WAARDERINGSKAMER
Waarderingskamer Werkplan 2015
De Waarderingskamer bevordert het vertrouwen in een adequate uitvoering van de Wet WOZ
Versie 1.0 Vastgesteld door de Waarderingskamer op 20 november 2014
1
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
Inhoudsopgave 1.
Samenvatting en leeswijzer................................................................................................. 3
2.
De marktomstandigheden voor het waarderen door gemeenten en ons toezicht daarop .... 5
3.
Het kwaliteitsbeeld van gemeenten .................................................................................... 6
4.
De uitdaging ........................................................................................................................ 7
5.
Ons antwoord op de uitdaging ............................................................................................ 7
6.
Ons toezicht bij gemeenten en hun samenwerkingsverbanden ......................................... 11
7.
Wat zijn onze speerpunten? .............................................................................................. 15 7.1.
Speerpunt: Verbetering kwaliteit van objectkenmerken ........................................... 15
7.2.
Speerpunt: Niet-woningtaxaties ................................................................................ 16
7.3.
Speerpunt: Het vertrouwen bij burgers en bedrijven ................................................. 17
7.4.
Speerpunt: Basisregistraties en e-overheid ................................................................ 18
8.
Communicatie van de Waarderingskamer ........................................................................ 23
9.
Bedrijfsvoering ................................................................................................................. 24
10.
Lange termijndoelstellingen .......................................................................................... 26
11.
Risico’s .......................................................................................................................... 28
2
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
1.
20 NOVEMBER 2014
Samenvatting en leeswijzer In dit werkplan schetsen wij een beeld van het werk dat de Waarderingskamer in 2015 oppakt. Er zijn vier grote uitdagingen voor de WOZ in 2015. Deze kernthema's zijn: - De zorg voor kwalitatief goede gegevens over de objecten; - het "verslimmen" van de WOZ-uitvoering (de bezuinigingen waartoe gemeenten zich genoodzaakt zien, mogen niet leiden tot inboeten aan kwaliteit en burgers moeten meer en laagdrempelig bij de totstandkoming van "hun" WOZ-waarde worden betrokken); - het bevorderen van vertrouwen van burgers in de WOZ-uitvoering; en - het versterken van het toezicht op niet-woningtaxaties. In paragraaf 2 gaan we in op de marktomstandigheden die aan het waarderen van de onroerende zaken ten grondslag ligt. We signaleren dat de markt na jaren van stagnatie weer voorzichtig aantrekt. We signaleren ook dat met name in bepaalde segmenten van de niet-woningmarkt sprake is van uitval van de vraag, als gevolg van innovaties in de bedrijfsvoering van de bedrijven die voorheen van dit soort objecten gebruik maakten. In paragraaf 3 schetsen we het beeld dat wij hebben van de kwaliteit van de WOZuitvoering door gemeenten. We signaleren dat gemiddeld genomen de kwaliteit van de uitvoering toeneemt, maar dat in een aantal gemeenten de kwaliteit ook nog terugvalt. In paragraaf 4 benoemen wij kort de uitdagingen die wij voor onszelf in de komende jaren zien weggelegd. Deze uitdaging en de wijze waarop wij deze de komende jaren tegemoet treden, zijn uitgewerkt in onze toezichtstrategie voor de periode 2015-2020. In paragraaf 5 geven wij kort aan dat wij in 2015 langs een drietal lijnen een antwoord op de uitdagingen willen geven. Allereerst willen wij via transparant toezicht helder maken waar kwaliteitsgebreken zich voordoen en waar volgens ons de prioriteiten moeten worden gelegd. Daarnaast willen wij bevorderen dat gemeenten hun verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Wet WOZ goed kunnen waarmaken. Wij creëren de randvoorwaarden samen met een groot aantal partijen. Tot slot willen wij bestuurders van gemeenten aansporen om ervoor te zorgen dat het vertrouwen van burgers in de WOZ-uitvoering toeneemt. Het stimuleren van burgerparticipatie via mogelijkheden voor burgers om langs laagdrempelige voorzieningen signalen af te geven over (on)juistheden in taxaties of de onderliggende gegevens, biedt kansen. Wij werken graag aan de randvoorwaarden waarbinnen de WOZ optimaal kan worden uitgevoerd (sturen aan de voorkant). Wij constateren ook dat toezicht voorlopig nodig blijft (controle). Sterker, we zien dat de belangen die samenhangen met ons oordeel, toenemen. Dit maakt ook dat ons toezicht en ons oordeel niet onweersproken blijft. Het karakter van ons toezicht gaat daarmee vaker in de richting van interveniërend toezicht. Onderzoek van de Nationale Ombudsman en enkele andere gebeurtenissen bij andere toezichthouders maken duidelijk dat de maatschappij ook van ons verwacht dat wij een voortvarende en handelend optredende toezichthouder zijn.
3
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
In de paragrafen 6 en 7 werken we uit wat we in het kader van ons toezicht en onze speerpunten gaan doen. Voor 2015 liggen onze speerpunten op het gebied van de kwaliteit van objectkenmerken, de waardering van niet-woningen, het vertrouwen in de WOZ en op het gebied van de basisregistratie WOZ en de e-overheid. In paragraaf 8 gaan we in op de wijze waarop wij met onze omgeving communiceren. Belangrijke ontwikkelingen daarin zijn het toenemend gebruik van digitale kanalen voor onze communicatie met gemeenten, een toenemend gebruik van de sociale media en de voorlichtingssessies die wij voor gemeenten organiseren. Paragraaf 9 gaat in op de aspecten van onze bedrijfsvoering. Voor 2015 gaan we uit van een omvang van de formatie van 19,1 fte. We signaleren in deze paragraaf wel dat er meer van het toezicht wordt gevraagd, maar dat wij dit invullen tot de grenzen die de huidige formatie toelaat. In paragraaf 10 koppelen we de belangrijkste activiteiten in dit werkplan aan onze doelstellingen voor de lange termijn die wij in onze Toezichtstrategie voor de periode 2015-2020 hebben geformuleerd. Tot slot gaat paragraaf 11 in op de belangrijkste risico’s die wij in relatie tot dit werkplan signaleren. Wij geven daarbij aan wat de mogelijke effecten zijn, indien de risico’s optreden en welke maatregelen wij kunnen treffen om de risico’s te beheersen.
4
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
2.
20 NOVEMBER 2014
De marktomstandigheden voor het waarderen door gemeenten en ons toezicht daarop De markt voor onroerende zaken laat hier en daar voorzichtig herstel zien, maar in belangrijke marktsegmenten is nog steeds sprake van een beperkte vraag en daardoor minder transacties en ook dalende prijzen. Met name bij een aantal categorieën nietwoningen, maar ook bij woningen in krimpgebieden, is de vraaguitval structureel. Bij de waardering zal daarom voor sommige objecten ook herbestemming of sloop als uitgangspunt voor de taxatie genomen moeten worden.
Wat is het beeld: - Markt is tussen 2013 en 2014 28% gedaald (woningen) - Gedifferentieerde markt met in sommige sectoren enig herstel, maar elders blijvende vraaguitval en daardoor weinig transacties, - Voor kantoren en ander commercieel vastgoed is de leegstand zorgelijk en is het onderscheid tussen kansarm, kanshebbend kansrijk van belang. - De voorkeuren in de markt zijn sterk afhankelijk van de kenmerken van objecten, juiste registratie daarvan is nodig
De WOZ-waarde is de marktwaarde van een onroerende zaak op de waardepeildatum. Gemeenten maken in de eerste acht weken van 2015 de WOZ-waarden naar de waardepeildatum 1 januari 2014 bekend. Voor de ontwikkeling van de in 2015 te beschikken WOZ-waarde is de dus vooral de waardeontwikkeling in 2013 van belang. In dat jaar was gemiddeld genomen sprake van een daling van de markt voor woningen met 2,8 %. In 2014 berichtten de media dat de woningmarkt niet langer verder daalt en dat zelfs hier en daar sprake is van een licht herstel. Deze ontwikkeling deed zich zeker niet in alle segmenten van de markt in gelijke mate voor. Om die reden zal de WOZ-waarde die begin 2015 bekend wordt gemaakt gemiddeld naar verwachting 1 à 2 procent lager zijn dan de actuele marktwaarde die de belanghebbende begin 2015 aan zijn woning toekent, maar voor andere woningen kan de WOZ-waarde door de marktontwikkeling nog steeds hoger zijn dan de actuele marktwaarde. In bepaalde marktsegmenten, of in bepaalde gebieden (zoals de gebieden in noordoost Groningen die door aardbevingen worden getroffen) zijn er nog altijd minder onroerendgoedtransacties dan voor een overtuigende onderbouwing wenselijk is. Die overtuigende onderbouwing wordt in het huidige taxatieverslag immers primair gevonden in gerealiseerde transacties bij qua objectkenmerken vergelijkbare objecten. Om die reden zullen de taxateurs van gemeenten in toenemende mate ook aanvullende toelichtingen moeten kunnen geven, bijvoorbeeld gebaseerd op de onderlinge verschillen tussen diverse getaxeerde woningen. Bij niet-woningen is nog steeds sprake van een toenemende leegstand. Ook bij nietwoningen zijn er grote onderlinge verschillen in marktwaardeontwikkeling. Zo is in deze markt steeds meer sprake van een indeling in kansarme, kanshebbende en kansrijke locaties. Dit wordt enerzijds veroorzaakt doordat de maatschappelijke behoefte aan kantoor- en winkelruimte structureel afneemt als gevolg van andere bedrijfsvoeringsconcepten, onder andere mogelijke gemaakt door internet. De totale behoefte aan met name kantoor- en winkelruimte daalt. Aan de andere kant hebben
5
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
beleggers nog steeds behoefte aan vastgoed als beleggingsobject, waardoor juist de kansrijke panden op kansrijke locaties in waarde stijgen. Anderzijds zien we dat er andere belangen bij de hoogte van de WOZ-waarde in het spel komen. In 2014 is sprake geweest van een duidelijk stijgend aantal bezwaren tegen een te lage WOZ-waarde. Dit als gevolg van het feit dat de WOZ-waarde steeds vaker bij financieringsvraagstukken een rol speelt. Wij verwachten dat deze ontwikkeling in 2015 doorzet. Daarnaast gaat de WOZ-waarde een grotere rol spelen in het woningwaarderingsstelsel voor de huur van woningen. Huurders krijgen daarom vaker om die reden een belang bij de WOZ-waarde van het huis dat zij huren. Dit belang is dan tegengesteld aan het belang van de verhuurder. Naast de vraag of en zo ja hoe huurders WOZ-beschikkingen moeten gaan ontvangen, brengt het tegengestelde belang met name voor de praktijk van de bezwaarbehandeling bijzondere uitdagingen met zich mee. 3.
