DELFT HIGH LIGHTS
Delftse uitvindingen
4-5
Delft wordt internationaal geassocieerd wetenschap en innovatie. Vooral dankzij de kwaliteit van het hoger onderwijs én de wereldberoemde uitvindingen die hier zijn gedaan
Maak er een spel van
12
Tygron maakt ‘serious games’ waarmee bestuurders en ondernemingen snel complexe problemen kunnen oplossen. “We scheppen spelenderwijs orde in chaos.”
‘Storytelling is onze kracht’
14
DOKLAB ontwikkelt instrumenten om niet alleen via boeken, maar ook digitaal via films, foto’s, muziek en games verhalen bij mensen te brengen. Storytelling.
NO.6 / DECEMBER 2011
Nederland leeft met water. We kampen met steeds langere droge periodes, maar ook met wateroverlast. Daar worden in Delft heel uiteenlopende slimme oplossingen voor bedacht. Onze kennis van water, waterkeringen en bouwen met water is inmiddels een belangrijk exportproduct.
Water
vriend én vijand
Wateroverlast
Droge voeten
Meten en monitoren
Waterhuishoudingen die niet op orde zijn, vormen de belangrijkste oorzaak voor de toenemende wateroverlast. Zegt waterbouwkundige Chris Zevenbergen. p.6-7
In Delft wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook ter wereld. p.9
Het project Slim Meten en Monitoren onderzoekt waar het water in de binnenstad naartoe gaat. Iedere Delftenaar kan helpen met informatie uit zijn eigen buurt. p.15
///////////////////////////////////
losse verkoop €1.30
DELFT HIGHLIGHTS
2
/
NO.6
/
DECEMBER 2011
DELFT HIGHLIGHTS
/
NO.6
/
3
DECEMBER 2011 advertorial
Living Lab laat studie
Het Delftse field lab wordt een eigentijdse, aantrekkelijke sporten ontmoetingsaccommodatie. Gratis toegankelijk voor zowel schoolkinderen als andere wijkbewoners. Bedrijven, sportorganisaties, sportmedische instellingen, overheden en kennis-, zorg- en onderwijsinstellingen werken samen om alle leeftijdscategorieën te laten spelen, sporten en bewegen. Speciale
aandacht wordt besteed aan ouderen. In de field labs, die onderling nauw gaan samenwerken en kennis uitwisselen, worden dan ook onder meer bewegingsprogramma’s voor deze doelgroep ontwikkeld. Daarnaast wordt het de broedplaats voor innovatieve speeltoestellen voor kinderen, programma’s voor talentontwikkeling, ledverlichting voor sportvelden.
Bijna 6 miljoen Behalve de TU Delft en TU Eindhoven zijn ook de Sheffield Hallam Universiteit, de Universiteit van Ulster in Belfast en Hogeschool West-Vlaanderen in Howest betrokken bij het ProFit project. In totaal wordt hierin voor bijna zes miljoen euro geïnvesteerd; voor de helft afkomstig van de Europese Unie. Het grootste deel van het bedrag wordt besteed aan infrastructuur, apparatuur en systemen om te testen, te meten en te monitoren.
Een aantal pagina’s in deze krant is ‘geladen’ met Kooaba Paperboy. Deze mobiele toepassing koppelt gedrukte media direct aan digitale media. De technologie werkt via beeldherkenning. Nadat u de app heeft gedownload op uw smartphone of tablet met camera, maakt u een foto van een van de pagina’s in Delft Highlights waarop de toepassing actief is en u krijgt automatisch een filmpje te zien, of u wordt doorgeschakeld naar een relevante website voor meer informatie. U kunt de pagina ook delen met vrienden of opslaan in uw persoonlijk archief. Probeer het bijvoorbeeld eens met de pagina hiernaast van de Haagse Hogeschool. U herkent de toepassing aan het oranje Kooaba logo dat ook bovenaan alle pagina’s staat.
leven Kasteelgebak machine Delftse studenten van de Haagse Hogeschool hebben een machine ontworpen om kasteelgebak te maken. Daarmee realiseerden zij wat fabrikanten niet aandurfden, want tot nu toe bestond zo’n machine nog niet. Het was John’s Gebak uit Delfgauw die behoefte had aan een dergelijke machine, want het maken van kasteelgebakjes is handwerk: intensief en specialistisch. Eén van de wensen die de bakker had was een machine om de cakejes machinaal in de marsepein te rollen. Daarmee zou de produc-
Beukenlaan
Protonentherapie The Green Campus: voor kanker wordt serieuze nauwkeuriger studentengame Onderzoekers van de TU Delft hebben een meetmethode ontwikkeld en getest die een belangrijke verbetering voor de protonentherapie tegen kanker kan betekenen. Dankzij die meetmethode kunnen de protonen tijdens de behandeling heel precies op de tumor worden gericht, zonder schade te veroorzaken aan omliggend weefsel. Protonentherapie is een veelbelovend alternatief voor de bestraling van kanker en is wereldwijd aan een gestage opmars bezig. In Nederland is het echter nog niet mogelijk de behandeling te ondergaan. De TU Delft spant zich in om in het Science Park Holland (ten zuiden van de campus) een protonenkliniek gerealiseerd te krijgen. Het onderzoek van dr. ir. Victor Bom, prof. dr. Freek Beekman en dr. Leila Joulaeizadeh belooft de nieuwe therapie
nog verder te verbeteren. Beekman: ‘Protonentherapie is de radiotherapie van de toekomst. Een goed gerichte protonenbundel vernietigt tumorcellen op een efficiëntere manier dan bestraling.” Het was tot nu toe echter niet eenvoudig om de protonenbundels op de juiste plek te laten aankomen. Dat was wel globaal te meten, maar die metingen zijn zo traag dat de protonenbundel tijdens de behandeling niet opnieuw en beter is in te stellen. Met de nieuwe meetmethode van de Delftse onderzoekers kan dat wél.
Studenten uit heel Nederland kunnen ideeën aandragen voor een groene TU Delft campus: The Green Campus. Dat kan door een interactief spel te spelen. The Green Campus is een project van TU Delft hoogleraar Future Energy Systems Ad van Wijk en de Energy Club, de studievereniging van het Delft Energy Initiative. Het doel is dat de campus in 2020 op energiegebied helemaal zelf-
tiecapaciteit kunnen worden vertienvoudigd. Het bedrijf kwam via Kennisbruggen, een project van de Kennisalliantie en Syntens in contact met tachtig studenten Werktuigbouwkunde van de Haagse Hogeschool. Het ontwerpen van de machine bleek als project prima te passen in het studieblok ‘Hygiënisch ontwerpen’. De studenten hebben tien verschillende ontwerpen gemaakt. De ultieme oplossing zit er wellicht nog niet tussen, maar volgens de banketbakker zijn ze op onderdelen wel te combineren. Er werd ook nog een ander resultaat geboekt: een beter mes om de cake van het gebak eenvoudiger te snijden.
Nieuw netwerk Zorg & Techniek Tijdens de onlangs gehouden eerste bijeenkomst van het nieuwe Netwerk Zorg & Techniek is besloten om te onderzoeken of de communicatie tussen zorgaanbieders, mantelzorgers en cliënten kan worden verbeterd. Dat onderzoek wordt uitgevoerd door de ketenregisseur dementieketen van Careyn, Pieter van Foreest en DIVA Delft en het bedrijf ConnectedCare. Het nieuwe netwerk bestaat uit ruim zeventig zorgaanbieders, technostarters, organisaties van zorgvragers en kenniscentra. Zij bespreken met elkaar de mogelijkheden die techniek biedt voor cure & care.
voorzienend is. Alle energie wordt dan op de eigen campus opgewekt, verwerkt en gebruikt. Een van de winnende ideeën uit een eerdere studentenwedstrijd op dit gebied, de Campus Energy Challenge uit 2010, is inmiddels gerealiseerd. Op een parkeerterrein op de campus is een proefproject met intelligente straatverlichting geïnstalleerd. Meer uitleg over het spel is te vinden op de site van de Energy Club: www.energyclub.nl/thegame.
De Haagse Hogeschool biedt zijn studenten vele kansen. Een aantal opvallende en aansprekende kansen spelen zich af binnen een relatief nieuw concept: het projectconcept Living Labs. Dat zijn realistische test- en ontwikkelprojecten die zich niet beperken tot
het papier, maar ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. In een Living Lab werken bedrijven, (hoge)scholen, overheden en gebruikers samen. Producten worden bedacht, uitgevoerd, getest, geëvalueerd en verbeterd. Met als doel: positieve econo-
- Bedrijfswiskunde - Bewegingstechnologie - Bouwkunde
mische en maatschappelijke impulsen realiseren voor de deelnemende partijen en de nabije omgeving. Composail en The HydroCruisers zijn voorbeelden van Living Lab-projecten waar studenten van De Haagse Hogeschool aan kunnen meewerken. Een blik op beide projecten.
Zeilschip verbreedt horizon Een innovatief zeilschip bouwen dat watersportend Nederland verrijkt en daar studiepunten voor krijgen. Bij de Haagse Hogeschool kan dat. Via het Living Labproject Composail bouwen studenten van de hogeschool in samenwerking met bedrijven, overheidsinstanties en ervaren zeilers een 12,8 meter lang wedstrijdjacht. Volgend jaar wordt het schip te water gelaten en zal het fungeren als experimenteel vaartuig om de watersport verder te helpen. Maar nu staat het schip nog in een loods in Scheveningen, waar studenten er naarstig aan werken en tegelijkertijd de
vraagstukken waar zij tegenaan lopen op innovatieve wijze oplossen.
Diversiteit “Zo wordt er op dit moment bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar een herontwerp voor een lier en naar een variabele kielgeometrie”, vertelt Jorine Koopman, docent Bewegingstechnologie en projectleider van Composail. “Uiteindelijk moet dat leiden tot een vernieuwing die waardevol is voor de zeilwereld.” Waardevol voor de studenten is het feit dat zij moeten samenwerken met verschillende opleidingen, opleidingsniveaus en type mensen. Koopman: “Onze
Jorine Koopman
studenten komen via dit project in contact met een brede groep uit de samenleving. De projectgroep bestaat namelijk uit hogeschoolstudenten, maar ook uit mbo-studenten van het ROC Mondriaan. En er werkt op dit moment ook een projectgroep mee van de minor sportinnovatie van de TU Delft. De participerende studenten komen ook nog eens uit allerlei studierichtingen; van Werktuigbouwkunde tot Communicatie.” Zij vervolgt: “Daarbij komt ook nog het zakelijke contact met bedrijven, de scholen én de watersporters die de ontwikkelingen op de voet volgen. De studenten worden een beetje in het diepe gegooid, want daar moet je mee leren omgaan. Aan de andere kant blijkt dat ze snel leren ‘zwemmen’ en een eigen netwerk opbouwen dat carrièremogelijkheden kan opleveren.”
