Internationaal ISIS is product van westerse invasie
MIDDENPAGINA’S Waar links groeit in Europa
Sinds juni is ISIS in opmars in Irak. Janneke Prins en Thom van Laar vragen waarom dit gebeurt pagina 5
De Socialist sprak met de Catalaanse socialist Oscar Simon en met Panos Garganas van SEK uit Griekenland pagina 6-7
70 ,
�1
steunprijs 2,50 euro
de socialist
#266 • AUGUSTUS 2014
Israël heeft de totale oorlog verklaard aan de inwoners van Gaza. Er zijn inmiddels meer slachtoffers gevallen dan tijdens de bloedige aanval in 2009. De inwoners van Gaza zijn nergens meer veilig. Ziekenhuizen, scholen, moskeeën, ambulances, alles wordt platgebombardeerd. Journalisten, medici en VN-medewerkers zijn hun leven niet zeker. Ondertussen blijven de westerse staten, waaronder Nederland, pal achter Israël staan. Om een eind te maken aan de aanvallen, de bezetting en aan het apartheidsregime moeten we economische druk uitoefenen op Israël. Dat kan door de boycotcampagne te steunen.
Een uitgave van de Internationale Socialisten • www.socialisme.nu
2 actueel
■ Evangelische Oorlogspropaganda De Nederlandse vrijwilligers in het Israelische leger Cathy Waiswaser en Chamoetal Zeidler konden een kwartier lang Israëlische oorlogspropaganda te spuien bij Knevel en Van den Brink. Vooral Chamoetal, opgeleid bij de ‘PR-afdeling’ van het Israëlische leger, greep de kans met beide handen aan. Van kritische journalistiek was geen sprake. Deze schertsvertoning staat in schril contrast met de wijze waarop de Nederlandse media omgaan met moslims die in het Midden-Oosten meevechten. Voor de Nederlandse media is meevechten in een koloniaal leger dat oorlogsmisdaden pleegt blijkbaar geen enkel probleem.
■ Turkse vice-premier uitgelachen De Turkse vice-premier Bülent Arınç heeft in een toespraak gewaarschuwd voor het morele bederf van Turkije. Hij wil terug naar een situatie waarin de vrouw ‘weet wat haram is en wat niet. Ze zal niet lachen in het openbaar.’ Bovendien vond hij dat vrouwen minder over onnodige zaken moesten spreken over de telefoon. Arınç kreeg niet veel steun voor zijn opmerkingen. Volgens premier Recep Erdogan heeft Turkije juist lachende vrouwen nodig. Op Twitter regent het ondertussen foto’s van vrouwen die moeten lachen om de opmerkingen van Arınç.
■ Aandeelhouders communistische krant Eind juli verscheen het laatste nummer van L’Unita. De krant werd in 1924 opgericht door de Italiaanse communist Antonio Gramsci. Als partijorgaan van de Italiaanse Communistische Partij (PCI) overleefde de krant drie decennia fascisme in Italië. Na de Tweede Wereldoorlog groeide L’Unita uit tot één van de belangrijkste kranten in Italië. In de jaren tachtig werden er nog miljoenen exemplaren verkocht. Maar waar Bennito Mussolini, de leider van de Italiaanse fascisten, faalde, slaagden de aandeelhouders. De krant zelf kopte: ‘Ze hebben L’Unita vermoord’.
■ Publieke bestuurders vangen miljoenen Terwijl er binnen de (semi)publieke sector stevig wordt bezuinigd, krijgen vertrekkende bestuurders nog altijd miljoenen mee. De Rotterdamse woningstichting Woonbron was bijvoorbeeld 3 miljoen kwijt aan elf vertrekkende functionarissen. Het vertrek van drie directeuren bij Vestia kostte de woningcorporatie bijna 1,7 miljoen. Rochdale was 4,5 miljoen kwijt aan 65 boventallige functionarissen. Ymere en Portaal waren ieder meer dan een half miljoen kwijt. Bij verzekeringsbedrijf Achmea werd in totaal zelfs 8,5 miljoen uitgekeerd aan 34 vertrokken medewerkers. Uiteraard hoeven de slachtoffers van de diverse reorganisaties binnen de (semi)publieke sector niet te rekenen op vergelijkbare zorg.
de ★socialist #266 • augustus 2014
RE@CTIES ■ Voor eerlijk loon ongeacht herkomst Ik ben 3 jaar werkzaam geweest bij JCL te Eersel als heftruckchauffeur waar we de distributie verzorgen voor AB-Inbev. In deze periode heeft JCL het ‘ompakken’ aan hun werkzaamheden kunnen toevoegen. Bij dit ompakken moet u denken aan het toevoegen van geschenken aan kratten (glazen, t-shirts). Dolly’s maken van fles of blik en andere speciale acties. Voor deze werkzaamheden worden er Poolse werknemers gehuurd van Sherpa uitzendburo. Het aantal varieert van 0 tot 50 per dag en dat soms voor zeven dagen per week in twee ploegen. Eén van deze werknemers spreekt Engels en is dus de voorman. Dit is een vrouw van een jaar of 25, die leiding geeft aan de groep die op dat moment werkzaam is. Met deze vrouw heb ik een gesprek gehad toen ik nog werkzaam was bij JCL en zij vertelde me wat ze verdienen. Ze MOETEN een contract tekenen waarbij ze akkoord gaan met een betaling van 600 euro per maand ongeacht het aantal uren en het soort werk. Tevens vertelde ze me dat het maken van ‘overuren’, het werken in ploegen (5.3014.00/14.00-22.30) en werken in het weekend niets extra oplevert. Nu weet ik wel dat huisvesting en ziektekostenverzekering betaald worden door dit uitzendburo maar dan nog
■ De Internationale Socialisten op de Erasmusbrug tijdens de Gaza-demonstratie in Rotterdam, 27 juli 2014 (Foto: Jessica Besselsen)
lijkt het me dat dit toch wel een beetje weinig is en heel erg ruikt naar het misbruiken van werkends. Toen ik bij JCL kwam werken, was daar één Poolse medewerker die ook heftruckchauffeur is. Deze deed en doet dezelfde werkzaamheden als de ‘vaste’ werknemers, deze man heet Maciej. Maciej was in het begin werkzaam via uitzendburo Otto. In gesprekken vertelde hij me een en ander over dit uitzendburo. Hij had een auto van de zaak die niet privé gebruikt mocht worden, zelfs stoppen bij een winkel waar hij toch langs reed was verboden (zo bleek later). Dit toch doen leverde hem een boete op van 50 euro. Deze werd afgehouden van zijn nettoloon en dit terwijl hij, net als veel andere Poolse werknemers werkzaam bij
Otto, moeten wonen in een vakantiepark net over de Duitse grens waar winkels kilometers ver weg zijn. Bij ziekte geen doorbetaling, nergens over klagen, anders kan je terug naar Polen. Deze laatste zin hoorden ze wekelijks als ze gingen klagen omdat hun salaris weer niet goed berekend was. Het gaat me er niet om om JCL of welke werkgever dan ook een hak te zetten. Waar het mij om gaat is een eerlijke beloning voor het werk wat je verricht ongeacht in welk land je geboren bent. Wat ik hier heb geschreven is slechts het topje van de ijsberg. W. Liefrink, Tilburg
Solidariteitsposter: Wij Zijn Allemaal Palestijnen De Palestijnen hebben directe materiële hulp nodig. Naast de poster Palestina Vrij - Boycot Israël hebben we de nieuwe solidariteitsposter Wij Zijn Allemaal Palestijnen. Van de opbrengst van deze posters wordt noodhulp naar de Palestijnse gebieden gestuurd. Prijs: �2,50 (�4,00 inclusief porto). Bestelbaar via www.socialisme.nu of door het bedrag te storten op IBAN: NL03 INGB 00093 60757 ten name van LeesLinks, o.v.v. ‘Palestina Vrij’ of ‘Allemaal Palestijnen’, het gewenste aantal, en je postcode en huisnummer.
UITGESPROKEN ‘Het aanpakken van Hamas is als het aanpakken van een gekke vrouw die probeert je te vermoorden – je kan haar maar een tijdje vasthouden voor je haar een klap moet geven.’
Bill Maher, Amerikaans komiek, staat achter Israël en vrouwenmishandeling
‘Inderdaad. Vrouwen hebben de neiging gek te worden als je hun kinderen opblaast.’ Frankie Boyle, Brits komiek over de Bill Maher ‘Het moet niet zo zijn dat alles om Geert Wilders draait.’ PVV-kamerlid Dion Graus is jaloers op de beveiliging van Geert Wilders ‘Het is inderdaad cultureel ingebakken dat ze wat wilder zijn. Wat makkelijker op straat leven. Wat ruiger. Je zou kunnen zeggen dat het genetisch meegekomen is.’ Plaatsvervangend korpschef Paul van Musscher bewijst dat er bij politie Haaglanden geen sprake is van racisme ‘Het enige dat een zelfmoordterrorist zou afschrikken is als hij zou weten dat zijn zus of zijn moeder zou worden verkracht.’ Professor Mordechai Kedar van de Bar-Ilan Universiteit in Israël
Latuff
agenda Donderdag 7 augustus
Leesgroep ‘Zwarte revolutionairen in hun eigen woorden’ • 19.30 • CREA, Nieuwe Achtergracht 170, Amsterdam • Entree: Gratis • Contact:
[email protected] •
Donderdag 9 oktober
David Harvey on Marx • 20.00 • De Balie, Kleine Gartmanplantsoen 10, Amsterdam • Entree: 12,50 / 10,- • Zie verder socialisme.nu
de ★socialist #266 • augustus 2014
3
WAT WIJ VINDEN
Westen medeplichtig aan bloedbad in Gaza Volgens hem moet er ‘meer druk komen op Hamas die de leiding heeft in de Gazastrook en dat kan door economische druk. De hulp die vanuit Europa en die vanuit de VN richting de Gazastrook gaat toch van levensbelang is voor de Palestijnen daar en ik vind dat daar best als drukmiddel mee gedreigd mag worden.’ Vrij spel
■ Palestijnse vrouw op de puinhopen van haar huis in Gaza Stad, 27 juli 2014
De Israëlische aanval op Gaza is op een massaslachting uitgelopen. Hele wijken zijn met de grond gelijk gemaakt, soms met de bewoners er nog in. Het aantal Palestijnse slachtoffers ligt inmiddels boven het dodental van de bloedige aanval in 2009. M a x va n L i n g e n
Dat dit niets met ‘het recht op zelfverdediging te maken heeft is duidelijk. Desondanks blijft het Israël volhouden ‘het meest morele leger ter wereld’ te zijn. De Israëlische ambassadeur in de Verenigde Staten zei zelfs dat het Israëlische leger de nobelprijs voor de vrede verdient vanwege de ‘onvoorstelbare terughoudendheid’. Het zijn uitspraken om van te kotsen. De Israëlische premier, Benjamin Netanyahu, probeert ondertussen de verantwoordelijkheid voor de massamoord op Palestijnen in de schoenen van Hamas te schuiven. Volgens hem zijn de vele doden er het gevolg van, dat Hamas burgers
gebruik als menselijk schild. Journalisten in Gaza hebben hiervoor geen enkel bewijs kunnen vinden. In plaats daarvan beschuldigt de Verenigde Naties (VN) Israël ervan de Palestijnse burgers als menselijk schild te gebruiken. De VN heeft ook de aanvallen op haar opvangcentra scherp veroordeeld. De locaties van deze centra zijn regelmatig doorgegeven aan het Israëlische leger. Desondanks zijn ze meerdere keren gebombardeerd. Israël beweert dat zich strijders zouden ophouden in de centra, en omdat er wapens worden verborgen. Maar het enige bewijs dat hiervoor is geleverd, is de vondst van
Angst voor Syriëgangers wordt opgeblazen Begin juli meldde de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) dat er sinds eind 2012 veertien Nederlanders zijn omgekomen bij de strijd in Syrië. Van de 130 Nederlanders die naar Syrië vertrokken zijn er inmiddels dertig teruggekomen. Volgens Dick Schoof, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb), vormen deze mensen een groot gevaar.
Naar aanleiding hier van vroeg Martijn Stoutjesdijk zich in een opinie-artikel in de Volkskrant af: ‘Waarom zou iemand die gevechtservaring heeft automatisch ook een gevaar zijn voor zijn (of haar) thuisland?’ De reactie op Nederlandse vrijwilligers in het Israëlische leger spreekt boekdelen. De Syriëgangers worden als een gevaar gezien omdat ze moslim zijn. Maar dat gaat voorbij aan de idealistische drijfveer van veel van deze jongeren. In een uitzending van Nieuwsuur werd Syriëganger Yilmaz geïnter viewd. Hij zei: ‘Als het Nederlandse leger een eenheid naar Syrië zou sturen om de onderdrukte burgers te helpen dan zou ik de eer-
ste zijn om dienst te nemen in het Nederlandse leger. Maar niemand doet iets.’ Volgens Stoutjesdijk willen jongeren als Yilmaz ‘hun broeders in Syrië helpen (waar de westerse machten falen), daarbij aangespoord door het geromantiseerde beeld dat van de strijd in Syrië leeft in de sociale media.’ Dit klinkt niet bepaald als een ‘geradicaliseerde moslim’ die een gevaar zou vormen. Terecht zegt Stoutjes-dijk op dat ‘de stap van strijder voor een als goed gepercipieerde zaak naar die van terrorist en zelfmoordenaar een grote’ is. Door dit verschil te verdoezelen, wakkeren de media en de staat de islamofobie in de maatschappij aan. Ironisch genoeg dragen ze daardoor juist bij aan de keuze van deze jongeren om naar Syrië te vertrekken. Want uit interviews blijkt dat naast idealisme ook maatschappelijke uitsluiting een belangrijke reden is voor deze jongeren om te vertrekken. Zij staan daarin niet alleen, veel meer mensen worden door uitsluiting getroffen. Maar voor dat gevaar waarschuwt de staat.
twintig raketten in een verlaten schoolgebouw. De Israëlische beschuldigingen zijn volkomen ongefundeerd. Desondanks werken ze omdat ze worden overgenomen door westerse politici en media. Het belangrijkste doel ervan is allang niet meer om de publieke opinie te winnen. Het gaat erom twijfel te zaaien en de aanval neer te zetten als een strijd tussen twee partijen. Zolang dat lukt kan Israël blijven wijzen op ‘het recht op zelfverdediging’ om de meest bloedige aanvallen goed te praten, en door te gaan met de onderdrukking van de Palestijnen. Vooralsnog lukt dat. Frans Timmermans, minister van Buitenlandse Zaken, zei bijvoorbeeld: ‘Burgers aan beide zijden zijn slachtoffer van dit conflict, maar het geweld lost niets op. De bevolking van Gaza is ingeklemd tussen Hamas en Israël.’ Verrassender was dat ook SP-kamerlid Harry van Bommel, die in 2009 nog inging tegen deze logica, nu erin meeging.
