>>> Ik en Geld (2015) Docentenhandleiding
Voorwoord Veel scholen besteden al aandacht aan financiële educatie. Het is niet alleen door ‘de crisis’ dat dit onderwerp hoog op de agenda staat. Het is ook een aspect van burgerschap dat –los van het morele vraagstuk (hoe verdien je je geld?)- veel verschil maakt: "wie zichzelf op financieel gebied goed weet te redden, heeft meer vrijheid en autonomie om eigen keuzes te maken". Dit is een belangrijke vaardigheid in de 21ste eeuw. Ik en Geld laat leerlingen op een aansprekende en actieve manier nadenken over diverse financiële vraagstukken die direct gerelateerd zijn aan de eigen belevingswereld. De zes lessen zijn in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Banken ontwikkeld door Codename Future en worden voor het derde schooljaar door meer dan 300 scholen ingezet. Ook voor dit schooljaar (2015-2016) is materiaal weer aangescherpt. De verwerkingsopdrachten zijn vernieuwd en er is een nieuwe module ‘Mijn mobieltje’ toegevoegd aan het pakket. In de lessen is op verschillende plekken gebruik gemaakt van materiaal van de Stichting Weet Wat Je Besteedt (WWJB, Edgie) en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). We bedanken deze organisaties en ook uitgeverijen Noordhoff, ThiemeMeulenhoff en Malmberg die voor dit schooljaar een koppeling hebben gemaakt in de digitale versie van hun economiemethode naar de modules van Ik en Geld.
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
2
Inhoudsopgave Voorwoord .......................................................................................................... 2 1. Het lespakket ................................................................................................. 4 1.1. Gebruik....................................................................................................... 4 1.2. Omvang en locatie van de les ........................................................................ 4 1.3. Aanpak ....................................................................................................... 4 2. Doelen ............................................................................................................ 5 2.1. Doelgroep ................................................................................................... 5 2.2. Kerndoelen .................................................................................................. 5 3. Inhoud van de lessen ..................................................................................... 6 4. Aansluiting van lesmethodes op Ik en Geld .................................................... 9 5. Samenwerkingspartners ................................................................................. 9 6. Praktische zaken .......................................................................................... 10 6.1. Aanvragen wachtwoorden ............................................................................10 6.2. Inlogprocedure ...........................................................................................10 6.3. Workspace-tips ...........................................................................................10 6.4. Docentmateriaal .........................................................................................11 7. Module 1: Mijn levensstijl ............................................................................ 12 Leerdoelen ....................................................................................................12 Voorbereiding ................................................................................................12 Lesinhoud ......................................................................................................13 8. Module 2: Mijn inkomsten ............................................................................ 15 Leerdoelen ....................................................................................................15 Voorbereiding ................................................................................................15 Lesinhoud ......................................................................................................15 9. Module 3: Mijn uitgaven .............................................................................. 18 Leerdoelen ....................................................................................................18 Voorbereiding ................................................................................................18 Lesinhoud ......................................................................................................18 10. Module 4: Mijn bank .................................................................................. 21 Leerdoelen ....................................................................................................21 Voorbereiding ................................................................................................21 Lesinhoud ......................................................................................................21 11. Module 5: Mijn toekomst ........................................................................... 25 Leerdoelen ....................................................................................................25 Voorbereiding ................................................................................................25 Lesinhoud ......................................................................................................25 12. Module 6: Mijn mobieltje ........................................................................... 29 Leerdoelen ....................................................................................................29 Voorbereiding ................................................................................................29 Lesinhoud – les 1 ...........................................................................................29 Lesinhoud – les 2 ...........................................................................................34 13. Beoordeling ................................................................................................ 38
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
3
1. Het lespakket 1.1. Gebruik Ik en Geld (2015) bestaat uit zes modules. Het eerste deel van de module gaan leerlingen zelfstandig werken (±25 min) en het tweede deel wordt klassikaal nabesproken (15+min). De modules duren circa 1 lesuur en kunnen los van elkaar gegeven worden. Het zijn zelfstandige eenheden die eenvoudig kunnen worden ingepast in de gebruikte economiemethode. 1.2. Omvang en locatie van de les De modules gaan uit van 50 minuten lestijd (excl. werkblad). Voor het eerste deel hebben leerlingen toegang nodig tot een computer. Afhankelijk van de voorzieningen op school vindt dit deel van de les plaats met eigen laptops, in de mediatheek of een computerlokaal. Het tweede deel en de afsluiting gebeurt via het digibord of een beamer, bij voorkeur in een leslokaal. 1.3. Aanpak De lessen zijn opgenomen in de Workspace van Codename Future. Deze elektronische leeromgeving vormt het hart van de lessen waar de kennisoverdracht plaatsvindt (hiervoor kunt u inloggen op http://codenamefuture.nl/). Structuur van de modules: Deel 1: Korte introductie
Klassikale aftrap In de aftrap wordt kort de lesdoelen, de lesdoorloop en begrippen besproken.
5-10 minuten
Deel 2: Kennisoverdracht
Een individueel deel in het computerlokaal Leerlingen werken zelfstandig aan de lesstof.
20-30 minuten
Een deel van de antwoorden van leerlingen wordt centraal opgeslagen. Deze antwoorden worden later voor de nabespreking getoond op het digibord. Eerder klaar? Huiswerk?
Werkblad met verwerkingsopdracht
5–15 minuten
Keuze: a. werkblad maken tijdens de les (en bespreken in deel twee van de les). b. werkblad aan het eind van deel 2 van de les laten maken (en dan evt. als huiswerk mee naar huis). Dit werkblad print u vooraf, zodat u het direct kan gebruiken. Aan dit werkblad werkt elke leerling zelfstandig. Het werkblad gaat in op een onderdeel van de les. Deel 3: Digibordles met meningvormend onderdeel
Klassikaal deel met behulp van een digibord In het klassikale deel worden onderdelen uit het eerste deel nabesproken. Daarnaast komen de antwoorden terug die leerlingen in het eerste deel hebben ingevoerd.
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
15-20 minuten
4
2. Doelen 2.1. Doelgroep De doelgroep bestaat uit leerlingen die voor het eerst economie krijgen. Bij de meeste scholen zullen dat leerlingen zijn uit het tweede leerjaar (vmbo/havo/vwo). Of bij het eerste (vwo) of derde leerjaar (vmbo/havo) Het ligt voor de hand de lessen in te zetten bij het vak economie. Maar ze kunnen ook gebruikt worden bij maatschappijleer of tijdens een mentoruur. 2.2. Kerndoelen Ik en Geld sluit aan bij de volgende kerndoelen: Mens en Maatschappij: 42. De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. Wiskunde: 22. De leerling leert de structuur en de samenhang te doorzien van positieve en negatieve getallen, decimale getallen, breuken, procenten en verhoudingen en leert ermee te werken in zinvolle en praktische situaties. 23. De leerling leert exact en schattend rekenen en redeneren op basis van inzicht in nauwkeurigheid, orde van grootte, en marges die in een gegeven situatie passend zijn. 25. De leerling leert informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen, grafieken en formules te gebruiken om greep te krijgen op verbanden tussen grootheden en variabelen. Eindtermen: Wat betreft de eindtermen bestaat er aansluiting bij een aantal VMBO eindtermen en dan met name wat betreft de exameneenheden K1, K4a, K4b. K3 en K5 komen indirect aan de orde. Voor HAVO/VWO is de aansluiting niet aan de orde. Ik en Geld biedt onderbouwleerstof gericht op financiële zelfredzaamheid en gaat niet over het vak economie als zodanig. Leerdoelen financiële educatie: De Nibud leerdoelen zijn de inhoudelijke basis voor het lesmateriaal. Verder is er gebruik gemaakt van het materiaal van WWjB . Ik en Geld sluit aan bij een groot deel van de doelen. In de docenten handleiding staan per module 3 of 4 leerdoelen die overeenkomen met het meest recente leerdoelendocument, namelijk dat van Nibud: Leerdoelen & competenties, herziene versie 2013. (de volledige versie van deze Nibud leerdoelen zijn te downloaden via de link)
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
5
3. Inhoud van de lessen De lessenserie Ik en Geld bestaat uit 6 modulen van elk 50 minuten. Module 1: Mijn levensstijl
Leerdoelen De leerlingen kunnen een inschatting maken van de prijs van een product. De leerlingen beseffen dat reclame invloed heeft op wat je besteedt. De leerlingen weten wat hun levensstijl is. De leerlingen begrijpen dat iedereen een verschillende levensstijl heeft. (dus: verschillende keuzes in waar je je geld aan uitgeeft). Centrale begrippen Waarde van geld, beïnvloeding (bewust, onbewust), reclame, levensstijlen, status, impulsiviteit Beschrijving Wat is geld eigenlijk waard? Wat kun je kopen voor je geld? Ben je je bewust van de invloed van reclame en van hoeveel geld je eigenlijk uitgeeft? Daar gaat deze module over. Dit wordt gekoppeld aan de leefstijl / het bestedingspatroon van leerlingen (de geldtypetest van Stichting WWJB, www.edgie.nl).
