WAARDERINGSKAMER
Waarderingskamer Werkplan 2014
De Waarderingskamer bevordert het vertrouwen in een adequate uitvoering van de Wet WOZ
Versie 1.0 Vastgesteld door de Waarderingskamer op 21 november 2013
1
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
Inhoudsopgave 1.
Samenvatting en leeswijzer................................................................................................. 3
2.
De marktomstandigheden voor het waarderen door gemeenten en ons toezicht daarop .... 5
3.
Het kwaliteitsbeeld van gemeenten .................................................................................... 5
4.
Ons antwoord op de uitdaging ............................................................................................ 6
5.
Ons toezicht bij gemeenten en hun samenwerkingsverbanden ........................................... 8
6.
Speerpunt: Verbetering kwaliteit van objectkenmerken ................................................... 11
7.
Speerpunt: Het vertrouwen bij burgers en bedrijven ........................................................ 12
8.
Speerpunt: Basisregistraties en e-overheid ....................................................................... 13
9.
Communicatie van de Waarderingskamer ........................................................................ 17
10.
Bedrijfsvoering .............................................................................................................. 19
11.
Risico’s .......................................................................................................................... 21
2
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
1.
21 NOVEMBER 2013
Samenvatting en leeswijzer In dit werkplan schetsen wij een beeld van het werk dat de Waarderingskamer in 2014 oppakt. Dit werk staat ook dit jaar in het teken van de drie grote uitdagingen voor de WOZ. De kernthema's zijn: - Het inspelen op veranderde marktomstandigheden; - het "verslimmen" van de WOZ-uitvoering (de bezuinigingen waartoe gemeenten zich genoodzaakt zien, mogen niet leiden tot inboeten aan kwaliteit) en - het bevorderen van vertrouwen van burgers in de WOZ-uitvoering. De marktomstandigheden waarmee gemeenten in hun WOZ-waardering rekening moeten houden zijn de afgelopen jaren drastisch veranderd. Dit bemoeilijkt het werk. In paragraaf 2 geven wij een korte schets van die veranderingen. Daarnaast staat de WOZuitvoering bij gemeenten als gevolg van de bezuinigingen financieel onder druk. Gemeenten en samenwerkingsverbanden voeren mede daardoor niet altijd de werkzaamheden uit die nodig zijn om de veranderende marktomstandigheden in de waarderingen tot hun recht te laten komen. Dit heeft tot gevolg dat ook het kwaliteitsbeeld van gemeenten onder druk staat. In paragraaf 3 schetsten wij het beeld van de kwaliteit van de WOZ uitvoering door gemeenten. In paragraaf 4 geven wij kort aan dat wij langs een drietal lijnen een antwoord op de uitdagingen willen geven. Allereerst willen wij via transparant toezicht helder maken waar kwaliteitsgebreken zich voordoen en waar volgens ons de prioriteiten moeten worden gelegd. Daarnaast willen wij bevorderen dat een aantal essentiële randvoorwaarden is vervuld, zodat gemeenten daarbinnen hun verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Wet WOZ goed kunnen waarmaken. Wij creëren die randvoorwaarden niet alleen, maar doen dat samen met een groot aantal partijen. Tot slot zien wij voor onszelf een rol weggelegd om waar nodig bestuurders van gemeenten bewust te maken van het feit dat, ondanks de bezuinigingen de WOZ-uitvoering de komende jaren nog veel geld en enthousiasme zal vergen om ervoor te zorgen dat het vertrouwen van burgers in de WOZ-uitvoering toeneemt. Nieuwe mogelijkheden op het terrein van burgerparticipatie biedt kansen. Wij werken graag aan de randvoorwaarden waarbinnen de WOZ optimaal kan worden uitgevoerd (sturen aan de voorkant). Wij constateren ook dat toezicht voorlopig nodig blijft (controle). Sterker, we zien dat de belangen die samenhangen met ons oordeel, toenemen. Dit maakt ook dat ons toezicht en ons oordeel niet onweersproken blijft. Het karakter van ons toezicht gaat daarmee vaker in de richting van interveniërend toezicht. In de paragrafen 5 tot en met 8 werken we uit wat we in het kader van ons toezicht en onze speerpunten gaan doen. Voor 2014 liggen onze speerpunten op het gebied van het vertrouwen in de WOZ (§6), de kwaliteit van objectkenmerken (§7), en de basisregistratie en de e-overheid (§8). In paragraaf 9 gaan we in op de wijze waarop wij met onze omgeving communiceren. Belangrijke ontwikkelingen daarin zijn het toenemend gebruik van digitale kanalen voor
3
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
onze communicatie met gemeenten, een toenemend gebruik van de sociale media en de voorlichtingssessies die wij voor gemeenten organiseren. Paragraaf 10 gaat in op de aspecten van onze bedrijfsvoering. Voor 2013 gaan we uit van een omvang van de formatie van 19,6 Fte. We signaleren in deze paragraaf wel dat er meer van het toezicht wordt gevraagd. Tot slot gaat paragraaf 11 in op de belangrijkste risico’s die wij in relatie tot dit werkplan signaleren. Wij geven daarbij aan wat de mogelijke effecten zijn, indien de risico’s optreden en welke maatregelen wij kunnen treffen om de risico’s te beheersen.
4
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
2.
21 NOVEMBER 2013
De marktomstandigheden voor het waarderen door gemeenten en ons toezicht daarop De markt voor onroerende zaken heeft te kampen met twee ontwikkelingen, die nu al enkele jaren duren en de waardering van onroerende zaken bemoeilijken. Er is sprake van een dalende markt met veranderende marktvoorkeuren en er is sprake van minder transacties dan in het verleden.
Wat is het beeld: - Markt is tussen 2012 en 2013 5-6% gedaald - Veel minder transacties, onderbouwen is lastiger - Voor kantoren en ander commercieel vastgoed is het onderscheid tussen kansarm, kanshebbend en kansrijk van belang - De voorkeuren in de markt zijn sterk afhankelijk van de kenmerken van objecten Correcte registratie daarvan is nodig
De WOZ-waarde is de marktwaarde van een onroerende zaak op de waardepeildatum. Gemeenten maken in de eerste acht weken van 2014 de WOZ-waarden naar de waardepeildatum 1 januari 2013 bekend. Gemiddeld genomen is de markt voor woningen sinds 1 januari 2013 slechts beperkt (1 à 2%) verder gedaald. Om die reden zal de WOZwaarde die begin 2014 bekend wordt gemaakt naar verwachting ongeveer op het niveau uitkomen van de actuele marktwaarde die de belanghebbende begin 2014 aan zijn woning toekent. In bepaalde marktsegmenten zijn er wel minder onroerendgoedtransacties dan voor een overtuigende onderbouwing wenselijk zou zijn. Die overtuigende onderbouwing moet immers gevonden worden in gerealiseerde transacties bij qua objectkenmerken vergelijkbare objecten. Tussen 1 januari 2012 en 1 januari 2013, de waardepeildatum van de in 2014 te beschikken WOZ-waarden, is de waarde van alle woningen landelijk gemiddeld met 5 á 6 % gedaald. Daarbij is wel sprake van verschillende ontwikkelingen in verschillende segmenten van de markt. De meeste marktsegmenten laten uiteraard een daling zien. Sommige marktsegmenten blijven tegen het “gevoel” in echter stabiel of stijgen zelfs. Bij niet-woningen is sprake van een soortgelijke waardeontwikkeling. Ook bij nietwoningen wijkt de waardeontwikkeling bij de te onderscheiden marktsegmenten van het gemiddelde af. Daar komt echter bij dat de verschillen veel groter zijn. Zo is in deze markt steeds meer sprake van een indeling in kansarme, kanshebbende en kansrijke locaties. Deze ontwikkeling wordt niet alleen veroorzaakt door een tijdelijke uitval van de vraag als gevolg van de huidige economische crisis, maar wordt versterkt doordat de maatschappelijke behoefte aan kantoor- en winkelruimte structureel afneemt als gevolg van andere bedrijfsvoeringsconcepten, onder andere mogelijke gemaakt door internet. 3.