Blijkbaar hoeft er geen onderscheid gemaakt te worden tussen het geweld van een brute bezettingsmacht en het verzet van de onderdrukten. Daarmee kiezen de Nederlandse politici in feite ervoor om Israël vrij spel te geven. Om nog maar te zwijgen over de schandalige rol die de Nederlandse media, met de NOS voorop, spelen met hun eenzijdige berichtgeving. Desondanks hebben we gezien dat de afgelopen weken duizenden mensen de straat op zijn gegaan tegen de aanval op Gaza. Daarmee hebben ze laten zien dat de Palestijnen niet alleen staan. Deze uitingen van solidariteit zijn hartverwarmend. Maar ze zijn meer dan dat. Ze zijn noodzakelijk, om activisten te laten zien dat ze niet alleen staan en om netwerken te bouwen.
De Israëlische beschuldigingen zijn ongefundeerd, maar werken omdat ze worden overgenomen door westerse politici en media Die netwerken hebben we nodig om de strijd tegen het Israëlische apartheidsregime en de Nederlandse medeplichtigheid ook na de aanval op Gaza voort te zetten. De afgelopen jaren is de campagne voor boycot, desinvesteringen en sancties (BDS) enorm gegroeid. Verschillende Israëlische ministers hebben al hun angst uitgesproken dat de BDS-campagne blijvende schade toebrengt aan de Israëlische economie. Door Israël te raken waar het pijn doet kunnen we de Palestijnen helpen in hun strijd voor een vrij Palestina.
Vliegramp Oekraïne gevolg van imperialistisch conflict Afgelopen maand was de eerste dag van nationale rouw in Nederland sinds 1962. Aanleiding was de verschrikkelijke vliegramp in Oekraïne, waarbij 298 mensen zijn omgekomen. Onder de inzittenden bevonden zich 193 Nederlanders. Het zijn de eerste Nederlandse slachtoffers van het conflict in Oekraïne. De Oekraïense autoriteiten waren er als de kippen bij om de separatisten als schuldige aan te wijzen. Dit komt het Oekraïense leger goed uit nu de gevechten in Donjetsk en Loegansk steeds meer burgerslachtoffers eisen. De Verenigde Staten en de Europese Unie gebruiken ondertussen de ramp om de economische sancties tegen Rusland op te voeren. Hiermee wordt de dreiging van escalatie alleen maar vergroot. Tegelijkertijd beschuldigen de separatisten het Oekraïense leger ervan het vliegtuig te hebben neergehaald om de separatisten als schuldige aan te kunnen wijzen. Op deze manier proberen de separatisten hun eigen rol in het conflict te verdoezelen en zichzelf als slachtof-
fer van het ‘fascistische regime’ in Kiev neer te zetten. Separatistenleider Igor Strelkov zei dat ‘de Oekraïense autoriteiten in staat zijn tot alle vormen van walgelijkheid.’ De Russische president Vladimir Poetin merkte in een toespraak terecht op dat ‘niemand het recht heeft om deze tragedie te gebruiken voor zelfzuchtige politieke doeleinden’. Maar in diezelfde toespraak legde hij de verantwoordelijkheid voor de ramp bij de Oekraïense autoriteiten neer. De ramp had volgens hem nooit plaatsgevonden als ‘de militaire activiteiten in het oosten van Oekraïne niet waren hervat op 28 juni.’ Datzelfde geldt voor de Russische wapenleveranties en de militaire activiteiten van de separatisten die door Rusland worden gesteund. De vliegramp is het gevolg van de rivaliteit tussen imperialistische mogendheden die heeft geleid tot het conflict in Oekraïne. Des te tragischer is het dat de dood van 298 onschuldige mensen aan beide kanten wordt gebruikt om het conflict verder op de spits te drijven.
Beste lezer, Westerse media hebben traditioneel gezien veel moeite met gebalanceerde berichtgeving over de onderdrukking van de Palestijnen. Toen de publieke opinie nog grotendeels op de hand van Israël was, deden Nederlandse media geen enkele moeite om de kant van de Palestijnen te belichten. Dit leverde onder andere de tenenkrommende reportages van NOS-correspondent Eddo Rosenthal op. Hij vertrok in 1971 als journalist naar Israël. Vanaf 1976 tot aan zijn pensioen in 2007 was hij de correspondent van het NOS-journaal in Israël. Meer dan dertig jaar lang bepaalde hij voor veel Nederlanders wat ze wel en vooral wat ze niet zagen. De veranderende publieke opinie en de opkomst van sociale media hebben er voor gezorgd dat Nederlandse media gedwongen werd zich ook te gaan verdiepen in de Palestijnse kant van de zaak. Met name de reportages van Joris Luyendijk aan het begin van de 21ste eeuw vormden een verademing bij de pro-Israëlische berichtgeving van Rosenthal. Maar Luyendijk vertrok in 2003 uit het Midden-Oosten en wat overbleef was het nieuwe paradigma van het conflict tussen twee partijen. In zijn boek Het zijn net mensen uit 2006 schreef Luyendijk over de onmogelijkheid van objectieve journalistieke berichtgeving in het Midden-Oosten. Sindsdien proberen journalisten dit probleem op te lossen door een beetje van de ene kant en een beetje van de andere kant te laten zien. Tegenover een Israëlische luchtaanval op drukbezochte markt in Gaza moet een Israëlische boer staan die ook bang is. Maar journalistiek gaat niet enkel over het tonen van beide kanten van het verhaal. Het gaat ook over de verhoudingen binnen het verhaal en de structuren die erachter zitten. Op dit punt schieten de Nederlandse media nog altijd tekort. Ze zitten gevangen binnen het paradigma van het conflict tussen twee partijen. Zolang Israël de Palestijnen onderdrukt, zullen er Palestijnen zijn die zich hier tegen verzetten. Als het aan hun ligt duwen de Nederlandse journalisten dit gegeven in hun paradigma. De enige manier om dit te doorbreken is een verdere verandering van de publieke opinie door massaal te mobiliseren. Maar zolang het paradigma nog niet gebroken is, zijn wij er trots op de enige krant te zijn die structureel de kant kiest van de onderdrukten. Strijdbare groet, De redactie
maak
de ★socialist ook jouw krant
stuur actieverslagen op • mail tips • schrijf een brief • neem een abonnement • help met de verkoop of werf een abonnee. Vul het formulier in op onze website of de bon op pagina 15
[email protected]
4 binnenland
Transport
Actie tegen werkverdringing De multinational IKEA laat zijn spullen vervoeren door OostEuropese chauffeurs die wekenlang in hun wagen bivakkeren. Via schijnconstructies profiteren bedrijven van de oneerlijke concurrentie tussen Nederlandse en buitenlandse werkers. FNV Transport en Logistiek komt met een tienpuntenplan om deze verdringing van arbeid tegen te gaan. Zo eist de bond dat opdrachtgevers aansprakelijk worden voor het naleven van de cao. Ook moet er een einde komen aan de wildgroei van uitzendbureaus.
Wapenindustrie
Export aan Egypte weer toegestaan Het kabinet heeft besloten dat Nederlandse bedrijven weer wapens mogen leveren aan de Egyptische marine. Sinds vorig jaar geldt in de EU een exportverbod voor wapens die gebruikt kunnen worden voor interne repressie. Leveranties aan de marine vallen hier volgens de regering niet onder, omdat die geen protest zou onderdrukken. Zo is een excuus gevonden om ‘een concurrentieachterstand voor het Nederlandse bedrijfsleven’ voorkomen.
Srebrenica
Staat schuldig aan fatale deportaties De Nederlandse staat is verantwoordelijk voor de deportatie van 300 moslimmannen uit de Bosnische enclave Srebrenica in 1995. De staat had kunnen weten dat zij vermoord zouden worden, heeft de rechter bepaald. Het vonnis is een gedeeltelijke overwinning voor de Moeders van Srebrenica. Munira Subasic, die haar zoon verloor, spreekt van ‘een belangrijke stap’ in de strijd van de nabestaanden om erkenning voor alle slachtoffers van de massamoord.
Woonlasten
Huurders in de knel Steeds meer huurders kunnen moeilijk rondkomen. Van alle huurders heeft 13 procent na het betalen van de huur niet voldoende inkomsten om in hun levensonderhoud te voorzien. Twaalf jaar geleden gold dit nog voor 5 procent van de huurders. Veel mensen maken hun spaargeld op of bezuinigen op eerste levensbehoeften. Volgens de Woonbond stijgen de huren steeds meer terwijl de huurtoeslag daalt. Vooral huurders met een smalle beurs komen hierdoor in de problemen.
Oost-Europeanen
‘Tsunami’ van migranten blijft uit Vorig jaar zaaide Wilders paniek met zijn stemmingmakerij over een stroom Roemenen en Bulgaren die Nederland zou binnenstromen als ze per 1 januari het recht kregen om in Nederland te werken. Het aantal migranten bleef vrijwel hetzelfde. Het aantal Roemeense migranten is niet toegenomen, en het aantal Bulgaren is zelfs gedaald. Deskundigen wijten de lage toestroom aan het gebrek aan werk en de hoge kosten van levensonderhoud.
de ★socialist #266 • augustus 2014
Cao onderwijs kan niet door de beugel Sinds eind juni ligt er een onderhandelaarsakkoord voor de cao’s in het onderwijs. De regering heeft de vakbonden, met name de AOb, onder hoge druk gezet om akkoord te gaan met afbraak. Tot nog toe lijkt dat helaas te werken.
Na een estafettestaking in enkele plekken in maart, kwamen op 15 mei 4000 stakende MBO-leraren samen in Amsterdam. De vakbonden riepen de MBO-Raad daar op om te investeren in mensen in het onderwijs. De bonden hebben driekwart jaar onderhandeld. Toch hebben ze het cao-conflict nooit op scherp gezet door breder voor acties te mobiliseren. Dit werd onder andere veroorzaakt doordat de regering 689 miljoen euro ter beschikking stelde ‘als de partijen eruit komen’. Dit was een chantagemiddel dat werkte in het voordeel van de werkgevers. Afbraak
De loonsverhoging van 1,2 procent, na jaren van nullijn, kan al niet door de beugel. De onderwijsbestuurders zelf krijgen 15 procent. Bovendien gaan de onderhandelaars ook akkoord met de afschaffing van ouderenregelingen als de BAPO, per 1 oktober. De maatregelen tegen werkdruk,
■ Stakende MBO-docenten in Amsterdam, 15 mei 2014 (Foto: Renate Klinkenberg)
schrijft Leraren In Actie, zijn onvoldoende: ‘De bonden gaan bovendien volledig voorbij aan het feit dat veel leraren door de stille bezuinigingen op dit moment al 27/28 lessen per week geven.’ Na een ‘overgangsregeling’ moeten leraren boven de 51 jaar minstens 120 uur per jaar extra werken. Ouderen zullen voor hun werktijdverkorting veel meer moeten betalen. Deze maatregelen zorgen zelfs dat docenten de ‘loonstij-
ging’ opnieuw zullen voelen als nullijn. De reductie in lesuren van startende docenten wordt verminderd. En de zomervakantie wordt verkort: hiermee komen afronding en voorbereiding van het leerjaar in het gedrang, én de broodnodige rust. Actie
zichtig in het voeren van actie. Deels is dat omdat docenten zich verantwoordelijk voelen voor hun kinderen en hun school. Dat is precies waar de regering en de onderwijsmanagers op speculeren. Zijzelf voelen die verantwoordelijkheid duidelijk niet. Maar geen kind heeft iets aan een vermoeide of verwaarloosde docent: dat is niet ‘verantwoordelijk’. Het is daarom cruciaal om de solidariteit op scholen opnieuw uit te gaan bouwen. Dat dit mogelijk is, bleek in maart 2012, toen de Amsterdam Arena werd gevuld door 50.000 stakende leraren. We moeten opnieuw ouders en leerlingen uitleggen dat ons onderwijs wordt bedreigd. Speciaal onderwijs wordt zwaar ingekrompen, die leerlingen komen naar ‘gewone’ scholen – en docenten, leerlingen en ouders betalen samen die rekening. Daarom zouden de vakbondsleden bij de komende raadplegingen de cao moeten verwerpen, en gaan mobiliseren voor landelijke stakingsactie - waarbij de stakers niet in een stadion verdwijnen, maar door de binnensteden marcheren en daar de solidariteit verder uitbouwen. Want met onwillige bazen is dat het enige dat werkt.
