De Huifkar – Schoolgids
1. Een woord vooraf
3
Waarom een schoolgids voor ouders
2. De school
3
4
2.1 De richting 2.2 Directie 2.3 Het bestuur 2.4 Situering van de school 2.5 Schoolgrootte en indeling
4 4 4 5 5
3. Waar staat onze school voor 3.1 Onze doelstelling 3.2 Uitgangspunten van ons onderwijs 3.3 Prioriteiten van ons onderwijs 3.4 Het pedagogisch klimaat van de school
4. De organisatie van het onderwijs 4.1 De organisatie van de school 4.2 De samenstelling van het team 4.3 De activiteiten voor de leerlingen 4.4 Speciale voorzieningen in- en rond het schoolgebouw
5. De zorg voor leerlingen
6 6 6 6 9
10 10 11 14 18
20
5.1 De zorg voor leerlingen met een speciale behoefte 5.2 De aanmelding en toelating van nieuwe leerlingen 5.3 Het volgen van de ontwikkeling van leerlingen 5.4 Het schoolveiligheidsplan
6. De ouders
20 21 22 24
25
6.1 Contacten ouders / school 6.2 De ouderraad 6.3 De medezeggenschapsraad 6.4 De klachtenregeling 6.5 De ouderbijdrage
7. Praktische informatie
25 26 26 26 27
28
7.1 Bereikbaarheid leerkrachten 7.2 Eten en drinken op school 7.3 Excursies 7.4 Gymnastiek
Pagina 1
28 28 28 28
De Huifkar – Schoolgids 7.5 Huifkar Info Krant 7.6 Huifkar Theater 7.7 Informatieavonden 7.8 Jeugdtandverzorging 7.9 Luizencontrole 7.10 Koken 7.11 Medicijnen 7.12 Rapport 7.13 Stagiaires 7.14 Schoolfotograaf 7.15 Schoolkampen 7.16 Schooltijden 7.17 Stichting Vrienden van de Huifkar 7.18 Studiedagen 7.19 Vakantie, verlof en verzuimregelingen 7.20 Vervoer 7.21 Verzekeringen 7.22 Ziekte 7.23 Zwemmen
Pagina 2
29 29 29 29 29 29 30 30 30 30 30 31 31 31 31 32 32 32 32
De Huifkar – Schoolgids
Waarom een schoolgids voor ouders? Wij willen ouders en/of verzorgers middels deze schoolgids informeren over de gang van zaken binnen onze school. Deze gids laat zien wat u van ons kunt verwachten en wat de school voor uw kind kan betekenen. We hechten heel veel belang aan een goed contact tussen ouders/verzorgers en de school. Dat komt ten goede aan de leerling die onze school bezoekt. Natuurlijk zijn de persoonlijke contacten het allerbelangrijkst en streven we er naar om een open school met “ lage drempels” voor ouders/verzorgers te zijn. Maar juist omdat we toch vooral een streekschool zijn en u vaak van grote afstand naar onze school moet komen, lijkt het ons goed om u via deze schoolgids een duidelijk beeld van de school te geven. Naast de schoolgids biedt ook de internetpagina van de Huifkar de nodige informatie die voor u interessant kan zijn. Kijkt u daarom ook eens op
www.de-huifkar.nl. U vindt in deze schoolgids informatie aan die betrekking heeft op het onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen ( = Z.M.L.K. ), onze speciale zorg voor de kinderen, de wijze van begeleiden en omgaan met de kinderen die aan onze zorg zijn toevertrouwd, de manier waarop we de ouders/verzorgers bij ons onderwijs en onze school betrekken en een aantal organisatorische mededelingen. Wij hopen dat we met deze schoolgids in een behoefte voorzien en we vragen u dan ook met klem of u uw suggesties, opmerkingen, kritische kanttekeningen en aanbevelingen aangaande deze schoolgids aan ons door wilt spelen. Voor een verdere verdieping of vragen kunt u ook vragen naar het schoolplan van de Huifkar. In het schoolplan staat het beleid van de school omschreven. U vindt het schoolplan op school waar het ter inzage klaar ligt.
Pagina 3
De Huifkar – Schoolgids
2.1 De richting 2.2 De directie 2.3 Het bestuur 2.4 Situering van de school 2.5 Schoolgrootte en indeling.
2.1 De richting De Huifkar is een bijzonder neutrale school. Leerlingen met verschillende levensbeschouwelijke achtergrond bezoeken de school. De school bestaat uit twee afdelingen. De afdeling so (speciaal onderwijs) en de afdeling vso (voortgezet speciaal onderwijs). Beide afdelingen vormen samen de school. Voor het adres verwijzen wij u naar het eerste blad van deze schoolgids.
2.2 Directie De directie van de Huifkar bestaat uit een managementteam. R. Boers is de algemeen directeur van s.o. en v.s.o. de Huifkar. W. Emmen is adjunct-directeur van de afdeling s.o. met als locatie Keppelerdijk 2. G. Brinkman is de adjunct-directeur van de vso-afdeling met als locatie Meeuwenstraat 160.
2.3 Het bestuur De Huifkar maakt deel uit van Stichting Edukint. De stichting Edukint beheert drie regionale scholen voor speciaal onderwijs (cluster 3) in Enschede. Bezoekadres: Roessinghsbleekweg 159, 7522 AH Enschede tel: 0534833015
Pagina 4
De Huifkar – Schoolgids 2.4 Situering van de school De so-afdeling, locatie Keppelerdijk, ligt aan de rand van de bebouwde kom van Enschede. Op een royaal terrein in een bosrijke omgeving ligt het gebouw met leslokalen, gymlokaal en watergewenningsbad. Tevens is er een klein speelplein en een groot algemeen speelplein.
2.5 Schoolindeling De leerlingen van de so-afdeling zijn verdeeld over 9 groepen. De leerlingen van 4 tot en met 12 bezoeken de so-afdeling. Van 13 tot 20 jaar bezoeken de leerlingen de vso-afdeling. Zie ook hoofdstuk 4.
Pagina 5
De Huifkar – Schoolgids
Doelen en resultaten van het onderwijs. 3.1 Onze doelstelling 3.2 Uitgangspunten van ons onderwijs 3.3 Prioriteiten binnen ons onderwijs 3.4 Het klimaat van de school
3.1 Doelstelling van de Huifkar. Het onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen wil het kind helpen om te komen tot die volwassenheid welke voor dit kind met zijn speciale mogelijkheden en beperkingen, met zijn ouders/verzorgers en onder zijn concrete omstandigheden haalbaar is. Dit, opdat het in zijn woon, werk- en vrijetijdssituatie zo goed mogelijk geïntegreerd samen kan leven met anderen.
3.2 De uitgangspunten voor ons onderwijs. Op de Huifkar gaan we uit van de algemeen geldende waarden en normen van de Nederlandse samenleving. We willen ons onderwijs zo gedifferentieerd mogelijk aanbieden, aansluitend bij het individuele ontwikkelingsniveau van de leerling. (adaptief onderwijs). We richten ons op de mogelijke participatie van onze leerlingen in de maatschappij waarbij de nadruk ligt op werken, wonen en vrije tijd. (sociale, cognitieve en maatschappelijke redzaamheid) We willen de begeleiding gestalte geven in een school die kindvriendelijk en open van karakter is. Een school voor speciaal onderwijs die open staat voor alle kinderen en ouders/verzorgers ongeacht afkomst, geloof en ras.
3.3 Prioriteiten binnen ons onderwijs Het onderwijs zoals het op de Huifkar aangeboden wordt gaat uit van een viertal ontwikkelingsgebieden. Alle vakken zoals die genoemd worden in hoofdstuk 4.3 worden gegeven vanuit de uitgangspunten zoals die voor de vier ontwikkelingsgebieden hieronder staan omschreven. Deze ontwikkelingsgebieden zijn: 1. de sociaal-emotionele ontwikkeling 2. de cognitieve ontwikkeling 3. de taal-spraak ontwikkeling 4. de zintuiglijke-motorische ontwikkeling waaronder kunstzinnige vorming
Pagina 6
De Huifkar – Schoolgids 1.De sociaal-emotionele ontwikkeling. De relaties met andere mensen, de kwaliteit van deze relaties, de gevoelens en gedachten die deze relaties oproepen, is het domein van de sociaal - emotionele ontwikkeling. De ontwikkeling van kinderen is op te vatten als het doorlopen van een reeks ontwikkelingstaken. Op het gebied van de sociale emotionele ontwikkeling komen deze taken ook voor namelijk: omgang met leeftijdsgenoten (b.v. relaties aangaan) omgang met leerkrachten (vertrouwensrelaties opbouwen) omgang met persoonlijke problematiek (thuissituatie, gezinssamenstelling etc.) In de manier waarop een kind dergelijke taken oplost, komt de mate van sociale vaardigheid van het kind tot uiting. Wij vinden het als school heel belangrijk om aandacht te besteden aan het zelfbeeld van het kind. Het zelfbeeld is geënt op twee onderdelen n.l. zelfvertrouwen en vertrouwen in de ander. Zelfvertrouwen is gebaseerd op ervaringen die het kind heeft opgedaan bij de oplossing van ontwikkelingstaken op dat moment. Vertrouwen in de ander wil zeggen: in hoeverre heeft het kind een beeld van de beschikbaarheid van de ander om hem sociale ondersteuning te geven. De taak van de school is om kinderen sociale ondersteuning te bieden waarbij het een belangrijk gegeven is om een vertrouwensrelatie met leerlingen en volwassenen op te bouwen. De methode “Leefstijl” vormt hiervoor de ‘rode draad’ door de school.
