03
100e jaargang 25 maart 2010 nr. Opinies en achtergronden voor de financiële professional
TAF: ken de kleine lettertjes Wie gaat de CAR trekken? Intermediair - Internet: 1-0! Over klantrendement en Q-koorts
VBNET.NL
Woekerpensioen
Waar blijft het geld?
Het doel is uw gezonde en sportieve klanten een lagere premie te bieden. De AEGON OverlijdensRisicoverzekering is ver-
het daarom heel aantrekkelijk om in actie te komen.
nieuwd. Sportief gedrag van uw klanten wordt door
Zeker omdat de nieuwe AEGON OverlijdensRisico-
AEGON beloond. Een niet-roker met een gezonde
verzekering nog meer interessante voordelen biedt.
BMI (Body Mass Index) betaalt een lagere premie. Dat is wel zo eerlijk. Volgens onderzoek van
Wilt u meer weten over de voordelen van de
Independer.nl heeft AEGON voor deze klanten een
AEGON OverlijdensRisicoverzekering? Ga naar
van de scherpste premies in de markt voor een
www.aegon.nl/overlijdensrisicoverzekering
nieuwe overlijdensrisicoverzekering. Ook voor u is
of neem contact op met uw accountmanager.
Eerlijk over overlijdens risicoverzekeringen. AEGON Levensverzekering N.V. is ingeschreven in het register dat de AFM en DNB aanhouden en is statutair gevestigd te Den Haag, handelsregister 27095315.
H OO FD R ED ACTIO N EEL
Colofon Het Verzekeringsblad Opinies en achtergronden voor de financiële professional Hoofdredactie Michiel Huisman Redactie Alex Klein (adjunct-hoofdred.) Erwin Loer Yvonne Neppelenbroek Rick de Ruiter Secretariaat Elly Gravendeel T 0570 - 647730 E
[email protected] I www.VBnet.nl Postbus 23 7400 GA Deventer Uitgever Kluwer Stephanie Keij E
[email protected] Marketing Joris Krabbenborg Abonnementen en verzending Kluwer Afd. Klantcontacten Postbus 878 7400 AW Deventer T 0570 - 673 555 E
[email protected] Abonnementsprijs 2010 € 125,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren: 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode. Losse nummer € 8 excl. btw VB Specials: € 12,25 excl. btw Advertenties Kluwer Postbus 23 7400 GA Deventer Emilie Kars-van der Goes T 0570 - 648 912 E
[email protected] Media Order Service Toos Schurink T 0570 - 648685 E
[email protected] Sluitingsdatum: Maandag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en lithokosten worden doorberekend. Ontwerp Edenspiekermann, Amsterdam Vormgeving colorscan bv, Voorhout Fotografie Wilco van Dijen en Karen Poelmann Druk Ten Brink, Meppel ISSN 0165-7909 Kluwer BV legt uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
Disclosure Pensioenverzekeraars geven te weinig openheid van zaken! Pensioenverzekeraars berekenen te hoge kosten. Aldus de reportage in dit VB over woekerpensioen op pagina 20. Neem bijvoorbeeld de marketingkosten. Na toerekening van alle kosten bedraagt een simpel bezoek van een accountmanager aan een tussenpersoon € 1400 à € 1600. Ook de productiekosten zijn door gebrekkige legacy aan de te hoge kant. Daar komt bij dat pensioenverzekeraars te weinig openheid van zaken geven. Misschien niet eens omdat ze dat niet willen, maar – erger – omdat ze dat niet kunnen. Zo verbaast het mij dat pensioenadviseurs aangeven niet zelden gerede twijfel te hebben of de tijdsevenredige kostentoerekening bij tussentijdse beëindiging of waardeoverdracht door verzekeraars wel altijd juist plaatsvindt. Daarnaast blijft de vraag waar bijvoorbeeld al die bonusprovisies gebleven zijn sinds ze bij wet verboden zijn. Niet bij de adviseurs die wij daarnaar gevraagd hebben. En ook niet bij de klant. Een verzachtende omstandigheid mag dan zijn dat de wetgeving het transparant maken van het pensioenproduct niet makkelijker heeft gemaakt, maar dit neemt niet weg dat disclosure nu toch echt serieus genomen moet worden. Intransparantie heeft verstrekkende gevolgen. Het werkt in de hand dat adviseurs afstand nemen van premieovereenkomsten. In hun ogen is het product zo intransparant en politiek en