysteem in waterpanel.
Het jaarlijkse onderhoud wordt in principe uitgevoerd in drie perioden: voorjaar, zomer en najaar. Standaard geldt per watergang een maaifrequentie van eenmaal per jaar. In een onderhoudsplan, gekoppeld aan de waterstructuurkaart, zal opgenomen worden hoe en wanneer onderhoud aan de diverse onderdelen van het (toekomstige) watersysteem plaats dient te vinden om het gezamenlijk (tijdens de watertoets) bepaalde streefbeeld van de watergang te realiseren. Vanaf 1 mei 2007 is het waterschap gestart met het gedifferentieerd (ecologisch) onderhouden van veel watergangen. Omdat de gemeente verantwoordelijk is voor het onderhoud van bermen en flauwe taluds is het gewenst om deze onderhoudswijze en het tijdstip van uitvoering op elkaar af te stemmen. Er vindt reeds regulier (2x/jr) overleg tussen de beheerders plaats, indien gewenst kan het in het waterpanel geagendeerd worden waarbij deze aangevuld wordt met experts op het gebied van beheer.
- 43 -
Bij het onderhoud van watergangen maakt het waterschap onderscheid in jaarlijks en groot onderhoud. Onder groot onderhoud wordt verstaan het herprofileren en baggeren van watergangen, het herstellen/aanbrengen van oeverbescherming en het schoonmaken van alle in oppervlaktewateren gelegen kunstwerken (duikers e.d.). Het waterschap hanteert een onderhoudscyclus van 6 jaar met betrekking tot groot onderhoud. Om de onderhoudswerkzaamheden uit te kunnen voeren, wordt de gemeente gevraagd tijdig rekening te houden met de bereikbaarheid en de ontvangstplicht. In afbeelding 8 (deelgebieden) is de planning van het groot onderhoud weergegeven, gemeente Moerdijk zie kader. Het onderhoud in het oostelijk deel van de gemeente, ten oosten van de Roode Vaart is in 2007 uitgevoerd. Het westelijk deel van de gemeente komt in 2012 en het hiertussen gelegen gebied in 2009 aan de beurt.
Afbeelding 8 Deelgebieden
NB: De gemeente voert het beleid om onderhoudstroken te verkopen aan aanliggende eigenaars. Op deze stroken zijn ook de bepalingen van de Keur van toepassing. De gemeente is als eigenaar verantwoordelijk voor het onderhoud van dergelijke stroken. De gemeente zal bij de verkoop van dergelijke onderhoudstroken de koper wijzen op de bepalingen vanuit de Keur en de onderhoudsverplichting 4.6b
Beheerbewuste planvorming Veel watergangen binnen de gemeente zijn moeilijk te onderhouden, omdat de lokale situatie niet voldoet aan de huidige uitgangspunten van het waterschap vastgelegd in de Keur. (zie bijlage 6)
- 44 -
Risico:
Niet tijdig nadenken over beheer en onderhoud, kan leiden tot constructies die niet te beheren of te onderhouden blijken of alleen tegen onnodig hoge kosten.
Oplossing:
Beheer en onderhoud reeds bespreken bij ontwerpfase (watertoets)
Tijdig, in de ontwerpfase en het watertoetstraject moeten in de toekomst mogelijk ongewenste, onbeheerbare situaties worden voorkomen. Huidige ongewenste situaties kunnen in het waterpanel aan de orde komen, waarbij gestreefd wordt naar een optimalisatie van het onderhoud op basis van een gezamenlijke streefbeeld dat in de waterstructuurkaart wordt vastgelegd. Tabel 7: Functionele eisen beheer en onderhoud
4.7
–
In ontwerpfase het ontwerp afstemmen met beheer en onderhoud (beheerbewuste planvorming)
–
Beheer en onderhoud afstemmen op gebruiksfunctie
–
Waar door samenwerking het beheer en onderhoud effectiever kan, wordt dit gedaan.
–
Overstortregistratie en actualisatie rioleringsdata vastleggen in waterakkoord
–
Na overstortingen worden de watergangen geschoond door het waterschap.
Water en recreatie Het thema Recreatie is al voldoende beschreven in het “Beleidsplan Toerisme en Recreatie” [10]. Vanuit het waterplan wordt er enkel op gewezen kansen te benutten om maatregelen op het gebied van water te combineren met recreatieve doelstellingen. Belangrijke watergerelateerde actievoorstellen uit het beleidsplan Toerisme en Recreatie zijn: (Jacht)havens en Watersport Mark en Dintel Realiseren van kanoroutes tussen de havens van de naburige kernen Zevenbergen en Standdaarbuiten. Jachthaven Willemstad Opstellen van een verbeterplan. Jaarlijkse actualisatie havenverordeningen. Andere lopende projecten Toekomst Visie Plus Mark-Dintel-Vliet [11]: In bijeenkomsten op 25 januari 2008 en 8 april 2008 is afgesproken dat aan het traject Mark-Dintel-Vliet verder invulling gegeven zal worden en dat de uitgangspunten hiervoor middels een convenant vastgelegd zullen worden tussen de verschillende betrokken besturen, de gemeenten Halderberge, Moerdijk, en Steenbergen en de dijkgraaf van het Waterschap Brabantse Delta. De overige gemeenten steunen het initiatief. De gebiedscommissie Brabantse Delta heeft derhalve actie ondernomen en dit project met prioriteit opgepakt om de mogelijkheden te onderzoeken.
- 45 -
Havenfront Willemstad: een toeristisch-recreatieve impuls geven aan de voormalige werkhaven te Willemstad door middel van de aanleg van een jachthaven, watersportaccommodaties en horecavoorzieningen.
Afbeelding 9 Jachthaven Noordschans (links) en jachthaven Moerdijk (rechts)
Toeristisch-recreatieve ontwikkelingsvisie Sabina-Henricapolder en Fort Sabina. Wandel- en fietspaden netwerk Waterfront Moerdijk: de realisatie van een aantal (scheeps-)woningen en een fullservice jachthaven aan de westzijde in combinatie met bedrijvigheid aan de oostzijde.
Kans:
De restauratie van het Fort kan gecombineerd worden met het verbeteren van de waterkwaliteit van de gracht rondom het fort.
Afbeelding 10 Fort Sabina en omringende gracht
- 46 -
Kans:
Het combineren van de aanleg van een kanoroute over de Mark met het realiseren van ecologische verbindingszone
Kans:
Het combineren van de aanleg van een fietsroute met het thema Water met de realisatie van ecologische verbindingszones
- 47 -
5
UITVOERINGSPROGRAMMA De streefbeelden die beschreven zijn kennen veelal een lange termijn doelstelling, ze schetsen het waterbeeld in de gemeente Moerdijk over circa 20 jaar. Om te komen tot een concreet uitvoeringsprogramma voor de komende 5 jaar is het noodzakelijk keuzes te maken met de oplossingsrichtingen en maatregelen. Het uitvoeringsprogramma van het waterplan Moerdijk omvat nu in totaal circa 40 maatregelen die in de planperiode 2008-2027 worden uitgevoerd. De maatregelen die in het uitvoeringsprogramma zijn opgenomen en betrekking hebben op een bepaalde locatie zijn opgenomen op de maatregelenkaart in de bijlage. Het is niet mogelijk en wenselijk om alle maatregelen tegelijkertijd te starten. Gestart wordt met de meest urgente maatregelen. Het totale uitvoeringsprogramma is te vinden in bijlage 3.