2. De cognitieve ontwikkeling De cognitieve ontwikkeling heeft betrekking op het verwerven en toepassen van kennis. De meeste kennis verwerven wij via de zintuigen. Deze kennis/informatie gaan we opnemen en verwerken en vervolgens toepassen. Voor de leerlingen van de Z.M.L.K.school is dit vaak geen vanzelfsprekend gegeven. De communicatieve vaardigheden van kinderen spelen een erg belangrijke rol in het verwerven van kennis. Dit maakt de taalontwikkeling tot een kerndoel binnen de cognitieve ontwikkeling. Bij de werving van cognitieve vaardigheden moet ook rekening worden gehouden met de sociaal-emotionele ontwikkeling en het ontwikkelingsniveau van het kind. Het is dus noodzakelijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van het kind.
Pagina 7
De Huifkar – Schoolgids
3. De spraaktaalontwikkeling: De communicatieve vaardigheden van kinderen spelen een erg belangrijke rol in het verwerven van kennis. Dit maakt de taalontwikkeling tot een kerndoel binnen de cognitieve ontwikkeling maar ook is het van groot belang bij de overige ontwikkelingsgebieden. Door de taalspraakontwikkeling krijgen kinderen de mogelijkheid om met hun omgeving in contact te komen en te communiceren. De spraaktaalontwikkeling bij onze leerlingen verdient extra aandacht omdat zij de spil is van waaruit de ontwikkeling en communicatie gestalte krijgt. Ook voor de taalspraakontwikkeling geldt dat deze niet altijd vanzelf op gang komt waardoor specifieke aandacht hier naar uit dient te gaan.
4. De zintuiglijk-motorische ontwikkeling: Het zich ontwikkelende kind maakt al bewegend, kijkend, voelend, horend, ruikend, proevend, etc. van alles mee en doet veel ervaringen op. Het kind leert zichzelf en de omgeving kennen. Door dit proces ontstaat inzicht in de wetten van de omgeving, oorzaak en gevolg, actie en reactie. (zie cognitieve ontwikkeling) Door de ontwikkeling van de visuele, auditieve en tactiele waarneming wordt de ruimtelijke oriëntatie opgebouwd. De zintuigelijk-motorische ontwikkeling legt daarmee een goede basis om te komen tot denken, praten, bewegen, tekenen, schrijven, lezen en rekenen. Hierbij is het belangrijk om goed te kijken naar de individuele mogelijkheden van de kinderen. T.a.v. de zintuiglijke ontwikkeling maken we gebruik van de volgende indeling: de zintuiglijke ontwikkeling: de ontwikkeling van het waarnemen(visueel, auditief en tactiel) en de ruimtelijke oriëntatie de fijne motorische ontwikkeling: de ontwikkeling van de oog-hand coördinatie en de handvaardigheid de grove motorische ontwikkeling: de ontwikkeling van bewegingsvaardigheden welke tijdens de lessen lichamelijke oefening, spellessen en zwemmen centraal staan. de kunstzinnige vorming: kunst- en cultuureducatie levert een bijdrage aan de persoonlijke ontwikkeling. Het is een middel om te komen tot het ontwikkelen van een eigen identiteit, ontwikkelen van creativiteit, het bevorderen van het nemen van initiatieven en het ondersteunen bij het uiting geven aan gevoel.
Pagina 8
De Huifkar – Schoolgids
3.4 Het pedagogisch klimaat van de school. De s.o.afdeling van de Huifkar biedt een veilige werk- leer- en speelomgeving voor leerlingen van 4 tot 13 jaar. We willen ook een school zijn waarin alle betrokkenen zich prettig voelen en waarbij leerlingen zich veilig voelen en zich ondersteund weten. Verder willen we leerlingen stimuleren tot het nemen van initiatieven en zelfstandigheid voor zover dit kan. We streven naar een open sfeer waarin men elkaar kan aanspreken op het handelen en functioneren. De school wil een laagdrempelige school zijn voor ouders/verzorgers en andere instellingen die samen met ons de zorg, ontwikkelingen en belangen van de leerlingen behartigen. De teamleden moeten een voorbeeld zijn voor de leerlingen waar het gaat om het nakomen van regels en afspraken, normen en waarden en omgangsvormen. Vooral ook omdat onze leerlingen leren door te zien en te imiteren. We hebben hierover afspraken gemaakt met elkaar tijdens de cursus Adaptief en Effectief Speciaal Onderwijs. Deze afspraken zijn verwerkt in een handboek voor het personeel zodat een ieder vanuit dezelfde basis werkt.
Pagina 9
De Huifkar – Schoolgids
4.1 De organisatie van de school 4.2 De samenstelling van het team 4.3 De activiteiten voor de leerlingen 4.4 Speciale voorzieningen in en rond het schoolgebouw
4.1. De organisatie van de school. De groepsindeling van de so-afdeling. Binnen de afdeling speciaal onderwijs onderscheiden we 3 verschillende leeftijdsgroepen die ieder weer in parallelgroepen zijn verdeeld en daarnaast 2 speciale groepen:
Onderbouwgroepen: O1 – O2
ONDERBOUW : 4 t/m 7 jaar*
MIDDENBOUW Middenbouwgroepen: M1 – M2 – M3 : 8 t/m 10 jaar*
Bovenbouwgroepen: B1 – B2 •
BOVENBOUW : 11 t/m 12 jaar*
streefleeftijden
De leeftijden zijn streefleeftijden. Per leerling wordt gekeken in hoeverre er aansluiting is binnen een geplaatste leeftijdsgroep. Indien wenselijk kan van de leeftijdsindeling afgeweken worden. • Bij verdere groei of krimp van het aantal leerlingen zal de verdeling van de leerlingen over de groepen zoveel mogelijk volgens de hierboven staande uitgangspunten vastgesteld worden. • Per groep wordt gestreefd naar 12 leerlingen. In iedere groep is er een groepsleerkracht die in de onderbouw wordt bijgestaan door een klassenassistente. In de midden- en bovenbouw zijn in deeltijd klassenassistentes in de groepen.
•
EXTRA ZORGGROEP Groep A: Voor leerlingen met een ZML-MG-indicatie met een laag ontwikkelingsniveau. • In deze groep wordt gestreefd naar 6 leerlingen. In deze groep is een groepsleerkracht en een klassenassistente aanwezig .
STRUCTUURGROEP Groep S: Voor leerlingen met een ZML-MG-indicatie die vanuit een stoornis meer structuur nodig hebben dan in een reguliere groep geboden kan worden. • In deze groep wordt gestreefd naar 8 leerlingen. In deze groep is een groepsleerkracht en een klassenassistente aanwezig.
Pagina 10
De Huifkar – Schoolgids 4.2 De samenstelling van het team Op de SO-afdeling van de school zijn werkzaam:
Groepsleerkrachten: Zij zijn belast met het geven van het onderwijs en onderhouden contact met de ouders. Klassenassistentes: Zij zijn belast met het assisteren van de groepsleerkrachten en de verzorging van de kinderen. Klassenassistentes zijn voornamelijk werkzaam in groepen met een grotere hulpvraag. Vakleerkracht lichamelijke opvoeding: Is verantwoordelijkheid voor de lessen lichamelijke oefening, het geven van individuele motorische begeleiding en het zwemonderwijs. Is tevens belast met de coördinatie van de schoolkampen en contactpersoon met de GGD. Leerkracht voor begeleiden van leerlingen met ASS: Biedt ondersteuning aan de leerkracht/assistent m.b.t. aanpak en begeleiding van leerlingen met Autistisch Spectrum Stoornis en stuurt de autiklas aan. De leerkracht maakt deel uit van het steunpunt ASS REC Oostmarke. Klassenassistente autisten-klas: Biedt onder verantwoordelijkheid van de leerkracht autiklas en met ondersteuning van de orthopedagoog en intern begeleider het programma voor de leerlingen met een Autistisch Spectrum Stoornis in de autistenklas aan. Spelbegeleidster: Stimuleert kinderen in hun spelontwikkeling wanneer deze stagneert. Is klassenassistent met een extra taak. Leerkracht taalstimulering: Is verantwoordelijk voor de individuele begeleiding van leerlingen of voor kleine groepjes leerlingen met o.a. een niet-Nederlandse afkomst. Logopedisten: Zij geven de leerlingen die daarvoor in aanmerking komen spraak-taaltherapie. Zij adviseren en ondersteunen de leerkrachten ook bij het taalonderwijs. Orthopedagoog: Haar taak bestaat uit het begeleiden en bewaken van de ontwikkeling van het kind tijdens de schoolperiode. Zij informeert en adviseert de ouders/verzorgers en het personeel over het intellectueel en/of gedragsmatig functioneren van leerlingen. Kan d.m.v. het afnemen van intelligentietesten het ontwikkelingsniveau van een leerling bepalen.