maatschappelijk beladen (‘woekerpensioen’) dat zij er niet meer bij hun klanten mee aan durven komen. Jammer! Een pensioen op basis van een premieovereenkomst waarbij belegd wordt in een range van nagenoeg risicoloos tot zeer risicovol, is voor werkgevers in het mkb zeer aantrekkelijk en is voor werknemers geen tweederangs pensioen. Intransparantie wekt wantrouwen in de hand. Waar wantrouwen wordt gevoed, hangt revolte in de lucht. En in zo’n chaotische situatie tieren initiatieven als (bijvoorbeeld) Brand New Day en Claimjegeld.nl welig. Nu eens geen pleidooi voor beloningstransparantie (ook dat moet er zijn), maar een oproep om echt werk te maken van disclosure van de kosten die in de fabriek (de pensioenverzekeraar) gemaakt worden. Daar schort het nog echt aan. Michiel Huisman
[email protected]
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
Inhoud 10
Hoofdredactioneel
3
Uitgelicht
6
• • • •
Werkel
eidsplan
Wie gaat de CAR trekken? De Jager blijft bij verbod op afzien van pensioen ‘Sector maakt schoon schip’ Cito-toets hoort op basisschool
In ‘t Veld
10
• Over Q-koorts en klantenbinding
Verzekeringsrecht
14
• Gedragscode accentueert zorgplicht tussenpersoon 18
Gadgets
31
• Schenk eens een Haags bakkie • En een cola voor mijn mobieltje
De Boekenplank • • • •
Marktonderzoek 31
32
Animal Firm Banksparen Werkvermogen Het boek van Frank Hoffmans, vennoot Klap
34
• Internet wint van intermediair bij jongeren
Met name
37
• Maandelijkse selectie uit de personeelsmutaties op VBnet
Producten
39
• Weerverzekering voor boeren • Auto op Maat Bedrijvenpakket • Garantiekapitaal in i-Pensioen
Toegelicht 34
MV&D! 39
42
• Beloning en boete bij betalingsbeschermers
44
• Segmenteren loont!
Aansprakelijkheid
46
• Gedekt voor lijken in de kast bij fusie?
Kort • • • • 42
48
DSB-schade mogelijk verrekend met schuld Retourprovisie voor werknemer is loon Rode of groene kaarten voor Legal & General Nieuw op VBnet: Vandaag
Barbier
50
20.
DE REPORTAGE
Woekerpensioen
Veel pensioenadviseurs adviseren niet langer een beschikbarepremieregeling (DC-regeling), beducht als ze zijn voor negatieve publiciteit over dit soort regelingen die te makkelijk en te vaak als woekerpensioenen in de media en door de politiek zijn afgeschilderd. In de reportage over ‘woekerpensioen’ gaat Het Verzekeringsblad in deze editie uitgebreid op dit onderwerp in. Daaruit blijkt onder andere dat een
18.
beschikbarepremieregeling voor veel werkgevers (in het mkb) helemaal geen slechte regeling is en voor werknemers geen tweederangspensioen hoeft te betekenen. Verder wordt duidelijk dat niet de torenhoge provisies, maar veel meer de ontwikkel-, productie- en marketingkosten van de verzekeraar in het oog springen als het om de kostenstructuur van ‘woekerpensioen’ gaat.
DE PIJNBANK
28.
DE WANDELING
TAF Werkloosheidsplan Demissionair Minister Donner verwacht dat de werkloosheid de komende tijd verder oploopt. Met de krapte op de arbeidsmarkt betekent dit voor een grote groep mensen een inkomensachteruitgang met 30% gedurende een langere periode. Het TAF Werkloosheidsplan zal deze mensen als muziek in de oren klinken. Maar dan moet je een aantal minder harmonieuze noten in dit voor een Gouden Schild genomineerde product wel voor lief nemen: ken de kleine lettertjes.
40.
DE STELLINGNAME
Intermediair legt het af tegen internet Dat verzekeraars twijfelen aan de houdbaarheid van een intermediaire markt voor particuliere schadeverzekeringen is allang geen gerucht meer. Betekent dit dat deze markt verloren is voor het intermediair? Cas Verhage van de Noordhollandsche van 1816 gelooft hier duidelijk niet in. Maar hoe vreemd is het dat de ‘stoute’ internetdochters van multichannel verzekeraars als ASR, Achmea, Delta Lloyd en anderen niet konden of wilden reageren op onze eenvoudige stelling. De excuses? “Het ligt te gevoelig.” Slappe hap, en dat valt ons tegen.