Docenten in het onderwijs zijn voor-
Mark Kilian
Welk antwoord op Wilders’ racisme? Geert Wilders is al jaren het boegbeeld van racisme in Nederland. Het afgelopen jaar wordt dit racisme gelukkig vaker benoemd. Ook de strijd tegen Zwarte Piet en het verschijnen van verschillende rapporten over racisme in Nederland hebben bijgedragen aan het bewustzijn dat Nederland een racismeprobleem heeft. J e r o e n van d e r Sta r r e
Steeds meer mensen herkennen Wilders als wat hij is: een racistische haatzaaier. Tegelijkertijd wordt hij voortgestuwd naar rechts door zijn achterban en door de logica van zijn racistische argumentatie. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat zelfs zijn meest racistische uitspraken geen structureel lagere steun opleveren. In 2009 riep Wilders impliciet op tot massale etnische zuivering door te stellen dat er wat hem betreft ‘miljoenen’, zelfs ‘tientallen miljoenen’ moslims uit Europa gedeporteerd moeten worden. Er was een kleine rel, maar een jaar later haalde hij met 24 zetels en anderhalf miljoen stemmen zijn hoogste verkiezingsresultaat tot nog toe. Ook na de ‘Marokkanen-uitspraak’ was er
ophef, maar na een klein dipje in de peilingen was het effect snel weg. De pijnlijke waarheid is dat Wilders niet alleen steeds verder kan gaan, maar dat zijn achterban van hem verwacht dat hij zijn racisme in de meest zuivere vorm formuleert. Zuiver racisme is de logische uitkomst van Wilders argumentatie: als één bevolkingsgroep bewust de Westerse wereld te ‘islamiseert’ en ontwricht, kan er maar een oplossing zijn: moslims moeten verdwijnen. Wilders probeert kritiek op dit racisme te gebruiken voor een ‘underdog’- en anti-establishmentimago. De steun voor dit soort racisme is niet te verklaren uit het ‘charisma’ van Wilders. Wilders kan dan aan-
voerder zijn van het racistische offensief in Nederland, hij teert in belangrijke mate op voorwerk van partijen als VVD en PvdA. Dit soort partijen hebben regelmatig gebruik gemaakt van zondebok-politiek en er zo aan bijgedragen dat racisme ‘normaal’ is geworden in onze maatschappij. Linksere partijen als de SP laten dit racisme te vaak en te lang onbeantwoord. Maar er is een een fundamenteel verschil in het politieke project van Wilders met dat van ‘gewone’ neoliberale partijen. Racisme is een integraal onderdeel is van alle neoliberale politiek. Neoliberalisme – uitgedragen door het overgrote deel van de politieke partijen – is zó individualistisch dat zowel maatschappelijk succes als falen beide worden gezien als keuze. Dat is echter geen werkelijkheid maar ideologie. Als mensen die in de ellende zitten dit aan zichzelf te danken hebben, dan hadden zij ook andere opties. Een werkloze zou dan de mogelijkheid hebben om met wilskracht de arbeidsmarkt te veranderen, wat overduidelijk absurd is. In werkelijkheid zijn er structurele redenen waarom de rijken zich eenvoudig kunnen verrijken, terwijl werkende mensen eenvoudig in armoede kunnen belanden. Dat succes wordt gezien als een keuze komt niet omdat dit de werkelijkheid weerspiegelt, maar omdat dit deze rechtvaardigt. Het is een manier om de perverse eigendomsverhoudingen te rechtvaardigen. Zo’n opvatting komt de rijken goed uit. De rechtvaardiging van de enorme rijkdom aan de top loopt dus via het demoniseren van de meerderheid van verliezers. Racisme, seksisme en homofobie dienen binnen dit denken als verklaring voor de ‘achterlijkheid’ van de losers en als bliksemafleider voor het beleid dat de rijken nog meer bevoordeelt en de meerderheid van de bevolking haar rechten ontneemt. Toch is racisme voor neoliberalen ‘slechts’ een middel tot hun werkelijke doel: het versterken van de positie van het kapitaal in de klassenstrijd. Het is geen middel om
■ De respons van Haags HTM-personeel toen de PVV oktober 2010 instemde met de aanbesteding. VVD-burgemeester van Aartsen verbood het spandoek.
mensen te mobiliseren, maar juist om tegenmobilisatie (verzet tegen neoliberaal beleid of stakingen) te voorkomen of bemoeilijken. Dat is een belangrijk verschil met Wilders. Hij gebruikt racisme wel degelijk om grote groepen te mobiliseren – zij het nog vooral om te gaan stemmen. De mensen die hij mobiliseert op basis van racisme te mobiliseren horen voor een belangrijk deel bij de ‘verliezers’. Maar ze worden ingezet ten behoeve van de heersende klasse. Dit geeft ook een belangrijke tegenstrijdigheid aan in Wilders’ project: zodra zijn achterban er achter komen ze Wilders niet voor hun belangen opkomt, zullen zij afhaken. Dit gebeurde bijvoorbeeld toen personeel van het Haagse stadsvervoer HTM ontdekte dat Wilders – tegen eerdere beloften in – toch instemde met de openbare aanbestedingen. Om racisme te bestrijden, en ook Wilders’ PVV, moet links twee sporen bewandelen. Ten eerste moet het de strijd aangaan tegen neoliberalisme en Wilders daarbij ontmaskeren als een demagoog die mensen tegen hun belangen in laat bewegen. Tegelijkertijd moet links zich principieel keren tegen elke vorm van racisme en onderdrukking om degenen die niet zijn vergiftigd door dit denken te sterken met argumenten en solidariteit.
internationaal 5
de ★socialist #266 • augustus 2014 Irak
ISIS is product van westerse invasie in 2003 De radicaal-soennitische groepering ISIS (Islamitische Staat in Irak en Syrië) zet sinds juni een groot offensief in Irak in. Ze controleert inmiddels soennitische gebieden in het westen en noorden van het land, inclusief de strategisch belangrijke steden Mosul en Tikrit. Hoe heeft ISIS in zo korte tijd op kunnen komen? ding van premier Al-Maliki vervangen door sjiieten. Overblijfselen van Saddam Husseins Ba’ath-partij werden verwijderd door wetgeving. Een begin van een Arabische lente in Irak werd in 2013 hardhandig de kop ingedrukt. Na het uitbreken van de Syrische Revolutie in 2011 besloten Qatar en Saudi-Arabië financiële steun te geven aan soennitische strijders. Zo proberen deze Golfstaten religieuze strijders in te zetten als bliksemafleider tegen de aanzwellende Arabische Revolutie. Onder hun gelederen kon ISIS ontstaan, en vervolgens de grens naar Irak oversteken. Daar ontmoette ISIS weinig weerstand: een grote stad als Mosul werd vrijwel probleemloos overgenomen. Dat komt grotendeels doordat grotere soennitische groeperingen zich hebben aangesloten bij ISIS uit ontevredenheid over het karakter van het sjiitische bestuursapparaat. De uiterst precaire politieke situ-
Zuid-Afrika
Overwinning voor metaalarbeiders ■ Sjiitische vrijwilligers paraderen door Sadr City, Bagdad, 21 juni 2014
atie dwingt de VS nu de rijen te sluiten met aartsvijand Iran. Beide landen willen het sjiitische Irakese regime in stand houden. In een gezamenlijke verklaring van eind juni stellen revolutionair socialisten uit Egypte, Irak, Marokko, Syrië, Tunesië en Libanon het volgende: ‘Zoals gewoonlijk zullen de VS de politieke situatie op
meerdere fronten proberen uit te buiten ter compensatie van de geleden verliezen tijdens de bezetting van Irak. Welke maatregelen de VS ook nemen, ze zullen de belangen van de VS behartigen en altijd in strijd zijn met die van het Irakese volk.’ De socialisten roepen op tot de oprichting van een linkse beweging in Irak.
Toenemende spanningen in Zuid-Oost-Azië In Oost-Azië vindt een machtsstrijd plaats tussen Japan, China en de Verenigde Staten. De VS breiden hun aanwezigheid uit, de Japanse regering breekt met populaire wetgeving inzake de inzet van het leger en China legt zijn eigen claims in de regio. Tegelijkertijd zijn er in Japan en Vietnam grote demonstraties. T h omas h o f la n d
Het plaatsen in mei van een boorplatform door de Chinese staatsoliemaatschappij (CNOOC) in Vietnamese wateren is een van de meest opvallende provocaties van de afgelopen tijd in Azië. Hoewel de Chinese regering claimde dat het boorplatform in Chinese wateren stond, vond zij het desondanks nodig om 86 schepen, waaronder zeven marineschepen, het platform te laten ‘begeleiden’. De Verenigde Staten spraken er onmiddellijk schande van. Daniel Russel, de Amerikaanse staatssecretaris van Buitenlandse Zaken voor Oost-Azië, zei dat geen land ‘naar dwangmiddelen of het dreigen met geweld zou moeten grijpen om vooruitgang te boeken of een landclaim te doen’. De reactie van Russel is hypocriet: de VS sloten onlangs een overeenkomst met de Filipijnen waarmee het Amerikaanse leger praktisch vrije toegang krijgt tot Filipijns grondgebied. De Filipijnse marine zette in mei elf vissende Chinezen vast, omdat ze op met uitsterven bedreigde zeeschildpadden aan het vissen zouden zijn. En Amerika heeft de afgelopen jaren met verschillende bondgenoten uit de regio militaire oefeningen gehouden die door China werden opgevat als provocatie. De draai naar Azië
Dat Oost-Azië een grotere prioriteit wordt voor de VS, bevestigde Obama al in 2011 tijdens een speech in het Australische Canberra. ‘Na een decennium waarin we twee kostbare oorlogen hebben gevoerd, zullen de
VS zich nu gaan richten op het grote potentieel in Oost-Azië.’ De VS hebben inmiddels 320.000 soldaten in Azië, op het grondgebied van bondgenoten. Het plan is om in 2020 60 procent van de militaire vloot in Oost-Azië gestationeerd te hebben. Die hoeveelheid troepen is volgens Obama nodig om de regio ‘veilig te houden’ aangezien ‘China’s economische groei en militaire kracht’ zijn buurlanden zorgen baart. Volgens minister Hagel van Defensie heeft China: een keus: ‘zich met ons verenigen en zichzelf committeren aan regionale stabiliteit, of weglopen van dat commitment en de vrede en vei-
Migranten staken tegen politieracisme In juli legden duizend migranten in Griekenland zes dagen het werk neer tegen racisme. Volgens Petros Constantinou van de antifascistische beweging Keerfa, valt de politie elke vrijdag de huizen van de Bangladeshi’s, Pakistani’s en werkers uit het Midden-Oosten binnen. ‘Na een harde week werken, krijgen ze gevangenisstraf in plaats van hun salaris.’ Steeds vaker durven migranten terug te vechten tegen het toenemende racisme in Griekenland.
T h om va n L aar e n Jan n e k e P r i n s
ISIS heeft een zeer gewelddadige reputatie opgebouwd door de brute executie van honderden gijzelaars, grootschalige verkrachting van vrouwen en het vernietigen van heiligdommen. In de bezette steden zoals Mosul, kondigde ISIS de sharia af. De verkoop en consumptie van alcohol en tabak, het dragen van wapens en samenscholen worden streng bestraft. De opmars van ISIS is echter een product van de Amerikaanse invasie in 2003 en de daaropvolgende bezetting. Volgens Toby Dodge, professor Midden-Oosten-studies in Londen, ‘hebben de VS van Irak een neoliberale staat willen maken met zo weinig mogelijk inmenging in de maatschappij en de economie’. Dit project stuitte destijds op een grote volksopstand in steden zoals Fallujah. Om dit protest te breken, stimuleerden de VS daarom de oprichting van een sektarisch-religieus verdeelde staat. De toplaag werd onder lei-
Griekenland
ligheid op het spel zetten waarvan miljoenen mensen in de regio, en miljarden wereldwijd profiteren.’ De Amerikaanse ‘draai naar Azië’ heeft een economische reden. De economie van China is de afgelopen decennia explosief gegroeid. Tussen 1978 en 2009 groeide het Chinese bbp met bijna 2000 (!) procent. Als derde economie van de wereld, na de VS en Japan, begint China, naast een economische, ook een potentiële militaire bedreiging te vormen voor de Amerikaanse overmacht in de wereld. China besteedt dit jaar 12,2 procent meer aan militaire uitgaven. Protest
Terwijl de wereldmachten hun katen-muis-spel spelen, zijn er ook protesten. In Tokio trokken op 30 juni tienduizend demonstranten naar het kantoor van minister-president Shinzo Abe om te protesteren tegen een herinterpretatie van de grondwet. Een besloten ministerraad nam
een wet aan gebaseerd op ‘collectieve zelfverdediging’. Dit maakt het mogelijk dat het Japanse leger ook wordt ingezet als Japan zelf niet bedreigd wordt, en dat Japan bijvoorbeeld de VS te hulp schiet in een militair conflict. De tienduizend demonstranten staan niet alleen. Uit polls blijkt dat 50 procent van de Japanners tegen de wijziging is, terwijl maar 34 procent de wijziging ondersteunt. In Vietnam werden grote betogingen gehouden tegen de Chinese regering vanwege het plaatsen van het boorplatfor m. Duizenden Vietnamezen bestormden Chinese fabrieken, waarbij de woedende menigte zich tegen Chinese arbeiders keerde. Bij gevechten kwamen vier Chinezen om het leven en raakte honderd mensen gewond. De geweldsuitbarsting heeft ertoe geleid dat Chinese inwoners en toeristen massaal Vietnam ontvluchten en mijden. Inmiddels is China bezig met het weghalen van het boorplatform omdat het ‘zijn werk heeft gedaan’. Het was neergezet om te zoeken naar olie, en is daarin geslaagd. China heeft onlangs nog vier boorplatformen in de ZuidChinese Zee gebouwd. Deze staan echter in hun eigen wateren. Omdat China simpelweg olie nodig heeft om de eigen economische groei voort te zetten, zullen de spanningen tussen imperialistische mogendheden in de toekomst alleen maar toenemen. Het Internationaal Energieagentschap rapporteerde onlangs dat China in 2020 450 miljoen ton olie per jaar nodig heeft. Tegen die tijd produceert China zelf 200 miljoen ton olie. De gevaarlijke dynamiek tussen Japan, en vooral de VS en China is zorgelijk. Tegelijk zijn er echter ook steeds meer protesten. Elk jaar trekken miljoenen boeren naar de Chinese steden - met de opkomst van China is ook de Chinese arbeidersklasse enorm gegroeid. Zij zijn degenen die kunnen voorkomen dat de spanningen daadwerkelijk uitdraaien op oorlog.
Zo’n 200.000 Zuid-Afrikaanse metaalarbeiders hebben na een maand staken een loonsverhoging binnengehaald van 10 procent. De eis was 12 procent. De staking beïnvloedde de hele ZuidAfrikaanse economie. Ford Motor Company en andere fabrieken moesten de productie stoppen door gebrek aan reserveonderdelen. Deze overwinning volgt op andere, onder andere in de platinamijnen.
Egypte
Socialist krijgt lagere celstraf De gevangenisstraf van revolutionair-socialist en advocaat Mahienour el-Massry is op 20 juli verminderd. Eerder werd ze veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf omdat ze de anti-protestwet had getrotseerd. Ze werd opgepakt na een demonstratie in Alexandrië, tijdens het verhoor van politieagenten die worden beschuldigd van de moord op de politieke blogger Khaled Said in 2010. De IS verzamelden al steunbetuigingen om El-Massry een hart onder de riem te steken.
