Waar haal ik geld? Versie 2015
Waar haal ik geld - januari 2015
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9
UITKERINGEN Begrippen Participatiewet WW: Werkloosheidswet ZW: Ziektewet WIA: Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Toeslagenwet WAJONG: Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten AOW: Algemene Ouderdomswet ANW: Algemene Nabestaanden Wet
3 3 5 5 7 8 10 11 12 13
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
TOESLAGEN EN TEGEMOETKOMINGEN Huurtoeslag Zorgtoeslag Kindgebonden Budget Kinderopvangtoeslag Kinderbijslag WTOS: Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Studiekosten
15 15 15 16 16 17 18
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
OVERIGE GEMEENTELIJKE AANVULLINGEN EN KWIJTSCHELDINGEN Woonlastenfonds en Woonkostentoeslag, Het Vierde Huis Individuele Inkomenstoeslag Individuele Inkomenstoeslag voor ouderen Bijzondere bijstand U-pas CompU4school Kwijtschelding Gemeentelijke Belastingen & Waterschapsbelastingen
19 19 19 20 20 21 21 22
4. 4.1 4.2 4.3
INKOMSTENBELASTING DigiD Aangifte Inkomstenbelasting Voorlopige Aanslag Inkomstenbelasting
23 23 23 23
5. 5.1 5.2 5.3
HET ZORGSTELSEL Zorgverzekeringswet Regeling Wanbetalers Zorgverzekeringswet Eigen bijdragen in de zorg
25 25 26 27
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
SCHULDEN EN FINANCIELE HULPVERLENING SHV: Schuldhulpverlening Schuldhulpverlening Gemeente Utrecht SGB: Stadsgeldbeheer Beslaglegging
29 29 31 31 32
7. 7.1 7.2 7.3 7.4
ANDERE HULP OP FINANCIEEL GEBIED U- Centraal Buurtteams Sociaal Juridisch Loket Bewindvoerders, Curatoren en Mentoren
35 35 35 36 36
Bijlage 1: Bijstandsnormen per 1-1-2015
39
2
Waar haal ik geld - januari 2015
1. UITKERINGEN Mensen zonder inkomsten uit arbeid, of met gedeeltelijke inkomsten uit arbeid, kunnen aanspraak maken op een uitkering. Zo kunnen zij een inkomen verkrijgen dat minimaal gelijk staat aan het voor hen geldende sociaal minimum. 1.1 Begrippen Om de stukken over de uitkeringen beter te begrijpen is het handig als u bekend bent met de begrippen ‘sociaal minimum’ en ‘kostendelers’ Begrip sociaal minimum/ bijstandsnorm De hoogte van het sociaal minimum van een persoon hangt af van de woonsituatie. Voor een zelfstandig wonende, wordt er onderscheid gemaakt in drie verschillende situaties: 1. Alleenstaanden (met of zonder inwonende kinderen of studerende huisgenoten) 2. Gehuwden en samenwonenden zonder inwoners 3. Kostendelers, ofwel Alleenstaanden met (niet studerende) medebewoners van 21 jaar of ouder (kan ook een kind zijn), gehuwden, samenwonenden, enzovoort. Behalve een indeling naar gezins- en woonsituatie, is er ook nog een indeling naar leeftijd. Er worden verschillende normen gehanteerd voor de volgende leeftijden: 18 tot 21 jaar 21 tot 65 jaar 65 jaar of ouder Jongeren krijgen veel minder en ouderen iets meer dan de grote groep van 21-65 jaar. De bedragen zijn te vinden in de normenkaart, bijlage 1. Voor mensen die niet zelfstandig wonen maar in een instelling of verzorgingstehuis verblijven, bestaat de zogenaamde zak en kleedgeldnorm. De hoogte van het Sociaal Minimum is een percentage van het Wettelijk Minimumloon. Het minimumloon wordt ieder jaar op 1 januari en 1 juli bijgesteld, zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/vraag-en-antwoord/hoe-hoog-is-hetminimumloon.html. Begrip Kostendelers Wanneer iemand meerderjarige (21 jaar of ouder) medebewoners heeft, die niet studeren, wordt hij geacht de kosten voor het wonen te kunnen delen. Daarom geldt per 1 januari 2015 de kostendelersnorm (voor bestaande gevallen pas vanaf 1-7-2015). De kostendelersnorm wordt toegepast in de participatiewet, de Anw en de Aio. De kostendelersnorm is voor veel mensen lager dan de oude norm. Bijstandsnormen voor individuen, stellen en kostendelers ouder dan 21 jaar
Huishoudtype 1 persoons 2 persoons 3 persoons 4 persoons 5 persoons
Individuele norm (zonder vakantiegeld) € 912,79 € 651,99 € 565,02 € 521,60 € 495,52
percentage van minimumloon 70% 50% 43,33% 40% 38%
3
Totale uitkering als allen bijstand ontvangen € 912,79 € 1.303,99 € 1.695,06 € 2.086,38 € 2.477,58
percentage van minimumloon als allen bijstand ontvangen 70% 100% 130,00% 160% 190% (normen per 1 januari 2015)
Waar haal ik geld - januari 2015
Stroomschema Kostendelersnorm
4
Waar haal ik geld - januari 2015
1.2 Participatiewet De Participatiewet komt in de plaats van de WsW, de WWB, de IOAZ en de IOAW. Het is de wet die voorziet in de activering van mensen met een arbeidsbeperking en uitkeringen voor mensen die niet of niet voldoende inkomsten hebben. In dit boekje bespreken we alleen het onderdeel uitkeringen van de participatiewet. Een uitkering op grond van de Participatiewet kan uitsluitend worden verstrekt als de aanvrager geen aanspraak kan maken op een andere uitkering of loon. Als er wel aanspraak gemaakt kan worden op een andere uitkering of betaald werk, dan is er sprake van een zogenaamde voorliggende voorziening. De aanvraag voor de uitkering wordt dan afgewezen. De gemeente vult reeds bestaand inkomen maximaal aan tot het voor de aanvrager geldende sociaal minimum. De gemeentelijke afdeling W&I (Werk & Inkomen) voert de Participatiewet uit. De aanvraag van de uitkering loopt via het UWV WERKbedrijf. U dient zich hier in te schrijven, als u bent ingeschreven kunt u een WWB-uitkering aanvragen via www.utrecht.nl. Aan het ontvangen van een Participatiewet-uitkering is een aantal voorwaarden verbonden. De belangrijkste voorwaarden zijn de informatie- en activeringsplicht. Wie een uitkering ontvangt, is verplicht iedere wijziging die zich voordoet in de gezinssituatie door te geven aan de afdeling W&I. Daarnaast is het de bedoeling dat mensen met een uitkering zo snel mogelijk in staat zijn weer in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Zij hebben sollicitatieplicht en zijn verplicht mee te werken aan een re-integratietraject. Gebeurt dit niet, of niet op tijd, dan kan de afdeling W&I een maatregel opleggen. Dit houdt in dat de uitkering voor een bepaalde periode met een bepaald percentage gekort wordt. Wie denkt niet in staat te zijn om aan de sollicitatieverplichting te voldoen, kan bij de afdeling W&I ontheffing voor een jaar aanvragen. Of dit wordt toegekend, hangt af van de uitslag van de keuring en eventuele bijzondere omstandigheden. Voor informatie over de Participatiewet kunt u bellen met de afdeling Werk&Inkomen van uw gemeente. U kunt ook informatie over de Participatiewet vinden op www.kennisring.nl. Voor adressen en telefoonnummers van de afdeling W&I in Utrecht, Houten, IJsselstein, Nieuwegein en Stichtse Vecht zie hoofdstuk 8. Aandachtspunten voor de uitkering op grond van de Participatiewet Bij het beoordelen van een aanvraag voor een uitkering wordt ook gekeken naar het vermogen. Als het vermogen boven een bepaalde grens uitkomt, wordt de uitkering afgewezen. De actuele vermogensgrenzen staan vermeld in bijlage 1. De aanvraagdatum van de uitkering geldt bij toekenning als de ingangsdatum. De uitkering kan niet met terugwerkende kracht worden aangevraagd. 1.3 WW: Werkloosheidswet Iedere werknemer die in loondienst is bij een Nederlandse werkgever is verzekerd voor de WW. Dit staat voor Werkloosheidswet. Als u werkloos bent geworden, is het mogelijk dat u in aanmerking komt voor een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet. De WW wordt uitgevoerd door het UWV. De aanvraag van de WW loopt via het UWV WERKbedrijf. Voorwaarden voor een WW-uitkering 1. U bent werkloos geworden 2. U bent verzekerd voor werkloosheid Dit is meestal zo als u bij een werkgever in dienst bent. Als u de AOW- leeftijd bereikt, bent u niet meer verzekerd. 5
Waar haal ik geld - januari 2015
3. U heeft verlies van minimaal 5 uren per week U verliest 5 uur of meer van uw uren per week. En u heeft geen recht meer op loon over die uren. Dus ook als u een deel van uw baan kwijtraakt kunt u een WW-uitkering aanvragen. Werkte u gemiddeld minder dan 10 uur per week? Dan bent u werkloos als u minimaal de helft van dit aantal uren en het loon over die uren kwijtraakt. Overuren of tijdelijk extra gewerkte uren tellen ook mee. 4. U bent direct beschikbaar voor betaald werk U bent direct beschikbaar voor betaald werk. Maak dus bijvoorbeeld geen afspraken voor onbetaalde activiteiten, als u daardoor niet direct aan een nieuwe baan kunt beginnen. 5. U heeft in laatste 36 weken minstens 26 weken gewerkt U heeft in de laatste 36 weken (9 maanden) voordat u werkloos werd minstens 26 weken (6 maanden) gewerkt (een week is van maandag tot en met zondag). 6. U heeft geen schuld aan werkloosheid U bent niet door uw eigen schuld werkloos geworden. Als u door uw eigen schuld werkloos bent geworden, krijgt u misschien geen WW-uitkering. Nadat is vastgesteld dat u recht heeft op een WW-uitkering wordt de duur en de hoogte van de uitkering bepaald. Dit hangt samen met uw arbeidsverleden en met de hoogte van uw laatst verdiende loon. Afhankelijk van de lengte van uw arbeidsverleden heeft u recht op minimaal 3 maanden WW-uitkering. Passende arbeid Na een half jaar WW-uitkering wordt alle arbeid als passend gezien. Dit betekent dat het niveau of salaris van een baan geen belemmering meer mag zijn om die baan te accepteren of daarop te solliciteren. Deze maatregel gaat in per 1 juli 2015. Inkomensverrekening Op 1 juli 2015 gaat ook de inkomensverrekening in de WW in. Dat betekent dat u van elke verdiende bruto euro altijd 30% zelf mag houden. Hierdoor loont het altijd om vanuit de WW aan het werk te gaan. Bron: www.uwv.nl Overzicht veranderingen WW: Situatie nu
Hoe het wordt vanaf 2016
Publieke duur: maximaal 38 maanden Hoogte: 2 maanden 75% en daarna 70% dagloon
maximaal 24 maanden Blijft gelijk, dus: 2 maanden 75% en daarna 70 % dagloon 1e 10 jaar: 1 jaar= 1 maand WW en daarna elk jaar arbeidsver= ½ maand WW Na ½ jaar is alle arbeid passend Inkomensverrekening vanaf 1e WW- dag
Opbouw: 1 jaar arbeidsverleden = 1 maand WW Na 1 jaar is alle arbeid passend Urenverrekening en voor kleine groep na 1 jaar inkomensverrekening
De nieuwe regels gaan niet gelden voor mensen die voor invoering van de wet al een WW-uitkering hebben. Als bij de beoordeling van uw aanvraag blijkt dat u geen recht heeft op een WW-uitkering, dan krijgt u een afwijzende beschikking thuis gestuurd. Hiermee kunt u naar het UWV WERKbedrijf om een WWB-uitkering aan te vragen. Voor informatie over de WW kunt u bellen met het UWV, telefoon werknemers: 0900 – 9294. Ook kunt u informatie vinden op www.uwv.nl of www.werk.nl. 6
Waar haal ik geld - januari 2015