Ja, mr. Jan Wolter Wabeke gaat met plezier in op onze uitnodiging om te wandelen. Hij heeft ook een suggestie: “Laten we een juridische stadswandeling door Den Haag maken, weer eens wat anders...” En zo trekken wij met de uitgebreide routebeschrijving in de hand door internationaal Den Haag, en praten we over het heden en de toekomst van de financiële dienstverlening, over pionieren en over kunst en cultuur. En vertelt Wabeke dat hij dit najaar zijn functie als Ombudsman Financiële Dienstverlening neerlegt.
25.
DE CONFRONTATIE
‘Verbond wil verbod op provisie’ Dit was onlangs overal in de vak- en landelijke pers te lezen. Maar het position paper ‘De klant aan het stuur, ook in de relatie met het intermediair’ van het Verbond van Verzekeraars, de reden van alle ophef, sprak niet van een verbod op provisies. Wel van een wettelijk verankerd, alternatief beloningssysteem: CAR, voor álle verzekeringsproducten. Het Verbond voelde zich echter ook niet geroepen de naar de letter niet helemaal juiste mediaversie tegen te spreken. Het VB vroeg Leo de Boer, directeur van het Verbond, om tekst en uitleg. Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
5
ui tGeli Cht
Branche Wie gaat de CAR trekken? het Verbond van Verzekeraars heeft in zijn position paper ‘De klant aan het stuur, ook in de relatie met het intermediair’ opgetekend alleen nog toekomst te zien in een wettelijk verankerde CAR (Customer Agreed Remuneration) voor alle producten. Provisie sluit het Verbond daarbij niet uit als incassosystematiek, maar breed is de opinie dat het Verbond hiermee het huidige provisiesysteem de nekslag geeft. FIDIN en de OvFD zijn in ieder geval fel van leer getrokken tegen de visie van het Verbond. Voor de troepen uit OvFD-directeur Cees Kielstra noemde het position paper van het Verbond “niet meer dan voorspelbare retoriek voor de bühne”. In zijn ogen “lopen de verzekeraars wel heel erg ver voor de troepen uit”. En door te roepen dat financiële prikkels moeten worden uitgebannen, hoopt het Verbond het spel op de helft van het intermediair te houden, aldus Kielstra. Nog niet klaar FIDIN vindt dat CAR betekent dat de intermediair de provisie moet gaan
‘halen’ bij zijn klant, dat het intermediair ook structurele werkzaamheden voor de verzekeraar verricht waarvoor de verzekeraar onder CAR niet langer betaalt (vindt ook de OvFD) en dat verzekeraars, consumenten en intermediairs nog lang niet klaar zijn voor CAR. Onvermijdelijk Nu een branchebrede invoering van CAR onvermijdelijk is – niet omdat het Verbond dat voorstaat, maar vooral omdat de huidige consumentgerichte maatschappij en daarmee de politiek en toezichthouders daarom vragen – lijkt het wijsheid om die eindsituatie langs een zorgvuldig wetgevend traject te willen bereiken. Hoe kan het beloningsstelsel worden hervormd op een wijze en in
een tempo die alle partijen die de financiële dienstverlening in Nederland nu samen tot één goed geoliede machine maken, kunnen volgen? Omdat het CAR-model links- of rechtsom het einde van het liedje zal zijn, lijken de overige tegenwerpingen van FIDIN en de OvFD, vermits bedoeld om koste wat het kost vast te houden aan het huidige provisiemodel, kansloze achterhoedegevechten. Wijsheid is het als Fidin en OvFD de uitgangspunten van CAR omhelzen (de uitvoering hoeft echt niet volledig naar het deels mislukte Engelse voorbeeld) en samen met het Verbond naar nieuwe wetgeving gaan streven. Alleen dan komt ook het in meerdere opzichten gebrek aan level playing field tussen verzekeraars, direct writers en intermediairs op de agenda, feitelijk de grootste bedreiging voor het voortbestaan van het intermediair bij de overgang naar CAR. Dat Fidin nu het voortouw gaat nemen, is wat ons betreft evident. Het gaat hier tenslotte om de toekomst van het intermediair.
Pensioen/eb De Jager blijft bij verbod op afzien van pensioen Voor de adviespraktijk van directiepensioenen heeft De Jager (Financiën) onlangs een aantal belangrijke antwoorden op Kamervragen gegeven. Samengevat komen deze erop neer dat de bijzondere omstandigheden van de kredietcrisis niet bijzonder genoeg zijn om op zichzelf ‘afstempelen’ van pensioenaanspraken in pensioen-bv’s fiscaal toe te staan.