Het kwaliteitsbeeld van gemeenten Sinds de invoering van de Wet WOZ is er sprake geweest van een continue verbetering van de kwaliteit van de uitvoering daarvan door gemeenten. Dit kwam tot uitdrukking in een telkens dalend percentage bezwaarschriften en een toenemend percentage gemeenten dat onze kwaliteitsbeoordeling "voldoende" of "goed" kreeg. Tegelijkertijd zijn de WOZkosten gedaald van circa € 190 miljoen in 1997 tot circa € 155 miljoen in 2013. Het percentage bezwaarschriften is in 2014 ten opzichte van 2013 sterk gedaald. Velen zien in het bezwarenpercentage een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit. Wij zijn altijd van mening dat alleen het percentage bezwaarschriften geen goede indicator is voor de kwaliteit van de WOZ uitvoering. Ook nu het percentage bezwaarschriften historische laag is, blijven wij van mening dat er ook andere factoren zijn dan de inhoudelijke kwaliteit van WOZ-taxaties, die invloed hebben op het percentage bezwaarschriften. Wij meten weliswaar gemiddeld genomen een toename in de kwaliteit van de WOZuitvoering door gemeenten, maar niet in die mate dat deze de relatief grote daling van het percentage bezwaren verklaart. Wij hanteren ons Algemeen Oordeel over de WOZ-uitvoering als graadmeter voor de Wat is het beeld: - Bezwarenpercentage in 2014 sterk gedaald. kwaliteit. Op basis van onze eigen - Percentage gemeenten met oordeel oordeelsvorming constateren wij dat de “voldoende” of “goed” stijgt. kwaliteit bij een aantal gemeenten achteruit - Vertrouwen van burgers in de WOZ stijgt gaat. Bij weer andere gemeenten zien we dat de kwaliteit vooruit gaat. Wij zien dat het percentage gemeenten dat ons oordeel "voldoende" of "goed" heeft gekregen na een aanvankelijke daling tot 79%, de afgelopen jaren weer is toegenomen tot 89% (peilmoment halverwege 2014). We zien daarbij wel dat binnen deze groep het percentage gemeenten dat het oordeel "goed" heeft, afneemt. De omvang van de groep gemeenten met het oordeel "voldoende" of "goed" zegt niet alles. Wij zien dat het percentage gemeenten dat terugvalt in oordeel nog altijd hoger is 6
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
dan wij wenselijk vinden (> 6%). Dit vinden wij zorgelijk. Daartegenover staan gelukkig ook de nodige gemeenten waarbij het oordeel verbetert. Wij vinden dat minimaal 95% van de gemeenten het oordeel "voldoende" of "goed" zou moeten hebben. Wij verwachten dat het nog enige jaren vergt voordat dit niveau wordt bereikt. Voor 2015 richten we ons erop dat 93% van de gemeenten dit oordeel heeft, terwijl het percentage gemeenten dat in oordeel terugvalt lager moet liggen dan 6%. Gemeenten moeten gezien de marktontwikkelingen meer inspanning verrichten om tot kwalitatief goede WOZ-taxaties te komen. In deze tijden van bezuinigingen knelt dat eens te meer. Maar daar staat tegenover dat er ook diverse initiatieven zijn waaruit blijkt dat er bij de WOZ-uitvoering mogelijkheden zijn om meer te doen met minder geld. Het betrekken van burgers via laagdrempelige voorzieningen bij het signaleren van veranderingen of onjuistheden is daarbij van belang. Wij stimuleren het ontwikkelen en implementeren van dit soort initiatieven. Concrete voorbeelden hiervan zijn de "doorbraak in dienstverlening" initiatieven waarbij de belanghebbende zelf een belangrijke rol krijgt in het controleren van gegevens en de afstemming van werkzaamheden voor de bijhouding van gemeentelijke (basis)registraties op terrein van vastgoed (BAG, BGT, objectkenmerken WOZ, beheer openbare ruimte, etc.). Het blijkt dat dergelijke initiatieven ook een positieve invloed hebben op het vertrouwen van burgers, waardoor gemeenten, bijvoorbeeld via politieke kanalen, ook gevraagd wordt vooral met dit soort initiatieven mee te doen. 4.
De uitdaging WOZ-beschikkingen en de onderliggende gegevens zijn een belangrijke schakel in de presentatie van de overheidsinformatie uit verschillende basisregistraties aan inwoners en bedrijven. Wij vinden dat alle belanghebbenden deze gegevens moeten kunnen inzien en dat aan hen ook een correctiemogelijkheid moet worden geboden. Wij willen vanuit een onafhankelijke positie, als kleine hoogwaardige organisatie, onze kennis en expertise over de WOZ-waardebepaling (in brede zin) gebruiken om, zoveel mogelijk in samenwerking met andere betrokken partijen, het vertrouwen in de WOZuitvoering te bevorderen. Om dat te realiseren voeren wij proportioneel toezicht uit en werken wij in de periode 2015-2020 aan een WOZ-proces waarin sprake is van: vakbekwame medewerkers, deugdelijke taxatiemodellen en gevalideerde objectkenmerken. Dit zijn in onze optiek de belangrijkste voorwaarden voor betrouwbare WOZ-taxaties.
5.
Ons antwoord op de uitdaging Gemeenten zijn, als verantwoordelijken voor de uitvoering van de Wet WOZ natuurlijk de eerst aangewezenen om de uitdagingen het hoofd te bieden. Maar wij zien voor onszelf als toezichthouder ook een duidelijke rol. Die rol willen wij langs een drietal lijnen invullen. Deze drie lijnen lopen langs de dimensies van ons toezicht, onze bijdragen aan het creëren van randvoorwaarden en langs de dimensie van het creëren van bewustwording.
7
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
Toezicht Toezichthouden is onze primaire taak. Daarmee maken wij voor gemeenten en voor belanghebbenden inzichtelijk waar de uitvoering van de Wet WOZ onder de gegeven actuele omstandigheden toereikend is en waar verbetering noodzakelijk is. Ons toezicht levert daarmee signalen op waarmee zowel op gemeentelijk als op landelijk niveau prioriteiten kunnen worden gesteld. Daarbij wordt van ons verwacht dat wij niet alleen signaleren, maar ook voortvarend interveniëren als de omstandigheden daarom vragen. Berichten in de media, uitspraken van de staatssecretaris, onderzoeken van de Nationale Ombudsman en gebeurtenissen bij andere toezichthouders duiden hierop. Onze uitgangspunten en aannames met betrekking tot het toezicht zijn beschreven in het document " Toezichtstrategie Waarderingskamer 2015-2020". Daarin is beschreven dat de kwaliteit, de continuïteit en de efficiency van de WOZ-uitvoering centraal staat in ons toezicht. Daarom zullen wij bij ons toezicht in 2015 wederom zeer nadrukkelijk in op het speerpunt dat tot doel heeft de kwaliteit van de objectkenmerken (en daarmee de kwaliteit van de WOZ-taxaties) bij gemeenten te verbeteren. Binnen deze categorie vragen door de differentiatie in zowel de woningmarkt als de markt voor commercieel vastgoed met name de secundaire objectkenmerken, die van nature minder makkelijk objectiveerbaar zijn, extra aandacht. Natuurlijk krijgt het segment woningen de aandacht die het verdient. Wij willen in 2015 echter meer aandacht geven aan de waardering van commercieel vastgoed (zoals kantoren en winkels) vanwege de veranderende maatschappelijke behoefte aan dit soort complexen. Wat wij van gemeenten verlangen leggen we vast in de nieuwe Waarderingsinstructie die in 2015 geheel herzien zal verschijnen en waarin de interne beheersing van het WOZproces centraal staat. Wij zullen hieraan in communicatief opzicht ook de nodige aandacht schenken, zodat iedereen die ermee werkt zich de nieuwe Waarderingsinstructie snel eigen maakt. Meer en meer hangt de uitvoering van de Wet WOZ bij gemeenten samen met andere processen. Uit de evaluatie van de Wet BAG is naar voren gekomen dat synergie kan worden bereikt als er ook in het toezicht op de BAG en op de WOZ naar wordt gestreefd om van elkaars kennis en kunde gebruik te maken. In 2015 zullen we samen met de verantwoordelijken voor het toezicht op de BAG de mogelijkheden verkennen om bij het toezicht samen te werken, bijvoorbeeld bij het laten afleggen van verantwoording, het uitvoeren van inspecties of het inwinnen van informatie. Creëren van randvoorwaarden Hoewel gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Wet WOZ betekent dit niet dat zij er alleen voor staan. Wij zien voor onszelf een taak weggelegd om er samen met verantwoordelijke partijen ervoor te zorgen dat er in Nederland een werkbaar systeem voor de WOZ-uitvoering bestaat, waarbinnen gemeenten hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Dat werkbare systeem omvat bijvoorbeeld uniforme methoden en technieken zoals landelijke gegevensstructuren en uitwisselingsformaten, uniforme coderingstabellen, landelijke taxatiewijzers (met TIOX 8
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