Het kwaliteitsbeeld van gemeenten Sinds de invoering van de Wet waardering onroerende zaken is er sprake geweest van een continue verbetering van de kwaliteit van de uitvoering daarvan door gemeenten. Dit kwam tot uitdrukking in een telkens dalend percentage bezwaarschriften en een toenemend percentage gemeenten dat onze kwaliteitsbeoordeling “naar behoren” of “goed” kreeg.
5
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
Ook hier is echter een kentering in opgetreden. De afgelopen twee herwaarderingen waren de eerste sinds de invoering van de Wet WOZ waarbij het percentage bezwaarschriften niet langer daalde en zelfs weer licht steeg. Desondanks blijft het feit dat ruwweg 97% van de WOZ-beschikkingen wordt geaccepteerd. Het percentage bezwaarschriften is echter geen goede graadmeter voor de kwaliteit van de WOZuitvoering. Er zijn immers veel factoren die ervoor zorgen dat een belanghebbende besluit om al dan niet bezwaar te maken. De kwaliteit van de WOZ-beschikking is er daar slechts één van. Wij hanteren ons Algemeen Oordeel over de WOZ-uitvoering als graadmeter voor de kwaliteit. Op basis van onze eigen oordeelsvorming constateren wij dat de kwaliteit bij een aantal gemeenten achteruit gaat. Het percentage gemeenten dat onze beoordeling “naar behoren” of “goed” krijgt daalt de laatste jaren. Wij vinden dat 95% van de gemeenten een dergelijk oordeel zou moeten hebben. Eind 2011 voldeed 90% van de gemeenten aan dit niveau. Begin oktober 2013 bedraagt dit percentage 79%. Wij richten onze inspanningen erop dat het niveau van 2011 weer wordt gehaald. Wij verwachten dat dit enige jaren vergt. Hierbij moet worden aangetekend dat gemeenten doorgaans niet slechter zijn gaan werken. Wat in een stijgende markt, die de WOZ zo lang gekenmerkt heeft, een voldoende inspanning was om tot kwalitatief goede taxaties te komen, is dat in de dalende markt met veranderende marktvoorkeuren van de laatste jaren niet meer. Gemeenten moeten meer doen om tot kwalitatief goede taxaties te komen. In deze tijden van bezuinigingen knelt dat eens te meer. Maar daar staat tegenover dat er ook diverse initiatieven zijn waaruit blijkt dat bij de WOZ-uitvoering mogelijkheden zijn voor "meer doen met minder geld". Wij dragen bij aan het ontwikkelen en (breed implementeren van dit soort initiatieven. Concrete voorbeelden hiervan zijn de "doorbraak in dienstverlening" initiatieven waarbij de belanghebbende zelf een belangrijke rol krijgt in het controleren van gegevens en de afstemming van werkzaamheden voor de bijhouding van gemeentelijke (basis)registraties op terrein van vastgoed (BAG, BGT, objectkenmerken WOZ, beheer openbare ruimte, etc.). Het blijkt dat dergelijke initiatieven ook een positieve invloed hebben op het vertrouwen van burgers, waardoor gemeenten, bijvoorbeeld via politieke kanalen, ook gevraagd wordt vooral met dit soort initiatieven mee te doen. Wat is het beeld: - Bezwarenpercentage in 2013 licht gestegen. - Percentage gemeenten met oordeel “naar behoren” of “goed” daalt verder. - Vertrouwen van burgers in de WOZ is laag
4.
Ons antwoord op de uitdaging De veranderende marktomstandigheden en het kwaliteitsbeeld bij gemeenten stellen de gemeenten, maar zeker ook de toezichthouder voor uitdagingen. Gemeenten zijn, als verantwoordelijken voor de uitvoering van de Wet WOZ natuurlijk de eerst aangewezenen om de uitdagingen het hoofd te bieden. Maar wij zien voor onszelf als toezichthouder een duidelijke rol. Die rol willen wij langs een drietal lijnen invullen. Deze drie lijnen lopen langs de dimensies van ons toezicht, onze bijdragen aan het creëren van randvoorwaarden en langs de dimensie van het creëren van bewustwording.
6
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
Toezicht Toezichthouden is onze primaire taak. Daarmee maken wij voor gemeenten en voor belanghebbenden inzichtelijk waar de uitvoering van de Wet WOZ onder de gegeven actuele omstandigheden toereikend is en waar verbetering noodzakelijk is. Ons toezicht levert daarmee signalen op waarmee zowel op gemeentelijk als op landelijk niveau prioriteiten kunnen worden gesteld. Hoewel wij ook vele andere zaken in ons toezicht betrekken, zetten wij bij ons toezicht in 2014 wederom zeer nadrukkelijk in op het speerpunt dat tot doel heeft de kwaliteit van de objectkenmerken bij gemeenten te verbeteren. Binnen deze categorie vragen met name de secundaire objectkenmerken, die van nature minder makkelijk objectiveerbaar zijn, extra aandacht. Natuurlijk krijgt het segment woningen de aandacht die het verdient. Wij willen in 2014 echter meer aandacht geven aan de waardering van commercieel vastgoed (zoals kantoren en winkels) vanwege de veranderende maatschappelijke behoefte aan dit soort complexen. Ook hier speelt dat secundaire kenmerken bepalen of een kantoorpand als kansarm of kansrijk gekwalificeerd moet worden met zeer significante invloed op de marktwaarde. Daarnaast gaan wij extra aandacht besteden aan de waardering van zorgcomplexen. Dit omdat het traditionele zorgcomplex langzaamaan verdwijnt en wordt vervangen door complexen waarin de zorg en de financiering daarvan op geheel andere leest wordt geschoeid. Creëren van randvoorwaarden Hoewel gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Wet WOZ betekent dit niet dat zij er alleen voor staan. Wij zien voor onszelf een taak weggelegd om er samen met verantwoordelijke partijen ervoor te zorgen dat er in Nederland een werkbaar systeem voor de WOZ-uitvoering bestaat, waarbinnen gemeenten hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Dat werkbare systeem omvat bijvoorbeeld uniforme methoden en technieken zoals landelijke gegevensstructuren en uitwisselingsformaten, uniforme coderingstabellen, landelijke taxatiewijzers (met TIOX als geautomatiseerde invulling daarvan) en een duidelijke rol van de WOZ binnen de eoverheid en het stelsel van Basisregistraties (met onder andere de Landelijke Voorziening WOZ als technische invulling daarvan). In 2014 leggen wij evenals voorgaande jaren het accent op de implementatie van het stelsel van Basisregistraties en de e-overheid in het WOZ domein. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat wij samen met onze partners de gemeenten op de Landelijke voorziening WOZ zullen aansluiten en dat de gegevens beschikbaar komen voor de afnemers. Onder het creëren van randvoorwaarden hoort ook het scheppen van duidelijkheid daar waar problemen worden ervaren. Via thema onderzoeken willen we in elk geval bijdragen aan het oplossen van de problematiek rond sterk gedateerde woningen waarbij helaas vaak pas bij vererving blijkt dat deze jarenlang te hoog getaxeerd zijn en rond de waardering van commercieel vastgoed. Daarnaast volgen wij de veranderingen in de regelgeving en communiceren deze met gemeenten waar relevant. Creëren van bewustwording Wij constateren dat de invoering van de modelmatige waardebepaling heeft geleid tot de opvatting dat “men niet meer naar buiten hoeft”. Het model zorgt immers voor de taxatiewaarden. Modellen rekenen echter op basis van de onderliggende gegevens van de 7
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
objecten. Zeker in de huidige marktomstandigheden is de kwaliteit daarvan bij een aantal gemeenten niet toereikend. Er moet door die gemeenten worden geïnvesteerd om het gegevensbestand kwalitatief op orde te brengen en te houden. Met enige regelmaat zien we dat gemeenten WOZ-werkzaamheden uitbesteden tegen een zeer laag bedrag en dan veronderstellen dat daarvoor een realistische herwaardering en alle bijkomende werkzaamheden door de dienstverlener worden uitgevoerd. Bij ons toezicht blijkt dan vaak dat de gemeente zich onvoldoende realiseert dat voor dergelijke bedragen geen grondige herwaardering mogelijk is, tenzij de gemeente zelf nog veel werk zelf verricht. Daarnaast zijn er de komende jaren investeringen nodig om de WOZ-uitvoering meer dienstverlenend van karakter te maken en om het in te passen in de e-overheid en het Stelsel van Basisregistraties. Dit alles betekent dat er ook in de komende jaren geld nodig is voor investeringen in vernieuwing en verslimming van de WOZ-uitvoering, juist om de uitvoeringskosten op termijn te beheersen. Het betekent dat ook in deze tijden van bezuiniging de financiële en personele ruimte voor investering en vernieuwing moet blijven bestaan. Wij merken dat dit bij gemeenten en in het bijzonder bij de Wat gaan we doen: - 2 voortgangsinventarisaties met individuele bestuurders van die gemeenten soms nog beoordeling van alle gemeenten onvoldoende helder voor ogen staat. Wij en oktober) zien voor onszelf een taak weggelegd om bij - (april 150 reguliere inspecties te dragen aan het creëren van deze - 12 onderzoeken interne beheersing bewustwording. - 403 beoordelingen instemming 5.
