Docentenhandleiding inclusief draaiboek (versie VMBO) Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
Energieke Leerschool “Maak het beste plan voor een energieke school”
Inleiding Energie is een thema met veel urgentie. Klimaatverandering en het opraken van de voorraad fossiele brandstoffen nopen tot actie. Het is belangrijk om jongeren te betrekken bij dit probleem. Omdat het om hun toekomst gaat, maar ook omdat zij degenen zijn die actief mee kunnen en moeten denken bij de oplossing. Het project ‘Energieke Leerschool’ reikt beknopte kennis en achtergrondinformatie aan over het probleem en wil vooral kennis toepassen en de leerlingen handelingsperspectief bieden: wat kan er nu al gedaan worden. Het project concentreert zich fysiek op de school, omdat dit de plek is die jongeren gemeenschappelijk hebben. Een school is een plek waar doorgaans energiek gewerkt wordt. Daarvoor zijn een goede temperatuur, heldere verlichting en frisse lucht belangrijke voorwaarden. Deze drie factoren zijn helaas wel behoorlijke energievreters. Het project spoort daarom de jongeren aan buiten kaders te denken en, na een vooronderzoek, te komen met voorstellen hoe energie bespaard kan worden zonder dat ingeboet wordt op comfort en werkomstandigheden, want de school moet een energieke werkplek blijven! Voor het basisonderwijs bestond reeds het project ‘Energieke Scholen’, waarna Het Klimaatverbond en Codename Future de handen ineen sloegen om ook een variant te maken voor het voortgezet onderwijs. Daarbij werd aansluiting gezocht bij provinciale programma’s in Overijssel (Energiepact), Noord-Brabant (subsidieregeling Natuur- en Milieu Educatie Noord-Brabant) en Zuid-Holland (Stroom) en werd tevens een verbinding gelegd met de programma’s Leren voor Duurzame Ontwikkeling in de provincies Overijssel en Zuid-Holland. Om de implementatie in die provincies goed te laten verlopen werd contact gezocht met regionale organisaties en/of netwerken: COS Overijssel, ZON (in Zuid-Holland) en het IVN Consulentschap in Noord-Brabant. Om de component ‘frisse lucht en binnenklimaat’ te bedienen werd contact gelegd met Priva, een bedrijf dat gespecialiseerd is in meet- en regelapparatuur voor een gezond binnenklimaat en efficiënt gebruik van energie. Het bedrijf wil vanuit haar maatschappelijke doelstellingen (MVO) een combinatie tot stand brengen met een educatief programma.
Korte inhoud De leerlingen gaan aan de hand van aansprekend digitaal lesmateriaal (gepresenteerd in de ‘Workspace’, het digitale platform van Codename Future) met energiebesparing en verbetering van het binnenklimaat aan de slag. Het project doorloopt daarbij een aantal fases: inventarisatie (op school en thuis), onderzoek (theorie en praktijk), uitwerken en presentatie. Het project wordt afgesloten met een presentatie van de verbeterplannen aan een jury. Het project neemt in totaal ongeveer tien lesuren in beslag. Naast de leerlingactiviteiten zal waar mogelijk een professionele scan van de binnenklimaat- en energiesituatie gemaakt worden van de deelnemende scholen. Dat gebeurt onder regie van Het Klimaatverbond, leden van het ZON of COS Overijssel. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van expertise en middelen van het bedrijf Priva.
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
2
Doelstellingen -
De leerlingen krijgen inzicht in de impact van energiegebruik op het mondiale klimaat. De leerlingen beseffen dat zij medeverantwoordelijk zijn voor het energiegebruik. De leerlingen weten dat er maatregelen genomen kunnen worden om het energiegebruik te verbeteren (besparen/schone energie). De leerlingen weten wat binnenklimaat is en kennen enkele voorwaarden voor een goed binnenklimaat. De leerlingen ontwikkelen door samenwerkend leren een verbeterplan voor het energieverbruik en binnenklimaat van de school. De leerlingen vergroten hun communicatievaardigheden (presenteren/overtuigen).
Doelgroep Het project is gericht op leerlingen in klas 3 van het voortgezet onderwijs; er is een versie voor HAVO/VWO en een versie voor VMBO.
Organisatie/tijdsinvestering Inclusief het ‘slotevent’ (de presentatie voor de jury) neemt het project tien lesuren in beslag. Enkele opdrachten kunnen als huiswerk worden opgegeven. Het is handig om de lesuren te clusteren in een aantal blokuren (dubbele lesuren) – zie volgende pagina. Het project kan ook als een projectdag of als onderdeel van een projectweek worden georganiseerd. In het eerste geval moet wel het voorbereidende deel op een andere dag worden georganiseerd dan het slotevent.