Pagina 11
De Huifkar – Schoolgids Psychologisch assistent: neemt onder verantwoordelijkheid van de orthopedagoog de psychologische onderzoeken bij de leerlingen af. De Intern begeleider: Is een leerkracht met een extra taak. Biedt onderwijskundige ondersteuning naar de teamleden en is verantwoordelijk voor het LVS. Is tevens toegevoegd lid van de begeleidingscommissie. Ambulant begeleider: Is een leerkracht met een extra taak. Is ondergebracht bij REC Oostmarke. De bouwcoördinatoren: Is een leerkracht met een extra taak. Zij zijn verantwoordelijk voor de afstemming en de organisatie van de werkzaamheden binnen de onder- en midden- dan wel bovenbouwgroepen. ICT - coördinator: Is een leerkracht met een extra taak. Beheert zowel de soft- als de hardware. Onderhoudt de internetpagina en vertegenwoordigt de school op ict-gebied naar buiten. Contactpersoon ongewenste omgangsvormen/vertrouwenspersoon: Is een leerkracht met een extra taak. Is het aanspreekpunt voor leerlingen, collega’s en ouders in het geval van - vermeende - ongewenste omgangsvormen. Coördinator stagiaires Is leerkracht met extra taak. Is de contactpersoon met de stagescholen en coördinator voor de stagiaires op de Huifkar. De schoolmaatschappelijk werkende: de maatschappelijk werk(st)er is naast lid van de begeleidingscommissie ook aanspreekpunt voor ouders/verzorgers die vragen hebben op sociaal of pedagogisch gebied. Administrateur: Is belast met de uitvoering van de financiële en leerlingenadministratie en overige administratieve werkzaamheden. Conciërge/tuinman: Is belast met conciërge-activiteiten en onderhoud van schoolterrein.
Pagina 12
De Huifkar – Schoolgids Algemeen directeur: Is eindverantwoordelijk voor de totale gang van zaken (financiën, personeel, huisvesting, onderwijskundige zaken) op beide afdelingen van De Huifkar. Adjunct-directeur: Is belast met de dagelijkse leiding van de s.o.-afdeling.
Het team kent diverse overlegmomenten: Personeelsvergadering: Doel: het bespreken en vaststellen van onderwijskundige, pedagogische en personele ontwikkelingen en wordt bijgewoond door het voltallige team. Didactische vergadering: Doel: het bepalen van en nader uitwerken van onderwijskundige ontwikkelingen De didactische vergadering wordt bijgewoond door het onderwijzend personeel en logopedisten. Bouwoverleg: Doel: het bespreken van de voortgang en algehele organisatie binnen de bouw. Het nader uitwerken van afspraken die gemaakt zijn in de didactische of personeelsvergadering. Het overleg wordt bijgewoond door de in de betreffende bouw werkzame teamleden. Dico: Overlegmomenten tussen adjunct-directeur en bouw coördinatoren t.a.v. voortgang in elke bouw en bouwoverstijgende aspecten Commissiebesprekingen: Doel: het verrichten van werkzaamheden die voortkomen uit de taak die de commissie heeft (bijv. schoolkrantcommissie). De besprekingen worden door teamleden bijgewoond die zitting hebben in betreffende commissie. Overgangsbesprekingen: Doel: het overdragen van een leerling van de ene groep naar een andere. Betrokken teamleden van de groepen nemen deel aan deze bespreking. Leerlingbesprekingen: Doel: het bespreken van de ontwikkeling van de leerling en het bijstellen van het plan van aanpak. De leerlingbespreking wordt bijgewoond door de adjunct- directeur, intern begeleider(op afroep), orthopedagoog(op afroep), teamleden die werken met de te bespreken leerling en de ouders.
Pagina 13
De Huifkar – Schoolgids Voortgangsbespreking t.b.v. de groepen Doel: het bespreken van de onderwijskundige en pedagogische voortgang binnen de groep zoals dit binnen de Huifkar is vastgesteld. De directie, de intern begeleider en de betrokken teamleden nemen deel aan dit overleg. Voortgangsbespreking t.b.v. de extra ondersteuning logopedie, taalstimulering, spelbegeleiding, bewegingsonderwijs en autisten: Doel: a.d.h.v. criteria bepalen welke leerlingen in aanmerking komen voor extra ondersteuning en de voortgang hiervan. Wordt bijgewoond door directie, de intern begeleider, orthopedagoog (spel en autiklas) en betrokken leerkrachten. Begeleidingscommissievergadering: Doel: Het geven van adviezen ten behoeve van de voortgang van leerlingen. Het vaststellen van een Plan Van Aanpak voor nieuw geplaatste leerlingen. Wordt bijgewoond door de directie, orthopedagoog, school-maatschappelijk-werker, schoolarts en intern begeleider. Functionerings/popgesprekken: Doel: het bespreken van de werkzaamheden en de persoonlijke ontwikkeling van het betreffende teamlid. De directie en het betreffende teamlid voeren het gesprek. Managementteamoverleg: Doel: onderwijskundig beleid voorbereiden, personele ontwikkelingen vaststellen, de algehele organisatie van de totale school volgen en bespreken. Studiedagen Daarnaast kennen we per jaar een aantal studiedagen voor het gehele team over onderwijskundige ontwikkelingen.
4.3 De activiteiten voor de leerlingen. Groepen O1 en O2: onderbouwgroepen: Wanneer een leerling bij ons op school komt, is het in eerste instantie belangrijk dat het kind zich prettig en veilig voelt binnen de groep en de school. Dit proberen we te bereiken door informatie van de vorige instelling en van ouders tijdens het intakegesprek te verwerken in een plan van aanpak waarin handelingsadviezen voor de groepsleiding staan beschreven. Het bieden van structuur in: tijd, ruimte en activiteiten en een thematische benadering is een belangrijke werkwijze. In de jongste groepen ligt de nadruk op: sociaal emotionele ontwikkeling (waaronder zelfbeeld, sociaal gedrag), zelfredzaamheid,
Pagina 14
De Huifkar – Schoolgids functieontwikkeling, werkhouding en aanpakgedrag, taal (waaronder voorbereidend lezen en mondelinge taallessen), (voorbereidend) rekenen, en oriëntatie op mens en wereld. Deze ontwikkelingsgebieden worden in vier verschillende vormen gebracht: kring, werken, muzikale vorming en bewegingsonderwijs. Het 'spelelement' heeft in de jongste groepen een belangrijke plaats. De leerlingen leren omgaan met ‘uitgestelde aandacht’ via een leergang zelfstandig werken. Verder krijgen de leerlingen één maal per week een bewegingsles, één maal per week ritmiek en zwemles. groepen M1, M2, M3, B1 en B2: midden- en bovenbouwgroepen: In deze groepen wordt gewerkt a.d.h.v. thema’s tijdens de mondelinge taallessen, de lessen oriëntatie op mens en wereld en handvaardigheid. Voor de overige vakken wordt niet thematisch gewerkt en gaan we uit van methode’s zoals ‘Lezen moet je doen’, Veilig in Stapjes’, ‘Maatwerk’ etc. Met aandacht voor de mogelijkheden van de individuele leerlingen wordt gewerkt aan de schoolse vaardigheden: lezen, rekenen, klokkijken en schrijven. Ook het taalonderwijs neemt een belangrijke plaats in en wordt naar niveau aangeboden. Het zelfstandig werken wordt steeds verder uitgebouwd zodat leerlingen zelf aan de slag kunnen en de groepsleiding ondertussen aan een klein groepje of een individuele leerling instructie kan geven. Veel aandacht is er nodig voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen; hoe ga je met elkaar om, hoe gedraag je in een groep, luisteren en wachten op je beurt zijn belangrijke basisvaardigheden. Eén keer in de week is er zwemles in Glanerbrug. Daarnaast krijgt iedere groep twee keer per week gymnastiek op school; één keer een spelles en één keer een bewegingsles. In groepen B1en B2 wordt in toenemende mate een beroep gedaan op de praktische zelfredzaamheid van de leerlingen: aandacht voor huishoudelijk werk en kooklessen die bestaan uit het bereiden van een eenvoudige maaltijd. Groep A: Het bieden van structuur in: tijd, ruimte en activiteiten is een zéér belangrijke werkwijze. In deze groep ligt de nadruk op: sociaal emotionele ontwikkeling, spel, zelfredzaamheid, zintuiglijke ontwikkeling/sensomotoriek, communicatie en muziek. De ontwikkelingsgebieden worden in vier verschillende werkvormen gebracht: kring, werken in de werkhoek, spel, muzikale vorming en bewegingsonderwijs (gymnastiek én zwemmen).