VS
Veiligheidsregeling voor VN-personeel VN-medewerkers in New York krijgen een betere regeling voor veiligheid en arbeidsomstandigheden. Dat hebben de vakbonden van de 65.000 VN-medewerkers voor elkaar gekregen. Vorig jaar weigerde VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon nog langer met de vakbonden te onderhandelen. VN-medewerkers werken vaak onder gevaarlijke omstandigheden, bijvoorbeeld in oorlogsgebieden. De afgelopen tien jaar zijn maar liefst 555 medewerkers aangevallen, en 200 omgekomen.
Engeland
Staking legt publieke sector plat Op 10 juli legden anderhalf miljoen Engelse werkers in de publieke sector het werk neer. In tientallen steden protesteerden vuilnismannen, leraren, ambtenaren en brandweerlieden tegen de toenemende armoede. Een recent vakbondsrapport toont aan dat onder het Tory-bewind werknemers in overheidsdienst zeker 2500 euro per jaar slechter af zijn. De Tories voeren hetzelfde beleid als de VVD in Nederland. In het najaar volgen meer stakingen.
6 perspectief
de ★socialist #266 • augustus 2014
Vragen aan socialisten
Wat vinden jullie van arbeidsmigratie? In juni verscheen de jaarlijkse rapportage van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. In 2013 waren er wereldwijd 51,2 miljoen vluchtelingen, meer dan ooit sinds 1945. Het aantal vluchtelingen stijgt nog altijd. Antonio Guterres, Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, ziet hier niet snel verandering in komen. Hij spreekt van een ‘gevaarlijk gebrek aan vrede’ die laat zien ‘wat de enorme prijs is van het niet beëindigen van oorlogen.’ Om het aantal vluchtelingen terug te brengen, moet de internationale gemeenschap zich volgens hem over haar verschillen heen zetten. Maar aan die verschillen liggen reële tegenstellingen ten grondslag. De toenemende rivaliteit tussen imperialistische mogendheden brengt grotere instabiliteit in de wereld met zich mee. Daarnaast speelt klimaatverandering een belangrijke rol bij het ontstaan van nieuwe conflicten. Niet voor niets beschouwt het Pentagon klimaatverandering als een centrale bedreiging voor de nationale veiligheid. Deze achterliggende problemen zijn niet op te lossen binnen een systeem dat gebaseerd is op concurrentie en winstmaximalisatie. Omdat de meeste partijen het kapitalisme accepteren, willen ze migratiestromen indammen. Mede daarom maken ze een onderscheid tussen politieke en economische vluchtelingen. Het officiële uitgangspunt is dat slachtoffers van oorlog en onderdrukking wel moeten worden geholpen. Maar mensen die vluchten voor armoede worden als ‘gelukszoekers’ weggezet. Overigens zorgt de verrechtsing in de politiek ervoor dat ook politieke vluchtelingen het steeds moeilijker hebben. Tegenwoordig worden sommige vluchtelingen uit onveilige landen als Irak en Somalië gewoon teruggestuurd. De strijd tegen dit beleid vraagt om een visie die uitgaat van een klassenanalyse en die de solidariteit mogelijk maakt tussen groepen arbeiders die bewust in een verschillende positie worden geplaatst. Hierin verschillen de Internationale Socialisten (IS) van mening met de Socialistische Partij (SP). De SP heeft een ambivalente houding ten opzichte van migranten. Dat bleek al in het pamflet Gastarbeid en kapitaal uit 1983. Hierin keerde de partij zich tegen de komst van migranten omdat dit tot onbegrip onder de Nederlandse bevolking zou leiden. De SP zag de komst van migranten als een probleem. Wie denkt dat dit standpunt met het maoïsme bij het grofvuil is gezet, vergist zich helaas. In 2010 verwees de kersverse fractievoorzitter Emile Roemer nog met trots naar het pamflet: ‘Wilders is iemand die de wind mee heeft omdat hij een aantal problemen die onder mensen leven goed weet te verwoorden. Daar moeten wij open voor staan. Daar moeten wij heel voorzichtig mee
omgaan. Dit zijn problemen die de SP ook al lang – en eigenlijk vér voor Geert Wilders – benoemd heeft.’ Overigens deelt ook PvdA-minister Lodewijk Asscher dit standpunt. Hij schreef vorig jaar in een brief te vrezen dat ‘onze zwakste burgers het afleggen tegen de buitenlanders. Dat vergiftigt de sfeer en wakkert vreemdelingenhaat aan’. Beide partijen hanteren dezelfde logica: omdat de komst van migranten volgens hen tot problemen leidt, moet de migratie beperkt worden. Vanuit deze visie stemde de SP eind vorig jaar tegen de openstelling van de grenzen voor Roemenen en Bulgaren. Onze kritiek hierop werd door partijsecretaris Hans van Heijningen in een stuk op de interne website van de SP afgedaan als ‘symboolpolitiek’. Hij schreef: ‘Dat de IS het vrije verkeer tussen werknemers binnen de Europese Unie als een zaak van internationale solidariteit beschouwt, laat zien dat zij geen binding heeft met al die tienduizenden vrachtwagenchauffeurs, bouwvakkers en werknemers uit andere sectoren die hun werk zijn kwijtgeraakt door de oneerlijke concurrentie op lonen en arbeidsvoorwaarden door de inzet van werknemers uit Midden- en OostEuropa.’ Onze kritiek was onzorgvuldig omdat we de SP beschuldigden van racisme. Zoals de historicus Sandew Hira in een column in StarNieuws opmerkte is het van groot belang om onderscheid te maken tussen racistische en opportunistische partijen. ‘De PVVtijger is iets geheel anders dan de PvdA-koe, ook al lijken ze op sommige punten op elkaar’. Maar onze inhoudelijke kritiek op het SP-standpunt zelf is meer dan terecht. Hoewel Hans van Heijningen schrijft dat ‘de koppelbazen, de bedrijven die de cao’s ontduiken en de politici die een oogje dichtknijpen het echte probleem’ zijn, probeert zijn partij de ‘eigen’ arbeiders te beschermen door beperkingen op te leggen aan arbeidsmigranten. De SP kan wat dat betreft een voorbeeld nemen aan het standpunt van vicevoorzitter Maurice Limmen van CNV: ‘Buitenlanders mogen hier komen, maar moeten onder dezelfde voorwaarden werken als Nederlanders.’ Voor socialisten is het uitgangspunt altijd de situatie van werkende mensen. Vanuit dat uitgangspunt is het de grote uitdaging om verschillende groepen werkenden te verbinden en op de basis van onderlinge solidariteit de werkelijke problemen aan te pakken. Als we ons uit elkaar laten spelen verzwakt dit de positie van beide groepen. Max van Lingen
Podemos: ‘resultaat van d om politiek van onderop’ Tijdens de Europese verkiezingen kreeg de radicaal linkse partij Podemos in de Spaanse staat meer dan één miljoen stemmen. Dat is een spectaculair resultaat voor een partij die slechts enkele maanden daarvoor was opgericht. Hella Baan sprak hierover met de Catalaanse socialist Oscar Simon. Waar komt de snelle opmars van Podemos vandaan?
In de Spaanse staat is er zowel een economische als politieke crisis gaande. Er is een werkloosheidspercentage van 26 procent. Onder jongeren is dit zelfs 54 procent. Door de steun aan de banken heeft de staat enorme schulden. Binnen Europa is er slechts één land waar meer kinderen in armoede opgroeien. Per dag zijn er 150 tot 200 huisuitzettingen. De situatie is voor werkende mensen heel moeilijk. Zes maanden na de opkomst van de protestbeweging van de Indignados (verontwaardigden) won de conservatieve Partido Popular de verkiezingen. Ze hadden zelfs de absolute meerderheid in het parlement, waardoor ze drie jaar lang frontale aanvallen uitvoerden op de publieke sector, lonen, vrouwen- en migrantenrechten en andere verworvenheden. Gevestigd links bleek niet in staat hiertegen in te gaan. Er waren wel enkele algemene stakingen, maar daar zat geen strategie achter. In plaats daarvan probeerden de vakbonden een overeenkomst te sluiten met de regering. Dit leidde ertoe dat veel mensen hun hoop verloren. Er werd nog wel sociale strijd gevoerd rond verschillende thema’s en in de buurten. Maar bij gebrek aan een richtpunt nam ook deze strijd over de jaren af. Afgelopen 22 maart was een keerpunt. Zonder hulp van gevestigd links werd de Mars van Verontwaardiging georganiseerd. Groepen van werklozen, activisten, linkse organisaties en vakbonden brachten meer dan een miljoen mensen op de been in Madrid. De vier hoofdeisen waren brood, huisvesting, werk en het aftreden van het kabinet. In steden als Madrid en Valencia en in gebieden als Andalusië volgden massale mobilisaties. In Catalonië zette de radicaal linkse Catalaanse Eenheidspartij (CUP) de deur open voor een antikapitalistisch platform. Veel mensen zagen dit als een oplossing voor het falen van de sociaaldemocratie die ook toepasbaar zou kunnen zijn in andere gebieden. Podemos is het resultaat van deze roep om politiek van onderop. Bij de verkiezingen wisten ze vijf zetels in het Europese parlement te veroveren. Ze hebben inmiddels meer dan 400 afdelingen door het hele land heen. Maar het belangrijkste is dat werkende mensen nu een stem hebben tegenover de sociaal-democratische partijen. Veel van de mensen die worden aangetrokken zijn hiervoor nog nooit actief geweest. Hoe ziet de toekomst voor Podemos er uit?
En Lucha is in andere delen van de Spaanse staat onderdeel van Podemos, maar in Catalonië is En Lluita onderdeel van de CUP. Tot de verkiezingen heeft Podemos zich vooral
■ Aanhangers van Podemos vieren hun verkiezingsoverwinning, 28 mei 2014
beziggehouden met mobilisaties voor demonstraties en met propaganda waarbij de centrale boodschap was dat als je op hun stemt, er dingen zullen veranderen. Nu moet de partij worden opgebouwd. Via internet is er een provisorische leiding gekozen. Er worden ook lokale afdelingen opgezet en er wordt een vergadering gepland om het te hebben over de interne structuren. Als En Lucha pleiten we binnen Podemos actief voor interne democratie, het opbouwen van bewegingen van onderop en het verspreiden van antikapitalistische en revolutionaire ideeën. Volgend jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen en het referendum over Catalaanse onafhankelijkheid komt er aan. Het gaat een interessant jaar worden waarin Podemos getest zal worden. Hoe verhoudt Podemos zich tot sociale strijd?
Podemos neemt als organisatie nauwelijks deel aan de sociale strijd. Dat komt aan de ene kant doordat veel mensen (politieke) organisaties wantrouwen. De angst is groot dat ze alleen maar aanwezig zijn om leden of stemmen te winnen. Maar individuele leden van Podemos zijn wel onderdeel van de strijd. Aan de andere kant is er binnen Podemos de gewoonte om eerst een voorstel
te doen, daar vervolgens over te discussiëren en dan een besluit te nemen. Op zich is dat goed, maar het kostte eerst enkele maanden om een besluit te nemen. Maar nu er afdelingen gevormd worden en er een interne structuur wordt opgezet zal dit vanaf de herfst sneller gaan. Dan kan Podemos meer een organiserende kracht gaan worden.
Groepen van werklozen, activisten, linkse organisaties en vakbonden brachten meer dan een miljoen mensen op de been in Madrid In Catalonië zijn jullie geen onderdeel van Podemos. Hoe zit dat?
We hebben goede banden met de Catalaanse afdeling van Podemos. Maar politiek is in Catalonië complexer. Je hebt hier drie verschillende linkse platforms, waaronder de antikapitalistische CUP en Podemos. Elke heeft een eigen insteek. Podemos roept bijvoorbeeld niet op voor onafhankelijkheid van Catalonië, hoewel ze het recht op zelfbestuur formeel wel steunen. Dit komt doordat er ook voormalige leden van
perspectief 7
de ★socialist #266 • augustus 2014
de roep
■ Griekse elektra-arbeiders demonstreren tijdens een algemene staking in Athene
Radicalisering door strijd in Griekenland Griekenland is het land waar de crisis en bezuinigingen het hardst toeslaan. De werkloosheid staat op 28 procent. Tegelijkertijd vonden er de afgelopen jaren meer dan dertig algemene stakingen plaats. De Socialist sprak met Panos Garganas van de Griekse zusterorganisatie van de IS, SEK. Twee jaar geleden waren er twee verkiezingen nodig om tot een regering te komen. Hoe stabiel is de regering?
de sociaal-democratische PSOE actief zijn. Er komt een referendum aan over Catalaanse onafhankelijkheid. Hoe ziet dat eruit?
Volgens de laatste peiling is 60 procent van de Catalanen voor onafhankelijkheid. Maar de peilingen schommelen sterk. Rond de nationale dag van Catalonië zijn mensen bijvoorbeeld meer geneigd om voor onafhankelijkheid te stemmen. Maar de uitkomst van het referendum is van tevoren natuurlijk nooit met zekerheid te zeggen. Tijdens recente verkiezingen in Catalonië wist vooral republikeins rechts hiervan te profiteren. Wij concentreren ons daarom op onze eigen campagne waarin we pleiten voor onafhankelijkheid als een mogelijkheid om een nieuw land van onderop op te bouwen. Onafhankelijkheid is natuurlijk geen oplossing voor sociale problemen, daarom pleiten we er ook voor dat de sociale bewegingen en vakbonden versterkt worden. Maar onafhankelijkheid gaat ook over het recht op politieke vrijheid. Er wordt bijvoorbeeld campagne gevoerd onder de slogan ‘onafhankelijkheid om alles te veranderen’. Oscar Simon is lid van En Lluita, de Catalaanse zusterorganisatie van de IS.
