>>> Ik en Geld Docentenhandleiding VMBO
Voorwoord Jongeren krijgen steeds meer geld te besteden en hun financiële verantwoordelijkheid neemt toe. Het is daarom belangrijk dat ze de benodigde kennis en vaardigheden leren om een goed financieel inzicht te ontwikkelen en te voorkomen dat ze in de schulden komen. Jongeren worden in de lessenserie 'Ik en geld' bewust gemaakt van hun gedrag rondom geld. ‘Ik en Geld’ is een set van vijf lessen die in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Banken is ontwikkeld. De inhoud van de lessen is onderdeel van het lesprogramma economie. De lessen bieden de mogelijkheid om deze onderdelen van het lesprogramma op een andere manier aan te bieden. De Nederlandse Vereniging van Banken hecht veel waarde aan financiële educatie. Vanuit deze betrokkenheid is ‘Ik en Geld’ ontwikkeld.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
2
INHOUDSOPGAVE Voorwoord ........................................................................................................ 2 1. Het lespakket .............................................................................................. 4 1.1 Gebruik ......................................................................................................... 4 1.2 Omvang en locatie van de les ........................................................................... 4 1.3 Aanpak ......................................................................................................... 4 2. Doelen ......................................................................................................... 5 2.1 Doelgroep ..................................................................................................... 5 2.2 Kerndoelen .................................................................................................... 5 3. Inhoud van de lessen .................................................................................. 5 4. Aansluiting lesmethodes op ‘Ik en Geld’ ...................................................... 7 4.1 Lesbronnen ................................................................................................... 8 5. Praktische zaken ......................................................................................... 8 5.1 Aanvragen wachtwoorden ................................................................................ 8 5.2 Inlogprocedure............................................................................................... 8 5.3 Workspace-tips .............................................................................................. 8
Informatie per digibordles ........................................................................ 9 6. Module 1 Mijn stijl ..................................................................................... 10 6.1 Leerdoelen .................................................................................................. 10 6.2 Lesinhoud ................................................................................................... 10 7. Module 2 Mijn inkomsten ........................................................................... 13 7.1 Leerdoelen .................................................................................................. 13 7.2 Lesinhoud ................................................................................................... 13 8. Module 3 Mijn uitgaven.............................................................................. 15 8.1 Leerdoelen .................................................................................................. 15 8.2 Lesinhoud ................................................................................................... 15 9. Module 4 Mijn bank ................................................................................... 19 9.1 Leerdoelen .................................................................................................. 19 9.2 Lesinhoud ................................................................................................... 19 10. Module 5 Mijn toekomst............................................................................. 23 10.1 Leerdoelen ................................................................................................. 23 10.2 Lesinhoud .................................................................................................. 23
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
3
1.
Het lespakket
1.1 Gebruik ‘Ik en Geld’ bestaat uit vijf lessen. Deze lessen kunnen los van elkaar gegeven worden. Het zijn zelfstandige eenheden. In de verschillende lesmethodes zijn de onderwerpen van ‘Ik en Geld’ onderdeel van verschillende hoofdstukken. Doordat een les ‘Ik en Geld’ een afgeronde eenheid is, kan deze eenvoudig worden ingepast in de gebruikte economiemethode. 1.2 Omvang en locatie van de les Lessen gaan uit van 50 minuten lestijd. Het eerste deel vindt in de mediatheek of een computerlokaal plaats, het tweede deel en de afsluiting in het leslokaal. 1.3 Aanpak De lessen zijn opgenomen in de Workspace van Codename Future. Deze digitale leeromgeving vormt het hart van de lessen. Leerlingen werken alleen of in tweetallen een deel van de les zelfstandig aan de lesstof. Een deel van de antwoorden van leerlingen wordt centraal opgeslagen. Tijdens dit eerste deel van de les vindt de kennisoverdracht plaats. Het tweede deel van de les is klassikaal en wordt aan de hand van het digibord of een beamer gegeven. In het klassikale deel worden onderdelen uit het eerste deel nabesproken. Daarnaast komt meningsvorming hier aan de orde. In dit deel maken we veel gebruik van de antwoorden die leerlingen in het eerste deel hebben ingevoerd. De les wordt afgesloten met een werkblad. Dit werkblad moet u vooraf printen, zodat u het direct na de digibordles als afronding gebruikt kan worden. Aan dit werkblad werkt elke leerling zelfstandig. Het werkblad gaat in op een onderdeel van de les en vormt de afsluiting.
Introductie en Kennisoverdracht
Een individueel deel in het computerlokaal
30 minuten
Digibordles met meningvormend onderdeel
Klassikaal deel onder begeleiding van de docent, met behulp van een beamer of digibord
15 minuten
Afronding
Werkblad met verwerkingsopdracht
5 minuten
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
4
2.
