Wat is dan duurzaam? Inspiratiebundel
over duurzaam parkeren
colofon
De Inspiratiebundel Duurzaam Parkeren wordt als bijlage bij PARKEER24 Magazine in een oplage van 5.000 exemplaren verspreid onder overheden, architecten, projectontwikkelaars, toeleveranciers, exploitanten, beheerders, bouwbedrijven, adviesbureaus en andere parkeerprofessionals. Vormgeving van de Inspiratiebundel Duurzaam Parkeren is verzorgd door De Bladenkamer (www.bladenkamer.nl), het drukwerk door Ten Brink Meppel en de bundel wordt uitgegeven door: Acquire Publishing bv Dokter van Deenweg 56 8025 BC ZWOLLE
2
T: 038-4606384 www.acquirepublishing.nl
wat is dan duurzaam? Op 21 juni jongstleden is er op de Inspiratiedag Duurzaam Parkeren intensief gesproken over duurzaam parkeren. Parkeerprofessionals gingen met elkaar in debat, wisselden kennis uit en filosofeerden over duurzaam ontwikkelen, duurzaam beleid, duurzaam exploiteren en duurzaam bouwen. In het verlengde daarvan hebben we voor u deze Inspiratiebundel Duurzaam Parkeren samengesteld met een variëteit aan meningen, visies, innovaties. We hopen dat u hiermee uw duurzaamheidsdoelstellingen weer een stap dichterbij kunt brengen. Erna Jansen Hoofdredacteur PARKEER24
cover2
duurzaam duurzamer duurzaamst 4
inhoudsopgave
2
colofon
3
voorwoord
inhoud
5
6
duurzaam parkeren en andere dromen – elise fikse
12
duurzaam parkeren in de praktijk – ineke spapé (soab)
15
bij duurzaam parkeren staat de mens centraal – joep Lax (xtnt)
18
mijn of jouw duurzaam parkeren? john stohr (bro)
20 duurzaam beleid maak je op lokaal niveau ton van puffelen (desyde)
22 duurzaam parkeren als hoeksteen van strategie en innovatiepieter bakker (schmitt-parkeersystemen)
24
ecologisch parkeren met het berooster systeem- (tonn)
26 o ntwikkelaars en exploitanten moeten meer samen optrekken – marc moonen (bam go-park)
28
32
34
de zes aspecten van duurzaam parkeren – (goudappel coffeng) certificering van parkeergarages – stefan van uffelen (DGBC) parkeerplaatsen duurzaam en veilig benutten – (switchpark)
36 systeemintegratie zal mobilist maximale keuzevrijheid bieden – (nedap avi)
duurzaam parkeren en andere dromen
6
Ik wil graag beginnen door mijn
circulerende auto’s. Young Urban
verbazing uit te spreken. Voordat
Professionals met een lege maag,
ik hier kwam had ik een bepaald
een hoofd vol werk en jengelend
beeld bij onze parkeerproblematiek.
kind op de achterbank dat nog net
Maar vandaag kwam ik erachter
voor sluitingstijd uit de crèche kon
dat mijn hele perceptie van het
worden getrokken en nu
fenomeen ‘Parkeerprobleem’
verwijtende blikken in de achteruit-
totaal verkeerd was. Ik dacht dat de
kijkspiegel werpt. En maar rondjes
automobilist een probleem had. Ik
rijden in de ijle hoop op in gods-
dacht dat het probleem was dat je
naam een plekje, want heb ik hier
nergens kan parkeren. Als inwoner
nou zeven jaar voor op een wacht-
van Amsterdam is dat namelijk het
lijst gestaan, om uiteindelijk ten
enige wat je hoort over parkeren. Er
einde raad maar wéér buiten de
is nergens plek, ik krijg geen
Ring te parkeren en met de metro
vergunning, het is te vol, te duur,
naar huis te gaan. En de volgende
te onbereikbaar. En buiten kan-
ochtend weer met de metro naar
tooruren zie je niets anders dan
de auto. Ik dacht dat dát het
langzaam door de buurt
probleem was.
E
xploitanten zag ik altijd als de grote boeman. Als de exploitant, zeg maar. De uitbuiter, die gemeen is en alleen maar uit op geldelijk gewin. Iemand die openbare ruimte afpakt en er een lelijk gebouw opzet waar je tegen woekertarieven een uurtje mag staan. Een hufter in een slechtzittend pak. Maar de realiteit – de actualiteit – is anders. De actualiteit heeft de hufter ingehaald. Hij zit met rekeningen bijkans net zo torenhoog als de parkeergarages waar hij ooit met dollartekens in de ogen aan begon, maar waar allang geen hond meer wil staan, waardoor hij met diezelfde handen waar hij ooit zo verlekkerd in wreef nu vooral in zijn almaar dunner wordende haar zit. De exploitant heeft een probleem. Of nee. De exploitant heeft een uitdaging. Een uitdaging om de capaciteit zo optimaal mogelijk te benutten. Om de ruimte op andere manieren in te vullen, om samen te werken met winkels, bedrijven en bewoners. Maar ook de uitdaging om te verduurzamen. Om de kosten te drukken en de wereld te sparen. Met ventilatiealternatieven en LED-verlichting. Maar ook de gemeente heeft een uitdaging. Want die hebben ook nog eens te kampen met peperdure parkeerautomaten en stroperige en kostbare administratieve processen.
Marc Witbreuk en Willem de Haan daarentegen, die hebben geen uitdaging, maar een droom. Zij dromen van een wereld waarin het parkeren maximaal duurzaam geregeld is. Lief he? En om die droom te kunnen realiseren, zeggen zij, is het toverwoord: camera’s. Sterker nog: een cordon van camera’s. Hang de hele stad vol met camera’s en iedereen die het waagt om op vier wielen de stad binnen te rijden, gaat hoe dan ook lappen, of hij nou stilstaat of niet. Betaling gaat via het kenteken, een stadspas, telefonisch, of middels een geel, genummerd label dat aan het oor van de automobilist wordt bevestigd. Mij klinkt dit cordon sanitaire wat big brotheresque in de oren, als een ambtelijke droom die in een Orwelliaanse nachtmerrie dreigt uit te monden. Maar dat
mag je niet zeggen, want als je een Bonuskaart hebt mag je ook niet zeuren over videobewaking die al je bewegingen registreert. Als vegetariër word ik vaker blootgesteld aan drogredenen van dit kaliber, want dan probeert ook iedereen je steevast op een inconsequentie te betrappen. ‘Eet je dan wel kwarktaart, want daar zit gelatine in en die is gemaakt van koeienbotten’, roepen ze dan, alsof dat een reden is om dan meteen alles maar overboord te gooien en je weer een leven lang aan het consumeren van plofkippen te committeren. Maar goed, misschien ben ik wel heel ouderwets en tuttig en juist helemaal niet duurzaam. En dat is ongeveer het ergste wat je tegenwoordig kunt zijn. Niet duurzaam. Het zal je gezegd worden.
ongeveer het ergste wat je tegenwoordig kunt zijn: niet duurzaam Camera’s dus, roepen zij. En: weg met de parkeerautomaten. Als ze er niet zijn, hoef je ze ook niet te kraken, te zoeken of te begrijpen. Dat laatste – dat begrijpen – is zeker een goed punt. Deze week nog moest ik bij thuiskomst na een rondje hardlopen een verwilderd Duits echtpaar uitleggen hoe de parkeerautomaat in mijn straat werkte. Dat was een complexe en tijdrovende klus, met allerlei keuzemenu’s, niet geaccepteerde pinpassen, ontbrekende chipknips en op en neer lopen naar de auto om het kenteken in te kunnen voeren. Mijn Stein Kohle Deutsch hielp ook niet, moet ik toegeven. Maar behalve tijdrovend was het vooral nogal kostbaar voor het stel, dat mij met een mengeling van ongeloof en wantrouwen aankeek toen ze für zwei Stunden 10 euro af moesten tikken. Ik kon alleen maar meelevend knikken. Ich weibe es. Scheiße. Maar je moet blijven dromen, dat vindt ook Jitze Rinsma. Vergeet conventies, vergeet kengetallen, vergeet de norm. Je spant het paard achter de wagen en loopt altijd achter de feiten aan. De normen zijn een indica-
ik durf het bijna niet voor te stellen maar is het misschien tijdvoor een keurmerk dat keurmerken keurt?