De coalitie tussen de sociaal-democraten (Pasok) en conservatieven (Nieuwe Democratie) is erg zwak. Vorig jaar verloren ze de steun van een derde partij vanwege de sluiting van de publieke omroep. Sinds ze aan de macht kwamen, verloren de coalitiepartijen met elke verkiezing. Tijdens de Europese verkiezingen werd het radicaal linkse Syriza de grootste. Begin volgend jaar zijn er nieuwe parlementsverkiezingen. Er is een hoog niveau van strijd. Migrantarbeiders lopen hierin voorop met stakingen tegen politiegeweld en de strijd van ontslagen schoonmakers tegen hun werkplek: het ministerie van Financiën. Ook neemt het niveau van staatsrepressie toe. Elektriciteitswerkers die 48uur zouden staken, werden bedreigd met ontslag. Tegelijkertijd zien we dat Syriza steeds meer naar het midden beweegt. Een tijdje terug zaten ze met een groep Griekse industriëlen. Hier stelden ze een compromis voor: wanneer Syriza aan de macht komt, zullen ze het minimumloon opnieuw invoeren. Hiertegenover staat een verlaging van de belasting voor grote bedrijven. De neonazipartij de Gouden Dageraad is in het defensief gedrukt na de massabeweging die volgde op de moord op Pavlos Fyssas. Wat is de positie van de fascisten op het moment?
De antifascistische coalitie waarbinnen SEK actief is, KEERFA, groeide na de moord op de Pakistaanse vluchteling Shehzad Luqman in de
winter van 2013. Dit werd niet gedreven door de grote partijen op links. Dit veranderde met de moord op Pavlos Fyssas. Dit dwong de KKE en Syriza onderdeel te worden van de mobilisatie. Onder druk van de beweging moest de regering de leiders van Gouden Dageraad arresteren. Dertig leden van Nieuwe Democratie waren hiertegen. ‘Als we ze niet gearresteerd hadden, zouden we rellen in het centrum van Athene hebben gehad’, stelde een van de leiders van de partij tijdens een interne bijeenkomst. Beide partijen onderhielden nauwe banden. De rechtszaak tegen Gouden Dageraad begint in de herfst. We moeten blijven organiseren om de druk op de rechtbank te houden. Niet iedereen op links deelt deze mening. Sommigen stellen dat Gouden Dageraad rechtse stemmers trekt en daarmee Nieuwe Democratie verzwakt. Dit is een gevaarlijke logica. Syriza is nu de grootste partij in de peilingen. Kun je iets zeggen over deze partij en Antarsya, de formatie waarbinnen jullie zelf actief zijn?
Door de explosie van strijd was Syriza in 2012 in staat een aantrekkingspool te vormen voor radicaliserende mensen. Hier hebben ze weinig mee gedaan. Dit komt omdat ze zich in de eerste plaats richten op het parlement en de partijleiding de controle wil houden. Ze zijn niet open voor mensen om actief te worden, zoals bijvoorbeeld Podemos. Syriza is conservatief als het gaat over de stakingsbeweging en hoe mensen terugvechten. Hun oriëntatie is niet het opnieuw opbouwen van voorzieningen, het heropenen van
scholen en ziekenhuizen. Hun standpunt is dat hier economisch herstel voor nodig is. De directe oplossing is dat ze vrijwilligers van kerken en ngo’s willen inzetten om deze voorzieningen te leveren. Het initiatief van Antarsya komt voort uit de explosie van sociale strijd in 2008 nadat de politie een jonge scholier doodde. Dit zie je terug in de periode hierna, zowel in de politiek als in de manier waarop we opereren. We hebben een antikapitalistisch programma met radicale oplossingen: annuleren van de schuld, nationaliseren van de banken en het terugdraaien van privatiseringen. Dat heeft activisten aangetrokken uit een breder spectrum dan van de groepen waaruit het ontstaan is. Dit vertaalt zich ook naar activisme binnen de vakbond.
Het initiatief van Antarsya komt voort uit de explosie van sociale strijd in 2008 nadat de politie een jonge scholier doodde Voor de eerste keer is links in de meerderheid binnen de vakbond voor de publieke sector. Als de partijen van links hier samen zouden stemmen, hebben ze meer gewicht dan de rechtervleugel. Activisten van Antarsya hebben hierbinnen veel gewicht, ook al stemmen veel mensen Syriza. Door dit toenemende vertrouwen hebben we veel mogelijkheden om initiatieven te nemen, bijvoorbeeld rond de antifascistische strijd.
Vijf jaar geleden was de schuld de reden om keiharde bezuinigingen door te voeren. Hoe staat deze schuld er nu voor en wat stellen jullie voor hiermee te doen?
Iedereen erkent dat de schuld niet afbetaald kan worden. De EU zegt dat nu er vorderingen zijn met het doorvoeren van bezuinigingen, er gepraat kan worden over manieren om de schuld te verminderen. Ze zijn erg vaag. Ze stellen bijvoorbeeld voor om de betaling uit te strekken over een langere periode of de rente te verlagen. Maar zelfs zo is de schuld niet duurzaam en moet er meer bezuinigd worden. Syriza is hier kritisch over. Zij stellen dat er een internationale conferentie moet komen binnen de EU over de schuld. Hun hoop is dat ze de EU kunnen overtuigen om vermindering van de schuld te overwegen. Onze positie is juist dat de schuld niet duurzaam is. Werkende mensen hebben deze schuld niet gecreëerd en hoeven deze dus ook niet te betalen. Neoliberaal rechts zegt dat de schuld voortkomt uit een te grote publieke sector. Dit is een leugen. De schuld is gecreëerd door de speculatie van de banken. En de staat heeft die schulden overgenomen. Daarom moet Griekenland uit zichzelf de schuld opzeggen. Dit creëert een confrontatie met de EU. Dit zou een goede ontwikkeling zijn. Als de Griekse bevolking zegt: we betalen de schuld niet want die is door de banken gecreëerd, kan dit mensen door heel Europa inspireren hetzelfde te doen. Er zal veel solidariteit zijn voor een Griekse regering die weigert de schuld te betalen.
8 theorie & geschiedenis
de ★socialist #266 • augustus 2014
1914-1918: Nederlandse in de Eerste Werel Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914 betekende meteen al een nederlaag voor de internationale socialistische arbeidersbeweging. De sociaal-democraten steunden de oorlog overal. Ron Blom gaat in op de wijze waarop radicale socialisten in Nederland op de Eerste Wereldoorlog reageerden.
IN HET KORT • De SDAP besloot de mobilisatie te steunen en voor de duur van de oorlog de klassenstrijd te staken. • De SDP, later de Communistische Partij, stelde dat de mobilisatie en oorlogsvoering niet ondersteund kon worden. • Door de houding van de SDAP en het daaraan gelieerde Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) nam de invloed van radicalere groepen zoals de SDP en het Nederlands Arbeids-Secretariaat (NAS) toe en zochten ze meer de samenwerking met elkaar op. • In november 1918 deed Troelstra een slecht voorbereide en aangekondigde oproep tot revolutie. Het establishment had zich echter vrij snel herpakt en de ‘revolutie’ ging voorbij, voor die goed en wel begonnen was. • Radicaal links in Nederland kwam uiteindelijk door samenwerking versterkt uit de oorlog.
■ Aardappeloproer in Amsterdam, 1917
N
ederland nam als kleine imperialistische mogendheid met koloniën (Indië/Indonesië, Suriname en Antillen) een bijzondere positie in. Ingeklemd tussen oorlogvoerende naties, wist Nederland buiten het krijgsgewoel te blijven. Door massale mobilisatie wilde de regering deze neutraliteit gewapenderhand verdedigen. Alle plechtige afspraken op internationale congressen ten spijt, namen de verschillende leidingen van de sociaal-democratie bijna plichtsgetrouw hun plaats in binnen het eigen nationalistische en oorlogszuchtige koor. Geen internationale boycot van de oorlog, maar enthousiaste samenwerking met de eigen bourgeoisie om de arbeidersklasse naar de slachtbank te leiden. Het vraagstuk voor radicale socialisten werd hoe ze het beste de neutraliteit konden verdedigen.
Sociaal-democraten en de oorlog
Pieter Jelles Troelstra en het overgrote deel van de leiding van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) waren altijd sterk beïnvloed door de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) onder leiding van Karl Kautsky, die werd gezien als ‘paus van de Tweede Internationale’. Kautsky was in de internationale socialistische beweging een baken bij belangrijke vraagstukken, zoals oorlog en de socialistische strategie. Maar vanaf ongeveer 1910 was hij langzamerhand opgeschoven van een revolutionair naar een ‘centristisch’ standpunt: laverend tussen revolutionair en gematigd. Ook in andere landen schoven de socialistische partijen en bleken de functionarissen van de uitdijende partij- en bondsbureaucratie, door hun ingroei in de burgerlijke maatschappij, veel meer te verliezen te hebben dan de spreekwoordelijke ketenen van de arbeidersklasse. Kautsky steunde, na aanvankelijke aarzelingen, de opstelling van de SPD-fractie in de Reichstag die besloot in te stemmen met de Duitse oorlogsinspanningen. Dit leidde tot ongeloof bij andere sociaal-democra-
ten in het buitenland. De Russische socialist Vladimir Iljitsj Lenin ging aanvankelijk zelfs uit van bewuste mediamisleiding door de Duitse politieautoriteiten om verwarring te zaaien binnen de internationale arbeidersbeweging. De Duitse aanval tegen Frankrijk via het binnenvallen en bezetten van het neutrale België leidde tot grote onrust. De Nederlandse sociaaldemocraten – op dat moment verdeeld in twee partijen (SDAP en de linksere Sociaal-Democratische Partij/ SDP) – moesten hun positie ten opzichte van de gewapende neutraliteit bepalen. De SDAP besloot in navolging van de Duitse partijgenoten van de SPD en de Franse socialisten de mobilisatie te steunen en voor de duur van de oorlog de klassenstrijd te staken, de zogeheten godsvrede (Duits Burgfrieden). Het overleven van de natie prevaleerde boven de arbeidersklasse. Communisten
De radicalere SDP, die later zou uitgroeien tot de Communistische Partij, sprak van verraad. Deze kleine marxistische partij had zich vijf jaar eerder juist afgesplitst van de SDAP uit onvrede over het gematigde beleid. Bovendien sprak de SDP zich consequent uit voor de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië. In overeenstemming met de eerder aangenomen resoluties van de Tweede Internationale stelde de SDP dat de mobilisatie en eventueel daaropvolgende oorlogsvoering niet ondersteund kon worden. Bovendien was Nederland met zijn koloniën een imperialistische mogendheid, zoals Herman Gorter uiteenzette in zijn invloedrijke brochure Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaal-democraten uit 1914. Gorter had samen met een andere radicale sociaal-democraat, Anton Pannekoek, al eerder een uitgebreide kritiek ontwikkeld op wat zij zagen als de rechtervleugel van de internationale sociaal-democratie. Beiden stonden in contact met de kopstukken van de linkervleugel van de Duitse SPD en ook met bijvoorbeeld de bolsjewieken van Lenin en de zijnen. Terwijl Troelstra zijn zoon begeleidde naar de Haagse kazerne waar deze zich in de eerste dagen van augustus 1914 aanmeldde als vrijwilliger, ageerde de SDP juist fel tegen de mobilisatie ongeacht of deze nu ter verdediging van de neutraliteit was of niet. Een deel van de SDAPleiding was overigens nogal onthutst over de opstelling van de Duitse zusterpartij, tenslotte een belangrijk voorbeeld. Bezetting van vreemd grondgebied, en dus het de facto vertrappen van het zelfbeschikkingsrecht, resulteerde in enige sympathie van de SDAP (op Troelstra na) voor de geallieerden rond Engeland, Frankrijk en als logische consequentie het autocratische Rusland.
Zelfs bij de revolutionair-socialistische SDP bleek men hier niet immuun voor te zijn. Kopstukken als Gorter en Pannekoek ageerden tegen het partij kiezen en spaarden daarbij ook hun eigen pro-Ententepartijleiders David Wijnkoop en Willem van Ravesteyn niet. In de SDP brak bovendien een discussie uit over de interpretatie van de leus van het volksleger: onderdeel van de hervormingsagenda of instrument voor gewapende arbeidersmacht? Volksleger of demobilisatie
De socialistische Tweede Internationale was van het begin af aan voorstander van de invoering van de dienstplicht (militie) en tegen het staande leger. Deze opvatting was sterk beïnvloed door de ervaringen van de Franse Revolutie, een belangrijk referentiepunt voor de socialisten. Geen aristocratische legerleiding, maar een min of meer gedemocratiseerd leger van en voor het volk door middel van de introductie van de (korte) dienstplicht. Hiermee kon het repressieve staatsapparaat enigszins bedwongen worden en in revolutionaire situaties en bij stakingen had de arbeidersklasse reeds de beschikking over de middelen tot zelfverdediging en/of machtsovername.