U kunt uw WW-uitkering via internet aanvragen: Schrijf u eerst in als werkzoekende bij UWV WERKbedrijf, mogelijk op www.werk.nl. Verzamel en controleer uw gegevens. Vraag uw uitkering aan op www.werk.nl of www.uwv.nl Voor inschrijving heeft u uw DigiD nodig! 1.4 ZW: Ziektewet Als u werkt en ziek wordt, krijgt u loon doorbetaald door uw werkgever. Dit is wettelijk zo geregeld. In sommige gevallen komt u in aanmerking voor een uitkering volgens de Ziektewet. Iedere werknemer onder de pensioengerechtigde leeftijd is hiervoor verzekerd. De werkgever betaalt maximaal de eerste 104 weken (2 jaar) dat u ziek bent uw loon door. Na 42 weken geeft de werkgever aan het UWV door dat u ziek bent. Als u na 2 jaar nog steeds ziek bent kunt u een WIAuitkering aanvragen (zie 1.4). Wanneer uw contract eindigt terwijl u korter dan 104 weken ziek bent, krijgt u daarna een ziektewetuitkering. Uitzendkracht en ziek: Meld u zo snel mogelijk ziek bij het uitzendbureau. Staat in uw contract geen uitzendbeding? Het uitzendbureau betaalt uw loon tijdens uw ziekte door. Ook is het uitzendbureau verantwoordelijk voor uw re-integratie. U krijgt dan meestal geen ZW van UWV. Staat in uw contract een uitzendbeding? Dan geeft uw uitzendbureau aan UWV door dat u ziek bent. Uw dienstverband stopt en u krijgt te maken met UWV. Daarom ziet UWV u dan als iemand zonder werkgever. U kunt een Ziektewet- uitkering van UWV krijgen en u maakt met UWV afspraken over uw re-integratie. Ook als u een WW-uitkering ontvangt en ziek wordt, krijgt u een ZW- uitkering. De ZW wordt uitgevoerd door het UWV. Als u langdurig ziek bent, moet uw werkgever in 2 jaar maximaal 170% van uw jaarloon doorbetalen. In het eerste jaar van uw ziekte krijgt u meestal 100% doorbetaald en in het tweede jaar 70%, maar dit kan ook anders zijn. In het eerste jaar moet de betaling echter minstens gelijk zijn aan het minimumloon. Als uw uitkering in het tweede jaar van de ziekte naar beneden gaat, kan het zijn dat u met uw inkomsten onder het voor u geldende minimum uitkomt. Als dit het geval is, kunt u bij het UWV een toeslag aanvragen. Als u langer dan 6 weken ziek bent, is het de bedoeling dat uw werkgever samen met u kijkt hoe u zo snel mogelijk weer aan het werk kunt. Dit gebeurt samen met de arbodienst of de bedrijfsarts. Uw werkgever is verplicht zich in te spannen voor uw re-integratietraject. Gebeurt dit niet voldoende dan kan het UWV een sanctie opleggen aan uw werkgever. Uiteraard bent u zelf ook verplicht om mee te werken aan uw re-integratie. De verplichtingen met betrekking tot uw re-integratie staan beschreven in de Wet verbetering Poortwachter (zie www.arboportaal.nl). Wanneer u na twee jaar loondoorbetaling of ZW nog niet in staat bent om te werken, kan het zijn dat u in aanmerking komt voor een WIA- uitkering. WIA staat voor Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. U moet de WIA- uitkering aanvragen tenminste 3 maanden voordat de ZW afloopt, dit kunt u doen op www.uwv.nl. Om in aanmerking te komen voor een Ziektewetuitkering moet u nog wel aan een aantal voorwaarden voldoen: U hebt geen recht op loon van uw werkgever U moet verzekerd zijn voor de Ziektewet op het moment dat u ziek wordt. U moet ziek zijn voor uw eigen werk U moet zich tijdig hebben ziek gemeld U moet zich aan een aantal voorschriften houden U mag niet in het buitenland gaan wonen U mag niet in de gevangenis zitten U mag niets doen om uw herstel te hinderen
7
Waar haal ik geld - januari 2015
Voor informatie over de ZW kunt u bellen met het UWV telefoon werknemers: 0900 – 9294. Ook kunt u informatie vinden op www.uwv.nl. Aandachtspunten Ziektewet Als u ziek bent, heeft u bepaalde verplichtingen. Als u deze verplichtingen niet nakomt, kan de werkgever uw loon achterhouden of stopzetten. Als u passend werk weigert, heeft u geen recht meer op loon. Als u het werk dat u wordt aangeboden niet passend vindt, kunt u hierover bij het UWV een second opinion aanvragen. Dit wordt ook wel een deskundigenoordeel genoemd. Als u zonder een goede reden niet meewerkt aan uw re-integratie mag uw werkgever u ontslaan. Hierover moet wel eerst een second opinion zijn aangevraagd bij het UWV. Als u vindt dat u ziek bent, maar uw werkgever vindt dat u moet werken, dan kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. De ZW wordt wekelijks uitgekeerd, inclusief vakantiegeld. U krijgt dus niet nog één keer per jaar vakantiegeld uitbetaald. Dit is belangrijk bij het vergelijken van de hoogte van uw ZWuitkering met de voor uw geldende minimumnorm. Denk aan het aanvragen van de Toeslagenwet als u onder het voor u geldende minimum komt. 1.5 WIA: Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Op het moment dat u door ziekte (gedeeltelijk) niet meer kunt werken, kunt u in aanmerking komen voor een Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen-uitkering. De WIA is de opvolger van de WAO. U kunt pas een WIA-uitkering aanvragen als u bijna 2 jaar ziek bent. In deze periode is uw loon door de werkgever doorbetaald of heeft u een ZW- uitkering ontvangen. Na 2 jaar (104 weken) ziekte betaalt uw werkgever uw loon niet meer door. Of uw Ziektewet- uitkering stopt. Daarom is het belangrijk dat u voor die tijd een WIA- uitkering aanvraagt. U zit dan niet zonder inkomen. Doe de aanvraag uiterlijk in de 93e week dat u ziek bent; dat is na ongeveer 1 jaar en 9 maanden ziekte. De WIA moet u aanvragen bij het UWV. Het UWV bepaalt aan de hand van een arbeidsongeschiktheidskeuring of u in aanmerking komt voor een WIA- uitkering. De keuring bestaat uit een onderzoek door een verzekeringsarts en een onderzoek door een arbeidsdeskundige. De verzekeringsarts kijkt naar uw medische situatie. Als de verzekeringsarts vaststelt dat u helemaal niet meer kunt werken, is er geen onderzoek door de arbeidsdeskundige meer nodig. De arbeidsdeskundige kijkt naar het werk dat u nog zou kunnen doen en wat u daarmee zou kunnen verdienen. Al het werk dat ‘algemeen geaccepteerd is’, komt in aanmerking. Er wordt rekening gehouden met uw (werk)ervaring of opleidingsniveau. Als u gedeeltelijk of geheel kunt werken wordt er van u verwacht dat u actief op zoek gaat naar werk. Op basis van de conclusies van de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige wordt bepaald of u in aanmerking komt voor een (gedeeltelijke) WIA- uitkering. WIA heeft regelingen voor twee situaties. De WIA bestaat uit twee regelingen, namelijk: De IVA, dat betekent Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten. U krijgt een IVA- uitkering wanneer u volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bent. Dit betekent dat u voor 80% - 100% wordt afgekeurd. Bovendien wordt ervan uitgegaan dat dit in de toekomst zo zal blijven. De hoogte van de IVA uitkering hangt samen met uw laatst verdiende loon. Op basis van uw jaarloon voordat u ziek werd, berekend het UWV het WIA maandloon. De uitkering is 75% hiervan. Zolang u volledig arbeidsongeschikt blijft, krijgt u een IVA- uitkering. De afkorting WGA staat voor Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten. U komt in aanmerking voor deze uitkering als u gedeeltelijk of tijdelijk arbeidsongeschikt bent. Uitgangspunt is dat de werknemer zo veel mogelijk blijft werken. Als aanvulling op de eigen
8
Waar haal ik geld - januari 2015
inkomsten zijn er verschillende uitkeringen. De WGA kent 3 soorten uitkeringen, welke u krijgt, hangt af van uw situatie. Binnen de WGA zijn er 3 soorten uitkeringen: 1. Loongerelateerde uitkering 2. Loonaanvullende uitkering 3. Vervolguitkering 1.5.1 Loongerelateerde uitkering U krijgt de loongerelateerde uitkering minimaal 3 maanden en maximaal 38 maanden (dat is iets meer dan 3 jaar). In de brief met de beslissing staat hoelang u de uitkering krijgt. Dat hangt namelijk onder andere af van het aantal jaren dat u heeft gewerkt voor u ziek werd: uw arbeidsverleden. Berekening arbeidsverleden Uw arbeidsverleden bestaat uit 2 periodes: Het fictieve arbeidsverleden. Dit zijn de jaren vanaf het jaar waarin u 18 werd tot en met 1997. Het feitelijke arbeidsverleden. Dit zijn de jaren vanaf 1998 tot het jaar waarin uw WGAuitkering ingaat. Tussen 1 januari 1998 en 2013 telt een jaar mee als arbeidsverleden als u in dat jaar over ten minste 52 dagen SV-loon heeft ontvangen. Vanaf 1 januari 2013 telt een jaar mee als u over minimaal 208 uren in dat jaar SV-loon ontvangen heeft. Wanneer een jaar ook meetelt Heeft u in een kalenderjaar niet gewerkt, of onvoldoende dagen of uren SV-loon ontvangen? Dan kan dat jaar soms toch (gedeeltelijk) meetellen. Bijvoorbeeld als u onbetaald verlof had, voor een kind zorgde, of mantelzorg verleende. Voor ieder volledig jaar arbeidsverleden, heeft u recht op 1 maand loongerelateerde uitkering. Heeft u bijvoorbeeld een arbeidsverleden van 8 jaar, dan krijgt u de uitkering 8 maanden. Als mijn loongerelateerde uitkering afloopt Ruim voordat uw loongerelateerde uitkering afloopt, krijgt u van UWV een brief. Hierin staat wat u kunt verwachten na uw uitkering en of u een andere WGA-uitkering krijgt. De hoogte van die WGAuitkering kan sterk verschillen met uw loongerelateerde uitkering. Dit hangt af van: uw mate van arbeidsongeschiktheid; wat u kunt verdienen volgens de arbeidsdeskundige; hoeveel u verdient. Loonaanvullingsuitkering of vervolguitkering Verdient u de helft of meer van wat u volgens de arbeidsdeskundige kunt verdienen? Dan krijgt u na uw loongerelateerde uitkering (LGU) een loonaanvullingsuitkering (LAU). Zo niet, dan krijgt u een vervolguitkering (VVU). 1.5.2 Loonaanvullende uitkering Ongeveer 3 maanden voordat uw loongerelateerde uitkering afloopt, krijgt u een brief. Hierin staat of u na uw loongerelateerde uitkering een andere WIA- uitkering krijgt: een loonaanvullende uitkering of vervolguitkering. Krijgt u een loonaanvullende uitkering na uw loongerelateerde uitkering? Dan hangt het van uw situatie af hoelang u deze krijgt. Bijvoorbeeld: U verdient minder dan de helft van wat u volgens onze arbeidsdeskundige kunt verdienen. Uw loonaanvullende uitkering wordt dan omgezet in een vervolguitkering. Uw inkomen kan dan sterk omlaag gaan. U verdient weer meer dan 65% van uw oude loon. Uw uitkering stopt dan na een jaar. 9
Waar haal ik geld - januari 2015
U kunt volgens de arbeidsdeskundige weer meer dan 65% van uw oude loon verdienen. Maar u verdient dit loon niet. Uw uitkering stopt dan na 2 maanden. Gaat het veel slechter met uw gezondheid? En is het zeer waarschijnlijk dat u daardoor nooit meer dan 20% van uw oude loon kunt verdienen? Dan krijgt u mogelijk een IVA- uitkering.
Als er niets verandert in uw situatie, krijgt u de uitkering tot u de AOW- leeftijd bereikt. 1.5.3 Vervolguitkering Ongeveer 3 maanden voordat uw loongerelateerde uitkering afloopt, krijgt u van UWV een brief. Hierin staat of u na uw loongerelateerde uitkering een andere WIA- uitkering krijgt: een loonaanvullingsuitkering of vervolguitkering. Krijgt u een vervolguitkering na uw loongerelateerde uitkering? Dan hangt het van uw situatie af hoelang u deze krijgt. Bijvoorbeeld: U gaat de helft of meer verdienen van wat u volgens de arbeidsdeskundige kunt verdienen. De vervolguitkering wordt omgezet in de hogere loonaanvullingsuitkering. U verdient meer dan 65% van uw oude loon. Uw vervolguitkering stopt dan na een jaar. U kunt volgens de arbeidsdeskundige weer meer dan 65% of meer van uw oude loon verdienen. Dan stopt uw vervolguitkering na 2 maanden. Gaat het veel slechter met uw gezondheid? En is het zeer waarschijnlijk dat u daardoor nooit meer dan 20% van uw oude loon kunt verdienen? Dan krijgt u mogelijk een IVA- uitkering. Als er niets verandert in uw situatie, krijgt u de uitkering tot u de AOW- leeftijd bereikt. Bij de beoordeling van uw recht op een WIA- uitkering wordt geen rekening gehouden met uw vermogen of spaargeld. Ook wordt er niet gekeken naar de inkomsten van uw partner. Inkomsten uit arbeid hebben wel invloed op uw uitkering. Deze worden voor 70% verrekend met uw uitkering. U houdt dus wel extra geld over. Als u geen betaald werk heeft maar vrijwilligerswerk doet, kan het zijn dat u daarvoor een onkostenvergoeding krijgt. De onkostenvergoeding kunt u behouden, andere vergoedingen of beloningen voor vrijwilligerswerk worden wel verrekend met uw uitkering. De WIA is ingegaan in 2004 en geldt alleen als u op of na 1 januari 2004 ziek bent geworden. Als u al een WAO-uitkering heeft dan blijft u deze houden zolang u arbeidsongeschikt bent. Ook als u een gedeeltelijke WAO heeft, blijft de WAO, de eerste vijf jaar dat u (gedeeltelijk) gaat werken, op u van toepassing. Voor informatie over de WIA kunt u bellen met het UWV, telefoon werknemers: 0900 – 9294. Ook kunt u informatie vinden op www.uwv.nl. Aandachtspunten Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen U komt pas in aanmerking voor de WIA als u door uw ziekte of handicap minstens 35% arbeidsongeschikt bent. U mag vrijwilligerswerk doen. U mag inkomsten uit arbeid hebben maar deze worden voor 70% verrekend met uw uitkering. Als u met uw WIA- uitkering onder het voor u geldende sociale minimum blijft, kunt u een aanvulling vanuit de Toeslagenwet aanvragen. 1.6 Toeslagenwet De Toeslagenwet vult uw uitkering onder voorwaarden aan tot het voor u geldende sociale minimum. Het UWV moet u wijzen op de mogelijkheid van de TW. In de praktijk wordt dit vaak vergeten. Daarom is het belangrijk dat u er zelf naar vraagt.