Ons toezicht bij gemeenten en hun samenwerkingsverbanden Het vertrouwen van burgers in de WOZuitvoering stoelt op de kwaliteit van het werk dat de gemeenten uitvoeren, het inzicht dat een burger in het tot stand komen van zijn WOZ-waarde heeft en de mate waarin hij bereid is dat als toereikend te accepteren. Is één van deze aspecten niet op orde, dan schaadt dit het vertrouwen in de WOZ. Wij denken dat het toezicht op de uitvoering van de Wet WOZ voor het maatschappelijk vertrouwen in de WOZ belangrijk blijft. Immers, door het toezicht wordt de kwaliteit bevorderd. Via het toezicht wordt de kwaliteit van de WOZ-uitvoering onafhankelijk beoordeeld en het oordeel daarover wordt voor belanghebbenden kenbaar gemaakt. Via het toezicht worden kwaliteitsgebreken gesignaleerd, die anders wellicht niet zouden zijn onderkend.
met het nemen van beschikkingen - 100 onderzoeken beoordeling kwaliteit taxaties voorafgaand aan verzenden beschikkingen - 10 onderzoeken beoordeling kwaliteit taxaties na afloop herwaardering - 30 onderzoeken bestandsoptimalisatie - onderhouden algemene oordeel 403 gemeenten - 15bestuurlijke gesprekken - 20 juistheidsonderzoeken - 25 diepgaande (bestandgeoriënteerde) onderzoeken - 2 thematische onderzoeken - 1 benchmark onderzoek kwaliteit en kosten WOZ uitvoering door gemeenten - Streefpercentage gemeenten met oordeel “naar behoren” of beter is 90% (actueel 79%) - Streefpercentage gemeenten dat terugvalt in algemeen oordeel < 6% - Toepassen nieuwe criteria voor bezwaarbehandeling - Zo nodig niet instemmen met het nemen van beschikkingen ronde 2014 - Publiceren van de bevindingen van ons toezicht bij gemeenten op onze site - Stimuleren gebruik TIOX - Bijdragen aan beheer taxatiewijzers
8
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
Kennisoverdracht tussen de Waarderingskamer en gemeenten speelt een grote rol bij het op niveau houden van de kwaliteit van de WOZ-uitvoering. We zien ook dat een eenmaal behaald kwaliteitsniveau bij gemeenten afhankelijk is van personen. Bij gemeenten die door ons voorheen als "goed" werden beoordeeld, ontstaan door veranderingen in de organisatie soms ineens tekortkomingen. Voor een goede waardering is van belang dat de WOZ-administratie een goede weerspiegeling is van de werkelijkheid. Daarom geldt voor ons als uitgangspunt "Wat op straat staat, staat ook zo in de WOZ-administratie". Wij streven ernaar dat tenminste 90% van de gemeenten ons oordeel “goed” of “naar behoren” heeft. Begin oktober 2013 is dit bij 79% van de gemeenten het geval. Gemeenten die het beoogde oordeel nog niet hebben, worden door ons intensief gevolgd. Daarnaast willen we dat een eenmaal bereikte verbetering van de kwaliteit bij een gemeente wordt vastgehouden. Als streefdoel hanteren we daarvoor dat eind 2014 hooguit 6% van de gemeenten een lager oordeel heeft dan het jaar daarvoor. Om deze doelstelling te bereiken, zetten wij bewust (combinaties van) toezichtinstrumenten in. Onze toezichtinstrumenten zijn beschreven in de toezichtstrategie. In 2014 zetten wij bij ons toezicht de volgende ontwikkelingen verder door: - Wij controleren en stimuleren de interne beheersingsmaatregelen bij gemeenten, om de verantwoordelijkheid van de gemeenten voor de kwaliteit van de WOZ-uitvoering goed te borgen. Hiermee geven we invulling aan het begrip systeemtoezicht; - We houden vast aan het geïntensiveerde gegevensgerichte toezicht, omdat is gebleken dat alleen procesgericht toezicht de gegevensinhoudelijke problemen bij gemeenten onvoldoende aan het licht brengt. Onze normatiek zullen we hierop aanscherpen. - Wij laten gemeenten zoveel mogelijk los als de uitvoering van de Wet WOZ al meerdere jaren achtereen voldoet aan de gestelde criteria. Bij deze gemeenten zullen wij onze bemoeienis voorafgaand aan het verzenden van nieuwe WOZ-beschikkingen tot een minimum beperken. Bij een aantal van deze gemeenten gaan wij in de loop van het jaar na of dat vertrouwen terecht was. - Een risicogerichte benadering blijft het uitgangspunt. Daarnaast worden gemeenten ook op toevalbasis voor onderzoeken geselecteerd. Daarmee wordt de trefkans van het toezicht vergroot bij gemeenten die anders wegens het ontbreken van relevante signalen lang buiten beeld zouden blijven. - Wij blijven waar mogelijk streven naar 'horizontalisering' van ons toezicht. De toenemende transparantie als gevolg van de openbaarheid van WOZ-waarden van woningen draagt naar verwachting ook bij aan horizontalisering. - Ook op het terrein van niet-woningen gaan we door met de toezichtstrategie. Waar mogelijke intensiveren we deze. We focussen ons daarbij met name op het commerciële vastgoed en op de zorgcomplexen. We blijven veel aandacht besteden aan de bezwaarbehandeling bij gemeenten. Daarbij gaat het niet alleen om het percentage bezwaarschriften, maar ook om de vraag op welke
9
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
wijze informele contacten worden ingezet om bezwaren te voorkomen of af te handelen en om de mate waarin de gemeente het bezwaarproces onder controle heeft. Bij alle gemeenten beantwoorden we de vraag of wij kunnen instemmen met het nemen van de beschikkingen. Bij een aantal gemeenten is in 2013 aangekondigd dat wij deze instemming alleen kunnen geven indien zij verbeteringen in hun WOZ-uitvoering aanbrengen. Indien dit bij een gemeente niet of in onvoldoende mate het geval blijkt, onthouden wij deze gemeente onze instemming met het nemen van beschikkingen. Indien dit dreigt, informeren we het college van burgemeester en wethouders van deze gemeenten daar vroegtijdig over. Uit een onderzoek onder belanghebbenden is gebleken dat een adequaat systeem van toezicht een belangrijke bijdrage kan leveren aan het maatschappelijk vertrouwen in de WOZ-uitvoering. Om deze reden maken wij de beschikbare toezichtinformatie toegankelijk voor burgers. Wij verwachten dat het aantal gemeenten dat de WOZ-uitvoering onderbrengt in een samenwerkingsverband, blijft toenemen. We zien ook dat gemeenten inmiddels wisselen van samenwerkingsverband. Daarnaast neemt de schaalgrootte van samenwerkingsverbanden toe. Tot op heden beoordeelden wij samenwerkingsverbanden vaak als één geheel. Daarmee verdween ook het onderscheid tussen de deelnemende gemeenten binnen dat samenwerkingsverband. In 2014 zullen wij bij samenwerkingsverbanden bij onze gegevensinwinning en onze oordeelsvorming meer naar individuele gemeenten gaan differentiëren indien bijvoorbeeld het dienstenpakket dat die gemeenten afnemen verschilt of wanneer er verschillen zijn in uitgangspositie of verschillen in de mix van categorieën objecten in een gemeente. Dit betekent dat samenwerkingsverbanden ook gegevens per deelnemende gemeente aan ons moeten gaan aanleveren. Het betekent ook dat deelnemende gemeenten een eigen oordeel krijgen, dat kan afwijken van het oordeel van een andere gemeente binnen hetzelfde samenwerkingsverband. Daarnaast gaan we na of het zinvol is dat de regieambtenaren in de deelnemende gemeenten afschriften krijgen van de rapporten die wij bij onze onderzoeken met betrekking tot “hun” gemeente opstellen. Hiermee verschaffen wij bestuur en burgers een beter inzicht in de WOZ-uitvoering van de eigen gemeente. Dit bevordert de transparantie. Wij gaan ook de colleges van gemeenten binnen een samenwerkingsverband tenminste jaarlijks via ons algemeen oordeel informeren over de kwaliteit van de WOZ-uitvoering voor hun gemeenten. Het informeren van ambtenaren en bestuur van gemeenten die deelnemen aan een samenwerkingsverband wordt ook in toenemende mate van belang omdat gemeenten in een dienstniveau-overeenkomsten met samenwerkingsverbanden in toenemende mate ook afspraken vastleggen over het te behalen algemeen oordeel van de Waarderingskamer. Gemeenten die ons oordeel “kan verbeterd worden” of “moet dringend verbeterd worden” hebben, verdienen onze bijzondere aandacht. We doen dat met een mix van meer frequente inspecties, het opvragen van verbeterplannen en het voeren van gesprekken op bestuurlijk niveau. 10
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
6.