5.1
Prioritering in de maatregelen Een aantal maatregelen uit het uitvoeringsprogramma maakt onderdeel uit van de reguliere en wettelijke taken van de betreffende organisatie, gemeente of waterschap. Het gaat dan om bijvoorbeeld het uitvoeren van maatregelen die al in eerdere opgestelde plannen zijn opgenomen, zoals het Gemeentelijk en het Basisrioleringsplan. Deze maatregelen lopen in de gehele planperiode door. De nieuwe maatregelen kunnen echter niet allemaal gelijktijdig worden uitgevoerd. Enerzijds is het beschikbare budget, en anderzijds is het beschikbare personeel niet toereikend. Het stellen van prioriteiten is daarom noodzakelijk. Bij de bepaling van de meest urgente maatregelen en het tijdstip van uitvoering van deze is rekening gehouden met reeds in andere plannen geplande maatregelen, het proces van het ste Waterbeheer 21 eeuw en de KRW. De meest urgente maatregelen worden uitvoeriger beschreven qua strekking / omschrijving, het doel en het effect van de maatregel. De meest urgente maatregelen zijn aangescherpt na de behandeling van het concept waterplan in een beeldvormende vergadering. Voor deze bijeenkomst waren vertegenwoordigers van: de raadsfracties, waterschap, havenschap Moerdijk, stads- en dorpraden, ZLTO, SBBO en de natuurbeherende instanties: Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer uitgenodigd. In bijlage 3 zijn alle geformuleerde maatregelen thematisch weergegeven. In de tabel is per maatregel het tijdstip van uitvoering, de kosten van de maatregel en de verdeling van de kosten tussen de verschillende participanten weergegeven en is er een trekker benoemd. De trekker is de organisator, die de uitvoering initieert en begeleidt in samenwerking met de andere betrokken partijen. De trekkende partij bewaakt weliswaar ook de financiële kant van de uitvoering, maar is niet per definitie de (gehele) financierende partij.
5.2
Meest urgente maatregelen De 8 meest urgente maatregelen: 1 Het beschikbaarstellen van voldoende personele capaciteit 2 Waterpanel nieuw leven inblazen 3 1 Waterloket voor burgers en bedrijven 4 In beeld brengen stedelijke wateropgave 5 Aanleggen natte ecologische verbindingszones 6 Opstellen van een afkoppelkansenkaart en waterstructuurkaart 7 Blauwe visie Roode Vaart 8 Opzetten meetnet grondwater
- 48 -
5.2.1
Beschikbaar stellen voldoende personele capaciteit Het doel is ervoor te zorgen dat binnen de gemeente Moerdijk voldoende capaciteit en kennis beschikbaar is om te kunnen voldoen aan alle (water)verplichtingen vanuit de wetgeving. Omschrijving Momenteel is er binnen de gemeente Moerdijk onvoldoende personele capaciteit beschikbaar voor het onderwerp Water. Het huidige takenveld op het gebied van Water moet onder tijdsdruk uitgevoerd worden en daarnaast komen er nog extra taken bij als gevolg van nieuwe ontwikkelingen, zoals de KRW, NBW, Wet gemeentelijke watertaken en de nieuwe Waterwet. Het gevolg is een tekort aan personele capaciteit. Dit kan opgelost worden door voor het huidige personeel voldoende tijd te ramen voor het uitvoeren van watertaken en het aannemen of inhuren van extra personeel (capaciteit en kennis) voor watertaken. In januari 2007 is een taakformatie-analyse uitgevoerd voor water, natuur en landschap binnen Moerdijk [12]. Hieruit blijkt dat het capaciteitstekort binnen de cluster Ruimte van de afdeling strategie en advies jaarlijks 0,4 fte bedraagt voor het invullen van watertaken op het gebied van beleid. In maart 2008 is met de invulling van de vacature adviseur Ruimte (water en groen) hieraan invulling gegeven. Binnen de afdeling Realisatie en Beheer is op grond van de landelijke kentallen (Leidraad Riolering) en de voorgenomen investeringen op rioleringsgebied circa 7,7 fte capaciteit nodig om het werk te kunnen uitvoeren, exclusief de overhead voor management, financiën, voorlichting en juridische zaken. Er is voor rioleringen heden slechts 5,4 fte beschikbaar, er is dus een tekort van ruim 2 fte (zie GRP 2007-2011). Om exact in beeld te brengen op welk vlak de meeste behoefte is aan versterking wordt voor R&B een capaciteitstudie verricht. Een voorlopige conclusie is dat de versterking vooral nodig is bij afdeling R&B en bij de uitvoering, afdeling GA. Eind 2008 zal aan het college in een aparte adviesnota een voorstel gedaan worden voor de uitbreiding van de personele capaciteit. Kosten De aanvullende kosten op het gebied van riolering betreffen waarschijnlijk 2 fte. Verwacht wordt dat de vacatures opengesteld zullen worden in respectievelijk functieschaal 9-10 (R&B) en 5-6 (GA). Eind 2008 zal een definitief besluit genomen worden over de uitbreiding van de capaciteit. Deze financiële extra jaarlast van max. € 100.000,- zal worden meegenomen in de begroting 2009.
5.2.2
Waterpanel nieuw leven inblazen Het doel van het waterpanel is ervoor te zorgen dat water voldoende aandacht krijgt binnen de gemeente Moerdijk en er voldoende afstemming plaatsvindt zowel intern en extern om tegenstrijdigheden in plannen, projecten en uitvoering te voorkomen. Omschrijving In 2006 bestond er een waterpanel bij de gemeente Moerdijk. Het waterpanel bestond uit personen van diverse disciplines binnen de gemeente, die in hun werk met water te maken hebben. Het waterpanel moet een herstart krijgen. Gezien de constructieve samenwerking tussen het waterschap en de gemeente tijdens het opstellen van het waterplan is besloten om de werkgroep voort te laten bestaan als het waterpanel. Het waterpanel bestaat uit een vaste groep personen, vanuit de gemeente adviseur
- 49 -
Ruimte (water en groen) en vanuit Beheer de adviseur Rioleringen. Vanuit het waterschap zit de Regiomanager en de waterbeheerder in het waterpanel. Afhankelijk van het onderwerp kunnen experts, provincie, rijkswaterstaat, handhavers, projectleiders, beheerders, uitgenodigd worden. Het waterpanel zal periodiek overleggen. In eerste instantie zal dit maandelijks zijn. Later kan deze frequentie naar gelang aangepast worden. De intentie is in ieder geval om minimaal tweemaandelijks een overleg te houden.
Afbeelding 11 Permanente samenwerking in het afvalwatersysteem (Bron: Unie van Waterschappen)
In het waterpanel worden alle wateraspecten besproken, die spelen binnen de gemeente, zoals: ruimtelijke ontwikkelingen en de watertoets, beheer- en onderhoudsaspecten, voorlichting over water, KRW- en NBW-vraagstukken, afstemming van rioleringsmaatregelen en de werking van het waterloket. Het waterpanel draagt zorg voor een goede afstemming tussen de verschillende plannen binnen de gemeente en het waterschap waarin water een rol speelt en het benutten van kansen. De voortgang van het maatregelenpakket uit het waterplan wordt gemonitord en nieuwe ontwikkelingen worden getoetst aan de in dit document gemaakte afspraken of hieruit voortgekomen producten zoals bijvoorbeeld een waterstructuurkaart.