als geautomatiseerde invulling daarvan). Daartoe horen ook systemen voor de modelmatige waardebepaling die moeten voldoen aan de eisen die wij in de Waarderingsinstructie vastleggen. In 2015 gaan we na hoe wij het voldoen aan die eisen kunnen monitoren en bevorderen. Daarnaast hoort bij het creëren van randvoorwaarden duidelijkheid over de rol van de WOZ binnen de e-overheid en het stelsel van Basisregistraties (met onder andere de Landelijke Voorziening WOZ als technische invulling daarvan). In 2015 leggen wij evenals voorgaande jaren het accent op de implementatie van het stelsel van Basisregistraties en de e-overheid in het WOZ domein. De LV WOZ, die hiervan een concrete invulling is, is in 2014 opgeleverd en de eerste gemeenten zijn erop aangesloten. In 2015 sluiten wij samen met onze partners de overige gemeenten op de Landelijke voorziening WOZ aan en zullen de gegevens beschikbaar komen voor de afnemers. Onder het creëren van randvoorwaarden hoort ook het scheppen van duidelijkheid daar waar problemen worden ervaren. Via thema-onderzoeken willen we een objectief beeld krijgen van de effecten van (grote) samenwerkingsverbanden op de kwaliteit van de WOZ-uitvoering, op de communicatie met en het vertrouwen van belanghebbenden en op de effectiviteit van interne beheersingsmaatregelen en extern toezicht. Creëren van bewustwording Wij constateren dat de invoering van modelmatige waardebepaling te vaak heeft geleid tot de opvatting dat "men niet meer naar buiten hoeft". Het model zorgt immers voor de taxatiewaarden. Modellen rekenen echter op basis van de onderliggende gegevens van de objecten. De kwaliteit daarvan is bij een aantal gemeenten niet toereikend. Er moet door die gemeenten worden geïnvesteerd om het gegevensbestand kwalitatief op orde te brengen en te houden. Opname ter plaatse is daarbij een belangrijk instrument, maar de beschikbaarheid van actuele luchtfoto's, streetview beelden en kaarten en GIS-systemen gecombineerd met bijvoorbeeld automatische mutatiesignalering kunnen de opnames ter plaatse ondersteunen en efficiënter maken. Met enige regelmaat zien we dat gemeenten WOZ-werkzaamheden uitbesteden tegen een zeer laag bedrag en dan veronderstellen dat daarvoor een realistische herwaardering en alle bijkomende werkzaamheden door de dienstverlener worden uitgevoerd. Bij ons toezicht blijkt dan vaak dat de gemeente zich onvoldoende realiseert dat voor dergelijke bedragen een grondige herwaardering onmogelijk is, tenzij de gemeente nog veel werk zelf verricht bijvoorbeeld met betrekking tot het waarborgen van correcte objectkenmerken. Daarnaast zijn er de komende jaren investeringen nodig om de WOZuitvoering meer dienstverlenend van karakter te maken en om het in te passen in de eoverheid en het Stelsel van Basisregistraties. Dit alles betekent dat er ook in de komende jaren geld nodig is voor investeringen in vernieuwing, verslimming en het laagdrempelig voor burgers toegankelijk maken van de WOZ-uitvoering, juist om de uitvoeringskosten op termijn te beheersen. We willen de kwaliteit verbeteren en de kosten van bezwaar en beroep, die verhoudingsgewijs een groot deel uitmaken van de totale WOZ-kosten terugdringen. De dienstverlening aan burgers rond de WOZ moet anders, minder juridisch, worden ingericht, in de geest van de kabinetsvisies zoals die zijn neergelegd in Digitaal 2017 en Dienstbaar en transparant. Dit vereist andere/nieuwe voorzieningen en 9
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
andere vaardigheden bij mensen. Dit alles betekent dat ruimte voor investering en vernieuwing moet blijven bestaan. Wij zien voor onszelf een taak weggelegd om bij te dragen aan het creëren van de bewustwording hiervoor.
10
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
6.
20 NOVEMBER 2014
Ons toezicht bij gemeenten en hun samenwerkingsverbanden Het vertrouwen van burgers in de WOZ-uitvoering stoelt op de kwaliteit van het werk dat de gemeenten uitvoeren, het inzicht dat een burger in het tot stand komen van zijn WOZwaarde heeft en de mate waarin hij bereid is dat als toereikend te accepteren. Is één van deze aspecten niet op orde, dan schaadt dit het vertrouwen in de WOZ. Wij denken dat het toezicht op de uitvoering van de Wet WOZ voor het maatschappelijk vertrouwen in de WOZ belangrijk blijft. Immers, door het toezicht wordt de kwaliteit bevorderd. Via het toezicht wordt de kwaliteit van de WOZ-uitvoering onafhankelijk beoordeeld en het oordeel daarover wordt voor belanghebbenden kenbaar gemaakt. Via het toezicht worden kwaliteitsgebreken gesignaleerd, die anders wellicht niet zouden zijn onderkend. Kennisoverdracht tussen de Waarderingskamer en gemeenten speelt een grote rol bij het op niveau houden van de kwaliteit van de WOZuitvoering en past in het uitgangspunt van de Waarderingskamer om op proactieve wijze toezicht te houden. We zien ook dat een eenmaal behaald kwaliteitsniveau bij gemeenten afhankelijk is van personen. Bij gemeenten die door ons voorheen als "goed" werden beoordeeld, ontstaan door veranderingen in de organisatie soms ineens tekortkomingen. In de periode 2015-2020 zullen wij ons daarom in toenemende mate op de continuïteit van de WOZ-uitvoering gaan richten. Voor een goede waardering is van belang dat de WOZ-administratie een goede weerspiegeling is van de werkelijkheid. Daarom geldt voor ons als uitgangspunt "Wat op straat staat, staat ook zo in de WOZ-administratie".
Wat gaan we doen: - Uitbrengen nieuwe waarderingsinstructie - 2 voortgangsinventarisaties met individuele beoordeling van alle gemeenten (april en oktober) - 150 reguliere inspecties - 12 onderzoeken interne beheersing - 393beoordelingen instemming met het nemen van beschikkingen - 100 onderzoeken beoordeling kwaliteit taxaties voorafgaand aan verzenden beschikkingen - 10 onderzoeken beoordeling kwaliteit taxaties na afloop herwaardering - 30 onderzoeken bestandsoptimalisatie - onderhouden algemene oordeel 403 gemeenten - 15bestuurlijke gesprekken - 20 juistheidsonderzoeken - 25 diepgaande (bestandgeoriënteerde) onderzoeken - 2 thematische onderzoeken - 1 benchmark onderzoek kwaliteit en kosten WOZ uitvoering door gemeenten - Streefpercentage gemeenten met oordeel “voldoende” of “goed” is 93% (actueel 89%) - Streefpercentage gemeenten dat terugvalt in algemeen oordeel < 6% - Toepassen nieuwe criteria voor bezwaarbehandeling - Zo nodig niet instemmen met het nemen van beschikkingen ronde 2015 - Publiceren van de bevindingen van ons toezicht bij gemeenten op onze site - Stimuleren gebruik TIOX - Bijdragen aan beheer taxatiewijzers
Beoogd kwaliteitsniveau Wij streven er naar dat tenminste 93% van de gemeenten ons oordeel "goed" of "voldoende" heeft. Halverwege 2014 is dit bij 89% van de gemeenten het geval. Gemeenten die het beoogde oordeel niet hebben, worden door ons intensief gevolgd. Gemeenten waar wij niet kunnen instemmen met het nemen van de beschikkingen 11
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
krijgen, ongeacht de overige aspecten van de WOZ-uitvoering altijd het laagste oordeel "moet dringend worden verbeterd". Daarnaast willen we dat een eenmaal bereikte verbetering van de kwaliteit bij een gemeente wordt vastgehouden. Als streefdoel hanteren we daarvoor dat eind 2015 maximaal 6% van de gemeenten een lager oordeel heeft dan het jaar daarvoor. Om deze doelstelling te bereiken, zetten wij bewust (combinaties van) toezichtinstrumenten in. Onze toezichtinstrumenten zijn beschreven in de toezichtstrategie. Aanpak In 2015 zetten wij bij ons toezicht de volgende ontwikkelingen verder door: - Wij controleren en stimuleren de interne beheersingsmaatregelen bij gemeenten, om de verantwoordelijkheid van de gemeenten voor de kwaliteit van de WOZ-uitvoering goed te borgen. Hiermee geven we invulling aan het feit dat bij verantwoordelijkheid ook het afleggen van verantwoording hoort. - Naast de inzet van proces/procesbeheersingsgerichte toezichtinstrumenten zetten wij ook gegevensgerichte toezichtinstrumenten in omdat we denken dat we door de inzet van deze combinatie van toezichtinstrumenten eventuele tekortkomingen het best kunnen signaleren - Bij gemeenten waar de uitvoering van de Wet WOZ al meerdere jaren achtereen voldoet aan de gestelde criteria is ons toezicht minder intensief. Bij deze gemeenten zullen wij onze bemoeienis voorafgaand aan het verzenden van nieuwe WOZbeschikkingen tot een minimum beperken. Bij een aantal van deze gemeenten gaan wij in de loop van het jaar wel na of dat vertrouwen terecht was. - Een risicogerichte benadering blijft het uitgangspunt. Daarnaast worden gemeenten ook op toevalbasis voor onderzoeken geselecteerd. Daarmee wordt de trefkans van het toezicht vergroot bij gemeenten die anders wegens het ontbreken van relevante signalen lang buiten beeld zouden blijven. - Wij blijven waar mogelijk streven naar "horizontalisering" van ons toezicht. De toenemende transparantie als gevolg van de openbaarheid van WOZ-waarden van woningen draagt samen met de toenemende balans van de verschillende belangen naar verwachting ook bij aan horizontalisering. - Op het terrein van niet-woningen gaan we door met de intensivering van ons toezicht. De kwaliteitseisen die wij stellen voor deze categorie WOZ-objecten zullen we daarom het komende jaar aanscherpen. Bezwaarbehandeling We gaan wederom de nodige aandacht besteden aan de bezwaarbehandeling bij gemeenten. Daarbij gaat het niet alleen om het percentage bezwaarschriften, maar ook om de vraag op welke wijze informele contacten worden ingezet om bezwaren te voorkomen of af te handelen en om de mate waarin de gemeente het bezwaarproces onder controle heeft. De doorlooptijd van de bezwaarbehandeling uit het oogpunt van een nette voortvarende behandeling van bezwaarmakers en zeker het voldoen aan onze normen op dit punt, zijn daarbij onderwerpen van ons toezicht.