Aansluiting bij kerndoelen, eindtermen en methoden Het project ‘Energieke Leerschool’ sluit aan bij de volgende kerndoelen en eindtermen: Kerndoelen onderbouw 28
Onderzoek leren doen De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren.
29
De leerlingen doen onderzoek over energie(-verbruik) aan de hand van onderzoeksvragen en presenteren de uitkomsten van het onderzoek. Sleutelbegrippen De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven.
30
De leerlingen verwerven kennis en inzicht over sleutelbegrippen als energie, gezondheid en ziekte en verbinden deze met het binnenklimaat van de school. Het milieu De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.
De leerlingen verwerven kennis over met name de gevolgen van verbranding van fossiele brandstoffen (klimaatverandering), verkennen de techniek van mogelijke oplossingen, en beoordelen dit op de duurzame kwaliteit daarvan.
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
3
31
Processen in de natuur De leerling leert o.a. door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu.
32
Door de praktische opdrachten binnen het project brengen de leerlingen hun opgedane kennis over processen in relatie met omgeving en milieu. deel 1: Theorieën in de natuur De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging, energie en materie.
De leerlingen doen op een planmatige manier onderzoek aan verschijnselen als licht en lucht en kunnen deze verschijnselen uitleggen met behulp van theorie en/of model.
Energieke Leerschool en lesmethodes Het project ‘Energieke Leerschool’ kan prima naast, of in plaats van, de hoofdstukken die handelen over het thema energie en de vraagstukken daar omheen worden aangeboden. Het biedt een prima mogelijkheid om een groot aantal begrippen en principes uit de leerstof en kerndoelen/eindtermen in een realistische en voor leerlingen aansprekende context toe te passen. Te denken valt aan: energie, energiegebruik, opwekking van energie, energievormen, fossiele brandstoffen, nieuwe/groene energie, koolstofdioxide (CO2), binnenklimaat, ventilatie, uitputting van grondstoffen, broeikaseffect, etc. Bovendien blijft het in dit project niet bij feitelijke gegevens van natuurwetten, maar wordt duidelijk hoe mensen deze natuurlijke processen verstoren en welke invloed dat heeft. Het belang van duurzaam consumeren/produceren wordt ermee verduidelijkt.
Materiaal De lessen worden aangereikt in de Workspace, het digitale platform van Codename Future. Iedere leerling krijgt daarvoor een uniek wachtwoord en inlognaam. In bijlage 1 bij deze handleiding vindt u de werkbladen die u kunt kopiëren voor gebruik bij de speurtocht door de school (begin basisles) en in bijlage 2 vindt u de beoordelingsformulieren voor de jury (eindopdracht).
Partners en opdrachtgevers Het project Energieke Leerschool is een samenwerkingsproject van Codename Future, Het Klimaatverbond, COS Overijssel, ZON (i.s.m. NME diensten van Delft, Dordrecht, Den Haag en Rotterdam en met Milieu Dichterbij) en IVN Consulentschap Noord-Brabant (i.s.m. de NME-diensten van de gemeenten Breda en Eindhoven en Fontys Hogeschool). Auteurs: Nanny Schutte-Noorlander www.trip-educatie.nl en Mark van Heck www.uitlegentekst.nl. Begeleiding en eindredactie: Codename Future.