- 50 -
Jaarlijks zal er minimaal één bestuurlijk overleg plaatsvinden over waterzaken tussen waterschap en gemeente. In dit overleg wordt (jaarlijks) het Uitvoeringsprogramma Water vastgesteld. Dit overleg wordt ambtelijk voorbereid in het waterpanel. Kosten De kosten voor het waterpanel bestaan uit de personele inzet voor het deelnemen aan een tweemaandelijks overleg en het voorbereiden ervan inclusief het voorbereiden van het jaarlijkse bestuurlijke overleg. Dit is onderdeel van de reguliere werkzaamheden adviseur Ruimte afdeling S&A. De begrote kosten hiervan bedragen globaal € 8.000,- per jaar voor de gemeente, en circa € 2.500,- per jaar voor het waterschap. 5.2.3
1 Waterloket voor burgers en bedrijven Het doel van een waterloket is ervoor te zorgen dat (niet projectgebonden) watervragen en klachten zo snel mogelijk bij de juiste behandelende persoon terechtkomen en tijdig afgehandeld worden. Op deze manier kan ook voorkomen worden dat vragen onterecht naar het waterschap worden doorgestuurd. Daarnaast kan het loket ertoe bijdragen om een (ruimtelijk) overzicht te krijgen van vragen en klachten, wat bijdraagt aan het krijgen van inzicht in en oplossen van waterproblemen. Daarnaast moet er vanuit de nieuwe Waterwet invulling worden gegeven aan de grondwaterloketfunctie. Omschrijving De gemeente wordt, als gevolg van de nieuwe integrale waterwet verplicht te zorgen voor het ‘loket’ en de verzameling en verwerking van vragen. De één-loket-gedachte maakt de afstand tussen de burger en het ambtelijk apparaat kleiner. Er is één plek, deze kan ook digitaal/virtueel zijn, waar alle vragen van de burgers en bedrijven worden verzameld. Van hieruit worden ze doorgestuurd naar de behandelende ambtenaar van de gemeente, waterschap of provincie. Hierdoor kan voorkomen worden dat vragers onterecht van de ene naar de andere organisatie worden gestuurd. Het waterschap en de gemeente zelf zorgen voor een goede afstemming en het doorspelen van de vragen, klachten en eventuele suggesties. Momenteel ontbreekt binnen de gemeente een centrale loketfunctie, waardoor voor niet projectgebonden watervragen niet altijd direct duidelijk is bij wie burgers en bedrijven terecht kunnen. Tevens is er nu binnen de gemeente niemand die overzicht heeft over alle klachten. Binnen de gemeente Moerdijk bestaat wel al een klachtenlijn, waar burgers terecht kunnen met hun vragen. Deze klachtenlijn zit nu verbonden aan het fysieke loket / de centrale balie van de gemeente. Er zijn meerdere opties voor het instellen van een centraal loket: De klachtenlijn wordt (qua kennis) uitgebreid door een persoon die enige kennis op het gebied van water, zodat hij alle vragen begrijpt. Deze persoon weet dan tevens waar de kennis op het gebied van water verspreid zit binnen de gemeente of waterschap, zodat hij vragen snel kan doorschakelen naar de juiste persoon. De persoon die de vragen/klachten op het gebied van water binnen krijgt, moet deze vragen & antwoorden en klachten & oplossingen noteren en ruimtelijk (laten) weergeven op een kaart. Op deze manier ontstaat er op eenvoudige wijze een overzicht van problemen en kansen die zich op het gebied van water voordoen binnen de gemeente. Een andere optie is dat het inrichten van een virtueel waterloket gekoppeld aan de homepage van de gemeente Moerdijk. Via dit loket kunnen inwoners vragen stellen en klachten of wensen over water melden bij de gemeente. De melding wordt ruimtelijk vastgelegd (op een plattegrond) en opgenomen in een openbare database. Een inwoner kan de database dus zelf raadplegen. Na een melding vindt door middel van e-mailverkeer
- 51 -
eenvoudig geregistreerde communicatie plaats tussen de inwoner en ambtenaar van de verantwoordelijke instantie: gemeente of het waterschap, die de waterklachten/vragen af dient te handelen. Het ‘Virtuele Waterloket’ is daarmee interactief. Ook moet er bij de centrale balie enige kennis aanwezig zijn om publiekelijk een vraag of klacht in te kunnen voeren, wanneer de aanvragen niet over internet beschikt. Deze vragen zullen alsnog schriftelijk afgehandeld moet worden. Het waterpanel zal verder moeten nadenken over de invulling van het waterloket. Hierin kunnen vragen behandeld worden als: Wie is geschikt om de klachten/vragen aan te nemen en door te verwijzen?, Hoe gaan we de klachten/vragen registreren?, gaan we de informatie ruimtelijk weergeven en zo ja hoe, in GIS?, Wie gaat het overzicht aan klachten/vragen analyseren en hoe?, etc. De uiteindelijke keuze zal, op basis van een door het waterschap en gemeente gezamenlijk opgesteld advies, gemaakt worden door de gemeenteraad van Moerdijk. Kosten De kosten voor het centrale loket zijn afhankelijk van de keuze die gemaakt wordt. Bij optie een bedragen het voornamelijk personeelskosten. De benodigde tijd is afhankelijk van de invulling van het loket (hoe uitgebreid). De praktijk zal moeten uitwijzen hoeveel tijd het daadwerkelijk kost. Vermoedelijk zal een fysiek loket niet meer dan een halve dag per week kosten voor 1 persoon. Gemiddeld zullen de kosten daarmee neerkomen op circa 4 uur á € 80,--, oftewel € 320,- per week, wat neerkomt op circa € 15.000,-- per jaar. Optie 2 gaat uit van het opzetten van een virtueel loket, hierin is expertise bij andere gemeenten. Een voorbeeld is het virtuele waterloket voor de samenwerkende gemeente Cuijk, Boxmeer, Grave, Mille en Sint Hubert en Sint Anthonis. De globale eenmalige kosten voor het opzetten van een virtueel waterloket bedragen ca. € 12.500,- per gemeente, waarbij mogelijk zowel waterschap (40%) als provincie (20%) subsidie verlenen. Deze kosten zijn onderdeel van het uitvoeringsprogramma en kunnen worden gedekt uit het structurele uitvoeringsbudget in de begroting van € 25.000 (postnr. 6240003). De beantwoording komt er in beide gevallen apart bij, dit is onderdeel van de reguliere werkzaamheden van de betreffende ambtenaar. Bij voldoende capaciteit (5.2.1) zijn hier geen aanvullende kosten te verwachten. 5.2.4
In beeld brengen stedelijke wateropgave Het doel is het in beeld brengen van mogelijke toekomstige wateroverlastsituaties als gevolg van klimaatsontwikkelingen en het hierdoor tijdig kunnen bedenken van maatregelen, om dergelijke overlastsituaties te voorkomen. Omschrijving In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is tussen de waterbeheerders en de overheden afgesproken dat de gevolgen van extreme neerslaggebeurtenissen inzichtelijk gemaakt dienen te worden. Hiervoor is in 2007 voor de gemeente Moerdijk het verhard oppervlak binnen de gemeente opnieuw geïnventariseerd. Hierop zijn voor de IGA’s herberekeningen uitgevoerd met behulp van een oppervlaktewater model om mogelijke wateroverlast bij de T=10, T=25, T=50 en T=100 bui situatie in beeld te brengen en zijn voor de gemeente Moerdijk de drempelhoogtes van de overstorten opnieuw ingemeten. Door de drempelhoogtes van de overstorten en de resultaten van de IGA’s te combineren zijn de negatieve overstorten in beeld gebracht.