Doelen
2.1 Doelgroep De doelgroep bestaat uit leerlingen die voor het eerst economie krijgen. Bij de meeste scholen zullen dat leerlingen zijn uit het tweede leerjaar. Het ligt voor de hand de lessen in te zetten bij het vak economie. Ze kunnen ook gebruikt worden bij maatschappijleer of tijdens een mentoruur. 2.2 Kerndoelen De lessen sluiten aan bij kerndoel 42 uit het domein Mens en maatschappij: "De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu."
3.
Inhoud van de lessen
De lessenserie 'Ik en Geld' bestaat uit 5 modulen van elk 50 minuten. Les
Titel
Beschrijving van het thema
1
Mijn stijl
Leerdoelen
Leerlingen weten dat mensen verschillen in hun manier van leven en daarmee ook in hun manier van met geld omgaan. Leerlingen zijn zich bewust van de manier waarop zij met geld omgaan.
Beschrijving We maken voortdurend keuzes. Sommige keuzes doen we onbewust: ik gooi mijn tas altijd op mijn bed. Sommige keuzes hebben we een tijd geleden al gemaakt: het drinken van suiker in je thee. Andere keuzes maken we als we echt iets gaan doen: ik koop die broek, want die vind ik mooi. Over alles maken we keuzes, ook over geld. Deze module gaat daarover. We koppelen de keuzes ook aan leefstijl. 2
Mijn inkomsten
Leerdoelen
Leerlingen weten wat inkomsten zijn. Leerlingen kennen de verschillende soorten van inkomsten.
Beschrijving Jongeren moeten zorgen dat ze inkomen hebben. Anders is het lastig om een eigen leven in te vullen. Zakgeld, kleedgeld, baantje, belgeld, het zijn allemaal bronnen van inkomsten. In deze les gaan we in op die bronnen van inkomsten en hoe leerlingen ervan rond kunnen komen. 3
Mijn uitgaven
Leerdoelen
Leerlingen kennen verschillende soorten uitgaven. Leerlingen kunnen kosten van verschillende aankopen vergelijken.
Beschrijving Jongeren hebben een overzichtelijk uitgavenpatroon. Toch zitten er >>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
5
risicovolle zaken tussen. Het afstemmen van uitgaven op inkomsten, waar je op moet letten als je uitgaven doet en budgetteren maken deel uit van deze les. 4
Mijn bank
Leerdoelen
Leerlingen weten waarvoor ze bij een bank terecht kunnen. Leerlingen kennen de begrippen sparen, lenen en rente. Leerlingen kunnen consumenteninformatie interpreteren.
Beschrijving Sparen en lenen zijn, naast het betalingsverkeer, de diensten van de bank waar de meeste mensen gebruik van maken. Voor- en nadelen en risico’s van sparen en lenen komen in deze lessen aan de orde. We gaan ook in op het op afbetaling kopen. 5
Mijn toekomst
Leerdoelen
Leerlingen kennen de begrippen hypotheek en beleggen. Leerlingen weten welke kosten en opbrengsten een bedrijf heeft.
Beschrijving Sommige mensen worden rijk omdat ze bijzondere talenten hebben en die goed inzetten. De meeste mensen moeten hard werken voor hun geld zonder direct heel rijk te worden. In deze les gaat het over de manieren waarop leerlingen later geld kunnen verdienen, bijvoorbeeld door een eigen bedrijf te starten, en wat je met je geld kunt doen.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
6
4.
Aansluiting lesmethodes op ‘Ik en Geld’
Onderbouw vmbo t/havo, Leerboek A
P2.4
P1.2 (technisch)
P1.3
P1.4
Mijn toekomst
Mijn Bank
Niveau Mijn inkomsten
Uitgever
Mijn stijl
Naam Methode
Mijn Uitgaven
De lessen sluiten aan bij lesmethodes Economie. In het schema is van de meest gebruikte lesmethodes aangegeven bij welke paragrafen/hoofdstukken de lessen 'Ik en Geld' aansluiten.
H2
H4
100% Economie voor VMBO
Wolters - Noordhoff Thieme/Me ulen-hoff
Pincode
Onderbouw vmbo t/havo, Leerboek B
Malmberg
Praktische Economie
Malmberg
Economisch Denken
H5
H8
Dit deel gaat over macro-economie. Dat is incidenteel wel te betrekken bij het thema van het project, maar dat is voor docenten lastig.
Onderbouw havo/vwo
P1.1
P1.2
P1.3
P2.4
H3
H7 (beprekt)
H4
H2
Leerwerkboek 2 gt
P1.1, P1.2
H6
P1.2
P1.3, P1.4
P1.4
Leeropdrachtenboek 3 gt
P1.1
H6
P1.1, P1.4
P1.3
Vmbo-t/havo onderbouw
P1.4
1.1, H6
1.2
H2
H3. P7.3
Vmbo-kgt onderbouw
P1.4
1.1, H6
1.2
H2
H3, P7.3
Basisvorming vmbkgt
P3.6, P4.4
H1, P5.1
H4
P5.3, P5.5
vmbo-bk
P3.6, P4.4
H1
H4
P5.3, P5.5
havo/vwo
P3.6, P4.3
H1
H4
P5.2, P5.4
2 havo/vwo
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
7
4.1 Lesbronnen De Nederlandse Vereniging van Banken behartigt de belangen van ongeveer 75 banken die in Nederland actief zijn. Veel van de leden ontwikkelen activiteiten voor het voortgezet onderwijs. Deze variëren van gastlessen tot projectweken en van lesmateriaal tot voorstellingen. Informatie hierover is te vinden op de websites van de verschillende banken.