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
4
Opening van het project: Schoolcircuit (vooraf regelen!) Het project start met een rondgang door de school: wat heeft er allemaal met energie te maken, hoe werkt het, wat kost het en hoe gaan we er mee om? Deze rondgang gebeurt in circuitvorm aan de hand van een werkboekje (downloadbaar vanuit de Workspace).Tip: Het werkboekje wordt u aangereikt in Word-formaat, zodat u eventueel nog gemakkelijk de mogelijkheid hebt om aanwijzingen op te nemen die geënt zijn op de specifieke schoolsituatie. Organisatie Als u ervoor kiest het project Energieke Leerschool met meerdere klassen te doen op het zelfde tijdstip (tijdens een projectdag bijvoorbeeld), dan moet u tevoren bedenken hoe u het schoolcircuit wilt organiseren; met de hele onderbouw tegelijk zes locaties bezoeken binnen de school is niet handig. Oplossingen kunnen zijn: - Organiseer het schoolcircuit tijdens lessen in de dagen ervoor. - Laat de leerlinge getrapt aan het project beginnen. - Laat alvast een groep aan de Workspace opdrachten beginnen en wissel af. Opdrachten De leerlingen nemen tijdens het circuit een kijkje in: A. Het stookhok of de verwarmingskelder B. De ruimte waar de elektriciteitsmeter zich bevindt C. Een lokaal waarin les wordt gegeven met de ramen gesloten D. Een leeg lokaal waarin een proefje gedaan wordt E. Een leeg lokaal waarin o.a. een TL-buis en een gloeilamp liggen F. Het schoolplein voor een blik van buitenaf. Voor de opdrachten in deze ruimten moet het volgende voorbereiden: A. Het stookhok of de verwarmingskelder Controleer of er geen spullen staan opgeslagen waar de leerlingen niet aan mogen komen B. De ruimte waar de elektriciteitsmeter zich bevindt Hang hier een papier op waarop u schrijft wat het verbruik van de afgelopen jaren is geweest (vraag deze gegevens op bij de administratie of het centraal administratiekantoor – verstrek alleen het aantal kWh dat in een jaar is verbruikt). C. Een lokaal waarin les wordt gegeven met de ramen gesloten Overleg met een collega. Het is handig een les te nemen waarin niet een klassikale instructie gestoord kan worden, maar waar de leerlingen bijv. zelfstandig aan het werk zijn. Het is belangrijk dat de ramen (al een tijdje) dichtzitten in het lokaal, zodat er een beetje bedompt klimaat heerst. U installeert in dit lokaal een CO2-meter. Zorg ook dat er een thermometer hangt. D. Een leeg lokaal waarin een proefje gedaan wordt Zorg dat in dit lokaal de ramen open staan, zodat er voldoende frisse lucht is. Leg op enkele tafels de volgende spullen neer: - een tafel met een proefopstelling (diep bord of schaal, kan water, waxinelichtje (+ reserve), lucifers of aansteker, enkele muntjes, een glazen beker) E. Een leeg lokaal waarin o.a. een TL-buis en een gloeilamp liggen Zorg dat in dit lokaal de ramen open staan, zodat er voldoende frisse lucht is. Leg
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
5
op enkele tafels de volgende spullen neer: - een gloeilamp van 100 Watt en een TL-buis, zoals die ook in het plafond zit F. Het schoolplein voor een blik van buitenaf. Geef eventueel aan weke uitgang de leerlingen moeten nemen en/of welke zijde van de school ze moeten beschouwen; de bedoeling is dat ze observeren welke/hoeveel lokalen de ramen open hebben staan en de lichten aan hebben. U deelt de klas op in zes groepjes en maakt afspraken: - Leg uit waar de opdrachtlocaties zijn. - Begin bij de letter van je groep. - Loop rustig door de gangen, zachtjes praten. - Neem 10 minuten per opdracht. - Ga pas een ruimte binnen als de vorige groep klaar is.
Thuisopdracht (Workspace) Bij het project hoort ook een thuisopdracht. Hierin maken de leerlingen een test en gaan ze thuis op zoek naar de gas- en elektriciteitsmeter. Van hun ouders vragen ze enkele verbruiksgegevens op en ze gaan met hun ouders in gesprek over het energieverbruik. De thuisopdracht staat in een aparte les, zodat die aan iedere leerling individueel gekoppeld kan worden en thuis ingevuld. Op de laatste pagina staan enkele vragen die gebruikt kunnen worden bij de klassikale bespreking van de thuisopdracht.
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
6
Energieke leerschool (basisles Workspace) In de basisles gaan de leerlingen aan de slag met het digitale lesmateriaal. Reserveer bijtijds het computerlokaal voor deze momenten – zie ook het overzicht ‘Energieke Leerschool in vogelvlucht’. We raden aan deze les in tweetallen te laten maken. Het kost drie lesuren om deze les te maken en te bespreken. Het is aan te raden hier een ‘knip in te maken’. Begin het tweede deel met de bespreking van de huiswerkopdracht. Variant Deel de subonderwerpen van de les op en laat de leerlingen in groepjes een PowerPointpresentatie maken over deze deelonderwerpen. Zo dwingt u de leerlingen zich serieus in de stof te verdiepen, immers, ze moeten straks hun onderwerp uitleggen aan de anderen (en je snapt pas iets als je het aan een ander uit kunt leggen). Overzicht basisles 1. Energieke school a. Introductie b. Schoolcircuit 2. Problemen in de wereld a. Introductie b. Fossiele brandstof c. CO2-uitstoot d. Koolstofkringloop e. Broeikaseffect f. Vieze lucht g. Ventileren 3. Mogelijke oplossingen a. Duurzame ontwikkeling b. Vervangers c. Biomassa d. Energietransitie e. Alternatieven 4. Energieke verbeteringen a. Introductie b. Verspilling c. Besparingstips d. Frisse lucht!