10
Waar haal ik geld - januari 2015
Wanneer kunt u een toeslag van UWV krijgen: Als u 18 jaar of ouder bent én uw inkomen of de gezamenlijke inkomsten met uw partner of huisgenoot lager is dan het sociaal minimum, kunt u een toeslag krijgen in de volgende situaties: 1. U heeft een uitkering van UWV. 2. U bent langer dan een jaar ziek en uw werkgever betaalt u een lager loon dan het sociaal minimum dat voor u geldt. UWV kijkt ook naar uw leefsituatie. Bent u gehuwd of daarmee gelijk gesteld? Dan telt UWV ook de inkomsten van uw partner mee. Dat kan betaald werk zijn, een uitkering, pensioen of bijvoorbeeld studiefinanciering. De Toeslagenwet kunt u aanvragen bij de aanvraag van uw uitkering, maar ook daarna, via www.uwv.nl 1.7 WAJONG: Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten De Wajong is een uitkering voor jongeren die voor hun 17e of tijdens hun studie arbeidsongeschikt zijn geworden. U wordt gezien als arbeidsongeschikt wanneer u door ziekte of beperking niet in staat bent hetzelfde te verdienen als een gezond persoon van uw leeftijd. Een Wajong-uitkering wordt vanaf 2015 alleen nog toegekend aan mensen die helemaal niet (meer) kunnen werken. Voorheen kon dat ook wanneer iemand slechts deels niet kon werken. Nieuwe Wajong aanvragen U komt alleen nog voor de Wajong in aanmerking als u voldoet aan de volgende punten: U woont in Nederland. U bent op uw 17e verjaardag al arbeidsongeschikt. Vóór uw 30e verjaardag kreeg u een langdurige ziekte en in het jaar daarvoor studeerde u minimaal 6 maanden. U bent 100% arbeidsongeschikt en zal dat ook in de toekomst blijven. Als u mogelijk ooit wel weer kunt werken, dan kunt u een Participatiewet-uitkering aanvragen bij uw gemeente. Bestaande Wajong In de Wajong waren in 2010 al enkele wijzigingen opgetreden. Daardoor is er een onderscheid ontstaan in oude (voor 2010 ingegaan) en nieuwe Wajong (vanaf 2010) Nieuwe Wajong: Deze groep is al gekeurd. UWV weet al wie volledig arbeidsongeschikt is en wie gedeeltelijk of tijdelijk. Oude Wajong Deze groep wordt tussen 2015 en 2018 opnieuw gekeurd. Als u een Wajong heeft en volledig en permanent arbeidsongeschikt bent, dan houdt u een uitkering ter hoogte van 75% van het minimumloon. Als UWV vindt dat u nu of later wel voor een deel kunt werken, dan wordt de uitkering vanaf 2018 verlaagd naar 70% van het minimumloon. Ook moet UWV u dan helpen om aan het werk te komen. Voor informatie over de Wajong kunt u bellen met het UWV 0900 – 9294. Ook kunt u informatie vinden op www.uwv.nl.
11
Waar haal ik geld - januari 2015
Aandachtspunten Wajong U hoeft niet in Nederland geboren te zijn om in aanmerking te komen voor de Wajong, maar u moet wel voor uw 17e in Nederland zijn komen wonen. 1.8 AOW: Algemene Ouderdomswet Zodra u uw AOW-leeftijd heeft bereikt, heeft u recht op uitbetaling van de Algemene Ouderdomswet. Uw AOW-leeftijd hangt af van uw geboortedatum. Kijk voor uw AOW-leeftijd op www.svb.nl/aowleeftijd. AOW is een basispensioenvoorziening, gebaseerd op het minimumloon. Iedereen die rechtmatig in Nederland woont, is tussen het 15e en 65e levensjaar verplicht verzekerd voor de AOW. Er bestaat geen onderscheid tussen mannen en vrouwen of werkenden en niet-werkenden. Ook als u niet in Nederland woont, maar hier wel werkt en op grond daarvan loonbelasting betaalt, bent u verzekerd. U bouwt van uw 15e tot uw 65ste per jaar 2% aan AOW op. Na 50 jaar heeft u een volledig AOWpensioen van 100% opgebouwd. Als u pas na uw 15e in Nederland bent komen wonen of een bepaalde tijd buiten Nederland heeft gewoond, is uw AOW-pensioen niet volledig. U kunt dan bij, gebrek aan ander inkomen en vermogen, een aanvullende AIO-uitkering aanvragen. De AOW wordt uitgevoerd door de SVB, de Sociale Verzekeringsbank. Hoeveel AOW-pensioen u (later) krijgt, hangt af van: het aantal jaren dat u verzekerd bent geweest voor de AOW én of u alleen woont of met anderen. Woont u alleen of met anderen? Uw woonsituatie bepaalt ook hoeveel AOW-pensioen u krijgt. Met woonsituatie bedoelen we of u alleen woont of met iemand anders. De netto AOW van iemand die alleen woont, is 70% van het netto minimumloon. De netto AOW van iemand die getrouwd is of samenwoont, is 50% van het netto minimumloon. Twee gepensioneerden die samen wonen ontvangen dus 100%. Veel mensen hebben naast hun AOW een aanvullend pensioen. Dit bouwt u op via uw werkgever of door zelf te sparen. Voor de SVB is uw partner degene met wie u de kosten van het huishouden deelt. Dat kan uw echtgenoot of echtgenote zijn, maar ook een vriend of vriendin, broer of zus, of zelfs een (klein)kind. Hoe vraagt u AOW aan? Als u in Nederland woont, ontvangt u ongeveer een halfjaar voor u de pensioenleeftijd bereikt een aanvraagformulier voor een AOW. Heeft u 3 maanden voor het bereiken van de pensioenleeftijd nog geen aanvraagformulier ontvangen? Neemt u dan contact met de SVB op. Meer informatie over de AOW is te vinden op www.svb.nl. U kunt ook bellen met 030-2649020 Aandachtspunten Algemene Ouderdoms Wet U moet wijzigingen in uw gezinssituatie doorgeven aan de SVB. Als iemand is overleden die een AOW-pensioen had, zorgt de SVB voor het stopzetten van de betaling van de AOW. AOW en de vakantie-uitkering eindigen op de dag na het overlijden. Laat de overledene een partner achter, dan wordt de vakantie-uitkering vanaf de maand mei tot en met de dag van overlijden uitbetaald, alsmede een 'overlijdensuitkering'. De overlijdensuitkering is eenmalig het bedrag van één maand bruto AOW en is voor: - de overblijvende partner of als deze er niet is: - de kinderen jonger dan 18 jaar of als deze er niet zijn: - de persoon die tot de dag van het overlijden met de overledene in één huis woonde. 12
Waar haal ik geld - januari 2015
1.9 ANW: Algemene Nabestaandenwet Iedereen die rechtmatig in Nederland woont, is verplicht verzekerd voor de ANW. De ANW regelt het recht op een uitkering voor de nabestaanden van een overledene: de partner en de kinderen. Om in aanmerking te komen voor een ANW uitkering moet u wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. De ANW wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank. U kunt de ANW bij de SVB aanvragen. Voorwaarden voor de Nabestaandenuitkering ANW: Uw partner overlijdt. Uw partner in Nederland woonde of werkte U heeft de pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikt. U minimaal 45% arbeidsongeschikt bent en/of voor 1950 geboren bent en/of een kind onder de 18 jaar verzorgt Voorwaarden voor de Wezenuitkering ANW: Voor kinderen tot 16 jaar die geen ouders meer hebben is er een wezenuitkering. Deze uitkering kan soms doorlopen tot de 18e of 21e verjaardag. Hiervoor moet het kind aan bepaalde voorwaarden voldoen. Welke dit precies zijn, hangt af van de geboortedatum. Meer informatie over de AOW staat op www.svb.nl. U kunt ook bellen met 030-2649003 Aandachtspunten Nabestaandenuitkering De ANW uitkering eindigt als u met iemand een gezamenlijke huishouding gaat voeren. De nabestaanden ANW uitkering wordt verrekend met uw inkomsten. Het maakt niet uit of u getrouwd was of samenwoonde met uw overleden partner. Aandachtspunten Wezenuitkering De Halfwezenuitkering bestaat niet meer sinds 2013
13
Waar haal ik geld - januari 2015
14
Waar haal ik geld - januari 2015
2. TOESLAGEN EN TEGEMOETKOMINGEN Als u moet leven van een minimum of laag inkomen, is het vaak niet gemakkelijk om rond te komen en alle maandelijkse lasten te betalen. Er bestaan echter verschillende regelingen waarvan u gebruik kunt maken om uw inkomsten aan te vullen. De meeste regelingen worden niet automatisch toegepast en moet u zelf aanvragen. 2.1 Huurtoeslag Ongeacht het inkomen dat iemand verdient, gaat de overheid ervan uit dat iedereen de standaard normhuur zelf kan betalen. Dus ook als u leeft van een uitkering moet u dit bedrag zelf betalen. De huur van een woning is in de meeste gevallen echter een stuk hoger dan de normhuur. Voor het bedrag dat hoger is dan de normhuur kunt u huurtoeslag ontvangen. Hoeveel huurtoeslag u krijgt, hangt af van uw inkomen en hoeveel huur er per maand betaald wordt. De aanvraag doet u voor de totale huur en moet u indienen bij de Belastingdienst, via www.toeslagen.nl. Of u recht heeft op huurtoeslag hangt af van Leeftijd De samenstelling van het huishouden waar u toe behoort Het toetsingsinkomen De hoogte van de subsidiabele huur (kale huur plus bepaalde servicekosten) Vermogen Als de huur te hoog is voor uw leeftijd, kunt u geen huurtoeslag krijgen. De maximale huurgrens wordt jaarlijks verhoogd. In 2015 zijn de grenzen: € 389,05 voor een aanvrager jonger 23 jaar € 699,48 voor een aanvrager vanaf 23 jaar Aanvragen en informatie via www.toeslagen.nl. U moet dan wel een DigiD hebben. De DigiD kunt u aanvragen via www.digid.nl. Zie hoofdstuk 4.1. U kunt ook bellen met de belastingtelefoon: 0800-0543. Aandachtspunten bij de huurtoeslag Wijzigingen in uw persoonlijke situatie moet u doorgeven aan de Belastingdienst. Een wijziging in de huur moet u doorgeven aan de Belastingdienst, want dan wijzigt ook de hoogte van de huurtoeslag. Wanneer dit automatisch gaat, ontvangt u bericht. Teveel ontvangen huurtoeslag moet u terugbetalen. Als u in een jaar teveel huurtoeslag heeft ontvangen mag de Belastingdienst dit verrekenen met de huurtoeslag die u in het lopende jaar ontvangt. Inkomen van kinderen en eventuele andere medebewoners worden ook meegeteld in het gezinsinkomen. U kunt de huurtoeslag met terugwerkende kracht aanvragen tot 1 september van het jaar dat volgt op het jaar waar de aanvraag betrekking op heeft. Tip: wanneer u wilt weten of u niet teveel huur betaalt of benieuwd bent naar de maximale huurprijs voor uw huurwoning, dan kunt u op www.huurcommissie.nl met de huurprijscheck berekenen wat de maximale huurprijs van uw woning is. 2.2. Zorgtoeslag In Nederland is iedereen verplicht een zorgverzekering af te sluiten. De Zorgtoeslag is bedoeld om mensen met een laag inkomen te helpen om de premie te kunnen betalen. U heeft recht op zorgtoeslag als u 18 jaar of ouder bent Een zorgverzekering heeft De Nederlandse nationaliteit heeft of een verblijfsvergunning met recht op toeslagen 15
Waar haal ik geld - januari 2015
Een laag inkomen heeft
Aanvragen en informatie via www.toeslagen.nl. U moet dan wel een DigiD hebben. De DigiD kunt u aanvragen via www.digid.nl. Zie hoofdstuk 4.6. U kunt ook bellen met de belastingtelefoon: 0800-0543. Aandachtspunten zorgtoeslag Wijzigingen in uw persoonlijke situatie moet u direct doorgeven aan de Belastingdienst. Als blijkt dat u meer zorgtoeslag heeft ontvangen dan waar u recht op had, moet u de teveel ontvangen toeslag terugbetalen. U kunt de zorgtoeslag met terugwerkende kracht aanvragen tot september van het volgende jaar. 2.3 Kindgebonden budget Als u één of meer kinderen jonger dan 18 jaar heeft, waarvoor u tevens kinderbijslag ontvangt, en uw inkomsten komen niet boven een bepaalde grens uit, komt u in aanmerking voor het kindgebonden budget. Het norminkomen dat wordt gebruikt, hangt af van het aantal kinderen dat u heeft. Het kindgebonden budget wordt uitbetaald door de Belastingdienst. De Belastingdienst Toeslagen gaat zelf na of u recht heeft op kindgebonden budget. U krijgt bericht over het kindgebonden budget waar u recht op heeft. Vanaf dat moment wordt het kindgebonden budget uitbetaald. Krijgt u bericht dat u nergens recht op heeft, maar u denkt er toch recht op te hebben. Vraag het dan zelf aan bij de Belastingdienst of maak een proefberekening op de site van de Belastingdienst. Het is mogelijk dat bepaalde gegevens bij de Belastingdienst ontbreken. Het recht op Kindgebonden budget hangt af van Het aantal kinderen waarvoor u kinderbijslag krijgt. Het inkomen. Of u een toeslagpartner heeft. Veranderingen 2015 In 2015 zijn de bedragen en normen van het kindgebonden budget aangepast. Lagere inkomens krijgen meer, hogere inkomens krijgen minder. Belangrijk is ook dat er nu een alleenstaande-ouderkop is opgenomen in het Kindgebonden budget. Deze kan oplopen tot € 250 per maand. Aanvragen en informatie via www.toeslagen.nl. U moet dan wel een DigiD hebben. De DigiD kunt u aanvragen via www.digid.nl. Zie hoofdstuk 4.1. U kunt ook bellen met de belastingtelefoon: 0800-0543. Aandachtspunten kindgebonden budget. Wijzigingen in uw situatie moet u direct doorgeven. Als aan het eind van het jaar blijkt dat u teveel kindgebonden budget heeft ontvangen, moet u het teveel uitgekeerde bedrag terugbetalen. 2.4 Kinderopvangtoeslag Als u kinderen heeft en u (en uw eventuele toeslagpartner) werkt of een re-integratietraject volgt, dan moeten de kinderen soms naar de kinderopvang. Voor de kosten van de kinderopvang kunt u eventueel kinderopvangtoeslag krijgen. Deze moet u aanvragen bij de Belastingdienst. Om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag moet u aan een aantal voorwaarden voldoen.