5.
Praktische zaken
5.1 Aanvragen wachtwoorden Om toegang te krijgen tot de les hebben de leerlingen een individuele toegangscode nodig. Deelname is gratis. U verkrijgt de wachtwoorden door een e-mail te sturen naar Codename Future of telefonisch contact op te nemen. De contactgegevens vindt u hieronder. Eventueel kan Codename Future u ondersteunen bij de uitvoering van het project. Prijzen op aanvraag. Codename Future Zeestraat 71 2518 AA Den Haag 070 – 302 47 70
[email protected]
Algemene informatie voor scholen: Martijn Spekman 070 – 302 47 70 06 – 10 905 840
[email protected]
5.2 Inlogprocedure Het inloggen in de les gaat als volgt: 1. 2. 3. 4. 5. 5.3
Ga naar http://codenamefuture.nl; Vul gebruikersnaam en wachtwoord in, rechts van de website bij ‘inloggen’; Ga naar het tabblad ‘School’; Ga naar het lesarrangement ‘Ik en Geld'; Klik op de lestitel om de les te openen. Workspace-tips De les opent altijd op de plaats waar je de vorige keer gebleven was. Leerlingen (en u ook) kunnen hun wachtwoord (niet hun gebruikersnaam) wijzigen via > Persoonlijk > Instellingen > Wachtwoord wijzigen. Bureaublad van de leeromgeving wijzigen? > Persoonlijk > Instellingen > Workspace. Is een leerling het wachtwoord vergeten? U kunt het als docent altijd terugvinden: > Organisatie > Gebruikers > naam invullen > Zoeken De leerlingen kunnen hun antwoorden zelf controleren door op ‘Antwoorden tonen’ te klikken, onderaan de pagina. Ze moeten dan wel eerst iets hebben ingevuld.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
8
Informatie per digibordles Ons lesmateriaal wordt ondersteund door een digibordmodule, speciaal ontwikkeld voor de docent. De module ondersteunt de docent bij het introduceren van het onderwerp, het bespreken van belangrijke begrippen en kernpunten en geeft een aanzet tot bespreken van leerling-gegenereerde input op het onderwerp en gemaakte opdrachten.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
9
6.
Module 1 Mijn stijl
6.1 Leerdoelen Leerlingen weten dat mensen verschillen in hun manier van leven en daarmee ook in hun manier van met geld omgaan. Leerlingen zijn zich bewust van de manier waarop zij met geld omgaan. 6.2 Lesinhoud 1b. We verschillen Leerlingen kiezen tot welke jongerencultuur zij behoren. Door later in de les de uitslag van de hele klas te bekijken, worden ze zich bewust van de veelkleurigheid van de samenleving. Urban is niet een erkende subcultuur. Deze is toegevoegd om jongere leerlingen die vaak minder uitgesproken zijn een keuze te bieden. 1c. Bewust en onbewust Bewust en onbewust gedrag bepaalt in belangrijke mate de manier waarop we met geld omgaan en vooral welke risico’s we daarbij lopen. Dat komt aan de orde bij het volgende deel van de les. Dit is een feitelijke overdracht van kennis. Onbewust en bewust gedrag zijn voor leerlingen (jongeren) abstracte begrippen. Het is verstandig om bij vragen van leerlingen de begrippen te verduidelijken met concrete voorbeelden. 1d. Wat voor een geldtype ben jij? Deze test is ontwikkeld door Stichting Weet Wat Je Besteedt (WWJB), een onafhankelijke stichting met als partners KPMG, Nibud, PGGM, SNS REAAL, Ballsmedia, Emakina, Microsoft en SNS REAAL Fonds. WWJB richt zich op het vergroten van de financiële zelfredzaamheid bij jongeren van 12 tot 25 jaar. Om jongeren te bereiken heeft WWJB het eigen jongerenplatform- Edgie, waar jongeren het verschil maken. Meer informatie over Stichting Weet Wat Je Besteedt: www.wwjb.org. Het idee achter de test wordt inmiddels door veel organisaties op het terrein van persoonlijke financiën gebruikt. Zoals bij veel tests die mensen indelen in groepen, wordt er bij de test gescoord op twee kenmerken. In dit geval zijn dat impulsiviteit en statusgerichtheid. Vervolgens wordt de groep in vieren gedeeld, zoals het schema op de volgende pagina aangeeft. De vlekken geven aan in welk gebied de Nederlandse jongeren van 12 – 25 jaar scoren. Bij de klassikale les (2d. Ik ben…..) omschrijven we de termen, omdat impulsiviteit en statusgerichtheid ingewikkeld en abstract zijn. De indeling die het WWJB hanteert, is van belang omdat de financiële risico’s van de verschillende leefstijlgroepen verschilt. Levensgenieters en trendsetters lopen de grootste kans op financiële problemen, terwijl de regelaar een zeer lage kans hierop heeft. Er zijn landelijke gegevens bekend over de uitkomst van de test. Hierdoor kan de uitslag van de klas vergeleken worden met de landelijke uitkomst. 1e. Ik ben… De leerlingen zien hier de omschrijving van de groepen die het Nibud hanteert. Deze is getoetst op de onderzoeksgroep.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