12
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
Instemmen met nemen van WOZ-beschikkingen Bij alle gemeenten beantwoorden we de vraag of wij kunnen instemmen met het nemen van de beschikkingen. Bij een aantal gemeenten is in 2014 aangekondigd dat wij deze instemming alleen kunnen geven indien zij verbeteringen in hun WOZ-uitvoering aanbrengen. Indien dit bij een gemeente niet of in onvoldoende mate het geval blijkt, onthouden wij deze gemeente onze instemming met het nemen van beschikkingen. Indien dit dreigt, informeren we het college van burgemeester en wethouders van deze gemeenten daar vroegtijdig over. Uit een onderzoek onder belanghebbenden is gebleken dat een adequaat systeem van toezicht een belangrijke bijdrage kan leveren aan het maatschappelijk vertrouwen in de WOZ-uitvoering. Om deze reden maken wij onze toezichtinformatie toegankelijk voor burgers. In de loop van 2015 zal dit onderdeel zijn van een nieuw, vooral op burgers gericht portaal op internet. Samenwerkingsverbanden Wij verwachten dat het aantal gemeenten dat de WOZ-uitvoering onderbrengt in een samenwerkingsverband, blijft toenemen. We zien ook dat gemeenten inmiddels wisselen van samenwerkingsverband. Daarnaast neemt de schaalgrootte van samenwerkingsverbanden toe. Wij hanteren als uitgangspunt dat, ongeacht de samenwerkingsvorm, het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk blijft voor de uitvoering van WOZ. Via de VNG en het ministerie van BZK volgen we echter wel wat de ontwikkeling van gemeentelijke samenwerkingsverbanden betekent voor de aanspreekbaarheid van bestuurders en voor de democratische controlemogelijkheid van de Raad. Gemeentelijke samenwerkingsverbanden ontstaan immers op vele beleidsgebieden van de gemeentelijke overheid. Bij samenwerkingsverbanden kijken wij bij onze gegevensinwinning en onze oordeelsvorming naar individuele gemeenten als dat nodig is. Dit betekent dat samenwerkingsverbanden ook gegevens per deelnemende gemeente aan ons moeten kunnen aanleveren. Het betekent ook dat deelnemende gemeenten een eigen oordeel krijgen, dat kan afwijken van het oordeel van een andere gemeente binnen hetzelfde samenwerkingsverband. Dit afwijkende oordeel wordt ook zichtbaar op ons burgerportaal. Regieambtenaren in de deelnemende gemeenten kunnen via het gemeenteportaal inzage hebben in onze volledige operationele toezichtcommunicatie met het samenwerkingsverband. Hiermee verschaffen wij bestuur en burgers een beter inzicht in de WOZ-uitvoering van de eigen gemeente. Dit bevordert de transparantie. Wij informeren de colleges van gemeenten binnen een samenwerkingsverband tenminste jaarlijks over ons algemeen oordeel over de kwaliteit van de WOZ-uitvoering voor hun eigen gemeente. Het informeren van ambtenaren en bestuur van gemeenten die deelnemen aan een samenwerkingsverband wordt ook in toenemende mate van belang omdat gemeenten in dienstniveau-overeenkomsten met samenwerkingsverbanden in toenemende mate ook afspraken vastleggen over het te behalen algemeen oordeel van de Waarderingskamer.
13
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
Aanpak gemeenten met onvoldoende kwaliteit Gemeenten die ons oordeel "moet op onderdelen verbeterd worden" of "moet dringend verbeterd worden" hebben, verdienen onze bijzondere aandacht. We doen dat met een mix van meer frequente inspecties, het opvragen van verbeterplannen en het voeren van normoverdragende gesprekken op bestuurlijk niveau. Onderzoek toezichtdruk Wij zijn ons ervan bewust dat de wijze waarop wij toezicht houden ook van gemeenten inspanning vergt om de noodzakelijke gegevens aan ons op te leveren. In 2015 zullen wij onder gemeenten en andere stakeholders evalueren hoe ons toezicht en de toezichtdruk die dat met zich meebrengt, worden ervaren.
14
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
7.
20 NOVEMBER 2014
Wat zijn onze speerpunten? 7.1.
Speerpunt: Verbetering kwaliteit van objectkenmerken Belang objectkenmerken Juiste objectkenmerken zijn essentieel voor kwalitatief goede WOZ-taxaties. Onder de term "objectkenmerken" verstaan wij zowel de primaire kenmerken (bijvoorbeeld type, bouwjaar, grootte) als de secundaire kenmerken (kwaliteit, onderhoud, ligging en doelmatigheid). Het zijn dit soort kenmerken die het mogelijk maken objecten onderling met elkaar te vergelijken, de verschillen zichtbaar te maken en daardoor de WOZ-waarde van een object af te leiden uit de transacties van andere verkochte of verhuurde objecten. In de huidige markt, waar de koper enerzijds keuze heeft, maar anderzijds door de noodzaak van financierbaarheid ook beperkt wordt in zijn keuze, zijn deze kenmerken zeer bepalend voor de prijsvorming. Een woning waarvan de onderhoudstoestand minder goed is, staat in het algemeen langer te koop en wordt uiteindelijk mogelijk tegen een aanzienlijk lager bedrag dan de vraagprijs (en/of de geldende WOZ-waarde) verkocht, omdat de kosten voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud vaak niet meegefinancierd kunnen worden. Dit effect werkt door in de waarde van vergelijkbare woningen. Fouten in de geregistreerde kenmerken in de WOZ-administratie leiden al snel tot een minder betrouwbare WOZ-waarde. Daarnaast doet het afbreuk aan het vertrouwen van de belanghebbende in de WOZ-waarde indien hij constateert dat de gegevens waarop de gemeente zich baseert, niet correct zijn. Dit blijkt ook het geval indien de fout geen invloed op de waarde heeft. Actueel houden vergt aandacht Uit de ervaringen bij het bredere gebruik van de WOZ gegevens en uit onze ervaringen bij het toezicht op de WOZ-taxaties blijkt dat voor de kwaliteit van deze objectkenmerken meer Wat gaan we doen: aandacht van gemeenten nodig is. - Stimuleren eigen kwaliteitszorg en interne Dit geldt zowel voor de primaire als beheersingsmaatregelen bij gemeenten en samenwerkingsverbanden; voor de secundaire Beoordelen bij inspecties, vragenlijsten en objectkenmerken. Jaarlijks is er bij onderzoeken interne beheersing een significant aantal onroerende - Beoordelen bij onderzoeken kwaliteit zaken sprake van een verandering, taxaties voor instemmen met beschikken bijvoorbeeld als gevolg van - Niet instemmen met beschikken bij onvoldoende kwaliteit verbouwingen. Voor steeds minder - Stimuleren gebruik beoordelingsprotocol veranderingen geldt de verplichting objectkenmerken om die via een aanvraag voor een - Kennis overdragen aan gemeenten bouwvergunning (omgevingsvergunning) te melden bij de gemeente. Het actueel houden van de objectkenmerken vergt hierdoor meer aandacht. Er moet worden geïnvesteerd in ontwikkelingen die het actueel houden vereenvoudigen. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld geïntegreerde en geautomatiseerde mutatiesignalering voor BAG, BGT, WOZ en mogelijk andere
15
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
registraties, en systemen waarbij de belanghebbenden meer invloed op onder andere de gegevenskwaliteit krijgt. Wat doen wij Wij hebben voor gemeenten het Beoordelingsprotocol objectkenmerken beschikbaar. Zij zijn hiermee in staat zelf de kwaliteit van de objectkenmerken in de WOZ-administratie systematisch te beoordelen en dit een onderdeel te laten zijn van een adequaat systeem voor interne beheersing. Wij spreken gemeenten aan op het toepassen van dit protocol of het uitvoeren van een vergelijkbaar eigen onderzoek. In elke inspectie vergelijken we daarnaast van een aantal (te koop staande) objecten de geregistreerde objectkenmerken met de overeenkomstige gegevens in de BAG en de gegevens zoals deze op de makelaarssite Funda en/of door de gegevensverzameling iWOZ worden getoond. Deze wijze van werken maakt gemeenten er sterker van bewust dat objectkenmerken correct en actueel moeten zijn. 7.2.
Speerpunt: Niet-woningtaxaties Niet-woningtaxaties staan maatschappelijk in toenemende mate in de belangstelling. Daarbij gaan het niet alleen om WOZ-taxaties, maar ook om de taxaties die ten grondslag liggen aan de vermogenspositie van ondernemingen. Niet voor niets zoeken de DNB en de AFM naar mogelijkheden om meer zekerheid te verkrijgen over de kwaliteit van dit type taxaties. Wij nemen deel aan de ronde-tafel-verkenningen die dit beogen. WOZ-inhoudelijk bestaat het beeld Wat gaan we doen: dat er gemiddeld genomen sprake is - Meer aandacht vragen voor de waardering van kantoren, winkels en agrarische van een dalende markt. Het objecten gemiddelde is in deze nietBlijven stimuleren van het gebruik van woningmarkt echter niet langer TIOX door gemeenten maatgevend. Wij constateren dat er - Nadruk op toetsing kwaliteitswaarborging (gebieden met) goed exploiteerbare bij gemeenten die TIOX niet gebruiken vastgoedobjecten zijn, die daardoor - Uitvoeren van niet-woningonderzoeken ook goed verhandelbaar zijn. Voor dat soort objecten is sprake van een stijgende markt. Daartegenover staan vastgoedobjecten en gebieden (soms binnen dezelfde gemeente) die eigenlijk als kansarm of kansloos moeten worden afgewaardeerd. Daar is dus sprake van een dalende markt. Onze niet-woningonderzoeken bij gemeenten zijn erop gericht of gemeenten voor dit soort objecten deze ontwikkeling in voldoende mate in de waarde tot uitdrukking brengen. Ook voor niet-woningen zijn daardoor in toenemende mate de zogenoemde secundaire kenmerken van het object van belang. Wij constateren bij onze onderzoeken dat gemeenten op dit punt nog stappen moeten zetten.
16
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
7.3.