U heeft 1 of meer inwonende kinderen voor wie u kinderbijslag ontvangt, die nog niet naar het voortgezet onderwijs gaan 16
Waar haal ik geld - januari 2015
De inwonende kinderen staan ingeschreven op uw woonadres Uw kind gaat naar een geregistreerde kinderopvang. U werkt, studeert, of volgt een traject om de kans op werk te vergroten of een inburgeringcursus. U heeft de Nederlandse nationaliteit of een geldige verblijfsvergunning met recht op toeslagen
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van uw toetsingsinkomen, gezinssituatie, soort opvang en of u een werkgever heeft. Als u geen werkgever heeft, dan valt uw toeslag lager uit. Het UWV of de gemeente betaalt vaak ook een deel mee. Die betaling gaat niet via de Belastingdienst maar wordt rechtstreeks aan u uitbetaald. U kunt de kosten van de kinderopvangtoeslag ook betaald krijgen door de gemeente op basis van een sociaal medische indicatie. Voor de berekening van de kinderopvangtoeslag wordt gebruik gemaakt van een maximum uurtarief. Over de kosten tot aan dit uurtarief krijgt u volledige kinderopvangtoeslag. Over de kosten die boven dit uurtarief liggen, krijgt u geen kinderopvangtoeslag. De maximale uurtarieven staan op www.toeslagen.nl U kunt in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP www.landelijkregisterkinderopvang.nl) opzoeken of uw kinderopvang is geregistreerd. Aandachtspunten kinderopvangtoeslag. U kunt alleen kinderopvangtoeslag krijgen voor de uren die u werkt of een opleiding volgt. U moet uitgaan van de ouder die de minste uren per jaar werkt. U kunt ervoor kiezen om de kinderopvangtoeslag rechtstreeks te laten overmaken naar de kinderopvang. Dit kunt u aangeven op het aanvraagformulier. Vraag wel eerst aan uw kinderopvanginstelling of die deze mogelijkheid biedt. Wijzigingen in uw situatie moet u direct doorgeven aan de Belastingdienst. Teveel ontvangen kinderopvangtoeslag moet worden terugbetaald. Dit kunt u zien op de definitieve beschikking. 2.5 Kinderbijslag Kinderbijslag is een bijdrage in de kosten voor de opvoeding en verzorging van kinderen. Iedereen die rechtmatig in Nederland woont en kinderen heeft jonger dan 18 jaar, komt in aanmerking voor kinderbijslag. Dit geldt voor biologische en geadopteerde kinderen, pleegkinderen en stiefkinderen. De kinderbijslag kunt u aanvragen bij de Sociale Verzekeringsbank. In de meeste gevallen wordt deze echter automatisch toegekend De kinderbijslag wordt per drie maanden uitbetaald. Het is een betaling achteraf. Dat wil zeggen dat u in april het bedrag over de maanden januari, februari en maart ontvangt. De hoogte van de kinderbijslag is afhankelijk van: Het aantal kinderen De leeftijd van de kinderen Het eigen inkomen van de kinderen Of de kinderen thuis wonen U kunt kinderbijslag krijgen voor kinderen tot 18 jaar. U moet dan wel in het onderhoud van de kinderen voorzien. Dat betekent dat u onder andere alle kosten voor voeding, school, kleding en sport betaalt. Voor kinderen onder de 16 jaar die bij u thuis wonen, hoeft u niet aan te tonen dat u deze kosten echt maakt. Maar als u kinderen heeft onder de 16 jaar die niet thuis wonen, dan moet u kunnen aantonen dat u de kosten voor deze kinderen ook echt betaalt.
17
Waar haal ik geld - januari 2015
Voor kinderen van 16 en 17 jaar zijn er andere regels om kinderbijslag te krijgen. U kunt kinderbijslag krijgen als uw kind: met een stage, bijbaan of werk tijdens de opleiding niet meer verdient dan een bepaald bedrag per kwartaal (De bedragen die een kind mag bijverdienen, veranderen meestal ieder jaar. Wilt u de precieze bedragen weten, kijk dan op www.svb.nl/kinderbijslag/bedragen ); een opleiding volgt waarmee een startkwalificatie wordt gehaald; is vrijgesteld van het halen van een startkwalificatie; een startkwalificatie heeft gehaald en daarna dagonderwijs volgt, werkloos is geworden of door ziekte of handicap geen opleiding meer kan volgen. Een startkwalificatie is een diploma van de havo, van het vwo of van het mbo niveau 2 of hoger. Een opleiding waarbij werken en leren wordt gecombineerd, levert ook een startkwalificatie op. Als uw kind gehandicapt is of op een school heeft gezeten voor praktijkonderwijs of speciaal onderwijs, dan kan uw kind vrijstelling krijgen om een startkwalificatie te halen. Dubbele kinderbijslag voor thuiswonend kind met intensieve zorg Wanneer u voor 2015 in aanmerking kwam voor de TOG, dan krijgt u na 1 januari 2015 in plaats van TOG dubbele kinderbijslag. De TOG is namelijk vervallen. Om in aanmerking te komen voor dubbele kinderbijslag moet u dit aanvragen op de site van de SVB of telefonisch. Wanneer u de aanvraag indient zal een onderzoek worden uitgevoerd door het Centrum indicatiestellingen Zorg (CIZ). Zij geven een advies aan de SVB op basis waarvan u dubbele kinderbijslag kunt krijgen. Meer informatie op www.svb.nl of bel 030-2649020 Aandachtspunten Kinderbijslag Als u de geboorte of adoptie van uw kind aangeeft bij de gemeente, geeft de gemeente dit door aan de SVB. U ontvangt automatisch een aanvraagformulier. Als u vanuit het buitenland in Nederland komt wonen, moet u zich eerst inschrijven in de gemeente waar u gaat wonen. Daarna moet u bij de SVB een aanvraagformulier aanvragen. De geboorte of adoptie van een kind in het buitenland moet u zelf aan de SVB doorgeven. Na een scheiding wordt de kinderbijslag uitbetaald aan de ouder bij wie het kind woont. Woont het kind om en om bij beide ouders, dan wordt de kinderbijslag door de SVB verdeeld. De kinderbijslag wordt niet gezien als inkomen en heeft geen invloed op uw uitkering of belastingaangifte. 2.6 WTOS: Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten Op grond van de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten (WTOS) kunt u recht hebben op een tegemoetkoming. De WTOS wordt uitgevoerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Om voor de WTOS in aanmerking te komen gelden er een aantal voorwaarden, deze voorwaarden kunnen per schooljaar verschillen. Er zijn vier tegemoetkomingen: Tegemoetkoming ouders Tegemoetkoming scholieren Tegemoetkoming leraren Tegemoetkoming deeltijders. Voor informatie over deze tegemoetkomingen en over studiefinanciering kunt u bellen met de DUO: 050-599 77 55. U kunt ook informatie vinden op www.duo.nl.
18
Waar haal ik geld - januari 2015
3. OVERIGE GEMEENTELIJKE AANVULLINGEN EN KWIJTSCHELDINGEN Gemeenten voeren een armoedebeleid om tegemoet te komen aan de behoeften van burgers met een krappe beurs. Op de internetpagina www.utrecht.nl van de gemeente Utrecht, kunt u onder Werk en inkomen – Extra’s bij laag inkomen veel informatie vinden over de verschillende regelingen. Ook kunt u bij www.berekenuwrecht.nl, zelf al een proefberekening maken om te kijken of u in aanmerking komt voor een regeling. 3.1 Woonlastenfonds en Woonkostentoeslag, Het Vierde Huis Het Vierde Huis is een stichting die gemeenten en woningcorporaties helpt bij het aanpakken van woonproblemen. Zo houdt Het Vierde Huis zich onder andere bezig met het beoordelen van urgentieaanvragen, bemiddelt zij bij woonoverlast en kan zij medische keuringen verrichten ten behoeve van een woonindicatie. Bij Het Vierde Huis kunt u ook het woonlastenfonds en de woonkostentoeslag van de gemeente Utrecht aanvragen. Voor de Woonkostentoeslag kunt u in aanmerking komen in de volgende gevallen: Uw woonlasten zijn hoger dan de maximale huurgrens en er is sprake van één van de volgende situaties: a. Uw inkomen is buiten uw schuld plotseling naar beneden gegaan waardoor u de kosten voor de woning niet meer kunt opbrengen. b. U heeft voor de woning een bijzondere medische of sociale indicatie gekregen. U ontvangt een gemeentelijke uitkering en een deel van uw inkomsten uit werk wordt vrijgelaten. Het Woonlastenfonds is een aanvulling op de huurtoeslag en/of de woonkostentoeslag. De toeslag is bedoeld om mensen te compenseren die veel huur betalen en een laag inkomen hebben. Als u huurtoeslag of woonkostentoeslag heeft, komt u misschien ook nog in aanmerking voor het woonlastenfonds. Om te beoordelen of u recht heeft op het woonlastenfonds wordt er gekeken naar de verhouding van uw inkomsten en de huur die u betaalt. Om te kijken of u in aanmerking komt, kunt u een proefberekening maken op www.woonlastenfonds.nl. Voor informatie kunt u bellen met het Klantencontactcentrum van Woningnet: 0900-202 30 72. U kunt ook informatie vinden op www.hetvierdehuis.nl. Hier kunt u ook de aanvraagformulieren vinden en printen. Aandachtspunten Woonlastenfonds en Woonkostentoeslag Het woonlastenfonds is uitsluitend voor mensen die in de gemeente Utrecht wonen. De woonkostentoeslag is een regeling in de bijzondere bijstand die alleen in de gemeente Utrecht door Het Vierde Huis wordt uitgevoerd en niet door W&I. Vraag de woonkostentoeslag aan zodra de inkomensdaling bekend is. De beslissing laat 8 weken op zich wachten. 3.2 Individuele Inkomenstoeslag Deze toeslag komt in de plaats van de Langdurigheidstoeslag, die in 2015 bij wet is afgeschaft. In Utrecht is er voor gekozen om grotendeels dezelfde voorwaarden aan te houden, namelijk: De aanvrager heeft 3 jaar lang een inkomen gehad van maximaal 110% van de geldende bijstandsnorm (gemeten vanaf 1 januari). De afgelopen 12 maanden geen onderbreking in het inkomen van 31 dagen of meer In de 24 maanden daarvoor mag er wel zo’n onderbreking geweest zijn, mits verklaard kan worden hoe de aanvrager dan in zijn levensonderhoud heeft voorzien Aanvrager is jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd. Er is daarnaast een nieuwe wettelijke voorwaarde gesteld: 19
Waar haal ik geld - januari 2015
In de afgelopen 12 maanden heeft de aanvrager meegewerkt aan zijn re-integratie. In de praktijk controleert de gemeente alleen of er een maatregel opgelegd is vanwege niet meewerken aan re-integratie.
