WAI-NOT en de ICT-eindtermen
De overheid heeft vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen uitgeschreven voor het leergebied ICT. WAI-NOT kan helpen om deze ontwikkelingsdoelen te bereiken. WAI-NOT is zeker niet de enige zaligmakende oplossing, maar wil graag een voorbeeld van goede praktijk stellen. WAINOT kan een onderdeel vormen binnen dit leergebied, net zo goed dat het werkgebied ICT ruimer is dan de mogelijkheden van WAI-NOT. Er zijn eindtermen voor het buitengewoon basisonderwijs, types 1, 2, 7, 8 en voor het Buitengewoon Secundair Onderwijs OV3.
1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
WAI-NOT genereert een grenzeloos enthousiasme, ook bij de leerlingen die “niet talig” zijn. Dit enthousiasme komt natuurlijk voort uit het feit dat WAI-NOT spelletjes aanbiedt, muziek, etc.… In een iets diepere laag zien we dat de leerlingen met WAI-NOT de kans krijgen om “erbij” te horen. Ze hebben hun eigen website, hun eigen account, hun eigen ICT-omgeving. Dit geeft hen de kansen om te integreren in het maatschappelijk gebeuren. Uit de onderwijsliteratuur wordt stilaan duidelijk dat verschillen op het gebied van ICT de traditionele sociale en economische breuklijnen volgen. Deze ongelijkheid kan zich op verschillende manieren manifesteren, bijvoorbeeld onder de vorm van ongelijke toegang tot of gebruik van ICT op basis van de achtergrondkenmerken van de gebruiker (bv. op basis van sekse, sociale of economische status, ...). Uit recent onderzoek blijkt dat er in ons land bij vijftienjarigen een zeer grote kloof bestaat tussen de ‘lage-frequentie-ICTgebruikers’ en de ‘hoge-frequentie-ICT-gebruikers’. Het onderwijs heeft bijgevolg de maatschappelijke opdracht te anticiperen op het ontstaan of het vergroten van deze nieuwe vorm van ongelijkheid. Men kan aanvechten dat WAI-NOT een “kloon” is van het “echte” internet, en in die zin de ongelijkheid in stand houdt. Ontegensprekelijk is dat waar voor die leerlingen die in staat zijn om zinvol deel te nemen aan de ICT evolutie die in onze maatschappij aan de gang is. WAI-NOT moedigt dit emancipatieproces alleen maar aan, en wil voor hen die niet of nauwelijks kunnen aanhaken aan het maatschappelijk proces, een loopplank aanbieden.
2. De leerlingen kunnen ICT aanwenden op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
Iedereen is het er over eens dat het zinloos en zelfs wraakroepend is om leerlingen zonder begeleiding los te laten op het internet. WAI-NOT is een veilige en gesloten omgeving. Onze vzw stelt zich borg voor alle geregistreerde gebruikers, in die zin dat wij weten vanuit welke school of voorziening zij inloggen, en wie hun begeleiders zijn. De niet-geregistreerden kunnen onze website in alle veiligheid bezoeken. Zij hebben geen deel aan de interactieve modules die WAI-NOT aanbiedt. Zoals bij eindterm 1 moeten we hier de kanttekening maken dat WAI-NOT een instapplatform is. Leerlingen leren hier surfen en opzoeken binnen een veilige omgeving. Het kan zinvol zijn dat een school of groep in zijn handelingsplan opneemt hoe het de leerlingen (die dat aankunnen) gaat begeleiden om “naar buiten te surfen.” “Verantwoord” slaat op het “zorgen voor”. Zorgen voor de apparatuur, zorgen voor de informatie op de pc (eigen account, eigen mailbox). Ook: niet nodeloos printen, niet nodeloos lang energie verspillen door pc’s te laten opstaan. En ook: zorgen voor elkaar door geen lastige mails naar elkaar te sturen, geen onverantwoorde teksten of foto’s te publiceren. Het WAI-NOT systeem is in deze context zeer beheersbaar en overzichtelijk, en biedt dus een geschikt platform voor leerkrachten en begeleiders om met de leerlingen te oefenen. Ten slotte spreekt deze eindterm over “doelmatigheid”. ‘Doelmatigheid’ heeft te maken met zich afvragen of de middelen in verhouding staan tot het doel. Leerlingen leren hun ICT-gebruik kritisch te overdenken. Zij houden bij het werken met ICT steeds hun doel voor ogen. Ze gebruiken ICT enkel waar dat zinvol is, ze proberen bv. de duur van hun ICT- gebruik realistisch in te schatten en te bewaken. Vaak wordt ICT louter gezien als het bezig zijn met de computer als tijdverdrijf. WAI-NOT stimuleert leerlingen om inhouden bewust te gaan opzoeken. De navigatiestructuur binnen de site is voldoende helder en beperkt om leerlingen zelf te laten zoeken (zonder zoekrobot). Dit zelf opzoeken is een uitgesproken cognitief proces, van grote vakoverschrijdende waarde. 3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.