20 NOVEMBER 2014
Speerpunt: Het vertrouwen bij burgers en bedrijven Het percentage bezwaarschriften is met 1,6% historisch laag. Het betekent dat meer dan 98% van de beschikkingen wordt geaccepteerd. Dit betekent echter niet dat men ook vertrouwen heeft in de WOZ-waarde. Onderzoeken uit 2014 en eerder naar het vertrouwen dat eigenwoningbezitters in de WOZ hebben, leiden tot de conclusie dat dit vertrouwen weliswaar laag is, maar in 2014 voor het eerst is gestegen (TNS NIPO, 2014). Het door de VNG en de Waarderingskamer onder gemeenten uitgevoerde onderzoek naar de afhandeling van bezwaarschriften (Vertrouwen omhoog, bezwaren omlaag, 2011) leert dat het vertrouwen van belanghebbenden stoelt op drie pijlers: kwaliteit, inzicht en acceptatie. Kwaliteit Voor kwalitatief goede WOZ-waarderingen zijn goede gegevens, die aansluiten bij de markt, van cruciaal belang. Maar uit het onderzoek naar het vertrouwen blijkt ook dat als gegevens niet juist zijn, maar de afwijking niet of maar beperkt van invloed is op de waarde, de onjuistheid het vertrouwen dat de belanghebbende in de waarde heeft ondergraaft. Om deze redenen hebben wij de kwaliteit van de objectkenmerken tot speerpunt benoemd. Inzicht Belanghebbenden moeten ook inzicht hebben in de wijze waarop de WOZ-waarde tot stand komt. Het taxatieverslag is hierin een zeer belangrijk instrument. Wij letten erop of gemeenten kwalitatief goede taxatieverslagen verstrekken en bij alle objecten onderbouwende gegevens Wat gaan we doen: beschikbaar hebben. Verder stimuleren - Aandacht vragen voor beheer wij dat zij op een open, transparante en objectkenmerken informele wijze met belanghebbenden - Aandacht vragen voor bezwaarbehandeling communiceren. In 2015 herhalen wij - Aandacht vragen voor informele contacten - Stimuleren transparante WOZ-uitvoering daarom ons onderzoek onder gemeenten - Volgen initiatieven gemeenten naar de ervaringen met informele - Realiseren openbaarheid WOZ-waarde contacten tussen gemeenten en van woningen belanghebbenden. Wij zullen daarbij wel - Publiceren van onze toezichtresultaten de vraagstelling van ons onderzoek - Herhaling onderzoek toepassing informele contacten kritisch bezien. Openbaarheid Op dit moment kent de Wet WOZ nog beperkingen ten aanzien van de kenbaarheid van de WOZ-waarde van andere objecten. Naar verwachting zal in 2015 de WOZ-waarde van woningen openbaar worden. De hiervoor benodigde wetgeving is inmiddels aanvaard. Wel moet nog een besluit worden genomen over het concrete invoeringsmoment van de openbaarheid. Met deze openbaarheid wordt een invulling gegeven aan de behoefte van veel belanghebbenden om vast te kunnen stellen of hun object in vergelijking met andere objecten van hun keuze goed is gewaardeerd.
17
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
Transparantie Steeds meer gemeenten nemen initiatieven om de transparantie van de WOZ te vergroten. Zij betrekken burgers via laagdrempelige voorzieningen bij het tot stand komen van “hun” WOZ-waarde voordat deze wordt vastgesteld. Wij volgen deze initiatieven met grote interesse en stimuleren deze waar dat kan. Wij houden daarbij ook oog voor de aan de WOZ ten grondslag liggende beginselen, zoals het gelijkheidsbeginsel. Dit betekent dat de gemeentelijke heffingsambtenaar altijd het laatste woord moet hebben bij de vaststelling van de WOZ-waarde. Adequate bezwaarbehandeling De wijze waarop en het tempo waarin bezwaarschriften worden afgehandeld, is van doorslaggevende betekenis voor het vertrouwen van de betrokken belanghebbenden. In 2012 hebben wij de kwaliteitseisen vastgesteld, waaraan de bezwaarafhandeling moet voldoen. Ook in 2015 zullen wij letten op de mate waarin de gemeente bij de afhandeling van de bezwaren voldoet aan de geldende kwaliteitseisen. Toezichtresultaten kenbaar voor burgers en bedrijven Niet alleen de gemeenten, maar ook de toezichthouder moet transparant zijn. Om die reden publiceren wij de resultaten van ons toezicht per gemeente op onze website. In 2014 is de voorbereiding van een nieuwe website gestart. In 2015 zal deze in gebruik worden genomen. 7.4.
Speerpunt: Basisregistraties en e-overheid Werken aan de toekomst In het programma @genda 2015 van de VNG en de daarmee samenhangende interbestuurlijke afspraken, vastgelegd in het programma iNUP is de afgelopen jaren richting gegeven aan de wijze waarop is gewerkt aan de elektronische overheid en de wijze waarop het Stelsel van Basisregistraties tot werking wordt gebracht. 2014 was het laatste jaar voor het bereiken van de doelen uit deze programma’s. De doelstellingen van @genda 2015 zijn zeker niet de laatste stap in de digitalisering van de overheid. Met "Digitale overheid 2017" wordt al aangegeven dat deze ontwikkelingen de komende jaren verder gaan. Verdere ambities zijn uitgewerkt in het SGO3-rapport Dienstbaar en transparant uit 2014. In deze visies wordt een richting geschetst, waarbij burgers inzicht, zeggenschap en verantwoordelijkheid hebben voor de gegevens die de overheid over hen heeft en van een overheid die alle diensten die daarvoor in aanmerking, komen 24 uur per dag online voor burgers en bedrijven beschikbaar stelt. Voor het realiseren van de producten en diensten die bij dergelijke visies horen, is het stelsel van basisregistraties, waaraan de afgelopen jaren volop is gewerkt, van groot belang. De WOZ maakt onderdeel uit van dit stelsel en zal producten en diensten moeten ontwikkelen die passen in genoemde visies.
18
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
Stelsel van basisregistraties In het navolgende schema is het stelsel van basisregistraties in kaart gebracht, zoals dat de wetgever voor ogen staat. Dit stelsel is één van de pijlers onder de toekomstgerichte digitale overheid. Die overheid hecht aan dienstverlening, kwaliteit en doelmatigheid. De overheid moet kunnen borgen, dat de gegevens in de registraties van voldoende kwaliteit zijn. Het stelsel moet zo zijn ingericht, dat alle overheden op doelmatige wijze over de gegevens in de registraties kunnen beschikken voor de uitvoering van wet- en regelgeving en voor de dienstverlening aan de burgers. Een werkend stelsel zorgt voor betere kwaliteit tegen lagere kosten.
Bron: Interactieve stelselplaat http://e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelselthemas/verbindingen/verbindingen-tussen-basisregistraties
Het stelsel heeft betekenis voor de uitvoering van de Wet WOZ, maar ook het omgekeerde geldt: de WOZ is belangrijk voor het stelsel. Voor de aanduiding van de betrokken subjecten (belanghebbenden), voor een aantal gegevens over objecten en voor de adresaanduiding is de WOZ-uitvoering afhankelijk van de gegevens die in de diverse basisregistraties zijn opgenomen. Een kwalitatief goede uitvoering van de Wet WOZ stelt dus hoge eisen aan de gegevens in de basisregistraties en aan het gebruik daarvan binnen de uitvoeringsprocessen van de WOZ. De bekendmaking van de beschikking en het taxatieverslag confronteert de burger jaarlijks met de informatie die in de verschillende basisregistraties is opgeslagen. Het vertrouwen in de overheid en in de uitvoering van de Wet WOZ dwingt daarom tot een registratie met juiste gegevens. 19
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
Het feit dat via de WOZ op basis van die gegevens belasting wordt geheven, zorgt ervoor dat ook de burger belang heeft bij de juistheid van die gegevens. Uit oogpunt van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid mag hij er ook op rekenen dat de overheid met correcte gegevens werkt. Via inhoudelijke bijdragen, toezicht en stimulering van gemeenten dragen wij bij aan de realisatie van de ambities van Digitaal 2017 en Dienstbaar en transparant, daar waar deze het WOZ-domein raken. Voor 2015 betekent dit dat wij in hoofdzaak werken aan een drietal onderwerpen op dit deelgebied. Openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen In 2013 is de wetgeving aanvaard op basis waarvan de WOZ-waarde van woningen openbaar wordt. Het moment waarop dat ingaat, moet bij het schrijven van dit werkplan nog door de minister worden vastgesteld. Het is onze verwachting is dat dit in de loop van 2015 het geval zal zijn. Voor het realiseren van deze openbaarheid is in 2014 gewerkt aan een loket voor openbare WOZwaarden. De feitelijke openstelling van dit loket is afhankelijk van het nog te nemen besluit en van de vulling van de Landelijke Voorziening WOZ (zie hierna). Wij begeleiden het invoeringstraject van dit openbare loket. Landelijke Voorziening WOZ De LV WOZ is in 2013 technisch opgeleverd en in beheer genomen door het Kadaster. De financiering van dit beheer loopt via de begroting van de Waarderingskamer. In 2014 zijn de eerste gemeenten aangesloten en zijn aansluitplanningen opgesteld voor het merendeel van de gemeenten. Het jaar 2015 staat in het teken van het massaal aansluiten van gemeenten op de LV WOZ. In dit kader moeten wij organiseren dat alle aan te sluiten gemeenten met succes een aansluittoets doorlopen en ook feitelijk aangesloten worden. Daarnaast zullen in de loop van 2015 ook de afnemers aansluiten. De Waarderingskamer is belast met het functioneel beheer van de LV WOZ. Wij organiseren daarvoor het benodigde overleg met de diverse partijen. Gebruik van de BAG binnen de WOZ Het gebruik van de BAG binnen de WOZ is verplicht sinds 1 juli 2011. Volgens het iNUP hebben de gemeenten in 2015 het gebruik van de BAG volledig binnen WOZ ingevoerd. Vanuit het project iVersneller BAG-WOZ heeft VNG/KING rond de zomer van 2013 gerapporteerd dat 85% van de gemeenten de koppeling inmiddels gerealiseerd had. Onze recente inventarisaties geven een minder rooskleurig beeld. Een goede koppeling is echter een voorwaarde om aan te kunnen sluiten op de LV WOZ en wordt ook in de aansluittoets getoetst. Op basis daarvan verwachten wij dat eind 2015 nagenoeg alle gemeenten de koppeling tussen de BAG en de WOZ gerealiseerd hebben.