3.3 Individuele Inkomenstoeslag voor ouderen Voor ouderen was er tot nu toe de reserveringstoeslag 65+. Deze is bij wet afgeschaft vanaf 2015. De gemeente komt nog met een nieuwe regeling voor ouderen, die waarschijnlijk veel zal lijken op de Individuele inkomenstoeslag. 3.4 Bijzondere Bijstand Wanneer u bijzondere kosten moet maken die u niet zelf kunt betalen, dan kunt u de gemeente vragen om bijzondere bijstand. De gemeente Utrecht heeft beleid waarvoor Bijzondere Bijstand kan worden verstrekt. Daarnaast kan het college ook Bijzondere Bijstand verstrekken voor zaken waarvoor geen beleid is. Bij een aanvraag voor bijzondere bijstand moet u letten op de volgende punten: 1. Bijzondere bijstand wordt gegeven voor kosten die noodzakelijk zijn. Dit zijn kosten die gemaakt moeten worden zonder dat u er zelf iets aan kunt doen. U móet deze kosten maken en u kunt dit bewijzen (bewaar altijd rekeningen en betalingsbewijzen). 2. Het gaat om bijzondere kosten. Bijzondere bijstand is niet bedoeld voor normale kosten, zoals eten, drinken, kleding, huur, gas, water en licht. Deze kosten heeft iedereen en moet u betalen uit uw maandelijks inkomen. Bijzondere bijstand is voor bijzondere kosten, kosten die niet iedereen hoeft te maken. 3. Bijzondere bijstand wordt niet met terugwerkende kracht uitgekeerd. In de meeste gevallen wordt er geen bijzondere bijstand meer gegeven als u zelf de rekening al heeft betaald. Dus zorg ervoor dat u bij een aanvraag eerst heel goed navraagt bij de afdeling W&I wat er de regels zijn. 4. U moet meestal bonnen inleveren van datgene wat u heeft gekocht. Deze controle kan ook nog na een jaar plaatsvinden. Zorg er dus voor dat u de originele rekeningen goed bewaart. Als u een aanvraag voor bijzondere bijstand indient, bepaalt de afdeling W&I of u ervoor in aanmerking komt. Er wordt gekeken naar de volgende punten: 1. De noodzaak: zijn de kosten noodzakelijk? Bij de beoordeling hiervan kan de afdeling W&I rekening houden met uw persoonlijke omstandigheden. 2. Uw draagkracht: op basis van uw inkomen zal de afdeling W&I berekenen of u zelf nog een stukje van de kosten moet betalen of dat u de kosten volledig vergoed krijgt. Het kan ook zijn dat uw inkomen zo hoog is dat u niet in aanmerking komt voor een bijdrage. 3. Een voorliggende voorziening: als het mogelijk is om de kosten bij een andere instantie vergoed te krijgen dan is er sprake van een voorliggende voorziening. Zo is een goede aanvullende ziektekostenverzekering een voorliggende voorziening bij de aanvraag van bijzondere bijstand voor medische kosten. Indien u onvoldoende (aanvullend) verzekerd bent, wordt bijvoorbeeld geen bijzondere bijstand gegeven voor tandartskosten of medicijnen die niet onder de basisverzekering vallen etc. Voor meer informatie over bijzondere bijstand in de gemeente Utrecht, kunt u kijken op de website: www.utrecht.nl. Hier kunt u informatie vinden over alle inkomensondersteunende maatregelen van de gemeente Utrecht. Via deze site kunt u ook de aanvraag indienen, gebruik makend van uw DigiD. Voor informatie over bijzondere bijstandsregelingen kunt u bellen met de gemeentelijke afdeling W&I van uw woonplaats.
20
Waar haal ik geld - januari 2015
3.5. U-Pas De U-pas is een kortingspas voor inwoners van de gemeente Utrecht, Houten, Nieuwegein, IJsselstein, de Bilt en Stichtse Vecht met een laag inkomen. De gratis U-pas geeft korting op sport, recreatie, cursussen, musea, dagtochtjes en meer. Daarnaast worden via de U-pas de schoolactiviteiten vergoed tot € 100 per jaar. Dit heet School€xtra. Het doel van de U-pas is om te voorkomen dat mensen met een laag inkomen en hun kinderen sociaal geïsoleerd raken. U krijgt automatisch een U-pas als u een uitkering van de gemeente krijgt. Ook als u geen uitkering of een andere uitkering heeft, kunt u in aanmerking komen voor de U-pas. Afhankelijk van uw gezinssituatie wordt er een inkomensgrens gehanteerd. De inkomensnormen voor 2014-2015 staan op de website en verschillen per gemeente. De U-pas geldt voor uw hele gezin. Ieder gezinslid krijgt een eigen pas en kan gebruik maken van de kortingen. Kinderen van 18 jaar en ouder moeten zelfstandig een pas aanvragen. Het actuele Upasaanbod waarvan u gebruik kunt maken, is te vinden op www.u-pas.nl. Voor informatie over de U-pas kunt u bellen met het U-pasbureau: 030 – 286 50 50. U kunt ook informatie vinden op www.u-pas.nl. Aandachtspunten U-pas Als u studiefinanciering heeft, heeft u geen recht op een U-pas, behalve als u inwonende kinderen hebt. Als u de U-pas kwijt raakt, kunt u contact opnemen met het U-pasbureau. Zij leggen u uit hoe u een nieuwe pas kunt krijgen. Als u gaat verhuizen moet u dit doorgeven aan het U-pasbureau. Afhankelijk van naar welke gemeente u verhuist, is het mogelijk dat u geen gebruik meer kunt maken van de U-pas. U kunt de U-pas aanvragen digitaal via de website www.u-pas.nl, het aanvraagformulier afhalen bij de bibliotheek in uw gemeente. Ook kunt u het aanvraagformulier telefonisch aanvragen bij het U-pasbureau, telefoonnummer 030 – 286 50 50 (maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 11.00 uur). 3.6 CompU4school Om mee te komen op school is het noodzakelijk dat kinderen ook opdrachten op de computer kunnen maken. De gemeente Utrecht geeft daarom aan kinderen van gezinnen met een U-pas, die voor het eerst naar het voortgezet onderwijs gaan: - Een nieuwe computer met monitor - Een printer - eenmalig € 100 bijdrage aan een internetaansluiting Om in aanmerking te komen voor een computer moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen: U woont met uw kind in Utrecht. Uw gezin heeft een laag inkomen en een U-pas. Uw kind gaat het komende schooljaar (september) voor het eerst naar het voortgezet onderwijs. Uw kind moet een cursus volgen die door de gemeente wordt aangeboden. U moet de computer aanvragen met het aanvraagformulier CompU4school (www.utrecht.nl) Het aanvraagformulier moet uiterlijk 30 april binnen zijn. Voor informatie over het aanvragen van een computer of voor het aanvragen van het aanvraagformulier kunt u bellen met de gemeentelijke afdeling W&I: 030 – 286 52 11. Ook kunt u informatie vinden op www.utrecht.nl.
21
Waar haal ik geld - januari 2015
Aandachtspunten CompU4school Als u denkt dat u in aanmerking komt voor een computer, maar u heeft geen U-pas, dan moet u eerst de U-pas aanvragen. Nadat u uw U-pas heeft ontvangen, kunt u de aanvraag voor de computer indienen. U moet de computer aanvragen voordat uw kind naar de middelbare school gaat. U kunt de computer vanaf 1 februari aanvragen. Het formulier moet uiterlijk 30 april binnen zijn (gemeente Utrecht). Heeft u een tweede kind dat recht heeft op een computer? Dan kan een tweede computer aangevraagd worden als de eerste minimaal 5 jaar oud is. De bijdrage van € 100 wordt niet nogmaals verstrekt. 3.7. Kwijtschelding Gemeentebelasting & Waterschapsbelastingen Jaarlijks ontvangt u van de gemeente waarin u woont een aanslag voor de gemeentelijke belastingen. Daarnaast stuurt het waterschap u een aanslag voor de waterschapsbelastingen. Als u een laag inkomen heeft, is het mogelijk om voor verschillende gemeentelijke- en waterschapsbelastingen kwijtschelding aan te vragen. Het gaat hierbij om de volgende belastingen: Gemeentelijke belastingen onroerende zaakbelasting huurdersdeel afvalstoffenheffing rioolheffing hondenbelasting voor maximaal 2 honden. Waterschapsbelastingen zuiveringsheffing verontreinigingsheffing watersysteemheffing. Kwijtschelding Om vast te stellen of u voor kwijtschelding in aanmerking komt, zijn er door de overheid regels vastgesteld. Deze regels zijn voor iedereen hetzelfde. Er wordt uitsluitend gekeken naar uw netto besteedbare inkomen dat overblijft na aftrek van de vaste lasten. U kunt geen persoonlijke omstandigheden aanvoeren voor kwijtschelding. Als u vermogen heeft, komt u niet in aanmerking voor kwijtschelding. Vermogen is bijvoorbeeld: Een banksaldo dat aanmerkelijk hoger is dan het voor u geldend normbedrag De overwaarde van uw huis (als de waarde van uw huis meer is dan uw hypotheekschuld). De waarde van een auto Als u een eigen bedrijf heeft of een zelfstandig beroep uitoefent, dan komt u ook niet in aanmerking voor kwijtschelding. Ook als u een eigen woning bezit en er sprake is van overwaarde, komt u niet in aanmerking voor kwijtschelding. Als u kwijtschelding wilt aanvragen, moet u gegevens over uw inkomen en uw uitgaven per maand opgeven. Het gaat altijd over het gezinsinkomen. Dus als u een partner heeft, moet u de gegevens van uw partner ook doorgeven. Dit geldt ook voor de inkomsten van uw kinderen. Het aanvraagformulier voor kwijtschelding kunt u opvragen bij de Belastingsamenwerking Gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, ofwel BGHU. Dit kan zowel via de site www.bghu.nl als telefonisch, 088-0640200. De Bghu is gevestigd in het stadskantoor.
22
Waar haal ik geld - januari 2015
4. INKOMSTENBELASTING Eén keer per jaar kunt u aangifte doen bij de belastingdienst. Als u verplicht bent om aangifte te doen, krijgt u automatisch bericht van de belastingdienst dat u vóór 1 april uw aangifte moet hebben gedaan. Als u recht heeft op een teruggave krijgt u hiervan bericht zodra de belastingdienst uw aangifte heeft verwerkt. Het bedrag dat u terugkrijgt, krijgt u in één keer op uw rekening gestort. Als u niet verplicht bent om aangifte te doen, kan het soms toch gunstig zijn om dit te doen omdat u geld terug kunt krijgen. Om er achter te komen of u iets terug kunt krijgen, kunt u via het internet een proefberekening maken. Uiteraard is het wel belangrijk dat u alle gegevens goed invult zodat de berekening klopt. Als u het moeilijk vindt om de belastingaangifte zelf in te vullen, kunt u het beste iemand zoeken die u helpt om de aangifte goed in te vullen. 4.1 DigiD Steeds meer zaken regelt u op internet. Als u op de websites van de overheid uw eigen gegevens wil inzien of iets wil doorgeven aan de overheid, dan heeft u een DigiD nodig. Dit is een gebruikersnaam en wachtwoord, waaraan de overheid kan zien dat u het bent. De DigiD vraagt u aan op www.digid.nl. Bij de aanvraag van een DigiD moet u een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren. Deze bepaalt u zelf. U moet ervoor zorgen dat u de enige bent die deze gegevens kent zodat niemand er misbruik van kan maken. Nadat u de aanvraag voor de DigiD verstuurd heeft, krijgt u binnen 5 werkdagen een brief van de DigiD. In deze brief staat een code waarmee u uw DigiD kunt activeren. U moet dat doen binnen 20 dagen na ontvangst. Activeert u uw DigiD niet binnen 20 dagen, dan vervallen uw gebruikersnaam en wachtwoord en moet u opnieuw een aanvraag doen. Aandachtspunten DigiD Als u uw DigiD anderhalf jaar niet heeft gebruikt, verloopt deze. U moet dan weer een nieuwe aanvragen. Uw gebruikersnaam en wachtwoord zijn strikt persoonlijk. Er zal nooit telefonisch, per e-mail of op wat voor manier dan ook om gevraagd worden. 4.2 Aangifte Inkomstenbelasting Veel mensen vinden het invullen van de belastingaangifte niet gemakkelijk. Maar het is wel belangrijk dat het goed gebeurt. U wilt tenslotte niet teveel betalen of te weinig terugkrijgen. Daarom is het verstandig om hulp te zoeken bij het invullen van uw belastingformulieren. Dit kan op verschillende manieren.
U kunt een afspraak maken bij uw regionale belastingkantoor. Dit moet u wel op tijd doen. Vaak worden er in maart extra mensen ingezet om aangiftes in te vullen. Bel voor een afspraak de Belastingtelefoon op 0800-0543. De vakbond en de ouderenbond hebben vaak ook een belastingservice. Hiervan kunt u gebruik maken als u lid bent. U-Centraal biedt in iedere wijk hulp bij aangifte Inkomstenbelasting. Kijk op www.ucentraal.nl voor meer informatie Op de internetsite www.rijksoverheid.nl kunt u nuttige informatie vinden met betrekking tot het doen van aangifte. U kunt een belastingadviseur inschakelen. Dit is meestal niet gratis.