- 52 -
Deze berekening vormt een eerste indicatie en dient nader te worden uitgewerkt. O.a. de interactie tussen riolering en oppervlaktewater moet hierbij worden beschouwd. Het waterschap hanteert hiervoor een berekeningsmethodiek welke gebaseerd is op ontwerpbuien. De volgende stap is het zoeken naar maatregelen voor het oplossen van de stedelijke wateropgave. Een mogelijke oplossing is het sturen van het over maaiveld afstromende regenwater naar locaties waar het overtollige regenwater tijdelijk geborgen kan worden zonder dat het overlast voor de omgeving veroorzaakt. Onderzocht dient te worden welke locaties hiervoor geschikt zijn en welke sturings-maatregelen noodzakelijk zijn. Om regenwater op een gestructureerde wijze uit het stedelijk gebied af te voeren kan een waterstructuurkaart en/of afkoppelkansenkaart opgesteld worden. (5.2.6) Kosten Het in beeld brengen van de stedelijke wateropgave kost circa € 25.000. De oppervlaktewaterberekening met bijbehorende maatregelen zullen gefinancierd worden door het waterschap. De rioleringsberekening met bijbehorende maatregelen zal door de gemeente gefinancierd worden. De kosten voor het bepalen van interactie bij verdronken overstorten, overstort waarbij oppervlaktewater het rioleringsstelsel in loopt, en bijbehorende maatregelen zullen 50/50 gedragen worden. 5.2.5
Aanleggen natte ecologische verbindingszones Het doel van het aanleggen van EVZ’s is uitwisseling mogelijk maken van bijzondere flora en fauna tussen bestaande (en toekomstige) natuurgebieden. Bij het ontbreken van een verbindingszone raken natuurgebieden met populaties geïsoleerd en treedt er versnippering op. Omschrijving Binnen gemeente Moerdijk zijn enkele ecologische verbindingszones aangeduid, in totaal is Moerdijk 46,9 km evz ‘rijk’ waarvan 13.3 km grensoverschrijdend is. Het zijn: Tonnekreekcomplex-Keenehaven (incl. Aalskreek). Buitengracht Willemstad Havenschap (grotendeels gerealiseerd) Roode Vaart noord Mark-Dintel-Vliet systeem
Afbeelding 12 Tonnekreek richting Hollandsch diep
- 53 -
De ecologische verbindingszones voldoen in de huidige situatie nog niet aan de door de provincie gestelde streefbeelden. Naast een gebrek aan de juiste biotopen voor de doelsoorten, is er vaak ook sprake van barrièrewerking door infrastructuren. De belangrijkste knelpunten zijn wegen, stuwen en duikers die de migratie van de doelsoorten binnen een ecologische verbindingszone (EVZ) belemmeren. Om de ecologische verbindingszones te kunnen laten functioneren, zullen deze knelpunten verholpen moeten worden. Voor het gebied TonnekreekKeenehaven zijn de knelpunten en mogelijke oplossingen te vinden in de Knelpuntenanalyse ecologische verbindingszones Tonnekreekstelsel [13] en de IGA Tonnekreek-Keenehaven [14]. Voor de overige twee EVZ’s moeten deze nog nader bepaald worden. Een EVZ dient gemiddeld 25 m breed te zijn. Voor de natte EVZ is het waterschap initiatiefnemer en moet 10 m voor zijn rekening nemen, de overige 15 meter komt voor rekening van de gemeente. De natuurdoeltypen conform welke de EVZ moet worden ingericht zijn opgenomen in het provinciale natuurgebiedsplan. Om kansen te benutten en kosten te beperken kan het aanleggen van de EVZ Mark-Vliet boezem gecombineerd worden met het aanleggen van een kanoroute door de Mark en Dintel tussen de havens van de kernen Zevenbergen en Standaardbuiten. Het aanleggen van de overige twee EVZ's kan over delen gecombineerd worden met het aanleggen van een fietsroute met het thema Water. Uitgezocht dient te worden welke delen van de EVZ's hier geschikt voor zijn. Kosten De kostendekking is als volgt: De gemeente betaalt het droge deel (15 m) van de EVZ en eventuele recreatieve voorzieningen. Het waterschap betaalt het natte deel (10 m) van de EVZ en eventuele waterberging. De kosten voor de aanleg en de inrichting van de ecologische verbindingszones bedragen ca. € 37.500,-- per km en soms zijn extra kosten nodig voor de grondverwerving. De kosten voor het beheer en onderhoud van de ecologische verbindingszones bedragen circa € 625,-per km per jaar. Met de Beleidsregel subsidie natuur en landschap wil de provincie het natuur- en landschapsbeheer buiten de ecologische hoofdstructuur (EHS) bevorderen. Deze subsidieregeling bestaat al sinds 1993 en is tussentijds een aantal keer gewijzigd. Bij de laatste wijziging op 18 maart 2008 is aan de regeling toegevoegd dat Gemeenten en waterschappen die ecologische verbindingzones aanleggen in de bestuursperiode (2008-2011) in aanmerking komen voor een subsidie van 100% op het gemeentelijk deel van de verbindingszone. Gemeenten die de afgelopen jaren op eigen initiatief in de aanleg van ecologische verbindingszones hebben geïnvesteerd, krijgen een eenmalige bijdrage in de beheerskosten. Gemeente en waterschap gaan zich gezamenlijk maximaal inzetten voor het realiseren van de EVZ binnen de gemeente Moerdijk. Zij zullen op basis van de IGA’s een inrichtingsplan opstellen en gezamenlijk een rentmeester vragen te inventariseren wat de kansen zijn. Voor de uitvoering van het waterplan is door de gemeenteraad een krediet van ca. € 710.000,beschikbaar gesteld. Dit zal onder andere ingezet worden voor de uitvoering van werkzaamheden ten aanzien van deze maatregel: aankopen van grond buiten de gesubsidieerde 15m, ambtelijke ondersteuning, voorfinanciering, infrastructurele aanpassingen, enz. NB: Het realiseren van een EVZ kan bemoeilijkt worden doordat de nodige grondverwerving alleen op vrijwillige basis kan gebeuren. Bovendien moeten er soms R.O.-procedures doorlopen - 54 -
5.2.6