Module 2: Mijn inkomsten
Leerdoelen Leerlingen weten dat er verschillende inkomstbronnen zijn: natura, rente, vergoedingen en loon Loon: Leerlingen weten dat als je werkt jij (als werknemer) en je werkgever aan bepaalde regels moeten houden. Rente: Leerlingen weten wat rente is en hoe ze het moeten berekenen. Leerlingen kunnen uitrekenen wat ze per maand ontvangt aan inkomsten Leerdoelen van het werkblad Leerlingen weten hoe ze een begroting moet maken. De leerlingen krijgen inzicht in hun inkomsten en uitgaven.
Leerlingen weten of je aan het eind van de maand rondkomt en/of ze kunnen sparen.
Centrale begrippen inkomstenbronnen, natura, rente, loon, inkomen, zakgeld, vergoedingen (belgeld, kleedgeld), inkomen, spaardoel, rondkomen Beschrijving Jongeren moeten zorgen dat ze inkomen hebben. Anders is het lastig om een eigen leven in te vullen. Zakgeld, kleedgeld, baantje, belgeld, het zijn allemaal bronnen van inkomsten. In deze les gaan we in op die bronnen van inkomsten en hoe leerlingen ervan rond kunnen komen. Module 3: Mijn uitgaven
Leerdoelen Leerlingen kunnen verschillende soorten uitgaven ordenen: vaste lasten, huishoudelijke uitgaven, persoonlijke uitgaven en incidentele uitgaven. De leerlingen weten om welke uitgaven ze niet heen kunnen. De leerlingen weten waar hun prioriteit ligt w.b.t. hun uitgaven. Leerlingen kunnen de 'totale werkelijke kosten' van een aankoop berekenen. >>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
6
Hierin worden de aanschafprijs en bijkomende producten en kosten meegenomen (voorbeeld scooter). De leerlingen kunnen zich laten informeren (in winkels en/of op internet) voordat ze een product kopen.
Leerdoelen van het werkblad Leerlingen krijgen inzicht in welke soort uitgaven ze hebben (door analyse van uitgaven). Leerlingen kunnen hun begroting (inkomsten en uitgaven) vergelijken met andere jongeren in Nederland. Leerlingen weten dat ze zelf wat aan hun inkomsten of uitgaven kunnen veranderen om per maand rond te komen. Centrale begrippen uitgaven, vaste lasten, eenmalig / incidentele uitgaven, persoonlijke uitgaven, huishoudelijke uitgaven, primaire levensbehoeften, secundaire levensbehoeften, prioriteit, begroting (overzicht) Beschrijving Jongeren hebben nog niet veel uitgaven. Toch verliezen ze vaak het overzicht. Dat komt bijvoorbeeld door onverwachte bijkomende kosten of doordat de voorwaarden (bij een abonnement) niet goed zijn gelezen. Deze les gaat over verschillende soorten uitgaven en de keuzes die je hebt als je op het punt staat iets te kopen.
Module 4: Mijn bank
Leerdoelen Leerlingen weten wat een bank is en doet. Leerlingen weten op welke manieren ze kunt betalen: o.a. pinnen, internetbankieren of contactloos. Leerlingen weet welke risico's verschillende betaalvormen hebben. Leerlingen kunnen een voordeel en een nadeel van pinnen en contactloos betalen noemen. Leerlingen kennen de (financiële) consequenties van rood staan, kopen op afbetaling en een lening afsluiten. Leerlingen weten wat een geld-ezel is.
Leerdoelen van het werkblad Je kunt een voor en nadeel noemen van internetbankieren. Je weet wat phishing is en wat je daar tegen kan doen. Je kunt de betrouwbaarheid en veiligheid van een website controleren waar je online een aankoop doen. Centrale begrippen bank (diensten en producten), betaalwijzen (chartaal en giraal), saldo, krediet, debet, betaalrekening en spaarrekening, rekeningoverzicht, internetbankieren, rente, sparen en lenen, schuld (lenen en rood staan) voorschieten Beschrijving Sparen en lenen zijn, naast het betalingsverkeer, de diensten van de bank waar de meeste mensen gebruik van maken. In deze les wordt bovendien aandacht besteed aan geldezels, kopen op afbetaling, rood staan en lenen (van klasgenoten en vrienden).
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
7
Module 5: Mijn toekomst
Leerdoelen De leerlingen weten dat er een minimumjeugdloon bestaat. De leerlingen weten wat belasting is en waarom je dat betaalt. De leerlingen die werken, zijn in staat zich op de hoogte te stellen van wet- en regelgeving omtrent arbeidstijden en de toegestane werkzaamheden. Leerdoelen van het werkblad: Je kan via het internet opzoeken hoeveel het kost om op jezelf te wonen. Je weet welke uitgaven je hebt als je op jezelf gaat wonen. Je kan aangeven of uitgaven vaste of variabele kosten zijn. Centrale begrippen: loon, minimumloon, loonstrook, brutosalaris, nettosalaris, belasting, belastingteruggave, BTW, productprijs, omzet, winst, inkoopwaarde, bedrijfskosten, reserveringen Beschrijving Deze les gaat over de toekomst en geldzaken: geld verdienen, belasting terugvragen, wet- en regelgeving rondom werk maar ook over het hebben van een eigen bedrijf (hoeveel verdien je? hoe bepaal je de prijs van een product?).
Module 6: Mijn mobieltje
Leerdoelen De leerlingen weten wat schulden zijn. De leerlingen weten wat ze kunnen doen om telefoonschulden te voorkomen. De leerlingen kennen de gevolgen van het hebben van schulden. De leerling weet wat hij kan doen aan ontstane schulden en waar hij terecht kan voor hulp. Centrale begrippen: overschrijven belbundel, infographic, schulden, incassobureau, betalingsregeling, beïnvloeding (bewust, onbewust), verleidingen Beschrijving Deze module gaat over de kosten van je mobiele telefoon, een risico bij schuldenontwikkeling. Wie betaalt je rekening? Hoe hoog is deze? Jongeren hebben steeds vaker schulden. Zelf wijzen ze 'onwetendheid' en 'onkunde' aan als voornaamste redenen.
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
8
4. Aansluiting van lesmethodes op Ik en Geld De thema’s in Ik en Geld sluiten aan bij de meest gebruikte lesmethodes. Waar de lesmethodes over het algemeen veel kennis en achtergronden bieden, maakt Ik en Geld op een activerende en aansprekende manier de vertaling naar de persoonlijke financiële situatie van de jongeren. In de bijlage vindt u een overzicht waarin is weergegeven waar Ik en Geld aansluit bij lesmethodes economie. Het gaat om de volgende methodes: Malmberg
- Praktische economie, economie en M&O voor de onderbouw; - Economisch bekeken;
Noordhoff Uitgevers
- Pin*code
ThiemeMeulenhoff
- 200%; - Percent Economie;
5. Samenwerkingspartners Ik en Geld is ontwikkeld in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). De Nederlandse Vereniging van Banken behartigt de belangen van ongeveer 75 banken die in Nederland actief zijn. Veel van de leden ontwikkelen activiteiten voor het voortgezet onderwijs. Deze variëren van gastlessen tot projectweken en van lesmateriaal tot voorstellingen. Informatie hierover is te vinden op de websites van de verschillende banken. Ook is samengewerkt met Stichting WeetWatJeBesteedt. Om jongeren te bereiken heeft WWJB het eigen jongerenplatform: Edgie, waar jongeren kunnen mee discussiëren en op de hoogte worden gehouden van actuele financiële onderwerpen. Meer informatie over Stichting Weet Wat Je Besteedt: www.wwjb.org. Het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) is een onafhankelijke organisatie die consumenten informeert en adviseert over geldzaken. Het lesmateriaal is getoetst door het Nibud op de Nibud leerdoelen 12-15 jaar. In de modules van Ik en Geld wordt herhaaldelijk verwezen naar resultaten uit het Nibud Scholieren Onderzoek (2012-2013). Meer informatie voor docenten: www.nibud.nl/scholieren Op verschillende plekken in de modules worden deze organisaties genoemd of worden door hen ontwikkelde materialen gebruikt, zoals korte filmpjes, educatieve games of werkbladen.