4.3 Voorlopige Aanslag Inkomstenbelasting Iedereen in Nederland moet belasting betalen over de inkomsten die hij ontvangt. Dit wordt inkomstenbelasting genoemd. De inkomstenbelasting wordt door de werkgever of de uitkerende instantie ingehouden op het salaris of de uitkering en rechtstreeks aan de belastingdienst betaald. Eén keer per jaar berekent de belastingdienst of u voldoende heeft betaald. Dit wordt gedaan aan de
23
Waar haal ik geld - januari 2015
hand van uw Belastingaangifte. Als u te weinig heeft betaald, krijgt u een aanslag om te betalen. Maar het kan ook zijn dat u geld terugkrijgt. In plaats van één keer per jaar kunt u in sommige gevallen ook maandelijks een bedrag terugkrijgen van de belastingdienst. U regelt dit door een Voorlopige aanslag aan te vragen. In dit document behandelen we alleen de Voorlopige Aanslag in verband met bepaalde heffingskortingen. Algemene heffingskorting: Iedereen die belasting betaalt, heeft recht op de algemene heffingskortingen. De werkgever of de uitkeringsinstantie houdt bij de inhouding van de loonheffing al rekening met deze belasting. Heeft u een fiscale partner met inkomen en heeft u zelf weinig of geen inkomen, dan kunt u uitbetaling van de Algemene heffingskorting aanvragen. Het te ontvangen bedrag hangt af van de leeftijd en het inkomen. Inkomensafhankelijke combinatiekorting: Deze regeling van de Belastingdienst is bedoeld voor werkende (alleenstaande) ouders met jonge kinderen. Uw komt hiervoor in aanmerking als u een laag salaris heeft en een of meerdere kinderen heeft die minstens zes maanden per jaar bij u wonen en ook ingeschreven staan op uw adres. De hoogte van de korting is afhankelijk van uw inkomen en het inkomen van uw eventuele partner. Om deze korting aan te vragen dient u een Voorlopige Aanslag aan te vragen bij de Belastingdienst. Indien u een fiscale partner heeft, kan alleen de partner met het laagste inkomen uit arbeid combinatiekorting krijgen. Uitbetaalde heffingskortingen worden gezien als een onderdeel van uw inkomsten voor diverse regelingen. Voor informatie over de Voorlopige Aanslag en de heffingskortingen kunt u bellen met de belastingtelefoon: 0800 – 0543. U kunt ook informatie vinden op www.belastingdienst.nl. Aandachtspunten Inkomstenbelasting Als u geen verplichte aangifte heeft gedaan, maar denkt dat u geld terug kunt krijgen, kunt u met terugwerkende kracht aangifte doen. Dit kan over de laatste 5 jaar. Door middel van de teruggaaftest op internet kunt u bepalen of u recht heeft op een terug te krijgen Voorlopige Aanslag. U hoeft uw terug te krijgen voorlopige aanslag maar één keer aan te vragen. Het jaar daarna krijgt u automatisch een ‘terug te krijgen voorlopige aanslag’ gebaseerd op de gegevens die de belastingdienst van u heeft. Wijzigingen in uw situatie moet u meteen doorgeven. U kunt nooit meer terug krijgen dan u aan belasting betaalt.
24
Waar haal ik geld - januari 2015
5. HET ZORGSTELSEL Verblijf en behandeling in het ziekenhuis of verpleging thuis kost zoveel geld, meestal kunt u dit niet zelf betalen. Daarom zijn er door de overheid verschillende regelingen bedacht die deze kosten kunnen dekken. 5.1 Zorgverzekeringswet Basisverzekering In 2006 is de Zorgverzekeringswet ingegaan en is iedereen in Nederland verplicht zich te verzekeren tegen ziektekosten op basis van deze Zorgverzekeringswet. Om u te verzekeren moet u een zorgverzekering afsluiten bij een zorgverzekeraar. Dit moet u zelf regelen en wordt niet door de overheid gedaan. Iedere zorgverzekeraar biedt een basisverzekering en verschillende aanvullende verzekeringen aan. De inhoud van de basisverzekering is bij iedere zorgverzekeraar gelijk. Dit is vastgelegd in de Zorgverzekeringswet. Ook is hierin vastgelegd dat iedere zorgverzekeraar verplicht is u te accepteren voor de basisverzekering. De prijs die de zorgverzekeraars rekenen voor de basisverzekering is wel per zorgverzekeraar verschillend. Aanvullende verzekering De aanvullende verzekeringen die worden aangeboden, zijn bij iedere zorgverzekeraar anders. U bent ook niet verplicht een aanvullende verzekering af te sluiten. Voor de aanvullende verzekering mag de zorgverzekeraar u wel weigeren. U hoeft de aanvullende verzekering en de basisverzekering niet af te sluiten bij dezelfde zorgverzekeraar. Premie en toeslag Zowel voor de basisverzekering als voor de aanvullende verzekering moet u per maand premies betalen. Als u een laag inkomen heeft kunt u zorgtoeslag krijgen om de premie te kunnen betalen. Zie hiervoor hoofdstuk 2.2. Duur van de verzekering U sluit een zorgverzekering af voor de duur van 1 jaar. De ingangsdatum van de verzekering is 1 januari en de einddatum 31 december. Van uw zorgverzekeraar ontvangt u een polisblad, met daarop alle gegevens van de verzekering. Aan het eind van het jaar kunt u ervoor kiezen om naar een andere verzekering over te stappen. Dit moet u doen binnen een bepaalde periode. U kunt hierover informatie vragen bij uw zorgverzekeraar. U kunt niet veranderen van zorgverzekeraar als u bij uw zorgverzekeraar een achterstand heeft in het betalen van de lopende premie of een schuld uit het verleden. Zilveren Kruis Achmea Optimaal Basis Utrecht Als u een uitkering van de gemeente Utrecht of een U-pas heeft, kunt u meedoen aan een collectieve verzekering via de gemeente Utrecht. Deze verzekering heet de Optimaal verzekering. De verzekering wordt aangeboden door Zilveren Kruis Achmea (was Agis). Als u meedoet aan deze collectieve verzekering, betaalt de gemeente een deel van de aanvullende premie. Daarnaast wordt het eigen risico afgekocht. Uw premie per maand is dan iets hoger, maar u hoeft zelf geen eigen risico meer te betalen. Voor informatie over zorgverzekeringen en voor het vergelijken van verschillende verzekeringen kunt u kijken op het internet bij www.verzekeringssite.nl. U kunt natuurlijk ook telefonisch informatie opvragen bij een zorgverzekeraar. Voor informatie over de zorgverzekeringswet kunt u bellen met uw zorgkantoor. Ook kunt u informatie vinden op www.minvws.nl. Aandachtspunten zorgverzekeringswet U bent verplicht een basisverzekering af te sluiten. Als u de premie voor uw verzekering niet betaalt, kan de zorgverzekeraar uw aanvullende verzekering beëindigen. U kunt pas weer een aanvullende verzekering krijgen zodra u de premieschuld helemaal betaald heeft. 25
Waar haal ik geld - januari 2015
In 2008 is het verplicht eigen risico ingevoerd. Dit betekent dat u de medische kosten ter hoogte van het eigen risico zelf moet betalen. Daarna gaat de zorgverzekeraar de kosten vergoeden. Het eigen risico 2015 bedraagt € 375,- per jaar. U kunt niet veranderen van zorgverzekeraar wanneer u een achterstand in betaling heeft.
5.2 Regeling Wanbetalers Zorgverzekeringswet (bronheffing / bestuursrechtelijke premie zorgverzekering) Algemeen Wanneer iemand zes maanden of meer premieachterstand heeft, meldt de zorgverzekeraar de cliënt aan bij het Zorg Instituut Nederland (ZIN). De zorgverzekeraar brengt de cliënt hiervan schriftelijk op de hoogte. Na aanmelding als wanbetaler bij het ZIN, betaalt u geen premie meer aan de zorgverzekeraar. De hoogte van de premie is 130% van de standaardpremie en deze wordt jaarlijks bepaald door het ministerie van VWS. Standaardpremie 2015 Bestuursrechtelijke premie 2015
: € 117,33 : € 152,53
Het CJIB int namens het ZIN de premies bij u. Dat doet het CJIB zoveel mogelijk via zogenaamde bronheffing. Zo wordt de Zorgtoeslag meestal direct overgemaakt naar ZIN. Het ZIN int de rest van de premie direct via uw loon of uw uitkering. Als dat niet mogelijk is, stuurt het CJIB u een acceptgiro voor het te betalen bedrag Met de betaling van de bestuursrechtelijke premie wordt de schuld bij de verzekeraar niet afgelost. Daarvoor moet apart nog een betalingsregeling getroffen worden met de zorgverzekeraar en eventueel ook met incassobureaus / deurwaarders waar (een deel van) de schuld ligt. Een wanbetaler blijft verzekerd voor zorg uit de Zorgverzekeringswet (basis). Aanvullende verzekeringen worden meestal beëindigd in verband met premieachterstand. De Optimaalverzekering wordt meestal niet vanzelf beëindigd. Tegoeden worden wel verrekend met de openstaande schuld. Daarom en gezien de hoge premie, is het meestal beter om de aanvullende verzekering op te zeggen. Afmelding ZiN Het ZiN stopt met inhouden als de zorgverzekeraar de cliënt afmeldt als wanbetaler. De zorgverzekeraar doet dit in de volgende gevallen: Als de schuld afgelost is. Als er een stabilisatieovereenkomst is ontvangen. Als er een (minnelijke of wettelijke) schuldregeling is gestart. Het ZIN stuurt schriftelijk bericht dat de inhouding of betaling van de bestuursrechtelijke premie stopt. Er moet in dat geval weer premie overgemaakt worden naar de zorgverzekeraar. Voor meer informatie kunt u kijken op www.zorginstituutnederland.nl of bellen met 0900-0289 Aandachtspunten bij Regeling wanbetalers, bronheffing/ bestuursrechtelijke premie zorgverzekering Als wanbetaler blijft u verzekerd voor zorg uit de Zorgverzekeringswet (basis). Met de betaling van de bestuursrechtelijke premie wordt de schuld bij de verzekeraar niet afgelost. 26
Waar haal ik geld - januari 2015
5.3 Eigen bijdragen in de zorg Als u zorg gebruikt van de gemeente ingevolge de wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), zorg op grond van de AWBZ of zorg op grond van de Wet Langdurige Zorg (Wlz) betaalt u daarvoor een eigen bijdrage. De inning van deze eigen bijdragen wordt uitgevoerd door het Centraal Administratiekantoor (CAK). De bijdrage wordt berekend naar draagkracht. Dat wil zeggen dat de hoogte afhankelijk is van uw inkomen en gezinssituatie. Eigen bijdrage Zorg (of hulp) Zonder Verblijf Deze is minimaal € 17,80 en loopt op als het inkomen hoger is. Als u een Optimaal-verzekering hebt kunt u de bijdrage bij Zilveren Kruis declareren. Eigen bijdrage Zorg Met Verblijf Als u in een instelling woont, betaalt u de eigen bijdrage Zorg met Verblijf. Er zijn twee varianten, de hoge en de lage eigen bijdrage.
Lage Eigen Bijdrage: Mensen die naast de plek in de instelling ook nog voor een andere woonplek moeten betalen zijn slechts de lage eigen bijdrage verschuldigd. Dit geldt verder in de volgende situaties: - Eerste 6 maanden van uw opname - De laatste 6 maanden van de opname, als u aannemelijk kunt maken dat u kosten zult maken om weer op uzelf te gaan wonen - U bent gehuwd en uw partner woont nog thuis - U hebt kinderen waarvoor u kinderbijslag krijgt of die studeren - U hebt een Volledig Pakket Thuis (VPT) De Lage Eigen Bijdrage is minimaal € 158,60 per maand en maximaal € 832,60 per maand.
Hoge Eigen Bijdrage: In alle andere gevallen betaalt u de Hoge Eigen Bijdrage. Deze is afhankelijk van uw inkomen. Het is de bedoeling dat u in elk geval nog zak en kleedgeld over houdt. Het meerdere moet u aan bijdrage betalen aan het CAK. De Hoge Eigen Bijdrage is minimaal € 0,- en maximaal € 2.284,60 per maand.