worden waarbij de uitkomst niet bij voorbaat vast staat vanwege de mogelijkheid van bezwaar en beroep. Opstellen van een afkoppelkansenkaart en waterstructuurkaart Het doel van de afkoppelkansenkaart is inzicht geven in de afkoppelmogelijkheden binnen Moerdijk. Het doel van de waterstructuurkaart is het weergeven van de toekomstige waterstructuur om versnippering en verstoring te voorkomen. Omschrijving Een afkoppelkansenkaart geeft inzicht in de afkoppelmogelijkheden binnen het stedelijk gebied van de gemeente Moerdijk. Op deze kaart is aangegeven welke oppervlakken geschikt zijn voor afkoppeling en op welke wijze afkoppeling kan plaatsvinden. Met behulp van deze kaart kan bij geplande werkzaamheden, zoals wegreconstructies, rioolvervangingen, herinrichtings- en nieuwbouwplannen snel worden vastgesteld of afkoppelen mogelijk is en zo ja, op welke wijze. Toetsing vindt plaats middels een afkoppelbeslisboom. Een waterstructuurkaart geeft de gewenste toekomstige waterstructuur weer en geeft inzicht in de meest optimale locaties voor (grootschalige) retentievoorzieningen bij een toename van verhard oppervlak a.g.v. in- en uitbreidingen. Zo kan ook afkoppeling plaatsvinden door te infiltreren, waarbij regenwater via de toekomstige (regen)waterstructuur getransporteerd wordt naar centrale bergingsvoorzieningen of naar de randen van het bebouwd gebied. Aldaar wordt het regenwater geborgen en vervolgens geïnfiltreerd of gereduceerd afgevoerd. Aan de randen van het bebouwd gebied is vaak meer ruimte beschikbaar welke te bestemmen is voor water. Deze waterstructuurkaart wordt mede opgesteld aan de hand van huidige knelpunten, voorgenomen werkzaamheden, geplande nieuwbouw- en herinrichtingsplannen en afkoppelmogelijkheden. De waterstructuurkaart is een verdere uitwerking van de afkoppelkansenkaart, op basis waarvan de toekomstige waterstructuur voor de opvang en afvoer van regenwater in Moerdijk vorm kan worden gegeven. Een onderdeel van een waterstructuurkaart vormt het beheer en onderhoud aan het toekomstige watersysteem. Door de juiste invulling van de waterstructuurkaart kan in de toekomst mogelijk een effectiever beheer en onderhoud worden ingezet. Door reeds in dit stadium hiermee rekening te houden kan een beheer en onderhoudsvriendelijk watersysteem worden ingericht. Vanuit het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is reeds gestart met afkoppelen daar waar hiertoe een kans ontstaat. Ontvlechting van regenwater en vuil water vindt plaats op locaties waar dit uit oogpunt van verbetering van de afvoercapaciteit van de riolering of beperking van grondwateroverlast noodzakelijk wordt geacht. Volledige ontvlechting wordt vooralsnog niet nagestreefd uit kostenoogpunt. De kansen worden maximaal benut, zoals meeliften bij rioolvervangingen en herinrichtingen van de openbare ruimte (‘werk met werk’), waardoor in Moerdijk het afvalwater en regenwater op termijn beheerst van elkaar ontvlochten worden. Bij nieuwbouw vindt volledige ontvlechting plaats van afval- en hemelwater. Kosten Het opstellen van een afkoppelkansenkaart kost circa € 25.000,-. Het bepalen van de gemeentelijke waterstructuur en het hiervoor analyseren van de huidige knelpunten enzovoorts kost circa € 15.000,--. Hierbij zal aangesloten moeten worden bij de uitwerking van de stedelijke wateropgave, waaruit blijken de knelpunten/waterbergingstekorten blijken. De waterstructuurkaart zal als onderdeel van de Structuurvisie, die in 2009 wordt opgesteld, vastgesteld.
- 55 -
5.2.7
Blauwe visie Roode Vaart Er gaan rondom de Roode Vaart twee trajecten lopen die gestroomlijnd moeten worden en een gezamenlijk eindpunt moeten krijgen. Deze trajecten gaan verder dan het enkel en alleen inzichtelijk maken van de kansen voor het ontkluizen van de Roode Vaart. De Roode Vaart krijgt zeer waarschijnlijk een nieuwe maatschappelijke rol toebedeeld. Momenteel wordt er een planstudie Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer uitgevoerd om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de blauwalgenproblematiek van het VolkerakZoommeer op te lossen. Er is een grote kans, dat daardoor het Volkerak-Zoommeer weer zout gemaakt wordt. Zowel de gemeente Moerdijk als het waterschap hebben in het Bestuurlijk Overleg Krammer-Volkerak (BOKV) aangegeven, dat er in dat geval een alternatieve zoetwateraanvoer gerealiseerd moet worden. Als alternatieve zoetwaterbron kan het Hollands Diep fungeren. Daarnaast wordt er in heel de Delta een brede discussie gevoerd hoe er in de Delta een duurzame landbouw uitgevoerd kan worden. Opdrachtverlener voor deze discussie is 6 de Deltaraad . Als eerste is er een pilot uitgevoerd op Tholen en St. Philipsland en onlangs heeft een tweede discussie plaatsgevonden in West-Brabant. In het advies, wat aan het eind van de discussie is geformuleerd en door de Deltaraad is onderschreven is onder meer verwoord, dat een alternatieve zoetwateraanvoer bij voorkeur vanuit het Hollands Diep via de Roode Vaart door of om Zevenbergen heen naar de Mark-Vliet boezem gerealiseerd moet worden. Naar aanleiding van dit advies is er in de Deltaraad besloten, dat de provincie Noord-Brabant het initiatief neemt om samen met Rijkswaterstaat, waterschap en gemeente de mogelijkheden hiervan te onderzoeken. De planning is, dat het BOKV begin november 2008 een advies opstelt over de uitkomsten van de planstudie Waterkwaliteit en dit advies richt aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, die het besluit moet nemen of het Volkerak-Zoommeer wel of niet zout gaat worden. De verwachting is, dat het BOKV, gezien eerdere besluiten, in het advies opneemt, dat er een alternatieve zoetwateraanvoer gerealiseerd moet worden in geval het Volkerak-Zoommeer zout wordt. Vooruitlopend hierop zal, zoals ook in het collegewerkprogramma [15] is opgenomen en is besproken tijdens het wateratelier en het bestuurlijk overleg, in een tweede traject met een stedenbouwkundige blauwe visie de gehele Roode Vaart in beeld worden gebracht. Hierbij moet onderzocht worden wat de fysieke gevolgen zijn voor bijvoorbeeld de ecologische verbindingszones langs de Roode Vaart en het centrum van Zevenbergen, welke kansen en knelpunten zich zullen voordoen en welke reeds bestaande knelpunten zoals bijvoorbeeld het buitendijks bouwen kunnen worden opgepakt. (Zie o.a. technische verbeterpunten uit het achtergronddocument Zoetwaterdiscussie West Brabant. [16] De door de Deltaraad op te stellen planstudie is afhankelijk van integrale blauwe visie, optimaal is wanneer de Deltaraad de door de gemeente en het waterschap opgestelde visie overneemt.
6
De Deltaraad is geïnstalleerd om de ontwikkelingen en benodigde onderzoeken op en rond de deltawateren af te
stemmen en te coördineren. De Deltaraad bestaat uit de gedeputeerden van de drie provincies in de Zuidwestelijke delta, Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland, de directeur Regionale Zaken van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de directeur Water van Verkeer en Waterstaat en de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Zeeland.