Innovatieve vraagstukken
fotografie: Melanie Gullick
Delft, Eindhoven, het Belgische Kortrijk en het Engelse Sheffield gaan onder de naam ProFit samenwerken op het gebied van sport, gezondheid en technologie. Samen met vier universiteiten en een hogeschool gaan deze gemeenten in zogeheten field labs innovatieve producten, diensten en concepten ontwikkelen en testen. Het Delftse field lab komt aan de Beukenlaan in de Bomenwijk.
Bart Oosterling van de HHS Composail
Living Labs Composail en The HydroCruisers maken onderdeel uit van het onderwijs van de technische opleidingen van De Haagse Hogeschool. De technische opleidingen bevinden zich bij de academies Technology, Innovation & Society in Den Haag en Delft. Welke wil jij volgen?
“Het is vergelijkbaar met een echt bedrijf ”, voegt student Technische Bedrijfskunde en projectleider Bart Oosterling toe. “We hebben veel contact met die overheidsinstellingen en bedrijven. Zo werken we bijvoorbeeld nauw samen met InnoSportNL. Als student leer je ontzettend veel door te kijken in de keukens van die bedrijven en te brainstormen over innovatieve vraagstukken.” “Je hoeft trouwens geen zeiler te zijn om een bijdrage te kunnen leveren aan dit project. Het is opvallend dat studenten die daar geen affiniteit mee hebben, geregeld met frisse technische ideeën komen.” Waar Bart nog aan toevoegt: “Het is wel belangrijk dat je initiatief neemt en zelfstandigheid toont. Dus vooral ondernemende studenten zitten hier perfect. Ik kan het iedereen aanraden. Het is toch geweldig dat we straks als studenten een innovatieve zeilboot hebben gebouwd?”
- Civiele Techniek - Climate & Management - Elektrotechniek - Human Technology - Industrial Design Engineering - Industrieel Product Ontwerpen - Installatietechniek - Mechatronica - Process & Food Technology - Technische Bedrijfskunde - Technische Natuurkunde - werktuigbouwkunde Maak een keuze en ga naar www.dehaagsehogeschool.nl
Technische racekampioenen foto: Vincent Basler
Kooaba Delft krijgt innovatieve sportplek Paperboy
De Haagse Hogeschool gaat voor de vierde keer voor goud in de Shell Eco-marathon. Deze efficiëntierace, waarbij een auto zo veel mogelijk kilometers moet rijden met zo min mogelijk brandstof, heeft elk jaar plaats en daagt studententeams uit om een voertuig te bouwen dat zo zuinig mogelijk rijdt. Innovatie is het sleutelwoord en dat is precies wat De Haagse Hogeschoolstudenten beheersen. Een jaar lang bouwt studententeam ‘The HydroCruisers’ in het gebouw aan de Rotterdamseweg in Delft aan een extreem zuinige auto. Met ruim dertig techniekstudenten uit meer dan zes participerende opleidingen gaat De Haagse Hogeschool de uitdaging aan; in competitie met teams uit bijna alle Europese landen en de rest van de wereld.
Lat hoog leggen Het studententeam van De Haagse Hogeschool, The Hydro Cruisers, steekt al jaren andere teams de loef af op het terrein van energiezuinigheid. Maar om de concurrentie voor te blijven, moet de lat hoog worden gelegd. Peter Menger, docentprojectleider van The HydroCruisers legt uit hoe ze dat doen: “Om de technische vraagstukken en innovatie te stimuleren stellen wij doelen. Zo móet de auto elk jaar 25 procent anders zijn dan het jaar ervoor. Wij werken daarbij samen met andere onderwijsinstellin-
gen en het bedrijfsleven in het binnen- en buitenland.”
Leerzame ervaring Die samenwerking is leerzaam voor de studenten. Naast het plezier dat zij beleven aan het project, helpt het hen ook zich te ontwikkelen. “Zowel op werkgebeid als in sociaal opzicht”, stelt Menger. “Ze krijgen de kans om met mensen van technische bedrijven te brainstormen en daarvan te leren. Maar daarnaast nemen zij ook deel aan bijvoorbeeld een studentuitwisseling met het team uit Zuid-Afrika en komen ze tijdens de race tweehonderd andere teams in een tiental klassen tegen. Dat betekent zo’n drieduizend studenten uit alle windstreken, die allemaal hetzelfde doel voor ogen hebben: technische innovatie. Het kijken naar de prestaties van de andere auto’s op de racebaan en het uitwisselen van gedachten met al die buitenlandse studenten, zijn ervaringen waar je de rest van je leven iets aan hebt.”
Geïnteresseerd in de projecten en opleidingen van De Haagse Hogeschool? Surf dan snel naar www.dehaagsehogeschool.nl
DELFT HIGHLIGHTS
4
/
NO.6
/
DECEMBER 2011
Beroemde Delftse Uitvindingen Delft wordt internationaal al snel geassocieerd met het Delfts blauw van De Porceleyne Fles. Maar ook met wetenschap en innovatie. Niet in de laatste plaats dankzij de hoge kwaliteit van het hoger onderwijs in deze stad én de wereldberoemde uitvindingen die hier zijn gedaan.
1
HET VERLEDEN: BACINOL
Penicilline werd in 1928 bij toeval ontdekt door sir Alexander Fleming, een Britse arts en microbioloog. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het antibioticum in Delft in het diepste geheim opnieuw uitgevonden. Door een groep wetenschappers in de laboratoria van de Nederlandse Gist & Spiritusfabriek. Een prestatie van formaat die later zou leiden tot een enorme productie en wereldwijde export. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak was het antibioticum penicilline in ons land nog niet beschikbaar. Niemand wist hoe je het moest maken en internationale vakliteratuur was destijds niet voorhanden. Maar
De clandestien opererende microbiologen ontdekten sterke antibacteriële activiteit bij een schim mel met de naam Penicillium bactatum. De werkende stof gaven zij de codenaam Bacinol
Eigenlijk is het aantal ideeën, concepten en praktische toepassingen dat jaar in, jaar uit in deze stad van nog (net) geen 100.000 inwoners wordt ‘geboren’ nauwelijks te tellen. Soms na vele jaren van gericht onderzoek, soms doordat tijdens zo’n proces technieken worden ontdekt die ook op een heel andere
dat sloeg een kleine groep wetenschappers met onder anderen professor Albert Jan Kluyver van de Technische Hogeschool Delft niet uit het veld. Met slechts heel beperkte informatie probeerden zij hun eigen penicilline te ontwikkelen. Gelukkig had de (enige) Duitse bewaker die erop moest toezien dat er in de fabriek geen ongeoorloofde dingen gebeurden, geen verstand microbiologie of gistingsprocessen. Bovendien lustte hij wel een slokje, dus voorzag de directie van de Gist hem in ruime mate van jenever…
Exact hetzelfde
De clandestien opererende microbiologen ontdekten sterke antibacteriële activiteit bij een schimmel met de naam Penicillium bacta-
manier kunnen worden gebruikt dan waar het onderzoek voor bedoeld was (serendipiteit). Veel van die uitvindingen of productinnovaties bewijzen wereldwijd grote diensten, maar worden nooit bij het brede publiek bekend. Of althans niet als een uitvinding van Delftse origine.
tum. De werkende stof gaven zij de codenaam Bacinol. Toen aan het einde van de oorlog de geallieerden voedsel en medicijnen dropten, wist de fabrieksarts enkele ampullen penicilline te bemachtigen. Uit vergelijkend onderzoek bleek dat penicilline en Bacinol exact dezelfde werking hadden. Tot grote vreugde van de Delftse wetenschappers.
In deze Delft Highlights de verhalen achter drie uitvindingen. Over Bacinol dat in het diepste geheim werd uitgevonden, Bluetooth dat een vinding is van een wetenschapper die
Antibioticum-molecule
DELFT HIGHLIGHTS
/
NO.6
/
Pompen of 2
HET HEDEN: BLUETOOTH
“Draadloos telefoneren is slechts het begin van de ontwikkeling die door Bluetooth in gang is gezet. Uiteindelijk krijg je een wereld waarin je niet meer weet waar de chip precies in zit. Er zal een compleet nieuwe manier van communiceren ontstaan”, zei de destijds 36-jarige prof. dr. ir. Jaap Haartsen in 2000, toen de door hem ontwikkelde standaard voor draadloze communicatie tussen mobiele apparaten werd geïntroduceerd.
hier studeerde en promoveerde en Atalanta, een uitvinding die nog niet klaar is, maar waar wetenschappers en studenten van verschillende studierichtingen op dit moment hard aan werken.
Inmiddels is Bluetooth niet meer weg te denken. De techniek kwam als eerste terecht in de headsets voor mobiele telefoons, maar kent nu meer toepassingen dan snel valt op te sommen. Hoewel Haartsen zijn uitvinding deed terwijl hij als hoofdwetenschapper in dienst was bij Ericsson, valt de uitvinding ook toe te schrijven aan Delft. Want de uitvinder van Bluetooth studeerde elektrotechniek aan de TU Delft en promoveerde hier in 1990 ook tot doctor in de technische wetenschappen.
3
DE TOEKOMST: ATALANTA
Zal hij ooit vliegen? Dat is nog de vraag en het antwoord kan nog wel vijf of misschien zelfs tien jaar op zich laten wachten. Aan de inzet en inspanning zal het niet liggen, want binnen diverse faculteiten van de TU Delft wordt met man en macht gewerkt aan de ontwikkeling van Atalanta, tien centimeter klein en vier gram licht. “Het Atalanta project is in de eerste plaats een wetenschappelijke en technische uitdaging”, stelt dr. ir. Hans Goosen, onderzoeker aan de faculteit 3mE van de TU Delft. “We willen een minuscuul object realiseren dat met f lappende vleugels zoals van een insect zelfstandig in een zwerm kan vliegen, navigeren en waarnemen. Dat vraagt om de integratie van technieken van verschillende disciplines: mechanica, mechatronica, regeltechniek, aerodynamica en scheikunde.”