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
7
Verbeterplannen (Eindopdracht) Het project besluit met het maken van verbeterplannen. De plannen worden gepresenteerd aan een jury, samengesteld uit verschillende mensen met bij voorkeur iemand van Priva of één van de andere projectpartners, zo mogelijk een gemeentelijk bestuurder of politicus, ouders en/of een directielid van de school. Benader hiervoor tijdig mensen, licht hen in over de bedoeling van het project en voorzie hen van een beoordelingsformulier (bijlage 2). U kunt hier natuurlijk ook het plaatselijk NME-centrum bij betrekken. Het is belangrijk dat de leerlingen een succeservaring overhouden aan het project. Zien dat jouw verbeterplan ook wordt uitgevoerd is zo’n succeservaring. Zorg daarom dat u de bandbreedte van wat mogelijk en bereikbaar is aangeeft: geef de leerlingen tips en blijf monitoren gedurende het proces. Regel met het bestuur en/of de directie bijvoorbeeld een potje geld van waaruit voorstellen kunnen worden uitgevoerd en/of reserveer geld, mankracht, materiaal, lestijd enz. om de voorstellen te kunnen uitvoeren. Ook hier kan het plaatselijk NME-centrum mogelijk een rol spelen. Ook is het nuttig hierover contact te hebben met provincie of gemeente.
Organisatie slotopdracht en slotevent LES 4 - EINDOPDRACHT deel 1 (1 blokuur) Plaats: De gehele les vindt plaats in het computerlokaal. Doel: De leerlingen komen met een plan voor verbetering van een aspect van het binnenklimaat in de school. Introductie: U blikt terug op de Kern: Een energieke school vergt goede verlichting, verwarming en ventilatie. Dat vraagt veel energie, grotendeels afkomstig van fossiele brandstoffen. Deze brandstoffen raken op en zorgen voor veel CO2uitstoot. Aan de leerlingen nu om een plan maken voor een energiekere school: comfortabel, maar zuinig met energie. Deel de klas op in groepjes van ongeveer zes leerlingen. Binnen deze groepen van zes, worden straks nog weer taken verdeeld. Per groep van zes ontstaat een verbeterplan. Lesverloop: De leerlingen maken nieuwe tweetallen voor verslaglegging, presentatie en communicatie van hun plan en doorlopen (in de complete groepen van zes) hoofdstuk 1 en 2 van de Eindopdracht in de Workspace online, aan de hand waarvan ze tot een verbeterplan komen. Afsluiting: Ga tijdig na of elke groep een concreet en reëel verbeterplan heeft en of de taakverdeling voor verslaglegging, presentatie en communicatie helder is: Elke groep moet anderen, en straks de jury, overtuigen van hun plan! Er moeten drie dingen gebeuren (waarvoor dus nieuwe tweetallen gemaakt worden): >>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
8
-
-
-
Verslaglegging (onderbouwing van het idee middels cijfers, verbruik, geschatte besparing, onderliggende natuurkundige principes, motivatie, consequenties) Dit tweetal begint meteen met de opzet van het verslag, middels de Workspace online. Zij zijn van begin tot eind verantwoordelijk voor het onderzoeksverslag. Originele presentatie van het idee Dit tweetal maakt aantekeningen en foto’s van het proces èn een maquette, filmpje, toneelstukje o.i.d. die gebruikt wordt om de presentatie van hun plan te maken. Ook de presentatie zelf verzorgen zij. Communicatie Dit tweetal bericht anderen bijvoorbeeld middels posters, flyers, Hyvespagina, mailbombardement over hun plan, vertelt hen waarom het een goed plan is en moedigt hen aan op hun plan te stemmen.