8
tie en dus per definitie niet toegespitst op specifieke situaties. Je creëert een one size fits all situatie en one size fits all betekent meestal one size doesn’t really fit anyone. Een norm maakt star waar behoefte is aan flexibiliteit. Jitze sprak daarbij over ‘buiten de kaders denken’. Out of the box. Dat is nogal wat om te vragen aan parkeerprofessionals. Parkeren moet immers juist altijd binnen de kaders, anders wordt je beboet. Dat principe kon wel eens dieper ingeworteld zitten dan tot nu toe werd vermoed. Dus misschien toch een soort norm introduceren. Maar dan geen parkeernorm, maar een duurzaamheidsnorm. Om het beter in kaart te kunnen brengen, pleit Edwin van Eeckhoven. Om te voorkomen dat je dag in dag uit met mensen in discussie moet over wat duurzaamheid nou precies is. Zodat je eenvoudig kunnen meten en dus weten of een bedrijf duurzaam bezig is. Met andere woorden: dan ga je certificeren. Dan maak je een label met een klinkend logo met veel groene kleuren en eventueel een reclamecampagne waarbij iemand in de parkeergarage uit de betaalautomaat springt en heel hard Duurzaam! roept. Certificeren. Met een keurmerk. Dat kan een goede zaak zijn. Het kan window dressing voorkomen, door malafide bedrijven die net doen alsof ze heel duurzaam zijn maar stiekem slaven drijven en tonnen chemisch afval in verlaten slootjes dumpen. Dat kan heel lucratief zijn. Duurzaamheid is booming en niet iedereen heeft zin om veel verder te kijken dan de etalage. Ik zie een groene gevel en een windmolen op het dak, dus dat zal wel goed zijn. Weet ik veel wat er in de coulissen aan uitbuiting, uitstoot, uitputting en overlast plaatsvindt? Welke werknemers nooit daglicht zien of hoe zuinig hier wordt geventileerd? Een keurmerk brengt dat in kaart. Dat scheelt een hoop uitzoekwerk en over het hoofd geziene ellende. Het dwingt tot ‘practice what you preach’. Een stempel erop zodat ik niet meer na hoef te denken en de ver-
antwoordelijkheid uit handen geef. Dat vind ik wel lekker. Aan de andere kant kost een keurmerk tijd en geld en een godvergeten berg papierwerk en dreigt het zijn doel hopeloos voorbij te schieten en als paarse krokodil te eindigen als een ‘doel op zich’. Bovendien zegt een keurmerk vaak ook weer niks. Denk maar aan het ‘ik kies bewust’-logo op voedingsmiddelen, inmiddels vervangen door de nog veel verwarrendere ‘bewuste keuze’ en ‘gezondere keuze’ differentiatie. Waarbij een gezondere keuze een product uit een volgens het Voedingscentrum Den Haag gezonde productgroep uit de schijf van vijf is, en het andere juist niet, maar meer een als-je-dan-toch-wiltsnacken-neem-dan-deze-optie. Of net andersom. Of neem een puur & eerlijk product, een vrije uitloopei of het Beter Leven keurmerk. Weet ik veel wat goed is en wat onzin? Wat betekent het als mijn karbonaadje twee sterren op de schaal van Beter Leven scoort? Was het leven van die zeug dan twee Michelinsterren of een Tweesterrenhotel? Ik durf het bijna niet voor te stellen maar is het misschien tijd voor een keurmerk dat keurmerken keurt? Zoals een keurmerk geen doel moet zijn maar een middel, geldt dat ook voor parkeren an sich. ‘Hou toch op over dat parkeren’, zegt Ineke Spapé. ‘Het draait om de stad, niet om het parkeren. Mensen komen niet naar de stad komen om te parkeren. Dat is een mythe.’ En zo ontrafelde zij vandaag een aantal mythes rondom parkeren. Zoals ook: Automobilisten geven meer geld uit dan gebruikers van andere vervoerswijzen. Quatsch, zo blijkt. Ze geven wellicht wat meer uit per bezoek en zijn eerder geneigd tot impulsaankopen van het kaliber antiek dressoir, maar op jaar- of zelfs weekbasis gaat die vlieger niet op.
over mode gesproken: duurzaamheid, dat is pas mode Net als – mijn favoriet – : autovrije zones doen de omzet afnemen. Daarover zou ik slechts willen zeggen: heren, dan kennen jullie ons nog niet. Je denkt toch niet dat wanneer argumenten als geen geld, niet nodig, niet mooi, niet mijn maat – stuk voor stuk rationeel gezien voldoende voorwaarde voor het afzien van een aankoop – wanneer al die argumenten mij niet tegen kunnen houden om veel te veel geld uit te geven aan spullen die ik niet nodig heb, dat het argument ‘maar daar kan ik niet in de straat parkeren’ mij ervan zal weerhouden om te strakke broeken, slechtzittend schoeisel, matige kwaliteit zitmeubelen en veel te dure verzamelboxen van televisieseries die ik al heb gezien te kopen? Laat me niet lachen. Want als de dames niet met de auto kunnen komen, dan nemen de dames hun man mee, een beproefd recept om de hele dag de handen vrij te hebben om van winkel naar winkel en door rek na rek te kunnen gaan. Gratis te parkeren op een krukje bij iedere paskamer, of met stuurse blik voor de deur van een damesmodezaak te stallen. Hij hoeft slechts om de zoveel uur te worden bijgetankt middels een pitstop bij de haringkar, een lauwe satékroket bij de Febo en een kleintje pils op een onder andere omstandigheden discutabel vroeg tijdstip. Vrouwen blijven wel winkelen. Want waar een winkel is, is een weg.
10
Over mode gesproken: duurzaamheid, dat is pas mode. Wat duurzaamheid is voor 2012, was eerder de kernbom, zure regen, het kistkalf en de ozonlaag. Maar in feite zijn dat slechts verschillende benamingen van hetzelfde probleem. Het thema, zei Stefan van Uffelen vanmorgen, is zo oud als de wereld. Of in elk geval zo oud als de bijbel, want al in Genesis werd gesproken over rentmeesterschap. Alleen was jarenlang de opvatting: duurzaamheid, prima, maar Not
met je geitenwollensokken In My Bloody Backyard. En die tijd is – bijna – voorbij. Dat komt, volgens Stefan, omdat het van een ver-vanmijn-bed-show langzamerhand een kortetermijnprobleem begint te worden. Want nadat we generaties lang systematisch onze fossiele brandstoffen achteloos door de plee hebben getrokken, begint het laatste vel in zicht te komen en dringt zich onbewust de tegeltjeswijsheid aan ons op: denk niet bij het laatste vel, wie na mij komt die redt zich wel. En dus gaan we denken: kunnen we dat laatste vel niet hergebruiken? Kunnen we niet iets doen aan de bezettingsgraad van parkeerplaatsen? Kunnen we geen ziekenhuizen en meubelboulevards met elkaar laten hokken? Kunnen we geen grasmat uitrollen en yoga doen in de avonduren? Dat zijn mooie initiatieven, maar levert het ook wat op? Want uiteindelijk, gonsde het geregeld in de zaal, is de P van Profit altijd doorslaggevend. Wanneer duurzaam vooral duur is, is dat op termijn namelijk ook niet sustainable. Tegelijkertijd: niet sustainable produceren is op lange termijn niet meer houdbaar. Het moet geld opleveren om duurzaam te zijn en het moet duurzaam zijn om geld op te blijven leveren. En dat is het echte probleem. Of nee, de uitdaging. Om nu te kiezen voor duurzame oplossingen in plaats van het weg te geitenwollensokken en het daarmee maar in de toekomst te parkeren. Want dan wacht onze volgende generaties een heel dikke parkeerbon.
Deze column is gemaakt en uitgesproken door Elise Fikse ter afsluiting van de Inspiratiedag Duurzaam Parkere. Elise Fikse is freelance journalist en columnist, onder meer van Verkeer in Beeld ( www.elisefikse.nl,
[email protected], 06-28243817)
Het draait om de stad, niet om het parkeren. Mensen komen niet naar de stad om te parkeren. Dat is een mythe.
duurzaam parkeren in de praktijk
inzetten op vierluik parkeren, retail, stad en bereikbaarheid biedt perspectief
KpVV, Stienstra Adviesbureau stedelijk
verkeer, Erasmus Universiteit en SOAB hebben gezamenlijk het project ‘Vervoer naar retail’
opgestart. Doel was om te ontkrachten dat een aantrekkelijk winkelgebied alleen samenhangt met autobereikbaarheid en parkeervoorzieningen. Want met name winkeliers denken dat de omzet in belangrijke mate wordt bepaald door het aantal bezoekende automobilist.
12
D
it is echter niet hoe het in werkelijkheid is. Het is zelfs zo dat gemeenten als Den Haag, die ook inzetten op andere vervoerswijzen dan de auto (met name fietsen en lopen), het opmerkelijk goed doen. Inzetten op een aantrekkelijk, levendig, gevarieerd winkelgebied, gemengd met andere functies blijkt een veel effectievere richting. Vandaar dat in het project Vervoer naar retail een stappenplan is ontwikkeld waarbij het aantrekkelijker maken van winkelgebieden hand in hand gaat met goede bereikbaarheid voor alle modaliteiten. Ook wordt de aantasting van de aantrekkelijkheid en leefbaarheid van het winkelgebied door auto’s teruggedrongen. De aandacht voor het bezoek aan winkelgebieden en alles wat ermee samenhangt is echter begrijpelijk; het gaat in veel branches namelijk niet zo goed. Uit het Koopstromenonderzoek 2011 is gebleken dat in de Randstad de omzet in niet-dagelijkse boodschappen in 2011 29 procent lager lag dan in 2004. “Ontwikkelingen als teruglopende bezoekersaantallen door vergrijzing, internetshoppen, weinig innovatief ondernemerschap en een veranderend consumentenpatroon hangen sterk met elkaar samen en treffen met name de retail”, zo verklaart Ineke Spapé, directielid bij SOAB Adviseurs voor Woning en Leefomgeving, de dalende omzetcijfers. Pilots Gouda en Winterswijk Om parkeren, retail, stad en bereikbaarheid op efficiënte wijze samen te voegen, zijn gesprekken gevoerd met Gouda en Winterswijk. Met de opgedane ervaring en op basis van de literatuurstudie voor de mythes is het al eerder genoemde stappenplan samengesteld. “Bij beide plaatsen hebben we gekeken waar de kansen liggen rondom het vierluik parkeren-bereikbaarheid-stad-retail, waarbij sterk is ingezoomd op de lokale situatie”, licht Spapé toe. “Voor de gemeenten in kwestie was het vooral een eyeopener om breder te kijken en een goede samenhang te vinden tussen het vierluik. Parkeren is geen doel op zich, maar als instrument nodig om
de stad te ‘verkopen’. Daarbij is het zaak goed na te denken over de locatie en tarifering. Zo ook hoe met gerichte investeringen meer vliegen in één klap te vangen: is het bijvoorbeeld echt nodig een duur parkeerverwijssysteem (PRIS) te implementeren als mensen ook op ludieke wijze, bijvoorbeeld met het inzetten van ‘parkeerbutlers’, naar beschikbare parkeerplaatsen verwezen kunnen worden tijdens de pieken? Deze extra service wordt door bezoekers gezien als handig voor parkeren én de klantvriendelijkheid van een stad.” Maatwerk en samenwerking essentieel De belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn voornamelijk dat maatwerk essentieel is en dat vooronderzoek kan zorgen voor een optimale invulling van het stappenplan. Denk aan het bepalen van de kracht van het winkelgebied, wat voor soort winkelgebied het is en wat voor soort klanten het trekt. Ook is samenwerking tussen winkeliers, ontwikkelaars en gemeenten noodzakelijk voor een samenhangende aanpak. Het oprichten van een BIZ (Bedrijven InvesteringsZone) biedt hierbij extra kansen. Verder kwam naar voren dat investeren in gratis parkeervoorzieningen, met name garages, veel meer kost dan het opbrengt. Een zinvollere aanpak van parkeren bij winkels zou zijn om betaald parkeren in te voeren (winkeliers kunnen klanten een bepaald bedrag laten besteden en een uitrijkaartje geven) en het differentiëren van vervoer en parkeren. “In ons vervolgproject Vervoer naar retail II willen we samen met partijen als de NS, vastgoedmanagers en gemeenten in co-creatie middels het stappenplan toewerken naar betere samenwerking. Zo wordt het stappenplan niet alleen nog beter toepasbaar voor alle gemeenten, maar worden vooral steden er aantrekkelijker door. Daar gaat het immers om; dat is winst voor zowel gemeenten, als de retail, bedrijven én de bewoners!’, licht Spapé toe.