WAI-NOT is uiteraard geen vakspecifiek oefenprogramma. WAI-NOT biedt de leerlingen wel de mogelijkheid om zelfstandigheid te ontwikkelen in het opzoeken en het oefenen via de computer. De meeste spelletjes op de WAI-NOT site zijn beoordeeld op hun psychomotorische componenten. Honderden onderwerpen uit de actualiteit, de leefwereld, wereldoriëntatie en diverse thema’s zijn op WAI-NOT terug te vinden. Rondsnuffelen, opzoeken, nalezen, kan op een veilige manier. Vele inhouden bevatten een vraagstelling als verwerking. Alle inhouden zijn op maat van onze leerlingen herschreven, met sobere en duidelijke tekst, voorleesondersteuning, illustraties en pictogrammen. Het opzoeken en bewust navigeren is een oefening op zich.
4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving. Met zelfstandig leren wordt bedoeld dat de leerlingen nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de computer als het ware de rol van de leerkracht overneemt. Een voorbeeld hiervan is de werkvorm waarbij de leerling stapsgewijs geleid wordt naar de sites waar informatie te vinden is. De leerling moet dan door gerichte opdrachten deze informatie verwerken. Ook kunnen de leerlingen bijvoorbeeld een simulatie uitvoeren aan de hand van een voor hen geschikt educatief programma en daar conclusies uit trekken. In het secundair onderwijs gebruiken steeds meer scholen een open leercentrum om leerlingen zelfstandig te leren werken. WAI-NOT is één van de programma’s die zich specifiek richten op leerlingen met lagere cognitieve vermogens. Voor hen vormt deze omgeving een ‘open leercentrum’, waarbinnen in alle veiligheid en op een zo efficiënt mogelijke manier kan geleerd worden.
5. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. ICT kan het creëren faciliteren. Dat betekent dat leerlingen creatief kunnen omgaan met beelden, woorden, eventueel klank. Wij denken hierbij vooral aan twee aspecten van het werken met WAINOT : de mail en de lokale pagina. Met de WAI-NOT mail kunnen leerlingen zich uitdrukken, iets creatief weergeven wat hen bezighoudt. Zij kunnen gebruik maken van de ondersteunende middelen die WAI-NOT aanbiedt : picto’s , eenvoudige tekst en eigen prenten. De “lokale pagina” is een weblog. De leerkracht en de leerlingen kunnen hier samen, met behulp van foto’s, prenten en eenvoudige tekst een verslag “posten” van een activiteit, een gebeurtenis. We kunnen ons voorstellen dat de leerlingen gaandeweg meer en meer zelfstandigheid in dit gebeuren krijgen. In ieder geval kunnen zij, hoe beperkt hun mogelijkheden ook, meehelpen met het maken van foto’s, tekeningen (scannen), en eenvoudige boodschappen om te publiceren.
6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren. De inhoud van de WAI-NOT site biedt de leerlingen informatie vanuit alle leergebieden. Deze inhoud is dankzij de eenduidige navigatiestructuur zeer makkelijk te bereiken, en is aangepast aan hun cognitief niveau. Bijna dagelijks wordt er nieuwe inhoud toegevoegd aan de WAI-NOT site. Ook leerkrachten kunnen zelf inhoud aanleveren : wie een interessante activiteit of les heeft gegeven, kan die als verwerkt materiaal op de site plaatsen. Dit kan ingevoerd worden via www.klascement.net of contacteer
[email protected] Voor leerlingen die de school verlaten is er de module “AAN HET WERK”. Deze module wil jongeren van de finaliteitsjaren van OV2 een inkijk geven in hun eigen toekomstmogelijkheden. Ze kunnen langs digitale weg kennismaken met verschillende vormen van tijdsbesteding en tewerkstelling. Aan de hand van foto’s en reportages krijgen ze een goed beeld en worden ze voorbereid op een grote stap in hun ontwikkeling.
De module ‘Lokale site’ stelt scholen of groepen in staat om de kloof tussen school en thuis wat te dichten. Elke school kan op een eenvoudige manier een eigen lokale site aanmaken met behulp van een eenvoudige template. Thuis kunnen ouders meekijken naar de inhoud van deze site: schoolse activiteiten, structuur van de school, fotoreportages, enz.
7. Leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen. Met WAI-NOT kunnen de kinderen informatie uitwisselen. Er zijn verschillende mogelijkheden om dit te doen. We zetten ze even op een rijtje: a) Mijn WAI-NOT: Geregistreerde leden van WAI-NOT kunnen zelf berichten en foto’s posten op een persoonlijke pagina in onze website. De nieuwe module is een volwaardige netwerksite op maat. De berichten en foto’s worden eerst gecontroleerd door een WAI-NOT medewerker. Gebruikers kunnen zelf ook eigen berichten verwijderen. Zoals in elke social network-site kan je ook via je vriendengroep, die je zelf kan samenstellen, berichten en foto’s van vrienden leuk vinden. Dit gebeurt door te klikken op de duimpjes. b) Lokale site: elke school/gebruikersgroep heeft de mogelijkheid om binnen de WAI-NOT omgeving een eigen, lokale site aan te maken. Lay-out en structuur van de algemene site wordt behouden. Hier vinden we vaak info over de school/groep terug, verslagen van activiteiten, foto’s, enz. 'Onze site' legt de brug tussen de school of instelling en thuis. Aan de hand van een eenvoudig opgebouwde webstek in de gekende WAI-NOT look zijn er tal van aanknooppingspunten om thuis wat te vertellen of tonen over het werk in de school of instelling. c) De WAI-NOT mail biedt dan weer meer mogelijkheden tot directe communicatie. In ons mailprogramma zijn Bèta- en Scleraprenten geïntegreerd. Kinderen die gewoon zijn om met pictogrammen te werken, vinden hierin een makkelijke dispensatie voor het eventueel ontbreken van schrijfvermogens. De mailcliënt is zeer makkelijk te bedienen, zodat de essentie van het mailen gaat naar de inhoud van de boodschap en niet naar de technische procedure van het verzenden van een mail. Er is ook de mogelijkheid om met externen te mailen. Het mailprogramma zet de pictogrammentaal dan automatisch om naar tekst en omgekeerd. d) In de Praatpaal posten kinderen hun mening over een bepaalde stelling. Ze kunnen vrijuit hun opinie delen. In het Gastenboek kunnen ze zichzelf voorstellen. Het is een hele opgave om hen te leren zinvolle boodschappen te posten. WAI-NOT heeft dus heel wat tools ter beschikking om het communiceren en het delen van informatie aantrekkelijk te maken. Bovendien is de online omgeving van WAI-NOT afgeschermd van het grote internet en is er bij de chatkamers en het toevoegen van items aan de modules voortdurend een moderator aanwezig.
8.(BUSO) Leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren.
Met communiceren bedoelen wij hier dat leerlingen de faciliteiten die ICT biedt, kunnen gebruiken om informatie (onder de vorm van woord, beeld, klank) te geven of te vragen aan derden. Daarbij denken wij aan mogelijkheden die een bijdrage kunnen leveren aan het leerproces, zoals afspraken maken via e-mail of SMS, elektronische documenten meesturen met een e-mailbericht, contacten leggen en informatie verzamelen voor een studiebezoek, live chatten met leerlingen van een andere school, gebruiken van internetfora, blogging, enz. De toevoegingen ‘veilig, verantwoord’, focussen op de elementaire regels en omgangsvormen voor ICT-communicatie. De leerlingen leren onder meer omgaan met de conventies en regels die op het net gelden, soms netetiquette genoemd. Met ‘doelmatig’ wordt bedoeld dat leerlingen zich afvragen wat het beste communicatiemiddel is, in functie van hun doel. WAI-NOT maakte werk van interactieve tutorials waar de gebruiker kan oefenen op allerlei internetapplicaties. Bij deze oefeningen is er meteen feedback, zodat het internetgedrag van de leerling onmiddellijk wordt bijgestuurd. Deze tutorials zijn, te vinden op de startpagina, onder de knop ‘Naar www.’ Als je geregistreerd bent op WAI-NOT, dan krijg je ook voor elk onderdeel een diploma halen en zijn de oefeningen gekoppeld aan het leerlingvolgsysteem. Daarnaast is er nog het mailprogramma, waarin het ook mogelijk is om met pictogrammen te chatten, de JOE-MIE, de e-cards, het forum, de praatpaal… Onlangs is er nog een extra functie toegevoegd: je kan een boodschap inspreken en die versturen. Dit vind je terug onder ‘Luisterberichten’. Allemaal applicaties die tot doel hebben om te communiceren.
(wordt vervolgd)