- 56 -
In de visie moet ook de volgende aspecten, voortkomend uit het wateratelier (21-04-2008) meegenomen worden: onderhoudsaspecten (waterkering, vaarweg en waterloop); beleid (Niet) Buitendijks bouwen: Nee, tenzij; Groot maatschappelijk belang (en andere eventuele kansen); Veiligheidsaspecten waterkering; Eventuele verschillen tussen wel/niet reeds bebouwd buitendijks terrein; zijn er alternatieven overwogen?; belevingswaarde (van water); ecologie/EVZ; nadere uitwerking “flexibiliteit”. Omschrijving De gemeente zal het startdocument in concept voorbereiden en in overleg met het waterschap definitief maken. Het startdocument zal vervolgens door het college van Moerdijk (inclusief besluit van de gemeenteraad) en het dagelijks bestuur van het waterschap worden vastgesteld. Gelijktijdig zal daarbij worden voorgesteld een stuurgroep te formeren waarin uit beide partijen 2 bestuurlijke vertegenwoordigers plaatsnemen ondersteund door twee projectleiders. De stuurgroep zal ondersteund worden door een ambtelijke werkgroep waarbij de projectleiders gezamenlijk het voorzitterschap voeren. Uitgangspunt bij dit gezamenlijk proces is het houden van openbare informatie- en discussiebijeenkomsten voor maatschappelijk draagvlak. Bijvoorbeeld over de te benutten kansen, knelpunten en oplossingsrichtingen. Indien uit het onderzoek blijkt dat het technisch en financieel haalbaar is om de Roode Vaart te ontkluizen en er voldoende draagvlak is, wordt besloten of daadwerkelijke uitvoering van de ontkluizing van de Roode Vaart zal plaatsvinden. Gezien gezamenlijke belangen voor zowel gemeente als waterschap wordt als uitgangspunt genomen dat de kosten voor het opstellen van de visie door beide partijen gedeeld worden in een verhouding 50%-50%. Het startdocument zal in september 2008 vastgesteld worden door het college en het dagelijks bestuur van het waterschap. Na 1 jaar, uiterlijk september 2009, moet de visie afgerond zijn. Mede om te zorgen voor voldoende maatschappelijk draagvlak is ‘ruim’ de tijd genomen voor het opstellen van de Integrale blauwe visie voor de Roode Vaart. Kosten De kosten voor de integrale blauwe visie, een onderzoek naar de mogelijkheden, kansen en knelpunten van de Roode Vaart van Hollands Diep tot de Mark bedragen circa € 100.000,-. Hiervoor zal een apart projectplan ter vaststelling worden aangeboden. 5.2.8
Opzetten meetnet grondwater Het doel van het instellen van een meetnet is meer inzicht te verkrijgen in de aanwezige grondwaterproblemen in Moerdijk. Omschrijving Om een duidelijk beeld te krijgen van de mogelijke overlast als gevolg van grondwater in Moerdijk wordt voorgesteld een meetnet op te zetten waarmee de grondwaterstanden in het stedelijk gebied over een langere periode kunnen worden gevolgd. Door in de directe omgeving
- 57 -
van grondwateroverlastlocaties peilbuizen te plaatsen om de grondwaterstand te meten kan inzicht worden verkregen in de grondwaterstand en de fluctuatie hiervan. Aanvullend is het wenselijk het grondwatermeetnet uit te breiden met name ter plaatse waar de grondwaterstand hoger is dan 1,5 m- maaiveld en waar in de toekomst ruimtelijke veranderingen zijn gepland. Op deze kan ingespeeld worden op de benodigde ontwateringseisen bij nieuwbouw- en herinrichtingsplannen. Indien noodzakelijk kan bij geplande nieuwbouwlocaties het grondwatermeetnet (tijdelijk) worden uitgebreid. Op dit moment is nog nauwelijks sprake van een meetnet in het stedelijk gebied van Moerdijk. De komende jaren zal dit meetnet uitgebreid worden tot circa 110 peilbuizen. De opname van de grondwaterstanden zal geschieden met behulp van dataloggers. De verkregen meetgegevens moeten per kwartaal worden uitgelezen en worden verwerkt. Kosten De kosten voor het instellen van een grondwatermeetnet tot 110 peilbuizen over stedelijk gebied met 1 peilbuis per 10 ha bedragen € 110.000,--. De kosten voor het verwerken van de meetgegevens van de peilbuizen bedragen jaarlijks € 8.000,--. Deze kosten zijn reeds meegenomen in het gemeentelijk rioleringsplan. De reden dat het toch is opgenomen in het waterplan is om te zorgen voor de benodigde interactie en afstemming met het waterschap en buurgemeenten door het koppelen van de (toekomstige) netwerken en meetgegevens.
- 58 -
LITERATUURLIJST [1]
Havenschap Moerdijk, gemeente Moerdijk, Provincie Noord-Brabant, Rijkswaterstaat, Waterschap Brabantse Delta, December 2007. Voortgang Uitvoeringsprogramma Stuurgroep Duurzaam Haven- en Industrieterrein Moerdijk 2007-2010.
[2]
Gemeente Moerdijk, Havenschap Moerdijk, Provincie Noord-Brabant, BMD Advies ZuidNederland, December 2007. Haalbaarheid “gedeelde voorzieningen en sociale verduurzaming” Haven- en Industrieterrein Moerdijk.
[3]
Waterschap Brabantse Delta, voorjaar 2005. Aanpak Optimalisatie Afvalwatersystemen.
[4]
Waterschap Brabantse Delta, augustus 2005. Waterlopen op orde, Beleidsregel voor het rangschikken van oppervlaktewateren en de overname van het onderhoud door het waterschap
[5]
Waterschap Brabantse Delta, juli 2007. Samen sterk voor gezond water (Concept).
[6]
Provincie Noord-Brabant, april 2005. Gebiedsplan Brabantse Delta.
[7]
Gemeente Moerdijk, 2007. Gladheidbestrijdingsplan.
[8]
Waterschap Brabantse Delta, juni 2005, Keur waterkeringen en oppervlaktewateren.
[9]
Grontmij in opdracht van gemeente Moerdijk, juli 2007. Gemeentelijk Rioleringsplan Moerdijk. Planperiode 2007-2011.
[10]
Gemeente Moerdijk, juli 2005. Beleidsplan Toerisme & Recreatie. … met een stap terug in de tijd de toekomst in.
[11]
Waterschap Brabantse Delta, februari 2003, West-Brabant rivierenland, ToekomstvisiePlus Mark en Vliet.
[12]
Gemeente Moerdijk, januari 2007. Taak-formatieanalyse water, natuur en landschap.
[13]
Ingenieursbureau BCC in opdracht van waterschap Brabantse Delta, november 2007. Knelpuntenanalyse ecologische verbindingszones Tonnekreekstelsel.
[14]
TNO in opdracht van Waterschap Brabantse Delta, 2007. Integrale gebiedsanalyse Tonnekreek – Keenehaven. Hoofdrapportage.
[15]
Gemeente Moerdijk, juni 2006, Collegewerkprogramma, van ambitie naar realisatie.
[16]
Provincie Noord-Brabant, april 2008, Achtergronddocument Zoetwaterdiscussie WestBrabant, (Bijlage bij het advies aan de Deltaraad).