Meer weten? www.kpvv.nl/ vervoer-naar-retail
Interesse voor deelname aan het vervolgproject Vervoer naar Retail II? Mail: i.spape@ soab.nl
Parkeren wordt duurzaam als het toegevoegde waarde biedt voor het individu! 14
“bij duurzaam parkeren staat de mens centraal” senior adviseur joep lax (xtnt):
Als ‘ambitieus advies- en realisatiebureau,
gespecialiseerd in verkeer en vervoer dat gaat waar anderen niet gaan’, heeft XTNT ook haar geheel eigen visie op duurzaam parkeren. Daarin draait het niet om aantallen, tarieven en verboden maar om parkeren als onderdeel van de totale keten. Parkeren wordt duurzaam als dit toevoegde waarde biedt voor het individu: de mens staat centraal.
H
et antwoord van Joep Lax, senior adviseur bij XTNT, op de vraag wat in zijn ogen duurzaam parkeren is, vormt de opmaat van het gesprek. “Denk bij duurzaam parkeren vooral verder dan oplaadvoorzieningen voor E-auto’s. Het gaat niet alleen om het efficiënt en effectief benutten van grondstoffen, maar ook om gebruik van de ruimte, de toegankelijkheid en de kwaliteit van de leefomgeving”, aldus Lax. Hij constateert
dat het parkeerbeleid nu vooral door de vraag naar parkeerplaatsen wordt gestuurd en dus wordt geregeerd door getallen en slaafse gehoorzaamheid afdwingt met tarieven en regulering. Dezelfde parameters komen telkens terug, bestraffen komt voor belonen. “Parkeren is echter niet alleen een kwestie van het reguleren van schaarse ruimte, je moet allereerst
een scherpe doelgroepdefinitie is cruciaal beseffen dat parkeren een onderdeel is van de hele vervoersketen”, betoogt Lax. “En vervolgens dat elke parkeerder andere ideeën heeft over wat belangrijk is en wat toegevoegde waarde biedt.” In zijn visie moet de aanpak van parkeervraagstukken, ook als het gaat om een operationeel vraagstuk als een slecht functionerende garage, beginnen bij de leefbaarheid en kwaliteit en niet bij de specifieke parkeervraag. Voor duurzame oplossingen moet je eerst in samenhang met ruimtelijke ordening en economische zaken het kader schetsen en doelstellingen bepalen voor de binnenstad, de bereikbaarheid en uiteindelijk het parkeerbeleid. “Dat vraagt om een integrale aanpak en dus om nauwe samenwerking tussen alle betrokkenen. Verschillende overheidssectoren moeten elkaar gaan vinden maar ook, en dat is vaak nog veel lastiger, samenwerkingsverbanden met winkeliers, VVV’s en andere belanghebbenden aangaan. Ontschotten qua denken, doen en financieren.”
16
Duurzaam parkeren gaat uit van de vervoersketen en stelt de mens centraal De XTNT-visie op duurzaam parkeren gaat uit van het centraal stellen van de mens bij alle voorkomende vraagstukken. Lax: ”Verkeer ontstaat doordat wij door het verblijf op een andere plek verwachten meer nut te kunnen genereren. De weerstand, die we bij het verplaatsen ondervinden, bepaalt of en hoe we de reis maken. Parkeren kan zorgen voor weerstand, maar kan ook worden gebruikt om de weerstand te verminderen. Je kunt parkeren daarom ook niet als losstaand beschouwen, oplossingen moet je niet zoeken in parkeren an sich maar in het geheel van de vervoersketen. Daarbij moet je beseffen dat ‘de parkeerder’ geen anonieme automobilist is, maar een mens op zoek naar zijn eigen nutstoename. Eén mens met meerdere petten; soms als werknemer
bij een bank in de binnenstad, soms als winkelend publiek, soms als toerist, soms …. Een scherpe doelgroepdefinitie is cruciaal. Algemene typologieën als bewoner, werknemer of toerist volstaan niet meer. Je moet het aantal en type mensen kennen met vast werk in de binnenstad, of met een parttime baan in de binnenstad, winkelend publiek dat shoppen combineert met een dagje stad, etc. Dan is maatwerk mogelijk. Daarmee kom je tot de kern van de XTNT-visie op mobiliteitsoplossingen. Deze zijn altijd gebaseerd op drie emotionele basisbehoeften: autonomie (de mobilist wil zelf kunnen kiezen), competentie (de mobilist kan zelf invloed uitoefenen) en verbondenheid (de mobilist doet pas iets als hij ‘het snapt’). ‘Dwingen’ en ‘verbieden’ voldoen daar niet aan, ‘keuzes bieden’ en ‘uitnodigen’ juist wel. Voorbeelden Lax noemt de ontwikkeling van transferia als sprekend voorbeeld. Wat maakt bijvoorbeeld de transferia in Den Bosch succesvol? Daar is specifiek gekeken naar de wensen van bepaalde doelgroepen en verplaatsingsmotieven en is een totaalproduct gemaakt dat daarop is afgestemd. Zo zijn er voor de winkelbezoekers nieuwe non-stop buslijnen direct naar hartje centrum gemaakt waar je ook na het borreluurtje aan het eind van de middag nog gebruik van kunt maken. En speciaal voor het personeel van het lokale ziekenhuis reed de eerste bus al om 06.00. “Zo bied je iedere reiziger het optimum qua reisduur, tarief en gemak”, aldus Lax. Maar ook bijvoorbeeld parkeerroutering en verwijzing kun je met deze visie vormgeven. Zo heeft XTNT voor de gemeente Nijmegen onlangs met deze doelgroepenbenadering de kaders voor een nieuw parkeerverwijssysteem
opgezet: niet blindelings verwijzen, maar bedenken welke groep wanneer behoefte heeft aan wat voor soort informatie, welke keuzes de doelgroep zou willen kunnen maken en hoe je deze faciliteert. En hoe werkt dat nu in de praktijk? Stel, ik ben gemeenteambtenaar in een middelgrote gemeente met parkeren in mijn portefeuille en wil het parkeerbeleid verduurzamen. Welk traject ga ik dan in met XTNT? De eerste vraag zal zijn: ‘Wat wil ik bereiken?’. Wil ik een beter binnenstadsklimaat, wil ik de wachtrij voor de garage kwijt, of de hoge parkeerdruk in een oude woonwijk oplossen? De volgende stap is om de betreffende doelgroep in kaart te brengen: wie zijn ze en vooral: wat willen ze, waaraan hebben ze behoefte, wat motiveert hen en welke weerstanden ondervinden ze? Daarna
duurzaamheid is efficiënt omgaan met middelen komt de stap van het bepalen van strategie en middelen, waarbij de complete heen- en terugreis het uitgangspunt is. XTNT denkt verder dan alleen het parkeren en de direct daaraan gekoppelde diensten. Denk bijvoorbeeld bij parkeren in woonwijken aan het aanbieden van meerdere opties, die rekening houden met flexibele behoeftes en keuzevrijheid. Misschien is een goedkopere vergunning voor parkeren op afstand een optie, of speciale kortparkeerplekken voor in- en uitladen. Kortom, door verder te denken dan alleen in termen van plaatsen en regulering kom je vaak verder. Duurzaamheid is efficiënt omgaan met middelen, maar dat gebeurt niet van zelf. Het zijn de mensen die dit moeten bewerkstelligen en de mens, zijn activiteiten en de vervoersketen staan hierin centraal.
Inlichtingen: XTNT Joep Lax T: 030-239 80 60 E:
[email protected] www.xtnt.nl
mijn duurzaam parkeren, of jouw duurzaam parkeren? duurzaam parkeren stimuleren is mensen verleiden tot ander parkeergedrag
De een ziet duurzaam parkeren als een ideaal, de
ander als bemoeizucht. Met veel vooringenomen standpunten. Daardoor gaat de discussie bij de
mogelijke oplossingen meer over emoties dan over de feitelijke duurzaamheidsmeerwaarde van een voorstel. De effecten zullen het grootste zijn als oplossingen spontaan worden gebruikt, omdat ze voor de gebruiker een meerwaarde hebben.
P
18
arkeren wordt vaak gezien als een fysiek vraagstuk. Een stuk ruimtebeslag met een eigen dynamiek, waarvan de wenselijkheid en de omvang met behulp van subjectieve argumenten, objectief wordt gemaakt. Met 9,5 miljoen auto’s die gemiddeld 23,5 uur per dag stilstaan is parkeren overal nadrukkelijk aanwezig. Voor de één een nuttige functionaliteit, voor de ander een vorm van overlast. Hebben we het daarom over duurzaam parkeren in algemene zin, duurzaam parkeren in bepaalde gebieden, of voor bepaalde situaties? Of bedoelen we met duurzaam parkeren de voorkeur geven aan een andere vervoerswijze, zodat een parkeervraagstuk niet aan de orde is? Is een kortparkeerplaats waar op een dag twintig keer een auto parkeert, uit oogpunt van zuinig ruimtegebruik duurzamer dan een langparkeerplaats voor een vergunninghouder in dat zelfde gebied? En wat als we naast het ruimtebeslag ook de rijbewegingen meenemen?
