De Islam en de omgeving POSE-2 ISLAM – HAV0/VWO 4 - CSG CALVIJN – GODSDIENST
Presenteer een actueel onderwerp aan de klas dat te maken heeft met de islam in de Nederlandse samenleving, en leg vervolgens een verband met de geleerde theorie.
1
Inleiding Deze opdracht wordt verricht in groepen van maximaal vier personen. De presentatie dient te bestaan uit twee onderdelen: een verdiepend actueel gedeelte waarbij wordt gekeken naar de rol van het onderwerp in de Nederlandse samenleving, en een beknopte bespreking van het verband van dit onderwerp met de in de afgelopen lessen geleerde theorie. Het moet een korte presentatie van ongeveer 10 min. zijn, dus richt je op een beperkt onderwerp. Begin bij de actualiteit (de concrete situatie/ervaring). Zie de lijst met mogelijkheden hieronder, en maak hieruit een keuze. Betrek hier vervolgens de theorie uit leerboek of andere bronnen op.
Opdrachten In het eerste deel van je presentatie werk je de gekozen actuele opdracht uit: je doet verslag van je ervaringen met de opdracht (hierbij kun je kiezen uit onder beschreven mogelijkheden). Dit verslag kun je doen in de vorm van een mondelinge presentatie, maar je kunt ook gebruik maken van videobeelden, geluidsfragmenten, Power Point, collages, statistieken, etc. In het tweede deel verbind je deze ervaringen aan de geleerde stof over islam. Bedenk dus terwijl je met de opdracht bezig bent hoe de geleerde theorie hierin terug komt. Een voorbeeld: je interviewt een islamitische slager (opdr. nr. 24). Beschrijf je ervaringen van het interview met hem. Daarna komt de theorie: vertel bijvoorbeeld kort welke eisen moslims stellen aan etenswaren en waarom zij dat doen. Hierbij gebruik je je werkboek en/of aanvullende andere bronnen. Let wel op datje hierbij meer of andere informatie aanbiedt dan in het boek staat, anders verval je al snel in voorlezen van bladzijden die de klas al kent. De nadruk in je presentatie komt op het eerste deel te liggen (duur: max. 10 min.). Het tweede gedeelte, het verband met de stof, duurt maximaal 4 min.
Wat gaan jullie doen 1. Vorm groepen van maximaal vier personen, en geef de namen door aan je docent. 2. Selecteer een onderwerp uit de lijst met mogelijkheden hieronder, en voer deze opdracht serieus uit. 3. Leg vervolgens een verband met de theorie uit het boek en andere bronnen 4. Presenteer het gevondene voor de klas. Maak hierbij bij voorkeur gebruik van aanvullende media zoals beeld, geluid, krantenartikelen, etc.
Dit zijn de eisen De presentatie heeft een duur van 10 tot max. 15 min. Alle leden van het team hebben een gelijke inbreng tijdens de voorbereidingen én de presentatie. Presentaties waaraan niet alle teamleden hebben meegewerkt (zowel bij de voorbereiding als de uitvoering) worden beoordeeld met een onvoldoende Presenteren is iets anders dan voorlezen van informatie van een website. Gebruik je eigen woorden. CSG Calvijn | POSE-2 ISLAM – De Islam en de omgeving
2 De in de presentatie aangeboden informatie dient een uitbreiding te vormen op de informatie in het leerboek! Ga dus niet de informatie uit het leerboek voorlezen. Gebruik van aanvullende media wordt van harte aangemoedigd. Geef wel tijdig (een week van tevoren, liefst eerder) door aan de docent of je een tv-installatie, dvd speler, beamer o.i.d. nodig hebt. - datum van uitvoering: zie werkwijzer. De docent maakt een schema. Heel veel succes Dhr. K. van Wijngaarden Dhr. H. Wijnja Docenten Godsdienst – CSG Calvijn Rotterdam
Keuzemogelijkheden: 1. Bekijk een uitzending van de Nederlandse Moslim Omroep op Nederland l. Elke week verzorgt deze omroep enige documentaires. Let op de inleiding, de achtergronden, de keuzes die men maakt en de vormgeving van het geheel. 2. Benader de ambassade van een overwegend islamitisch land. Informeer naar wat specifiek voor de betreffende cultuur is. Denk aan de voor- en nadelen om als toerist in dat land op vakantie te gaan of er te werken. 3. Bespreek met een imam wat zijn werk inhoudt. Maak een degelijke vragenlijst en noteer zijn antwoorden. Let ook op voor- en nadelen van Nederland voor hem. Gebruik eventueel een groepsgenoot als tolk om alles goed te kunnen volgen. 4. Bespreek met islamitische ouders hoe zij hun kinderen opvoeden. Gebruik een degelijke vragenlijst. Let op de samenstelling van het gezin. Maak onderscheid tussen de verschillen wat betreft leeftijd en geslacht. 5. Bezoek een moskee in de plaats waar je woont. Vraag om uitleg bij de zaken die je in dit gebouw ziet. Teken de plattegrond van dit gebouw en zet erbij wat de verschillende onderdelen betekenen. Informeer naar de diensten en de plekken voor mannen en vrouwen. 6. Drink koffie in een koffiehuis voor moslims. Er bestaan veel van dergelijke gelegenheden voor mannen in islamitische landen. Als je een meisje bent, is het aan te raden een mannelijke klasgenoot mee te nemen. Spreek met een aantal bezoekers. Noteer hun antwoorden en watje in het lokaal opvalt. Maak indien mogelijk foto's. 7. Eet wat in een restaurant waarvan de eigenaar islamitisch is. Let op de ingrediënten, de bereidingswijzen en het serveren. Besteed aandacht aan de bediening. Kijk goed rond en bespreek met de eigenaar watje opvalt. Maak indien mogelijk foto's.