27
Waar haal ik geld - januari 2015
28
Waar haal ik geld - januari 2015
6. SCHULDEN EN FINANCIELE HULPVERLENING Rekeningen stapelen zich op. Uw giro- of bankrekening vertoont vaak een roodstand. Om uit de problemen te komen, moeten rekeningen worden betaald en schulden worden afgelost. Soms lukt dat niet meer omdat u het financiële overzicht kwijt bent. In dat geval kunt u een beroep doen op schuldhulpverlening. 6.1 SHV: Schuldhulpverlening Met schulden is het nog moeilijker dan normaal om rond te komen van uw maandelijkse inkomsten. Het kan zijn dat u met schuldeisers heeft afgesproken om een bepaald bedrag per maand af te lossen. Maar u moet ook nog uw vaste lasten betalen. Soms blijft er dan niets meer over om van te leven. Ook kan het zo zijn dat er deurwaarders bij u aan huis komen. Dit geeft extra veel spanning en onrust. Misschien lijkt het voor u onmogelijk om uit de schulden te komen. Dan is het tijd dat u hulp gaat zoeken bij een organisatie die u kan helpen om een oplossing te vinden voor uw schulden. Hieronder worden eerst de formele mogelijkheden voor schuldhulpverlening uitgelegd. Daarna worden in 6.2. en 6.3 twee instanties besproken die u hierbij kunnen helpen. In principe komt iedereen die in de gemeente Utrecht woont en financiële problemen heeft, in aanmerking voor schuldhulpverlening. Een schuldhulpverlener onderzoekt uw situatie. Samen met u worden de schulden op een rijtje gezet. Verder wordt gekeken naar hoe de schulden zijn ontstaan en hoe in de toekomst het ontstaan van nieuwe schulden kan worden voorkomen. U kunt hierbij het volgende verwachten: Advies bij het aanvragen van uitstel van betaling. Onderzoek of een schuldregeling (nog) mogelijk is. Informatie en advies bij het aanvragen van subsidies, bijzondere bijstand en kwijtscheldingen (de voorliggende voorzieningen). Hulp bij het opzetten van een budgetplan. Als het niet meer mogelijk is om zelf betalingsregelingen te treffen met de schuldeisers, kan een schuldhulpverleningsinstantie bemiddelen tussen u en de schuldeisers om een schuldregeling op te zetten. Er zijn twee soorten regelingen: 1. De minnelijke regeling: hierbij worden afspraken gemaakt met de schuldeisers om een gedeelte van de schulden terug te betalen. Het traject duurt 3 jaar. Als u het goed doorlopen heeft, wordt het restant van de schulden kwijtgescholden. De schuldeisers krijgen een betalingsvoorstel en zij zullen beslissen of zij hiermee akkoord kunnen gaan. 2. De wettelijke regeling, ook wel de WSNP genoemd: als het niet lukt om een minnelijk traject af te spreken omdat 1 of meerdere schuldeisers niet akkoord gaan met het minnelijke voorstel, kunt u een verzoek indienen om toegelaten te worden tot de WSNP. De rechter bepaalt of u hiervoor in aanmerking komt. Dit traject duurt in de regel 3 jaar. U kunt pas een WSNP aanvragen nadat er eerst een minnelijk traject is geprobeerd. U kunt dus niet rechtstreeks naar de WSNP. De minnelijke regeling Dit houdt het volgende in: U heeft een aanvraag schuldhulpverlening ingediend en een intakegesprek gehad met een schuldhulpverlener. Bij uw schuldeisers wordt de hoogte van uw schuld opgevraagd. Op basis van de door u aangeleverde gegevens, wordt uw Vrij Te Laten Bedrag berekend. Dit is het bedrag dat u maandelijks nodig heeft om van rond te kunnen komen. Alles boven het Vrij Te Laten Bedrag, wordt uw afloscapaciteit genoemd en zult u die drie jaar aan de schuldeisers moeten afstaan. Op basis van uw aflossingscapaciteit wordt uitgerekend hoeveel er aan iedere schuldeiser kan worden terugbetaald. Dit wordt aan de schuldeisers voorgesteld 29
Waar haal ik geld - januari 2015
De schuldeisers beslissen of zij wel of niet akkoord gaan. Als alle schuldeisers akkoord gaan, is er sprake van een schuldregeling. Als 1 of meerdere schuldeisers niet akkoord gaan en een dwangakkoord-procedure geen uitkomst biedt, kan er een aanvraag voor de WSNP worden ingediend.
Willen niet alle schuldeisers meewerken? Dan kunt u de rechter vragen om die schuldeiser(s) te dwingen om in te stemmen met de voorgestelde schuldregeling. Dit heet een dwangakkoord. Als de schuldeisers akkoord gaan in het minnelijk traject, gaat u een moeilijke periode tegemoet. U moet 3 jaar lang met weinig geld rondkomen. Aan de andere kant zijn de schuldeisers bereid om een deel van de schuld na drie jaar kwijt te schelden. Het is erg belangrijk dat u de afspraken ook echt gedurende de hele regeling kunt nakomen. Daarom wordt niet zo maar aan een minnelijk traject begonnen. Eerst wordt goed naar uw situatie en uw gedrag gekeken. U moet onder andere voldoen aan de volgende voorwaarden: U moet proberen zoveel mogelijk geld te verdienen voor de schuldregeling Als u meer gaat verdienen, mag u het extra geld niet zelf houden. Dit gaat naar de schuldeisers Al uw schulden moeten bekend zijn U mag geen nieuwe schulden maken U moet uitkomen met het leefgeld dat u per maand krijgt U moet alle veranderingen in uw situatie meteen doorgeven aan uw schuldhulpverlener Bij de start van de schuldregeling tekent u een overeenkomst waarin de voorwaarden zijn vastgelegd. De Wsnp Als de minnelijke regeling mislukt, kunt u een verzoek indienen om toegelaten te worden tot de Wsnp. Dit houdt onder andere het volgende in: Uw schuldhulpverlener stelt samen met u het verzoekschrift op om toegelaten te worden tot de Wsnp Er komt een zitting voor de rechtbank waarin de rechter beoordeelt of u toegelaten kunt worden. U wordt niet automatisch toegelaten. De rechter kan uw verzoek ook afwijzen. Als de rechter u toelaat tot de WSNP, krijgt u een bewindvoerder toegewezen. De bewindvoerder informeert de schuldeisers. De bewindvoerder komt bij u op huisbezoek en bepaalt wat er allemaal tot de boedel behoort. De bewindvoerder opent een zogenaamde boedelrekening. De bewindvoerder berekent de hoogte van het bedrag dat u maandelijks mag houden voor vaste lasten en levensonderhoud. De rechtbank stelt het vervolgens vast. De eerste 13 maanden stelt de rechtbank een postblokkade in. Dit betekent dat uw post eerst naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post vervolgens naar u door. Als u de verplichtingen uit de Wsnp voldoende bent nagekomen wordt de Wsnp na 3 jaar beëindigd met een schone lei. Dit betekent dat het restant van uw schulden niet langer opgeëist kan worden door de schuldeisers. Gedurende de looptijd van de Wsnp, heeft u een aantal verplichtingen waaraan u zich moet houden. Doet u dit niet, of niet voldoende, dan kan de rechter beslissen om u uit de Wsnp te zetten. Uw schulden blijven dan gewoon bestaan en de schuldeisers kunnen de schulden weer opeisen. Bovendien kunt u de eerste 10 jaar geen beroep meer doen op de WSNP. De verplichtingen waar u mee te maken krijgt zijn de volgende: Sollicitatieplicht: u moet alles doen om aan werk te komen en uw inkomsten te verhogen zodat u meer kunt aflossen. Extra geld dat u krijgt, moet u afdragen aan de boedel. 30
Waar haal ik geld - januari 2015
Informatieplicht: u moet wijzigingen in uw situatie meteen doorgeven. U mag geen nieuwe schulden maken. U bent verplicht te reageren op afspraken die de bewindvoerder met u maakt.
Aandachtspunten schuldhulpverlening Een ontheffing van de arbeidsplicht van de afdeling W&I is niet voldoende voor een ontheffing van de arbeidsplicht voor de Wsnp. Er moet dan een medische ontheffing komen door een keuringsarts die de rechtbank inschakelt Als de WSNP voortijdig negatief wordt beëindigd en u failliet wordt verklaard, wordt er een curator aangesteld. Deze bepaalt of u nog blijft afdragen aan de boedel. Pas als het faillissement wordt opgeheven, wordt de afdracht aan de boedel stopgezet. U kunt niet rechtsreeks naar de Wsnp. Het is verplicht eerst een minnelijk traject te proberen. 6.2 Schuldhulpverlening Gemeente Utrecht De afdeling Werk & Inkomen van de gemeente Utrecht heeft een team schuldhulpverlening. Als u problemen heeft met het regelen van uw financiële administratie of u heeft schulden waar u niet meer uitkomt, kunt u naar de gemeente gaan en om hulp vragen. De gemeente biedt u in samenwerking met het Maatschappelijk Werk de mogelijkheid om met hulp van een deskundige uit deze financiële problemen te komen. De Afdeling W&I Utrecht biedt hulp aan inwoners van de gemeente Utrecht. Voor informatie en advies kijkt u op www.utrecht.nl of kunt u bellen met 030- 2865211 De afdeling W& I kan u de volgende hulp bieden. Schuldhulpverlening (zie boven) Budgetcoaching: u krijgt gesprekken over het ontstaan van uw schulden en volgt een cursus budgetbeheer bij Maatschappelijk Werk. Deelname aan deze cursus is verplicht. Het niet nakomen hiervan kan betekenen, dat de gemeente de schuldhulpverlening stopt. Budgetbeheer: de gemeente neemt het beheer van uw inkomen tijdelijk van u over. Uw inkomen wordt gestort op een rekening van de gemeente. Die betaalt de vaste lasten en stort de rest naar u door Aandachtspunten Schuldhulpverlening Gemeente Utrecht Zowel bij de aanvraag van een krediet als bij de aanvraag van schuldhulpverlening wordt uw aanvraag getoetst bij het Bureau Kredietregistratie in Tiel (BKR). 6.3 SGB: Stadsgeldbeheer Naast de gemeente Utrecht biedt ook Stadsgeldbeheer (SGB) hulp bij inkomensbeheer en schuldhulpverlening. SGB is een onderdeel van Stichting de Tussenvoorziening. De Tussenvoorziening biedt opvang en begeleiding aan mensen die in een kwetsbare levenssituatie verkeren. Het gaat hierbij vaak om dak- en thuislozen, mensen die dakloos zijn geweest en mensen die dakloos dreigen te worden. Als u tot een van deze doelgroepen behoort, kunt u zich rechtstreeks aanmelden bij SGB. Maar u kunt ook worden aangemeld door een begeleidende instantie. Ook kunt u terecht wanneer u een afwijzing van de gemeente Utrecht heeft. Wanneer u zich bij Stadsgeldbeheer heeft aangemeld, wordt er een aanmeldgesprek gepland (let op: dit is geen intakegesprek). Tijdens het aanmeldgesprek wordt het aanmeldformulier ingevuld. Hierin komen de volgende zaken aan de orde. Wat is de vraag, problematiek en evt. de urgentie. Er wordt een advies gegeven over de stappen die op korte termijn door de cliënt kunnen worden genomen op gebied van financiën.
31
Waar haal ik geld - januari 2015
Na de aanmelding wordt een vervolgafspraak met u gemaakt om te kijken in hoeverre het gegeven advies is opgevolgd en om het advies zo nodig bij te stellen. Indien nodig worden hierna vervolgafspraken gemaakt. Dit is het Adviestraject. Zodra alle adviezen zijn opgevolgd, komt u op de wachtlijst te staan. Als u cliënt bent bij SGB heeft u een vaste consulent met wie u contact onderhoudt gedurende het traject. Het is de bedoeling dat u samen met uw consulent tot oplossingen voor uw problemen komt. Om het inkomensbeheer mogelijk te maken, wordt er een bankrekening geopend op naam van SGB. Daarop komen alle inkomsten binnen en worden de rekeningen betaald SGB biedt inkomensbeheer en schuldhulpverlening. Zij doet dit aan de hand van 5 fasen. Niet iedere fase hoeft doorgelopen te worden: Intake: in deze fase wordt informatie verzameld over uw inkomsten, uitgaven en schulden en wordt gestart met inkomensbeheer. Tevens wordt in deze fase bekeken wat er geregeld moet worden voordat een schuldregeling kan worden gestart Voortrajecten en schuldenregelingen: als u na fase 1 nog niet klaar bent voor een schuldregeling, wordt een voortraject gestart waarin de belemmeringen kunnen worden weg gewerkt. Bijvoorbeeld het regelen van een echtscheiding, verkopen van een auto of aflossen van specifieke schulden zoals CJIB-boetes. Volledige schuldenregelingen: zodra uw situatie het toelaat, wordt begonnen met een minnelijke schuldenregeling en indien nodig wordt een WSNP aanvraag ingediend. Stabilisatie &Schuldbeheersing: als het niet mogelijk is om een volledige schuldregeling te starten, wordt uw situatie zo stabiel mogelijk gehouden door te doen wat kan op het gebied van schuldenbeheersing en aflossing. Uitstroom en nazorg: het is de bedoeling dat u zo snel mogelijk weer zelfstandig uw financiële zaken kunt regelen. Deze laatste fase start na de schuldregeling, indien u dan nog niet klaar bent om uw financiële zaken zelf weer te regelen. Deze fase duurt maximaal 12 maanden. Voor informatie en aanmelding kunt u bellen met 030-230 29 87. Ook kunt u informatie vinden op www.tussenvoorziening.nl. Aandachtspunten Stadsgeldbeheer Het is niet altijd zo dat u 3 jaar na aanmelding van uw schulden af bent. De duur van het traject hangt af van het moment dat er werkelijk met een schuldregeling kan worden begonnen. Dit is afhankelijk van uw situatie en de mate van medewerking die u verleent. 6.4 Beslaglegging Als een schuldeiser u voor de rechter heeft gedaagd kan hij beslag leggen op uw inkomen en uw bezittingen. Wat mag wel en wat mag niet? Mogelijke beslagleggers Incassobureaus kunnen geen beslag leggen. Zij mogen dat ook niet beweren. Alleen een gerechtsdeurwaarder of belastingdeurwaarder kan beslag leggen. En zelfs dan moet de rechtmatigheid van de vordering aan de rechter voorgelegd zijn. Vonnis Een schuldeiser kan u dagvaarden als u een schuld niet betaalt en er geen regeling overeengekomen is. Als u de schuld erkent, hoeft u meestal niet naar de zitting te gaan. Na de zitting spreekt de rechter een vonnis uit. Pas na het moment dat een deurwaarder een vonnis van de rechter bij u heeft langs gebracht, kan hij overgaan tot beslaglegging. Dat kan beslag zijn op uw loon, inboedel, banksaldo, auto of ander bezit.