Benadering duurzaam parkeren Duurzaam parkeren is dus te benaderen vanuit de duurzaamheid van de parkeerlocatie, maar ook als fysiek eindpunt van een duurzame mobiliteitsactie. De regievraag daarop is structureel verschillend. Als we als vertrekpunt nemen dat de gemiddelde auto circa 23 uur per dag geparkeerd staat, dan is de grootste duurzaamheidswinst op de locatie vooral te halen op de plek waar de auto het langst geparkeerd staat. Dus in eerste instantie bij de woning. En als goede tweede de werkplek. Een veel gebruikte parkeerplaats duurzaam ontwerpen is dus de eerste winst. Keuzesturing Kijken we naar parkeren als functioneel eindpunt van automobiliteit, dan komt sturing op de keuze van dat eindpunt centraal te staan. Dan gaat het over gedragsbeïnvloeding van mensen. Maar wat zijn de duurzaamheidsaspecten die door de
Bron: BRO
“Een veel gebruikte parkeerplaats duurzaam ontwerpen is de eerste winst”
keuze voor een andere parkeerlocatie positief worden beïnvloed? Dat zijn de gereden kilometers (energie, uitstoot, e.d.), de verkeerskenmerken van die kilometers (snelheid, files, verkeerslichten e.d.) en de omgevingskenmerken van die kilometers (gevoeligheid voor geluid, fijnstof, veiligheid, andere weggebruikers, de belevingskwaliteit, e.d.). Wat maakt een locatie meer duurzaam dan een andere locatie? En bij welke gebruiker is deze winst het grootst? Gemak is drijvende kracht Hebben we die locaties eenmaal bepaald, hoe zorgen we er dan voor dat mensen die ook gaan gebruiken? Gemak is hierbij de drijvende kracht. Het gemak om op die parkeerplaats te komen, maar vooral ook het gemak om daarna op je bestemming te komen. En uiteraard weer terug. Is de kans groot dat ik moet wachten? Welk risico loop ik daardoor? Kan ik te laat komen? Moet ik opletten om nog terug te kunnen? Frequente treinreizigers hebben deze onzekerheden als vanzelfsprekend in hun systeem zitten. Autogebruikers die zelden of nooit met het openbaar vervoer gaan
hebben dat niet. Die voelen dat als een aantasting van hun eigen beslisvrijheid. Zitten liever een uur in de file dan dat ze een kwartier wachten op de pendelbus. Zekerheden bieden wezenlijk aspect Wezenlijk voor duurzame parkeeroplossingen, met aanvullend vervoer, is het bieden van zekerheden. Niet alleen dat er over 3 minuten een bus is, maar ook hoe laat men dan op bepaalde bestemmingen aankomt. Zodat de gebruiker dat kan afzetten tegen zijn eigen gevoelsreistijd als hij zelf met de auto tot op zijn bestemming rijdt. “Als u nu rechtsaf slaat en op het transferium parkeert staat u om 11:04 op de Markt. En nog goedkoper ook.” Conclusie Stimuleren van duurzaam parkeren is niet mensen betuttelen in hun parkeergedrag, maar mensen verleiden tot ander parkeergedrag. De duurzame parkeerplaats aantrekkelijk maken, zodat ze de concurrentie van niet-duurzame parkeerplaatsen wint omdat de consument er zelf voor kiest. En het dus mijn duurzaam parkeren wordt.
Inlichtingen: John Stohr Adviseur Strategische Projecten bij BRO, Boxtel Lid van het kernteam Deltaplan Duurzaam Vervoer (DDV), een programma van Movinnio waar gewerkt wordt aan het sneller verwezenlijken van Duurzaam Vervoer door integraal te denken en te doen. John.
[email protected]
“duurzaam [parkeer] beleid maak je op lokaal niveau” D GSM Parkeren, kenteken-
parkeren, betaalpassen; de
techniek schrijdt voort. Naast
betaalgemak gaat er een wereld aan mogelijkheden open om op lokaal
niveau (parkeer)beleid te vertalen naar burgers, winkeliers, toeristen en andere doelgroepen. Daar ligt de echte winst ook in termen van duurzaamheid, volgens Ton van Puffelen van Desyde dat recentelijk GSM Permit lanceerde waarmee gemeentelijk (parkeer)beleid ondersteund kan worden.
20
e digitalisering van de maatschappij gaat snel, sneller dan we wellicht zelf in de gaten hebben. De techniek, internet, betaalsystemen, databases bieden volop mogelijkheden, ook voor de parkeerwereld. In Japan wordt het grootste deel van de parkeertransacties al via de mobiele telefoon afgehandeld. Nederland is nog niet zo ver. Ton van Puffelen ziet een aantal oorzaken. Zo moet parkeren in Nederland ‘vooral geen gezeur opleveren’ en wordt parkeren nog ‘te operationeel en vanuit handhaving en tarieven benaderd’. Geen gezeur “Parkeren moet inderdaad vooral geen gezeur opleveren. Dus bestaat de neiging om alles bij het oude te laten en nieuwe betalings- of registratiesystemen nog even links te laten liggen. Tot op zekere hoogte begrijpelijk, maar niet verstandig. En het is al helemaal niet duurzaam om anno 2012 nog volop in automaten te investeren.” Digitalisering vraagt bovendien om een bredere kijk op parkeren en die ontbreekt nogal eens. Van Puffelen: “Vergelijk het met de wereld van de openbare verlichting, waar je niet een LEDlamp in de bestaande armaturen moet hangen maar een heel nieuw lichtplan moet maken. Zo moet je in de parkeerwereld niet beginnen bij de behoefte aan ‘een automaat’ maar bij de behoeften van de parkeerder. Dat vraagt om een integrale visie op bereikbaarheid, functies van de stad en samenwerking met belangrijke stakeholders. Nu is parkeren vaak een operationele aangelegenheid. In de toekomst moet parkeren hoger op de agenda bij beleid en bestuur.”
Basis voor lokale (parkeer)beleid Waar de meeste digitale parkeersystemen een landelijke focus hebben, een verbeten gevecht voeren om abonneehouders en vooral reserveer- en betaalgemak bieden, kiest Desyde met GSM Permit voor een lokale benadering. Van Puffelen: “Wij geloven in een lokale insteek. Daar wordt mobiliteit gestuurd, daar wordt geparkeerd, daar wordt beleid gemaakt, daar willen winkeliers communiceren met klanten, daar worden de vergunningen verstrekt. GSM Permit is specifiek gemaakt om in te spelen op die lokale behoefte.” Als voorbeeld noemt hij de ‘Schouwen Duiveland-pas’ die de regionale overheid in staat stelt om echt maatwerk te leveren. De 35.000 inwoners betalen zo, op basis van specifieke kenmerken in de database, een lager tarief dan de massa toeristen die het toptarief betalen. Eén plek, verschillende gebruikers en verschillende tarieven. In meer regio’s onderzoekt men dit soort mogelijkheden. Zo wilden de Nijverdalse winkeliers heel gericht verschillende doelgroepen benaderen en verschillende opties bieden om in of rond het vernieuwde winkelcentrum te bezoeken. En in de gemeente Oss leeft het idee om parkeerpunten te kunnen gaan sparen bij winkeliers. Van Puffelen: “Een parkeerautomaat ziet niet dat jij op uitnodiging van een winkelier komt en dus toegang hebt tot de parkeerplaats en zelfs met korting mag parkeren. Een intelligent systeem wel en GSM Permit kan dat faciliteren. Bijkomend voordeel van een eigen op Permitgebaseerd parkeersysteem is dat je, in tegenstelling tot andere parkeersystemen, zelf beschikt over alle data. En daarmee over een schat aan informatie over reis- en parkeergedrag van diverse doelgroepen. Daarmee kun je continu beleid toetsen en waar nodig aanscherpen.” Qua informatiedragers kan GSM Permit overweg met plastic cards, Interactieve Voice Response systemen, SMS, parkeerapps, internet tot GSM-parkeren. Stap voor stap naar de toekomst Als iedereen het er over eens is dat ICT over 10 jaar
een centrale rol speelt bij bereikbaarheids- en parkeerbeleid en –uitvoering, dan moet je er vandaag al mee beginnen, adviseert Van Puffelen: “En dat kan ook. Want juist lokale oplossingen zijn goed te faseren. Sterker nog, het is zelfs verstandig om stap voor stap een ICT-gedreven parkeersysteem in te voeren. Al doende leert men.” In Oss loopt op dit moment bijvoorbeeld een GSM Permit pilot waarbij ambtenaren met de pas van hun werkgever binnen het vastgestelde beleid kunnen parkeren bij het gemeentehuis. Bij gebleken succes zal de pilot uitgerold worden over (groepen van) inwoners van Oss. Dat zou kunnen via de ‘Oss-pas’ die burgers ook kunnen gebruiken voor het bedienen van huisvuilautomaten. Naast een geleidelijke uitrol van GSM Permit is het ook goed te combineren met traditionele oplossingen. Bijvoorbeeld door automaten niet te vervangen en uit te faseren. Daarmee voorkom je vervroegde afschrijving van apparatuur en bied je in de overgangsfase ook betaalmogelijkheden voor bijvoorbeeld ouderen of toeristen. Duurzaam Tot slot benadrukt Van Puffelen nogmaals dat de investeringen in ICT niet opwegen tegen de traditionele investeringen in automaten, het beheer en onderhoud, printen van bonnen, etc. Tegelijkertijd nemen de mogelijkheden om op individuele basis parkeerbeleid te ontwikkelen, uit te voeren en te handhaven enorm toe. Tijd voor een versnelling. Hoe? Door het weghalen van de hekken in de parkeerwereld: “Ontschotten is een populair woord in ambtelijk Nederland. Over de eigen schutting kijken en budgetten van verschillende afdelingen samenvoegen om integraal problemen op te lossen. Ook in de parkeerwereld moeten de hekken weg. Aanbieders moeten elkaar opzoeken en het aanbod afstemmen op de markt, gemeenteambtenaren moeten elkaar opzoeken en integraal beleid formuleren en lokale stakeholders moeten elkaar opzoeken om hun stad of gemeente op de kaart te zetten.”