De Workspace leidt de leerlingen door het proces (buiten de les): verslaglegging
presentatie
communicatie
3a introductie 3b uitkomsten 3c onderzoeksverslag
4a introductie 4b inhoud 4c technieken
5a introductie 5b inhoud 5c contact houden
Alle drie de teams kunnen tegelijk van start, ook al zijn de laatste vragen van het onderzoek nog niet beantwoord (Wat zijn de belangrijkste resultaten? Waarom is het een goed plan?). Maak duidelijk hoe/wanneer de leerlingen u tijdens hun onderzoeksproces kunnen bereiken (bijvoorbeeld door ‘spreekuren’ of werkuren vast te leggen). Maak bekend wanneer de voorpresentatie (les 5, hoofdstuk 6) plaatsvindt en of er ook andere docenten en/of leerlingen bij aanwezig zullen zijn. Spreek af wanneer de onderzoeksverslagen uiterlijk worden ingeleverd. Deze kunt u dan voorafgaande aan de presentaties in het laatste blokuur aan de jury doorgeven (bijvoorbeeld per e-mail).
LES 5 Eindopdracht deel 2: Voorpresentatie (1 lesuur) Plaats: Een ruim lokaal, geschikt om presentaties te houden. Benodigdheden: - een rooster o.i.d. dat duidelijk maakt welke groep wanneer presenteert - presentatiemiddelen, aangegeven door de leerlingen - beoordelingsformulieren (hoofdstuk 6) - stembriefjes voor het publiek en een ‘stembus’ o.i.d. om de stemmen te verzamelen. Doel: De groepen oefenen hun presentatie. Introductie: Heet het publiek welkom en vertel hoe dit uur gaat verlopen. Lesverloop: Elke groep krijgt gelegenheid hun plan te presenteren aan de klas (en mogelijk aan anderen in de school). Andere groepen krijgen gelegenheid vragen te stellen (a.d.h.v. het beoordelingsformulier in hoofdstuk 6 van de workspace online). Afsluiting: >>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
9
Het publiek stemt op het beste plan van de school (de uitslag wordt in de volgende les door de jury bekend gemaakt). De (presentatoren van de) groepen hebben in de periode tot de presentatie voor de jury nog gelegenheid hun presentatie aan te passen als dat nodig is. LES 6 Eindopdracht deel 3: Presentatie aan de jury (2 lesuren) Plaats: Een ruim lokaal, geschikt om presentaties te houden Benodigdheden: - een rooster o.i.d. dat duidelijk maakt welke groep wanneer presenteert - een jury, samengesteld uit verschillende mensen met bij voorkeur iemand van Priva of één van de andere projectpartners, zo mogelijk een gemeentelijk bestuurder of politicus, ouders en/of een directielid van de school. Licht de jury tijdig in over de bedoeling van het project en voorzie hen van een beoordelingsformulier (bijlage 2). - presentatiemiddelen, aangegeven door de leerlingen - de uitslag van de schoolverkiezing. Doel: De leerlingen presenteren hun verbeterplannen. Introductie: Maak er een heus spektakel van; heet het publiek en de jury welkom, geef aan waar het vandaag om te doen is: Het beste plan voor een energieke school! Vertel eventueel kort wat er eerder in het project aan de orde gekomen is. Lesverloop: De groepen presenteren elk in ongeveer vijf minuten hun verbeterplannen. De jury krijgt steeds gelegenheid te reageren op de presentaties en de onderzoeksverslagen. Afsluiting: De jury kiest het beste verbeterplan van de school. Ook de uitslag van de schoolverkiezing wordt bekend gemaakt. De school zal vervolgens een schriftelijk advies krijgen van één van de projectpartners welke mogelijkheden er zijn om de besparingsmaatregelen ook daadwerkelijk door te voeren.
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
10
Het project ‘Energieke Leerschool’ in vogelvlucht min. OPENING Les 1 (1 blokuur) 100
Opening van het project: Schoolcircuit. Op onderzoek in de school.
BASISLES *aparte les in de Workspace Les 2 (1 blokuur) 100
Deel de inloggegevens voor de Workspace uit. Laat de opdrachten individueel of in tweetallen maken. Zie er op toe dat de leerlingen de opdrachten niet afraffelen. Ze mogen in totaal drie lesuren over de basisles doen. Variant: verdeel de onderwerpen en geef opdracht een PowerPoint te maken aan de hand van de opdrachten. THUISOPDRACHT *aparte les in de Workspace
50
Laat de thuisopdracht als huiswerk maken. VERVOLG BASISLES Les 3 (1 lesuur, desgewenst meteen volgend op les 2)
35 15
Bespreek de huiswerkopdracht. De opdrachten van de basisles afmaken. klassikaal: discussiëren over binnenklimaat/energiebesparing. Indien u kiest voor de variant: de PowerPointpresentaties vertonen. EINDOPDRACHT *Aparte les in de Workspace Les 4 (1 blokuur)
70
30 50 100
klassikale introductie en herindeling van de groepen van zes in drie teams: Verslaglegging, Presentatie, Communicatie - Met de hele groep van 6 lln. basisgegevens verbeterplan invullen docent checkt plannen en bespreekt vervolg Les 5 voorpresentatie en schoolverkiezing Les 6 (1 blokuur) presentatie voor de jury – ELS-event -
TOTAAL 10 LESUREN
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
11
Bijlage 1
SCHOOLCIRCUIT Energiek op verkenning door de school GROEP:
_________ (A,B,C,D,E,F)
Groepsleden: _________________________________________________
_________________________________________________
_________________________________________________
_________________________________________________
_________________________________________________
_________________________________________________
_________________________________________________
Begin bij het onderdeel met dezelfde letter als jullie groep.