In 1994 begon de Westlander te werken aan de ontwikkeling van een klein, goedkoop en zuinig radiosysteem. Zo ontwikkelde hij gaandeweg een chip die door middel van radiogolven communicatie op korte afstand, zonder tussenkomst van een basisstation, mogelijk maakt.
Daarbij komen ze allen tot dezelfde conclusie: we moeten het simpel houden en steeds kleiner maken! In Amerika is $10 miljoen uitgetrokken voor een onderzoek vergelijkbaar met het Atalanta project. In Delft moeten ze het met een heel wat beperkter budget doen, gesponsord door Devlab, een samenwerkingsverband van twaalf kleine tot middelgrote technologiebedrijven die via gezamenlijke research nieuwe businesskansen proberen te creëren.
Viking Blauw tand
Mensen redden
Het concept Bluetooth is genoemd naar de viking Harald Blaatand (Blauwtand), een Deense koning die leefde van 940 tot 981. Harald wordt gezien als de koning die Noorwegen en Denemarken verenigde. Zijn zuster was getrouwd met de Noorse koning. Toen deze monarch stierf, riep de weduwe de hulp in van haar broer bij de troonopvolging. Harald nam deze taak op zich en kreeg zodoende naast Denemarken ook Noorwegen onder controle. Om zijn rijk te verdedigen bouwde hij veel bruggen en forten, wat voor de alliantie rond Bluetooth genoeg reden was om hem tot beschermheer van de moderne communicatietechniek te benoemen.
Een jaar na de oorlog produceerde de Gist voldoende penicilline voor alle ziekenhuizen in Nederland, in 1948 kon heel Nederland ermee worden bediend en nog een jaar later startte de export. Dat was het begin van de leidende positie die de Delftse fabriek (tegenwoordig onderdeel van DSM) in de antibioticamarkt zou gaan innemen.
5
DECEMBER 2011
“Míjn droom is om het ding uiteindelijk vliegend te krijgen”, zegt prof. dr. ir. Fred van Keulen, hoogleraar bij 3mE. “Niet met batterijen, maar met een minuscuul motortje op waterstofperoxide. Als Atalanta over een aantal jaren echt vliegt, kun je er mensenmassa’s mee in de gaten houden en onderzoek doen in ingestorte gebouwen of in stralingsgebieden. Atalanta zou dus mensen kunnen redden. Maar je kunt er bij evenementen en in commercials ook leuke dingen mee doen. We jagen met dit flapping wings concept iets geks na, maar het wordt wél steeds meer realiteit.”
De Atalanta
verzuipen ‘Mijn droom is om het ding uiteindelijk vliegend te krijgen. Met een minuscuul motortje op waterstofperoxide’
Prof. dr. ir. Fred van Keulen
Langs de tuin achter mijn huis loopt een sloot. Dat is leuk, vooral ’s zomers als er zwanen, eenden, meerkoeten en waterhoentjes rondzwemmen. In tegenstelling tot ’s zomers stroomt het water daar ’s winters flink door. Dat is zeker na zware regenval ook hard nodig, want soms stijgt het waterpeil behoorlijk. Nu ben ik niet direct bang voor wateroverlast, want het is een diepe tuin en het huis ligt zeker twee meter hoger dan de sloot. En eigenlijk, al vielen de hogere waterstanden me wel op, ik stond er nooit zo bij stil. Dat is verleden tijd. Door alle verhalen in deze Delft Highlights over water, ben ik me bewuster geworden van de rol en de risico’s daarvan in verstedelijkte gebieden. Al is onze kennis over water en waterkeringen wereldberoemd, toch zijn ook in ons land wateroverlast (door zware regenval) of zelfs overstromingen (door een dijkdoorbraak) niet helemaal uit te sluiten. De kans op overstromingen is weliswaar niet groot, want Nederland hanteert op het gebied van waterveiligheid de strengste eisen ter wereld. Wateroverlast daarentegen – met ondergelopen kelders en straten die blank staan – komt wel vaak voor. Tachtig procent van de Nederlandse gemeenten kampt ermee. Ook Delft, dat net als andere steden in de Randstad onder de zeespiegel ligt. Daarom neemt het Hoogheemraadschap van Delfland voortdurend maatregelen en overwegen ze om sterkere waterpompen te installeren. Bovendien worden in deze stad allerlei innovatieve oplossingen bedacht en getest om ook in de toekomst de voeten droog te houden; van demonteerbare kunststof bakken gevuld met water tot vlotterkeringen die stijgen en dalen met de waterstand. Ook bouwen op het water is een oplossing. Vooral nu twee zaken tegen elkaar in werken: de stijging van de zeespiegel door klimaatverandering enerzijds en het feit dat we meer bouwen op lager gelegen delen omdat de hogere al zijn volgebouwd anderzijds. Daarom zullen we in de toekomst drijvende wijken zien verrijzen. Want die hebben, doordat ze niet op vaste grond zijn gefundeerd, geen last van stijgend water. Pompen of verzuipen? Pompen dus. En met alle innovatieve oplossingen en de komst van drijvende steden wordt de kans op verzuipen helemaal klein. Maar ik realiseer me plotseling wel dat ik in een ouderwets huis woon. Want dat staat dus nog gewoon langs het water in plaats van erop. Hans Dalmeijer Hoofdredacteur Delft Highlights
Harald Blaatand
Penicilline schimmel
DELFT HIGHLIGHTS
6
/
De wereld kampt met waterproblemen. De overstroming als gevolg van zware regenval in Thailand is de laatste tijd breed uitgemeten in het nieuws. Ook Nederland heeft last van water. Hoe komt dat, welke oplossingen bestaan daarvoor en hoe ziet de wereld er straks uit? / door Maxim Dalmeijer Professor Chris Zevenbergen PhD Msc (1958), directeur Business Development bij Dura Vermeer, werkzaam bij UNESCO IHE als professor Water engineering én hoogleraar bij de afdeling waterbouwkunde aan de faculteit Civiele techniek en Geowetenschappen van de TU Delft legt het uit.
Wateroverlast
De recente ramp in Bangkok was een gevolg van zware regenval. Zevenbergen: “Het ging daar fout omdat de bebouwing in Bangkok alle afwateringska-
Watersnoodramp 1953
ook het geval toen de orkaan Katrina daar een gigantische ravage aanrichtte.”
Situatie Nederland
In Nederland is wateroverlast op een enkel incident na niet zo’n hot item. Als het in een gemeente fout gaat, staat daar de volgende
DELFT HIGHLIGHTS
/
NO.6
Ook Delft kent het probleem. Omdat de stad relatief laag ligt – een aantal meter beneden zeeniveau – is wateroverlast beslist een risico. “Daarom richt Delfland waterbergingslocaties in, proberen ze waterneutraal te bouwen en wordt nagedacht over sterkere waterpompen. Delft is daar heel erg mee bezig en het is voor deze stad ook een enorme opgave om het droog te houden. Er staan hier zo nu en dan kelders onder water. Ook in het Westland zijn de kassen geregeld slachtoffer van water.”
dag een foto van in de krant, maar verder wordt daar in brede kring niet veel ophef over gemaakt. Over het algemeen zijn we er aan gewend dat ongeveer een derde van ons land onder de zeespiegel ligt en maakt het gros van de Nederlander zich niet zo’n zorgen om wat water hier allemaal kan
uitrichten. Toch is het een feit dat meer dan tachtig procent van de Nederlandse gemeenten last heeft van wateroverlast. “En als we niet oppassen zal percentage alleen maar toenemen”, aldus Zevenbergen. “We bouwen namelijk steeds vaker op lage plekken, omdat alle hoge plekken in het verleden al
7
DECEMBER 2011
Nederland heeft dankzij alle ervaring een wereldnaam op het gebied van waterkennis
zijn volgebouwd en op een wateronvriendelijke manier. Bij die nieuwbouw moet wel voldoende rekening worden gehouden met de waterbergingcapaciteit. Verstedelijking waarbij de waterhuishouding niet op orde is, is namelijk de voornaamste oorzaak voor de toenemende wateroverlast. Door de explosieve groei van veel steden is dat een wereldwijd opkomend probleem.”
Overstroming Ketelbinkie - Deventer
/
Maar hoe zit het dan met overstromingen? De watersnoodramp van 1953 is niet alleen een historisch feit, maar zeker in Zeeland en delen van Zuid-Holland ook een schrikbeeld uit het verleden. Sindsdien is veel gedaan om herhaling te voorkomen en kent ons land de beroemde Deltawerken. Daar wordt vanwege de veiligheidseisen die eraan worden toegekend ten volle op vertrouwd, maar soms komt er toch een scheurtje in dat vertrouwen. Van veel dijken in Nederland is de kwaliteit onvoldoende bekend. Bijvoorbeeld toen in de vroege ochtend van 26 augustus 2003 in Wilnis een dijkverschuiving ontstond. Dat bracht bij de inwoners van Wilnis heftige emoties teweeg en was dagenlang landelijk nieuws. De discussie over de veiligheid van onze dijken laaide op en er werd onderzoek gedaan naar zwakke plekken in ons waterkeringsstelsel. Toch hoeft Nederland zich over overstromingsgevaar géén acute zorgen te maken, meent Zevenbergen. “Nederland is wat dat betreft het veiligste land ter wereld. Na de deltaramp in 1953 hebben we gezegd dat zoiets nooit meer mag gebeuren. Daardoor hanteren wij nu de strengste eisen ter wereld. De kans dat er een dijk doorbreekt is hier eens in de 1000 jaar, en zelfs nog minder. In andere landen is dat eens in de honderd of zelfs nog hoger.”