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
9
6. Praktische zaken 6.1. Aanvragen wachtwoorden Om toegang te krijgen tot de les hebben de leerlingen een individuele toegangscode nodig. Deelname is gratis. U verkrijgt de wachtwoorden door u in te schrijven op www.codenamefuture.nl/ikengeld of door telefonisch contact op te nemen (tabblad aanmelden). De contactgegevens vindt u hieronder. Eventueel kan Codename Future u ondersteunen bij de uitvoering van het project. Prijzen op aanvraag. Codename Future Binckhorstlaan 36 (kamer M3.34) 2516 BE Den Haag
[email protected]
Algemene informatie voor scholen: Martijn Spekman 070 – 302 47 70
[email protected]
Voor het aanvragen van inloggegevens voor u en uw leerlingen stuurt u de leerlingengegevens op. Deze leerlingengegevens ontvangen wij graag in Excel, in aparte kolommen: voornaam, tussenvoegsels, achternaam en klas. Stuur deze leerlingen gegevens minimaal een week voordat u aan de slag wilt op naar
[email protected]. Let op: Het duurt minimaal een week voordat u de inloggegevens ontvangt! Daarom is het goed om dit van tevoren te plannen. 6.2. Inlogprocedure Na het ontvangen van de inloggegevens (gebruikersnaam en wachtwoord) kunt u inloggen in de Workspace. Het inloggen in de les gaat als volgt: 1. 2. 3. 4. 5.
Ga naar http://codenamefuture.nl/; Vul gebruikersnaam en wachtwoord in, rechts van de website bij ‘inloggen’; Ga naar het tabblad ‘School’; Ga naar het lesarrangement Ik en Geld 2015; Klik op de lestitel om de les te openen.
6.3. Workspace-tips De les opent altijd op de plaats waar je de vorige keer gebleven was.
Leerlingen (en u ook) kunnen hun wachtwoord (niet hun gebruikersnaam) wijzigen via > Persoonlijk > Instellingen > Wachtwoord wijzigen. Bureaublad van de leeromgeving wijzigen? > Persoonlijk > Instellingen > Workspace. Is een leerling het wachtwoord vergeten? U kunt het als docent altijd terugvinden: > Organisatie > Gebruikers > naam invullen > Zoeken
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
10
De leerlingen kunnen hun antwoorden zelf controleren door op ‘Antwoorden tonen’ te klikken, onderaan de pagina. Ze moeten dan wel eerst iets hebben ingevuld.
6.4. Docentmateriaal De nabespreking in het digibordgedeelte wordt in de eerste plaats geleid door de inhoudelijke bespreekpunten op het digibord. In de handleiding staat achtergrondinformatie en aanwijzingen voor een verdieping van de leerstof. In de handleiding vindt u naast de inhoud van de lessen in de Workspace (inclusief links die de leerlingen volgen om de opdrachten te kunnen maken) aanwijzingen voor de voorbereiding van de les. Voor sommige onderwerpen is achtergrondinformatie toegevoegd. In het leerdoelenoverzicht (paragraaf 3, Inhoud van de lessen) staan bij iedere module de belangrijkste begrippen die aan de orde komen. Met name voor laagtaalvaardige leerlingen is het aan te raden deze begrippen eventueel extra toe te lichten en het begrip te controleren. De verwerkingsopdracht op de werkbladen print u voorafgaand aan elke les. Veelal zijn de antwoorden van de werkbladen anders per leerling. Op sommige werkbladen staan wel vragen waar leerlingen hetzelfde kunnen hebben (vooral werkblad 4 en werkblad 5). Alle materialen (werkbladen/handleiding en hand-outs voor het digibord) kunt u kosteloos downloaden op www.codenamefuture.nl/ikengeld.
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
11
7. Module 1: Mijn levensstijl Leerdoelen
De leerlingen kunnen een inschatting maken van de prijs van een product. De leerlingen beseffen dat reclame invloed heeft op wat je besteedt. De leerlingen weten wat hun levensstijl. De leerlingen begrijpen dat iedereen een verschillende levensstijl heeft. (dus: verschillende keuzes in waar je je geld aan uitgeeft).
Voorbereiding a. Leerlingen maken een geldtypentest. Deze test is ontwikkeld door WWJB en is te vinden op www.edgie.nl. Bij deze test hoort een handleiding met achtergrondinformatie over de geldtypen, de test en onderzoek dat WWJB heeft uitgevoerd onder jongeren van verschillende leeftijden. b. Bekijk de Kahoot quiz: https://play.kahoot.it/#/k/6ecfda9d-eada-45d1-841e-cf59a7a21dc6. In deze Kahoot quiz schatten de leerlingen de prijs van bepaalde producten. De leerlingen doen dit doormiddel van het stemmen met hun mobieltje. Mocht je willen weten hoe je zoiets zelf maakt, bekijk het volgende filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=6JpLG7rg4Ok c. Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld (module 1). Zie screenshot in de digitale les:
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
12
Lesinhoud Nr
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen
Tijd
Start: 2015 Ik en geld 1- Mijn levensstijl – docent 1.a 1.b 1.c 2.a 3.a
Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld
1. Digibord – Introductie 1b. Lesdoelen 1c. Lesdoorloop
10 m.
2. Klassikaal - Quiz Leerlingen schatten de prijs van verschillende producten via een Kahoot Quiz. 3. Individueel werken
Individueel werken: 2015 Ik en geld 1- Mijn levensstijl 1a. Introductie
20 m.
1b. Jouw mening 1c. Bewust en onbewust Veel gedrag is onbewust. Hoe (on)bewust denken leerlingen dat zij zelf zijn? 1d. Onbewuste invloed van reclame In een kort filmpje wordt uitgelegd wat reclame met je doet. 1e. Weet jij wat je besteedt? Leerlingen vullen een aantal vragen in over hun bestedingspatroon. 1f. Wat voor een geldtype ben jij? Leerlingen beantwoorden de 26 stellingen van de geldtypetest op www.edgie.nl. De antwoorden worden gescoord op 6 dimensies en vertaald naar 4 types. Vooral de score op ‘impulsiviteit’ en ‘statusgerichtheid zijn bepalend voor de uitslag. De indeling die het WWJB hanteert, is van belang omdat de financiële risico’s van de verschillende leefstijlgroepen verschilt. Levensgenieters en trendsetters lopen de grootste kans op financiële problemen, terwijl de regelaar een zeer lage kans hierop heeft. (1g t/m 1j: beschrijving van de Gelddtypes) 1k. Mijn geldtype en ik 1l. Status en impulsiviteit 1m. Maakt geld gelukkig? Leerlingen denken na over het gedrag van de geldtypen: welke geldtypen komen gemakkelijk in de problemen? 1n. Afsluiting 2. Al klaar en tijd over? Leerlingen die tijd hebben, schatten de kosten van een concertbezoek (opdracht 1). De andere opdracht gaat over de invloed van reclame (opdracht 2). >>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
13
Klassikale bespreking: 2015 Ik en geld 1- Mijn levensstijl – docent 4.a t/m 4.l
Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld
4a. Klassenselector 4b. Begrippen 4c. De waarde van geld (4 minuten) 4d. Stelling 1 4e. Stelling 2 4f.Geld uitgeven 4g.Bewust?! 4h.De invloed van reclame (filmpje 2 minuten) 4i. Op gevoel? 4j. Geldtypes in de klas Levensstijlen 4k. Geldtypes en geldgedrag 4l. Afsluiting
20 m.
Samenvatting Geldtypen test (zie ook handleiding met achtergrondinformatie over de geldtypen): Trendsetter Je ziet er goed uit. Je bent zelfverzekerd. Je hebt gevoel voor humor. Je geeft geld gemakkelijk uit. Je koopt mooie en dure spullen. Niet alleen omdat je ze mooi vindt, maar ook om indruk te maken op anderen. Als Trendsetter vind je het leuk om uit te gaan. Niets is je te gek. Je geeft graag een rondje aan vrienden. Je kunt slecht tegen kritiek. Je vindt het fijn om dingen te bezitten. Tip: Zet geld opzij voor later. Geef niet meer uit dan je hebt.
Regelaar Je bent een koopjesjager en voorzichtig met geld uitgeven. Je krijgt graag advies. Je hebt je zaakjes goed op orde. Je zet voor- en nadelen op een rijtje voor je iets gaat doen. Jij weet altijd precies hoeveel geld je nog hebt. Je zorgt dat je altijd nog wat geld hebt voor als je plotseling iets moet kopen. Voor de Regelaar draait de wereld niet om geld. Je maakt je soms teveel zorgen. Tip: Probeer te genieten van de dingen die je doet en hebt!