Inlichtingen: Desyde BV Baarn T: 035-5411711 www.desyde.nl
neprom
duurzaam parkeren als hoeksteen van strategie en innovatie
breder perspectief voor ontplooiing en goede concurrentiepositie
Er is een nieuw tijdperk aangebroken, het tijdperk van duurzaamheid. Steeds meer ondernemingen plaatsen
sociale en duurzame onderw-
erpen op de strategische agenda, ook in de parkeerbranche. Bovendien worden er steeds hogere eisen gesteld. Duurzaamheid zou echter in een ander perspectief geplaatst moeten worden: zie opgelegde regels als een kans. Een kans om
nieuwe initiatieven te ontplooien en een voorsprong te nemen op de concurrentie.
D 22
it is de duurzame boodschap van Pieter Bakker van Schmit Parkeersystemen al 25 jaar leverancier van de parkeersystemen van Scheidt & Bachmann in Nederland. Hij schreef in opdracht van Nyenrode een onderzoeksrapport, met als centrale vraag of de milieubelasting kan worden verminderd door het toepassen van een parkeerverwijssysteem in een parkeergarage. In de media is veel aandacht voor de klimaatdiscussie, met name omtrent de CO2uitstoot. De duurzaamheidsproblematiek is echter veel breder: het verlies van biodiversiteit, ontbossing en vervuiling zijn ook belangrijke thema’s. Bij veel bedrijven staat Corporate Social Responsibility (CSR) op de agenda, waarmee ze wat minder vervuilend worden.
Maar om de problematiek in breder perspectief te kunnen plaatsen is het tijd voor CSR 2.0: Corporate Sustainability and Responsibility. Het gaat hierbij om het kijken naar het totale systeem (holistisch). In CSR 2.0 draait het om het verbeteren van de economische context waarin een organisatie zich bevindt, ethisch, transparant en eerlijk handelen, goede werkomstandigheden in de hele keten, het beschermen van ecosystemen en zero waste productie. Door te gaan certificeren voor een milieumanagementsysteem heeft Schmit een eerste stap gezet richting duurzaam ondernemen. Een belangrijke stap om richting CSR 2.0 te bewegen is ervoor zorgen dat de aangeboden producten ook duurzaam zijn.
Om zeker te zijn van een gedegen eerste screening van het parkeerverwijssysteem was het dus van belang niet alleen naar de mogelijke vermindering van CO2uitstoot te kijken, maar ook naar de impact op de gezondheid van de mens en in hoeverre er sprake is van een businesscase. Om de totale milieubelasting van het systeem in kaart te brengen, is een screening op basis van een Life Cycle Analyse uitgevoerd. Uit deze LCA-screening blijkt dat er inderdaad een lagere milieubelasting, inclusief een aanzienlijke CO2reductie, gerealiseerd kan worden door het inzetten van een verwijssysteem. Ook de schadelijke impact op de menselijke gezondheid, de ecosystemen en het gebruik van grondstoffen kan aanzienlijk worden verminderd. Kanttekening is wel dat er een beperkt budget beschikbaar was. Het onderzoek beperkt zich dan ook tot het vergelijken van de milieubelasting bij ongewijzigd beleid met de milieubelasting als er een parkeerverwijssysteem wordt geïnstalleerd over een periode van tien jaar. Voor het onderzoek is een parkeergarage met 500 plaatsen als voorbeeld genomen, gelegen in het centrum van Amsterdam. Praktijk Om een lagere milieubelasting met minder CO2-uitstoot in de praktijk toepasbaar te maken is de routing in een parkeergarage van belang. Voor de businesscase is waarde creatie voor alle belanghebbenden noodzakelijk. De parkeerder vindt sneller een vrije
“ Zie duurzaamheid als de voorwaarde voor groei! ” plek en zal dit als prettig ervaren, de exploitant kan met een verwijssysteem de emissie verminderen en een lagere milieubelasting realiseren; een belangrijk onderwerp in met name binnensteden. Ook kan de exploitant een hogere servicegraad bieden en hiermee een onderscheidend vermogen creëren ten opzichte van de concurrent. Als de parkeergarage een hoge bezettingsgraad heeft en regelmatig vol staat, kan (een deel van) het verwijssysteem worden terugverdiend doordat een betere telling mogelijk is. Aanbevelingen Om een grondige LCA-analyse te kunnen maken is een studie vereist naar het rijgedrag in de parkeergarage. Dit kan worden ondersteund met beschikbare verkeersimulatiemodellen. Voor Schmit Parkeersystemen is de integrale benadering van duurzaamheid belangrijk. Dit kan worden bereikt door het inzetten van een duurzaamheidsmodel dat visie, strategie en acties met elkaar verbindt. Tot slot is het belangrijk duurzaamheidoplossingen samen met de belanghebbenden uit te werken. Een volgende stap in het onderzoek zou kunnen zijn de effecten van parkeerverwijssystemen voor individuele parkeerplaatsen in een binnenstad te onderzoeken, om zodanig de vervuiling van voertuigen in binnen-steden te verminderen.
Inlichtingen: Schmit Parkeersystemen BV Pieter Bakker – commercieel directeur
[email protected]
ecologisch parkeren met het berooster-systeem Het idee achter het berooster- systeem is simpel. De kunststof
TTE® roosters nemen de functie over van een stenen of minerale funderingslaag. De open oppervlaktestructuur waarborgt een optimale water- en luchtdoorvoer, waardoor infiltratie van water en afbraak van verontreinigingen door micro-organismen, kan plaatsvinden. Deze vereenvoudigde groene bouwwijze combineert meerdere functies met als resultaat lagere bouwkosten.
24
D
e klimaatneutrale roosters worden gemaakt van verpakkingsplastic dat volgens het Duale systeem in Duitsland wordt verwerkt. De roosters die zelf ook weer gerecycled worden leveren zelf ook geen additioneel afval op. Qua toepassing biedt het modulaire systeem, mede dankzij combinatie van innovatieve materialen als bamboe en het zogenaamde R+geotextiel, vrijwel onbeperkte mogelijkheden. Remco van der Meulen van TONN: “We beroosteren uiteenlopende terreinen zoals wegen , parkeerplaatsen, transferia of andere plaatsen waar om financiële, esthetische én milieutechnische redenen een groene oplossing gewenst is.” Naast modulair is het berooster-systeem ook volledig demontabel, en daarmee een goede oplossing voor tijdelijke voorzieningen bijvoorbeeld bij een campus. “En de roosters zijn later zelfs weer bruikbaar als groen(parkeer)dak of als terras gecombineerd met Bamboe X-treme”, geeft Van der Meulen als inspirerend voorbeeld. Transferia Opdrachtgevers zijn vooral enthousiast over de mogelijkheden bij Transferia. “Je praat daar over grote oppervlaktes waardoor de voordelen in termen van milieuvriendelijkheid, kostenbesparing en aantrekkelijkheid maximaal benut kunnen worden. Ik merk bovendien dat een dergelijk omvangrijk project voor duurzame aannemers en opdrachtgevers aanleiding is om zich serieus in ons groene alternatief te verdiepen.” De milieuvoordelen liggen voor de hand, maar je zou niet verwachten dat het beroosteren ook financiële voordelen biedt ten opzichte van traditionele oplossingen met asfalt of beton. “Het systeem biedt substantiële voordelen bij de aan- en afvoer van ma-
teriaal. Daarnaast kun je tot 37% aan beton materiaal besparen indien de roosters worden ingevuld met steentjes. De combinatie met R+geotextiel van Soyuco is uniek en vergroot draagkracht en stabilisatie. Door deze Nederlandse innovatie hoef je bij deze groene elementverharding slecht 4 tot 6 centimeter uit te vlakken wat ook tijd en geld bespaart. Nederland volgt Duitsland op de voet als het gaat om groenparkeren. Regenwaterinfiltratie is, voor de Nederlandse ontwikkelaars en overheid, net als CO2 besparen een aandachtspunt. Bovendien blijft het bodemleven, dat een wezenlijke functie heeft bij het zuiveren van grondwater, opvallend intact bij deze water- en luchtdoorlatende verharding.” Onderhoudsarm Naast het financiële vooroordeel, dat in veel situaties dus onterecht blijkt te zijn, loopt Van der Meulen ook regelmatig tegen de onderhoudsvraag aan. “Natuurlijk materiaal vraagt op het oog meer onderhoud dan asfalt of beton. Dat is duidelijk. Maar met grassoorten die minimaal bloeien en met ervaringscijfers dat een regulier aantal parkeerbewegingen het gras als vanzelf kort houden, blijkt ook dat in de praktijk geen echt bezwaar te zijn. En dankzij innovaties als onze zwelblokjes en het R+geotextiel wordt de groene verharding nog onderhoudsvriendelijker, stabieler en duurzamer”, aldus Van der Meulen die verwacht dat de aandacht die er momenteel is voor de ‘plastic-soep’ in de oceaan zich ook naar land zal verplaatsen, gezien het overmatige gebruik van kunststof geotextiel. Op dit moment is in Europa al meer dan een miljoen m2 TTE-roosters in gebruik.