Wereldberoemde waterkennis
Nederland heeft dankzij alle ervaring een wereldnaam op het gebied van waterkennis. “Een goed voorbeeld is Deltares. Een expert van Deltares heeft zes weken lang het watersysteem in Bangkok
gemodelleerd en heeft daar baanbrekend werk verricht”, vertel Zevenbergen. “Zo heeft hij onder meer kunnen verklaren waarom het water zo hoog stond, waarom het water zich op een bepaalde manier verspreidde én hij heeft een raming gemaakt hoe lang het duurt om het nog droog te krijgen.” Hij vervolgt: “En dit was nog maar één voorbeeld. Zodra er een ramp is, waar dan ook in de wereld, worden experts uit Nederland vaak gevraagd om hun kennis te delen, de situatie te verklaren en advies te geven. We kunnen dus wel stellen dat de Nederlandse waterkennis wereldberoemd is. “
Kennis delen
Waterkennis is een Nederlands exportproduct geworden en daar wordt om die reden ook op voortborduurt. Zevenbergen is al vijf jaar hoogleraar aan de TU Delft maar ziet dat er op meer plekken in de wereld hoogwaardige kennis is waar zelfs wij nog van kunnen leren. “In Melbourne zetelt het Centre for Water Sensitive Cities. Daar onderzoeken ze hoe een stedelijke omgeving moet worden ingericht zodat er op een duurzame manier met water kan worden omgegaan. Nog concreter: hoe water kan worden vastgehouden om de droogte tegen te gaan. Uiteraard kampen ze daar met veel droogte, maar onderschat Nederland niet. Ook wij kennen droge periodes.”
Chris Zevenbergen
Australië innoveert flink op het gebied van stedenbouw en Zevenbergen erkent dat zij een belangrijk aandeel hebben in ‘het nieuwe bouwen’. “Het belangrijkste is dat we bij het maken van bouwplannen vanaf het begin rekening houden met het watersysteem”, stelt Zevenbergen. “Voorheen werden waterexperts pas in de laatste fase van een bouwproces betrokken. Dus de innovatie zit hem eigenlijk in het samen plannen. In Nederland gebeurt dat al steeds meer. We hebben ook een watertoets die daarop toeziet, maar in het buitenland, bijvoorbeeld de Aziatische steden, gebeurt dat nog bijna niet.”
Economische gevolgen
“De economische gevolgen van overstromingen zijn tegenwoordig zo groot, dat wij ons nu realiseren dat we de risico’s onvoldoende kennen en mee laten wegen bij de keuzes van maatre-
gelen. In Bangkok zijn fabrieken van Honda en Toyota stilgelegd door de overstromingen. Het moet nu nog maar blijken of de multinationals nog vertrouwen hebben in het gebied waar die fabrieken staan. De kans dat er in de nabije toekomst nog een keer een overstroming komt, is namelijk reëel.”
vert bovendien ook ruimtelijke kwaliteit op. En dat heeft weer een positief economisch effect. Een huis aan het water is bijvoorbeeld tien procent meer waard dan een huis zonder een sloot, vaart of plas in de buurt”, aldus de hoogleraar waterbouwkunde.
Zo is het niet ondenkbaar dat de industrie in lage dichtbevolkte delen van Nederland door wateroverlast gevaar kan lopen. Maar ook in gebieden die weinig gevaar lopen, kan het – weliswaar op kleinere schaal – economisch voordeel opleveren om al in de eerste fase van een bouwproces er een waterexpert bij te betrekken. “Dat kan namelijk onnodige kosten voorkomen. Als er achteraf nog een straat moet worden verhoogd of iets dergelijks, is dat geldverkwisting. Innovatief bouwen le-
In de toekomst heb je niet alleen meer huizen aan het water, maar ook ín en op het water, verwacht Zevenbergen. “Er zijn concrete plannen om drijvende woonwijken en zelfs drijvende steden te bouwen. Vooral in Azië zijn hier serieuze plannen voor. Maar ook in Nederland wordt er over nagedacht. Het Delftse bedrijf DeltaSync maakt wereldwijd naam op dit gebied.”
Recente overstroming in Bangkok
Drijvende steden
“Ik geloof ook dat steden, die met een fluctuerend waterpeil mee kunnen bewegen als drijvende steden, onze toekomst zijn. Als je op dit moment naar de situatie van deltasteden kijkt, zie je dat we te maken met hebben zakkende bodems. In die hoogstedelijke gebieden zijn waterwoonwijken een goede oplossing voor het probleem. De huizen zijn dan niet meer gefundeerd op vaste grond en dat is een groot voordeel. Aangezien de huizen dan op een flexibele bodem staan, valt het probleem van zakkende bodems weg en bij extreme natuuromstandigheden kunnen de klappen beter worden opgevangen.”
Nieuw gezicht
foto: Dura Vermeer Groep NV
“Het is belangrijk dat we in Nederland onderscheid maken tussen wateroverlast en een overstroming. Dat is namelijk niet hetzelfde”, zegt hij. “Een overstroming komt bij ons voor zodra een dijk breekt. Bij extreme stormen bijvoorbeeld. Wateroverlast wordt veroorzaakt door zware regenval waarbij het water niet meer via normale kanalen weg kan stromen en vervolgens kelders en straten blank zet.” In het buitenland wordt meestal alleen over overstromingen gesproken.
nalen afsloot. De doorstroming van het water van boven naar beneden werd dus geblokkeerd. Maar het blijkt ook dat er waterkeringen (objecten die als functie hebben om water tegen te houden) ontbraken. Dat het met keringen niet deugde was in 2005 in New Orleans trouwens
DECEMBER 2011
foto: Dura Vermeer Groep NV
Verstedelijking waarbij de waterhuishouding niet op orde is, is de voornaamste oorzaak voor de toenemende wateroverlast
/
foto: Rob Lengkeek
Wateroverlast teistert óók Nederland
NO.6
De ontwikkelingen in watermanagement garanderen steeds meer veiligheid ten opzichte van water. Maar met de verandering in het klimaat en de inherent daaraan stijgende zeespiegel en door de sterke van steden, moeten we blijven werken aan onze waterveiligheid. Dit geldt ook voor onderzoek. Echt gevaar lopen we volgens Zevenbergen niet, maar bebouwing zal in de toekomst zich meer moeten aanpassen aan het wassende water. De wereld zal over enkele decennia dus een nieuw gezicht hebben.
DELFT HIGHLIGHTS
8
/
NO.6
/
DECEMBER 2011
DELFT HIGHLIGHTS
/
NO.6
/
9
DECEMBER 2011
advertorial
Delft krijgt ‘themapark droge voeten’
Hogeschool Inholland Delft ‘Groene’ leider in de Randstad Hogeschool Inholland Delft biedt als enige onderwijsinstelling op hbo-niveau in de Randstad ‘groene’ opleidingen aan. Met het Westland als ‘achtertuin’ en het tekort aan mensen in de agrarische sector liggen er legio kansen voor studenten. Hoogwaardige kennis voor een van de innovatiefste sectoren die het land kent, daar draait het om. Tijdens de opleidingen Dier- en Veehouderij, Food commerce and Technology, Greenport business and Retail en Landscape and Environment management worden studenten geconfronteerd met actuele vraagstukken uit de maatschappij.
Samen sterk
“De innovatie in de ‘groene’ sector gaat razendsnel”, stelt locatiedirecteur, Peter Scheerder. “Hogeschool Inholland Delft blijft daarin meegaan. Wij proberen daar in diverse sectoren een bijdrage aan te leveren door studenten te laten werken aan oplossingen voor actuele vraagstukken. Andersom worden we daar ook vanuit het tuinbouwgebied
actief bij betrokken door onder anderen de burgermeester van de gemeente Westland, Sjaak van der Tak.” Zo is Hogeschool Inholland Delft gevraagd om samen met kennisinstellingen als de TU Delft en de Haagse Hogeschool, onderzoeken uit te voeren die de markt verder helpen. Scheerder: “Het project Green Eyes is een mooi voorbeeld. De studenten gaan samen met andere partijen onderzoeken wat er allemaal in kas gebeurt als er bijvoorbeeld een plantziekte uitbreekt. Veel tuinbouwers blijken in zulke situaties te denken dat zij wel weten waardoor die ziekte wordt veroorzaakt. En dus
wordt er verder geen onderzoek naar gedaan. Terwijl dat herhaling zou kunnen voorkomen.”
Oude imago afstoffen
Van de studenten die aan het project Green Eyes meewerken wordt verwacht dat zij innovatieve oplossingen bedenken voor het bedrijfsleven. De directeur vindt het dan ook spijtig dat agrarische opleidingen niet bij iedereen het imago hebben dat bij de interessante en hypermoderne sector past. “Onze opleidingen worden nog te vaak gerelateerd aan het verouderde cliché van vroeg opstaan, keihard werken en toch weinig geld verdienen. Jammer. In werkelijkheid ontwikkelen onze studenten zich tot mensen die in de toekomst waardevolle kennis gaan overbrengen en sectoren vooruit helpen met vernieuwende ideeën. Het is wetenschap pur sang voor ondernemende studenten.”
Twintig procent minder voedselverspilling vóór 2015 In Nederland gooien we met z’n allen per jaar 4,4 miljard euro aan voedsel weg. Dat móet echt minder en studenten, de managers van de toekomst, moeten hier een belangrijke rol in spelen, vindt de overheid. Via een gesubsidieerd project krijgen studenten van Inholland de kans om samen met andere onderwijsinstellingen, overheidsinstellingen en bedrijven te werken aan het terugdringen van die verspilling.
Hoe doen ze dat? “Onder meer via onderzoek naar mogelijkheden en het bevorderen van de bewustwording van hele ketens. De lat ligt hoog. We willen voor 2015 twintig procent minder voedselverspilling in Nederland”, stelt projectleider Gerry Kouwenhoven van Hogeschool Inholland Delft.
Bewustwording
“Slechts een paar praktische aanpassingen volstaan al om ervoor te zorgen dat er minder voedsel wordt verspild”, vertelt Kouwenhoven. “Het is van essentieel belang dat zowel bedrijven als consumenten inzien dat het anders kan. En dus geven onze studenten beide kanten de aandacht. Zo hebben zij onderzoek gedaan naar het gedrag van de consument en geven zij voorlichting aan bedrijven.” De projectleider constateert dat het tijd kost om het gedrag van consumenten en bedrijven te veranderen, maar ziet ook dat de studenten écht iets teweeg brengen in de foodsector: “Zij jagen ontwikkelingen aan op het gebied van reductie van voedselverspilling. Via onderzoek, maar ook door fysiek langs te gaan bij bedrijven. De studenten van Inholland hebben bijvoorbeeld training gegeven aan een groot cateringbedrijf. De medewerkers daarvan hebben de ideeën en tips opgepikt en zijn vervolgens hun werkwijze gaan veranderen. Hierdoor werken zij nu veel bewuster en minder verspillend.”