Levensgenieter Jij leeft in het hier en nu. Altijd opgewekt en vrolijk. Je houdt van het goede leven en daarom wil je alles meemaken. Je doet graag leuke dingen met vrienden en gaat vaak uit. Je bent een gulle gever en zorgt goed voor de mensen om je heen. Als Levensgenieter maak je je geen zorgen over de toekomst. Geld heb je alleen maar nodig om leuke dingen te kunnen doen. Soms ben je ongeduldig en denk je niet goed na. Je koopt regelmatig spullen waar je later spijt van hebt. Tip: Probeer zorgvuldig met geld om te gaan. Schrijf dingen op zodat je weet waar je geld heen gaat en hoe je kunt sparen voor de toekomst. Probeer te sparen voor grote aankopen.
Toekomstplanner Je kent graag veel mensen. Je vindt het belangrijk een goede eerste indruk achter te laten. Je kleedt je netjes. Je bedenkt van te voren hoe dingen moeten verlopen. Je houdt niet van onverwachte zaken. Je bent zuinig. Sommige mensen vinden je gierig. Geld uitgeven kan later nog. Je weet wat je wilt en zorgt dat dat gebeurt. Je spaart voor de dingen die je wilt hebben. Je maakt geen schulden. Je kunt ontevreden worden, doordat je teveel op je geld let. Tip: Het geluk ligt ook in de kleine dingen, geniet zo veel mogelijk van het leven!
Deze 4 geldtypen zijn gebaseerd op 6 kenmerken die iets zeggen over de houding van jongeren ten opzichte van geld (Impulsiviteit en statusgerichtheid zijn de toonaangevende dimensies waarin de geldtypen zijn onderverdeeld): 1. Impulsiviteit, 2. Statusgerichtheid, 3. behoefte aan zekerheid, 4. Onafhankelijkheid, 5. leenaversie (weerzin tegen lenen) en, 6. leenbereidheid
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
14
8. Module 2: Mijn inkomsten Leerdoelen
Leerlingen weten dat er verschillende inkomstbronnen zijn: natura, rente, vergoedingen en loon Loon: Leerlingen weten dat als je werkt jij (als werknemer) en je werkgever aan bepaalde regels moeten houden. Rente: Leerlingen weten wat rente is en hoe ze het moeten berekenen. Leerlingen kunnen uitrekenen wat ze per maand ontvangt aan inkomsten
Leerdoelen van het werkblad Leerlingen weten hoe ze een begroting moet maken. De leerlingen krijgen inzicht in hun inkomsten en uitgaven. Leerlingen weten of je aan het eind van de maand rondkomt en/of ze kunnen sparen. Voorbereiding a.
b.
Print het werkblad “Mijn Begroting”. Op het werkblad vullen de leerlingen hun inkomsten en uitgaven (per maand) in. Daarna gaan ze kijken wat voor soort inkomsten ze krijgen en/of het vaste inkomsten zijn. Ook kijken ze of ze kunnen rondkomen met hun inkomsten en/of ze juist sparen of lenen met het geld wat overblijft/ontbreekt. Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld (module 2).
Lesinhoud Nr
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen
Tijd
Start: 2015 Ik en geld 2- Mijn inkomsten – docent 1.a 1.b 1.c
Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld
2
1. Digibord – Introductie 1b. Lesdoelen 1c. Lesdoorloop
5 m.
2. Individueel werken
Individueel werken: 2015 Ik en geld 2- Mijn inkomsten 1a. Introductie
20 m.
1b. Eigen geld Leerlingen kijken een filmpje van Delta Lloyd: Hoe jongeren met geld omgaan. Welke jongere heeft de beste deal gesloten met zijn of haar ouders (100 euro, 1 euro, 65 euro). 1c. Inkomsten sorteren Dit is een praktische oefening als vervolg op 1b. 1d. Inkomstenbronnen Leerlingen maken kennis met de verschillende bronnen van inkomsten. De inkomstenbronnen zijn afgestemd op de leeftijdsgroep van de leerlingen. 1e. Zakgeld Leerlingen vergelijken hun eigen situatie met de situatie van leeftijdsgenoten via de website van het Nibud. Ook wordt duidelijk dat de hoogte van zakgeld niet zomaar te vergelijken is. De een >>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
15
moet er meer van betalen dan de ander. 1f. Vergoedingen Leerlingen geven aan of ze bel- en/of kleedgeld ontvangen en bedenken een voordeel en een nadeel van kleedgeld. De uitkomst wordt later op het digibord geprojecteerd. 1g. Loon Leerlingen vullen in of ze een baantje hebben en hoeveel ze daarmee verdienen. De uitkomst wordt later op het digibord geprojecteerd. 1h. Werk en Regels De vragen over leeftijd en werk kunnen worden beantwoord door de tabel (Bron: Rijksoverheid) goed te lezen. 1i. Rente Algemene informatie over rente. Op het digibord komt berekening van rente op rente als je 1000 euro 10 jaar vastzet tegen 3%. 1j. Sparen Leerlingen wordt gevraagd of ze sparen en waarvoor. Deze antwoorden worden later op het digibord geprojecteerd. 1k.Natura Leerlingen noemen 3 dingen die zij van hun ouders/verzorgers krijgen. 1l. Mijn inkomsten Leerlingen kijken naar hun inkomsten (verschillende kanalen) en geven aan of ze kunnen rondkomen van hun inkomsten. Het resultaat komt terug op het digibord. 1m. Afsluiting 2. Al klaar en tijd over? Leerlingen die tijd hebben, doen een test om te kijken welke soort spaarder ze zijn (opdracht 1). Klassikale bespreking: 2015 Ik en geld 2- Mijn inkomsten – docent 3.a t/m 3.q
Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
3a.Klassenselector 3b. Bronnen van inkomsten 3c. Begrippen 3d. Zakgeld 3e.Discussie 3f. Vergoedingen 3g. Kleedgeld 3h. Baantjes 3i. Loon 3j. Regels: kranten bezorgen 3k. Regels: babysitten 3l. Regels over werk 3m. Rente 3n. Sparen 3o. Rente-rekenen 3p. Rondkomen 3q. Afsluiting
20 m.
16
Werkblad: Mijn begroting Klassikale bespreking: 2015 Ik en geld 2- Mijn inkomsten – docent Nodig: - Werkblad: Mijn begroting (module 2) - Kleurtjes - (evt. rekenmachine)
Dit werkblad kan ook als huiswerk gemaakt worden.
20m
Klassikale bespreking van het werkblad (zie 4a.): - Wie heeft wel eens eerder begroting gemaakt? - Wat heb je nodig om een begroting te maken? - Vond je het moeilijk om je eigen begroting te maken? Waarom wel/niet? (evt. herhaal of bespreek wat voor soort inkomsten er zijn en welke soort hun grootste inkomst is op dit moment. In veel gevallen krijgen leerlingen het meeste geld van ouders vraag dan wanneer ze denken dat hun ‘soort inkomst’ zal veranderen omdat ze niet altijd financieel afhankelijk zijn van ouders.)
Antwoorden van het werkblad verschillen per leerling. Als docent kan je overeenkomsten tussen de antwoorden van leerlingen inventariseren.
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
17
9. Module 3: Mijn uitgaven Leerdoelen
Leerlingen kunnen verschillende soorten uitgaven ordenen: vaste lasten, huishoudelijke uitgaven, persoonlijke uitgaven en incidentele uitgaven. De leerlingen weten om welke uitgaven ze niet heen kunnen. De leerlingen weten waar hun prioriteit ligt w.b.t. hun uitgaven. Leerlingen kunnen de 'totale werkelijke kosten' van een aankoop berekenen. Hierin worden de aanschafprijs en bijkomende producten en kosten meegenomen (voorbeeld scooter). De leerlingen kunnen zich laten informeren (in winkels en/of op internet) voordat ze een product kopen.
Leerdoelen van het werkblad Leerlingen krijgen inzicht in welke soort uitgaven ze hebben (door analyse van uitgaven). Leerlingen kunnen hun begroting (inkomsten en uitgaven) vergelijken met andere jongeren in Nederland. Leerlingen weten dat ze zelf wat aan hun inkomsten of uitgaven kunnen veranderen om per maand rond te komen. Voorbereiding a. Print het werkblad “Mijn bestedingspatroon”. Op het werkblad analyseren de leerlingen hun uitgaven. Waar gaat het meeste geld naar toe? Daarnaast gaan ze hun inkomsten en uitgaven vergelijken met leeftijdsgenoten (via www.Nibud.nl/scholieren). Tot slot bedenken de leerlingen hoe ze: meer inkomsten kunnen krijgen of waar ze minder aan kunnen uitgaven. Let op: Om dit werkblad te maken hebben leerlingen ook werkblad 2 (Mijn begroting) nodig. b. Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld (module 3). Lesinhoud Nr
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen
Tijd
Start: 2015 Ik en geld 3- Mijn uitgaven – docent 1.a 1.b 1.c
Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld
2
1. Digibord – Introductie 1b. Lesdoelen 1c. Lesdoorloop
5 m.