Pagina 15
De Huifkar – Schoolgids
Groep S: Voor de leerlingen die naar de structuurgroep gaan geldt dat ze het reguliere onderwijsinhoudelijke programma volgen van de verschillende bouwen in een uiterst gestructureerde setting. Het aanbod is meer individueel gericht, waar mogelijk wordt in groepjes gewerkt. De leergebieden op de Huifkar: Het onderwijs op De Huifkar gaat uit van de onderwijsdoelen ZML. Deze doelen zijn geschreven voor 4 tot 20- jarigen en bieden richting aan de inhoud van het onderwijs, zowel voor ZML als ZML-MG. Aan enkele van deze doelen kom je op het s.o. niet toe en deze worden verder uitgediept op het v.s.o. De leergebiedoverstijgende doelen: •
Functieontwikkeling: de leerlingen kunnen informatie opnemen, verwerken en hanteren. Dit vinden we op de volgende wijze terug in het lesrooster: wereldverkenning, voorbereidend lezen en rekenen, werken met ontwikkelingsmateriaal, werken met arbeidsmateriaal, werken met sensopatisch materiaal, gymnastiek, zwemmen, ritmiek, handvaardigheid, tekenen.
•
Spelontwikkeling: de leerlingen oriënteren zich op hun omgeving door middel van spel. Dit vinden we op de volgende wijze terug op het rooster: spelen in de hoeken (waaronder aan je eigen tafel spelen), werken met constructiemateriaal, werken met spelmateriaal, werken met sensopatisch materiaal, buiten spelen, gymnastiek (spelles) en ritmiek.
•
Zelfbeeld: De leerlingen leren met hun eigen mogelijkheden en grenzen om te gaan. Dit is verweven in allerlei activiteiten en handelingen die gedurende de dag plaats vinden bijvoorbeeld het aanbieden van leerstof in kleine stapjes, succeservaringen op te laten doen en (positieve) feedback te geven.
•
Sociaal gedrag: de leerlingen leveren een positieve bijdrage in de omgang met anderen: volwassenen, medeleerlingen, de groep. Hier wordt gedurende de dag intensief aandacht aan besteed.
•
Werkhouding: de leerlingen hebben belangstelling voor de wereld om hen heen, ze zijn gemotiveerd deze te onderzoeken en daarin taken uit te voeren. We oefenen het zelfstandig werken als didactische werkvorm. We proberen gedurende de dag aandacht te besteden aan het ontwikkelen van een goede werkhouding d.m.v. feedback, regels en leerstof aanbieden op juiste niveau.
Pagina 16
De Huifkar – Schoolgids •
Aanpakgedrag: de leerlingen gebruiken uiteenlopende strategieën en vaardigheden die ze hebben verworven mede op basis van opgedane ervaring. Ook hiervoor geldt weer dat gedurende de dag aandacht wordt besteed aan dit item afhankelijk van het ontwikkelings- en vaardigheidsniveau van een leerling.
• Omgaan met media: De leerlingen maken gebruik van communicatiemiddelen. Dit vinden we niet specifiek terug op het lesrooster maar er wordt op de momenten dat het ter sprake komt in de les of gebruikt wordt in de les aandacht aan besteedt. De leergebiedspecifieke onderwijsdoelen: Taal: 1. De leerlingen kunnen gesproken en geschreven (o.a. picto’s) taal begrijpen. 2. De leerlingen kunnen deelnemen aan een gesprek. 3. De leerlingen kennen begrippen uit de taal waardoor ze de taal kunnen gebruiken. 4. De leerlingen kunnen hun wensen, ervaringen, gevoelens, en fantasie mondeling en/of schriftelijk uitdrukken. 5. De leerlingen zijn ervan op de hoogte dat er in ons land verschillende talen worden gesproken. Dit vinden we op de volgende wijze terug op het lesrooster: (voorbereidend) lezen, spelling, technisch lezen waaronder pictolezen, herkennen en benoemen van lettervormen, mondelinge taallessen, werken met ontwikkelingsmateriaal en oriëntatie op mens en wereld. Rekenen: 1. De leerlingen herkennen hoeveelheidbegrippen en kunnen die toepassen. 2. De leerlingen kunnen in alledaagse situaties rekenhandelingen uitvoeren m.b.v. concreet- en rekenmateriaal. 3. De leerlingen kunnen omgaan met tijd. 4. De leerlingen kunnen meten en wegen; ze kunnen omgaan met meetinstrumenten, maten en eenheden. 5. De leerlingen weten dat geld een betaalmiddel is en een waarde voorstelt.
Dit vinden we op de volgende wijze terug op het lesrooster: (voorbereidend) rekenen, praktisch rekenen waaronder klokkijken, omgaan met geld en wegen tijdens de kookles én d.m.v. het hanteren van het dagritmebord. Oriëntatie op mens en wereld: Dit is een breed gebied en is verdeeld in de volgende items: 1. Oriëntatie op ruimte
Pagina 17
De Huifkar – Schoolgids 2. Oriëntatie op tijd 3. Oriëntatie op natuur en milieu 4. Oriëntatie op gezond en redzaam gedrag 5. Oriëntatie op de samenleving 6. Techniek Deze items zijn weer onderverdeeld in onderwijsdoelen. Deze vinden we terug op het lesrooster tijdens aanbieden dag/takenbord, thema’s van de mondelinge taallessen, tijdens het uitvoeren van praktische/huishoudelijke taken, handvaardigheid, klokkijken, schooltelevisie kijken etc.
Lichamelijke opvoeding: Het ontwikkelen van bewegingsvaardigheden, spelvormen, leren zwemmen, leren omgaan met winnen en verliezen, inspanningen leveren etc. Dit vinden we terug op het lesrooster tijdens de gymnastiek, ritmiek en zwemmen. Kunstzinnige oriëntatie: dit doel is onderverdeeld in de volgende onderdelen: o beeldende vorming: tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen, het kijken, praten genieten en respect hebben voor beeldend werk van anderen. o muziek en bewegen: liedjes zingen, op liedjes/muziek bewegen, ritmes spelen op schoolinstrumenten, genieten van muziek etc. o dramatische vorming: leerlingen laten zien en ervaren: de verschillende uitdrukkingsmogelijkheden van stem, houding, beweging en mimiek, een rol spelen alleen of met anderen, genieten van het kijken naar anderen. Dit vinden we terug op het lesrooster tijdens werken met arbeidsmateriaal, handvaardigheid, tekenen, muziek, ritmiek, soms tijdens de mondelinge taallessen, pictolezen, oefenen voor de maandsluiting.
4.4 Speciale voorzieningen in en rond het schoolgebouw. De Huifkar kent een aantal schoolsoortspecifieke voorzieningen:
Pagina 18
De Huifkar – Schoolgids logopedie (zie 4.2) de begeleiding taalstimulering voor o.a. leerlingen met een niet Nederlandse afkomst(zie 4.2) spelbegeleiding (zie 4.2) de Autistenklas: dit is een speciaal ingerichte autiklas, waar een viertal ochtenden met leerlingen met een autistisch spectrum stoornis een eigen programma kunnen volgen Zwemmen: Op de Huifkar is een watergewenningsbad, waarin leerlingen watervrij kunnen worden gemaakt en de eerste grondbeginselen van het zwemmen worden bijgebracht. Het zal duidelijk zijn, dat hiervan vooral door de leerlingen van groepen onderbouw en groep A gebruik van wordt gemaakt. Eenmaal per week gaan de leerlingen van de midden- en bovenbouwgroepen in het kader van schoolzwemmen naar zwembad De Brug in Glanerbrug. Gymnastieklokaal: De Huifkar beschikt over een eigen gymnastieklokaal, voorzien van alle noodzakelijke toestellen en materialen.