Ketens
Het is een voorbeeld van een kleine verandering in een grote sector, maar Kouwenhoven stelt dat het daar wel mee begint: “Uiteindelijk proberen we hele ketens bewust te maken van het feit dat zij zaken moeten veranderen. Als bedrijven in een keten beter met elkaar communiceren, scheelt dat enorm. Maar dan moeten ze wel eerst geholpen worden om in te zien dat reductie van voedselverspilling niet alleen een morele kwestie is, maar ook een kwestie van geldverspilling. In de praktijk blijkt dat bedrijven hun aanpak pas willen veranderen zodra het besef is doorgedrongen dat zij geld kunnen besparen.”
Kansen
“Het is ook frappant dat eten ook nog niet wordt afgestemd op het jaargetij”, vervolgt de docent en projectleider. Deze overproductie proberen wij tegen te gaan. Wij zijn actief met de valorisatie van reststromen. We moeten zo goed mogelijk in kaart brengen wat er nodig is en de productie daarop afstemmen.” Het aandeel van consumenten in het geheel mag niet worden onderschat. Kouwenhoven: “Vooral jongeren blijken eten weg te gooien, terwijl dat nog van prima kwaliteit is. Kliekjesdag? Bestaat in veel gezinnen niet meer. Er liggen écht meer dan genoeg kansen om verspilling te verminderen. Dit betekent dat er evenveel uitdagingen voor onze studenten zijn.” Geïnteresseerd in de opleidingen en projecten van Hogeschool Inholland Delft? Surf dan snel naar www.inholland.nl/delft
Gerry Kouwenhoven
De wereld kijkt toe wat we in Delft met water doen “Gelukkig bestaat in Delft een samenwerkingsverband van ondernemingen, onderwijs”
Delft is de mondiale etalage van waterhuishoudkundig vernuft. Hier wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook ter wereld. In januari wordt een begin gemaakt met het zichtbaar maken, op ware grootte, van de werking van tijdelijke waterkeringen. Een soort themapark voor droge voeten. / door Dolf Dukker
Bij dreigende watersnoden zien we steevast dezelfde beelden. Mannen in zware regenpakken die met zandzakken lopen te sjouwen, om zo goed en zo kwaad als het gaat een geïmproviseerde waterkering op te bouwen. Dat moet toch slimmer kunnen. Efficiënter, sneller en waarschijnlijk ook goedkoper, dachten producenten en leveranciers van waterhuishoudelijke voorzieningen en materialen.
Unieke trekpleister
Maar goede ideeën vinden niet automatisch hun weg naar de praktijk. Gelukkig bestaat in Delft een samenwerkingsverband van ondernemingen, onderwijs, onderzoek en overheid. Onder de naam Delft Blue Technology bundelen de gemeente Delft, het Hoogheemraadschap van Delf land, TU Delft, TNO, Deltares, UnescoIHE, Science Port Holland en de Kennisalliantie hun krachten om watervraagstukken op te lossen. Dankzij hun inzet krijgt Delft er een unieke trekpleister bij. Als het weer niet tegenzit, gaat in januari de schop de grond in voor de aanleg van een proeftuin waar de werking van tijdelijke waterkeringen zal worden gedemonstreerd. Daarvoor is langs de A13 tussen de afslag Delft Zuid en het NMI een gebied van 50 hectare gereserveerd. Over een maand of drie wordt dit nu nog braakliggende gebied doorkruist met watergeulen en
dijken. Elke wateroverlast gevende situatie kan hier op reële grootte in scène worden gezet. Vertegenwoordigers van waterschappen en andere overheden uit binnen- en buitenland kunnen met eigen ogen zien welke tijdelijke waterkering het best aan hun eisen voldoet.
Grote waterbakken
Zij zullen zich verbazen over de ingenieuze manieren die de participerende bedrijven en instellingen hebben bedacht om overstromingen te voorkomen. Wie kan bedenken dat je water heel simpel kunt tegenhouden met… water? De BoxBarrier, een systeem van grote kunststof bakken, maakt dat mogelijk. Door op een dijk of kade een rij van deze bakken neer te zetten en met water te vullen, kan de kerende werking van deze dijk of kade eenvoudig worden verhoogd. De BoxBarrier is een coproductie van GMB Infra en BAM Infraconsult. Het systeem kan overal waar overstromingsgevaar dreigt, worden toegepast. Op harde en zachte ondergrond. Voor een harde ondergrond zijn op de onderkant van de bak rubberen profielen aangebracht, om een waterdichte afsluiting te garanderen. Is het overstromingsrisico geweken, dan kunnen de bakken eenvoudigweg worden gedemonteerd en opgeslagen. Een andere ingenieuze oplossing is een kering die in de grond verstopt zit en die automatisch omhoog komt wanneer de water-
stand een bepaalde grens overstijgt, gewoon door gebruik te maken van de opwaartse kracht van het water. Staat het te hoog, dan stroomt het water vanzelf in betonnen bakken die zijn ingegraven in een dijkwand of kadewand. In de bakken hangt een vlotter van polyester met daarop een metalen deksel die door het stijgende water omhoog wordt gedrukt en als kering gaat fungeren. Voordeel van dit systeem is dat er bij normale waterstanden niks van te zien is. Het landschap wordt er niet door ontsierd. Met het idee voor deze innovatieve vlotterkering wonnen Gerard Jansen en Jan Vermond, twee Westlandse particulieren, in 2007 de door het Hoogheemraadschap Delf land uitgeschreven Europese prijsvraag voor het beste ontwerp voor de ‘Tijdelijke waterkering Woudsepolder’. Hoewel de vlotterkering dus in feite was bedoeld voor een experiment in de Woudsepolder wordt nu met de partners van Delft Blue Technology onderhandeld of de vlotterkering niet beter in de Delftse proeftuin voor tijdelijke waterkeringen kan worden gebouwd en gedemonstreerd. Het is dus nog niet honderd procent zeker of de vlotterkering er komt.
Sneller innoveren
De inrichting van een test- en demonstratieterrein voor tijdelijke waterkeringen is een mooi voorbeeld van de dynamiek van samenwerkingsverbanden. Het is de Kennisalliantie niet alleen gelukt
om de ontwikkeling van innovatieve waterkeringsystemen te versnellen, maar ook om de werking ervan aanschouwelijk te maken voor iedereen die zich zorgen maakt of we de komende jaren de voeten droog kunnen houden, gezien het veranderende klimaat. “Het is begrijpelijk dat overheden die moeten besluiten over dergelijke keringen er zeker van willen zijn dat die keringen ook echt in de praktijk werken”, zegt Sander van der Wal, programmamanager bij de Kennisalliantie, partner van Delft Blue Technology. “Het gaat immers om onze veiligheid. Als klanten een bepaalde omstandigheid willen testen, bijvoorbeeld de kracht van boomstammen tegen een kering,
kunnen we dat hier ook doen.” Joost de Haan, innovatiemanager bij het Hoogheemraadschap van Delf land, ziet de regio Delft als één grote etalage van waterhuishoudkundige innovaties. “Ik verwacht dat de deltatechnologische kennis die hier aanwezig is een enorm aanzuigende werking zal hebben op de rest van Nederland. Ik zie deze regio als een kraamkamer van onderzoekers en ondernemers, waaruit innovatieve producten komen voor de uitdagingen die klimaatverandering en waterbeheer ons stellen. Niet alleen Nederland heeft daar straks wat aan, maar ook de rest van de wereld. Ik heb er veel vertrouwen in dat er mooie innovaties tot stand komen in onze regionale proeftuinen.”
DELFT HIGHLIGHTS
10
/
NO.6
/
DECEMBER 2011
DELFT HIGHLIGHTS
/
NO.6
/
11
DECEMBER 2011
Niveaumeter in rioolput
Neerslagmeter
Hogeschool Inholland Delft Unieke opleidingen in de Randstad Ben je op zoek naar een vervolgopleiding? Word jij de specialist waar het bedrijfsleven zo om zit te springen? Kies dan voor een opleiding van Hogeschool Inholland Delft: Aeronautical Engineering Dier- en Veehouderij Food Commerce and Technology Greenport Business and Retail Landscape and Evironment Management Luchtvaarttechnologie Meer weten? www.inholland.nl/delft
COLUMN
Klapekster We lopen langs een lange bomenrij in de ochtendschemering. Het is al november maar nog helemaal niet koud, mijn zomerjas is nog steeds meer dan voldoende. Engelse meteorologen hebben een winter voorspeld met Siberische temperaturen, -40°C of zoiets, maar daar merken we nog niets van. Langs de rand van een sloot zijn winterkoninkjes druk in de weer en in de wat hogere bomen zien we een aantal mezen. Verderop doet een groot aantal kramsvogels zich te goed aan prachtige rode bessen. Dit rood in combinatie met de gele en bruine herfsttinten en een laatste beetje groen maakt er in mijn ogen een typisch Hollands tafereel van. In het water jaagt een snoek – of is het een school baarzen? – op kleine visjes. De snoek of baarzen zijn zelf niet te zien, maar wel de scholen visjes. Die springen, om hun leven te redden, herhaaldelijk als groep boven het water uit. Tussen de vele kaarsrechte sloten lopen ook merkwaardig kronkelende greppels. Oude kreekjes? Ik denk aan de geulen op het wad, zoiets zal vast ook de oorsprong van deze sloten zijn. We komen, hoewel in de volle Randstad, tijdens een uur of twee wandelen langs polderweggetjes, knotwilgen en weilanden, nauwelijks iemand tegen. Tot we in de verte toch een groepje mensen zien staan dat, zo lijkt het, fietsen of brommers heeft meegenomen op de grasdijk. Een hangplek?