2. Individueel werken
Individueel werken: 2015 Ik en geld 3- Mijn uitgaven 1a. Introductie
20 m.
1b. Wat zou je doen… met een miljoen? Leerlingen bekijken een fragment van een filmpje en gaat over de vraag: ‘wat zou jij doen met een miljoen’? 1c. Soorten uitgaven De verschillende soorten uitgaven worden op een rijtje gezet: incidentele uitgaven, huishoudelijke uitgaven, persoonlijke uitgaven en vaste lasten. Dit onderdeel is gericht op kennisoverdracht. In blad 1d. gaan de leerlingen met deze kennis aan de slag. 1d. Ordenen Leerlingen verwerken de stof van 1c. >>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
18
1e. Levensbehoeften Op de website van Nibud Scholieren staat een stukje over prioriteiten stellen. Leerlingen lezen het stuk en geven aan wat bij hen op nummer 1 staat. 1f. Een scooter Leerlingen bekijken een filmpje van Humanitas (uit de min) en bedenken welke kosten bij het kopen van een scooter komen (als inventarisatie). 1g. Een scooter kopen Leerlingen geven aan wat voor hen belangrijke overwegingen zijn als ze een scooter willen hebben. 1h. Kosten vergelijken Naast de scooter zijn er andere producten die je moet aanschaffen: verzekering, helm, slot. Leerlingen kijken op een vergelijkingssite en vergelijken kosten en kwaliteit voor een scooterhelm. 1i. Wat kost een scooter? Een voorbeeld van de kosten die Jamila had toen ze een Vespa kreeg. 1j. Afsluiting 2. Al klaar en tijd over? Leerlingen die tijd hebben, vergelijken één product die je bij verschillende webwinkels kunt kopen (opdracht 1). De andere opdracht gaat over wat voor type ze zijn w.b.t. hun uitgaven – lijkt op test levensstijl (opdracht 2). Klassikale bespreking: 2015 Ik en geld 3- Mijn uitgaven – docent 3a t/m 3h
Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld
3a. Klassenselector 3b. Begrippen 3c. Soorten uitgaven 3d. Klas: uitgaven 3e. Wat kost een scooter? 3f. Klas: nieuwe scooter 3g. Scooter kiezen 3h. Afsluiting
15 m.
Werkblad: Mijn bestedingspatroon Klassikale bespreking: 2015 Ik en geld 3- Mijn uitgaven – docent 4
Nodig: - Werkblad: mijn bestedingspatroon (module 3). - Werkblad: mijn begroting (module 2) - kleurtjes - computers met internet (voor vergelijking met jongeren in NL)-
Dit werkblad kan ook als huiswerk gemaakt worden.
25m.
Klassikale bespreking (of in groepjes van 4) van het werkblad (zie 4a.): - Waar geef jij het meeste geld aan uit? - Welk type uitgaven is dat? Zijn het vaste lasten of incidentele uitgaven? Persoonlijke of huishoudelijke uitgaven? - Zijn het primaire of secundaire levensbehoefte waar je vooral geld aan uitgeeft? - Ben je gemiddeld als jij je inkomsten en uitgaven vergelijkt met leeftijdsgenoten?
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
19
(evt. herhaal of bespreek wat voor soort uitgaven er zijn en welke soort hun grootste uitgave is op dit moment. In veel geven de meeste leerlingen het meeste geld uit aan snoep en snacks. Vraag wanneer ze denken dat hun ‘soort uitgave’ zal veranderen.)
Antwoorden van het werkblad verschillen per leerling. Als docent kan je overeenkomsten tussen de antwoorden van leerlingen inventariseren.
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
20
10. Module 4: Mijn bank Leerdoelen
Leerlingen weten wat een bank is en doet. Leerlingen weten op welke manieren ze kunt betalen: o.a. pinnen, internetbankieren of contactloos. Leerlingen weet welke risico's verschillende betaalvormen hebben. Leerlingen kunnen een voordeel en een nadeel van pinnen en contactloos betalen noemen. Leerlingen kennen de (financiële) consequenties van rood staan, kopen op afbetaling en een lening afsluiten. Leerlingen weten wat een geld-ezel is.
Leerdoelen van het werkblad Je kunt een voor en nadeel noemen van internetbankieren. Je weet wat phishing is en wat je daar tegen kan doen. Je kunt de betrouwbaarheid en veiligheid van een website controleren waar je online een aankoop doen. Voorbereiding a. b.
Print het werkblad over 'veilig internetbankieren'. In het werkblad gaan leerlingen aan de slag met phishing (mails) en betrouwbaarheid van webwinkels. Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld (module 4)
Lesinhoud Nr
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen
Tijd
1. Digibord – Introductie 1b. Lesdoelen 1c. Lesdoorloop
5 m.
Start: 2015 Ik en geld 1- Mijn bank – docent 1.a 1.b 1.c
Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld
2
2. Individueel werken
Individueel werken: 2015 Ik en geld 1- Mijn bank 1a. Introductie
20m.
1b. Mijn bankzaken Leerlingen vullen in of ze een bankrekening en/of bankpas hebben. Ook bij welke bank. 1c. Wat doet een bank? In de les bekijken leerlingen een filmpje over wat een bank doet. Ook kijken ze of hun bank bij de NVB is aangesloten. Het gaat er vooral om dat ze zien wat voor soorten diensten er zijn en dat banken verschillen. 1d. Mijn bankpas Leerlingen geven aan wat ze met hun bankpas betalen. Ook noemen ze een voor en nadeel van pinnen (zowel voor de klant als winkelier). 1e. Contactloos betalen Deze vorm van betaling is redelijk nieuw. En geven aan wat het is. 1f. Overzicht >>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
21
Bijzonder is dat de codes van bank tot bank verschillen. Op het afschrift of op internet is wel altijd een legenda te vinden (Deze is van Rabobank). Bij het afschrift in het lesmateriaal zijn de codes: AC = Acceptgiro TB = Terugboeking BA = Betaalautomaat MA = Machtiging 1g. Mijn betalingen Leerlingen geven aan op welke manier zij betalen (en hoe vaak). 2a. Mijn saldo Leerlingen geven aan of zij inzicht hebben in hun bankzaken en of ze gemakkelijk lenen. De uitkomsten komen terug op het digibord en worden vergeleken met landelijke gegevens uit het Nibud Scholierenonderzoek 2012-2013. 2b. Sparen en rente Leerlingen zien dat banken werken met verschillende rentepercentages en begrijpen hoe je bepaalt wat de gunstigste regeling is (niet de hoeveelheid extra geld die je krijgt, die is afhankelijk van je inleg -maar de hoogte van de rente). 2c. Lenen en rente Via de website www.berekenhet.nl zoeken leerlingen uit hoeveel je extra betaalt op een lening van 1300 euro. Hieronder staat het resultaat dat je vindt op de website: 2d. Nu kopen, later betalen Leerlingen kijken de eerste 7 minuten van een SchoolTV filmpje waarin een man uiteindelijk toch maar geen nieuwe TV koopt. 2e.Rood staan Leerlingen lezen een hulpvraag van een leerling op Edgie en kiezen uit de tips de beste tip. Dit komt terug in de digibordles. 2f. Schulden Leerlingen geven aan of ze iemand kennen die schulden heeft en hoe ze dat evt. zouden oplossen (als ze zelf schulden hebben). 2g. Afsluiting 3. Al klaar en tijd over? Leerlingen die tijd over hebben, spelen een spel over echtheidskenmerken van de euro (opdracht 1). De andere opdracht gaat over soorten geld en rekenen met geld (opdracht 2). Klassikale bespreking: 2015 Ik en geld 4- Mijn bank – docent 3a. t/m 3r.
Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
3a. Klassenselector 3b. Begrippen 3c. Bankzaken 3d. Internetbankieren 3e.Overzicht 3f. Je eigen bankpas 3g. Besteding 3h. KLAS: betalen 3i. Risico’s betaalvormen
25m
22
3j. KLAS: rood staan 3k. Rood staan 3l. In de schulden 3m. KLAS: Voorschieten 3n. Voorschieten 3o. Voorschieten voor vrienden 3p. Geld lenen kost geld 3q. Geld ezels 3r. Afsluiting Werkblad – Veilig internetbankieren Klassikale bespreking: 2015 Ik en geld 4- Mijn bank – docent Nodig: - werkblad: Veilig internetbankieren - computer/internet om gegevens van verschillende webwinkels op te zoeken
Dit werkblad kan ook als huiswerk gemaakt worden.
20m.
Klassikale bespreking van het werkblad (zie 4a.): Wat zijn de voordelen van internetbankieren? -
-
Wat zijn de nadelen van internetbankieren? Wat moet je doen met Phishing mailtjes? Wie krijgt deze wel eens? Waar moet je op letten als je iets online wilt kopen via een webshop? Welke webshop is betrouwbaar? Welke niet? Waarom?