Geen enkele verruiming Er is slechts één wettelijke uitzondering die pensioenverlaging c.q. afzien van pensioen rechtvaardigt. Die is wanneer de aanspraak niet voor verwezenlijking vatbaar is. Het moet dan gaan om dwingende maatschappelijke redenen, zoals surséance van betaling, faillissement of schuldsanering. De Belastingdienst wijst verzoeken tot afzien of verlagen
Wist u dat ABZ:
van pensioen die hiermee niet in lijn zijn, onmiddellijk af. Dat is zo en dat blijft ook zo, aldus De Jager, die niet van plan is om tot welke verruiming dan ook over te gaan en daarbij opmerkt “dat een gewone crediteur in vergelijkbare omstandigheden niet akkoord zou gaan met een verlaging van zijn pensioenrechten”.
Ongepast gebruik pensioengeld Een duidelijk en strikt antwoord van De Jager waar fiscaaljuridisch, maar ook maatschappelijk, weinig tegenin te brengen is. En zelfs economische argumenten om de door de Kamerleden-vragenstellers beoogde verruiming toe te staan, houden geen steek. Een dergelijke verruiming stimuleert noch de economie noch de ondernemerslust in Nederland, maar zou alleen maar tot ongepast gebruik van fiscaal begunstigd pensioengeld leiden.
www.abz.nl
21 miljoen compliancy checks jaarlijks verricht? ruim
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
7
Branche ‘Sector maakt schoon schip’ Slechts enkele dagen voor de val van het kabinet heeft Wouter Bos aangegeven dat er in de financiële sector en op het vlak van regelgeving veel is gebeurd: “Er is nog niet definitief schoon schip gemaakt, maar tegelijkertijd wil ik niet meegaan met de suggestie dat er niets zou gebeuren.” Bos deed dit in antwoord op Kamer vragen van Mei Li Vos en Staf Depla (beiden PvdA) over wanproducten in de verzekeringsbranche.
Woonlastenbeschermers Met die wanproducten doelden de vragenstellers op woonlastenbescher mers. Daarbij zouden gemiddeld pro visies van 42% worden uitgekeerd (onderzoek AFM 2009), waardoor de verzekering bij uitkering praktisch
niets waard is. Bos vond een derge lijke provisie excessief en heeft de reikwijdte van provisietransparantie en inducementnorm daarom uitge breid naar deze producten. Dit is per 1 januari 2010 in werking getreden en daar verwacht hij veel van: “Nu tussenpersonen aan hun klanten moeten vertellen hoeveel ze met het afsluiten van het product ver dienen, verwacht ik dat deze uitwas sen tot het verleden behoren.” Bos vindt het verder niet ongebruike lijk dat woonlastenbeschermers vaak verkocht worden in combinatie met een kredietovereenkomst: “Het kan ertoe leiden dat de kredietverstrekker vanwege de grotere zekerheid gunsti ger voorwaarden biedt voor de le ning.” (zie ook artikel op pag. 42)
Geen uitbreiding transparantie Wat Bos betreft, hoeven de regels voor provisietransparantie vooralsnog niet te worden uitgebreid naar eenvoudige producten: “Andere nietcomplexe producten zijn voor klanten goed te begrijpen en te vergelijken. Daarom zijn verregaande transparantieeisen voor dergelijke producten disproportio neel.” De minister wil de discussie over wenselijkheid van uitbreiding van de reikwijdte naar eenvoudige produc ten liefst pas voeren na “de evaluatie van de provisieregelgeving die ik aan het organiseren ben”. Die evaluatie gaat, ondanks de val van het kabinet en het aftreden van Bos, overigens ge woon door, zonder noemenswaardige vertraging. Het ministerie van Finan ciën verwacht dat deze kort na de zomer gereed zal zijn.
Branche Cito-toets hoort op basisschool Volgens directeur Patrick van Hees van For All Finance mogen adviseurs van de consument verwachten dat die zich serieus verdiept in de aangeboden informatie. Dat gebeurt onvoldoende, stelt hij, en daarom zouden adviseurs hun klanten een ‘Cito-toets’ moeten afnemen voordat ze een product verkopen, om er zeker van te zijn dat de consument zich in de informatie heeft verdiept. Hoe hoog kun je de drempel van de deur van een financieel adviseur eigenlijk maken? Vertel de consument dat hij in de deuropening van het in termediair een examen moet afleggen voor hij de financiële producten kan krijgen die hij wil hebben en hij zal zich eens te meer afvragen voor welk advies hij de adviseur nu eigenlijk be taalt. Nóg een goede reden om, voor
bij de deur van het intermediair, regel recht naar een direct writer te gaan.