BIJLAGE 1
BEGRIPPENLIJST
-1-
-2-
Begrippenlijst Afwentelen
Diffuse bronnen
Ecologische hoofdstructuur (EHS)
Ecologische Verbindingszone (EVZ)
GGOR
Groene hoofdstructuur (GHS)
Hydrologisch neutraal bouwen
Infiltratie Mitigerende maatregel
Monitoring Natuurparels
Oppervlaktewater Piekafvoer
Het ongevraagd aan anderen overdragen van problemen, bijvoorbeeld op het gebied van milieu of aanen afvoer van water, of de daarmee gepaard gaande kosten en bestuurlijke verantwoordelijkheid. Een bron van verontreiniging die niet eenduidig op een bepaalde plek zijn oorsprong heeft, maar over een groter gebied plaatsvindt. Voorbeelden zijn verontreiniging afkomstig uit landbouw en het verkeer die via atmosferische depositie en uit- en/of afspoeling van gronden het grond- en oppervlaktewater bereiken. Samenhangend netwerk van bestaande en nieuwe natuurgebieden zoals begrensd in het natuurgebiedsplan. Routes tussen natuurgebieden, waarlangs planten en dieren zich kunnen verplaatsen. Deze routes moeten zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht zijn ingericht en beheerd volgens de eisen van de doelsoorten. Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime. Gewenste toestand van het grondwater en het oppervlaktewater voor elke (gebruiks)functie in een begrensd gebied vastgesteld na integrale ruimtelijke afweging. Een samenhangend netwerk van alle natuur- en bosgebieden, landbouwgebieden en andere gebieden met bijzondere natuurwaarden, en landbouwgebieden die bijzondere potenties hebben voor de ontwikkeling van natuurwaarden (aangeduid in het Streekplan NoordBrabant 2002). De hydrologische situatie moet minimaal gelijk blijven aan de oorspronkelijke situatie. Hierbij mag de oorspronkelijke afvoer uit het gebied niet overschreden worden en de GHG (gemiddeld hoogste grondwaterstand) niet worden verlaagd. Het doorsijpelen van water door de bodem naar het grondwater (ook wel inzijging of wegzijging genoemd). Maatregel om de nadelige gevolgen van een ingreep voor het milieu, de natuur of het watersysteem te voorkomen of te beperken. Metingen waarmee ontwikkelingen (bijvoorbeeld in het milieu) gevolgd worden. Zogenaamde begeleid natuurlijke eenheden en de daarbuiten gelegen bos- en natuurgebieden die bijzondere natuurwaarden hebben vanwege specifieke omstandigheden van de bodem of het (grond)water. Het water boven het bodemoppervlak. Extreem hoge afvoer.
-3-
Plangebied Retentie Stroomgebied Verontreiniging Versnippering
Waterbergingsgebied
Waterbeheerders
Waterhuishouding Waterkwaliteit Waterretentiegebied
Watertoets
Het gebied waar het plan betrekking op heeft. Het tijdelijke opslaan van water in speciaal daarvoor ingerichte gebieden. Gebied waaruit het afstromende water uiteindelijk door één bepaalde waterloop wordt afgevoerd. Het nadelig beïnvloeden van bodem, lucht of water met (semi)persistente stoffen welke gebiedsvreemd zijn. Proces in het landschap waarbij eerder aaneengesloten natuurgebieden worden verkleind en de onderlinge afstand tussen deze gebieden wordt vergroot (bijvoorbeeld als gevolg van intensieve landbouw, aanleg van infrastructurele werken, verstedelijking). Gebied (regionaal/lokaal) waar, in tijden van overvloedige neerslag, water dat niet afkomstig is uit de grote rivieren, tijdelijk vastgehouden kan worden. Het bevoegd gezag voor de uitvoering van wettelijke taken betreffende de waterhuishouding, met name het beheer van de waterkwantiteit en de waterkwaliteit, in een bepaald gebied. De wijze waarop water in een bepaald gebied wordt opgenomen, aangevoerd, afgevoerd en zich verplaatst. De chemische en biologische kwaliteit van water. Gebied waar tijdelijk overtollig water opgeslagen wordt door actief water in het gebied te laten. Deze gebieden behoren tot reguliere maatregelen en dienen niet voor calamiteiten. Het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten (veiligheid, wateroverlast, waterkwaliteit, verdroging) in ruimtelijke plannen en besluiten.
-4-
BIJLAGE 2
THEMAKAARTEN
Aanvullingen bij themakaarten
Themakaart huidig watersysteem Van de volgende overstorten ontbreken nog de X-Y-coordinaten: Op deze overstort staat momenteel een A0142.007 P. van Oldenburghln. 9 tuinberging. Deze overstort kan dus niet gemeten worden. Dit is een nooduitlaat die niet gemeten A0173.005 L. de Collignystraat 7 is. Dit is een nooduitlaat die nagenoeg op straatniveau in de inspectieput is A0020.001 Beatrijsweg 4 aangebracht en eveneens niet gemeten is. Deze overstort is op advies van het waterschap gesaneerd. Dit betrof een VGS waarvan het regenwater inmiddels A8890.009 Westrand 9-11 rechtstreeks op de sloot is gezet. Hier wordt dus geen regenwater meer afgevoerd via het riool. Dit stelsel (sportpark de Meeren I) is in zijn geheel niet in beeld (bijna geen gegevens van aanwezig) Het betreft hier Westrand 3 een bescheiden stelsel dat binnenkort dmv inmeten en inspectie in beeld wordt gebracht. Kansen- en knelpuntenkaart Van de volgende overstorten ontbreken nog de X-Y-coordinaten: Op deze overstort staat momenteel een A0142.007 P. van Oldenburghln. 9 tuinberging. Deze overstort kan dus niet gemeten worden. Knelpunten vanuit het waterkwaliteitsspoor zijn niet opgenomen in het waterplan. Deze worden opgenomen in de OAS. De ecologische verbindingszones zijn als kans en als knelpunt opgenomen. De exacte knelpunten zijn niet op de kaart aangegeven. Voor het gebied Tonnenkreek/Keenehaven zijn deze te vinden in bijbehorende IGA. Een deel van de potentiële wateroverlast gebieden valt binnen de huidige EHS en vormt daardoor geen knelpunt volgens de NBW-normering.
-1-
BIJLAGE 3
UITVOERINGSPROGRAMMA
-2-
-3-
Nr.
Maatregel
Bron
Wettelijk verplicht/ ambitie
1.
Communicatie en organisatie
1.1
Beschikbaar stellen voldoende personele
Indirect
capaciteit
verplicht
Waterpanel nieuw leven inblazen
Ambitie
1.2
Uitvoeringsjaar
2008
Gemeentelijke kosten
Procentuele kostenverdeling
(excl. BTW) [EUR]
gem
Voorlopige
100%
ws
Trekker
derden
Gemeente
prognose 2 fte 2008
reguliere
Gemeente
werkzaamheden 1.3
1.4
Instellen 1 centraal loket voor burgers en
Nieuwe
Indirect
bedrijven, waaronder grondwatervragen
Waterwet/
verplicht
2008
Fysiek
KRW-
Virtueel
maatregel
€ 12.500,-
Actiever voorlichtingsbeleid via website en
KRW-
huisbladen (aansluiten bij KRW
Maatregel
Ambitie
100%
Gemeente
€ 15.000,-/jr
permanent
(40%)
(40%)
(20%) prov.
€ 10.000,-/jr
Waterschap, Aansluiten bij
voorlichtingsprogramma voor gemeenten)
regionale
Budget waterschap (€ 100.000,- ) geldt voor
ontwikkelingen
gehele Brabantse Delta (periode 2010-2015). 1.5
Uitvoeringsprogramma Water
Ambitie
Jaarljiks
Jaarlijks bijstellen en ter accordering in beide
reguliere
Gemeente/
werkzaamheden
Waterschap
besturen agenderen 1.6
Tussentijdse evaluatie en update van het
Ambitie
Medio 2011
€ 10.000,-
50%
50%
waterplan
Mogelijk
Gemeente/
deelsubs.
Waterschap
prov. 2.
Waterkwantiteit
2.1
In beeld brengen stedelijke wateropgave
NBW
Verplicht
2009
€ 25.000,-
-1-
Riolerings Oppwater bereken-
bereken-
ingen
ingen
Gemeente
Nr.