De SDP stelde dat de mobilisatie en eventueel daaropvolgende oorlogsvoering niet ondersteund kon worden Een volksleger zou ook een progressieve rol kunnen spelen in een conflict met een reactionaire mogendheid. Afhankelijk van de sociale dynamiek beschouwde de Tweede Internationale sommige gewapende conflicten als progressief waarbij socialisten moesten kiezen voor een van de partijen. Dit vormde ook de motivatie voor de steun van de Duitse socialisten aan de oorlog. Het achterlijke autocratische Russische tsarenrijk was een gevaar voor alles wat progressief was in Europa, en Frankrijk was hier bondgenoot van. Evenzeer geïnspireerd door de Franse Revolutie, maar vanuit een andere ideologie, waren ook de links-liberalen aanhanger van het volkslegerconcept. Zij wensten de krijgsmacht, waarbinnen de landadel over het algemeen sterk vertegenwoordigd was, te ontdoen van zijn conser vatieve karakter. Tolstojanen, christen-socialisten en andere pacifisten voelden hier niet veel voor en kwamen op voor dienstweigering. De anarchisten, die zich enkele decennia eerder hadden afgescheiden van de Eerste
■ Franse soldaten in de loopgraven
Internationale, wilden de oorlog beantwoorden met massale dienstweigering en de algemene werkstaking: ‘Geen man en geen cent voor het leger’. Ook de dichteres Henriette Roland Holst, die in 1911 de SDAP had verlaten, hing het standpunt van demobilisatie en ontwapening aan. Net als Gorter was zij van mening dat Nederland een koloniale mogendheid was en daarmee hadden het Nederlandse leger en de vloot een imperialistisch karakter. Van progressieve verdedigingsoorlogen was volgens haar bij imperialistische mogendheden geen sprake meer. Dus moest ook Nederland afzien van de landsverdediging. Ze richtte met andere SDAPoppositionelen het Revolutionair Socialistisch Verbond (RSV) op en zette zich in voor dienstweigeraars. Als enige Nederlandse afgevaardigde was zij in 1915 aanwezig op de internationale socialistische conferentie in het Zwitserse Zimmerwald, waar ze samen met Leon Trotski en Lenin de basis legde voor een alternatief voor de failliete Tweede
■ Spotprent uit 1914: Troelstra en zijn zoon bewaken de Nederlandse grens
de ★socialist #266 • augustus 2014
socialisten ldoorlog
theorie & Geschiedenis 9
plannen om naast de dienstplicht, mensen die daar niet voor in aanmerking kwamen, in de burgermaatschappij verplichte werkzaamheden te laten verrichten. Vooral door verzet vanuit radicaal links kwam van deze plannen tot een ‘burgerdienstplicht’ niets terecht. Wel kreeg de dienstweigeringsbeweging een impuls met het lanceren door vooral christen-socialisten van het dienstweigermanifest. Toenemende mobilisatiemoeheid in Nederland
Internationale in de vorm van de in 1919 opgerichte Derde Internationale (Komintern). De overgebleven marxisten in de SDAP ondersteunden nog steeds het standpunt van het volksleger. Volgens de geestelijk vader van die partij, Frank van der Goes, had ieder volk in de kapitalistische maatschappij (uitzonderingen daargelaten), recht op zijn zelfstandigheid en zelfbeschikking. De arbeidersklasse moest aan het behoud van de zelfstandigheid meewerken, want ‘inlijving bij een vreemd land zou de vorming van een nieuwe, nationale, antithese betekenen, die de klassenstrijd zou bemoeilijken’. Van der Goes bleef daarbij oog houden voor doorbraken richting het socialisme, maar vele anderen binnen de leiding van de SDAP probeerden door hun patriottische opstelling als waarlijke ‘nationale socialisten’ druk uit te oefenen op de liberalen om zo samenwerking en hervormingen af te dwingen. Samen met het begraven van de klassenstrijdbijl en het falen van de verscheurde Tweede Internationale zorgde dit voor een versterking van de rechtervleugel. Het is duidelijk dat in het tijdperk van het moderne imperialisme de klassieke eisen van de internationale sociaal-democratie, zoals het volksleger en het recht op zelfbeschikking, verschillend konden worden uitgelegd. Daarbij kwam nog eens het probleem van het kolonialisme, waarbij delen van de (internationale) sociaaldemocratie waaronder de SDAP, overtuigd waren van de ‘civiliserende werking’ ervan. De ‘onderontwikkelde’ volkeren waren nog niet toe aan onafhankelijkheid. De inheemsen moesten eerst de snelkookpan van het moderne kapitalisme ondergaan, waarna de eenmaal tot wasdom gekomen arbeidersklasse de overgang zou kunnen voltrek-
ken richting het socialisme. Dit soort racistische opvattingen ■ Propaganda voor de mobilisatie in Nederland werden net als deze geleidelijke fasetheorie en het Doordat het sociaal-democratische Verbond van reformisme bekritiseerd door een Nederlands kleine, maar snel groeiende minder- Vakverenigingen (NVV) de godsvreheid van revolutionaire socialisten. depolitiek van de SDAP ondersteunHet optimistische ‘we zijn voor kerst de, nam de invloed van het radicalethuis’ en de normalisering van de re Nederlands Arbeids-Secretariaat vooroorlogse omstandigheden (NAS) toe. De evenzeer tot de sociaal-demo(inclusief herstel van de Tweede Internationale) bleven voorlopig uit. cratische familie behorende SDP De arbeidersklasse en de arme boe- besloot haar voorkeur voor het NVV renbevolking in uniform in de loop- los te laten en kwam steeds intensiegraven, en de burgerbevolking in ver in contact met het ‘onafhankelijhet achterland betaalden de reke- ke’ NAS, dat niet aan een politieke partij was gebonden en van origine ning. meer sociaal-anarchistisch, syndicaLinkse frontvorming listisch en revolutionair was. Grote overeenkomst vormde de afkeer van De grootschalige mobilisatie in de gematigde SDAP. Al snel na het Nederland werd ondersteund door uitbreken van de oorlog ontstond de SDAP en door de meerderheid dan ook een samenwerkingsverband van de Nederlandse bevolking, maar onder de naam van Samenwerkende leidde tot grote problemen. Een Arbeidersverenigingen (SAV) ‘tegen groot deel van de mannelijke bevol- de oorlog en zijn gevolgen’. Naast king (400.000 op een bevolking van NAS en SDP maakten de zes miljoen) moest voor langere tijd Internationaal Anti-Militaristische huis en haard verlaten om bijvoor- Vereniging (IAMV) en de Federatie beeld aan de grenzen gelegerd te van Revolutionaire Socialisten (FRS) worden. Gebrekkige inkomsten, deel uit van dit samenwerkingsvervoedseltekorten, ver veling en band van radicale socialisten. Deze gebrek aan verlof zorgden voor toe- laatste sociaal-anarchistische organinemende onvrede. De bijna een mil- satie was in december 1915 door joen (!) Belgische vluchtelingen in vrije socialisten opgericht om een ons land en de via de kranten ver- tegenwicht te vormen tegen de socispreide informatie over de oorlogs- aal-democratische en ‘parlementaiverschrikkingen gaven bij velen de re’ SDP. doorslag in hun ondersteuning van In 1916 ontstond uit de SAV het de mobilisatie. Landelijk Revolutionair-SocialisNet als in het leger en op de vloot, tische Comité (RSC) met over het nam ook in rest van de maatschappij hele land verspreid plaatselijke afdede onvrede toe. De sociaal-economi- lingen. De SAV en later RSC maaksche omstandigheden verslechter- ten zich sterk voor kwesties als de den zienderogen voor een grote demobilisatie en een betere voedselmeerderheid van de bevolking. Dit voorziening, maar ze ageerden ook zorgde voor nieuwe uitdagingen, tegen de militarisering van de maatdebatten en organisatievormen. schappij. Zo bestonden er regerings-
Na de aanvankelijke nederlaag van de socialistische arbeidersbeweging om het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog te verhinderen, braken er betere tijden aan. Vanaf 1916 nam het aantal stakingen sterk toe en net als in de rest van Europa werd de Nederlandse arbeidersbeweging als gevolg van de Russische Revolutie zelfbewuster en strijdbaarder. In Amsterdam brak in juli 1917 onder aanvoering van vrouwen het aardappeloproer uit en er waren verschillende stakingen in het staatsmunitiebedrijf de Hembrug. Diverse linkse organisaties wisten hiervan te profiteren. Het NAS leefde op, de SDP groeide sterk en de wil tot eenheid tussen de verschillende radicaal linkse krachten nam toe. Bij de verkiezingen van 1917 kreeg de SDP (die een samenwerking aangegaan was met de Bond van ChristenSocialisten/ BvCS) 17.288 stemmen. In het district Amsterdam III verwierf SDP-leider Wijnkoop deze keer 1289 stemmen, meer dan zevenmaal zoveel als in 1913. Hiermee was duidelijk het potentieel aangegeven voor een revolutionair-socialistische partij links van de SDAP. Niet weinig van de extra stemmen zullen vanuit de NAS-hoek gekomen zijn.
In 1917 leefde het NAS op, de SDP groeide sterk en de wil tot eenheid tussen de verschillende radicaal linkse krachten nam toe Dit zal ook de ‘politieke krachten’ in het NAS en onder de vrije socialisten in de FRS niet ontgaan zijn. Hoewel ze konden samenwerken met de linkse sociaal-democraten van de SDP, waren ze afkerig van aansluiting bij die partij. Wel schreven kopstukken voor haar partijblad De Tribune. Een deel van de sociaalanarchisten begon zelfs na te denken over de oprichting van een nieuwe partij, die er ook zou komen in de vorm van de Socialistische Partij (SP). Wijnkoop stoorde zich nogal aan de invloed van anarchisten en antimilitaristen binnen de partij en in de kolommen van het partijorgaan. Maar het was een logisch gevolg van het in 1915 loslaten van de oriëntering van de SDP op het NVV, die voortkwam uit haar sociaal-democratische achtergrond. Het vervolgens omarmen van het NAS kon beschouwd worden als ‘een belo-
ning’ voor het toetreden van een groeiend aantal NAS-leden met een sociaal-anarchistische achtergrond tot de partij. Tegelijkertijd werd de SDP verder versterkt door de aansluiting van de linkse sociaal-democraat Henriette Roland Holst met haar RSV. In het vierde mobilisatiejaar groeide de onvrede. Bovendien nam de roep om uitbreiding van het kiesrecht en introductie van diverse sociale hervormingen toe. Onder de troepen en op de vloot was men steeds minder bereid om genoegen te nemen met karig voedsel, slechte huisvesting en de steeds maar voortdurende mobilisatie. Het intrekken van de verloven in oktober 1918 resulteerde in de zogenaamde Harskamprellen. De sociaal-democraten onder leiding van Troelstra voelden de groeiende populariteit van de links-radicale groepen en van de revolutionaire vakbeweging. Bij de laatste verkiezingen wonnen de revolutionairen vier van de honderd zetels in de Kamer! De SDP behaalde twee zetels, de BvCS een zetel en de voormalig NAS-leider Harm Kolthek nam voor de nieuwe libertair-socialistische SP zitting in het parlement. Troelstra’s revolutiepoging
Wat niemand verwachtte, gebeurde toch. Nota bene SDAP-leider Troelstra deed in november 1918 een poging tot machtsovername. Deze was ingegeven door de Russische Revolutie en de revolutionaire ontwikkelingen in Duitsland, dat op het punt stond in elkaar te storten. Mede door initiatieven als Zimmerwald was de aanvankelijk zeer kleine revolutionaire linkerzijde van de sociaal-democratie zich aan het hergroeperen. Het centrum en de rechterzijde slaagden er niet in een einde te maken aan de oorlog en de Tweede Internationale te herstellen. Organisatorische en ideologische problemen, maar natuurlijk ook vijandigheid (de Belgische socialisten wilden niets te maken hebben met hun Duitse ‘partijgenoten’) waren hier verantwoordelijk voor. Troelstra had nog tevergeefs getracht de partijen in Stockholm aan tafel te krijgen. Zijn frustratie hierover kan ook zeer goed een rol hebben gespeeld in zijn gedachten over een revolutie. Maar Troelstra’s fameuze revolutiepoging verschilde in meer dan een opzicht van het Russische voorbeeld. Zijn machtsgreep was slecht voorbereid en aangekondigd. Het establishment had zich na de ‘revolutionaire woelingen’ dan ook vrij snel herpakt. Ontevreden soldaten werden naar huis gestuurd en betrouwbare troepen en vaderlandsgetrouwe organisaties werden in stelling gebracht. De revolutie ging voorbij, voor die goed en wel begonnen was. Wat wel bleef was de snelle introductie van de uitbreiding van het kiesrecht, de achturige werkdag en andere hervormingen. Radicaal links in Nederland kwam door samenwerking versterkt uit de oorlog tevoorschijn. De schrik zat er goed in bij de autoriteiten en de katholieke en protestantse zuil. De Centrale Inlichtingendienst (CID), die al enige tijd bestond, verlegde haar aandacht van het in de gaten houden van buitenlandse inlichtingendiensten naar het bestuderen van de groeiende invloed van radicale linkse organisaties. Ron Blom promoveerde samen met Theunis Stelling op Niet voor god en niet voor het vaderland: linkse soldaten, matrozen en hun organisaties tijdens de mobilisatie van ’14-’18 (Uitgeverij Aspekt, 2004)
10
de ★socialist #266 • augustus 2014
CULTUUR
Stalinisme en de Indonesische bevrijdingsstrijd Met De revolutie die verboden werd werpt Maurice Ferares nieuw licht op de rol van Nederlandse en Indonesische communisten tijdens de bevrijdingsoorlog van 1945-49. M ar k K i l ia n
‘Waarom heeft de strijd voor nationale onafhankelijkheid in Indonesië vanaf 1945 niet tot arbeidersmacht geleid?’ vraagt Ferares. Het antwoord van deze socialistische veteraan, die zelf in die periode actief was, moeten serieus genomen worden.
Het Nederlandse regime in de ‘Gordel van Smaragd’ was meedogenloos. Indonesië werd geplunderd. De invoering van het cultuurstelsel, bedoeld om cash crops te genereren, had in 1840-45 tot honderdduizenden hongerdoden geleid op Java. Na de afschaffing van de
slavernij in 1860, die werd getraineerd, konden slaven zich vrijkopen, maar ze werden dan vaak schuldplichtig aan hun vroegere eigenaar. Nog in de jaren 1867-75 onttrok Nederland voor 192 miljoen gulden (nu 2 miljard euro waard) aan waren en belastingen aan Indonesië. De rijke elite was vrijwel volledig Europees. Van de Indonesiërs haalde slechts 0,1 procent het drempelinkomen om belasting te betalen (600 gulden per jaar), van de Europeanen 76 procent. Goed onderwijs was alleen voor witte kinderen. Nationalisme
Ondanks dit beleid was er ook onder Indonesiërs economische differentiatie. In 1908 ontstond een nationalistische organisatie, Sarekat Islam, ‘ter bevordering van de inheemse handel’. Na aanvankelijke repressie werd deze in 1913 alsnog toegestaan. ‘Onze vereniging is geen politieke partij’, zei de leiding. De SI werd desondanks het politieke vehikel van de onderdrukten. In 1916, met 360.000 leden, nam ze een resolutie aan die geleidelijk en wettig zelfbestuur eiste. In oktober 1917 veroordeelde ze het kapitalisme, en groeide door tot 2 miljoen leden in 1919.