20
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
In 2015 zullen we aandacht besteden aan de inbedding van de koppeling en aandacht vragen voor de werkprocessen waarmee de gegevens en mutaties binnen de BAG voor de WOZ beschikbaar komen. Ook gaan we nadruk leggen op het beschikbaar komen van relevante signalen vanuit de WOZ voor de BAG. Bij het gebruik gaat het natuurlijk ook om het gebruik van BAG gegevens als gebruiksoppervlakte en bouwjaar. Wij hebben in 2011 een informatieblad uitgegeven waarin twaalf onderwerpen worden genoemd die geregeld moeten zijn voordat sprake is van een volwaardig gebruik van de BAG binnen de WOZ. Ook hieraan zullen wij in 2014 de nodige aandacht besteden. MijnOverheid In 2012 hebben wij in samenwerking met Logius de voorziening opgeleverd waarmee burgers via MijnOverheid hun taxatieverslagen kunnen opvragen. Gemeenten moeten aansluiten op MijnOverheid om dit mogelijk te maken. De taxatieverslagen staan immers bij de gemeenten. Op dit moment is ruim helft van de gemeenten aangesloten. In 2015 wordt dit verder opgeschaald, zodat burgers altijd via dit kanaal hun taxatieverslag kunnen vinden. Het stimuleren van het gebruik van MijnOverheid door gemeenten zien wij echter als een taak voor met name VNG en BZK. Wij zullen de initiatieven om gemeenten te stimuleren aan te sluiten op deze voorziening aan hen overlaten. Daarnaast moet in 2015 aan MijnOverheid de functionaliteit worden toegevoegd waarmee burgers via MijnOverheid inzage kunnen krijgen in de status van de afhandeling van hun WOZ-bezwaar en ligt het in het het kader van de visies Digitaal 2017 en Dienstbaar en Transparant in de rede dat gemeenten beschikkingen en aanslagen via de MijnOverheid berichtenbox mogelijk gaan maken. Ook op deze punten vervullen wij geen trekkersrol, maar ondersteunen desgevraagd initiatieven van anderen. Naast de hiervoor genoemde speerpunten werken wij ook in algemene zin mee aan het tot werking brengen van stelsel van basisregistraties. Zo creëert de komst van Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) nieuwe mogelijkheden. Ook voor de WOZ. Binnen gemeenten wordt er bij de WOZ-uitvoering immers steeds meer gewerkt met en op basis van geometrische gegevens. Deze ontwikkeling sluit aan op het streven naar optimalisering van de werkprocessen rond WOZ, BAG, BGT, etc.. Om dit goed met ICT-hulpmiddelen te kunnen ondersteunen, is standaardisatie van vastlegging en uitwisseling van geometrie noodzakelijk. Daarom werken wij samen met andere partijen aan de wijze waarop de geometrie van de WOZobjecten en deelobjecten in samenhang met de geometrie van de objecten in de BAG en de BGT ingewonnen en vastgelegd kunnen worden. Daarmee bereiden wij de stappen voor in de richting van een op geometrie gebaseerde WOZuitvoering. Tot slot nemen ook gemeenten zelf de nodige initiatieven om de elektronische dienstverlening aan hun burgers te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn de pilots waarbij steeds meer gemeenten belanghebbenden de mogelijkheid geven 21
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
voorafgaand aan de beschikkingen gegevens te controleren. Wij vinden dit positieve ontwikkelingen en volgen in 2015 dergelijke initiatieven via onze rol in de Stuurgroep Doorbraak Dienstverlening WOZ.
22
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
8.
20 NOVEMBER 2014
Communicatie van de Waarderingskamer De basis voor onze communicatie is gelegd in het communicatieplan, dat in 2011 door de Waarderingskamer is vastgesteld. Hierin beschrijven wij de samenhang tussen onze doelgroepen en onze communicatiemiddelen met als doel een zichtbare rol in te nemen in het publieke debat rondom de WOZ-beschikkingen. Ook voor 2015 nemen wij dit communicatieplan als uitgangspunt voor ons handelen. Op drie punten zetten wij de ontwikkelingen uit vorige jaren door. Allereerst gaat de communicatie met gemeenten meer via digitale kanalen verlopen. Ten tweede zullen we meer gebruik gaan maken van sociale media. Tot slot blijken wij met voorlichtingssessies in het land invulling te geven aan een sterke behoefte bij gemeenten. Communiceren met gemeenten via digitale kanalen. In 2012 is het project “Procesoptimalisatie en Wat gaan we doen: e-dienstverlening” gestart. Dit project heeft - 4x WOZ journaal tot doel onze toezichtprocessen zo in te - 1x publicatie benchmarkresultaten (juli) richten dat zij optimaal aansluiten op de - Publicatie werkplan, begroting en jaarverslag communicatie over dit toezicht via de website Publicatie Voortgangsrapportage aan van de Waarderingskamer. In 2014 is de Staatssecretaris van Financiën deelproject Gemeenteportaal technisch - Publicatie van de rapporten van onze gerealiseerd. Elke gemeente heeft binnen dit inspecties en onderzoeken digitale portaal een afgeschermde omgeving - Publicatie van ons algemeen oordeel - Bericht aan elke gemeente rond onze waarbinnen met de Waarderingskamer over instemming met het nemen van het toezicht en de resultaten daarvan wordt beschikkingen en ons algemeen oordeel gecommuniceerd. In 2015 wordt voor het - Meewerken aan of organiseren van eerst op grote schaal van dit portaal gebruik congressen, studie- of gebruikersdagen gemaakt. In de loop van 2015 bouwen we de onderhouden van onze publicaties zoals Waarderingsinstructie en vraagbaken papieren stromen in de richting van de - Meewerken aan artikelen en interviews gemeenten langzaam af. Waar nodig vragen - Beantwoorden vragen van wij de gemeenten daarvoor toestemming. burgers en andere belanghebbenden - Contact onderhouden / informeren van brancheorganisaties - Voorlichtingssessies voor gemeenten - Verkennen mogelijkheden van sociale media - Beheren huidige website - Beheren huidige WOZ-Kiosk - Communiceren via Gemeenteportaal - Realiseren Publieksportaal - Uitfaseren oude website en WOZ-Kiosk
Eind 2014 is ook een start gemaakt met het volgende deelproject. Daarmee wordt het publieke deel van de site ingericht, dat naast algemene informatie over de WOZ onder andere ook een deel van de in het gemeenteportaal vastgelegde toezichtresultaten voor het publiek toegankelijk maakt. Dit deelproject zal naar verwachting in de eerste helft van 2015 worden opgeleverd. Daarna volgen nog enkele besloten onderdelen voor bijvoorbeeld professionele doelgroepen en voor de Waarderingskamer zelf.
23
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
Meer gebruik maken van sociale media We volgen de berichtgeving op Twitter over de WOZ en we hebben een eigen Twitteraccount. In 2014 zijn we actiever gebruik gaan maken van de mogelijkheden die sociale media ons kunnen bieden. In de periode van de herwaardering hebben we de online berichtgeving intensief gemonitord en daarop waar passend gereageerd. In de herwaarderingsperiode van 2015 zullen we dat wederom doen. Voorlichtingssessies voor gemeenten In eerdere jaren hebben wij goede ervaringen opgedaan met laagdrempelige voorlichtingssessies voor gemeenten. Wij zijn daarmee in staat in relatief korte tijd zeer veel gemeenten over één of meer onderwerpen te bereiken. Ook dit jaar willen wij dergelijke voorlichtingssessies organiseren. Bij voorkeur in samenwerking met andere partijen zoals de VNG. Uit kostenoverwegingen willen we bij deze voorlichtingssessies vooral gebruik maken van gemeentelijke locaties. In de sfeer van voorlichting willen wij ook gaan experimenten met zogenoemde webinars, de digitale variant van een seminar. Ook hiervoor geldt dat wij dit zoveel als mogelijk doen in samenwerking met anderen. Qua onderwerpen denken we op dit moment aan de invoering van openbaarheid van WOZ-waarden van woningen, het gebruik van de LV WOZ, de procesvoering van gemeenten bij WOZ-beroepszaken en aan de waardebepaling van commercieel vastgoed en/of de begeleiding rond de introductie van de nieuwe Waarderingsinstructie. 9.
Bedrijfsvoering De Waarderingskamer is een kleine organisatie met een grote betrokkenheid vanuit gemeenten, waterschappen, Belastingdienst Wat gaan we doen: en diverse ministeries. Voor het goed - Ondersteuning van c.a. 35 door ons te functioneren van deze organisatie zijn organiseren vergaderingen en overleggen verschillende activiteiten nodig, vooral ook - Jaargesprekken met de 20 medewerkers gericht op het organiseren van diverse - Onderhouden en uitvoeren van het formele en informele overlegvormen. opleidingsplan - Beheer en aanpassing van de ondersteunende ICT systemen - Evaluatie van de ervaren toezichtdruk - Uitvoeren van de planning &control cyclus - Optimaliseren archiefbeheer
Formatie De voor 2015 voorziene formatie bedraagt 19,1 fte. In piekperiodes in het toezicht vindt externe inhuur plaats.