2.2
Maatregel
UItvoeren maatregelenpakket n.a.v. stedelijke
Bron
NBW
Wettelijk verplicht/ ambitie Verplicht
wateropgave
Uitvoeringsjaar
Gemeentelijke kosten (excl. BTW) [EUR]
Vanaf 2010,
Procentuele kostenverdeling
gem Riolering
Volgend op 2.1
ws
Trekker
derden
oppervlak
Gemeente
tewater
3.
Waterkwaliteit
3.1
Aanleggen te realiseren ecologische
Gebieds
± € 37.500,- per
60%
verbindingszones (46,9 km, waarvan 13,27 km
plan
km1 bij 25m
Subsidie
gemeentelijk
grensoverschrijdend)
Brabantse
voor aanleg en
regeling
deel (prov.)
Delta
inrichting
Prov.
50%
100%
Waterschap
Ambitie
2008-2011
± € 625,- per KRW-
40%
100% subs.
subs. Gemeente
sdeel
jaar onderhoud
Maatregel
Waterschap
(prov.)
droge deel.
Opheffen belemmeringen, (zie IGA’s), aanleg
Pm.
Afh. van
Afh.
infrastructurele aanpassingen, bijvoorbeeld
Geserveerd
type.
vispassage Aalskreek-Keenehaven en
€ 300.000,-
van
Mogelijk
Waterschap/
type.
project subs.
Gemeente
Afh. van
Afh. van
Mogelijk
Afhankelijk van
type.
type.
project subs.
type
Mogelijk
Gemeente
Tonnekreek en wegkruisingen (bijv. duikers) 3.2 3.3
Uitvoeren maatregelen IGA’s
NBW
Benutten recreatiemogelijkheden rondom
Verplicht, Ambitie
ecologische verbindingszone (aanleggen
Pm
Pm
Gekoppeld
100%
aan 3.1
project subs.
(fiets)route 3.4
Stimuleren Actief Randenbeheer Stimuleringskader Groen-Blauwe diensten
Regeling
Ambitie
2008-2013
Ambitie
2009-2012
53% € 100.000,-
Budget waterschap (€ 0.000,- ) geldt voor
(Opgenomen in
gehele Brabantse Delta, wordt ook verdubbeld
begroting)
door de provincie.
-2-
50%
47% (ILG)
Waterschap
50% (prov)
Provincie
Nr.
3.5
3.6
Maatregel
Bron
Toepassen DOB-methode, certificering niveau
KRW-
brons
Maatregel
Naleven DuBo-convenant en nagaan of dit in de
KRW-
bouwvergunning opgenomen kan worden.
Maatregel
Wettelijk verplicht/ ambitie
Uitvoeringsjaar
Gemeentelijke kosten
Procentuele kostenverdeling
(excl. BTW) [EUR]
gem
ws
derden
Ambitie
2009
PM
100%
Gemeente
Ambitie
Beleid 2009
reguliere
100%
Gemeente,
permanent bij
werkzaamheden
Bij afkoppelen van dakwater onderdeel
aansluiten bij
uitvoering.
regionale
watertoets. 3.7
Trekker
ontwikkelingen
Uitvoeren OAS (studieonderzoek optimalisatie
KRW-
Ambitie
2009
€ 80.000,-
100%
basisinspanning en waterkwaliteitsspoor)
Maatregel/
(Opgenomen in
waterschap
WKS
GRP)
niet opge-
Waterschap
kosten
nomen7 3.8
Uitvoeren maatregelen basisinspanning
KRW-
Verplicht
2009- 2012
Maatregel
Max € 2,8 miljoen 100%
Gemeente
(Opgenomen in GRP)
3.9 3.10
Uitvoeren maatregelen waterkwaliteitspoor Opstellen afkoppelplannen
Opstellen afkoppelplannen,
WKS GRP,
Ambitie Verplicht
2012 2007-2011
pm € 10.000,-
Nieuwe
(Opgenomen in
Waterwet
GRP) Ambitie
permanent
Ambitie
2008-2011
Afh. van
Afh. van
type.
type.
Gemeente
100%
Gemeente
100%
Initiatiefnemers
particuliere/stedebouwkundige initiatieven 3.11
Afkoppelen van verhard oppervlak gecombineerd met rioolvervangingen
€ 250.000,-/jr
100%
(Opgenomen in GRP)
7
De op dit moment benodigde concrete investeringen voor het waterschap zijn in het investeringsplan van het waterschap geborgd of betreffen reguliere personele bijdrage. -3-
Gemeente
Nr.
Maatregel
3.12
Opstellen afkoppelkansenkaart
4.
Water in de bebouwde leefomgeving
4.1
Opstellen Waterstructuurkaart
4.2
Bron
Kansen ontkluizen Roode Vaart inzichtelijk,
BOKV/
Blauwe visie Roode Vaart
CWP
Wettelijk verplicht/ ambitie
Uitvoeringsjaar
Gemeentelijke kosten
Procentuele kostenverdeling
(excl. BTW) [EUR]
gem
ws
Ambitie
2009
€ 25.000,-
100%
Ambitie
2009
€ 15.000,-
50%
50%
Ambitie
2009
€ 100.000,-
50%
50%
Trekker
derden Gemeente
Gemeente Mogelijk
Gemeente/
project subs.
Waterschap BOKV
4.2
Toepassen en handhaving van de watertoets bij
NBW, KRW-
ruimtelijke ontwikkelingen
maatregel
Verplicht
permanent
reguliere
Gemeente
werkzaamheden
5.
Stedelijk grondwater
5.1
Instellen grondwatermeetnet (tot 110 peilbuizen
GGOR,
Ambitie, deels
over stedelijk gebied, 1 peilbuis / 10 ha) om
nieuwe
verplicht
meer inzicht te krijgen in grondwaterproblemen
waterwet
2008
€ 110.000,-
100%
Gemeente,
instellen meetnet
Aansluiten bij
(Opgenomen in
regionale
en verwerken meetgegevens peilbuizen (in
GRP)
ontwikkelingen
beeld brengen grondwateroverlastlocaties)
€ 8.000,-/jr verw. 100% gegevens (Opgenomen in GRP)
5.2
Benodigde maatregelen grondwater
GGOR,
Ambitie, deels
nieuwe
verplicht
waterwet
8
2007-2011
€ 10.000,-/jr
100%
n.t.b.8
(Opgenomen in GRP)
Ten aanzien van het stedelijk grondwater is door de komst van de nieuwe Waterwet niet exact bekend welke rol het waterschap hierin gaat spelen. -4-
Gemeente
Nr.
Maatregel
Bron
Wettelijk verplicht/ ambitie
6.
Beheer en onderhoud
6.1
Bij ontwerp nadenken over beheer en
Indirect
onderhoud, afstemmen op Keur van waterschap
verplicht
Opstellen onderhoudsplan voor kernen
Ambitie
6.2
Uitvoeringsjaar
Gemeentelijke kosten (excl. BTW) [EUR]
permanent 2009
Procentuele kostenverdeling
gem
ws
Trekker
derden
reguliere
Gemeente/
werkzaamheden
Waterschap
€ 30.000,-
-5-
50%
50%
Waterschap
-6-
BIJLAGE 4
VERSLAG BEELDVORMENDE VERGADERING
-1-
-2-
BIJLAGE 5
SCHRIFTELIJKE REACTIE ZLTO
-3-
-4-