De CPN had zelf gedurende de oorlog een bevrijdingstrijd geleverd. Maar zes weken na de bevrijding steunde ze de ‘politionele acties’
PKI, werden onderdrukt. Deze PKI had in 1923 1300 leden, maar raakte net als de CPN gestaliniseerd. Stalin
Toen de Russische revolutie geïsoleerd bleef, formuleerde Stalin in 1924 het idee van ‘socialisme in één land’. Het bleek het vaandel voor de afbraak van alle verworvenheden, zoals rechten voor vrouwen en minderheden, en de resten democratie. Stalin sloot deals met imperialisten, en de Komintern werd zijn buitenlandse arm, hoewel die in 1943 formeel werd opgeheven. Nederland wilde Indonesië in 1945 herbezetten (na Japan) om te voorkomen dat de bevrijdingsbeweging de macht greep. De CPN had zelf gedurende de oorlog een bevrijdingstrijd geleverd. Maar zes weken na de bevrijding steunde ze de ‘politionele acties’! Dat de leus ‘Indonesië los van Holland’ geschiedenis was, bevestigde CPN-voorzitter Paul de Groot tijdens een radiotoespraak op 23 mei 1945. De partij plaatste oproepen voor het leger in De Waarheid, ging werkstakingen tegen de oorlog tegen en onderschreef het verdrag van Linggadjati, dat de Republiek erkende, maar ook de Nederlandse claim op een deel ervan. Zelfbeschikking, een principe van Lenins Bolsjewieken, lag in de uitverkoop. De Indonesische
In de jaren dertig nam de regering zware bezuinigingsmaatregelen. Een normaal loon ging van 35 cent per uur naar 11 cent (1933-35). Helaas schrijft Ferares niet over de ambtenarenstaking en de muiterij op de Zeven Provinciën, beiden in 1933, die hiervan de gevolgen waren. De rode vakbonden, gevormd door de Indonesische communistische partij
■ CPN-poster uit 1933
■ Demonstratie van matrozen in Surabaya, 7 mei 1916. Een deel van hen kwam van pantserschip de Zeven Provinciën, dat na een muiterij door de Nederlandse regering werd gebombardeerd.
PKI ging eveneens akkoord met Linggadjati. Zij wilde ministers leveren voor de komende regering. Ook dat lag in lijn van Stalins volksfrontpolitiek. De Indonesische bevrijdingsstrijd volgde kort op een revolutionaire periode in China. Daar zou, door provocatie van Stalins agenten een volksopstand zijn uitgebroken die kansloos was: de Commune van Kanton. Op deze manier rechtvaardigde Stalin ‘socialisme in één land’. Dit vormt Ferares’ vergelijkingmateriaal voor de opstand van Madiun. Maar Madiun lijkt echter juist ontstaan vanuit een gebrek van communistische leiding en ongeduld bij een deel van de bevolking. Dat is niet hetzelfde. Ferares slaat helaas vele protesten en stakingen over, evenals de Indiëweigeraars. Onder hen waren vele communisten, onterecht krijgt dat geen aandacht. Dat onder meer maakt het boek onevenwichtiger dan nodig, want de verzamelde feiten zijn stevig genoeg. Maurice Ferares De revolutie die verboden werd Uitgeverij Abigador / 290 pagina’s / �29,50
Een kijkje in de keuken van de kledingindustrie mensen om hen heen, omdat mode voor iedereen dichtbij komt. Voor de zakenman in het strakke pak, het buurmeisje dat zichzelf heeft ‘bekeerd’ tot Gothic en de activist met het Anticapitalista-shirt. We moeten mode als zodanig dan ook niet zien als iets puur slechts, het is een weerspiegeling van de maatschappij waarin we leven.
Je hoeft geen modepopje te zijn om Stitched Up: The Anti-Capitalist Book of Fashion interessant te vinden: het geeft een ontnucherend beeld van de wereldwijde kleding- en modeindustrie. Duidelijk geschreven door een activiste, Tansy E. Hoskins, geeft dit boek tal van antikapitalistische argumenten. ‘Wat gebeurt er als de door ons ontvangen ideeën, cultuur en informatie gedomineerd worden door enkele bedrijven?’ vraagt Hoskins zich af in het boek. Blijkbaar krijg je dan een maatschappij waar mensen hun geluk zoeken in het materiële, en het menselijke waar mogelijk proberen te vergeten. Seksisme en racisme worden als natuurlijk aangeprezen. Hoskins laat zien dat dit precies is waardoor de modewereld voor de elite zo waardevol is. Het geeft ze een middel om de door hen gewenste moraal op te dringen en de arbeidersklasse in een keurslijf te houden. En door een sterke sociale cohesie op dit gebied is het niemand kwalijk te nemen dat ook zij willen voldoen aan het modebeeld. Een flink deel van de wereldindustrie is afhankelijk van het maken, transporteren en verkopen van kleding. Deze wordt gedomineerd door enkele grote bedrijven. Hoskins laat zien hoe de modewereld een belangrijke pilaar is die het kapitalisme staande houdt. Zoals Marx gezegd
Talitha Alders Tansy E. Hoskins Stitched Up: The Anti-Capitalist Book of Fashion Pluto Press / 254 pagina’s / �23,50
■ Model met een Palestijnse keffiyeh
■ Kledingfabriek in Bangladesh
heeft: ‘De wereldhandel draait bijna alleen om behoeften, niet van de individuele consumptie, maar van de productie.’ Dat is nergens duidelijker dan in een willekeurig winkelcentrum. Ook geeft Hoskins duidelijke voorbeelden van de bizarre arbeidsomstandigheden die fabrieksarbeiders moeten ondergaan om net aan te kunnen overleven. In werkkamers in Bangkok bijvoorbeeld, zitten rijen kinderen op de grond. Zij naaien kralen aan luxe sjaals omdat hun vingers er ideaal klein voor zijn. En
dan hebben we het nog niet over verschillende branden in volgestouwde textielfabrieken in Bangladesh, waarbij sinds 2006 al 500 arbeiders omgekomen zijn. Hoskins bespreekt mode onder andere met betrekking tot de media, racisme en gewicht, gevolgd door mode en reformisme waarin ze de moeilijkheden uitlegt als je je tegen mode wil verzetten. Mode is vooral zo elastisch, dat het op ogenschijnlijk onmogelijke manieren geld weet te verdienen aan elke poging tot verzet.
Hoewel we nog een lange strijd hebben te gaan, schetst ze een mogelijke modewereld in een socialistische maatschappij. Die zou niet gebaseerd zijn op ideeën van een machtige elite en uitbuiting van mens en natuur, maar een wereld vol persoonlijke, kunstzinnige expressie. Dit boek zorgt ervoor dat je anders gaat kijken naar de inhoud van je kledingkast, en op een andere manier door de stad fietst langs diezelfde grote winkelketens die elke stad hetzelfde uiterlijk geven. Het slaat een brug tussen activisten en
de ★socialist #266 • augustus 2014
BOEKEN
Een persoonlijke film om aan te zetten tot activisme Vanaf 14 augustus vindt het World Cinema festival plaats in Amsterdam. Een van de films die hier draait is Radical friends van Chihiro Geuzebroek. De Socialist sprak met haar. Waarover gaat je film? Wat was de aanleiding en is het resultaat wat je ervan verwacht had?
De directe aanleiding voor de film was de klimaattop in Kopenhagen in 2009. Het was mij al bekend dat de internationale politiek corrupt was, met honderdduizend mensen op straat die geconfronteerd worden met politiegeweld. Ze is alleen bezig met het zichzelf toeëigenen van grondstoffen en macht, in plaats van met het dienen van de planeet en de mensheid. Terug in Nederland, was niemand ermee bezig. Dat was voor mij een belangrijke reden om een toegankelijke film te maken die uitnodigt tot actief worden in wereldproblematiek. Er was een duidelijke samenhang tussen politieke crisis en milieucrisis, wat de aanleiding was voor de film. Tijdens de klimaattop kwam Bolivia als enige land wel in actie. Het durfde alleen te staan en kreeg daardoor zelfs sancties. Ze kregen geen toegang tot adaptatie en integratie, van: als je je handtekening niet zet, mag je niet meedoen. De grootste verrassing was uiteindelijk de toon van de film, die heel persoonlijk en intiem is. Ik koos daarvoor, omdat de berg van informatie waar veel mensen op zitten niet altijd tot actiebereidheid leidt. Vooral gevoelens van machteloosheid, eenzaamheid en stigmatisering weerhouden ons ervan in
Je gaat terug naar Bolivia in de film, naar de wateroorlog van meer dan tien jaar geleden. Die brak uit toen de regering de watervoorziening privatiseerde.
Kun je iets zeggen over de tegenstellingen achter het ontwikkelingsproject van Evo Morales?
■ Protest tijdens de ‘wateroorlogen’ in Cochabamba, 21 juli 2003
We vechten voor een maatschappij waarin het bevredigen van menselijke behoeften voorop staat, niet winst. Nog nooit in de geschiedenis produceerde de mensheid zoveel rijkdom als vandaag. Maar in het kapitalisme wordt deze rijkdom niet gebruikt in het belang van de meerderheid van de wereldbevolking. De jacht op winst creëert armoede en honger naast overvloed, naast technologische en wetenschappelijke vooruitgang de mogelijkheid van totale verwoesting door nucleaire oorlog en milieuvernietiging.
actie te komen.
Morales kon president worden doordat er twee revoluties aan vooraf gingen, in 2000 en 2003. Daarvoor was Bolivia het armste ZuidAmerikaanse land met de grootste ongelijkheid. Het heeft een geschiedenis van constante roof van grondstoffen en land, en heeft meer dan honderd revoluties meegemaakt. Het is nu heel mondig. Kijkend naar de wereld zie je dat bepaalde Amerikaanse staten zelfs het regenwater hebben geprivatiseerd. Maar in Cochabamba in 2000 verenigden mensen zich ertegen. Het Westen is zo individualistisch dat iedere activist moeite heeft met mobilisatie en rekrutering. Dus het bewustzijn van collectieve actie daar is heel erg interessant. Ik was benieuwd naar wat mensen doen om het momentum vast te houden in de dagelijkse realiteit na een revolutie. Eén groep maakt deel uit van de dagelijkse bijeenkomsten die nog steeds plaatsvinden op een plein dat ook wel de universiteit van de straat wordt genoemd. Het is een trainingsplek om te leren de discussie aan te gaan over de samenleving, en toegankelijk voor mensen die te arm zijn om een krant te kopen. Een veteraan uit de wateroorlog die ik volgde, verzorgde het dagelijkse nieuwspaneel, beplakt met kranten voorzien van kritisch commentaar.
Toen Morales net president werd, erfde hij een puinhoop. Het land onderging jarenlang Amerikaanse bemoeienis, structurele IMFaanpassingsprogramma’s met meer dan 60 procent die leeft in extreme armoede. In eerste instantie hadden ze de MAS gepositioneerd als een partij die condities zou creëren om socialisme mogelijk te maken. Ze lieten kapitalistische productie doorgaan en eisten vervolgens de
Waar de Internationale Socialisten voor staan
■ Chihiro Geuzebroek op bezoek bij de Boliviaanse mijnwerkers
rijkdommen van de multinationals op om te investeren in onderwijs en zorg. Tegelijkertijd is het moeilijk de kapitalistische wijze van productie te stoppen in een agressieve wereld die constant de ander leegzuigt. Ik begrijp de noodzaak om eerst sterk te worden, hoewel ik als milieuactivist zou willen dat het kaalplukken vandaag stopt. Er is ook sprake van de schuld die het Westen heeft aan onderontwikkelde landen. Een land als Ecuador kan niet zijn natuur beschermen met alleen zijn eigen geld. Als de internationale gemeenschap het wil beschermen, moet ze bijdragen. Simpel gesteld kom je daar nog steeds de imperialistische en kapitalistische krachten tegen die het land eeuwenlang hebben verziekt.
Samen met de VS en Groot-Brittannië voorkwam Nederland dat ecocide in het internationaal recht opgenomen werd Je bent nu terug in Nederland. Hier breekt de regering de natuurbescherming af en worden kolencentrales gebouwd. Het verschil met Bolivia lijkt zo groot.
Er is veel misleidende propaganda dat Nederland het goed probeert te doen. Maar samen met de VS en Groot-Brittannië voorkwam het dat ecocide in het internationaal recht opgenomen werd. De campagne Wij Stoppen Steenkool doet goed werk om het vuile spel van Nederland
duidelijk te maken. We moeten ons hier als activisten niet laten verleiden tot abstracte analyses, maar ook ‘naming and shaming’. De Climate Games deze zomer in Amsterdam zijn hier een goed voorbeeld van. Bij het pro-Palestina-protest in Amsterdam had iemand een bord met de tekst: niemand is vrij zolang anderen onderdrukt worden. Nederland is een zwaar individualistisch land, waar men denkt dat wereldverbetering pas komt met zelfverbetering. Ze zien over het hoofd zien dat zelfverbetering ook komt met wereldverbetering. Mijn film begint met mijn eigen reis die leidt tot de vraag: als we ons niet eens bekommeren om elkaar, hoe kunnen we ons dan bezighouden met de wereld? Dit begint met het interview met mijn vader en werkt van daaruit naar het grotere plaatje. De oproep die daaruit voortkomt, is bouwen aan relaties die nodig zijn om systematische corruptie te bestrijden, vandaar ‘Radical Friends’. Je bent uitgesproken antikapitalist en socialist, maar dat maakt niet makkelijker om je film op plekken te vertonen.
Ja, dat merk ik. Ik heb van filmdistributeurs gehoord dat het een mooie film is van goede kwaliteit, maar onverkoopbaar aan televisienetwerken. Op veel festivals worden filmmakers die films over sociale kwesties maken door de pers als activisten neergezet, alsof ze niet professioneel zijn. Om dat te voorkomen, betekent het maar dat het klein is of minder publiek kan bereiken. Ik ben blij dat een filmfestival het wil vertonen.