21 NOVEMBER 2013
Speerpunt: Verbetering kwaliteit van objectkenmerken Juiste objectkenmerken zijn essentieel voor een kwalitatief goede WOZ-taxatie. Onder de term "objectkenmerken" verstaan wij zowel de primaire kenmerken (type, bouwjaar, grootte) als de secundaire kenmerken (kwaliteit, onderhoud, ligging en doelmatigheid). Het zijn dit soort kenmerken die het mogelijk maken objecten onderling met elkaar te vergelijken, de verschillen zichtbaar te maken en daardoor de WOZ-waarde van een object af te leiden uit de transacties van andere verkochte of verhuurde objecten. In de huidige markt, waar de koper het voor het kiezen heeft, zijn deze kenmerken zeer bepalend voor de prijsvorming. Fouten in de geregistreerde kenmerken in de WOZadministratie leiden al snel tot een minder betrouwbare WOZ-waarde. Daarnaast doet het afbreuk aan het vertrouwen van de belanghebbende in de WOZ-waarde indien hij constateert dat de gegevens waarop de gemeente zich baseert niet correct zijn. Dit blijkt ook het geval indien de fout geen invloed op de waarde heeft. Uit de ervaringen bij het bredere gebruik Wat gaan we doen: van de WOZ gegevens en uit onze - Beoordelen bij inspecties, vragenlijsten en ervaringen bij het toezicht op de WOZonderzoeken interne beheersing taxaties blijkt dat voor de kwaliteit van - Beoordelen bij onderzoeken kwaliteit taxaties voor instemmen met beschikken deze objectkenmerken meer aandacht van Niet instemmen met beschikken bij gemeenten nodig is. Zowel voor de onvoldoende kwaliteit primaire als voor de secundaire - Stimuleren gebruik beoordelingsprotocol objectkenmerken. Jaarlijks is er immers bij objectkenmerken een significant aantal onroerende zaken - Kennis overdragen aan gemeenten sprake van een verandering, bijvoorbeeld als gevolg van verbouwingen. Voor steeds minder veranderingen geldt de verplichting om die via een aanvraag voor een bouwvergunning (omgevingsvergunning) te melden bij de gemeente. Het actueel houden van de objectkenmerken vergt hierdoor meer inzet. Dit rechtvaardigt daarmee ook dat wordt geïnvesteerd in ontwikkelingen die het actueel houden vereenvoudigen, zoals geautomatiseerde mutatiesignalering geïntegreerd voor BAG, BGT, WOZ en mogelijk andere registraties, en systemen waarbij de belanghebbenden meer invloed krijgt. In de huidige markt moet meer aandacht worden geschonken aan de kwaliteit van de geregistreerde secundaire objectkenmerken. Verschillen in secundaire objectkenmerken zullen, meer dan in het verleden, ook leiden tot significante waardeverschillen. Een woning waarvan de onderhoudstoestand minder goed is, staat in het algemeen langer te koop en wordt uiteindelijk mogelijk tegen een aanzienlijk lager bedrag dan de vraagprijs (en/of de geldende WOZ-waarde) verkocht. Dit effect werkt door in de waarde van vergelijkbare woningen. Hierdoor is het noodzakelijk om ook bij de waardering onderlinge verschillen in secundaire objectkenmerken in de WOZ-waarde tot uitdrukking te brengen. Ook in de markt van de courante niet-woningen (kantoren winkelpanden etc.) spelen de secundaire kenmerken een steeds belangrijkere rol. Binnen dit speerpunt krijgt de toepassing daarvan voor de waardering van dit type objecten onze bijzondere aandacht.
11
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
Wij hebben voor gemeenten het Beoordelingsprotocol Objectkenmerken beschikbaar. Zij zijn hiermee in staat zelf de kwaliteit van de objectkenmerken in de WOZ-administratie systematisch te beoordelen. Wij spreken gemeenten aan op het toepassen van dit protocol of het uitvoeren van een vergelijkbaar eigen onderzoek. In elke inspectie vergelijken we daarnaast van een beperkt aantal (te koop staande) objecten de geregistreerde objectkenmerken met de overeenkomstige gegevens in de BAG en de gegevens zoals deze op de makelaarssite Funda en/of door de gegevensverzameling iWOZ worden getoond. Deze wijze van werken maakt gemeenten er sterker van bewust dat objectkenmerken correct en actueel moeten zijn. 7.
Speerpunt: Het vertrouwen bij burgers en bedrijven Het percentage bezwaarschriften mag dan zijn gestegen, met 3% is het nog altijd relatief laag. Het betekent immers ook dat 97% van de beschikkingen wordt geaccepteerd. Dit betekent echter nog niet dat men ook vertrouwen heeft in de WOZ-waarde. Onderzoeken naar het vertrouwen dat eigenwoningbezitters in de WOZ hebben, leiden tot de conclusie dat dit vertrouwen nog altijd laag is (TNS NIPO, 2011). Het door de VNG en de Waarderingskamer onder gemeenten uitgevoerde onderzoek naar de afhandeling van bezwaarschriften (Vertrouwen omhoog, bezwaren omlaag, 2011) leert dat het vertrouwen van belanghebbenden stoelt op drie pijlers: kwaliteit, inzicht en acceptatie. Voor kwalitatief goede WOZwaarderingen zijn goede gegevens, die aansluiten bij de markt, van cruciaal belang. Om die reden hebben wij de kwaliteit van de objectkenmerken tot speerpunt benoemd.