Bijgaand achtergrondinformatie over de verschillende betaalvormen: Betaalvorm Voordelen Nadelen Munten/ Altijd duidelijk hoeveel geld je nog hebt. Kun je eenvoudig kwijtraken. biljetten / Kan overal gebruikt worden. Niet verzekerd. / Zwaar. Betaalpas Veilig. / Bij verlies kun je de pas snel Moeilijk om overzicht te houden over hoeveel laten blokkeren, zodat je geen geld kwijt geld je nog hebt. raakt. Pincode vergeten. / Blokkering als je 3 keer een foute pincode hebt ingevuld. iDEAL Snel. Je moet internet beschikbaar hebben. Veilig (extra code naast je pincode via Inloggegevens kunnen kwijtraken. bank bijv. Rabo met Scanner). Blokkering als je 3 keer een foute pincode hebt ingevuld. Overboeking Veilig Overboeking duurt vaak 24 uur. Je moet internet beschikbaar hebben. Inloggegevens kunnen kwijtraken. Antwoorden werkblad Voordelen en nadelen van internetbankieren (bekijk ook het schema hierboven bij iDEAL en Overboeking): Wat zijn de voordelen van internetbankieren? Met internetbankieren kun je geld in een paar seconden overboeken. Bovendien kun je ten alle tijden het actuele saldo van je rekeningen zien, de bij- en afschrijvingen bekijken en opdrachten wijzigen of intrekken (indien je ze nog niet hebt gestuurd). Ook kun je spoedopdrachten geven, je hypotheek, leningen en verzekeringen in zien en beleggen via het internet. Met internetbankieren kunt u dus uw gehele rekeningen inzien, vanaf iedere plek waar je internet hebt!
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
23
Enkele minpunten bij online bankieren Sommige banken werken bij online bankieren met allerlei codes. Deze moet je goed bewaren. Verder moet je vaak je wachtwoord wijzigen, om te zorgen dat internetbankieren veilig blijft. Door de codes is het verder vrij omslachtig om uiteindelijk geld te kunnen overmaken. Sommige banken hebben speciale apparaatjes, waardoor je dus alleen geld kunt overmaken als je dit bij je hebt. Al met al wegen de nadelen niet op tegen de voordelen. Zorg dus gewoon dat je bij een fijne bank zit!
Bron: http://www.allesovergeld.info/betaalwijze/internetbankieren.html Bijgaand achtergrondinformatie (werkblad) – Phishing: Hoewel internetboeven steeds handiger worden, is er wel wat tegen ’het vissen’ te doen. „Pas de basisregels toe”, aldus de zegsvrouw van veiliginternetten.nl. Dan zijn de foute mails er zo uit te halen: 1-Aanbiedingen die te mooi zijn om waar te zijn, bestaan niet. Mobiele telefoons worden niet gratis weggegeven, reisjes ook niet. Gratis bestaat niet. 2-Banken vragen NOOIT via de mail om bankrekeningnummers, inloggegevens of pincodes. Weet u het niet zeker? Check de website van uw bank of bel. 3-Banken bellen eveneens NOOIT om gegevens op te vragen. Verbreek de verbinding. 4-Klik NOOIT op een link in een mail die u niet vertrouwt en open NOOIT een bijlage. 5-Controleer de afzender bovenaan het bericht. In bijna alle gevallen blijkt het adres waar de mail naar terug moet worden gestuurd, niet te kloppen met het adres dat in de mail staat vermeld. 6-Check regelmatig uw bankrekening om te controleren of er transacties plaatsvinden waarvoor u geen toestemming heeft gegeven. Iets gevonden waarvan u denkt dat het niet pluis is? Neem dan zo snel mogelijk contact op met uw bank. Bron: http://www.telegraaf.nl/dft/geld/consument/23700344/__Zes_tips_tegen_phishing__.html Waar moet je op letten als je koopt bij een webwinkel: - Opgelicht (2012) - http://www.opgelicht.nl/hulp/vraag-en-antwoord/detail/5359/ - De ShopScan van de ConsuWijzer: https://www.consuwijzer.nl/shopscan/
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
24
11. Module 5: Mijn toekomst Leerdoelen
De leerlingen weten dat er een minimumjeugdloon bestaat. De leerlingen weten wat belasting is en waarom je dat betaalt. De leerlingen die werken, zijn in staat zich op de hoogte te stellen van wet- en regelgeving omtrent arbeidstijden en de toegestane werkzaamheden.
Leerdoelen van het werkblad: Je kan via het internet opzoeken hoeveel het kost om op jezelf te wonen. Je weet welke uitgaven je hebt als je op jezelf gaat wonen. Je kan aangeven of uitgaven vaste of variabele kosten zijn. Voorbereiding a.
b.
Print het werkblad ‘Op jezelf wonen’. Leerlingen gaan opzoek (via internet) hoeveel verschillende kostenposten kosten per maand (geef aan dat een schatting goed is!). Leerlingen geven ook aan of deze kosten vaste uit variabele kosten zijn. Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld (module 5).
Lesinhoud Nr
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen
Tijd
Start: 2015 Ik en geld 5- Mijn toekomst – docent 1.a 1.b 1.c
Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld
2
1. Digibord – Introductie 1b. Lesdoelen 1c. Lesdoorloop
5m.
2. Individueel werken
Individueel werken: 2015 Ik en geld 5- Mijn toekomst 1a. Introductie 1b. Werken Leerlingen vullen in of ze eigen baas willen worden of in loondienst willen werken. Ook hoeveel ze denken te gaan verdienen. 1c. Rijk In het filmpje zijn alleen miljonairs opgenomen die hun geld zelf verdiend hebben. De meeste echt rijken der aarde hebben hun vermogen geërfd. (bijv. in Nederland: Charlene de Carvalho-Heineken (€ 5 miljard) en Erik Brenninkmeijer en familie (C&A, € 22 miljard)). 1d. Werken voor geld Leerlingen beantwoorden waar/niet waar vragen rondom werk en het verschil tussen werken in loondienst / eigen baas zijn / zwart werk. 1e. Belasting 1 Leerlingen kijken een filmpje over Sophie die belasting kan terugvragen. Ook het begrip bruto / nettoloon komt terug. Dit filmpje is niet openbaar toegankelijk, alleen via de ELO. 1f. Belasting 2 Leerlingen beantwoorden waar/nietwaar vragen over belasting. 1g. Poll In de poll stemmen leerlingen op de volgende poll. De resultaten komen terug in de digibord-les.
20m.
1h. Minimumloon Leerlingen lezen informatie over het minimumloon. En denken na over de vraag of zij loonsverhoging zouden durven te vragen als ze erachter komen dat ze te weinig verdienen. Dit komt terug in het digibord. 1i. Loonstrook Leerlingen bekijken een loonstrookje en berekenen hoeveel er aan belasting is ingehouden en lezen af hoeveel dagen de werknemer heeft gewerkt. 1j. Een eigen bedrijf Wat betekent het om een eigen bedrijf te hebben? Aan de hand van het voorbeeld van Peters inkomen (winkel computerbenodigdheden) verkennen ze het verschil met een baan in loondienst. 1k. Omzet, kosten en winst Leerlingen oefenen met begrippen rondom omzet, winst, inkoopwaarde en bedrijfskosten. 1l. Winst berekenen Aan de hand van gegeven bedragen berekenen leerlingen de winst van een fictieve winkel. 1m. De prijs van een product De winkelier wil een product gaan verkopen. Leerlingen berekenen de BTW en bepalen zelf hoeveel er bij de inkoopprijs op moet voor verkoop. Het antwoord wordt in de digibordles nabesproken: kies je voor een hoge marge (en verkoop je misschien minder?) of ga je op een relatief lage prijs zitten zodat het in elk geval verkocht wordt…? 1n. Kostgeld Het Nibud raadt ouders met thuiswonende, werkende, niet-studerende kinderen aan om kostgeld te vragen. Een discussie waard! 1o. Afsluiting 2. Al klaar en tijd over? Leerlingen die tijd over hebben, gaan een opdracht doen over hun leven op hun 30e (opdracht 1). De andere opdracht gaat over verzekeren (opdracht 2).
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
26
Klassikale bespreking: 2015 Ik en geld 5- Mijn toekomst – docent 3a t/m 3m.