CSG Calvijn | POSE-2 ISLAM – De Islam en de omgeving
3 8. E-mail met een islamitische stichting die een eigen site op internet heeft. Vraag naar de positie ervan in binnen- en buitenland. Noteer de doelstelling van deze organisatie, de werkwijzen en het aantal leden. 9. Enquêteer minstens vier moslims van jouw leeftijd. Stel voor dit doel een lijst met meerkeuzevragen over hun waarden en normen samen. Verwerk de zo verkregen gegevens in onder andere tabellen en grafieken. Noem zowel opvallende overeenkomsten als verschillen. 10. Ga naar een islamitische basisschool en volg wat lessen. Bespreek met de schoolleiding en de betreffende docent(en) watje opvalt. Vraag naar zowel overeenkomsten als verschillen tussen deze basisschool en een niet-islamitische basisschool. 11. Haal folders bij een reisbureau (speciaal voor Turken en Marokkanen) met informatie over reizen naar beide landen. Ontdek wat specifiek voor deze beide culturen is. Bespreek deze kenmerken met een medewerker van het reisbureau. 12. Help een kok in een ziekenhuis die voedsel voor onder andere moslims klaar maakt. Vraag om uitleg over de ingrediënten, de bereidingswijzen en het serveren van zijn gerechten. 13. Interview een tolk die Arabisch in het Nederlands of omgekeerd vertaalt. Richt je vooral op de persoonlijke manier waarop hij met taal- en cultuurverschillen omgaat. Probeer wat Arabisch van hem te leren spreken en schrijven. 14. Interview een asielzoek(st)er die moslim is. Probeer te achterhalen waarom en hoe die persoon naar Nederland is gekomen. Maak onderscheid tussen individuele en maatschappelijke omstandigheden. Beschrijf ook de persoonlijke ervaringen. 15. Lees minstens vier gedichten van een dichter die moslim is. Verzamel gegevens over zijn achtergrond, zijn culturele beïnvloeding en zijn visie op de Nederlandse samenleving. Breng dit in verband met de gekozen gedichten. 16. Leg via internet contact met een meisje of jongen die op latere leeftijd moslim is geworden. Informeer naar haar of zijn redenen voor deze overstap. Denk ook aan de reacties van anderen op deze verandering van levensbeschouwing. 17. Loop een dag met een geestelijk leidsman die islamitisch is in een tehuis mee. Dat kan zijn in een ziekenhuis, verpleegtehuis of bejaardenoord. Let op zijn specifieke inbreng vanuit zijn godsdienst. 18. Loop een dag met een islamitische verpleger of verpleegster in een bejaardenoord mee. Ontdek zo welke rol godsdienst daarbij speelt. Denk ook aan de rollen van de beide geslachten. 19. Luister naar de liedjes van een zanger(es) die moslim is. Let vooral op de persoonlijke achtergronden van de artiest(e), de inhoud van de teksten, de taal en het soort muziek Vergeet niet aan de populariteit van hem of haar in Nederland aandacht te besteden.
CSG Calvijn | POSE-2 ISLAM – De Islam en de omgeving
4 20. Maak een lijst met minstens twintig producten die in een islamitische winkel te koop zijn. Kijk op verpakkingen voor de samenstelling en de landen van herkomst. Probeer na te gaan wie deze producten kopen en waarom zij dat doen. 21. Observeer een moslim die thuis of in een moskee ritueel bidt. Luister naar de Arabische woorden en kijk naar de houdingen. Bespreek met deze gelovige wat de betekenis van dit alles is. 22. Raadpleeg een docent(e) die lesgeeft aan islamitische vrouwen om hen te laten kennismaken met de Nederlandse taal en cultuur. Let op overeenkomsten en verschillen tussen de culturen, ook wat het rollenpatroon tussen de beide geslachten betreft. 23. Rijd mee met een islamitische rijschoolhouder tijdens een les. Vraag na afloop aan deze instructeur en de leerling wat specifiek voor deze rijschool is. Laat hen ook hun mening - -erover geven. 24. Vraag aan een islamitische slager waarop hij moet letten. Laat hem uitleggen waar hij zijn producten haalt. Let ook op de inrichting van de ruimte waarin het vlees wordt bewaard.
CSG Calvijn | POSE-2 ISLAM – De Islam en de omgeving