Inlichtingen: TONN Heerenveen T: 0513-435739 www.beroosteren.nl
“ontwikkeling en exploitatie moeten meer samen optrekken” Een aannemer wil bouwen, maar niet ten
koste van alles. Echt duurzaam denken kan er ook toe leiden dat er minder of helemaal niet gebouwd wordt. Daarbij vormen ‘integrale benadering’ én ‘maatwerk’ de sleutelwoorden. Op lokaal niveau, per project met een open blik kijken naar de bereikbaarheid, mobiliteit en passende parkeervoorzieningen. Marc Moonen, na werkzaam te zijn geweest bij Q-Park en ParkKing nu Commercieel Manager bij BAM GO-Park, licht zijn visie toe.
H 26
et uitgangspunt is simpel. De parkeerketen kent diverse schakels met elk hun eigen, vaak niet parallel lopende, belangen. Een bouwer wil zo goedkoop mogelijk bouwen, een exploitant wil maximaal rendement, leveranciers willen perse de order en consumenten willen overal gratis parkeren. Verschillende achtergronden, verschillende belangen en dat leidt tot sub optimalisatie”, trapt Moonen af. Maar dat is toch al jaren zo? “Zeker, maar tot voor kort werd er genoeg verdiend aan parkeren. Exploitanten zagen hun inkomsten stijgen, net als beleggers de boekwaarde en voor toeleveranciers waren er
genoeg garages te ontwikkelen. Dus iedereen nam die extra kosten voor lief. Nu de markt stagneert, worden die kosten zichtbaar.” En waar leidt dat toe? “Het vertaalt zich op lange termijn bijvoorbeeld in kosten- en energie slurpende panden. Of in te veel of te vroeg onderhoud doordat bijvoorbeeld niet de juiste cq bestendige coating wordt gebruikt. En dus worden parkeerders geconfronteerd met herstelwerkzaamheden terwijl de garage net geopend is, en exploitanten met onverwachte kosten. De kern van het probleem is dat er geen onafhankelijke deskundige is die het hele spectrum overziet. En die ook bij alle fases betrokken is. De keten kent diverse schakels, maar niemand overziet het geheel. En dus komen bijvoorbeeld beleggers te laat in beeld om invloed uit te oefenen op duurzaamheidsmaatregelen. Want de ontwikkelaar heeft het plan al zo in elkaar gestoken dat het in ieder geval verkocht wordt.”
Integraal kijken En hoe doorbreken we die cirkel? “Een belangrijke ontwikkeling is dat beleggers steeds hogere duurzaamheidseisen gaan stellen. Simpelweg omdat die panden op lange termijn meer waard blijven of blijken. Daarnaast moeten we integraler kijken naar parkeervoorzieningen. Ontwikkeling en exploitatie moet, in ieder geval vanuit financieel perspectief, samen optrekken en hun horizon verleggen. Zowel binnen de gemeenten als in de particuliere sector. Dan gaat het besef doordringen dat duurzaam geen kostenpost is. Omdat je de garage in alle facetten over een termijn van 30 tot 40 jaar beoordeelt, zijn duurzaamheidsmaatregelen zowel voor de exploitant als voor de belegger gegarandeerd terug te verdienen. Dan kun
je qua energieverbruik gaan aanbesteden op basis van aantal kilowatt-uur. En bij meerverbruik een boete opleggen. Dan is het denken volledig gericht op het minimaliseren van het verbruik!” Niet bouwen is het meest duurzaam BAM GO-Park wil de rol invullen van deskundige die het hele proces overziet, waar Moonen het eerder over had. Een gesprekspartners die in alle fases meekijkt. Met beleggers, exploitanten en bij de bouw. Met als uitgangspunt: bouwen wat nodig is. “En als dat indruist tegen de parkeernormen, mengen we ons op lokaal niveau bij een concreet project graag in de discussie met gemeenten, winkeliers, bewoners en andere belanghebbenden. En als dan blijkt dat een slim mobiliteits- of fietsplan de oplossing biedt, waardoor er niet gebouwd hoeft te worden, staan we daar open in. Duurzaam is niet alleen kijken naar hoe je bouwt, maar ook óf je überhaupt moet bouwen!” En dat uit de mond van een bouwbedrijf? “Zeker. Vanuit onze duurzaamheidsfilosofie, zijn dat de uiterste consequenties. Ik denk dat meer dan 70% van de huidige garages te maken hebben met overcapaciteit. We moeten in Nederland op zoek naar een nieuwe balans tussen stedenbouw, exploitatie en wensen van de bezoekers. Dat klinkt wellicht raar vanuit onze mond,
maar het biedt ook kansen. Je ziet bijvoorbeeld dat, door te strak de normen te hanteren, projecten op de lange baan worden geschoven. Projecten waar al jaren aan gewerkt wordt gaan simpelweg niet door. Ook dat is verspilling. De vereiste, vaak te grote hoeveelheid parkeerplaatsen kan simpelweg niet meer rendabel gemaakt worden met winkels of wonen. Voor een kleinere parkeervoorziening en dubbelgebruik van bestaande parkeerruimte, kun je wel de handen op elkaar krijgen. Projecten blijken zo dus wel realiseerbaar te worden.” En Moonen ziet tot slot nog een bijkomend voordeel: “Door ons als sector zo te manifesteren draagt het ook positief bij aan de beeldvorming rond parkeertarieven. Nu probeert de sector vooral uit te leggen waarom de prijs gerechtvaardigd of zelfs aan de lage kant is. Je kunt ook de prijsdiscussie mijden en je richten op de toegevoegde waarde. En zeggen: parkeren kost wat, maar dan heb je ook wat. Duurzaamheid kan daarin een goede rol vervullen!”
Inlichtingen: BAM GO-Park Ravenstein
T: 0486-417230 www.bamgopark.nl
28
de 6 aspecten aan de hand van 6 praktijkvoorbeelden
duurzaam parkeren volgens goudappel coffeng Verplaatsen is alleen zinvol als je ook stil kunt staan. Met parkeren stuurt u op bereikbaarheid, kwaliteit van openbare ruimte, en dus ook op leefbaarheid en economische vitaliteit. Parkeren vergt specialistische kennis én vooral de kunst van het inbedden. Positioneer het onderwerp duidelijk in het grotere geheel van strategie en beleid, verkeer, projectontwikkeling, ontwerp, aanbesteding en exploitatie. Goudappel Coffeng biedt u beide. Parkeren wordt van kostenpost en maatschappelijke klaagfactor een effectief sturingsinstrument. Uw ruimte gaat leven.
duurzaam parkeren is voor ons een pleonasme Duurzaam parkeren is voor ons een pleonasme. Zelfs voor tijdelijke parkeeroplossingen zoeken wij naar oplossingen die vervuilend zoekverkeer voorkomt, de gevraagde functionaliteit biedt, budgetten optimaal benut en een kwaliteitsimpuls geeft aan de openbare ruimte. Wat daarbij komt kijken laten we graag zien aan de hand van 6 praktijkvoorbeelden.
1
2
30
Duurzaam parkeren in Gent: optimaliseer dubbelgebruik Bij de herontwikkeling van The Loop in Gent (voorheen Flanders Expo) brachten wij de behoefte aan parkeerplaatsen terug met 25%. Niet 16.000 maar 12.000 parkeerplaatsen zijn nodig als het dubbelgebruik van de verschillende functies wordt geoptimaliseerd. Leisure, wonen, werken en winkelen hebben elk hun parkeerbehoefte, maar niet allemaal tegelijk. Een slimme parkeerbalans laat zien waar de scheidslijn ligt tussen ‘te weinig’ en ‘te veel’. Dat scheelt investeringskosten en exploitatie- en beheerskosten. Duurzaam parkeren reduceert de ‘footprint’ van parkeren in schaarse ruimte en vaak dito budget. Duurzaam parkeren op het RDM-terrein: verbindt korte- en lange termijn De komende jaren gaan op het RDM-terrein, ten noorden van Heijplaat in Rotterdam, stad en haven elkaar ontmoeten. Het Havenbedrijf Rotterdam laat verschillende functies er een plek krijgen: kantoren en kleinschalige bedrijvigheid, innovatie en de RDMCampus, havengerelateerde zaken en industrie. Het gebied is al volop in ontwikkeling. De parkeerdruk zal verder toenemen en hoe beheers je dat? Wij lieten zien hoe dat kan, voor nu en vooral ook voor het eindbeeld op de langere termijn. Duurzaam parkeren
groeit als vanzelfsprekend mee met zijn omgeving. Dat voorkomt bouwen voor leegstand en daarmee onnodige inzet van middelen voor de realisatie van parkeercapaciteit. Duurzaam parkeren in Rotterdam: kies de juiste locaties Meer ruimte voor voetganger en fiets verhoogt de gebruikskwaliteit van de binnenstad. Dat is de essentie van het verkeerplan ‘Citylounge Bereikt’ van de gemeente Rotterdam. Maar die binnenstad moet uiteraard wel bereikbaar blijven, liefst nog beter dan nu. Parkeren is een cruciaal stuurinstrument in een plan dat zowel ruimtelijke kwaliteit, verblijfklimaat in de binnenstad als de bereikbaarheid zal verbeteren. We schetsten Park & Walk-garages voor bezoekers. Deze P+W’s liggen in een ring rond het kernwinkelgebied. De voormalig publieke garages aldaar komen dan vrij voor bewoners en werknemers. Op grotere afstand van het centrum liggen dan Park&Ride voorzieningen, een aanvullend alternatief voor bezoekers. De bereikbaarheid blijft en de parkeerdruk in de binnenstad neemt af. Duurzaam Parkeren is de overlast van parkeerders en geparkeerden terugdringen. Zorg dat inzittenden, en niet hun voertuigen, lang bij u kunnen en willen verblijven. Duurzaam parkeren in Houten: van individueel naar flexibel collectief De gemeente Houten is bezig met het ontwikkelen van een nieuw bedrijventerrein. Wij adviseerden een collectieve parkeervoorziening, want de aanwezigheid van meer bestemmingsplandoeleinden biedt kansen voor dubbelgebruik. Minder ruimte gaat op aan parkeren en dat merkt de ondernemer in de m2-prijs. Op zijn kavel past meer vloeroppervlak. De flexibiliteit neemt toe met ingroeimogelijkheden van het parkeeraanbod. Het aanbod sluit aan bij de wensen nu en in de toekomst, dat voorkomt verpaupering van bedrijventerreinen. Daarnaast is de exploitatie en beheer van de geclusterde parkeervoorziening is goedkoper. Duurzaam parkeren zet ons collectief
3
4
belang centraal. Samen krijgen we meer.