10
2a. Introductie Selecteer de juiste klas. 2b. We verschillen Op het bord verschijnt de uitslag van keuzes van de leerlingen bij 1b. Hieruit is op te maken dat leerlingen verschillen in hun voorkeuren. Door de vraag te stellen ‘ wat heb je gekocht?’, kan in de bespreking duidelijk gemaakt worden dat subculturen invloed hebben op je (koop)gedrag. Bij de bespreking kan de koppeling gelegd worden naar onbewust en bewust gedrag. De laarzen van schoenmerk UGG werden in eerste instantie gekocht omdat ze lekker zaten en warm waren. Inmiddels koop je ze vanwege het imago. 2c. Geldtypes in de klas De score van de klas wijkt in de meeste gevallen af van de landelijke score. Probeer samen met de klas een verklaring te vinden voor de afwijkingen. 2d. Ik ben… Zie instructie bij 1d. Ga vooral in op de financiële risico’s. Laat leerlingen reageren op de uitslag. Zorg dat er geen normatieve sfeer ontstaat. Het een is niet beter dan het ander. 3. Verwerking Dit is een herhaling en samenvatting van de inhoud van deze les. De goede uitslag staat op het antwoordenblad op de volgende pagina.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
11
X
1. Ik ben zuinig. 2. Ik denk goed na over mijn aankopen en vind goed advies belangrijk. 3. Ik vind het belangrijk hoe anderen tegen me aankijken.
X X X
4. Ik doe graag gezellige dingen met vrienden. 5. Ik geef geld makkelijk uit.
X X
6. Ik heb een gat in mijn hand. 7. Ik heb veel kans op schulden.
X X
8. Ik hou van orde en regelmaat. 9. Ik koop graag dure dingen. 10. Ik koop veel dingen in de uitverkoop.
X X X
11. Ik moet regelmatig geld lenen van anderen. 12. Ik spaar om zaken te kopen. 13. Ik vind geld niet belangrijk.
X X X
14. Ik denk goed na over wat ik doe. 15. Ik vind plezier in het leven belangrijk. 16. Ik weet precies hoe ik er financieel voor sta
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
toekomstplanner
levensgenieter
regelaar
trendsetter
Module 1: Werkblad Ik ben ik – antwoorden
X X
12
7.
Module 2 Mijn inkomsten
7.1
Leerdoelen Leerlingen weten wat inkomsten zijn. Leerlingen kennen de verschillende soorten van inkomsten.
7.2 Lesinhoud 1a. Introductie Geen docentinformatie. 1b. Inkomstenbronnen Leerlingen maken kennis met de verschillende bronnen van inkomsten. De inkomstenbronnen zijn afgestemd op de leeftijdsgroep van de leerlingen. 1c. Inkomsten sorteren Dit is een praktische oefening als vervolg op 1b. 1d. Zakgeld Leerlingen vergelijken hun eigen situatie met de situatie van andere leeftijdsgenoten. Ook wordt duidelijk dat de hoogte van zakgeld niet zomaar te vergelijken is. De een moet er meer van betalen dan de ander. 1e. Vergoedingen Als leerlingen ouder worden krijgen ze vaak geld met een vaste bestemming. De meeste jongeren gooien dat in een pot. Ze moeten dan wel een planning voor hun uitgaven maken. 1f. Loon Kranten bezorgen: 15 jaar 13 jaar werken op Koninginnedag: Ja, maar niet als Koninginnedag op zondag valt 12 jaar babysitten: Ja, als daar maar niet voor betaald wordt (anders is het werk) 1g. Rente Hier ervaart de leerling het principe van rente op rente. Dat kan aardig oplopen. 1. Na 10 jaar is 1.000 euro gegroeid tot 1.334 euro. 2. Na 10 jaar heb je 11.808 euro. Dat is 1.808 euro meer. 1h. Natura Geen docenteninformatie. 1i. Rondkomen Geen docenteninformatie. 2a. Introductie Selecteer de juiste klas. 2b. Bronnen van Inkomsten Geen docentinformatie. 2c. Kranten bezorgen Geen docentinformatie.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
13