Wij constateren dat het aantal organisaties waarop wij toezicht houden daalt. Dit is het gevolg van gemeentelijke samenvoegingen en het feit dat er meer gemeenten aan een samenwerkingsverband deelnemen. Dat leidt op het eerste gezicht tot de veronderstelling dat ook minder toezichtcapaciteit nodig zou kunnen zijn. Dat is nog niet het geval. Wij constateren dat nog altijd relatief veel gemeenten terugvallen in kwaliteit. We zien ook dat de continuïteit van het WOZ-proces nog niet bij alle organisaties goed is geborgd. Het valt op dat gemeenten die vallen onder ons verscherpte (en ook voor onszelf intensievere) toezichtregime er in het algemeen goed in slagen om kwaliteitsverbetering te realiseren. De huidige onderzoeken raken daarnaast aan veel meer aspecten dan in het verleden. Tot slot is het toezicht op gemeenten in 24
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
samenwerkingsrelaties meer complex van aard. Hierdoor is de benodigde tijd per inspectie toegenomen. Per saldo neemt de vraag naar capaciteit voor het toezicht juist toe. Ons streven is erop gericht de omvang van de organisatie niet te laten groeien. Dit betekent wellicht dat niet altijd alle inzet kan worden gepleegd die gegeven de omstandigheden nodig is. Het legt echter ook een rem op de natuurlijke neiging van toezicht om meer te willen weten en daardoor onbedoeld de toezichtdruk die de ondertoezicht-gestelden ervaren, te laten groeien. In de volgende figuur is aangegeven in welke mate onze huidige personele capaciteit kan worden toegerekend aan de hoofdonderwerpen in dit werkplan. Het gaat om een globale benadering. Daarbij moet worden bedacht dat sommige activiteiten meerdere onderwerpen dienen.
Evaluaties In 2014 hebben wij een herhalingsonderzoek laten uitvoeren naar het vertrouwen in de WOZ. In 2015 willen we in het kader van de evaluaties ons eigen handelen onder de loep nemen. We willen (laten) nagaan hoe gemeenten en andere stakeholders ons toezicht en de toezichtdruk die dat met zich meebrengt, ervaren.
25
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
Archivering Binnen het secretariaat van de Waarderingskamer wordt in hoge mate digitaal gewerkt. Papieren documenten die binnenkomen worden gescand en gaan vervolgens digitaal de werkprocessen in. Papieren in- en uitgaande documenten worden door ons op basis van de Archiefwet nog wel in papieren vorm gearchiveerd. In 2015 gaan we voor het niet permanent te bewaren deel van het archief afscheid nemen van de papieren archivering en ons verlaten op de digitale archivering. Voor zover het permanent te bewaren papieren archief en digitale archief daarvoor in aanmerking komt, gaan we dit overbrengen naar het Nationaal Archief. Naar ons is gebleken, is hiervoor nog enige bewerking noodzakelijk. Vernieuwing centrale computerfaciliteiten Wij zijn in hoge mate afhankelijk van automatisering. De servers en centrale netwerkcomponenten die dat ondersteunen, draaien dag en nacht en zijn inmiddels afgeschreven en aan vervanging toe. In 2014 waren wij al voornemens een vernieuwingsslag uit te voeren, maar is nog niet gerealiseerd. Dit zal nu in 2015 plaatsvinden. Publieksportaal Elders al geschreven over ons doel om het nieuwe Publieksportaal te realiseren. Aan het ontwerp van dit portaal wordt eind 2014 gewerkt. Naar verwachting wordt het in 2015 opgeleverd. Naar het zich laat aanzien zijn hiervoor ook bijstellingen nodig in de gegevensstromen naar het gemeenteportaal (ict) en zal dit portaal ook inhoudelijk moeten worden gevuld en daarna beheerd (capaciteit). Op deze punten zal externe ondersteuning nodig zijn. Audit informatievoorziening en realiseren uitwijkvoorziening In 2015 laten wij weer een externe audit uitvoeren op de wijze waarop wij onze informatiebeveiliging hebben gerealiseerd. Een van de zaken die in dat kader in elk geval moet worden gerealiseerd is het kunnen terugvallen op een uitwijkvoorziening in het geval de centrale voorzieningen en/of onze kantoorruimte uitvalt of verloren gaat. Hoewel het verlies van gegevens via de back-up procedure is ondervangen, bestaat nog wel het continuïteitsrisico voor de bedrijfsvoering. Het (snel) weer in de lucht kunnen brengen van de voorzieningen in het geval van een ernstige calamiteit moet nog worden geregeld. Huisvesting Ook bij de Waarderingskamer neemt de behoefte aan meer flexibele werkruimte toe. Om die reden worden in 2015 twee traditionele kantoorkamers als experiment heringericht. Eén als samenwerkingsruimte en één als ruimte met flexibele werkplekken. 10. Lange termijndoelstellingen In de toezichtstrategie 2015-2020 is een vijftal doelstellingen geformuleerd die de situatie beschrijven die naar onze mening in 2020 moet zijn bereikt. Die doelstellingen worden in 2020 alleen bereikt, als wij daarvoor in 2015 ook stappen zetten. In de
26
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
toezichtstrategie 2015 – 2020 is ook beschreven hoe we deze doelstellingen willen bereiken. Daarbij zijn de volgende strategische uitgangspunten geformuleerd: I. De kwaliteit, de continuïteit en de efficiency van de WOZ-uitvoering staat centraal in ons toezicht. II. Toezicht op maat. III. Voorkeur voor anticiperend, proactief en stimulerend toezicht. IV. Meer zichtbare rol in het publieke debat. Hieronder wordt kort aangegeven welke activiteiten in dit werkplan (mede) met het oog op de realisatie van deze doelen worden ondernomen. Achter elke activiteit is het, of zijn de, bijbehorende strategisch uitgangspunt(en) aangegeven. Doel uit toezichtstrategie 2015-2020
Activiteit in dit werkplan 2015
1
Er is sprake van een adequaat WOZ-proces waarin de kwaliteit, de continuïteit en de efficiency is ingebed.
- Nieuwe waarderingsinstructie (I, III) - Onderzoeken interne beheersing (I, II, III) - Monitoring kostenontwikkeling (I, IV) - Aandacht vragen voor synergie BAG/BGT/WOZ processen (I,)
2
Bij alle gemeenten sprake is van een WOZproces waarbij belanghebbenden op laagdrempelige wijze signalen aan gemeenten kunnen afgeven over de juistheid van de taxaties en over de juistheid van alle gegevens die daaraan ten grondslag liggen.
- Stimuleren initiatieven doorbraak dienstverlening (I, III) - Aandacht vragen voor visies digitaal 2017 en Dienstbaar en Transparant (III)
3
De Basisregistratie WOZ is ingebed in het stelsel van basisregistraties en de juistheid, volledigheid en de tijdigheid van de koppelingen met alle "verbonden" basisregistraties is geborgd.
- Aansluiten gemeenten en afnemers op LV WOZ (I, II) - Verkenning mogelijkheden stelsel voor ons toezicht (II) -Stimuleren terugmeldingen vanuit WOZ (I)
4
Van alle medewerkers van gemeenten die een directe bijdrage leveren aan de uitvoering van de Wet WOZ kan hun deskundigheid, toegespitst op hun onderdeel in het werkproces worden aangetoond.
- Concretisering vakbekwaamheidseisen in Waarderingsinstructie (I, III) - Werken aan de mogelijkheid tot certificering (I, III) - Ontwikkelen van monitoring op dit punt (III)
5
Alle systemen die bij de WOZ-uitvoering worden gebruikt voor de modelmatige waardebepaling voldoen aan de eisen die wij in de Waarderingsinstructie hebben geformuleerd.
- Uitbrengen nieuwe Waarderingsinstructie (I, III) - Ontwikkelen monitoring op dit punt (II)
27
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
11. Risico’s I.
Nieuw Besluit proceskosten blijkt geen rem op ontwikkeling WOZ-zaken via nocure-no-pay-bureaus en bijbehorende stijging van de proceskosten. Effect Gemeenten zijn steeds meer geld kwijt aan proceskosten. Deze bedragen gaan vaak ten koste van activiteiten die gemeenten kunnen doen in het kader van de controle van gegevens en kwaliteitsverbetering. Bij de hoge niveaus van proceskosten wordt het vaker aantrekkelijk om procedures te voeren vanuit het belang van de te ontvangen kostenvergoeding en niet vanuit het belang bij de juistheid van de WOZ-waarde. Maatregel Het optreden van dit risico is door ons niet te beïnvloeden. Wel zullen wij benadrukken dat het Besluit proceskosten geen wondermiddel is. Gemeenten moeten met een mix van goede kwaliteit, laagdrempelig en informeel contact met belanghebbenden inzetten om veel en hoge proceskosten vergoedingen te vermijden. Ook zullen wij benadrukken dat gemeenten de mogelijkheid voor reductie van proceskosten door het waar mogelijk combineren van samenhangende zaken zo voortvarend mogelijk moeten benutten.
II.
Gemeenten slagen er onvoldoende in om de kwaliteit op orde te krijgen en met behulp van sociale media slagen de no-cure-no-pay-bureaus er in om het percentage bezwaarschriften te laten stijgen tot meer dan 10%. Effect Meer bezwaarschriften en het bijbehorende effect op de kosten. Meer kansen voor de zogenoemde no-cure no-pay bureaus. Vertrouwen in de WOZ lijdt schade ook al hoeft een foutief gegeven nog niet tot een andere waarde te leiden. “als dat al niet klopt, hoe kan de rest dan wel deugen?” Maatregel Speerpunt in het toezicht is de kwaliteit van de taxaties en de juistheid van de objectkenmerken in het bijzonder. Creëren van bewustwording dat de gegevens goed moeten zijn en dat de veranderende marktomstandigheden ertoe leiden dat wat vroeger toereikend was, dat nu niet meer is.
28
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
III.
20 NOVEMBER 2014
In 2015 onthouden wij onze instemming met het nemen van beschikkingen aan gemeenten. Effect De desbetreffende gemeenten kunnen op het gewenste moment wel belastingaanslagen opleggen, maar doen dat dan terwijl wij vinden dat de kwaliteit onvoldoende is. Financiële en publicitaire gevolgen bij de desbetreffende gemeenten. Bestuurlijke drukte. Toezichthouder laat zijn tanden zien. Mogelijke aansprakelijkheidstelling Waarderingskamer bij achteraf niet terecht besluit. Maatregel Bij voorkeur alleen niet instemmen met het nemen van beschikkingen indien de mogelijkheid bij de vorige herwaardering al is aangekondigd. Alleen via een zorgvuldige tijdig gestarte aanbevelingsprocedure.