A
>
B
>
C
>
D
>
E
>
F
>
Let op: Per opdracht mag je maximaal 10 minuten besteden. Als een groepje nog niet klaar is met een opdracht, wacht je even op de gang voordat jullie naar binnen gaan.
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
12
WERKBLAD A
Het stookhok
Ga naar het stookhok, de plek waar je de verwarmingsketel en de gasmeter vindt. (Is de gasmeter op een andere plek dan in het stookhok, dan moet je binnen deze opdracht beide plekken bezoeken). Voor de verwarming van een gebouw wordt meestal aardgas gebruikt. Het verbruik van aardgas meet je in kubieke meter (m3). Noteer de stand van de gasmeter: _______________________ m3 De gemiddelde prijs van een m3 gas is ongeveer € 0,70. Hoeveel heeft de school dan betaald voor het aantal m3 dat nu op de meter staat? _______________________________ € Blijf 5 minuten bij de gasmeter staan. Wat staat er nu op de gasmeter? _________________________ m3 Wat kostte het verbruik in die 5 minuten? __________________________ € Je staat voor de CV-ketel. Daarin wordt het aardgas verbrand. Daarbij ontstaan hete gassen die langs de warmtewisselaar stromen. Op die manier wordt water in de warmtewisselaar verwarmd. Het verwarmde water wordt naar de radiatoren in de klassen gepompt.
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
13
Maak hieronder een schematische tekening van het verwarmingssysteem zoals je dat in het stookhok ziet; welk apparaat doet wat denk je?
Bij de verbranding van aardgas ontstaan verbrandingsgassen. Deze gassen ontstaan voor bijna 100% uit waterdamp en koolstofdioxide (CO2). Hoe worden de verbrandingsgassen uit het stookhok geleid? ___________________________________________________________ ___________________________________________________________
Hoe zou het gasverbruik van de school omlaag gebracht kunnen worden? ___________________________________________________________ ___________________________________________________________ ___________________________________________________________
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
14
WERKBLAD B
De elektriciteitsmeter
Ga naar de plek waar de elektriciteitsmeter van school zich bevindt. De elektrische energie die wordt verbruikt wordt gemeten ik kilowattuur (kWh). Als een apparaat van 1000 Watt één uur aanstaat heeft het na één uur 1 kWh verbruikt. Hoeveel kWh staat er nu op de teller? ___________________________ Maak nu eerst de overige vragen en noteer vlak voor je weer vertrekt bij de elektriciteitsmeter hier de meterstand nogmaals: Eerste meterstand: Tweede meterstand: _____________________ min Verbruik: Prijs € 0,22/kWh)*
0,22 (* gemiddelde prijs)
_____________________ keer Kosten:
€
Bij de energiemeter heeft de administratie een overzicht gehangen van het elektriciteitsverbruik op langere termijn.
Hoeveel kWh heeft de school het afgelopen jaar verbruikt? ____________________
Vermenigvuldig het verbruik met de gemiddelde kostprijs (€ 0,22) per kWh.
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
15
Wat heeft de school in een jaar ongeveer uitgegeven aan elektriciteit?
Bij de elektriciteitsmeter vind je waarschijnlijk ook een paneel met zekeringen. Vroeger noemde men dit de ‘stoppenkast’. De ‘stop’ doet precies wat het woord zegt: de elektriciteitsstroom stoppen op het moment dat er teveel stroom door de kabels loopt. Dan wordt draad namelijk te warm en kan door oververhitting brand ontstaan. En jullie zouden vast niet willen dat de school opbrandt… Wat voor soort ‘stoppenkast’ (zekeringen) zit er in de meterkast op school?
Einde van dit werkblad. Vergeet niet even de tweede meterstand op te nemen (zie bovenaan dit werkblad).