Wat gaan we doen: - Aandacht vragen voor beheer objectkenmerken - Aandacht vragen voor bezwaarbehandeling - Aandacht vragen voor informele contacten - Stimuleren transparante WOZ-uitvoering - Volgen initiatieven gemeenten - Realiseren openbaarheid WOZ-waarde van woningen - Publiceren van onze toezichtresultaten - Herhaling onderzoek toepassing informele contacten - Herhaling van het onderzoek naar het vertrouwen in de WOZ
Belanghebbenden moeten ook inzicht hebben in de wijze waarop de WOZwaarde tot stand komt. Het taxatieverslag is hierin een zeer belangrijk instrument. Wij letten erop of gemeenten kwalitatief goede taxatieverslagen verstrekken en bij alle objecten onderbouwende gegevens beschikbaar hebben. Verder stimuleren wij dat zij op een open, transparante en informele wijze met belanghebbenden communiceren. In 2014 herhalen wij daarom ons onderzoek onder gemeenten naar de ervaringen met informele contacten tussen gemeenten en belanghebbenden. Op dit moment kent de Wet WOZ nog beperkingen ten aanzien van de kenbaarheid van de WOZ-waarde van andere objecten. Naar verwachting zal in 2014 de WOZ-waarde van woningen openbaar worden. De wetgeving is aanvaard, de beoogde invoeringsdatum is 1 juli 2014. Dat besluit moet nog worden genomen. Met deze openbaarheid wordt een invulling gegeven aan de behoefte van veel belanghebbenden om vast te kunnen stellen of hun object in vergelijking met andere objecten van hun keuze goed is gewaardeerd. In 2014 zullen wij voorbereidingen treffen om ervoor te zorgen dat deze openbaarheid via
12
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
de Landelijke Voorziening WOZ kan worden ondersteund. De technische realisatie van het loket voor de openbare WOZ-waarde is in de tweede helft van 2013 gestart. Steeds meer gemeenten nemen initiatieven om de transparantie van de WOZ te vergroten en burgers te betrekken bij het stand komen van “hun” WOZ-waarde. Wij volgen deze initiatieven met grote interesse en stimuleren deze waar dat kan. Wij houden daarbij ook oog voor de aan de WOZ ten grondslag liggende beginselen, zoals het gelijkheidsbeginsel. Dit betekent dat de gemeentelijke heffingsambtenaar altijd het laatste woord moet hebben bij de vaststelling van de WOZ-waarde. De wijze waarop en het tempo waarin bezwaarschriften worden afgehandeld, is van doorslaggevende betekenis voor het vertrouwen van de betrokken belanghebbenden. In 2012 hebben wij de kwaliteitseisen vastgesteld, waaraan de bezwaarafhandeling moet voldoen. Wij constateren dat nog altijd veel bezwaren buiten de wettelijke termijn worden afgedaan. Dit is toegestaan mits de belanghebbende daarmee heeft ingestemd. In 2014 zullen wij ook letten op de mate waarin de gemeente bij de afhandeling van de bezwaren voldoet aan de geldende kwaliteitseisen. Niet alleen de gemeenten, maar ook de toezichthouder moet transparant zijn. Om die reden publiceren wij de resultaten van ons toezicht per gemeente op onze website. Alle acties hebben tot doel het vertrouwen in de WOZ te bevorderen. Dit is ook de missie van de Waarderingskamer. De laatste meting van dit vertrouwen is gedaan in 2011. In 2014 laten wij een herhalingsonderzoek naar het vertrouwen van eigen woningbezitters in de WOZ uitvoeren. 8.
Speerpunt: Basisregistraties en e-overheid In het programma @genda 2015 van de VNG en de daarmee samenhangende interbestuurlijke afspraken, vastgelegd in het programma iNUP is richting gegeven aan de wijze waarop wordt gewerkt aan de elektronische overheid en de wijze waarop het Stelsel van Basisregistraties tot werking wordt gebracht. 2014 is het laatste jaar voordat de doelen moeten zijn bereikt. De afgelopen jaren is al veel tot stand gebracht, maar de realiteit gebiedt te erkennen dat één jaar, afgezet tegen hetgeen er nog moet gebeuren, erg kort is. Wat gaan we doen: - Voorbereiden afstemmen kenmerken BAG-WOZ - Aansluiten van gemeenten op LV WOZ - WOZ in MijnOverheid opschalen naar alle gemeenten. - Meewerken aan volwassenwording stelsel van basisregistratie en deelname c.q. bijdragen aan diverse gremia. - Verkenning inpassen BGT in WOZ processen
@genda 2015 noemt onder de noemer "De basis op orde" onder andere een tweetal voor de WOZ belangrijke doelen: Front-office dienstverlening <..> • de ontsluiting van (voortgangs)informatie over burgers en bedrijven via landelijke ondersteunende portalen MijnOverheid.nl en Antwoord voor bedrijven;<..> 13
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
Voor gemeenten betekent dit dat wij: • investeren in het inrichten en in standhouden van hun wettelijke taken voor basisregistraties waarvoor zij verantwoordelijk zijn (bronhouder). Het gaat om de Gemeentelijke Basisadministratie (straks Basisregistratie Personen), de Basisregistraties Adressen en Gebouwen, de Basisregistratie waardering onroerende zaken, en de Basisregistratie Grootschalige Topografie. De kwaliteit van gegevens in deze registraties willen we op orde hebben.<..>
In iNUP wordt langs vier hoofdlijnen geschetst hoe invulling wordt gegeven aan de ambities van @genda 2015. Deze hoofdlijnen zijn: - Loket voor de burger; - Digitale dienstverlening voor bedrijven; - Het stelsel van basisregistraties; - Implementatieondersteuning voor gemeenten. iNUP noemt onder andere de volgende voor de WOZ relevante concrete doelstellingen voor 2015: - Alle gemeenten sluiten aan op de berichtenbox van MijnOverheid; - Het volume van het gebruik van de berichtenbox MijnOverheid neemt toe en bereikt een significante omvang; - Alle gemeenten koppelen stapsgewijs de WOZ aan de BAG. De doelstellingen voor @genda 2015 zijn zeker niet de laatste stap in de digitalisering van de overheid. Met "Digitale overheid 2017" wordt al aangegeven de deze ontwikkelingen de komende jaren verder gaan. en stevige basis bij alle overheidsorganisaties is daarbij een randvoorwaarde. Voor het realiseren van @genda 2015 is het stelsel van basisregistraties van belang, waarvan de WOZ een onderdeel uitmaakt. In het navolgende schema is het stelsel van basisregistraties in kaart gebracht, zoals dat de wetgever voor ogen staat. Dit stelsel is één van de pijlers onder de toekomstgerichte elektronische overheid. Die overheid staat voor dienstverlening, kwaliteit en doelmatigheid. De overheid moet kunnen borgen, dat de gegevens in de registraties van voldoende kwaliteit zijn. Het stelsel moet zo zijn ingericht, dat alle overheden op doelmatige wijze over de gegevens in de registraties kunnen beschikken voor de uitvoering van wet- en regelgeving en voor de dienstverlening aan de burgers. Een werkend stelsel zorgt voor betere kwaliteit tegen lagere kosten.
14
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
Bron: Interactieve stelselplaat http://e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelselthemas/verbindingen/verbindingen-tussen-basisregistraties
Het stelsel heeft betekenis voor de uitvoering van de Wet WOZ, maar ook het omgekeerde geldt: de WOZ is belangrijk voor het stelsel. Voor de aanduiding van de betrokken subjecten (belanghebbenden), voor een aantal gegevens over objecten en voor de adresaanduiding is de WOZ-uitvoering afhankelijk van de gegevens die in de diverse basisregistraties zijn opgenomen. Een kwalitatief goede uitvoering van de Wet WOZ stelt dus hoge eisen aan de gegevens in de basisregistraties en aan het gebruik daarvan binnen de uitvoeringsprocessen van de WOZ. De bekendmaking van de beschikking en het taxatieverslag confronteert de burger jaarlijks met de informatie die in de verschillende basisregistraties is opgeslagen. Het vertrouwen in de overheid en in de uitvoering van de Wet WOZ dwingt daarom tot een registratie met juiste gegevens. Het feit dat via de WOZ op basis van die gegevens belasting wordt geheven, zorgt ervoor dat ook de burger belang heeft bij de juistheid van die gegevens. Uit oogpunt van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid mag hij er ook op rekenen dat de overheid met correcte gegevens werkt. Via inhoudelijke bijdragen, toezicht en stimulering van gemeenten dragen wij bij aan de realisatie van de ambities van @genda 2015 en iNUP, daar waar deze het WOZ-domein raken. Voor 2014 betekent dit dat wij in hoofdzaak werken aan een drietal onderwerpen op dit deelgebied.