Dichterbij gekomen blijken het vogelaars te zijn. De fietsen zijn verrekijkers, telescopen en telelenzen op statieven. Ik zie iets verderop een zilverreiger in het land maar die is ook goed met het blote oog te zien. Dus vraag ik de eigenaars van al die ‘vergrotingsobjecten’ wat er te zien is. Het antwoord is kort en uitnodigend: “Kijk zelf maar eens.” Zo’n tweehonderd meter verder staan wat wilgenbosjes; op de keper beschouwd meer struiken dan bomen. Daar blijkt een klapekster op een tak te zitten. Dankzij de techniek in de glimmende apparatuur zie ik voor het eerst in mijn leven deze bijzondere vogel. De vogelaars lachen een beetje smalend als ik in een eerste opwelling constateer dat de kleuren wel op die van een kluut lijken, een vogel die ik wel vaker zag. Hier zien we in de praktijk gebracht wat onderzoek en wetenschap zoal vermag. Ooit is in Delft door Anthonie van Leeuwenhoek onderzoek gedaan met een microscoop. Verrekijkers en telescopen zijn, hoewel op iets andere principes gebaseerd, verwante apparaten. Zij kunnen elk op een andere manier ons kijkplezier enorm vergroten. De klapekster zal dit gemijmer overigens een zorg zijn. Ik weet niet hoe de vogelaars dat zo snel zien, maar ze zeggen dat het een mannetje is. Hij is in elk geval niet te beroerd om na een fraaie vlucht – in een min of meer rechte lijn op ons af – korte tijd vlakbij op een paaltje te gaan zitten. Nu is de vogel ook met het blote oog goed te zien. Na een poosje zie ik dat de vogelaars gelijk hadden, er zijn wel degelijk grote verschillen met de kluut … Niek Praagman is toegpast wiskundige en natuurliefhebber
Elke Delftenaar kan helpen bij waterbeheer Project Slim Meten en Monitoren heeft zoveel mogelijk informatie nodig Het Delftse project Slim Meten en Monitoren onderzoekt waar het water in de binnenstad naartoe gaat. Iedereen kan daarbij helpen met informatie uit zijn eigen buurt, straat of huis. Zo wordt elke Delftenaar een beetje waterbeheerder.
Het is weer tijd voor paraplus, capuchons, laarzen en een dikke (regen)jas! Nat worden we niet graag. We wachten liever tot een regenbui voorbij is, of pakken de auto in plaats van de fiets om ergens te komen. Het kan plaatselijk ineens hard regenen, waardoor in huis de wc-pot gaat borrelen of buiten grote plassen ontstaan. Water heeft altijd iets onvoorspelbaars. Daarmee zorgt het wel voor leven in de brouwerij. Maar om te voorkomen dat water tot overlast leidt, moet het zorgvuldig worden beheerd en beheerst.
Grachten op peil
De gemeente Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland zijn elke dag bezig met het beheren van regenwater, grondwater, het peil in de grachten en de riolering. Als de weersverwachting is dat er veel regen gaan vallen, wordt met gemalen water uit de grachten weggepompt. Is het droog weer, dan wordt juist water de binnenstad ingelaten om de grachten op peil te houden. Zo proberen de gemeente en het Hoogheemraadschap te voorkomen dat het ergens te droog of te nat wordt. Vaak lukt dat, soms ook niet. Dan lopen kelders en tunnels onder of verzakken huizen. Het project Slim Meten en Monitoren heeft tot doel om dat soort vervelende situaties zoveel mogelijk te voorkomen. En om te onderzoeken wat er met het water in de binnenstad precies gebeurt. Samen met de inwoners
van de stad werken de gemeente Delft, Hoogheemraadschap van Delfland, TU Delft, advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos en Munisense BV (leverancier van beheerde infrastructuur voor draadloos meten) aan dit project om het watersysteem beter te begrijpen.
Social media
Daartoe meten de gemeente en het Hoogheemraadschap in de gracht, het grondwater, de neerslag en de riolering. Maar er is veel meer informatie beschikbaar. Mensen blijken namelijk via social media steeds vaker te communiceren over water. Foto’s van wateroverlast komen op facebook. Er wordt getwitterd over plensbuien. Bovendien zijn er mensen die van het meten van water hun hobby hebben gemaakt. Weeramateurs voeren bijvoorbeeld zelf neerslagmetin-
gen uit. Slim Meten en Monitoren kan die waardevolle informatie goed gebruiken. Iedereen kan interessante waarnemingen doorgeven: een foto van een straatkolk die niet goed werkt, een deel van de straat dat steeds vol water staat of een gracht die bijna droogvalt. Geef het door via www.slim-meten. nl. De metingen van de gemeente en het Hoogheemraadschap komen eveneens op deze website te staan. Alle informatie wordt gekoppeld en gedeeld. Zodoende kan iedereen bij wateroverlast volgen wat er precies gebeurt. Het project Slim Meten en Monitoren betrekt inwoners bij het waterbeheer. Voor de officiële beheerders van het water in Delft is het een innovatieve manier om via waarnemingen van burgers uit te zoeken wat het effect is van de maatregelen die ze nemen. Wateroverlast Rietveld Delft
Peilbuis in de grond
Innovatieproject Het project ‘Slim meten en monitoren’ is een innovatieproject dat wordt uitgevoerd onder de paraplu van Delft Blue Technology. Binnen Delft Blue Technologie stellen de gemeente Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland hun beheersgebied ter beschikking om nieuwe kennis en technologieën op het gebied van water- en deltatechnologie te testen. Het project is mede gefinancierd met steun van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Commissie.
DELFT HIGHLIGHTS
12
/
NO.6
/
DECEMBER 2011
DELFT HIGHLIGHTS
/
NO.6
/
13
DECEMBER 2011 advertorial
Problemen?
Maak er een spel van! Tygron Serious Gaming schept orde in chaos
“Sterk aan de cursus vond ik dat er niet alleen professionals, maar ook ervaringsdeskundigen aan het woord kwamen”
Spelenderwijs problemen oplossen. Haast te mooi om waar te zijn. En toch gebeurt het. Met zogeheten ‘serious games’. Dat zijn computerspellen over serieuze onderwerpen. Onze kroonprins Willem Alexander demonstreerde een speciale versie van het spel bij het begin van de grote Nederlandse handelsmissie in Vietnam. / door Dolf Drukker
Een zaal vol hooggeplaatste Vietnamezen zag op een beamerscherm hoe met Delftse kennis een eind kan worden gemaakt aan de overstromingen in de Mekong Delta. Treffender staaltje van levensreddend Nederlands vernuft kon de prins niet geven. De succesvolle start van de handelsmissie was mede mogelijk gemaakt door twee oud-studenten van de TU Delft: Jeroen Warmerdam en Maxim Knepflé. Door een vakantiebaantje bij de faculteit Technische Bestuurskunde kwamen zij op het idee meer met games te gaan doen. Zelf studeerden zij technische informatica, wisten dus veel van computers. Gecombineerd met wat zij bij Bestuurskunde leerden over nieuwe toepassingen van gamingsystemen bij besluitvormingsprocessen wisten zij één ding zeker: hier zit business in; wij gaan zelf dit soort games maken.
YES!Delft
Onder de naam ‘Tygron Serious Gaming’ vestigden de jonge ondernemers zich in 2007 in YES!Delft, de broedplaats van de TU Delft voor technisch ondernemerschap. Eerste spel was voor het Havenbedrijf Rotterdam over de bouw en exploitatie van de Tweede Maasvlakte, het uitbreidingsproject van de Rotterdamse haven. Daarna volgde een aaneenschakeling van opdrachten, onder meer voor een spel over de gevolgen van bevolkingsafname in Limburg, Groningen, Drenthe en Zeeland, een watergame over ruimtelijke ordening en watermanagement, een mixed reality/media-spel over een virusuitbraak en een online spel over de ontwikkeling van een windmolenpark. Voor de gemeente Delft maakte Tygron een spel over de herinrichting van de TU-wijk. “De kern van ons bedrijf is orde scheppen in de chaos van verschillende gegevens en verschillende invalshoeken”, legt Maxim Knepf lé uit. “De uitdaging van de 21ste eeuw is de enorme hoeveelheid data. Je hebt kaarten van het kadaster, kaarten met geo-informatie, zogeheten GISkaarten. Je hebt een heleboel verschillende economische modellen, sociale modellen. Uit die
brij van informatie vissen wij de belangrijkste componenten en kijken wat de onderlinge relaties zijn tussen deelnemers en waar mogelijke belangenconf licten kunnen ontstaan.”
Wat gebeurt er?
Voordeel van een spel is dat partijen eerder geneigd zijn uit hun loopgraven te komen, heeft Knepf lé ervaren. “O, het is maar een spelletje, daarbij mag je fouten maken. Als je zegt ‘we gaan het project met een decision support systeem doorrekenen’ dan houdt een projectontwikkelaar z’n kaarten liever voor de borst.” Serious gaming versnelt het besluitvormingsproces. “Het voorkomt dat bewoners tegen plannen gaan procederen. Dat kan jaren duren. Het weerhoudt gemeenten er ook van bewoners gouden bergen te beloven die zij uiteindelijk niet waar kunnen maken. Je kunt ook verschillende scenario’s testen. Wat gebeurt er bij een economische crisis? Wat is het effect van klimaatverandering, als het harder gaat regenen. Door op voorhand slimme deals te maken met grondeigenaren over waterberging zijn waterschappen wellicht goedkoper uit.” Over de inhoud van een spel: “Een game bestaat uit een game engine; dat is de kernsoftware. Die kunnen wij telkens configureren. Voor een nieuw gebied lezen we de kaart in. We voeren een hydrologisch model in dat het waterbeheer doorrekent. We maken een actoranalyse (deelnemeranalyse; red.) , welke actoren zijn in het gebied actief ? Wat zijn hun opgaven, welke eigendomsposities nemen zij in, hoeveel geld hebben ze? Wat is de hoeveelheid groen in het gebied. Wat is de ruimtelijke kwaliteit? Is het watersysteem op orde? Hoe belangrijk vinden zij de sociale leef baarheid ten opzichte van de hoeveelheid groen? En ten opzichte van de financiën? Heel belangrijk is ook dat alle deelnemers dezelfde taal spreken, zich niet achter het jargon van hun eigen vakgebied verschuilen.” “Voor het spel over de herinrichting van de TU-wijk hebben we
het watersysteem doorgerekend met Deltares. Op het gebied van bouwen, werken we samen met een architectenbureau. Met UNESCO-IHE hebben we een model gemaakt dat hittestress doorrekent. Zij weten precies hoe je die sommen moet maken. Hebben we in het spel ingebouwd. Twaalf partijen hebben eraan meegewerkt. Twee jaar geleden hadden we driekwart jaar nodig om een spel te bouwen. We kunnen het inmiddels in twee, drie maanden.”