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
16
WERKBLAD C
De volle klas
Ga naar de klas die jullie docent heeft aangegeven en waarin een groep leerlingen hard aan het werk is. Neem de vragen eerst even door voordat je de klas instapt. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? _________________ Wat is de inhoud van het lokaal? ______________ m3 TIP: Meet het aantal kubieke meters door te schatten (lengte en breedte meten met grote stappen; schat de hoogte). Hoeveel lucht is er gemiddeld beschikbaar per leerling? _______________ Tip: deel de inhoud van het lokaal door het aantal leerlingen Hoe is de ventilatie van het lokaal op dit moment geregeld? O de ramen staan op een kier O de ramen zijn allemaal dicht O er is een ventilator en die staat AAN / UIT (streep door) Omcirkel het woord dat het beste past bij de lucht in het lokaal, volgens jullie? MUF - BENAUWD - FRIS - een ander woord, namelijk: ______________________ Heerst er in deze klas een klimaat waarin energiek gewerkt kan worden? JA / NEE Wat zou er in deze klas veranderd moeten worden zodat de leerlingen ‘fris en fruitig’ zijn en blijven en vol energie aan het werk kunnen?
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
17
In een afgesloten ruimte wordt het snel benauwd, zeker wanneer er veel mensen zitten. Dat komt omdat mensen vocht en koolstofdioxide (CO2) uitademen. Ook van andere stoffen komt er dan een teveel in de lucht. Door de hoeveelheid CO2 te meten krijg je een indicatie hoe ‘fris’ de lucht in de klas is. Het CO2-gehalte meet je in parts per million (ppm), met een CO2-meter. 1 ppm is gelijk aan een tienduizendste procent. In de klas vind je ook een CO2 meter. Die ziet er zo uit:
Wat is het CO2-gehalte van de lucht in deze klas? ________________________ OPMERKING In de volgende opdracht gaan jullie de omstandigheden meten in een andere klas en de beide resultaten met elkaar vergelijken. Voor de werkatmosfeer in de klas zijn natuurlijk ook nog een aantal andere zaken belangrijk, zoals de temperatuur en voldoende licht. Hoe warm (of hoe koud) is het in de klas? ____________ Vind je het te warm of te koud in de klas voor het werk waar de leerlingen op dit moment mee bezig zijn? Leg jullie antwoord uit.
Is er voldoende licht in de klas om te werken? Licht jullie antwoord toe.
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
18
WERKBLAD D
De lege klas
Ga naar het lege lokaal dat jullie docent heeft aangegeven. Wat is de inhoud van dit lokaal? ______________ m3 TIP: Meet het aantal kubieke meters door te schatten (lengte en breedte meten met grote stappen; schat de hoogte). Hoe is de ventilatie van het lokaal op dit moment geregeld? O de ramen staan op een kier O de ramen zijn allemaal dicht O er is een ventilator en die staat AAN / UIT (streep door) Omcirkel het woord dat het beste past bij de lucht in het lokaal, volgens jullie? MUF - BENAUWD - FRIS - een ander woord, namelijk: ______________________ Heerst er in deze klas een klimaat waarin energiek gewerkt zou kunnen worden? JA / NEE
In dit lokaal vind je ook een CO2 meter. Wat is het CO2-gehalte van de lucht in deze klas? ________________________
Vergelijk het resultaat met de vorige meting in de volle klas. Wat is het verschil?
Hoe warm (of hoe koud) is het in dit lokaal? ____________
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
19
Lucht is een mengsel van zuurstof en stikstofgas. In frisse lucht zit voldoende zuurstof. Hoeveel zuurstof zit er ongeveer in de lucht? In dit lokaal vind je de spullen voor een kort proefje. 1. Giet water in het diepe bord of schaal. 2. Leg een viertal muntjes op de bodem van de schaal in een rondje zodat straks de glazen beker er omgekeerd op kan staan. 3. Laat een waxinelichtje op het water drijven en steek het aan. 4. Zet de glazen beker er omgekeerd overheen. 5. Schrijf op en teken wat er gebeurt:
Bij de verbranding is zuurstof nodig. Je lichaam is ook voortdurend voedsel aan het verbranden. Die verbranding is nodig om energie te krijgen. Energie die nodig is om te werken en te bewegen, maar ook om te denken en adem te halen. Zonder zuurstof denk je dus een stuk minder goed na, en dat is knap lastig als je aan het werk bent in de klas… Let op: Bij het proefje wordt niet alle zuurstof in het glas verbrand. Voor de zuurstof komt deels ook een ander gas in de plaats: de koolstof (scheikundige formule: C) uit de kaars de zuurstof (scheikundige formule O2): C + O2 = CO2
Giet tenslotte het water terug in de kan en leg alle spullen weer terug voor de volgende groep.