Verdere aanpassingen: o Aangepaste douche- en toiletruimtes voor intensievere verzorgende activiteiten. o Voor leerlingen die aangewezen zijn op een rolstoel is op het SO een rolstoelbaan aanwezig in de hal. o De school beschikt over een apart speelplein voor de jongste leerlingen en leerlingen groep A. o De school beschikt over een multifunctioneel lokaal met een compleet ingerichte keuken voor de kooklessen. De ruimte wordt verder gebruikt voor werken in niveaugroepjes en de spelbegeleiding. o Handvaardigheidlokaal: deze ruimte wordt gebruikt om speciale technieken zoals b.v. houtbewerking te geven. o De hal wordt intensief gebruikt voor de verschillende niveaugroepjes; er is een schooltelevisiehoek ingericht, een kopieerhoek, bibliotheek en in deze ruimte kunnen de verschillende feesten en maandsluitingen gevierd worden.
Pagina 19
De Huifkar – Schoolgids
5.1 De zorg voor leerlingen met een speciale behoefte 5.2 De aanmelding en toelating van nieuwe leerlingen 5.3 Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen 5.4 Schoolveiligheidsplan
5.1 De zorg voor leerlingen met een speciale behoefte Leerlingen die de Huifkar bezoeken verdienen veel zorg en aandacht. Dit weegt zwaar binnen de school. De Huifkar heeft hier haar eigen expertise in de loop der jaren ontwikkeld. Uitgangspunt is het belang van het individuele kind en zijn specifieke mogelijkheden. Het onderwijs op de Huifkar kenmerkt zich dan ook door haar gedifferentieerde benadering. Elke leerling is uniek in zijn haar mogelijkheden en beperkingen. Een aantal leerlingen is in staat om te leren lezen, rekenen en schrijven terwijl anderen daar niet aan toe komen en meer de praktische leerlijnen volgen. Vandaar dat vanaf het moment van toelating tot het moment dat de leerling de school verlaat op systematische wijze de ontwikkeling van de leerling gevolgd wordt. Daarbij is de rol en de inbreng van de ouder/verzorger van groot belang.
5.2
De aanmelding en toelating van nieuwe leerlingen.
De Huifkar is een school voor speciaal onderwijs die valt onder de Wet op de Expertise Centra (WEC). Daarmee wordt bedoeld dat de specifieke deskundigheid van scholen voor speciaal onderwijs gebundeld is. Zo maakt de Huifkar deel uit van het Regionaal Expertise Centrum Oostmarke waartoe naast de Huifkar ook de zmlk-scholen uit Almelo, Hengelo en Neede behoren. Verder nemen aan het expertisecentrum ook het Onderwijscentrum ‘t Roessingh (voor lichamelijk gehandicapte kinderen)en de Schutte’s Bosschool (voor langdurig zieke kinderen) deel. Beide laatste twee scholen zijn in Enschede gesitueerd en evenals de Huifkar resulterend onder de Stichting Edukint Samen vormen deze scholen een netwerk van deskundigheid waarop ouders en basisscholen een beroep kunnen doen indien zij met een specifieke hulpvraag zitten. Bij het REC “Oostmarke” behoort een Commissie voor Indicatiestelling (CVI). Alle aanvragen voor het (Voortgezet)Speciaal Onderwijs worden door de CVI beoordeeld. Deze geeft binnen 8 weken na ontvangst van de vereiste gegevens een beschikking af waarin de toelaatbaarheid (indicatie) voor het zmlk-onderwijs wordt afgegeven. Tegen de beslissing van de CVI is bezwaar en vervolgens beroep mogelijk. De aanvraagprocedure Om voor de indicatie in aanmerking te komen meldt u uw kind aan bij de CvI. Hiervoor dient u gebruik te maken van het officiële aanvraagformulier. Dit formulier kunt u verkrijgen bij de trajectbegeleider , de adjunct-directeur van de afdeling s.o. van De Huifkar of bij het E-loket van de stichting Edukint. U kunt het ook rechtstreeks aanvragen bij de CVI waar uw woonplaats onder valt als u nog geen schoolkeuze heeft gemaakt of u kunt het downloaden van de internetsite: www.oostmarke.nl.
Pagina 20
De Huifkar – Schoolgids Bij het invullen van het aanvraagformulier kunt u beroep doen op het E-loket telefoonnummer 053-4833015 of de secretaris van de CVI van REC Oostmarke tel: 053-4807320/email:
[email protected] Met de invoering van de Wet op de Expertise Centra (WEC) zijn landelijk geldende toelatingscriteria van kracht. Dat betekent dat elke school voor Speciaal Onderwijs gehouden is aan deze criteria. De toelatingscriteria. Criteria Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (ZMLK): A. Stoornis: Verstandelijke beperking Syndroom van Down (medische diagnose) B. Onderwijsbeperking: IQ <55, niet zijnde diepe of ernstige stoornis IQ tussen 55 en 70: er is sprake van een zeer geringe zelfredzaamheid en didactisch niveau niet hoger dan eind groep 3 Criteria Zeer Moeilijke Lerende Kinderen/Meervoudig gehandicapt (ZMLK-MG): A. Stoornis: IQ<35 Zeer beperkt gedragsrepertoire en bijkomende medische of gedragsproblematiek B. Onderwijsbeperking: Hoeft niet aangetoond te worden De besluitvorming. Om tot een besluit te kunnen komen dient de CVI te beschikken over een door u en in voorkomend geval uw kind ondertekent aanvraagformulier en een aantal onderzoeksgegevens. Bij zeer moeilijk lerende kinderen zijn nodig: o Een psychodiagnostisch onderzoek, gericht op intelligentie en bij een IQ >55 tevens gericht op zelfredzaamheid. o Een onderwijskundig rapport bij een IQ > 55. Dit mag niet ouder dan een half jaar zijn. o Eventueel, bij een IQ tussen de 55 en 70, is er ook een onderzoek over andere stoornissen en\of informatie van zorg- en hulpverleningsinstanties nodig. o Recente medische diagnose (down syndroom) Bij zeer moeilijk lerende kinderen/meervoudig gehandicapt is de bovenstaande informatie én informatie over bijkomende (gedrags)stoornissen en beperkingen nodig. U bent zelf verantwoordelijk de onderzoeksgegevens te verzamelen. Uiteraard staat het E-loket u ter zijde. Verder kunt u ondersteuning vragen bij de instantie waar uw kind al zit of de secretaris van de CVI. Als uw aanvraagformulier en alle noodzakelijke gegevens bij de CVI zijn ontvangen wordt een zogenaamd digitaal protocol aangemaakt. De CVI baseert vervolgens haar
Pagina 21
De Huifkar – Schoolgids besluitvorming op door de overheid geformuleerde criteria betreffende de ernst van de stoornissen en/of beperkingen van de leerling voor wie speciale onderwijszorg wordt gevraagd De CVI neemt een beslissing of uw kind in aanmerking komt voor een indicatie en voor welk type speciaal onderwijs. De commissie bestaat uit een onafhankelijke voorzitter, een medicus, een maatschappelijk werker, een onderwijskundige en een GZ-psycholoog of orthopedagoog. Soms kan een observatieplaatsing worden geïndiceerd of wordt plaatsing binnen een ander cluster geadviseerd. U krijgt als ouders altijd schriftelijk bericht en met dit bericht kunt u naar de school van uw keuze. Het complete dossier wordt daarna aangeboden aan de desbetreffende school. Deze school zal vervolgens binnen 4 weken een plan voor uw kind opstellen. Op de Huifkar noemen we dit het Plan van Aanpak. Mocht u nog vragen hebben dan kunt contact opnemen met het secretariaat van de CvI van REC-Oostmarke. Telefoon 053-487320 of Email:
[email protected] . Zie ook de bijlage van deze schoolgids voor adressen en namen van de CVI.