Schoolvak De oplossingen die de in de branche zo vaak verguisde politicus Mei Li Vos aandraagt voor de omgang met het financieel analfabetisme van consu menten, zijn dan toch een stuk realis tischer dan de optie van Van Hees. Vos wil – van wetswege opgelegd – eenvoudiger producten en een gede gen financiële opvoeding als onder deel van het reguliere basisonderwijs. De kennis van financiële huishouding kan dan aan de kaak gesteld worden in de officiële Citotoets die in groep 8 mede de keuze voor het vervolgonder wijs van leerlingen bepaalt. Zou ‘fi nanciële huishouding’ in het middel baar onderwijs dan nog gedurende één
jaar een verplicht vak zijn, dan zijn we binnen een jaar of tien een flink stuk verder met het financieel bewustzijn van de consument.
www.abz.nl Wist u dat ABZ: meer dan 15 miljoen offerte en polisbevragingen voor voertuigdata afhandelt per jaar?
8
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
Marktonderzoek En wat vindt u van deze onderzoeksresultaten? Deze maand werden weer vele onderzoeksresultaten over de branche uitgestrooid. Zo blijken ondernemers niet zo gek te zijn op de PVV, ergeren wij ons aan bankpasjes en worden senioren door autoverzekeraars gediscrimineerd. Vrouwen op kantoor schijnen het ook al niet gemakkelijk te hebben. Wat kwam er verder voorbij?
Val kabinet schaadt adviespraktijk Gecertificeerd financieel planners zijn niet blij met het besluit dat de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar in de ijskast is gezet.
crisis het hoofd te bieden, is afgenomen van 76% in het derde kwartaal van 2009 naar 72% in het eerste kwartaal van dit jaar. Dit blijkt uit de ConjunctuurEnquête Nederland.
terwijl in een plaats als Haren (‘het Wassenaar van het Noorden) een graf voor 20 jaar nog geen € 300 kost. Na jaren van onderzoek is nog steeds niet duidelijk waarom de verschillen plaatselijk zo groot kunnen zijn. Voor het bepalen van de hoogte van het verzekerde bedrag op een uitvaartpolis is een verschil van € 6700 alleen premietechnisch gezien al niet mis.
Minder schuld, meer schuldhulp Een vertraging is niet in het belang van de consument, zo menen de FFP’ers in een onderzoek van MarketResponse. Over de leeftijdverhoging op zich zijn ze ook niet echt te spreken. 64% schat dat de gevolgen negatief zullen zijn voor het netto besteedbaar inkomen van klanten, 42% verwacht negatieve gevolgen voor de vermogensvorming.
Ook over de winstgevendheid is de ondernemer minder negatief (van -38% naar -11%). Over de werkgelegenheid is hij veel minder somber gestemd dan in 2009 (van -16% naar -13%).
Van de bijna 1,8 miljoen huishoudens in Nederland, blijkt 24,8% een of meer vormen van betalingsachterstanden te hebben. In 2008 was dit nog 27,0%.
Jongeren lenen makkelijk
De afname is volgens de EIM Monitor Betalingsachterstanden 2009 vooral te zien bij telefoonrekeningen, gevolgd door doorlopende kredieten/persoonlijke leningen en geld geleend bij familie, vrienden of kennissen. Ook het aantal huishoudens dat goederen op afbetaling koopt, is vorig jaar teruggelopen. De vraag naar schuldhulpverlening is wel behoorlijk toegenomen. Deze toename wordt volgens EIM voor een deel veroorzaakt doordat huishoudens minder snel verwachten dat zij zelf hun financiële problemen kunnen oplossen en daardoor eerder naar de daartoe aangewezen instanties gaan om hulp te vragen.
Van alle jongeren tussen de 15 en 25 jaar zegt een derde wel eens geld te lenen. Het gaat bij 36% vooral om bedragen tussen € 10 en 100.
Banken zien kredietrisico niet Doordat banken het kredietrisico van kleine en middelgrote ondernemingen onvoldoende in beeld hebben, zijn zij minder geneigd tot kredietverstrekking aan het mkb. Dit belemmert de groei van deze ondernemingen. Dat concludeert Frieda Rikkers in haar proefschrift. De resultaten van het onderzoek tonen onder meer aan dat kredietrisicomodellen die gebruikmaken van ratio’s waarbij de balans niet is gecorrigeerd voor de immateriële vaste activa, een significant betere indicatie van kredietrisico geven.