2d. Baantjes 13 jaar werken op Koninginnedag: Ja, maar niet als Koninginnedag op zondag valt 12 jaar babysitten: Ja, als daar maar niet voor betaald wordt (anders is het werk) Het is handig om aan de klas enkele vragen over het overzicht te stellen, zodat leerlingen een gevoel krijgen wat wel en wat niet mag. 2e. Spaarrente Ga een onderwijsleergesprek aan over de voor- en nadelen van sparen. 2f. Zakgeld Het gesprek met de klas kunt u laten gaan over wat volgens de klas een juiste hoogte van het zakgeld is. 2g. Vergoedingen Landelijk krijgt een hoger percentage meisjes belgeld dan jongens. Dat scheelt 15 %. Meisjes ontvangen ook vaker kleedgeld, maar dat verschil is landelijk slechts 3%. Het Nibud heeft geen onderzoek gedaan naar de reden achter deze verschillen. 2h. Rondkomen In de klas ontstaat een beeld van hoe de leerlingen weten rond te komen. Probeer tips uit de klas te krijgen om rond te komen en vraag na of leerlingen die niet rond weten te komen iets met deze tips kunnen. 2i. Afsluiting Geen docentinformatie. 3. Verwerking Voor veel leerlingen is een baantje bij een supermarkt de eerste sollicitatie. Door het invullen van dit formulier weten ze wat er dan van hen gevraagd wordt.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
14
8. 8.1
Module 3 Mijn uitgaven
Leerdoelen Leerlingen kennen verschillende soorten uitgaven. Leerlingen kunnen kosten van verschillende aankopen vergelijken.
8.2 Lesinhoud 1a. Introductie Geen docentinformatie. 1b. Interview De video laat leerlingen kennis maken met verschillende soorten uitgaven. Vaste kosten en persoonlijke uitgaven. 1c. Soorten uitgaven De verschillende soorten uitgaven worden op een rijtje gezet. Dit onderdeel is gericht op kennisoverdracht. In blad 1d. gaan de leerlingen met deze kennis aan de slag. 1d. Ordenen Leerlingen verwerken de stof van 1c. 1e. Wat kost een scooter Met de excelsheet worden de kosten van de scooter per maand berekend. Er kan discussie ontstaan over de vraag of het rijbewijs moet worden meegerekend. Als je geen scooter zou rijden, maak je de kosten niet. Dus het zijn wel kosten die vastzitten aan het rijden op een scooter. Als je de kosten van het rijbewijs niet wilt meerekenen, dan kan op deze plaats 0 worden ingevuld. De kosten bedragen dan € 108,96 per maand. 1f. Een mobieltje kopen Deze oefening draait om het goed interpreteren van de informatie. Het Ben-abonnement met een los toestel is het voordeligst. De kosten bedragen: € 638,52. 2a. Introductie Selecteer de juiste klas. 2b. Soorten uitgaven Het spelletje kan met de klas nog een keer gespeeld worden. Tijdens het spelen kunnen de termen nog een keer uitgelegd worden. Met de vraag om nog enkele uitgaven van elk type te bedenken, kan getoetst worden of de leerlingen de stof hebben begrepen. 2c. Wat kost een scooter? Hier kan afhankelijk van de resultaten van de klas gezamenlijk de berekening nogmaals worden uitgevoerd (zie het antwoordenblad verderop). Als de klas het invullen zelfstandig goed heeft gedaan, kan direct met de discussie over het betalen van de kosten worden gestart. Scooter rijden kost € 124,79 per maand. Daarvoor moet je (reken als loon € 5,00/uur) ongeveer € 125/€ 5,00 = 25 uur werken. 2d. Een mobieltje kopen Na de invuloefening van 2c. gaan we hier de oefening niet opnieuw doen. De goedkoopste oplossing is een Ben-abonnement met los toestel. Toch kunnen leerlingen andere redenen hebben om toch te kiezen voor T-Mobile (betere ontvangst T-Mobile vs. >>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
15
Vodafone of niet eerst hoeven sparen voor een telefoon). De Vraag ‘Is de Samsung Galaxy Plus van T-Mobile gratis?’ is ook verschillend te beantwoorden. De telefoon is gratis, maar de kosten zijn hoger. Gratis is hier dus een betrekkelijk begrip. 2e. Afsluiting Geen docentinformatie. 3. Verwerking Bij de verwerking van deze les vullen de leerlingen de Baas Over Eigen Geld test in op de computer. Hun eigen inkomsten en uitgaven worden vergeleken met die van andere jongeren van dezelfde leeftijd. Zijn er geen computers beschikbaar, dan kunt u deze test later thuis of in het computerlokaal laten maken.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
16
Module 3: Mijn uitgaven – antwoordblad 1e. Wat kost een scooter?