5.3 Het volgen van de ontwikkeling LVS Nadat een leerling geplaatst is, is het van belang dat de ontwikkeling en de leerprestaties nauwgezet worden gevolgd en geregistreerd. Dit gebeurt op de Huifkar a.d.h.v. het geautomatiseerde Leerling-Volg-Systeem (LVS). De leerkrachten houden m.b.v. volglijsten binnen dit systeem bij hoe de ontwikkeling van de leerling verloopt. Tevens wordt d.m.v. verslaggeving de vorderingen nader omschreven en vertaald naar het plan van aanpak. Het LVS is kortweg in twee gedeeltes op te splitsen. de volglijsten de memo’s De volglijsten zijn de vragenlijsten die betrekking hebben op de in 4.3 genoemde vakgebieden. A.d.h.v. een vijf-puntsschaal wordt vervolgens per vakgebied de ontwikkeling van de leerling gescoord. Dit scoren gebeurt volgens vaste criteria zodat waar mogelijk een zo groot mogelijke objectiviteit wordt nagestreefd. Met behulp van de scores kunnen vorderingen van leerlingen snel en objectief worden vastgesteld hetgeen voor het opstellen van het plan van aanpak zeer belangrijk is. Bovendien verkrijgt de leerkracht voor zijn groep t.a.v. bepaalde vakken snel inzicht in de niveauverschillen. De memo’s zijn documenten zoals bijvoorbeeld het plan van aanpak. Voor de logopedie, leerkracht anderstaligen, de orthopedagoog, spelbegeleiders, autiklas zijn er aparte memo’s waarin zij informatie rondom een leerling kunnen
Pagina 22
De Huifkar – Schoolgids weergeven en bijhouden. Verder zijn er formulieren voor een verslag schoolbezoek of huisbezoek, een logboek waarin de groepsleiding of anderen informatie zetten waarvan belangrijk is dat die informatie beschikbaar is zoals b.v. doktersbezoeken. Het LVS is met toegangscodes afgeschermd voor onbevoegden zodat de privacy gewaarborgd is. Leerlingbespreking Alle leerlingen worden minimaal een keer per jaar besproken op de leerlingbesprekingen. Deze leerlingbespreking is er op gericht om a.d.h.v. de volglijsten en aanvullende verslagen van de groepsleerkracht, de vakleerkracht lichamelijke opvoeding, logopedist etc. het plan van aanpak in samenspraak met de ouders te evalueren en vast te stellen voor het komende jaar. De leerlingbesprekingen worden gehouden onder leiding van de IB-er en/of de adjunct-directeur en worden bijgewoond door de groepsleerkracht, orthopedagoge (op afroep) en andere teamleden die werken met de leerling indien de organisatie dit toelaat. De algemeen directeur is op verzoek bij een leerlingbespreking aanwezig. Ook ouders worden uitgenodigd om de bespreking bij te wonen. Indien zij verhinderd zijn zal de groepsleerkracht tijdens een huisbezoek verslag uitbrengen van de bespreking. Het kan voorkomen dat tijdens een leerlingbespreking of tijdens een extra bespreking blijkt dat een leerling een specifiek probleem heeft op een bepaald gebied. Er kan dan besloten worden om een handelingsplan op te stellen waarbij voor dit specifieke probleem handelingsadviezen of een bepaalde methodiek beschreven en uitgevoerd worden. In dit handelingsplan komt ook de datum voor evaluatie te staan. Dit handelingsplan wordt met de ouders besproken en de commissie van begeleiding wordt ook geïnformeerd. Inzet extra ondersteuning Naast het volgen van de leerling d.m.v. de leerlingbesprekingen zijn er voortdurend overlegmomenten tussen de verschillende teamleden over ontwikkelingen rondom een leerling. Dit kan b.v. op aanvraag van de groepsleiding zijn dat de orthopedagoge of intern begeleidster eens in de klas komt kijken a.d.h.v. een specifieke vraag. (zie ook bij handelingsplan.) Minimaal drie keer per jaar is er overleg over het vaststellen van de extra begeleiding die we op de Huifkar kunnen aanbieden zoals extra begeleiding van leerlingen met een autistisch spectrum stoornis, anderstaligen, logopedie, spelbegeleiding en individuele begeleiding lichamelijke oefening. De Commissie van Begeleiding (CVB) De leerlingen van onze school worden op een aantal momenten in de schoolloopbaan besproken in de Commissie van Begeleiding. De CVB is een wettelijk orgaan, belast met de begeleiding van leerlingen in de school. Op de Huifkar komt de CVB een aantal keren per jaar bijeen, waarbij vooral ook die leerlingen besproken zullen worden, waarbij de ontwikkeling door allerlei oorzaken in gevaar komt. Soms geven de ontwikkelingen en/ of
Pagina 23
De Huifkar – Schoolgids het toekomstperspectief van een leerling aanleiding tot nader onderzoek of overleg. Deze zaken zullen dan in de CVB worden besproken. De commissie bestaat uit de volgende personen: De schoolarts (voor de medische gegevens die van belang zijn bij het onderwijs aan het kind) De orthopedagoog (voor informatie over het gedrag, de intelligentie en ontwikkelingsmogelijkheden. De maatschappelijk werkende (voor gegevens over het gezin, de voorgeschiedenis, enz) De intern begeleider (voor de onderwijskundige gegevens van de leerling) De algemeen directeur De adjunct-directeur (is voorzitter van de commissie )
5.4
Het schoolveiligheidsplan
Kindkenmerken van zml-leerlingen: Leerlingen van de Huifkar verdienen veel zorg en aandacht. Uitgangspunt is het belang van het individuele kind en zijn/haar specifieke mogelijkheden. Het onderwijs op de Huifkar kenmerkt zich dan ook door haar gedifferentieerde benadering. Dit geldt ook voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Een ontwikkelingsachterstand heeft ook gevolgen voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Leerlingen kunnen niet op het niveau van hun kalenderleeftijd aangesproken worden. Soms heb je oudere leerlingen, die nog een egocentrische belevingswereld hebben passend bij een jonger kind(peuter/kleuter). Verder zijn er leerlingen met stoornissen, waarbij het inlevingsvermogen in jezelf en een ander verstoord is.(stoornis in het autistisch spectrum, ADHD etc.) Ook zijn er leerlingen op school, waarbij de gewetensvorming verstoord is en leerlingen, die een negatief zelfbeeld hebben door over- of onderschatting door hun omgeving. Deze gemêleerde doelgroep vraagt erom, dat sociale vaardigheden worden getraind, omdat het inzicht vaak ontbreekt. Uitgangspunt veilige school: Op onze school respecteren wij elkaar. Wij doen dit door: * * * * * * *
fatsoenlijk en verzorgd taalgebruik elkaar niet te kwetsen, te kleineren, of pijn te doen. elkaars bezittingen niet meenemen, of stuk maken. zorg te dragen voor elkaar. niemand buiten te sluiten. luisteren naar elkaar. handen thuis (ruzies /gevoelens van boosheid niet oplossen door middel van lichamelijke agressie).
Inhoud van het schoolveiligheidsplan:
Pagina 24
De Huifkar – Schoolgids
Het schoolveiligheidsplan is opgebouwd uit de volgende op zich zelf staande protocollen: onder andere: * protocol gedragsregels * pestprotocol * protocol time, schorsing en verwijdering * protocol agressie en geweld tussen ouders en school * protocol ongevallen * medisch protocol
! 6.1 Contacten ouders-school 6.2 De ouderraad 6.3 De medezeggenschapsraad 6.4 De klachtenregeling 6.5 De ouderbijdrage
6.1 Contacten ouders – school Deze schoolgids is een goed voorbeeld van het belang dat wij hechten aan een goede communicatie tussen school en ouders. Juist omdat we een streekschool zijn en naast kinderen uit Enschede ook leerlingen uit omliggende plaatsen (van Haaksbergen tot aan Oldenzaal/Denekamp) onze school bezoeken, willen we de contacten met de ouders/verzorgers zorgvuldig bewaken. We stellen de betrokkenheid van ouders/verzorgers op prijs en streven er naar een open school te zijn. Open in de zin van bereid zijn om op een constructieve manier te praten met ouders/verzorgers over hun kinderen en ons onderwijs. Anderzijds hebben wij u ook nodig om uw kind zo optimaal en verantwoord mogelijk te begeleiden. Ons doel is om samen met de ouders/verzorgers overeenstemming te bereiken over opvoeding, onderwijs, ondersteuning en begeleiding. Onze communicatie met de ouders verloopt via de volgende wegen: 6
Twee keer per jaar vindt er een rapportbespreking plaats. Alle ouders/ verzorgers worden uitgenodigd om gedurende 20 minuten van gedachten te wisselen met de leerkracht over het kind. 7 Ouders worden uitgenodigd aanwezig te zijn bij de leerlingbespreking 8 Daarnaast kan het wenselijk zijn dat ouders/verzorgers uitgenodigd worden door school om te praten over de ontwikkeling van hun kind buiten de leerlingbesprekingen om. 9 De leerkrachten komen minimaal eens per jaar bij u op huisbezoek. 10 Ouders/verzorgers hebben de gelegenheid om op afspraak hun kind in de groep te bezoeken en daar dan een bepaalde, van te voren afgesproken tijd, te blijven. 11 Ouders/verzorgers kunnen ten allen tijde bekend maken dat zij, om welke reden dan ook, een gesprek met de schoolleiding, leden van de begeleidingscommissie of de leerkrachten willen hebben.