Een hand-out met doorloop van digibord gedeelte is te vinden op www.codenamefuture.nl/ikengeld
3a. Klassenselector 3b. Kennistest 3c. Begrippen 3d. KLAS: kostgeld 3e.Kostgeld 3f. (toekomst) werken 3g. (toekomst) verdienen 3h. Minimumloon 3i. Naar je baas 3j. Belangrijke papieren 3k. Belastingen 3l. Een eigen bedrijf 3m. Afsluiting
20m
Werkblad: Op jezelf wonen Klassikale bespreking: 2015 Ik en geld 5- Mijn toekomst – docent Nodig: - Werkblad: Op jezelf wonen (module 5) - computer en internet
Dit werkblad kan ook als huiswerk gemaakt worden.
20m.
Klassikale bespreking van het werkblad (zie 4a.): -
Wat zijn de voordelen van internetbankieren? Wat is het verschil tussen variabele en vaste kosten? Wat zijn bijvoorbeeld vaste kosten als je op jezelf gaat wonen? Hoeveel zou je moeten verdienen om op jezelf te kunnen wonen?(kijkend naar jouw kostenlijstje) Stel dat je een huis koopt: is dat duurder dan huren? Waarvoor beschermd de inboedelverzekering je?
- Wat is de AVP verzekering? Is deze verplicht? Vanaf je 18e is je ziektekosten verzekering verplicht! Antwoorden Werkblad: Kosten op jezelf wonen – Zie volgende bladzijde voor een indicatie van hoeveel iets per maand kost. Inboedelverzekering: Een inboedelverzekering is een verzekering waarmee je schade aan of verlies van je inboedel kunt afdekken. Hierbij kun je denken aan schade als gevolg van brand, inbraak, vandalisme of waterschade. Met de term inboedel bedoelen verzekeraars doorgaans alle roerende zaken die tot je huishouden behoren. Dit zijn dus de spullen die niet vastzitten aan je huis, zoals tafels, stoelen en je televisie. Eigenlijk is de inboedel alles wat je bij een eventuele verhuizing mee kunt nemen. Zo hoort je keuken niet tot de inboedel van je huis, maar al het keukengerei wel. (bron: http://www.geld.nl/inboedelverzekering/service/wat-is-een-inboedelverzekering) AVP verzekering (aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren): Een AVP verzekering (hetzelfde als een WA of aansprakelijkheidsverzekering). Stel je gooit per ongeluk een glas wijn over de nieuwe bank of vloer. Je botst met je fiets tegen de nieuwe auto van de buurman. Dit kan je flink wat geld kosten en een boel zorgen opleveren. Als je een AVP of WA verzekering hebt zijn dit soort ongelukjes afgedekt. De verzekering betaald. Makkelijk toch? (bron: http://www.avpverzekering.nl/ ) >>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
27
INDICATIE KOSTEN LEVENSONDERHOUD
Vaste lasten
Vakantie
Kleding
Vrije Tijd
Uitgaan
Vervoer
Wonen
In de onderstaande tabel kun je opzoeken hoeveel geld je uit moet trekken voor diverse posten van levensonderhoud. We gaan er van uit dat je alleen woont. Heb je een partner dan kun je kosten van de woning bijvoorbeeld delen. Rijwoning, huur, incl energie en tv/internet 2-1 kapwoning, huur, dorp, incl energie en tv/internet 2-1 kapwoning, huur, stad, incl energie en tv/internet Vrijstaande woning, huur, dorp, incl energie en tv/internet Vrijstaande woning, huur, stad, incl energie en tv/internet Rijwoning, koop, incl energie en tv/internet 2-1 kapwoning, koop, dorp, incl energie en tv/internet 2-1 kapwoning, koop, stad, incl energie en tv/internet Vrijstaande woning, koop, dorp, incl energie en tv/internet Vrijstaande woning, koop, stad, incl energie en tv/internet Fiets Brommer/scooter OV Auto, compact Auto, middenklasse Auto, luxe Auto, getuned Danstent/kroeg Bioscoop/theater Uit eten Concert/festival Chillen Sporten Computeren Bellen (mobiel abonnement) Samen met vrienden zijn Dure merkkleding Betaalbare kleding Goedkope kleding Van alles wat Camping Frankrijk Strand Spanje Sportief Stedentrip Tropisch eiland Verre Reis Huisje Nederland Zorgverzekering Boodschappen Andere verzekeringen Overige vaste lasten (zoals persoonlijke verzorging, duurzame artikelen (tv, computer wasmachine), lidmaatschap sportclub, abonnementen).
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
Kosten per maand ca. € 660 € 980 € 1280 € 1560 € 1910 € 1000 € 1150 € 1420 € 1670 € 2110 € 30 € 115 € 50 € 400 € 650 € 900 € 300 € 20 € 25 € 35 € 50 €0 € 25 € 10 € 28 €0 € 100 € 60 € 40 € 70 € 85 € 100 € 80 € 110 € 200 € 350 € 120 € 97 € 180 € 15 € 108
28
12. Module 6: Mijn mobieltje (2 x 45 minuten) Deze module gaat over de kosten van je mobiele telefoon, een risico bij schuldenontwikkeling. Wie betaalt je rekening? Hoe hoog is deze? Jongeren hebben steeds vaker schulden. Zelf wijzen ze 'onwetendheid' en 'onkunde' aan als voornaamste redenen. Let op: de lesdoorloop van Mijn mobieltje staat hieronder, in rood de vragen en aanwijzingen. Daarom staat geen hand-out op www.codenamefuture.nl/ikengeld! Leerdoelen
De leerlingen weten wat schulden zijn. De leerlingen weten wat ze kunnen doen om (telefoon)schulden te voorkomen. De leerlingen kennen de gevolgen van het hebben van schulden. De leerling weet wat hij kan doen aan ontstane schulden en waar hij terecht kan voor hulp.
Voorbereiding -
Zorg voor WiFi, de leerlingen gaan stemmen met hun mobiel, tablet of computer. Print het werkblad uit. Neem de les van tevoren door, check of alle filmpjes en links werken. Maak een eigen Mentimeter op mentimeter.com aan met vraag: Hoeveel geld heb jij geleend? antwoorden: Ik heb niets geleend, minder dan 10 euro, tussen 10 en 20 euro, tussen 20 en 50 euro, meer dan 50 euro.
Centrale begrippen: Overschrijven belbundel, infographic, schulden, incassobureau, betalingsregeling, beïnvloeding (bewust, onbewust), verleidingen
Lesinhoud – les 1 --- Klassikaal deel A (circa 30 minuten) Nr 1.a
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen
Tijd
Klassikale instap
3 m.
Introduceer het onderwerp: Wie heeft er een mobieltje? En weet je wat je kosten zijn per maand? Daar gaat deze module over.
1.b
Loop kort de punten door waar de les over gaat.
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
1 m.
29
1.c
Loop kort het lesverloop door.
1 m.
2.a
Bespreek de begrippen die voorkomen in de les. (met name voor vmbo-bk)
5 m.
-
-
-
-
-
2.b
Overschrijden belbundel Over je afgesproken contract gaan. Lenen Geld van anderen gebruiken. Infographic Informatieve illustratie die gegevens in beeld en tekst weergeeft. Schulden Een nog te betalen of terug te betalen geldsom (ook rood staan bij de bank). Incassobureau Een bedrijf die (namens schuldeisers) openstaande vorderingen int. Betalingsregeling Afspraak over het in delen betalen van de nog te betalen rekening. Aflossing Het terugbetalen van geleend geld. Bureau Kredietregistratie (BKR) Instantie die bijhoudt welke leningen iemand heeft afgesloten.
Bekijk het filmpje (tot 2m): jongeren worden op straat geïnterviewd over het thema schulden.
3 m.
Kort leergesprek met de leerlingen: Hoe zit dit bij jullie? Of in je omgeving?
2.c
Reageer op de stelling: “Geld lenen is wat anders dan een schuld hebben.”
2 m.
Ja! Dit is hetzelfde. Jongeren zien dit vaak niet als eenzelfde ding. Want 3 euro lenen en meteen terugbetalen, dan is er toch niets aan de hand? Het gaat juist om die kleine bedragen (of rood staan bij de bank).
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
30
2.d
Bekijk het filmpje. Jongeren vertellen over schulden. https://www.youtube.com/watch?v=ji9zaYR-5YQ
5 m.
MENTIMETER: Laat de leerlingen stemmen met hun smartphone, tablet of computer (zorg voor WiFi!). U ziet:
Leerlingen gaan naar de website www.govote.at en toetsen de code in.
5 m.
Zij geven antwoord op de vraag ‘Hoeveel geld heb jij geleend?’. Bespreek de uitkomst met de klas. Wat valt op? Van wie lenen ze geld?
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
31
2.e
Vergelijk de uitkomst van de mentimeter stelling met deze uitspraak. Komt deze overeen?
2 m.