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
17
1f. Een mobieltje kopen Kosten mobiel abonnement Optie 1: Ben Sim only Soms + Internet gewoon 500 Mb + los toestel Actietarief Ben SIM only Soms
€
Looptijd actietarief bellen
4,99 12
Kosten van looptijd actietarief Normaal tarief Ben SIM only Soms
€ 59,88 €
Looptijd normaal tarief Kosten van looptijd normaal tarief Actietarief Ben Internet gewoon
5,99 12 € 71,88
€
Looptijd actietarief bellen
7,99 6
Kosten van looptijd actietarief Normaal tarief Ben Internet gewoon
€ 47,94 €
Looptijd normaal tarief Kosten van looptijd normaal tarief
9,99 18 € 179,82
Kosten telefoon
€ 279,00
Totale kosten in twee jaar
€ 638,52
Optie 2: T-Mobile Smart Plus 230 Actietarief T-Mobile Smart Plus 230
€
Looptijd actietarief bellen
17,47 9
Kosten van looptijd actietarief Normaal tarief T-Mobile Smart Plus 230 Looptijd normaal tarief Kosten van looptijd normaal tarief
Totale kosten in twee jaar
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
€ 157,23 €
34,95 15 € 524,25
€ 681,48
18
9. 9.1
Module 4 Mijn bank
Leerdoelen Leerlingen weten waarvoor ze bij een bank terecht kunnen. Leerlingen kennen de begrippen sparen, lenen en rente. Leerlingen kunnen consumenteninformatie interpreteren.
9.2 Lesinhoud 1a. Introductie Geen docentinformatie. 1b. Codes Bijzonder is dat de codes van bank tot bank verschillen. Op het afschrift of op internet is wel altijd een legenda te vinden. Bij het afschrift in het lesmateriaal zijn de codes: AC = Acceptgiro TB = Terugboeking BA = Betaalautomaat 1c. Activiteiten van een bank Deze opdracht vraagt wat uitzoekwerk van leerlingen. Er zijn ongeveer 75 banken lid van de Nederlandse Vereniging van Banken. Het is ondoenlijk hier alle mogelijke antwoorden op te nemen. 1d. Betalen Tijdens het klassikale deel van de les bekijken we de voorkeuren van de klas. 1e.Lenen Kosten Lening Lening
€ 1.300
Effectieve rente
16 %
Looptijd
22 maand
Maandbedrag (termijn)
€ 67
Totale kosten
€ 1.474
1f. Sparen Geen docentinformatie. 1g. Mijn geldzaken Hiervan zijn landelijke gegevens bekend (Bron: Nibud (Nibud Scholierenonderzoek 20102011). Tijdens de klassikale deel van de les wordt de score van de klas vergeleken met de landelijke situatie. 2a. Introductie Selecteer de juiste klas. 2b. Filmpje Geen docentinformatie.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
19
2c. Betalen De gegevens zijn aanleiding om met de klas de voor- en nadelen van de verschillende betaalvormen op een rijtje te zetten. Betaalvorm Munten/biljetten
Betaalpas
Voordelen Altijd duidelijk hoeveel geld je nog hebt. Kan overal gebruikt worden. Veilig. Bij verlies kun je de pas snel laten blokkeren, zodat je geen geld kwijt raakt.
iDeal
Snel. Veilig.
Overboeking
Veilig
Nadelen Kun je eenvoudig kwijtraken. Niet verzekerd. Zwaar. Moeilijk om overzicht te houden over hoeveel geld je nog hebt. Pincode vergeten. Blokkering als je 3 keer een foute pincode hebt ingevuld. Je moet internet beschikbaar hebben. Inloggegevens kunnen kwijtraken. Blokkering als je 3 keer een foute pincode hebt ingevuld. Overboeking duurt vaak 24 uur. Je moet internet beschikbaar hebben. Inloggegevens kunnen kwijtraken.
2d.Mijn Geldzaken – betalen 1 Voordelen: Veilig Rente bij sparen Je kunt (beperkt) lenen (rood staan) Vergelijk de landelijk situatie met de situatie van de klas en laat de leerlingen een verklaring voor het eventuele verschil bedenken. 2e.Mijn Geldzaken – betalen 2 Vergelijk de landelijk situatie met de situatie van de klas en laat de leerlingen een verklaring voor het eventuele verschil bedenken. 2f.Mijn Geldzaken – sparen Vergelijk de landelijk situatie met de situatie van de klas en laat de leerlingen een verklaring voor het eventuele verschil bedenken. 2g.Mijn Geldzaken – lenen 1 Vergelijk de landelijk situatie met de situatie van de klas en laat de leerlingen een verklaring voor het eventuele verschil bedenken. Het percentage ligt boven de 100% doordat dezelfde persoon in verschillende situaties verschillende oplossingen kan kiezen. Rood staan kan op de meeste jongerenrekeningen niet. Daarom komt dat weinig voor.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
20
2h. Mijn Geldzaken – lenen 2 Het is zinvol hier een verschil te maken tussen incidentele uitgaven en persoonlijke of huishoudelijke (consumptieve) uitgaven. Het is niet verstandig om voor het tweede type uitgaven regelmatig geld te lenen. Je kunt dan constateren dat de leerling op te grote voet leeft. Het is dan verstandiger de uitgaven en inkomsten met elkaar in evenwicht te brengen. 3. Verwerking Skimmen is een groot probleem. Het kost de banken ca. 40-50 miljoen. Je kunt een geldautomaat die geskimd is, herkennen aan een extra frontje voor de gleuf waar het pasje in moet. Bij de bovenste rij is de linker niet geskimd. Ook is er vaak een camera verborgen. In de middelste rij is de rechter geskimd. Er is een extra frontje en boven het beeldscherm zit een balk waar de camera in zit. Bij de onderste foto is de linker geskimd. Hier is een nieuwe mantel om de automaat gezet, waarin de skimapparatuur zit. Deze vorm van skimmen is moeilijk te herkennen. Ook de EMV-chip (het nieuwe pinnen) blijkt redelijk eenvoudig te skimmen te zijn. Lastig van deze vorm van skimmen is dat deze moeilijker aan de automaat te zien is.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
21
Module 4: Mijn bank – antwoordblad 3 Verwerking
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
22
10.