Pagina 25
De Huifkar – Schoolgids 12 Er vindt zeer regelmatig telefonisch overleg plaats. Van de ouders vragen wij – behoudens in zeer dringende gevallen – voor of na schooltijd te bellen. 13 Leerlingen uit de onderbouw en groep A en S krijgen in principe een communicatieschriftje mee. 14 De algemene schoolontwikkelingen kunnen de ouders/verzorgers volgen in de Huifkar-Info-Krant die uitkomt. 15 Eén keer per jaar wordt een open ochtend georganiseerd waarbij de ouders verschillende lessen kunnen bekijken. 16 Ongeveer 4 á 5 keer per jaar treden de verschillende groepen op in het Huifkartheater waarvoor ouders van optredende leerlingen uitgenodigd worden. 17 Aan het begin van ieder schooljaar vindt er een informatieavond plaats waarbij de ouders geïnformeerd worden over de dagelijkse gang van zaken in de groep. 18 Graag verwijzen we ook naar internetpagina van De Huifkar: www.de-huifkar.nl 19 En, last but zeker not least, krijgen alle ouders/verzorgers en andere betrokkenen deze schoolgids.
6.2 De Ouderraad De ouderraad wordt gevormd door een aantal ouders/verzorgers aangevuld met een teamlid (coördinator ouders). De ouders/verzorgers worden in de raad gekozen nadat zij zich kandidaat hebben gesteld. De O.R. vergadert 9 à 10 keer per schooljaar en bespreekt dan diverse zaken die met de school en de kinderen te maken hebben. Zo is de O.R. het orgaan dat de ouderbijdrage int en beheert. Zij legt daarvan verantwoording af tijdens de Algemene Ouderavond. Daarnaast is de O.R. actief in het mede organiseren, coördineren en begeleiden van verschillende activiteiten die op school plaatsvinden.
6.3 De Medezeggenschapsraad Net als elke andere school heeft ook de Huifkar een medezeggenschapsraad (MR). De taak en functie van deze raad is bij wet geregeld. Onze MR is samengesteld uit een drietal ouders en drie personeelsleden, aangevuld met de algemeen directeur van de school die een adviserende taak heeft. De MR vergadert 9 à 10 keer per schooljaar. De oudervertegenwoordiging van de MR wordt gekozen door de ouders en de personeelsleden door het team. Alle leden hebben een zittingsduur van drie jaar die nog eens verlengd kan worden met twee maal twee jaar. De MR is een orgaan met duidelijk meer bevoegdheden dan de O.R. Zo heeft de oudergeleding in vele gevallen adviesrecht en in specifieke gevallen zelfs instemmingsrecht. De te bespreken punten tijdens de MR vergaderingen zijn dan ook meer schoolinhoudelijk van aard. U moet daarbij denken aan zaken t.a.v. personeelsbeleid, formatie van de school, de besteding van de gelden etc. U praat, denkt en werkt als ouder/verzorger daadwerkelijk mee met het beleid van de school.
Pagina 26
De Huifkar – Schoolgids 6.4 De Klachtenregeling Elke school dient te beschikken over een reglement waarin nadrukkelijk en helder vermeld staat hoe er op school wordt omgegaan met klachten van allerlei aard. Op de Huifkar is de klachtenregeling van Stichting Edukint van toepassing. Stichting Edukint is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs. De klachtenregeling ligt ter inzage op het bestuursbureau van Stichting Edukint (Roessinghsbleekweg 159, Enschede) De klachtenregeling ligt ter inzage op school. Klachten of vragen kunt u in eerste instantie voorleggen aan de leerkracht van uw kind. Mocht u daarna nog verder willen met uw vraag of klacht dan kunt u terecht bij de directeur van de school. Als u er met deze mensen niet uitkomt en uw klacht is volgens u niet goed opgelost, dan kunt u deze voorleggen aan het schoolbestuur of, voor een objectief onderzoek, aan de landelijke klachtencommissie. U kunt uw klachten richten aan: * ambtelijk secretariaat, mevr. MR. M. L. E. Janssen Tel.: 070-3315296 Email:
[email protected] Ook kunt u uw vraag voorleggen aan de vertrouwenspersoon binnen en/of buiten de school. Zie voor namen en adressen de bijlage van deze schoolgids. Hebt u algemene vragen over het onderwijs kunt u terecht bij tel. 0800 5010 tussen 10 en 15 uur. Ook kunt u terecht op internet op www.50tien.nl
6.5 De Ouderbijdrage Aan de ouders wordt een - vrijwillige - financiële bijdrage gevraagd. Deze wordt gebruikt voor festiviteiten als: sinterklaas, kerst, carnaval, de schoolverzekering en voor de schoolkampen. Verder gaat een klein bedrag naar de stichting Vrienden van de Huifkar t.b.v. de schoolbus, Het maandelijks bedrag wordt geïnd en beheerd door de penningmeester van de Ouderraad.
Voor de schoolkampen wordt naast het spaargedeelte in de ouderbijdrage een extra bijdrage van de ouders gevraagd. Het aantal dagen dat uw kind op schoolkamp gaat zal de hoogte van de extra bijdrage bepalen. U krijgt daar altijd vooraf een bericht over. Hoewel de ouderbijdrage een vrijwillige bijdrage is doen wij een dringend beroep op u om deze te voldoen. Het kunnen organiseren van bijvoorbeeld de schoolkampen én feesten is in grote mate afhankelijk van UW bijdrage. (zie voor de bedragen de bijlage van deze schoolgids)
Wijze van betalen: Ouders wordt gevraagd vier keer per jaar te betalen d.m.v. een automatische betalingsopdracht.
Pagina 27
De Huifkar – Schoolgids
"#
$
%
7.1 Bereikbaarheid leerkrachten 7.2 Eten en drinken op school 7.3 Excursies 7.4 Gymnastiek 7.5 Huifkar Info Krant 7.6 Huifkartheater 7.7 Informatieavonden 7.8 Jeugdtandverzorging 7.9 Luizencontrole 7.10 Koken 7.11 Medicijnen 7.12 Rapport 7.13 Stagiaires 7.14 Schoolfotograaf 7.15 Schoolkampen 7.16 Schooltijden 7.17 Stichting Vrienden van de Huifkar 7.18 Studiedagen 7.19 Vakantie, verlof en verzuim 7.20 Vervoer 7.21 Verzekeringen 7.22 Ziekte 7.23 Schoolzwemmen
7.1 Bereikbaarheid leerkrachten: U kunt de leerkrachten telefonisch bereiken vóór schooltijd en na schooltijd of in de pauzes.
7.2 Eten en drinken op school: De kinderen krijgen halverwege de ochtend een glaasje ranja of in de eindgroepen een kopje thee en een koekje. Bij het brood eten tussen de middag (kinderen nemen zelf een lunch en fruit mee) wordt melk of karnemelk gedronken. Hiervoor vraagt de school een wekelijkse bijdrage. (zie bijlage schoolgids)
7.3 Excursies: Regelmatig kunnen de groepen m.b.v. de schoolbus op excursie gaan. De excursies worden gekoppeld aan de thema’s die op dat moment binnen de school behandeld worden.
7.4 Gymnastiek: De kinderen krijgen 2x per week gymnastiek waaronder één les bestaat uit verschillende spelvormen en één toestellenles . Eén keer in de maand wordt het
Pagina 28
De Huifkar – Schoolgids luchtkussen opgezet en worden allerlei oefeningen op het luchtkussen gedaan. De middenbouw- en bovenbouwgroepen gaan na de les douchen. Wij willen de ouders vragen om er op toe te zien dat de kinderen in deze groepen naast de gymspullen ook een handdoek meenemen.
7.5 Huifkar Info krant: Eens per maand/per 2 maanden verschijnt de HIK waarin u geïnformeerd wordt over de laatste gebeurtenissen en nieuwtjes. Geïllustreerd met foto’s van activiteiten van de kinderen.
7.6
Huifkartheater:
Vier keer per jaar wordt een theater georganiseerd in de hal. De groepen gaan bij toerbeurt optreden voor alle kinderen en de ouders van de desbetreffende groepen. We kunnen helaas niet alle ouders bij ieder optreden uitnodigen i.v.m. te weinig ruimte in de hal.
7.7
Informatieavonden:
Aan het begin van ieder schooljaar wordt in iedere groep een infoavond georganiseerd waarbij ouders voorlichting krijgen over de gang van zaken in de groep o.a. het lesrooster, thema’s, schoolkampen etc.
7.8 Jeugdtandverzorging: Op de Huifkar is het mogelijk om gebruik te maken van de jeugdtandverzorging (schooltandarts) i.p.v. de eigen tandarts. De jeugdtandverzorging komt twee keer per jaar met een mobile praktijk bij ons op school en controleert de kinderen. Indien nodig kan er ook een behandeling plaats vinden. Op school is een folder en een aanmeldingsformulier aanwezig.