Jongeren in het voortgezet onderwijs lenen voornamelijk kleine bedragen van ouders en vrienden. Na hun achttiende komen banken en DUO (voorheen IBgroep) in beeld. Volgens cijfers van de MOgroep en het Nibud heeft 3% van de jongeren al een schuld van meer dan € 50.000 en komt een weigering van een automatische incasso bij 20% van de jongeren voor. Uitwonende jongeren staan vaker rood dan thuiswonende jongeren, 56% tegen 33%. Ook hebben zij vaker een lening dan thuiswonende jongeren: 36% tegen 29%.
Uiteenlopende grafkosten Dit toont volgens Rikkers aan dat banken wat betreft immateriële vaste activa een te conservatief beleid voeren. Veel vrijberoepers en bijvoorbeeld tussenpersonen die zich door een bank laten financieren, moeten dat merken.
Minder maatregelen crisis Het aantal ondernemers dat maatregelen moet nemen om de economische
Nog steeds zijn er grote verschillen tussen Nederlandse gemeenten als het gaat om de kosten voor een graf op een gemeentelijke begraafplaats. Het DELA grafkostenonderzoek laat zien dat de verschillen het grootst zijn in de provincie Groningen. Zo kost een graf voor een periode van dertig jaar in de stad Groningen bijna € 7000,
Wist u dat ABZ: sinds jaar en dag
www.abz.nl
7 x 24 uur als gecertificeerd Trusted Third Party mag opereren?
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
9
‘Ook agrariërs sluiten minder vaak aov en pensioen’ Jan-Willem Baan (45) heeft HEAO-MER gedaan en startte zijn loopbaan bij de landmacht, onderdeel elektronische oorlogsvoering (“sectie stiekem”). Daarna heeft hij bij een intermediair en een verzekeringsmaatschappij gewerkt. Dit jaar werkt hij tien jaar bij de Rabobank, sinds 2007 als manager Verzekeren. Hij gaat geregeld met adviseurs op pad, maar heeft zelf geen klantenportefeuille. Baan is getrouwd en heeft drie kinderen. In zijn vrije tijd rijdt hij mountainbike, coacht hij het hockeyteam van zijn jongste dochter en speelt hij trombone in een carnavalsorkest.
10
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
I N ‘ T VELD
Over Q-koorts en klantenbinding “‘Boeren’ is tegenwoordig alleen nog bij PSV een geuzennaam. Wij hebben het over ondernemers en in het bijzonder over agrarische ondernemers.” Jan-Willem Baan, manager Verzekeren bij Rabobank Bernheze Maasland vertelt wat agrariërs een bijzondere klantengroep maakt en hoe je als (grote) intermediair daarmee moet omgaan: “Wat voor iedere ondernemer geldt: je moet er zijn als hij je nodig heeft. Of dat nu bij een kleine bedrijfsschade is of bij een ramp als de uitbraak van de Q-koorts.”
A
grarische ondernemers hebben met levend materiaal te maken, en dat maakt de betrokkenheid van de ondernemer bij zijn bedrijfsvoering vaak nóg intenser, schetst Baan maar gelijk wat volgens hem het voornaamste verschil is tussen agrariërs en andere ondernemers. “Maar het blijft het voeren van een bedrijf, je moet de passie hebben om het te doen.” Andere veronderstelde verschillen verwijst hij zonder meer naar het rijk der fabelen: “De bedrijfsvoering van een agrariër is tegenwoordig uiterst modern. Die doet echt niet onder voor die van een andere ondernemer. Integendeel.”
Totaalrelatie Om de agrarische sector in de regio optimaal te kunnen bedienen, zijn de Rabobanken Oss e.o., ’sHertogenbosch e.o. en Bernheze Maasland een bovenlokale samenwerking aangegaan. De contacten met agrarische relaties in het grote werkgebied van zo ongeveer Heusden tot Ravenstein worden nu gecoördineerd vanuit het kantoor in Heesch, dat daarmee als kenniscentrum voor deze specifieke en tegelijk uiterst diverse doelgroep fungeert. Van oudsher komen agrariërs vooral vanuit een financieringsbehoefte naar de Rabobank, maar de bank doet er vervolgens alles aan om met hen tot een totaalrelatie te komen. “Dat is natuurlijk
goed voor ons”, verklaart Baan, “maar ook voor de relatie, die wij daarmee optimaal breed en samenhangend kunnen adviseren. Voor onze relaties willen wij niet alleen bankier zijn, maar ook risk manager.”