15
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
Openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen In 2013 is de wetgeving aanvaard op basis waarvan de WOZ-waarde van woningen openbaar wordt. Het moment waarop dat ingaat moet bij het schrijven van dit werkplan nog door de minister worden vastgesteld, maar de verwachting is dat dit in de loop van 2014 het geval zal zijn. Voor het realiseren van deze openbaarheid wordt gewerkt aan een loket voor openbare WOZ-waarden, waarvan de voorbereidingen inmiddels zijn gestart. De bouw ervan krijgt in de eerste helft van 2014 zijn beslag. De feitelijke openstelling van dit loket is afhankelijk van het nog te nemen besluit en van de vulling van de Landelijke Voorziening WOZ (zie hierna). Wij begeleiden het technische realisatietraject van het openbare loket. Uiteraard zijn wij partij in de discussie rond het invoeringsmoment van de openbaarheid van de WOZ-waarde en de verdere introductie daarvan. Landelijke Voorziening WOZ De LV WOZ is in 2013 technisch opgeleverd en in beheer genomen door het Kadaster. De financiering van dit beheer loopt via de begroting van de Waarderingskamer. Het jaar 2014 staat in het teken van het aansluiten van gemeenten op de LV WOZ. In dit kader moeten wij organiseren dat 403 gemeenten met succes een aansluittoets doorlopen en ook feitelijk aangesloten worden. In verband met de beoogde ingangsdatum van de openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen zal dit zoveel als mogelijk in de eerste helft van 2014 plaatsvinden. Daarnaast zullen in de loop van 2014 ook de eerste afnemers aansluiten. De Waarderingskamer is belast met het functioneel beheer van de LV WOZ. Wij organiseren daarvoor het benodigde overleg met de diverse partijen. Gebruik van de BAG binnen de WOZ Het gebruik van de BAG binnen de WOZ is verplicht sinds 1 juli 2011. Volgens het iNUP hebben de gemeenten in 2015 het gebruik van de BAG volledig binnen WOZ ingevoerd. Daarvoor is dus nog maar één jaar beschikbaar. Vanuit het project iVersneller BAG-WOZ heeft VNG/KING rond de zomer van 2013 gerapporteerd dat 85% van de gemeenten de koppeling inmiddels gerealiseerd had. Op basis daarvan verwachten wij dat eind 2013 nagenoeg alle gemeenten de koppeling tussen de BAG en de WOZ gerealiseerd hebben. Bij het aansluiten van de gemeenten op de LV WOZ toetsen wij in 2014 op gegevensniveau de mate waarin gemeenten de koppeling daadwerkelijk in de WOZ-administratie beschikbaar hebben. In 2014 zullen we vervolgens aandacht besteden aan de inbedding van de koppeling en aandacht vragen voor de werkprocessen waarmee de gegevens en mutaties binnen de BAG voor de WOZ beschikbaar komen. Ook gaan we nadruk leggen op het beschikbaar komen van relevante signalen vanuit de WOZ voor de BAG. Bij het gebruik gaat het natuurlijk ook om het gebruik van BAG gegevens als gebruiksoppervlakte en bouwjaar. Wij hebben in 2011 een informatieblad uitgegeven waarin twaalf onderwerpen worden genoemd die geregeld moeten zijn voordat sprake is van een volwaardig gebruik van de BAG binnen de WOZ. Ook hieraan zullen wij in 2014 de nodige aandacht besteden.
16
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
MijnOverheid In 2012 is de voorziening opgeleverd waarmee burgers via MijnOverheid hun taxatieverslagen kunnen opvragen. Gemeenten moeten aansluiten op MijnOverheid om dit mogelijk te maken. De taxatieverslagen staan immers bij de gemeenten. Op dit moment is ongeveer éénderde van de gemeenten aangesloten. In 2014 moet dit verder worden opgeschaald, zodat burgers altijd via dit kanaal hun taxatieverslag kunnen vinden. Daarnaast moet in 2014 aan MijnOverheid de functionaliteit worden toegevoegd waarmee burgers via MijnOverheid inzage kunnen krijgen in de status van de afhandeling van hun WOZ-bezwaar en ligt het in het kader van @agenda 2015 in de rede dat gemeenten beschikkingen en aanslagen via de MijnOverheid berichtenbox mogelijk gaan maken. Wij vervullen op deze punten geen trekkersrol, maar ondersteunen desgevraagd initiatieven van anderen. Naast de hiervoor genoemde speerpunten werken wij ook in algemene zin mee aan het tot werking brengen van stelsel van basisregistraties. Zo creëert de komst van Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) nieuwe mogelijkheden. Ook voor de WOZ. Binnen gemeenten wordt er bij de WOZ-uitvoering immers steeds meer gewerkt met en op basis van geometrische gegevens. Deze ontwikkeling sluit aan op het streven naar optimalisering van de werkprocessen rond WOZ, BAG, BGT, etc.. Om dit goed met ICT-hulpmiddelen te kunnen ondersteunen, is standaardisatie van vastlegging en uitwisseling van geometrie noodzakelijk. Daarom werken wij samen met andere partijen aan de wijze waarop de geometrie van de WOZ-objecten en deelobjecten in samenhang met de geometrie van de objecten in de BAG en de BGT ingewonnen en vastgelegd kunnen worden. Daarmee bereiden wij de stappen voor in de richting van een op geometrie gebaseerde WOZ-uitvoering. Tot slot nemen ook gemeenten zelf de nodige initiatieven om de elektronische dienstverlening aan hun burgers te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn de pilots waarbij steeds meer gemeenten belanghebbenden de mogelijkheid geven voorafgaand aan de beschikkingen gegevens te controleren. Wij vinden dit positieve ontwikkelingen en volgen in 2014 dergelijke initiatieven via onze rol in de Stuurgroep Doorbraak Dienstverlening WOZ. 9.
Communicatie van de Waarderingskamer De basis voor onze communicatie is gelegd in het communicatieplan, dat in 2011 door de Waarderingskamer is vastgesteld. Hierin beschrijven wij de samenhang tussen onze doelgroepen en onze communicatiemiddelen. Ook voor 2014 geldt dit communicatieplan als uitgangspunt voor ons handelen. Op drie punten zetten wij de ontwikkelingen uit vorige jaren door. Allereerst gaat de communicatie met gemeenten meer via digitale kanalen verlopen. Ten tweede zullen we meer gebruik gaan maken van sociale media. Tot slot blijken wij met voorlichtingssessies in het land invulling te geven aan een sterke behoefte bij gemeenten.