5
6
Duurzaam parkeren in Amsterdam-Zuidoost: organiseer parkeren Het Centrumgebied Amsterdam-Zuidoost wordt het tweede uitgaanscentrum van Amsterdam met huidige publiekstrekkers als de ArenA en de Heineken Music Hall. De ArenA breidt uit met een nieuw hoofdgebouw en wordt daarmee een speler van formaat op het gebied van bijeenkomsten en congressen in groot Amsterdam. De Ziggo Dome gaat binnenkort open en biedt een spectaculaire programmering met internationale artiesten. Ook het aantal hotels in het gebied neemt sterk toe. Vinden al die bezoekers straks nog wel een parkeerplek? Gaat het gebied niet aan zijn eigen succes ten onder? Wij lieten zien dat met programmatische als operationele afstemming tussen de grote evenementen, en tussen private en publieke partijen, er voldoende parkeerplek beschikbaar is. Duurzaam parkeren is een goede buur voor elkaar kunnen zijn en het ‘buurtschap’ organiseren. Duurzaam parkeren in Leiden: verwar tijdelijk niet met lelijk Over 10 jaar gaat het stationsgebied van Leiden grondig op de kop. Kantoorgebouwen worden vervangen door mogelijk andere functies, inclusief gebouwde parkeervoorzieningen. Maar in de tussenliggende periode overstijgt de parkeervraag nog wel het aanbod. Parkeergarage Morspoort
Inlichtingen: Goudappel Coffeng, adviseurs mobiliteit Amsterdam, Den Haag, Deventer, Eindhoven, Leeuwarden www.goudappel.nl
gaat tijdelijk voorzien in 450 parkeerplaatsen. Wij begeleidden de gehele aanbesteding. De ‘tijdelijkheid’ zal de bezoeker er niet aan af zien. Duurzaam parkeren betekent kwaliteit en uitstraling, ook voor tijdelijke voorzieningen.
duurzaam parkeren in nederland: rendabele parkeeroplossingen Met bovenstaande principes worden parkeeroplossingen ook financieel duurzaam. Een ideale functiemix, optimaal dubbelgebruik, het clusteren en flexibiliseren van het parkeeraanbod en het in het leven roepen van een goede parkeer(management)organisatie zorgen voor maximaal gebruik van het parkeeraanbod, gedurende de hele dag en gedurende het hele jaar. Duurzame parkeeroplossingen dienen immers bovenal ook afdoende rendabel te zijn. Daar zorgen wij voor, onafhankelijk, kritisch en deskundig.
Jeroen Roelands (
[email protected], T: 070-305 30 99 en 06 - 51 54 11 71)
Niek Bosch (
[email protected], T: 070-305 30 92 en 06 - 30 60 44 81)
certificeringstraject kan desgewenst worden gebruikt voor parkeergarages
beoordelen duurzaamheid met breamm
Martinair/Transavia, Flora Holland, Danone, UPC, de Nieuwe Haagse Passage: allemaal ontvingen ze een BREEAM-NL duurzaamheidscertificaat voor hun nieuwe – soms nog te bouwen – pand. “Het aantal organisaties dat duurzaamheid bij de bouw van een nieuw gebouw zwaar laat meewegen groeit snel. Vanwege het maatschappelijk belang, maar ook omdat dit financieel steeds aantrekkelijker is”, zegt Stefan van Uffelen, directeur van de Dutch Green Building Council (DGBC). Parkeergarages kunnen nog geen BREEAM-NL certificaat halen. “Maar wellicht in de nabije toekomst wel via een
maatwerkprocedure.”
32
“veel partijen hebben duurzaamheid hoog op de agenda staan, maar weten nog niet goed wat het begrip inhoudt”
O
m te kunnen bepalen hoe duurzaam een gebouw is, wordt steeds vaker BREEAMNL gebruikt. Een in Engeland ontwikkelde beoordelingsmethode aangepast aan de Nederlandse situatie door DGBC. De stichting verstrekt certificaten aan opdrachtgevers die de mate van duurzaamheid van hun gebouw of gebied hebben laten beoordelen Van Uffelen: “Het unieke aan dit meetsysteem is dat de – onafhankelijke – beoordelaar kijkt naar maar liefst negen categorieën die de duurzaamheid van een gebouw kunnen beïnvloeden: van management en materiaalgebruik tot en met afvalverwerking, duurzame transportmogelijkheden van en naar het gebouw en een gezond werkklimaat. BREEAM-NL gaat dus veel verder dan energiebesparing.” Als een gebouw ‘slaagt’ voor de beoordeling, krijgt het een kwalificatie van 1 ster tot 5 sterren. DGBC gebruikt het BREEAM-schema omdat dit voor gebouwen het meest gebruikte duurzaamheidskeurmerk ter wereld is. Aansluiting en het kunnen vergelijken met de rest van de wereld zijn basismotivaties. Bovendien heeft het systeem een veel bredere reikwijdte dan andere systemen: duurzaamheidsprestaties worden integraal en over de volle breedte beoordeeld. Alles draait om kennis delen De Dutch Green Building Council (DGBC) is een onafhankelijke organisatie, die duurzaamheidskeurmerken
ontwikkelt voor Nederlandse gebouwen en gebieden en daarnaast een veelvoud aan acties initieert om de verduurzaming verder vorm te geven en te versnellen. De DGBC wil de duurzaamheid van vastgoed zichtbaar en meetbaar maken, kennis hierover verspreiden en mensen opleiden om gebouwen te kunnen beoordelen. Dat is nodig want “veel partijen hebben duurzaamheid hoog op de agenda staan, maar weten nog niet goed wat het begrip inhoudt.” Sinds de oprichting van de DGBC in 2008 hebben zich al meer dan 360 participanten aangesloten, van Ahold en Heineken, van ABN AMRO tot en met overheden, kennisinstituten en publieke organisaties. Als participant kan men meepraten over het DGBC-beleid en onder andere met korting deelnemen aan tal van voorlichtingsbijeenkomsten. “Dutch Green Building Council vertegenwoordigt een breed netwerk waarmee participanten kunnen samenwerken en kennis delen.” Maatwerktraject: BREEAM-NL Bespoke Er is nog geen aparte richtlijn voor parkeergarages ontwikkeld. Van Uffelen: “Althans, niet als het gaat om een op zichzelf staand pand. In overleg met marktpartijen willen we wel de mogelijkheden onderzoeken voor een maatwerktraject. Dit noemen wij de BREEAM-NL Bespoke procedure. Dan ontwikkelt de DGBC beoordelingscriteria die passen bij het gebouw en de functies die daarin worden vervuld.”
Inlichtingen: Dutch Green Building Council www.dgbc.nl
parkeerplaatsen duurzaam en veilig benutten switchpark stimuleert meervoudig en gemengd gebruik van parkeerlocaties:
Switchpark noemt zichzelf ‘een duurzaam parkeer-
managementsysteem’. “Parkeerlocaties worden vaak voor een doelgroep ontwikkeld. Bewonersgarages voor bewoners, bedrijfsterreinen voor werknemers. Deze segmentering staat efficiënt gebruik in de weg, waardoor in Nederland maar liefst 2 parkeerplaatsen per auto nodig zijn”, schetst Commercieel Manager Hans Maljaars de aanleiding voor de ontwikkeling van Switchpark.
D 34
oordat Switchpark de scheiding tussen openbare en bestemmingsgebonden parkeerplaatsen wegneemt, ontstaan multi-inzetbare parkeerlocaties. Parkeren over een breed tijdvlak door een mix van gebruikersgroepen leidt tot betere benutting, minder (nieuw)bouw, hogere vastgoedwaarde en minder CO2-uitstoot.” Switchpark neemt de complete investeringen in bijvoorbeeld inrichting, toegangscontrole, beveiliging en communicatie voor haar rekening. De opdrachtgever loopt geen enkel financieel risico en gaat profiteren zodra de bezettingsgraad toeneemt.