Module 5 Mijn toekomst
10.1
Leerdoelen Leerlingen kennen de begrippen hypotheek en beleggen. Leerlingen weten welke kosten en opbrengsten een bedrijf heeft
10.2 Lesinhoud 1a. Introductie Geen docentinformatie. 1b. Rijk In het filmpje zijn alleen miljonairs opgenomen die hun geld zelf verdiend hebben. De meeste echt rijken der aarde hebben hun vermogen geërfd. (bijv. in Nederland: Charlene de Carvalho-Heineken (€ 5 miljard) en Erik Brenninkmeijer en familie (C&A, € 22 miljard)). 1c. Werken voor geld Als je voor een baas werkt kun je nooit worden ontslagen. O
waar
Nee dat is niet waar. Als je niet goed werkt of er geen werk meer is, kun je ontslagen worden.
O
niet waar
Dat klopt. Als je niet goed werkt of er geen werk meer is, kun je ontslagen worden.
Als je een eigen bedrijf begint, kun lekker werken wanneer je er zin in hebt. O
waar
Het is een beetje waar. Je kunt zelf bepalen wat je werktijden zijn, maar je klanten moeten weten wanneer ze je kunnen bereiken.
O
niet waar
Het is inderdaad niet helemaal waar. Je klanten moeten weten wanneer ze je kunnen bereiken.
Als je eigen baas bent, verdien je veel meer geld. O
waar
Dit is onzin. Het hangt er vanaf wat voor een werk je doen.
O
niet waar
Dit is niet waar. Het hangt ervan af wat voor een werk je doet.
Als je voor een baas werkt moet je altijd doen wat hij zegt. O
waar
Je moet doen wat er van je gevraagd wordt. Vaak kun je wel zelf bepalen hoe je het doet.
O
niet waar
Je mag zelf vaak bepalen hoe je iets doet, maar je moet wel doen wat van je gevraagd wordt.
1d. Een eigen bedrijf Zie gegevens bij 'Antwoordblad'. 1e. Een huis financieren In de video wordt het afsluiten van een hypotheek besproken. Het is een verkorte versie van een video van Delta Lloyd.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
23
1f. Beleggen In de grafiek is duidelijk te zien dat de groei van aandelen in die periode veel sterker is geweest dan die van woningen. Voor een berekening van de groei zie het antwoordblad. 2a. Introductie Selecteer de juiste klas. 2b. Een eigen bedrijf -1 Welk type bedrijf wordt het meeste gestart? De meeste starters zijn financiële en facilitaire dienstverleners. Opvallend is het lage aantal starters van productiebedrijven (landbouw, visserij, industrie en bouw). Nederland is een echte diensteneconomie. Welke redenen zouden mensen hebben om een eigen bedrijf te starten? Er zijn veel redenen te bedenken. Deze zijn in twee groepen in te delen: 1. Persoonlijke redenen (zoals: vrijheid en niet voor een baas willen werken) 2. Redenen die met een product of dienst te maken hebben (zoals: het gat in de markt opvullen en een goed idee hebben). 2c. Een eigen bedrijf -2 Wat is het voordeel voor een ondernemer om een zakelijke bankrekening te openen? De bank geeft in de eerste periode korting op de kosten. Er zijn allerlei rechtsvormen voor een bedrijf. Bij een eenmanszaak en een V.O.F (Vennootschap Onder Firma) zijn de eigenaren de verantwoordelijke rechtspersoon (meer informatie: http://www.je-eigen-bedrijf.nl/rechtsvorm.html). Dan hoeft het bedrijf geen eigen bankrekening te hebben. Bij de andere bedrijfsvormen (besloten vennootschap en naamloze vennootschap) is dat wel noodzakelijk. Waarom geven banken korting aan een startende onderneming? Banken verdienen geld aan een klant. Een bedrijf stapt niet makkelijk over naar een andere bank. Zit een bedrijf eenmaal bij een bank, dan is de kans groot dat het bedrijf bij deze bank blijft bankieren. Bij overstap naar een andere bank krijgt het bedrijf een nieuw rekeningnummer. Dat maakt overstappen lastiger. In Nederland wordt overigens regelgeving voorbereid die het mogelijk maakt om je rekeningnummer te houden als je overstapt naar een andere bank. 2d. Een huis financieren Achtergrond: Nederlandse hypotheekschuld: € 600 miljard Schuld is gemiddeld: 2,5 x het jaarinkomen. Aantal huishoudens met een hypotheek: 3.255.000 Aantal eigen woningen: 3.970.000 (56%) Aantal huurwoningen: 3.148.500 (44%) Voordelen van een koopwoning:
Je kunt zelf bepalen wat je met de woning doet. Aan een belangrijk deel van de woonkosten betaalt de belasting mee (hypotheekrenteaftrek). Als de huizenprijzen stijgen, hou je bij verkoop geld over. Maar let op: als de prijzen dalen, raak je geld kwijt.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
24
Nadelen van een koopwoning
De maandlasten zijn in de eerste jaren vaak hoger dan in een huurhuis. Onderhoud moet je zelf regelen en betalen.