De logica van de winst kan pas gebroken worden als de middelen waarmee de rijkdom geproduceerd wordt in handen komen van degenen die de rijkdom produceren; de arbeidersklasse. Dit systeem zou niet draaien zonder de miljoenen mensen die werken in de fabrieken, kantoren, ziekenhuizen en scholen. Zij hebben de kracht om de productie uit handen te nemen van de kleine minderheid die haar vandaag bestuurt en onder controle van de grote meerderheid te brengen. Vandaar Marx' bekende uitspraak dat 'de bevrijding van de arbeidersklasse alleen het werk kan zijn van de arbeidersklasse zelf'. Verkiezingen kunnen gebruikt worden om zoveel mogelijk mensen te mobiliseren voor verbeteringen en om de beperkingen van het parlementaire systeem zichtbaar te maken. Maar werkelijke verandering kan alleen door revolutie bereikt worden. Nederland is geen democratie. De macht over de economie ligt niet bij het parlement of de regering, maar bij een klein groepje directeuren en aandeelhouders van de grote bedrijven. De top van de multinationals, de politie en het leger wordt niet door ons gekozen. Alleen een gezamenlijke beweging van onderaf, van de grote meerderheid van de bevolking, kan hun macht breken. Daarom bouwen we als socialisten op de werkvloer en op straat mee aan elke strijd tegen sociale afbraak, oorlog, onderdrukking en klimaatverandering. We streven naar een zo groot mogelijke eenheid in de strijd en verzetten ons tegen alle ideeën die gebruikt worden om gewone mensen tegen elkaar uit te spelen, zoals racisme, seksisme en homohaat. We vechten voor solidariteit over de grenzen heen. We willen een organisatie bouwen van activisten uit elke campagne en uit elk bedrijf, die kan helpen solidariteit tussen de verschillende sectoren en campagnes uit te bouwen en die de ervaringen uit eerdere strijd kan bundelen voor de toekomst. We staan daarbij in een traditie van revolutionairen als Lenin, Trotski en Luxemburg, die aan het begin van de 20ste eeuw vochten voor een maatschappij waarin de vrije ontwikkeling van ieder individu en de vrije ontwikkeling van allen samengaan. We staan daarom ook in de traditie van degenen die het gevecht voor socialisme, democratie en internationalisme hooghielden toen Stalin de Russische revolutie de nek omdraaide en Hitler aan de macht kwam in Duitsland. In de 21ste eeuw is een toekomst zonder honger, onderdrukking en oorlog mogelijk. Om dat te bereiken is een beweging nodig die sterk genoeg is om het kapitalisme te breken. We nodigen iedereen uit om hieraan mee te bouwen.
Steun de IS - word abonnee, donateur of lid
ABONNEE Toen ik nog een klein meisje was, wilde ik minister-president worden, want ik vond dat het wel eens tijd werd voor een vrouw - alles wat een man kan, kan ik ook! Toentertijd werd ik ook sterk beïnvloed door mijn liberale vader en elke dag om acht uur het journaal. In de puberteit werd het wel tijd om daartegen in te gaan en op het internet was genoeg informatie te vinden buiten de standaardkaders om. Zo begon ik mij te interesseren in psychologie en milieu, en hoe bepaalde problemen ontstaan. Ik was het nooit ergens helemaal mee eens tot ik het socialisme tegenkwam. Bij de huidige actieve politieke partijen was dit ver te zoeken, en zodoende kwam ik bij de Internationale Socialisten. Hier nog een mopje als afsluiter: Why don’t marxists drink chai tea? Because all proper tea is theft!
abonnee: Jaar: tien nummers voor �17 Proef: drie nummers voor �3,50 Donateur: ik steun De Socialist elke maand met � Lid: Scholier �6 Student/uitkeringsgerechtigde �15 Werkende* � Met bovenstaande keuze stem ik in met een machtiging, eenmalig bij een abonnement ofwel maandelijks als donateur of lid. Donateurs en leden ontvangen ook De Socialist thuis. Leden betalen maandelijks contributie en helpen mee met de verkoop van De Socialist.
■ Naam
■ Straat + huisnr.
■ Postcode
■ Plaats
■ Telefoon
■ E-mail
de ★socialist / socialisme.nu
■ Vakbond
■ Datum
Redactie/vormgeefteam Johannes Adahl / Talitha Alders / Steven Blom / Angela Ettema / Bart Griffioen / Siebrand de Haan / Kees Hoogendijk / Mark Kilian / Max van Lingen / Janneke Prins / Adelei van der Velden • Postadres De Socialist / Postbus 92025 / 1090 AA / Amsterdam • E-mailadres
[email protected] • ISSN 1566-0125 • Het volgende nummer verschijnt op 1 september
■ Banknr.
Laina van der Heiden, student
■ Handtekening
Een jaarabonnement in het buitenland bedraagt �26. Voor instituten �35. Indien gemachtigden niet akkoord gaan met de incasso kunnen zij deze binnen 56 dagen terug laten boeken via hun bank. Stuur deze bon in een gefrankeerde envelop naar De Socialist, Postbus 92025, 1090 AA Amsterdam of vul hem in op de site. *Contributie voor werkenden is minimaal �30 of 6% van het besteedbaar inkomen.
Augustus 2014
www.socialisme.nu alisme.nu
Studenten in actie tegen het schuldenstelsel Eind juni en begin juli demonstreerden studenten in verschillende steden tegen de afschaffing van de studiefinanciering en de invoering van het schuldenstelsel. Wat staat er op het spel, en wat is het perspectief voor grootschaliger studentenverzet? T h o mas Ho f lan d & J e r o e n van d e r Star r e
De acties waren gericht tegen de plannen van het kabinet om de studiefinanciering af te schaffen en te vervangen door een ‘sociaal leenstelsel’ (eufemisme voor schuldenstelsel). De afschaffing van de stufi is een langgekoesterde wens van deze en voorgaande regeringen. De maatregel past in een langlopend proces om het hoger onderwijs langs neoliberale lijnen te hervormen. Dit beleid is erop gericht om het hoger onderwijs aan te passen aan de wensen van het bedrijfsleven. Kort gezegd, moeten hoger onderwijsinstellingen personeel en onderzoek leveren aan grote bedrijven, en wel zo goedkoop mogelijk. Dit betekent een tweedeling in het hoger onderwijs: een kleine groep ‘excellente’ studenten zal academisch worden opgeleid voor de R&Dafdelingen van grote bedrijven, en de rest moet naar hbo’s waar ze tegen zo min mogelijk kosten worden klaargestoomd voor de arbeidsmarkt.
De afschaffing van de stufi is een manier om de toegang tot met name universiteiten te beperken voor armere studenten en om verder te bezuinigen op de onderwijsbegroting.
De studiefinanciering is met nog geen 280 euro per maand bij lange na niet voldoende om van te kunnen leven Tot nog toe is er al stevig bezuinigd op de studiefinanciering. Waar de stufi vroeger een gift was, moet nu al de helft, met rente, worden terugbetaald. Het overgrote deel van de studenten werkt om te kunnen rondkomen. Zij moeten immers niet alleen de steeds hoger wordende collegegelden betalen, maar moeten ook wonen, en zichzelf verzekeren, voeden en kleden. De studiefinanciering is met nog geen 280 euro per maand bij lange na niet voldoende om van te kunnen leven: de huur van een studentenkamer is al hoger. Daardoor leven veel studenten ver onder de armoedegrens en blijven ze zitten met hoge schulden. Voor een grote groep jongeren is studeren daarom nu al onbetaalbaar, zeker als hun ouders een klein loon of uitkering ontvangen. Een kans op een betere toekomst wordt hen al bij voorbaat ontnomen. De invoering van het schuldenstelsel gaat verder op deze weg – waar goed onderwijs vroeger nog als recht werd gezien, is het in de praktijk al steeds meer een
■ Studenten demonstreren in Amsterdam, 27 juni 2014
privilege. Doordat studenten enorme schulden riskeren als ze niet binnen de tijd afstuderen, worden met name studenten uit armere gezinnen gedisciplineerd. En tussen studie en bijbaan blijft er weinig tijd en energie over om in actie te komen en te organiseren. Tegelijkertijd hebben eerdere bezuinigingen daarom een dempend effect op strijdbaarheid van studenten en een stimulerend effect op carrièrisme onder bestuursleden van studentenvakbonden. Verzet
Dat studenten desondanks in actie komen tegen de afschaffing van de stufi is goed nieuws. Eind juni en begin mei demonstreerden studenten in Groningen, Utrecht en
Amsterdam. Met elk ongeveer 100 actievoerders, waren het kleine maar strijdbare acties – een belangrijk begin om op voort te bouwen. Het kabinet heeft de aankondiging van de afschaffing van de stufi gepland vlak voor de vakantie en in de tentamenperiodes. Daardoor was het extra moeilijk om grote groepen studenten te mobiliseren. Daarbij weigert de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) om haar verantwoordelijkheid te nemen. Momenteel wil de LSVb niet oproepen tot acties, omdat ‘studenten niet in actie komen’. Hiermee ‘vergeten’ ze dat we überhaupt geen studentenvakbonden nodig zouden hebben als studenten spontaan massaal in actie zouden komen. Het is hun taak om studenten in beweging te krijgen. Dit illustreert hoe deze ‘studen-
‘Na de zomer gaat weer keihard gestreden worden’ Joris van Wouden is lid van studentenpartij Ons Kritisch Alternatief aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). De afgelopen tijd was hij veel betrokken bij het Amsterdamse studentenverzet. Welke acties hebben studenten het afgelopen jaar gevoerd in Amsterdam, en welke successen zijn er geboekt?
Er waren ontzettend veel studentenacties dit jaar. Er was de AFS (fusie tussen de bètafaculteiten van Vrije Universiteit en UvA, red.) die halverwege dit studiejaar werd tegengehouden. De Kerkzaal van de VU is zes dagen bezet geweest. Studenten zijn door heel het land in actie gekomen tegen het schuldenstelsel. Het Maagdenhuis is bezet geweest door honderden studenten om de verhuizing van de Faculteit Maatschappijen Gedragswetenschappen (FMG) naar het Roeterseilandcomplex (REC) tegen te houden en een deel van het Science Park (UvA) is bezet geweest omdat de AFS er
alsnog doorheen werd gedrukt. Op de VU hebben we ons grootste succes geboekt. Op de VU wordt de Faculteit Aard- en Levens wetenschappen (FALW) getroffen door bizarre bezuinigingen. We hebben door een zesdaagse bezetting afgedwongen dat de reorganisatie opnieuw is berekend. De conclusie was duidelijk: reorganiseren is op zowel korte als lange termijn duurder dan niet reorganiseren. Ook is er een openbare hoorzitting gekomen waarbij het perverse, op kwantiteit gerichte, financieringsmodel van de VU is besproken. Door acties op de UvA hebben we zoveel druk op de Centrale Studenten Raad CSR uitgeoefend, dat ze tegen de AFS stemden. Zulke druk kun je alleen creëren door een beweging van onderaf op te bouwen. Zonder acties was de CSR waarschijnlijk akkoord gegaan. Welke rol speelt solidariteit bij studentenacties?
Op de VU was de solidariteit tussen
studenten en medewerkers erg belangrijk. De lokale Abvakabo kwam regelmatig eten brengen en docenten steunden de bezetters op alle mogelijke manieren. Op de UvA is er minder zichtbare solidariteit door zware repressie. Kritische docenten zijn hun baan niet zeker. Gelukkig zien we dat docenten gemotiveerd raken door studentenactivisten. Door te laten zien dat actie werkt, sluiten meer medewerkers zich aan. Wat kunnen we na de zomer aan studentenacties verwachten?
Op de VU en UvA gaat weer keihard gestreden worden. Het VU-bestuur drukt de reorganisatie van de FALW erdoorheen en het bestuur van de UvA gaat toch door met het invoeren van de AFS. Hierover heerst zoveel woede bij de studenten dat er na de vakantie een explosie van activisme op universiteiten zal zijn. De strijd tegen het schuldenstelsel is van een heel andere orde. Omdat het een strijd is die gewon-
nen kan worden door een politieke partij als GroenLinks tegen het akkoord te laten stemmen, wordt de strijd voornamelijk gevoerd door politieke partijen in de Tweede Kamer. De partijen die in de Kamer tegen het schuldenstelsel strijden zijn onzichtbaar op de universiteit. Ze bouwen dus niet mee aan een beweging van onderaf, maar concentreren zich op overleggen en vergaderen. We kunnen deze strijd alleen winnen als we politieke druk combineren met acties. Dit zal betekenen dat er na de zomer ook weer bezettingen zullen plaatsvinden, en ik wil iedereen oproepen om daaraan mee te helpen. Het is een radicalere manier van actievoeren, maar zodra de deur gesealed is, ver vallen bestuursfuncties, is er solidariteit, wordt alles gedeeld en laat iedereen elkaar uitpraten. Het meemaken van een bezetting is een absolute must voor elke student-activist.
tenvertegenwoordigers’ zich vooral richten op lobbyen zonder acties. De enige studenten die zij vertegenwoordigen zijn zijzelf: ‘lobbyen’ en ‘besturen’ betekent in de praktijk ‘netwerken’ en ‘cv bouwen.’ Pas als het gevaar ontstaat dat studenten hun ‘vertegenwoordigers’ laten voor wat zij zijn, en zelf zich gaan organiseren en actievoeren, komen de studentenvakbonden in beweging om de boot niet te missen en vervolgens de boel te sussen. Zoals demonstrerende studenten in de jaren tachtig ook al riepen: ‘De ASVA liep achteran, voorop liep de achterban!’ Een ander probleem is dat veel studenten illusies hebben in partijen als D66 en GroenLinks. De helft van de Nederlandse studenten stemde D66 bij de Europese Verkiezingen. Deze partijen profileren zich als ‘onderwijspartijen’, maar blijven volledig binnen de neoliberale onderwijsvisie: de kwaliteit moet verbeterd worden, maar in de context van het herstel van eliteonderwijs. Met andere woorden: de kleine groep studenten die straks nog naar universiteit kan, krijgt hoogwaardig onderwijs. De rest mag naar een leerfabriek (hbo) – mits ze dat kunnen betalen. Perspectief
Er is dus nog een lange weg te gaan om het verzet op te bouwen dat nodig is om de invoering van het schuldenstelsel te stoppen. Maar er is een belangrijk begin gemaakt. Lokaal zijn studentactivisten samengekomen om de eerste reeks acties te organiseren. Hierbij werken groepen als de Internationale Socialisten, ROOD en diverse Kritische Studentengroepen samen met ongeorganiseerde activisten. Dit legt een belangrijke basis voor grotere, landelijke acties na de zomer. Als deze actiecomités worden uitgebouwd en hun onderlinge banden aanhalen kunnen zij bovendien de zelfverklaarde ‘studentenvertegenwoordigers’ onder druk zetten om hun verantwoordelijkheid te nemen en mee te bouwen aan massalere acties die zich richten op het opbouwen van politieke druk door een perspectief op escalatie.