7.9
Luizencontrole:
Op de Huifkar is er ‘luizencommissie’. Deze bestaat uit ouders en wordt gecoördineerd door een teamlid. Alle leerlingen worden regelmatig gecontroleerd en indien nodig behandeld op school. Hiervoor is een protocol luizenbestrijding op school aanwezig conform het advies van de GGD.
7.10 Koken: Eén keer in de twee weken krijgen de leerlingen van groep B1 en B2 kookles. Er worden basisvaardigheden aangeleerd. Aardappels schillen en koken, rijst koken, vlees braden, soep maken uit een pakje of een blik, kant en klare toetjes bereiden, groente snijden et. etc. Op het v.s.o worden deze vaardigheden verder uitgebouwd. Tijdens de kookles wordt de gehele groep verdeeld in vier groepjes die ieder verantwoordelijk zijn voor de maaltijd van hun eigen groepje. De groepsleiding ziet er op toe dat de leerlingen bij toerbeurt verantwoordelijk zijn voor het voorgerecht,
Pagina 29
De Huifkar – Schoolgids hoofdmaaltijd en het toetje. Voor de kookles wordt een bijdrage aan de ouders gevraagd. (zie bijlage schoolgids)
7.11 Medicijnen: Het komt regelmatig voor dat kinderen voor uiteenlopende oorzaken medicijnen moeten gebruiken. Hiervoor is een medisch protocol opgesteld. Hieraan is toegevoegd een medicijnverklaring die door ouders aan het begin van het schooljaar en bij veranderingen ingevuld wordt. Deze wordt bewaard in de klassenmap bij infoleerlingen. Het medisch protocol is ter inzage op school aanwezig. Lege medicijnverklaringen vindt U in de bijlage schoolgids.
7.12 Rapport: Op de so-afdeling wordt twee keer per jaar een rapport ingevuld dat de kinderen meekrijgen naar huis. N.a.v. het winter- en zomerrapport worden ouders uitgenodigd om over het rapport te praten. Het rapport bestaat uit een losbladig systeem in een multomap dat steeds aangevuld kan worden. Vandaar onze vraag of u deze map goed wilt bewaren en weer mee teruggeeft als de groepsleiding het rapport opnieuw gaat invullen. Het rapport is eigendom van de school tot de leerling de school verlaat.
7.13 Stagiaires: De school biedt verschillende opleidingsscholen de mogelijkheid om stagiaires te leveren. Deze stagiaires worden door de leerkrachten begeleid. Stagiaires van de volgende opleiding komen voor: • SPW: sociaal pedagogisch werk: een brede opleiding binnen het ROC waarbij één van de richtingen klassenassistente kan zijn maar ook werken op een woonvoorziening of peuterspeelzaal etc. • Onderwijsassistente: een opleiding van het ROC die toegespitst is op het basis- en speciaal onderwijs. • PABO-stagiaires: pedagogische academie voor leerkrachten voor het basisonderwijs • Stagiaire speciaal onderwijs: dit is een afgestudeerde leerkracht voor het basisonderwijs die zich specialiseert voor het speciaal onderwijs • Stagiaires lichamelijke oefening die begeleid worden door de vakleerkracht voor lichamelijke oefening.
7.14 Schoolfotograaf: Ieder jaar komt de schoolfotograaf op school. Alle kinderen worden dan gefotografeerd. U kunt deze foto’s en de groepsfoto’s kopen.
7.15 Schoolkampen: In de laatste maanden van het schooljaar, vanaf april, gaan alle groepen, uitgezonderd groep A, op schoolkamp. De groepen O1, O2, M1, M2, M3 gaan drie dagen op kamp en de groepen B1 en B2 gaan 5 dagen op kamp. U wordt hierover uitgebreid geïnformeerd op de informatieavond aan het begin van het schooljaar. Groep A gaat één dag op schoolreis.
Pagina 30
De Huifkar – Schoolgids
7.16 Schooltijden Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag Woensdag
8.45 – 15.00 uur 8.45 – 12.00 uur
7.17 Stichting Vrienden van de Huifkar: De stichting beheert gelden die ingezet worden ter ondersteuning van het onderwijs op de Huifkar. Tevens beheert zij de schoolbussen. Verder informatie kunt u vinden op onze website.
7.18 Studiedagen Meerdere dagen per jaar worden door het team gebruikt als zogenaamde studiedag. Onderwijs is steeds in ontwikkeling en om deze ontwikkelingen te volgen en ons eigen te maken gebruiken we studiedagen. Op studiedagen zijn leerlingen vrij. Deze worden voor zover bekend mogelijk aan het begin van het schooljaar bekend gemaakt aan de ouders zodat u er vroegtijdig rekening mee kunt houden.
7.19 Vakantie, verlof en verzuim Vakantieregeling In de bijlage van de schoolgids staan de vakanties en vrije dagen vermeld. U dient zich te houden aan deze vastgestelde schoolvakanties. In heel bijzondere gevallen kan de directeur verlof geven voor verlof buiten de schoolvakanties om: Vakantieverlof: de school mag alleen vrij geven voor vakantie als: -er niet binnen de schoolvakanties vakantie kan worden opgenomen -en hiervan een verklaring van de werkgever aan de directeur is gegeven Dit verlof mag: -een keer per schooljaar -niet langer dan 10 schooldagen -niet plaatsvinden in de eerste twee weken van het schooljaar
Pagina 31
De Huifkar – Schoolgids -niet als het een (tweede) vakantie in de wintermaanden betreft -niet als het gaat om een langdurig verblijf van allochtone leerlingen in het land van herkomst Voor verlof leerlingen inzake familieomstandigheden: Verlof als: -bij verhuizing (max. 1 dag) -bij huwelijk van familieleden (1 of 2 dagen afhankelijk van de situatie) -bij ernstige ziekte van familie (duur in overleg met de directeur) -bij overlijden van familie (1,2,3 of 4 dagen afhankelijk van de situatie) -bij bij jubilea van ouders of grootouders (1 dag) -bij andere gewichtige omstandigheden (in overleg met de directeur) Voor algemeen erkende feestdagen mag de school een dag verlof geven. Ook dit dient van tevoren te worden aangevraagd. Schoolverzuim In onze school wordt in elke groep aan het begin van de ochtend de aanwezigheid van alle leerlingen gecontroleerd en eventuele verzuimen genoteerd. Aan het einde van de maand worden de absenties centraal verwerkt. Eventuele onrechtmatige verzuimen worden gemeld aan de leerplichtambtenaar. Bij ziekte e.d. dient de school hiervan op de hoogte gebracht te worden (liefst voor het begin van de lessen). Bij afwezigheid zonder kennisgeving zal de school zo spoedig mogelijk informeren bij eventuele broertjes of zusjes of bij de ouders zelf.
7.20 Vervoer: Alle kinderen worden met bussen van huis naar school gebracht indien zij vallen in de vervoersregeling zoals deze door de gemeenten worden gehanteerd. De gemeente is verantwoordelijk voor het vervoer. De aanvraagformulieren zijn op school en bij de gemeente afdeling leerlingenvervoer verkrijgbaar.
7.21 Verzekeringen: Er is voor alle kinderen op school een ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering geldt ook voor de weg van school naar huis en terug, excursies, schoolkampen etc. De premie wordt betaald uit de ouderbijdrage. Voor de schoolkampen wordt een extra reisverzekering afgesloten welke uit het schoolreisbudget betaald wordt. Uw kind is niet verzekerd voor schade aan kleding e.d. Schade die kinderen bij elkaar veroorzaken moet via de WA-verzekering van het betreffende kind geregeld worden.
7.22 Ziekte: Bij ziekte vragen wij de ouders dit te melden bij de school maar ook bij de vervoerder. Voor telefoonnummers willen wij verwijzen naar de bijlage schoolgids.
7.23 Zwemmen: De leerlingen van groep O1, O2 en groep A zwemmen 1á 2 x per week in het gewenningsbad op school waar de beginselen van het zwemmen wordt geoefend zoals watervrij maken, drijven etc. De leerlingen vanaf groep M1 gaan 1 x per week zwemmen in Glanerbrug in zwembad ‘De brug’. Hier wordt verder geoefend met het
Pagina 32
De Huifkar – Schoolgids leren zwemmen en afhankelijk van het niveau van het kind kunnen zwemdiploma’s A en B behaald worden. Wij willen aan de ouders vragen om erop toe te zien dat uw kind iedere keer de zwemspullen meeneemt.
Actuele informatie over, schooltijden, groepsbezetting en overige belangrijke data in het schooljaar, vindt u in de bijlage van de schoolgids. Deze wordt ieder schooljaar in de eerste week verstrekt. Deze informatie is ook terug te vinden op onze website.
Pagina 33