Praktijkvoorbeeld
Om een idee te geven hoe het in de praktijk toegaat, laat Knepf lé zien wat er bij de herinrichting van de TU-wijk op het spel stond. Vier partijen deden eraan mee: de gemeente, het waterschap, DUWO en TU-Vastgoed. DUWO heeft de opgave in het gebied 3.100 studentenwoningen te bouwen. “Hier staan de indicatoren”, wijst hij naar een taart op het scherm. De grootste stukken illustreren waaraan DUWO het meeste belang hecht. “Je ziet dat de bouwopgave en de ruimtelijke kwaliteit belangrijker zijn dan wat er met het groen en het klimaat gebeurt. Dus als DUWO 3.100 woningen bouwt, scoort de corporatie honderd procent. Bouwen zij er 1.500 dan scoren zij vijftig procent.” “We geven spelers die hun opgave realiseren expres een score voor hun eigen belang, omdat dat de realiteit is. Een ontwikkelaar speelt niet volledig voor het algemeen welzijn. Hij wil vooral z’n eigen doelstelling halen. In dit geval kan DUWO kiezen voor een studentenwoning of voor een container. Een container is een stuk goedkoper, maar slecht voor de ruimtelijke kwaliteit. En het is de vraag of de gemeente hiervoor een bouwvergunning geeft. De uitkomsten verschillen per sessie. Dat is het leuke van het spel, het onderhandelen. Er zijn mensen die heel agressief spelen en mensen die het samen willen oplossen. Waar je het meest aan hebt, is een oplossing waarin iedereen zijn eigen opgave, binnen het budget kan realiseren. Serious gaming helpt om die slimme oplossingen te vinden.”
Van droom naar huis Harnaschpolder Delft: zelf bouwen aan ultieme woonwens Zelf een huis helemaal naar je eigen smaak (laten) bouwen: het is de droom van veel mensen. In Harnaschpolder Delft zijn diverse mogelijkheden om die woonwens te verwezenlijken. Lijkt het u geweldig, maar ook ingewikkeld? Valt mee, want u staat er niet alleen voor.
zijn, maar dat is zeker niet het hele verhaal. Steeds meer gemeenten bieden immers kavels aan waarbij zelf bouw ook voor middeninkomens bereikbaar is.
vertelt dat de praktijk anders uitwijst. “Mensen bouwen geen rommel, integendeel. Door de ideeën van bewoners ontstaan juist pareltjes.”
“Een mens moet altijd blijven dromen”. Coen woont in het Delfgauwse Emerald en volgde onlangs de cursus ‘Bouw uw eigen droomhuis’ in Harnaschpolder. Niet omdat hij al een kavel heeft gekocht in de jongste woonwijk van Delft, wel omdat hij ‘ooit een huis wil bouwen waar ik zelf omheen kan lopen’. Vier avonden lang kregen cursisten te horen en te zien welke mogelijkheden er zijn voor zelf bouwers.
In Harnaschpolder Delft gebeurt dat ook. Er zijn er diverse mogelijkheden, variërend van waterkavels (534 euro per vierkante meter), ‘gewone’ vrije kavels (kavels boven de 200.000 euro) tot Delft à la Carte. Bij die laatste vorm kiest de bewoner een kavel en een basisvorm, waarna er talloze mogelijkheden zijn voor onder meer de indeling van het huis en uitbreidingen. Alle vormen van ‘zelf bouw’ zijn terug te vinden op: www.gemeentedelft.nl/bouwkavels
Tijdens de cursus kregen de belangstellenden verschillende van die pareltjes te zien, maar ze kregen ook te horen wat er bij komt kijken.
“Ik vond het allemaal heel interessant”, zegt Coen. “Ik wist bijvoorbeeld niet dat het mogelijk is dat je bij aankoop van een kavel direct een architect in de arm kunt nemen die jou van A tot Z begeleidt als je een kavel koopt. En van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO), dus samen met een groep bouwen, had ik helemaal nog nooit gehoord. Het was dus zeker erg leerzaam.” En met een grijns: “Alleen jammer dat ik óók heb geleerd dat ik nog moet sparen of een loterij moet winnen om mijn droom waar te maken.”
Professionele hulp
Anderen zijn al verder. Tieneke Reijke en Hans den Otter kochten een kavel in Harnaschpolder en hopen binnenkort te gaan bouwen. In eerste instantie wilden ze alles zelf doen, maar uiteindelijk
schakelden ze toch een architect in die het voorlopig ontwerp van hun nieuwe huis tekende. Dat laatste is gebruikelijk: ook zelfbouwers (officieel: particuliere opdrachtgevers) huren immers meestal specialisten in op diverse gebieden. En om te helpen bij het maken van de juiste keuzes, staat er in Harnaschpolder een team deskundigen (bijvoorbeeld vergunningenspecialist en technisch specialist) klaar. Wat extra hulp is geen overbodige luxe, weet Tieneke Reijke inmiddels. “We zijn nu al zo’n twee jaar bezig, maar eigenlijk hadden we de cursus zelf bouwen twee jaar eerder moeten doen.” Delftenaar Martijn van den Brink zag de cursus ‘Bouw uw eigen droomhuis’ vooral als diepte-investering. “Ik was totaal onbekend met zelf bouwen. Sterk aan de cursus vond ik dat er niet alleen professionals, maar ook ervaringsdeskundigen aan het woord kwamen: mensen die eerlijk vertellen waar je allemaal tegenaan loopt. Ik heb zelf trouwens geen concrete plannen om al in Harnaschpolder een kavel te kopen, maar als er straks ruimte komt in de Spoorzone, ben ik zeer geïnteresseerd.”
Middeninkomens
Zelf bouwen is in opkomst. Het heeft weliswaar de naam duur te
Zelf bouwen is ook helemaal van deze tijd, vindt architect Frank Toeset, die zich als voorzitter van de stichting Architecten Bouwers heeft toegelegd op ‘Particulier Opdrachtgeverschap’. Toeset: ,,Een nieuwbouwhuis kopen is waarschijnlijk de grootste uitgave in je leven, maar vaak mag je alleen iets zeggen over de kleur van de tegels. Wij vinden dat mensen zelf keuzes moeten kunnen maken. Dat is ook goed voor een gevarieerd woningaanbod.”
Bouwstijl
Critici stellen soms dat het rommelig kan worden, met botsende bouwstijlen als iedereen zijn eigen huis laat neerzetten. Hans Vos, specialist op het gebied van (Collectief ) Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) en cursusleider van ‘Bouw uw eigen droomhuis’,
Martijn van den Brink is dan ook tevreden met de inspiratie die hij opdeed en de extra bagage die hij nu heeft. “Ik weet nu welke kennis en kunde je om je heen moet verzamelen als je begint aan zelf bouwen. En ja, door de cursus is het wel meer gaan kriebelen.”
CURSUS
‘Bouw uw eigen droomhuis’ De eerste cursus ‘Bouw uw eigen droomhuis’ is inmiddels voorbij. Zodra er voldoende nieuwe aanmeldingen zijn, wordt een tweede cursus gestart. De cursus (kosten: 25 euro voor 4 avonden) wordt verzorgd door Laagland’advies op verzoek van de gemeente Delft. U kunt zich aanmelden door uw contactgegevens te sturen naar
[email protected]. Kijk voor meer info op de website van Harnaschpolder Delft: www.wonentussendeschatten.nl
INFORMATIE
Inspiratie opdoen? Heeft u interesse om zelf te bouwen? Bezoek dan geheel vrijblijvend de woonwinkel in Harnaschpolder Delft. Daar vindt u onder meer een maquette met beschikbare kavels en u kunt meer informatie krijgen over zelf bouwen. Zoekt u inspiratie achter uw pc? Kijk dan op de website van het informatiecentrum Eigen Bouw, www.iceb.nl. Daar vindt u onder meer filmpjes van mensen die een eigen huis hebben gebouwd.
DELFT HIGHLIGHTS
14
/
NO.6
/
DECEMBER 2011
DELFT HIGHLIGHTS
/
NO.6
/
15
DECEMBER 2011
Klimaatbestendig bouwen is een kans De komende decennia worden in de kwetsbare gebieden van laag Nederland naar verwachting tussen een half en anderhalf miljoen nieuwe woningen gebouwd. Jaarlijks komen er in ons land ongeveer 80.000 nieuwe woningen bij. De strategie ´Nederland Omhoog´ stelt dat er een kans ligt om deze woningen klimaatbestendig te bouwen. Het concept Nederland Omhoog omvat het idee om met lokaal gewonnen zand en zand uit de Noordzee, locaties voor nieuwe stadswijken en industriegebieden in laag Nederland op te hogen tot minstens vijf meter boven het maaiveld. Onder deze opgehoogde wijken ontstaat ruimte voor andere functies zoals infrastructuur, leidingen en andere voorzieningen. Op deze manier worden de kosten van investeringen gedeeld omdat
dezelfde ruimte over meerdere functies wordt verdeeld.
Zand erover
Op de korte termijn is er een grote kostenbesparing te realiseren. Door functies te combineren op het hetzelfde oppervlak gaan de investeringskosten omlaag. Denk aan de aanleg van een spoortunnel bovengronds, waarna het zand erover wordt geschoven. Op de lange termijn is er te besparen op veiligheid: als de zeespiegel sneller stijgt dan verwacht moeten kosten worden gemaakt voor bescherming. De nieuwe woningen staan er al en achteraf aanpassen is altijd duurder. Fysisch geograaf Jeroen Aerts van de VU Amsterdam heeft in samenwerking met verschillende instanties in opdracht van de Deltacommissie onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van grootschalige (woon)terpen en superdijken.
Ambulancediensten kunnen efficiënter Het Amsterdamse Centrum voor Wiskunde en Informatica (ACWI) gaat de komende vier jaar samen met de TU Delft betere planningsmethoden voor ambulances ontwikkelen.
Innovatoren van DOK starten eigen onderneming: DOKLAB
‘Storytelling is onze kracht’ Verhalen bij de mensen brengen. Instrumenten ontwikkelen omdat niet alleen via boeken, maar ook via films, foto’s, muziek en games te doen. Storytelling. Dat is in het kort waar DOKLAB zich mee bezighoudt. De afdeling Wetenschap van de Delftse bibliotheek gaat vanaf 1 januari verder als zelfstandig bedrijf. Met lokale, nationale en zelfs internationale projecten in de portefeuille. / door Hans Dalmeijer
‘De rol van bibliotheken verschuift. Boeken blijven belangrijk, maar de invloed van digitale informatie wordt steeds sterker’
Bibliotheken en musea uit alle delen van de wereld volgen nauwlettend wat de Delftse bibliotheek DOK, in 2009 nog uitgeroepen tot Beste bibliotheek van Nederland, gebeurt en wat de afdeling Wetenschap daarvan allemaal bedenkt en ontwikkelt. Niet alleen voor de innovatieve instelling in de Delftse binnenstad, maar ook voor andere bibliotheken; van Almere tot de Oekraïne. DOKLAB ontwerpt en ontwikkelt storytelling tools en geeft visie en advies op het gebied van innovatie in het culturele en informatieve vakgebied. Bovendien onderzoekt DOKLAB technologische vernieuwingen in de bibliotheeksector. Vanaf januari volgend jaar als zelfstandige onderneming, omdat dat meer bewegingsvrijheid biedt dan als onderdeel van een bibliotheek die met overheidsgeld wordt gesubsidieerd.