De parkeerder reserveert online zijn parkeerplaats, verschaft zich toegang met zijn mobiele telefoon en rekent digitaal af per 5 minuten. Switchpark komt vooruit uit de beheers- en beveiligingsactiviteiten die door het moederbedrijf Parking + Protection rond parkeergelegenheden bij ziekenhuizen al vanaf 1996 worden aangeboden. “Ziekenhuizen boden destijds hun parkeerruimte vaak nog gratis aan en waren met name op zoek beheer en beveiliging. Met de geleidelijke introductie van betaald parkeren ontstond ook de behoefte aan een partner die de ex-
ploitatie voor haar rekening nam”, licht Maljaars toe. Daarmee was de weg vrij voor een totaalaanbod van exploitatie, beheer, inrichting, onderhoud en beveiliging van parkeervoorzieningen. Of, zoals men het zelf noemt, het bieden van ‘innovatieve en duurzame oplossingen voor gastvrij en veilig parkeren’. Naast ziekenhuislocaties groeit het bedrijf snel in de segmenten Urban en Leisure. Lokaal geworteld In tegenstelling tot min of meer vergelijkbare parkeerconcepten, die vaak een landelijke oriëntatie en centrale aansturing hebben, werkt Switchpark lokaal. Zo wordt gewerkt met lokale marketing om parkeerders te trekken. En dat is nodig, benadrukt Maljaars: “In eerste instantie kennen bewoners, winkelend publiek of toeristen de locaties immers niet als parkeervoorziening en bovendien liggen ze niet per definitie op A-locaties of aan invalswegen. Extra communicatie is dus vereist om de gewenste bezettingsgraad te bereiken. Om tot een maatwerk plan per locatie te komen, maakt onze marketingafdeling afspraken met opdrachtgever, lokale winkeliers, gemeenten en andere betrokken partijen. Doe je dat goed, dan maak je van dit nadeel juist een voordeel”, aldus Maljaars. “Bovendien gaan we uit van langjarige relaties met onze opdrachtgevers waardoor we geleidelijk kunnen bouwen aan bekendheid, bezetting en uiteindelijk aan Inlichtingen: Parking + Protection Oosterhout T: 0162-480190
www.parking-protection. nl/switchpark
het concept klinkt sympathiek
(financieel) resultaat.” Ook de uitstraling, zeg maar de huisstijl, van de parkeervoorziening wordt lokaal bepaald. Maljaars: ”Grote Switchpark-uitingen zul je niet tegenkomen als je een stad inrijdt. Niet onze huisstijl maar de uitstraling van de locatie is bepalend”, benadrukt Maljaars. Uiteindelijk zal de optelsom van alle lokaal ontwikkelde parkeervoorzieningen overigens wel leiden tot een landelijk netwerk. Maljaars: “Inderdaad. De groei van ons netwerk loopt gelijk op met de ontwikkeling van deze ‘community’ van Switchpark parkeerders.” Worstelen met de parkeernormen Het concept klinkt sympathiek. Niemand is tegen hergebruik van bestaande parkeerruimte tegen, voor de parkeerder, interessante tarieven. Maar wringt het niet met de parkeernormen waaraan voldaan moet worden? Maljaars bevestigt het spanningsveld: “De normen zijn er en moeten in principe nageleefd worden.” Maar hij ziet beweging: “De parkeernormen worden, zeker in crisistijd, stilaan wat ruimer geïnterpreteerd. Bijvoorbeeld nieuwbouwprojecten überhaupt doorgang te kunnen laten vinden of om voor de hand liggend dubbelgebruik in bestaande situaties te kunnen realiseren. En onze lokale benadering leidt als vanzelf ook tot lokaal overleg met ambtenaren om te zien welke ruimte er is.”
van “integratie systemen zal
krachtenbundeling nedap avi en vialis concretiseert toekomstvisie:
mobilist maximale keuzevrijheid gaan bieden” Recentelijk kondigden Nedap AVI en Vialis een strategische
samenwerking aan om in Nederland ‘de doorstroming te verbeteren en het parkeren te vergemakkelijken’. In gesprek met Ido Wentink en Edwin Siemerink van Nedap AVI blijkt het een logisch gevolg van de door het bedrijf gekozen positie. Om als specialist op het gebied van voertuigdetectie van toegevoegde waarde te zijn voor partners op het gebied van verkeersmanagement, navigatie of parkeersystemen in binnen- en buitenland.
36
N
edap AVI is specialist in het op afstand identificeren van voertuigen en mensen door middel van lange afstands voertuigherkenning en draadloze voertuigdetectie. De SENSIT is een draadloze sensor van Nedap AVI die, eenmaal geïnstalleerd, een netwerk creëert van meerdere draadloze sensoren die de voertuigbezetting detecteert op elke individuele parkeerplaats. Dit levert realtime informatie op die kan worden doorgegeven aan de chauffeurs via smartphones, internet en dynamische bewegwijzering. Daarmee kan straat parkeren effectiever worden gemaakt zonder traditionele meet- en telmethodes. Op afstand worden parkeertijden en bezettingsgraden in beeld gebracht waarmee waardevolle managementinformatie wordt gegenereerd. Met een team van circa 35 mensen wordt in meer dan 80 landen de technologie van Nedap AVI geleverd. Door sales en salessupport lokaal in de landen aan een geselecteerd netwerk van partners over te laten, kan het relatief kleine team zich volledig richten op product development en ontwikkeling van nieuwe markten. Naast de snelle groei in Nederland kijkt Nedap AVI nadrukkelijk over de grenzen. “De techniek is universeel toepasbaar, de geboden oplossing verschilt”, aldus marketing manager Ido Wentink. “Waar bijvoorbeeld in Nederland optimalisatie van de bezetting centraal staat, wordt het in Engeland vooral voor handhaving gebruikt. In termen van parkeerduur maar ook bijvoorbeeld voor controle op correct gebruik van mindervalide plaatsen en laad- en loszones ”.
Integratie Voor de komende jaren staan, volgens Edwin Siemerink die binnen Nedap AVI verantwoordelijk is voor Business Development, systeemintegratie en Smart Mobility centraal. Nedap AVI focust zich daarbij op haar eigen SENSIT systeem en zoekt actief samenwerkingsverbanden met andere partijen. “In deze turbulente markt is het lastig te voorspellen welke oplossingen, welke platforms, welke partijen uiteindelijk een stabiele positie weten te veroveren. Wij stellen ons flexibel op als specialist die open staat voor samenwerking met andere marktpartijen. Onze oplossing moet honderd procent accuraat zijn, dat is de basis. Wij focussen ons op de hardware. En dat die vervolgens in systemen van derden is te integreren, maakt ons interessant voor partijen als Vialis.” Een visie die bij het ter perse gaan van deze Inspiratiebundel onderstreept werd met de aangekondigde samenwerking met Vialis. ‘Vialis en Nedap slaan de handen ineen om de verkeersdoorstroming in Nederlandse steden te verbeteren en het parkeren te vergemakkelijken’, aldus het persbericht. Vialis koppelt haar ViValdi-systeem voor dynamisch verkeersmanagement met het SENSITsysteem voor draadloze parkeerdetectie van Nedap. Vialis helpt steden op het gebied van dynamisch verkeersmanagement. Een groot aantal gemeenten in Nederland maakt gebruik van ViValdi om verkeersstromen te optimaliseren. Het systeem staat in verbinding met verkeergerelateerde technologieën, zoals verkeersregelinstallaties (VRI) en
straat parkeren kan effectiever worden gemaakt zonder traditionele meeten telmethodes
38
Informatie: Nedap AVI Groenlo
T: 0544-471111 www.nedapavi.com
bewegwijzeringsystemen. Nedap levert draadloze sensoren SENSIT die de parkeerbezetting in kaart brengt. “De samenwerking tussen Vialis en Nedap moet ervoor zorgen dat automobilisten naar vrije parkeerplekken in de stad worden verwezen. Dit vermindert het zoekverkeer en verbetert de benutting van de bestaande parkeercapaciteit. Het systeem dat dynamisch verkeersmanagement en parkeren integreert, wordt momenteel in Nederland uitgerold. De verwachting is dat hier veel interesse voor is”, aldus Siemerink. “Naast verkeersmanagementspecialisten als Vialis is ook samenwerking denkbaar met de navigatiemarktpartijen als TomTom of met parkeerspecialisten als ParkMobile. Het real time kennen van bezettingsgraden is immers een van de peilers waarop mobilisten hun reis- en parkeerkeuzes willen baseren. En zo concretiseren we de filosofie van Smart Mobility waarbij state of the art techniek én realtime informatie volledig ten dienste komen te staan van de mobilist, de winkelier, de stad, de bereikbaarheid en de doorstroming.” En hoe duurzaam is Nedap? Wentink: “De oplossing is niet als duurzaamheidsinstrument ontwikkeld. Maar wel om verspilling van tijd en brandstof te voorkomen. En dus zit het wel im-pliciet in het concept doordat het zoekverkeer gere-duceerd wordt, de doorstroming verbeterd, bestaande capaciteit beter benut en daarmee CO2-uitstoot gereduceerd. Bovendien levert Sensit managementinformatie op waarmee beleidsmakers scherpere keuzes kunnen maken bij het bereikbaar maken en houden van hun stad. Gezien de overcapaciteit die er vaak al is, heeft het optimaliseren van de bezettingsgraad ook daadwerkelijk zin en hoeft er uiteindelijk ook minder ge- of verbouwd te worden. En beter benutten van reeds gebouwde voorzieningen is nog altijd de meest duurzame oplossing.”
nieuw Het bekende digitale vergunningensysteem met: Uw Regionale GSM Parkeeroplossing. Ook ideaal voor uw bezoekersoplossing, de vervanger van de kraskaart!
GSM PARKING APP PARKING RFID PARKING INTERNET PARKING
Desyde B.V. Stationsplein 62 3743 KM Baarn 035-5411711
[email protected]
En natuurlijk de voordelen van de landelijke bel providers! Alkmaar, Almere, Alphen a/d Rijn, Amersfoort, Amstelveen, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Assen, Bergen op Zoom, Beverwijk, Boxtel, Breda, Culemborg, Den Bosch, Den Haag, Deventer, Dordrecht, Duivendrecht, Ede, Eindhoven, Enschede, Geleen, Goes, Gorinchem, Gouda, Groningen, Haarlem, Heemstede, Heerenveen, Heerlen, Helmond, Hengelo, Hilversum, Hoofddorp, Kampen, Leerdam, Leeuwarden, Leiden, Leiderdorp, Maastricht, Middelburg, Naarden-Bussum, Nieuw Vennep, Nieuwegein, Nijmegen, Noordwijk, Oisterwijk, Oosterhout, Oss, Oud-Beijerland, Purmerend, Ridderkerk, Rijswijk, Roermond, Roosendaal, Rotterdam, Scheveningen, Schiedam, Schiphol, Sittard, Tiel, Uden, Utrecht,Valkenburg,Valkenswaard,Veenendaal,Venlo,Vlaardingen, Waalwijk, Wageningen, Weert, Woerden, Zaandam, Zandvoort, Zeist en Zwolle.
Duurzaamheidleeft alleenoppapierLed kostmenogte veelDuurzaamheid iseengedachteng o e d Wat i s d a n d u u r z a a m ? Zo ’n breamm-certificaat i s papierenromp 40 slompenlevertniets PARKEER24