32
Waar haal ik geld - januari 2015
Loonbeslag De deurwaarder kan uw werkgever of uitkeringsinstantie opdragen om een deel van uw inkomen aan u te storten (de Beslagvrije Voet) en de rest naar de rekening van de deurwaarder. Beslagvrije Voet Om te bepalen wat de hoogte van het loonbeslag zal worden, vraagt de deurwaarder bij u om informatie over uw inkomsten en uitgaven. U bent verplicht deze informatie te verstrekken. Doet u dit niet, of niet volledig, dan stelt de deurwaarder de beslagvrije voet vast op een zeer laag bedrag. Dat betekent meestal dat de deurwaarder meer geld in houdt dan hij in feite zou mogen. Dat blijft zo totdat u de juiste informatie heeft verstrekt aan de deurwaarder. Aan de hand van de informatie die u verstrekt over uw inkomen, uitgaven en gezinssituatie berekent de deurwaarder de beslagvrije voet. Hiervoor zijn wettelijke regels. Afhankelijk van uw gezinssituatie is er een vaststaande kale beslagvrije voet. Deze is 90% van de sociale minimumnorm die op u van toepassing is. Daarnaast kunnen er correcties zijn voor de ziektekosten en de woonlasten. Als dat zo is, wordt de beslagvrije voet (het deel dat u mag houden) hoger. Deze correcties worden door de deurwaarder niet altijd meegenomen bij de berekening van het beslag. Ook worden er soms fouten gemaakt met betrekking tot de inhouding van het vakantiegeld. Als er bij u sprake is van loonbeslag, is het verstandig om na te laten rekenen of het beslag klopt. Dit kan een financieel dienstverlener voor u doen door middel van het invullen van de VTLB calculator. VTLB staat voor vrij te laten bedrag. U moet dan wel alle juiste gegevens hiervoor aanleveren. Bankbeslag De deurwaarder kan ook beslag leggen op de saldi op uw bankrekeningen. Er geldt dan doorgaans geen beslagvrije voet. De bank maakt uw saldo (of een deel, als het saldo hoger is dan de schuld) van dat moment over naar de deurwaarder. Als u in de problemen komt door bankbeslag is het aan te raden dat u naar het Juridisch Loket (hoofdstuk 7.3) gaat. Soms is het namelijk mogelijk om via de rechter een deel van het bankbeslag terug te krijgen. Bijvoorbeeld om de huur te kunnen betalen. Inboedelbeslag De deurwaarder kan bij u thuis beslag komen leggen op uw inboedel. Hij maakt een lijst van alle spullen die hij mag verkopen. Dat zijn veruit de meeste spullen, maar niet alles. Vanaf dat moment mag u deze spullen niet meer weghalen of verkopen want ze zijn in feite niet meer van u. Doet u dat toch, dan is dat strafbaar. Op het moment dat de deurwaarder de boedel echt wil gaan verkopen, wordt er op uw deur een brief geplakt met de datum en het tijdstip van de openbare verkoop. Beslag op de inboedel wordt ook wel gebruikt als pressiemiddel om de schuldenaar te motiveren om toch nog te betalen of een aflossingsregeling te treffen. Soms worden inboedels echter toch bij openbare veiling verkocht. Aandachtspunten beslaglegging Er kan pas beslag gelegd worden als er sprake is van een vonnis. Heeft u dat vonnis niet in bezit, vraag dan bij de deurwaarder om een kopie. Sommige overheidsinstanties, zoals de Belastingdienst, kunnen zelf een dwangbevel uitvaardigen. Dit heeft ongeveer dezelfde status als een vonnis. Het is belangrijk dat u tijdig de juiste informatie verstrekt als de deurwaarder u om informatie vraagt. Beslag op inkomen: de kale beslagvrije voet is 90% van de voor u geldende sociale minimumnorm. Dit moet u dus in ieder geval maandelijks overhouden. Tip: als u te maken krijgt met een deurwaarder, neem dan contact op met het buurtteam, de afdeling schuldhulpverlening van de gemeente (6.2) of met Stadsgeldbeheer (6.3).
33
Waar haal ik geld - januari 2015
34
Waar haal ik geld - januari 2015
7. ANDERE HULP OP FINANCIEEL GEBIED Naast Schuldhulpverlening zijn er ook andere instanties die u kunnen helpen met uw (hulp-) vragen over geldzaken. 7.1 U-Centraal U Centraal biedt verschillende vormen van informatie en hulp rondom financiën en administratie. Die hulp wordt geboden door professionals en vrijwilligers. Denk bijvoorbeeld aan hulp bij: Administratie thuis Bezwaarprocedures vragen over het persoonsgebonden budget Het aanvragen van toeslagen bij een laag inkomen Schuldhulpverlening voor jongeren De sociaal werkers van U Centraal houden spreekuur in de diverse wijken en buurten van Utrecht. U kunt er gewoon binnenlopen. De sociaal werker kijkt samen met u naar een oplossing. U-Centraal zal kijken naar wat u zelf kunt doen en waar u de hulp van een vrijwilliger of professional voor nodig heeft. U kunt telefonisch een afspraak maken met U-Centraal. Bel 030-236 17 70. 7.2 Buurtteams Sociaal Het buurtteam is een team professionals dat is opgeleid om inwoners die het (even) niet zelf redden te ondersteunen. Het gaat hierbij om zowel volwassenen als gezinnen. De buurtteams zoeken de mensen zelf op. Via onder andere huisartsen, woningbouwcorporaties, politie en scholen komen de buurtteamwerkers in contact met cliënten. Maar inwoners kunnen ook zelf aankloppen bij het buurtteam. Er komt één ingang in de buurt waar mensen, hun omgeving of het netwerk terecht kunnen voor ondersteuning op verschillende levensterreinen. De buurtteamwerkers komen van verschillende zorgorganisaties. Samen zijn zij dus van alle markten thuis. Ook bouwen zij aan een goed netwerk in de buurt. Denk aan scholen, huisartsen, consultatiebureaus, corporaties, (informele) netwerken en zorgorganisaties. Het buurtteam is niet 'van de gemeente'. Wel stelt de gemeente de kaders waarbinnen zij werken. Voor wie is het buurtteam? Het buurtteam is er voor alle inwoners, gezinnen en jongeren met meerdere vragen en/of problemen. Bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, opvoeden, echtscheiding, werk, vrije tijd, huishouden, rondkomen, eenzaamheid, overlast en wonen. Ook verzorgen de buurtteams het schoolmaatschappelijk werk voor de kinderen op de basisscholen in de buurt. Het buurtteam is er vooral voor inwoners en gezinnen met meerdere complexe problemen en/of vragen. Wat is de werkwijze van het buurtteam? Samen met de hulpvrager(s) onderzoekt het buurtteam wat mensen zelf goed kunnen en hoe zij met hun vragen aan de slag kunnen. Vaak gebeurt dit bij de mensen thuis, maar het kan ook een gesprek zijn op de locatie van het buurtteam of op school. Het buurtteam ondersteunt de hulpvrager(s) zelf aan de slag te gaan of samen met de mensen om hen heen, zodat ze zo snel mogelijk weer zelfstandig verder kunnen. De uitgangspunten van de werkwijze van het buurtteam zijn: Eén huishouden, één hulpverlener/regisseur, één plan van aanpak Het normale leven staat centraal: gezond verstand, 'gewoon opvoeden', eenvoudige oplossingen Maximaal benutten van de 'eigen kracht' van de hulpvrager(s) en hun sociale netwerk Waar dat kan, biedt het buurtteam de ondersteuning aan mensen groepsgewijs aan Als er kinderen bij betrokken zijn, staat de veiligheid van het kind voorop 35
Waar haal ik geld - januari 2015
Op de website van de buurtteams www.buurtteamsutrecht.nl vindt u meer informatie over de buurtteams en ziet u alle contactadressen en openingstijden. 7.3 Juridisch Loket Het Juridisch Loket is een onafhankelijke organisatie waar iedere burger terecht kan voor gratis juridisch advies. Het Juridisch Loket kijkt samen met u naar uw vraag. Is deze juridisch van aard dan krijgt u informatie en advies waarmee u verder kunt. Is uw vraag niet juridisch van aard dan wordt u doorverwezen naar een instantie die u verder kan helpen. U krijgt ook advies over uw rechten. Het Juridisch Loket kan u onder andere advies geven op het gebied van werk, uitkeringen en rechtsbijstand. Het Juridisch Loket is telefonisch bereikbaar via 0900 – 8020. Als uw vraag niet telefonisch te beantwoorden is, kan er een afspraak gemaakt worden bij een Juridisch Loket bij u in de buurt. U kunt ook informatie vinden op www.juridischloket.nl. 7.4 Bewindvoerders, Curatoren en Mentoren Soms zijn volwassenen niet (meer) in staat om zelfstandig beslissingen te nemen. Dit kan bijvoorbeeld komen door een psychiatrische aandoening of een verstandelijke handicap. Er wordt iemand anders aangesteld om hun zaken te regelen. Dit wordt onder toezicht stellen genoemd. Er zijn 3 vormen van toezicht: Beschermingsbewind Curatele Mentorschap. Beschermingsbewind Beschermingsbewind heeft betrekking op uw vermogen. Als u niet in staat bent om verantwoord met uw financiën om te gaan, kan ervoor gekozen worden om uw geld en goederen onder bewind te laten stellen. Dit houdt in dat u niets meer kunt verkopen zonder toestemming van de bewindvoerder. Er kan ook beperkt bewind worden ingesteld over een gedeelte van uw vermogen. Als u onder bewind staat, bent u nog wel handelingsbekwaam. Een bewindvoerder heeft de verantwoording over de financiële en praktische kant van uw vermogen. Dit betekent dat hij belastingaangifte kan doen maar ook dat hij huurtoeslag kan aanvragen of kwijtschelding van de belastingen. De bewindvoerder legt jaarlijks verantwoording af bij de rechter. De aanvraag voor een bewindvoeder gaat via de kantonrechter. De bewindvoerder kan een persoon zijn maar ook een instelling. Degene die het bewind aanvraagt, mag zelf aangeven wie de bewindvoerder moet worden. Curatele De meest verregaande vorm van toezicht is de curatele. Als u onder curatele staat, wordt u automatisch handelingsonbekwaam. U mag zelf geen rechtshandelingen aangaan. Dit betekent dat u bijna geen enkele beslissing zelfstandig kunt nemen. U heeft altijd toestemming nodig van uw curator. Er is wel een voorwaarde verbonden aan curatele. U kunt alleen onder curatele worden gesteld als de aandoening waaraan u lijdt van blijvende van aard is. Bij de aanvraag van curatele moet een medische verklaring ingeleverd worden. De aanvraag voor een curator gaat via de kantonrechter. Er is geen advocaat nodig. De curator is altijd een natuurlijke persoon, een mens, en geen instelling of organisatie. De ondercuratelestelling wordt bekend gemaakt in de Staatscourant en geregistreerd in het centrale register van ondercuratelestellingen bij de rechtbank in Den Haag. Mentorschap Mentorschap gaat over persoonlijke zaken. Als u moeite heeft met het nemen van beslissingen en het maken van keuzes met betrekking tot uw situatie kunt u de hulp inroepen van een mentor. Een mentor helpt u met het nemen van beslissingen op allerlei gebieden, bijvoorbeeld om uw dagelijkse huishouden rond te krijgen of op het gebied van uw verzorging, verpleging, medische behandeling of 36
Waar haal ik geld - januari 2015
uw woonruimte. Een mentor wijst u de weg maar zal u zelf laten beslissen. Pas als u dat echt niet kunt, zal de mentor zelf een keuze maken. Vaak gaat mentorschap samen met bewindvoering. De mentor en de bewindvoerder zijn dan een en dezelfde persoon. De aanvraag voor een mentor gaat via de kantonrechter. Er is geen advocaat voor nodig. Een mentor is altijd een natuurlijk persoon, een mens, en geen instelling of organisatie. U kunt zelf aangeven wie u tot mentor wilt benoemen. Als u niemand aanwijst, zal de kantonrechter een mentor aanwijzen. Een brochure over curatele, bewindvoering en mentorschap kunt u telefonisch aanvragen bij Rijksoverheid Tel: 1400. In deze brochure zit ook een speciaal aanvraagformulier. Aandachtspunten Toezicht Het aanvragen van curatele, bewindvoering of mentorschap is niet gratis. U moet griffiekosten aan de rechtbank betalen. De aanvraag kan worden gedaan door betrokkene zelf, een partner, een familielid tot in de 4e graad of de Officier van Justitie. Om de aanvraag te beoordelen, worden de betrokkene en de belanghebbenden opgeroepen om voor de rechter te verschijnen. Voor de diensten van een curator, bewindvoerder of mentor moet worden betaald. Beëindiging van curatele, bewindvoering en mentorschap gaat via de kantonrechter. Bewindvoering en mentorschap kunnen ook voor een bepaalde periode worden ingesteld. Dan stopt de maatregel na het verstrijken van de vastgestelde periode.
37
Waar haal ik geld - januari 2015
38
Waar haal ik geld - januari 2015
Bijlage 1: Bijstandsnormen per 1-1-2015
39
Waar haal ik geld - januari 2015
Aanmelden
Aanmelden bij stadsgeldbeheer kan via de website van de Tussenvoorziening www.tussenvoorziening.nl / iemand verwijzen / geld en advies
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wouter Busch of Gertjan Pater, telefoon 030 234 08 19
‘Waar haal ik geld’ is geschreven door Stadsgeldbeheer, onderdeel van stichting De Tussenvoorziening in Utrecht. Het is bedoeld als naslagwerk voor begeleiders en andere professionals die met de financiën van hun cliënten te maken hebben en voor vrijwilligers die mensen ondersteunen bij administratie en financiën. Waar haal ik geld? wordt één keer per jaar geactualiseerd. De meest recente versie is te vinden op www.tussenvoorziening.nl. Heeft u tips, opmerkingen of aanvullingen, dan horen wij dat graag via
[email protected].
www.tussenvoorziening.nl
40