Maatwerk Risk manager, geen verzekeringsadviseur? “Dat klopt”, beaamt Baan. “We moeten – en dat is algemeen wat mij betreft – af van het idee dat een adviseur bij de klant verzekeringsproducten komt slijten. Zo werkt het niet meer, al zal voor een deel van het risicoplaatje altijd een verzekeringsoplossing noodzakelijk zijn. Wij kijken naar de risico’s van een bedrijf en zoeken daarbij naar maatwerkoplossingen. Verzekeringsproducten komen daarbij pas aan het einde van het traject. Daarvoor kijk je naar preventiemaatregelen en naar risico’s die de klant zelf wil en kan dragen. Het gaat daarbij niet alleen om een bedrijfsrisico als brand maar ook om de risico’s van de ondernemer zelf: Wat als jij morgen uitvalt? Neemt dan je vrouw het over of heb je iemand in dienst die je dat toevertrouwt? Dat zijn dan al gauw betere oplossingen dan een verzekeringsoplossing. Die komt pas aan de orde als andere opties zijn afgevallen of ontoereikend zijn.”
Rendement en verkoop Hoe Rabobank concreet uitvoering geeft aan dit uitgangspunt, is iets minder helder. Het rendement op klanten is de maatstaf waarop adviseurs worden afgerekend, de intermediair-bank streeft ernaar van alle zakelijke klanten totaalrelaties te maken. Maar de verzekeringstak ontleent zijn inkomsten, door het provisiesysteem dat hij nog steeds omarmt, immers aan de verkochte producten. Volgens de wetten der logica doet een adviseur het dan goed als hij zijn relatie veel producten laat sluiten. Zo simpel ligt dat echter niet, volgens Baan: “Het is een beetje hoe je daarin staat als organisatie en wat voor mensen je in huis hebt. Als je als adviseur een beperkt vast inkomen hebt en een groot variabel inkomen, dan wil je scoren. Hoe meer je verkoopt, hoe hoger je salaris. Zo zit onze salarisHet Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
11
structuur echter niet in elkaar. Natuurlijk wordt een medewerker wel beloond voor wat hij doet en op welke manier hij dat doet, maar dan hebben we het over doelstellingen en competenties. Daar kijken we naar en dat maakt het voor de adviseur ook makkelijker om goed te adviseren. Daardoor kan hij terugkomen van een totaalrelatie zonder producten te sluiten. Prima, als zijn klant maar tevreden is. Daar gaat het ons om.” Bij deze redenatie blijft echter één ding onduidelijk: alleen bij een totaalrelatie levert een klant voldoende rendement op om je deze werkwijze te kunnen permitteren. Wat doet de Rabobank dus met relaties die geen totaalrelatie (blijken te) worden? Die vraag blijft onbeantwoord.
Discussie over beloning Overigens is ook binnen Rabobank de discussie over nieuwe beloningsvormen volop gaande. “In transparantie lopen wij voorop, maar aan alternatieve beloningsvormen zijn wij nog niet toe. Al kan dat snel veranderen”, meent Baan. “Ik denk dat we uiteindelijk naar netto producten zullen gaan. De verzekeraar geeft aan wat zijn product kost en de intermediair noemt daarbovenop naar de klant wat hij als beloning voor zijn advies wil krijgen, en op welke manier dat moet gebeuren.”
Als het mis gaat Een adviseur bewijst zijn toegevoegde waarde vooral als er iets mis gaat, weet ook Baan. “Je klant heeft vertrouwen in je en dus moet je er zijn als hij je nodig heeft. Dan moet je hem terzijde staan, waar mogelijk zorgen uit handen
‘Alleen bij een totaalrelatie levert een klant voldoende rendement op’ nemen en met oplossingen komen. Natuurlijk gaat daarbij wel eens wat mis. Maar dan is het zaak dat te onderkennen, met de klant in gesprek te gaan en naar een oplossing toe te werken. Als je dan de deur dicht doet of je telefoon laat overgaan, ben je fout bezig. Wij verbergen ons niet. Ook als er een keer iets niet goed gaat, doen we er alles aan om het recht te trekken.”