Innovatiecentrum
“Dus tja, hoe kun je ons het beste omschrijven?’, vraagt
Erik Boekesteijn zich hardop af. “Ik zou zeggen als een innovatiecentrum dat concepten en instrumenten ontwikkelt om bibliotheken, musea en archieven te helpen zich te vernieuwen en naar een hoger plan te tillen. Want bibliotheken en alle andere organisaties met schatten aan informatie moeten met hun tijd meegaan. Hier bij DOK, een van de meest vernieuwende bibliotheken ter wereld waar vanuit alle windstreken naar wordt gekeken, kun je goed zien dat de rol van bibliotheken verschuift. Natuurlijk blijven boeken hier nog heel lang een voorname rol spelen, maar de invloed van alle digitale informatie wordt steeds sterker. Maar je hoeft niet alles meer te bieden wat je vroeger deed. Naslagwerken zullen bijvoorbeeld geleidelijk uit de schappen van bibliotheken verdwijnen.”
jouw straat tevoorschijn te toveren? Deze applicatie draait in diverse bibliotheken.”
“Daar komt wel veel nieuws voor terug”, vult Jaap van de Geer aan. “Daar spelen wij als specialisten op het gebied van multi-touchschermen (aanraakschermen met uitgebreide mogelijkheden omdat ze meer dan één input tegelijk kan verwerken) een belangrijke rol in. Om een voorbeeld te geven, we hebben een applicatie ontwikkeld om bibliotheken en beeldarchieven aan elkaar te koppelen. Je scant je bibliotheekpas en kunt de foto’s zoeken die jouw interesseren. Het Delftse stadsarchief bezit zo’n 25.000 foto’s. Wat doe je daarmee? Nou, digitaal toegankelijk maken natuurlijk. Hoe leuk is het om foto’s van
Inspelen op actualiteit
“We hadden hier op een gegeven moment studenten op bezoek die alles wilden weten over de techniek achter de multi-touchschermen”, vertelt Koen Rotteveel verder. “Toen we demonstreerden hoe het werkte en daarbij een veertig jaar oude foto lieten zien van een van de studentenpanden hier in de stad, waren ze verkocht. Ineens was de techniek totaal niet relevant meer voor ze. Wat ze wilden was meer foto’s van vroeger zien van de huizen waar ze nu zelf wonen. En binnen de kortste keren waren ze vergeten waar ze voor kwamen en stonden ze elkaar details aan te wijzen en er verhalen bij te vertellen. Die omslag was mooi om te zien. Doel bereikt.”
Mocht de koppeling van bibliotheek en beeldarchief nog eenvoudig lijken, DOKLAB heeft ook applicaties ontwikkeld waarin actuele ontwikkelingen in de stad zijn verwerkt in en game. De archeologische applicatie verbindt opgravingen binnen de spoorzone aan het publiek, dat allerlei prachtige vondsten in het gebied kan bewonderen via het multifunctionele aanraakscherm in DOK. Het feit dat archeologen maar een beperkte tijd hebben om te speuren naar waardevolle restanten uit vervlogen tijden in de bodem, vormde de
inspiratiebron voor een spel dat DOKLABS begin volgend jaar lanceert. In die game moet de speler in een race tegen de klok archeologische vondsten verzamelen, terwijl de bulldozers klaar staan om elk moment alles ondersteboven te halen, waarbij wellicht mooie schatten verloren gaan. Zo bedenken de drie die samen binnen de zelfstandige BV de toekomst tegemoet treden tal van concepten waar ook andere bibliotheken gebruik van kunnen maken. En daarbij beperken ze zich niet alleen tot leuke en educatieve digitale tools, maar wenden ze hun expertise ook aan om samen met het bekende Delftse architectenbureau Mecanoo een concept voor een nieuwe bibliotheek in Oekraïne uit te werken.
Er kan namelijk veel tijdwinst worden geboekt bij de inzet van ambulances. Een efficiëntere inzet betekent dat mensen in nood sneller kunnen worden geholpen, maar levert ook financiële winst op. Gebrek aan doelmatigheid gaat volgens prof. dr. Rob van der Mei van het Amsterdamse instituut gepaard met onnodige kosten. Hij stelt ook
Consequent ophogen
TNO heeft uitgerekend dat het consequent f link ophogen van laag Nederland op plekken waar gebouwd gaat worden, binnen honderd jaar tot een hoge mate van ‘klimaatbestendigheid’ leidt. Hoger wonen biedt intrinsieke veiligheid tegen overstromen en wateroverlast.
Studenten halen sneller propedeuse
dat de kwaliteit die ambulancediensten leveren onderling sterk verschilt. Rekening houdend met zaken als de verkeersdrukte willen het ACWI en de TU Delft inventariseren hoe lang het een ambulance op bepaalde tijdstippen van de dag kost om van A naar B te komen. Ook gaan ze na hoe groot de kans is dat er een ambulance nodig is. Aan de hand van die gegevens valt te bepalen waar in een regio het beste standplaatsen voor ambulances kunnen komen om een dekkend netwerk te hebben.
‘Innovatief Nederland moet en kan beter’ “Nederland bungelt zeker niet onderaan, maar hoort niet tot de absolute wereldtop”, heeft Nico van Buren, directeur van de Kennisalliantie in Delft, gezegd tegen de Metro-uitgave ‘Nederland & innovatie’. Ons land stond lang hoog op de innovatieranglijsten, maar daar kon wel eens verandering in komen. Volgens Van Buren moet en kan innovatief Ne-
Deze strategie voor klimaatbestendig bouwen wordt wel ´Nederland Omhoog´ genoemd. Advies- en ingenieursbureau Movares heeft multifunctioneel ruimtegebruik als aspect ingebracht. Hierin wordt de ruimte onder de terpen en superdijken gebruikt voor infrastructuur.
derland beter. Daarvoor moet hoogwaardige kennis worden gekoppeld aan ondernemerskracht. “Willen we welvarend blijven en bij de top horen, dan moeten we er hard aan trekken. Door fundamenteel onderzoek te blijven vertalen naar innovaties. Dat levert harde euro’s op en daar profiteren ook de toeleveranciers van”, aldus de directeur van de Kennisalliantie.
Industrieel ontwerpen
Steeds meer TU-studenten halen hun propedeuse (eerste jaar) in één jaar. Hun aantal is het afgelopen jaar gegroeid van 18 naar 22 procent, zo meldde het weekblad TU Delta recent. Uitschieters waren de opleidingen Industrieel ontwerpen (IO) waar het aantal studenten met een p-in-1 steeg van 22 naar 38 procent en technische wiskunde met een groei van 28 naar 42 procent. Rector magnificus Karel Luyben verwacht dat de percentages verder zullen stijgen als de TU volgend jaar het bindend studieadvies verhoogt van 30 naar 45 punten.
Veel belangstelling
“We hebben inmiddels een uitstekende naamsbekendheid in de sector opgebouwd”, zegt Erik. “Dus de naam is er en aan belangstelling hebben we geen gebrek. Er is maar een schaduwkant aan dit hele verhaal in deze tijd: geld. Dat is in deze tijd van bezuinigingen vaak erg lastig. Aan de andere kant willen bibliotheken en musea graag van onze diensten gebruik maken om te vernieuwen. Want is innovatie in deze branche ook geen luxe, maar een must. Omdat de wereld thuis onder handbereik is gekomen. Dus je moet meer bieden en verrassen. Dan ben je bij ons aan het goede adres.”
Colofon Delft Highlights is een uitgave van Dumay Strategie & Communicatie, Qliq en Rodi Media. Dit nummer is mede mogelijk gemaakt door de gemeente Delft, De Haagse Hogeschool, Hogeschool Inholland en projectbureau Harnaschpolder.
gecontroleerd verspreid onder een selecte doelgroep. Oplage: 81.000 exemplaren.
Hoofdredacteur Hans Dalmeijer / De TekstGroep Services BV, Delft
Acquisitie Jacqueline Jonkhart, Qliq Media
[email protected]
Uitgever Raymond Sparreboom / Dumay Strategie & Communicatie
Redactie Maxim Dalmeijer, Dolf Dukker, Geert de Vries
Druk en distributie Rodi Media zh-bv
Delft Highlights wordt vier maal per jaar huis-aan-huis verspreid in Delft, Pijnacker-Nootdorp, Delfgauw, Schipluiden, Den Hoorn en delen van Rijswijk en Ypenburg. Daarnaast wordt deze kenniskrant
Redactieraad Stef Breukel (voorzitter), Sylvia Coenen (gemeente Delft), Job Nijs (Science Port Holland), Maarten van der Sande (TU Delft), Anne Strobos (Yes!Delft)
Fotografie Stef Breukel, Science Centre Delft, Jorit Lousberg e.a. Vormgeving Job Hugenholtz, Maya van der Veer
Delft Highlights is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden of mogelijke gevolgen die kunnen voorvloeien uit het gebruik van de
hierin opgenomen informatie. . Getracht is om allen recht te doen bij het achterhalen van copyrights. Als in deze uitgave beeld zou zijn opgenomen waarvan de rechthebbende niet of niet tijdig kon worden achterhaald, dan kan de eigenaar binnen twee weken na de verschijningsdatum daarvoor alsnog zijn of haar normale tarief berekenen
DELFT HIGHLIGHTS
16
/
NO.6
/
DECEMBER 2011
Fasten your seatbelts... ...ready for takeoff?
ghtsimulator! Test nu onze nieuwste Simona Fli
Volg het laatste nieuws op
3/25/10 9:02 AM
adv_simona_265x390.indd 1
vlieg t en een Delf g als nce vlie Scie en tre het ft Cen Del ie naar tre kant stva e Cen enc de herf Sci Kom innaa r het Kom or! ulat tsim ona Fligh Simona weSim Flightsimulator! t in onze uwe echteotpiloo e nienieu als een in onz te pilo ech Delft | 015 - 27 85200 Mijnbouwstraat 120 | 2628 RX l www.sciencecentre.tudelft.n
10/6/11 11:55 AM