17
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
Communiceren met gemeenten via digitale kanalen. In 2012 is het project “Procesoptimalisatie en Wat gaan we doen: e-dienstverlening” gestart. Dit project heeft - 4x WOZ journaal tot doel onze toezichtprocessen zo in te - 1x publicatie benchmarkresultaten (juli) richten dat zij optimaal aansluiten op de - Publicatie werkplan, begroting en jaarverslag communicatie over dit toezicht via de website - Publicatie Voortgangsrapportage aan van de Waarderingskamer. In 2013 is de Staatssecretaris van Financiën deelproject Gemeenteportaal technisch - Publicatie van de rapporten van onze gerealiseerd. Elke gemeente krijgt binnen dit inspecties en onderzoeken digitale portaal een afgeschermde omgeving - Publicatie van ons algemeen oordeel - Bericht aan elke gemeente rond onze waarbinnen met de Waarderingskamer over instemming met het nemen van het toezicht en de resultaten daarvan wordt beschikkingen en ons algemeen oordeel gecommuniceerd. In de eerste helft van 2014 - Meewerken aan of organiseren van zullen alle gemeenten toegang krijgen tot hun congressen, studie- of gebruikersdagen gedeelte van het portaal en bouwen we de onderhouden van onze publicaties zoals Waarderingsinstructie en vraagbaken papieren stromen in de richting van de Meewerken aan artikelen en interviews gemeenten langzaam af. Waar nodig vragen - Beantwoorden vragen van wij de gemeenten daarvoor toestemming. In burgers en andere belanghebbenden het volgende deelproject wordt het publieke - Contact onderhouden / informeren van deel van de site ingericht, dat onder andere brancheorganisaties - Voorlichtingssessies voor gemeenten een deel van de in het gemeenteportaal - Verkennen mogelijkheden van sociale vastgelegde toezichtresultaten voor het media publiek toegankelijk maakt. Het deelproject hiervoor zal naar verwachting in de eerste - Beheren huidige website helft van 2014 worden gestart. Daarna volgen - Beheren huidige WOZ-Kiosk - In gebruik nemen van Gemeenteportaal nog de onderdelen voor de professionele - Voorbereiden Publieksportaal doelgroepen en voor de Waarderingskamer zelf. Meer gebruik maken van sociale media In 2012 en 2013 hebben we onze eerste voorzichtige stappen gezet met het gebruiken van sociale media. We volgen de berichtgeving op Twitter over de WOZ en we hebben een eigen Twitteraccount. In 2014 gaan we actiever gebruik maken van de mogelijkheden die sociale media ons kunnen bieden. Doelen daarbij zijn het vergroten van de naamsbekendheid van de Waarderingskamer, het gebruiken van de “crowd” voor het vergaren van toezichtrelevante informatie en het inzetten van sociale media als discussie platform voor het creëren van draagvlak. Wij doen onderzoek hoe we dit op de beste manier en tegen aanvaardbare kosten kunnen aanpakken. Voorlichtingssessies voor gemeenten In eerdere jaren hebben wij goede ervaringen opgedaan met laagdrempelige voorlichtingssessies voor gemeenten. Wij zijn daarmee in staat in relatief korte tijd zeer veel gemeenten over één of meer onderwerpen te bereiken. Ook dit jaar willen wij dergelijke voorlichtingssessies organiseren. Bij voorkeur in samenwerking met andere partijen zoals de VNG. Uit kostenoverwegingen willen we bij deze voorlichtingssessies vooral gebruik maken van gemeentelijke locaties. 18
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
Qua onderwerpen denken we op dit moment aan de invoering van openbaarheid van WOZ-waarden van woningen, het gebruik van de LV WOZ, de procesvoering van gemeenten bij WOZ-beroepszaken en aan de waardebepaling van commercieel vastgoed. 10. Bedrijfsvoering De Waarderingskamer is een kleine organisatie met een grote betrokkenheid vanuit gemeenten, waterschappen, Belastingdienst Wat gaan we doen: en diverse ministeries. Voor het goed - Ondersteuning van c.a. 35 door ons te functioneren van deze organisatie zijn organiseren vergaderingen en overleggen verschillende activiteiten nodig, vooral ook - Jaargesprekken met de 20 medewerkers gericht op het organiseren van diverse - Onderhouden en uitvoeren van het formele en informele overlegvormen. opleidingsplan - Beheer en aanpassing van de ondersteunende ICT systemen - Evaluatie van een toezichtinstrument - Verkenning van de wijze waarop het toezicht kan worden geïntensiveerd - Uitvoeren van de planning &control cyclus - Optimaliseren archiefbeheer
Formatie De voor 2014 voorziene formatie bedraagt 19,6 Fte. Deze formatie is 1,5 Fte hoger dan de formatie voor 2013. Op het moment van schrijven van dit werkplan is er binnen deze formatie één nog niet opengestelde vacature (junior medewerker). In piekperiodes in het toezicht vindt externe inhuur plaats.
Wij constateren dat het aantal organisaties waarop wij toezicht houden daalt. Dit is het gevolg van gemeentelijke samenvoegingen en het feit dat er meer gemeenten aan een samenwerkingsverband deelnemen. Wij zien echter ook dat onze kwaliteitsoordelen een dalende tendens laten zien, waardoor de bezoekfrequentie toeneemt. Bovendien raken de huidige onderzoeken aan veel meer aspecten dan in het verleden. Tot slot is het toezicht op gemeenten in samenwerkingsrelaties meer complex van aard. Hierdoor is de benodigde tijd per inspectie toegenomen. Per saldo neemt de vraag naar capaciteit voor het toezicht toe. Wij monitoren in 2014 of gegeven de huidige capaciteit de inzet van onze toezichtinstrumenten toereikend blijft. Als blijkt dat dit nodig is, komen wij met nadere voorstellen. In de volgende figuur is aangegeven in welke mate onze huidige personele capaciteit kan worden toegerekend aan de hoofdonderwerpen in dit werkplan. Het gaat om een globale benadering. Daarbij moet worden bedacht dat sommige activiteiten meerdere onderwerpen dienen.
19
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
Evaluaties Jaarlijks laten wij een externe partij een onafhankelijke review uitvoeren van één van onze toezichtinstrumenten of laten wij onderzoek doen naar het maatschappelijk vertrouwen in de WOZ. In 2009 en 2011 hebben wij dit vertrouwen laten meten. In 2010 hebben wij een stakeholdersonderzoek laten uitvoeren (opgeleverd begin 2011). In 2012 hebben wij een externe review uitgevoerd naar onze onderzoeken interne beheersing. In 2013 is ons toezicht op de objectkenmerken geëvalueerd. In 2014 laten wij opnieuw een onderzoek uitvoeren naar het vertrouwen in de WOZ. Daarnaast laten wij onderzoeken wat partijen in de komende jaren van ons toezicht verwachten. Archivering Binnen het secretariaat van de Waarderingskamer wordt in hoge mate digitaal gewerkt. Papieren documenten die binnenkomen worden gescand en gaan vervolgens digitaal de werkprocessen in. Papieren in- en uitgaande documenten worden door ons op basis van de Archiefwet nog wel in papieren vorm gearchiveerd. In 2014 willen we de formele toestemming verkrijgen om ons digitale archief waarover we beschikken als formeel archief te mogen hanteren. Vernieuwing centrale computerfaciliteiten Wij zijn in hoge mate afhankelijk van automatisering. De servers en centrale netwerkcomponenten die dat ondersteunen, draaien dag en nacht en zijn inmiddels afgeschreven en aan vervanging toe. In 2014 voeren wij een vernieuwingsslag uit.
20
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
11. Risico’s I.
Uitblijven Besluit proceskosten WOZ-zaken en doorgaande stijging proceskosten. Effect: Gemeenten zijn steeds meer geld kwijt aan proceskosten en deze bedragen gaan vaak ten koste van activiteiten die gemeenten kunnen doen in het kader van de controle van gegevens en kwaliteitsverbetering. Bij de hoge niveaus van proceskosten wordt het vaker aantrekkelijk om procedures te voeren vanuit het belang van kostenvergoeding en niet vanuit de juistheid van de WOZ-waarde. Maatregel: Het optreden van dit risico is door ons niet te beïnvloeden. Wel zullen wij benadrukken dat een Besluit proceskosten geen wondermiddel is. Gemeenten moeten met een mix van goede kwaliteit, laagdrempelig en informeel contact met belanghebbenden inzetten om veel en hoge proceskosten vergoedingen te vermijden.
II.
Gemeenten slagen er onvoldoende in om de kwaliteit op orde te krijgen. Effect Meer bezwaarschriften en het bijbehorende effect op de kosten. Meer kansen voor de zogenoemde no-cure no-pay bureaus. Vertrouwen in de WOZ lijdt schade ook al hoeft een foutief gegeven nog niet tot een andere waarde te leiden. “als dat al niet klopt, hoe kan de rest dan wel deugen?” Maatregel: Speerpunt in het toezicht bij objectkenmerken. Creëren van bewustwording dat de gegevens goed moeten zijn en dat de veranderende marktomstandigheden ertoe leiden dat wat vroeger toereikend was, dat nu niet meer is.
III.