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
20
WERKBLAD E
Een leeg en licht lokaal
Er is op dit moment geen les in dit lokaal, maar toch branden alle lampen… In het lokaal liggen een gloeilamp en een tl-buis op de tafel. Wat is het verbruik van deze lampen? De gloeilamp verbruikt ______________ Watt De TL-buis verbruikt _______________ Watt. Hoe lang moet de gloeilamp branden voordat er 1 kWh is verbruikt? ________ uur Hoe lang moet de TL-buis branden voordat er 1 kWh is verbruikt? ________ uur Tel het aantal TL-lampen in dit lokaal. ____________________________ lampen Vermenigvuldig dit aantal met het aantal Watt dat 1 TL-buis verbruikt en deel door duizend. Totaal verbruik in één uur is dus: __________________________kWh Eén KWh kost gemiddeld € 0,22. Wat kun je besparen als je in een tussenuur de lichten uitdoet? Besparing: ____________ euro Een school verbruikt veel elektriciteit met de verlichting. Bedenkt nog een aantal apparaten die een flinke hoeveelheid elektriciteit verbruiken in de school:
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
21
WERKBLAD F
Van buiten bekeken
Ga naar het schoolplein en bekijk het schoolgebouw van de buitenkant. Vanaf welke zijde kijk je nu naar de school?
Tel het aantal lokalen waar de ramen op een kier staan zodat er frisse lucht in het lokaal kan stromen. Bij _________ lokalen staan ramen open en bij ________ zijn alle ramen dicht. Praat met elkaar over het volgende dilemma: Houd je de ramen dicht, dan houd je ook de warmte binnen – goed voor de portemonnee en voor het milieu! Maar zonder frisse lucht kan er niet energiek gewerkt worden in de lokalen. Hoe moet de school omgaan met dit dilemma?
Kijk nogmaals naar het schoolgebouw en tel het aantal lokalen waar licht brandt. Bij ______ lokalen brandt het licht en bij _______ lokalen is het licht uit. Is er ook les in die lokalen? __________________________________________ Welke regels zou de school kunnen instellen om slim(er) om te gaan met de verlichting?
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
22
geheel mee eens (5)
mee eens (4)
neutraal/weet niet (3)
niet mee eens (2)
geheel niet mee eens (1)
Bijlage 2 Beoordelingsformulier voor de jury
Onderzoeksverslag Het onderzoeksverslag ziet er netjes uit.
□
□
□
□
□
In het onderzoeksverslag wordt duidelijk beschreven wat het plan inhoudt, hoe het binnenklimaat erdoor verbeterd wordt en hoe dat onderzocht is.
□
□
□
□
□
De presentatie maakt duidelijk wat het plan inhoudt, hoe het binnenklimaat erdoor verbeterd wordt en hoe dat onderzocht is.
□
□
□
□
□
Communicatiemiddelen De communicatiemiddelen (flyers, posters, etc.) zien er aantrekkelijk uit.
□
□
□
□
□
Er is niet onnodig materiaal verspild voor de communicatie (informeer bij de docent en de leerlingen)
□
□
□
□
□
De communicatiemiddelen maken duidelijk wat het plan inhoudt, hoe het binnenklimaat erdoor verbeterd wordt en hoe dat onderzocht is.
□
□
□
□
□
De communicatiemiddelen passen bij het onderzoeksverslag.
□
□
□
□
□
Presentatie De presentatie is leuk/origineel.
□
□
□
□
□
In de presentatie wordt duidelijk wat het plan inhoudt, hoe het binnenklimaat erdoor verbeterd wordt en hoe dat onderzocht is.
□
□
□
□
□
De inhoud van de presentatie komt overeen met het onderzoeksverslag.
□
□
□
□
□
□
□
□
□
□
Het gepresenteerde plan verbetert daadwerkelijk het binnenklimaat.
□
□
□
□
□
Het gepresenteerde plan levert energiebesparing op.
□
□
□
□
□
Totaalscore/eindcijfer: tel alle punten bij elkaar op, deel door 13, vermenigvuldig met 2 …..
Plan Het gepresenteerde plan is reëel.
>>> Docentenhandleiding (versie VMBO) >>> Energieke leerschool, een lesproject voor het voortgezet onderwijs
23