IV.
In 2015 stemmen wij in met het nemen van beschikkingen door een gemeente waar in 2014 een voorbehoud is gemaakt, terwijl de kwaliteit dat eigenlijk niet toestond. Effect De werking van het voorbehoud niet instemmen wordt uitgehold. Andere gemeenten zullen in geval dat zij een voorhoud krijgen, denken dat het zo’n vaart niet zal lopen. De Waarderingskamer kan niet toereikend toezicht worden verweten, dan wel in de media als tandeloze tijger worden geportretteerd. Maatregel Zorgvuldige besluitvorming.
V.
Gemeenten zijn mogelijk formeel niet verantwoordelijk voor uitvoering Wet WOZ in geval van een gemeenschappelijke regeling. Effect Colleges van burgemeester en wethouders kunnen door ons niet worden aangesproken op de kwaliteit van de uitvoering van de Wet WOZ in hun gemeente. Maartregel Volgen van de ontwikkeling op dit punt. Vooralsnog geen wijziging van beleid. Colleges wel blijven informeren en waar nodig aanspreken. Wel altijd samenwerkingsverband betrekken.
29
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
VI.
20 NOVEMBER 2014
Onvoldoende capaciteit voor het toezicht dat nodig is. Effect Minder inspecties en dergelijke dan op basis van de kwaliteitsindicaties nodig zou zijn. Minder druk op kwalitatief mindere gemeenten vanuit de toezichthouder dan gewenst. Langere herstelperiode. Maatregel Doen van een voorstel als meer capaciteit benodigd blijkt. Inzet van externe inspecteurs. Zorgvuldige planning zodat er geen gemeenten “buiten de boot vallen”.
VII.
Onvoldoende ontwikkeling deskundigheid voor expertisecentrum WOZ. Effect De Waarderingskamer krijgt als expertisecentrum voor de WOZ-uitvoering inhoudelijke vragen op bijvoorbeeld taxatietechnisch, ICT-technisch, juridisch terrein. Op al deze terreinen is sprake van snelle ontwikkelingen. Wanneer de medewerkers onvoldoende deze ontwikkelingen kunnen bijhouden, kan de Waarderingskamer haar rol als expertisecentrum onvoldoende vervullen. Maatregel Jaarlijks bewust kijken naar permanente educatie van alle medewerkers in het kader van het opleidingsplan. Periodiek beoordelen op welke terrein de invulling van disciplines bij het secretariaat mogelijk tekort schiet (kan gaan schieten).
VIII.
Koppeling WOZ-deelobjecten aan BAG niet tijdig gereed. Effect Aansluiten op LV WOZ is niet mogelijk. Basis voor procesverbetering bij gemeenten (nog) niet beschikbaar. Volledig gebruik BAG binnen WOZ per 2015 (iNUP doelstelling) komt onder druk te staan. Wettelijke gebruiksplicht BAG wordt niet ingevuld. Maatregel Voortgang monitoren Achterblijvers bestuurlijk aanspreken in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
IX.
Technisch beheer van de LV WOZ door het Kadaster doet een (te) groot beroep op kennis van secretariaat. Effect Het secretariaat van de Waarderingskamer is veel tijd kwijt met het (begeleiden 30
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
van) het oplossen van in principe technische problemen (behoort tot technisch beheer). Het secretariaat kan daardoor niet de inzet leveren die nodig is om softwarebedrijven en gemeenten te stimuleren tijdig op de LV WOZ aan te sluiten. Aansluitplanning wordt (weer) niet gerealiseerd. Ambities van de Waarderingskamer worden in de toekomst minder serieus genomen. Zie verder risico X. Maatregel Zo nodig inhuren van deskundigen tegen extra kosten. X.
Aansluiten gemeenten op LV WOZ loopt vertraging op. Effect Gemeenten moeten langer zelf gegevens aan afnemers blijven leveren. Afnemers die daaraan behoefte hebben kunnen van desbetreffende gemeenten nog geen BAG-WOZ koppeling ontvangen. Het aansluittraject vergt langer dan gewenst aandacht van diverse partijen Openbaarheid WOZ-waarde woningen kan nog niet worden gerealiseerd. Maatregel Bevorderen dat leveranciers zo spoedig mogelijk hun software aan gemeenten uitleveren. Bevorderen dat partijen zich inspannen om de resterende technische problemen rond de LV WOZ snel op te lossen. Opstellen van een aansluitplanning van gemeenten en deze monitoren. Communicatie over het project in de richting van gemeenten.
XI.
Financiering beheer LV WOZ loopt via begroting Waarderingskamer. Effect Fluctuaties in de begroting voor het beheer van de LV WOZ leiden tot fluctuaties in de begroting van de Waarderingskamer, hetgeen de discussie over de kosten van het toezicht kan beïnvloeden. Overschrijdingen van de beheerbegroting LV WOZ zijn ook overschrijdingen van de begroting van de Waarderingskamer Maatregel Monitoring in Waarderingskamer. Instemming vooraf nodig bij overschrijding. Met partijen vooraf afspreken hoe procedureel om te gaan met eventuele overschrijdingen. Post onvoorzien opgenomen in begroting. Bestemmingsreserve op balans gevormd.
31
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
XII.
20 NOVEMBER 2014
Project procesoptimalisatie en e-dienstverlening complexer dan verwacht Effect Kosten lopen op. Realisatie publieksportaal duurt langer. Moderne digitale kanalen voor communicatie met burgers en bedrijven komen later beschikbaar. Vervolgprojecten kunnen pas later starten. Er wordt (nog) niet voldaan aan de webrichtlijnen voor overheidswebsites. Maatregel Sturen op kosten en zo nodig beperking functionaliteit. Scheiding ontwerp en realisatieopdracht. Besluitvorming per deelproject. Bestemmingsreserve voor dit project gevormd.
XIII.
Aantal gemeenten onder verscherpt toezicht neemt toe. Effect Gemeenten onder verscherpt toezicht vergen meer capaciteit. Niet alleen ligt de inspectiefrequentie hoger, er is ook meer discussie. Daarnaast worden gemeenten of samenwerkingsverbanden om reden van objectivering van de bevindingen vaak door twee inspecteurs bezocht. Een toename van het aantal gemeenten onder verscherpt toezicht leidt dus tot een niet evenredige afname van de inspectie capaciteit voor de overige gemeenten. Het aantal inspecties neemt daardoor af en de doorlooptijd van een inspectie neemt toe. Maatregel: Monitoring van de ontwikkeling van de oordelen over gemeenten, monitoring van de gerealiseerde aantallen inspecties en de doorlooptijden daarvan. De beschikbare inspectiecapaciteit zo effectief mogelijk inzetten. Zoeken naar mogelijkheden om de voorbereiding en administratieve afhandeling rond een inspectie te vereenvoudigen.
32
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
XIV. Aan het algemeen oordeel wordt steeds meer gewicht toegekend. Effect Was vroeger het algemeen oordeel van de Waarderingskamer over de uitvoering van de Wet WOZ vooral een indicator voor de burger en voor de gemeente zelf, tegenwoordig wordt het steeds vaker gebruikt als kengetal in de dienstniveau overeenkomsten bij uitbesteding of samenwerking. Het effect daarvan is dat financiële en soms ook personele belangen in toenemende mate afhangen van het oordeel dat wij gegeven. Dit kan leiden tot een andere druk op de inspecteur dan die voortkomt uit de louter WOZ-inhoudelijke kwaliteit. Bijvoorbeeld doordat de geïnspecteerde organisatie de inspecteur onder druk zet tot positievere oordelen te komen of doordat de inspecteur zicht bewust is van het feit dat zijn bevindingen kunnen leiden tot persoonlijke personele gevolgen voor medewerkers van de organisatie waar het onderzoek is verricht. Maatregel Bij grote gemeenten en samenwerkingsverbanden waar dit kan spelen, voeren twee inspecteurs gezamenlijk het onderzoek uit. Bij de onderzoeken interne beheersing (die veelal bij dit type organisaties plaatsvinden) komen de inspecteurs eerst onafhankelijk van elkaar tot een eigen oordeel, alvorens tot een gezamenlijk oordeel te komen.
XV.
Inspecteur zou in de gemeente(n) waar hij bezit of andersoortige belangen heeft, beïnvloed kunnen worden door zijn eigen belang bij de WOZ-waarde. Effect Door het doen van niet correcte bevindingen zou de inspecteur (via de maatregelen die de gemeente dan moet nemen) de WOZ-waarde van het eigen bezit in voor hem gunstige zin kunnen beïnvloeden. Hij zou een voor de gemeente gunstig oordeel kunnen afgeven in ruil voor een hem gunstige waardering van zijn bezit. Ook het feit dat een inspecteur recent gewerkt heeft in een bepaalde gemeente of ingehuurd is geweest, kan leiden tot belangenverstrengeling die ongewenst is. Maatregel Een inspecteur voert geen inspecties uit in de eigen gemeente of de gemeente waar op andere wijze sprake kan zijn van een belang.
33
WERKPLAN WAARDERINGSKAMER 2015 VERSIE 1.0
20 NOVEMBER 2014
Lijst van afkortingen AFM BAG BGT BZK DNB Fte
Autoriteit Financiële Markten Basisregistraties Adressen en Gebouwen Basisregistratie Grootschalige Topografie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De Nederlandse Bank Fulltime eenheden op basis van een werkweek van 36 uur. 1 Fte is het equivalent van één medewerker met een voltijdscontract gedurende één jaar. ICT Informatie- en communicatietechnologie KING Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten LV Landelijke Voorziening LV WOZ Landelijke Voorziening (basisregistratie) Waarde Onroerende Zaken NUP / iNUP Nationaal uitvoeringsprogramma, set bestuurlijke afspraken rond het realiseren van de doelstellingen op het gebied van de E-overheid. iNUP is de voortzetting/opvolger van NUP TIOX Taxeren Incourante Objecten met behulp van Xml berichtenverkeer, het centrale geautomatiseerde hulpmiddel voor het uniform toepassen van de landelijke taxatiewijzers. VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten WOZ / Wet WOZ Wet waardering onroerende zaken
34