In 2014 onthouden wij onze instemming met het nemen van beschikkingen aan gemeenten. Effect: De desbetreffende gemeenten kunnen op het gewenste moment wel belastingaanslagen opleggen, maar doen dat dan terwijl wij vinden dat de kwaliteit onvoldoende is. Financiële en publicitaire gevolgen bij de desbetreffende gemeenten. Bestuurlijke drukte. Toezichthouder laat zijn tanden zien. Mogelijke aansprakelijkheidstelling Waarderingskamer bij achteraf niet terecht besluit. Maatregel: Bij voorkeur alleen niet instemmen met het nemen van beschikkingen indien de mogelijkheid bij de vorige herwaardering al is aangekondigd. Alleen via een zorgvuldige tijdig gestarte aanbevelingsprocedure.
21
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
IV.
21 NOVEMBER 2013
Onvoldoende capaciteit voor het toezicht dat nodig is. Effect Minder inspecties en dergelijke dan op basis van de kwaliteitsindicaties nodig zou zijn. Minder druk op kwalitatief mindere gemeenten vanuit de toezichthouder dan gewenst. Langere herstelperiode. Maatregel Invullen bestaande vacatureruimte Doen van een voorstel als meer capaciteit benodigd blijkt Inzet van externe inspecteurs Zorgvuldige planning zodat er geen gemeenten “buiten de boot vallen”.
V.
Koppeling WOZ-deelobjecten aan BAG niet tijdig gereed. Effect Aansluiten op LV WOZ is niet mogelijk Basis voor procesverbetering bij gemeenten (nog) niet beschikbaar Volledig gebruik BAG binnen WOZ per 2015 (iNUP doelstelling) komt onder druk te staan. Wettelijke gebruiksplicht BAG wordt niet ingevuld Maatregel Voortgang monitoren Achterblijvers bestuurlijk aanspreken in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
VI.
Aansluiten gemeenten op LV WOZ vergt teveel van secretariaat. Effect Het secretariaat van de Waarderingskamer kan niet de inzet leveren die nodig is om softwarebedrijven en gemeenten te stimuleren tijdig op de LV WOZ aan te sluiten. Aansluitplanning wordt (weer) niet gerealiseerd. Ambities van de Waarderingskamer worden in de toekomst minder serieus genomen. Zie verder risico VII. Maatregel Zo nodig inhuren van deskundigen tegen extra kosten
22
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
VII.
21 NOVEMBER 2013
Aansluiten gemeenten op LV WOZ loopt vertraging op. Effect Gemeenten moeten langer zelf gegevens aan afnemers blijven leveren Afnemers die daaraan behoefte hebben kunnen van desbetreffende gemeenten nog geen BAG-WOZ koppeling ontvangen. Het aansluittraject vergt langer dan gewenst aandacht van diverse partijen Openbaarheid WOZ-waarde woningen kan nog niet worden gerealiseerd. Maatregel Bevorderen dat leveranciers zo spoedig mogelijk hun software aan gemeenten uitleveren. Opstellen van een aansluitplanning van gemeenten en deze monitoren Communicatie over het project in de richting van gemeenten.
VIII.
Financiering beheer LV WOZ loopt via begroting Waarderingskamer. Effect Fluctuaties in de begroting voor het beheer van de LV WOZ leiden tot fluctuaties in de begroting van de Waarderingskamer, hetgeen de discussie over de kosten van het toezicht kan beïnvloeden. Overschrijdingen van de beheerbegroting LV WOZ zijn ook overschrijdingen van de begroting van de Waarderingskamer Maatregel Monitoring in Waarderingskamer Instemming vooraf nodig bij overschrijding. Met partijen vooraf afspreken hoe procedureel om te gaan met eventuele overschrijdingen.
IX.
Project procesoptimalisatie en e-dienstverlening complexer dan verwacht Effect Kosten lopen op. Realisatie duurt langer. Digitale kanalen voor toezichtcommunicatie met gemeenten later beschikbaar. Vervolg projecten kunnen pas later starten. Maatregel Sturen op kosten en zo nodig beperking functionaliteit Eerst Gemeenteportaal bij gemeenten introduceren, dan pas vervolgprojecten. Besluitvorming per deelproject Bestemmingsreserve voor dit project gevormd.
23
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
X.
21 NOVEMBER 2013
Aantal gemeenten onder verscherpt toezicht neemt toe. Effect Gemeenten onder verscherpt toezicht vergen meer capaciteit. Niet alleen ligt de inspectiefrequentie hoger, er is ook meer discussie. Daarnaast worden gemeenten of samenwerkingsverbanden om reden van objectivering van de bevindingen vaak door twee inspecteurs bezocht. Een toename van het aantal gemeenten onder verscherpt toezicht leidt dus tot een niet evenredige afname van de inspectie capaciteit voor de overige gemeenten. Het aantal inspecties neemt daardoor af en de doorlooptijd van een inspectie neemt toe. Maatregel: Monitoring van de ontwikkeling van de oordelen over gemeenten, monitoring van de gerealiseerde aantallen inspecties en de doorlooptijden daarvan. De beschikbare inspectiecapaciteit zo effectief mogelijk inzetten. Zoeken naar mogelijkheden om de voorbereiding en administratieve afhandeling rond een inspectie te vereenvoudigen.
XI.
Aan het algemeen oordeel wordt steeds meer gewicht toegekend. Effect Was vroeger het algemeen oordeel van de Waarderingskamer over de uitvoering van de Wet WOZ vooral een indicator voor de burger en voor de gemeente zelf, tegenwoordig wordt het steeds vaker gebruikt als kengetal in de dienstniveau overeenkomsten bij uitbesteding of samenwerking. Het effect daarvan is dat financiële en soms ook personele belangen in toenemende mate afhangen van het oordeel dat wij gegeven. Dit kan leiden tot een andere druk op de inspecteur dan die voortkomt uit de louter WOZ-inhoudelijke kwaliteit. Bijvoorbeeld doordat de geïnspecteerde organisatie de inspecteur onder druk zet tot positievere oordelen te komen of doordat de inspecteur zicht bewust is van het feit dat zijn bevindingen kunnen leiden tot persoonlijke personele gevolgen voor medewerkers van de organisatie waar het onderzoek is verricht. Maatregel Bij grote gemeenten en samenwerkingsverbanden waar dit kan spelen, voeren twee inspecteurs gezamenlijk het onderzoek uit. Bij de onderzoeken interne beheersing (die veelal bij dit type organisaties plaatsvinden) komen de inspecteurs eerst onafhankelijk van elkaar tot een eigen oordeel, alvorens tot een gezamenlijk oordeel te komen.
24
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
XII.
21 NOVEMBER 2013
Inspecteur zou in gemeente waar hij bezit heeft of andersoortige belangen, beïnvloed kunnen worden door zijn eigen belang bij de WOZ-waarde. Effect Door het doen van niet correcte bevindingen zou de inspecteur (via de maatregelen die de gemeente dan moet nemen) de WOZ-waarde van het eigen bezit in voor hem gunstige zin kunnen beïnvloeden. Hij zou een voor de gemeente gunstig oordeel kunnen afgeven in ruil voor een hem gunstige waardering van zijn bezit. Maatregel Een inspecteur voert geen inspecties uit in de eigen gemeente.
25
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2014 VERSIE 1.0
21 NOVEMBER 2013
Lijst van afkortingen BAG BGT Fte
Basisregistraties Adressen en Gebouwen Basisregistratie Grootschalige Topografie Fulltime eenheden op basis van een werkweek van 36 uur. 1 Fte is het equivalent van één medewerker met een voltijdscontract gedurende één jaar. ICT Informatie- en communicatietechnologie KING Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten LV Landelijke Voorziening NUP / iNUP Nationaal uitvoeringsprogramma, set bestuurlijke afspraken rond het realiseren van de doelstellingen op het gebied van de E-overheid. iNUP is de voortzetting/opvolger van NUP TIOX Taxeren Incourante Objecten met behulp van Xml berichtenverkeer, het centrale geautomatiseerde hulpmiddel voor het uniform toepassen van de landelijke taxatiewijzers. VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten WOZ / Wet WOZ Wet waardering onroerende zaken
26