Scholieren lenen vooral van vrienden en ouders. De belangrijkste financiers zijn: Vrienden 72% Ouders 44% Klasgenoten 41% Andere familieleden 9% Banken, financiële instellingen en winkels worden door minder dan 1 procent van de scholieren genoemd als financier. Bron: Nibud 2.f
Wanneer wordt een lening of schuld een probleem? ! Een schuld hebben hoeft op zich geen probleem te zijn. Schulden worden pas problematisch wanneer mensen langdurig niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen.
3 m.
Laat leerlingen inventariseren: wat zijn de gevolgen van een schuld? Je kunt je geld niet gebruiken voor leuke dingen… …je moet je schulden afbetalen en dat duurt vaak langer dan je denkt. Je kunt geen bankrekening meer openen… …de bank vertrouwt je niet meer. Je geld is op zodra je salaris is gestort… …je hebt geen geld om de maand door te komen. Je kunt niet op vakantie… …van je vakantiegeld moet je je schulden afbetalen. Je kunt niet op je zelf gaan wonen… …te duur met al die afbetalingen. Je moet veel werken… …als je minder werkt kun je niet rondkomen. Je kunt geen huis kopen… …de bank vindt dat je te veel leningen hebt, dus krijg je geen hypotheek. “Maar vooral: schulden leveren stress op. Daarnaast belemmeren schulden jongeren een toekomst op te bouwen. Je bent meer bezig met het aflossen dan met de toekomst.” Bron: www.nibud.nl, januari 2015
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
32
3.a
Rondt het klassikaal deel af. Bespreek kort de volgende stap.
2 m.
3.b
Leerlingen gaan aan de slag met het individuele deel. Zij hebben daarvoor hun persoonlijke accounts nodig. Zij gaan circa 15 minuten aan de slag. Daarna gaat het klassikale deel verder.
3m
--- Einde klassikaal deel A Individueel deel in de Workspace (15 minuten) 1.a
Leerling gaan zelfstandig aan de slag in de Workspace. Ze reageren op de uitspraak ‘Verbod om een mobiel abonnement te gebruiken onder de 18 jaar’ van mr. Henk Keizer van incassobedrijf GGN. Ze beantwoorden enkele vragen over het gebruik van hun mobiele telefoon. Ze denken na over hoe het komt dat het voor jongeren lastig is om de telefoonkosten in de hand te houden. Zie bekijken een filmpje waarin duidelijk wordt welke rol een mobieltje in het leven heeft. Ze reageren op stellingen over hun mobieltje en het gebruik en hun gedrag hiermee. Ze berekenen het verbruik van data van apps op de telefoon. Past dit bij hun afgesloten bundel?
15 m.
Einde van lesuur 1 (45 minuten). Indien u een blokuur heeft gepland kunt u direct door.
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
33
Lesinhoud – les 2 (45 minuten)--- Klassikaal deel B Nr 4.a
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen
Tijd
Klassikaal start van vervolgles.
2 m.
Korte terugblik op vorige deel: Lenen en schulden; 1 op de 5 scholieren heeft een gat in z’n hand. Hoe zit dat bij jou? Dat heb je uitgezocht in het individuele deel. ! Selecteer de klas om de digibordfunctie te activeren 4.b
Welke abonnementen hebben de leerlingen?
3 m.
De grafiek van de klas wordt vergeleken met gegevens uit ‘Eindrapport Jongeren en telefoonkosten’, mei 2014, van YoungWorks in opdracht van StichtingWeetWatJeBesteedt en Vodafone. http://www.wwjb.org/onderzoek-jongeren-entelefoonkosten/. Waarom zou prepaid beter zijn om geen schulden te maken? Uit het bovengenoemde rapport: “Met prepaid-constructie kun je niet in geldproblemen komen, omdat je eerst geld moet betalen voordat je gebruik kunt maken van diensten. Met een doorlopend abonnement is dit anders: je maakt er nu gebruik van, maar betaalt pas later.” 4.c
Wie betaalt de rekening?
2 m.
Waarom zou het beter zijn om zelf een abonnement af te sluiten? Uit het bovengenoemde rapport: “Als de telefoonrekening wordt betaald door de ouders ervaren jongeren geen consequenties van hun gedrag: ‘mijn ouders betalen het toch wel’. Jongeren zijn meer geneigd om buiten hun bundel te bellen:er is immers een buffer om op terug te vallen.”
4.d
Hoe hoog is je rekening per maand?
3 m.
Wat valt op bij de uitkomst? Hoe vaak is ‘Weet ik niet’ gekozen?
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
34
4.e
Overschrijd je je telefoonkosten per maand?
5 m.
Uit het rapport: “40% van de jongeren gaat wel eens over zijn maandelijkse abonnement heen. Binnen deze groep doet 10% dit bijna elke maand en 2% maandelijks.” Bekijk de grafiek van de klas. Hoe komt dit, denk je? Andere uitgaven Andere omstandigheden (vakantie, veel onderweg) Jongeren zien het niet als een probleem… ouders betalen, ‘het hoort erbij’ worden als redenen gegeven. 4.f
Stelling: "Ik kan echt niet meer zonder mijn smartphone!" Hoe denkt de klas daarover?
5 m.
Uit het rapport: “Jongeren zien (te) hoge telefoonkosten niet als een probleem. Het gebruik van hun mobiel en het contact met de sociale omgeving zien ze als een ‘eerste levensbehoefte’. Uit de hand lopende kosten nemen ze voor lief: het is een onvermijdelijk gevolg. Een belangrijke verklaring voor de lage probleemperceptie vinden we in de ontwikkeling van het puberbrein. Ook wel het sociale brein benoemd. Jongeren hebben een onverzadigbare behoefte om met vrienden te communiceren. Het is hun primaire levensbehoefte, waar ze álles voor over hebben. Dus ook die financiële uitschieters of preek van hun vader.” Wordt dit ook in de klas genoemd?
4.g
Bekijk optioneel het filmpje ‘Socialbesitas’ het niet zonder mobiel kunnen. Stelling: "Ik wil gewoon af en toe Facebook checken. Dan maar via 3G in plaats van thuis op de WiFi!"
5 m.
Uit het rapport: “Er is in het puberbrein een disbalans tussen ratio en emotie: emotionele systemen zijn overactief. Jongeren willen nú dat filmpje kijken of nú die ruzie uitpraten. Nadenken over de gevolgen (hoge telefoonkosten) is daar ondergeschikt aan.”
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
35
4.h
Stelling: "Mijn ouders helpen me wel als ik mijn rekening niet kan betalen."
5 m.
Uit het rapport: “Ouders werken als ‘probleemdemper’ in hoge telefoonkosten. Ze vangen in veel gevallen de uit de hand gelopen telefoonkosten gedeeltelijk of zelfs helemaal op, waardoor jongeren geen consequenties van hun gedrag ervaren. “
4.i
Stelling: "Ik heb een super laag abonnement, maar wel met het nieuwste model!"
5 m.
Uit het rapport: “Jongeren ontlenen status aan het type telefoon dat ze hebben. Helemaal bij jongeren die zich in een levensfase begeven waarin sociale acceptatie het belangrijkste is. Een verkeerde telefoon kan letterlijk een reden zijn om buitengesloten te worden. Hierdoor zijn jongeren bereid risico’s te nemen. De keuze voor een abonnementsvorm met lage vaste lasten, maar maandelijks gaan ze fors over hun bundel heen.” Maar hoe zit dat bij jou? En bedenk: Meerderheid (82%) komt NIET in geldproblemen door te hoge telefoonkosten. 4.j
Top 3 van oorzaken van telefoonschulden worden getoond.
3 m.
De leerlingen hebben een eigen berekening gemaakt van hun datagebruik. Past dit bij de belbundel?
4.k
Wat als het toch mis gaat? Wat kun je dan doen? Lees je contract goed door, ook de kleine lettertjes. Met name over de kosten van het overschrijden van je belbundel. Met Prepaid of Sim only houd je je kosten in de hand. Breng je gebruik in kaart en neem een passend abonnement. Check tussendoor de status van je gebruik via speciale apps. Maak gebruik van gratis apps.
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
5 m.
36
4.l
Bespreek ter afsluiting de leerpunten uit deze les.
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
2 m.
37
13. Beoordeling In een eerdere versie van de lessenserie Ik en Geld was er een toets beschikbaar (versie 2014). Deze toets is bij de herziening van de lessenserie geschrapt omdat deze bijna niet is gebruikt door docenten. Ook gaven docenten in een evaluatie aan dat ze leerlingen op een andere manier beoordelen (bijv. werkbladen of een grote opdracht). Via werkbladen: Zou u dit aan de hand van werkbladen kunnen doen. Daarbij vooral de vragen stellen: “Zijn leerlingen bewust van hun gedrag rondom geld? Hebben ze inzicht in hun financiële situatie?”.
>>> Ik en Geld 2015 | Docentenhandleiding
38