2e. Beleggen De juiste keuze is: aandelen. 3. Verwerking – aandelenspel Voorbereiding: vermenigvuldigen werkblad aandelenspel. Lokaal: klaslokaal mat digibord In dit deel van de les gaat de klas in 5 groepen tegen elkaar spelen om een zo hoog mogelijk rendement uit hun kapitaal te halen. Wat hier anders is dan op de echte beurs, is dat de leerlingen het koersverloop van de beurs kennen. Toch levert het spel wel het juiste inzicht in kopen en verkopen op. Van groot belang is het spel heel duidelijk te structureren. Het spel is namelijk erg afhankelijk van het juiste tempo. Op de echte beurs wordt onder hoogspanning gewerkt, die druk moeten de leerlingen ook voelen. Vooraf geeft u de groepen enkele minuten om het spel te begrijpen. Het is de bedoeling dat de groep op het formulier invult, wat ze aan u willen doorgeven. Als het spel start, krijgt groep 1 30 seconden om de eerste aankopen aan u door te geven. U typt de aankopen in het schema in, die score blijft 30 seconden in beeld, zodat ze die kunnen overschrijven. Dan krijgt groep 2 30 seconden om de aankopen aan u door te geven en 30 seconden om over te schrijven. Zo gaat u alle groepen in 4 ronden door. Het spel duurt 10 minuten. Op het tabblad 'resultaat' is het resultaat en de tussenstand te zien.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
25
Module 5: Mijn toekomst – antwoordblad 1d. Een eigen bedrijf Voorbeeld van bedrijfskosten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Verwarming Onderhoud van de winkel Elektriciteit Reclamekosten Diefstal Personeel Inrichting van de winkel Administratiekosten (boekhouder of accountant)
Gegevens: Je omzet is € 35.000,= per maand. De mensen die in de winkel werken kosten € 4.000,= per maand. De winkelhuur is € 10.000,= per jaar. De verlichting en verwarming kosten € 900,= Je besteedt per maand € 1.200,= aan advertenties. Er wordt per week gemiddeld € 100,= gestolen. De kosten voor de bank zijn elke maand € 300,=. Kosten voor de boekhouding zijn € 1.200,= per maand. De inkoopwaarde is € 11.000,= in de maand. Omzet Inkoopwaarde Brutowinst Bedrijfskosten
Personeel Huur
€ 10.000,= : 4
Verlichting en verwarming Advertenties Diefstal Bankkosten Administratie
4 x € 100,00=
€ 4.000,00 € 2.500,00 € 900,00
€ 35.000,00 € 11.000,00 € 24.000,00
€ 1.200,00 € 400,00 € 300,00 € 1.200,00 € 10.500,00 € 13.500,00
Nettowinst Brutowinst is:
€ 24.000,00
Bedrijfskosten zijn:
€ 10.500,00
Nettowinst (wat je hebt verdiend) is:
€ 13.500,00
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
-/-
-/-
26
1f. Beleggen In 1989 waren de woningen (geïndexeerd) 119 waard en in 1999: 259. De aandelen waren in 1989 waard: 112 en in 1999: 550. De stijging van de aandelen was dus veel groter. Stel dat je voor € 100.000 een woning had gekocht, dan had je die in 1999 verkocht voor: 259/119 x € 100.000,= = € 217.647,00. Dat is een winst van: € 117.647,00. Had je in 1989 aandelen gekocht, dan was de waarde in 1999 geweest: 550/112 x € 100.000,= = € 491.071,00. Dat is een winst van € 391.071,00.
>>> Ik en Geld | Docentenhandleiding VMBO
27