Q-koorts Rabobank Bernheze Maasland heeft recent – hoe wrang ook – de ultieme kans gekregen haar toegevoegde waarde voor haar klanten te bewijzen. Het afzetgebied van de bank-intermediair was een epicentrum van de Q-koorts, de infectieziekte die van melkgeiten en melkschapen op mensen kan overgaan. De overheid heeft eind vorig jaar besloten dat alle drachtige geiten en schapen en de bokken en rammen op besmette be12
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
drijven moesten worden geruimd en dat er tot 1 juli 2010 niet gefokt mag worden. Een ramp voor de meeste betrokken bedrijven, waarvan vele, vooral geitenhouders, tot de portefeuille van Rabobank Bernheeze Maasland behoren. Wat kon – en kan – de organisatie in dit geval voor de gedupeerden betekenen? “Waar mogelijk aandacht en ondersteuning geven, en liefst proactief. We zijn er en dat laten we merken”, aldus Baan. “Bij liquiditeitsproblemen kunnen wij geen collectieve regeling treffen. Dat is maatwerk, zoals bijvoorbeeld uitstel geven op financiering of herfinanciering. Dat is ook in ons belang en dus gaan we samen bekijken of en hoe we daar uit kunnen komen. Er moet wel een bepaalde bedrijfscontinuïteit zijn waarin we vertrouwen kunnen hebben. Dan is er immers een basis waarop je samen verder kunt.” Rabobank Bernheze Maasland zit met Interpolis en lokale banken ook in een kerngroep Q-koorts, vervolgt Baan. “Vanuit die kerngroep kunnen we de ontwikkelingen van dichtbij volgen. We weten wat er speelt en kunnen input geven op het beleid dat hieromtrent moet worden gevormd. Verder hebben we de geruimde bedrijven collectief gemeld voor rechtsbijstand, voor eventuele claims. Als grote organisatie (via Rabobank Nederland) hebben we tenslotte korte lijnen met beleidsmakers op de ministeries, waardoor we informatie hebben. Dat komt wel allemaal bij de lokale banken terecht, en daar heeft de klant baat bij. Maar het blijft schrijnend en triest voor de betrokken geitenhouders.”
Wisselende inkomsten Baan vindt het moeilijk om te beoordelen wat het effect van de economische crisis op zijn agrarische relaties is: “Een agrarische ondernemer is natuurlijk wel gewend aan wisselende inkomsten. Er is wel eens vaker geen beleg op het brood. Daar wordt hij niet onrustig van en hij reageert er meestal ook niet direct op.” Toch constateert Baan in navolging van onderzoeksbureau EIM dat de ondernemers in zijn portefeuille, ook de agrariërs, minder vaak aov en pensioen sluiten: “Ze beseffen wel dat de aov een belangrijke voorziening is om de continuïteit van bedrijf en gezin te waarborgen. Maar als het allemaal wat lastiger gaat, wordt wel bekeken of het verzekerd bedrag bijvoorbeeld niet (tijdelijk) omlaag kan. Daarnaast zien veel agrariërs het bedrijf nog steeds als pensioen. Er wordt vertrouwd op de waarde van het bedrijf, maar het is de vraag of dat altijd terecht is. Pensioen is een recht dat je opbouwt en wat er met je bedrijf gebeurt, is afhankelijk van heel veel factoren. Voor ons is het de uitdaging om daar juist nu goed in te adviseren.” Door: Erwin Loer
OPLEIDINGEN
Ondernemers hebben steeds
specifiekere vragen. En geen enkele ondernemersvraag is meer dezelfde. Dat vraagt om een brede kennis op het gebied van inkomen en ondernemen. En vaardigheid op het gebied van adviseren. De Amersfoortse helpt u daarbij met Relaxtra®. Met trainingen en vakinhoudelijke opleidingen die wij, in samenwerking met gerenommeerde partners, voor u hebben ontwikkeld. Deze worden voor een groot deel gegeven door uw eigen accountmanager Inkomen. Nieuwsgierig geworden? Kijk op ons Relaxtranet® of vraag het uw accountmanager Inkomen. Adviseren wordt een stuk relaxter met De Amersfoortse
DE PLEK OM UZELF VERDER TE ONTWIKKELEN
v E r zE k Er i ngs r E c h t
Gedragscode accentueert
zorgplicht tussenpersoon Een veel gehoorde klacht is dat verzekeringsovereenkomsten stilzwijgend worden verlengd zonder dat klanten zich daarvan bewust zijn. Voordat de klant zich realiseert dat de mogelijkheid bestaat om het contract te beëindigen, is de opzegtermijn reeds verlopen en is men opnieuw voor een nieuwe termijn gebonden aan de verzekeringsovereenkomst. Veel klanten blijven op deze manier ongewild vastzitten aan hun verzekering. Met het opstellen van de ‘Gedragscode geïnformeerde verlenging en contractstermijnen particuliere schadeverzekeringen’ geven verzekeraars gehoor aan deze kritiek. Door: mr. Sjoerd Y.Th. Meijer, advocaat NautaDutilh N.V.
D
e Gedragscode heeft als doel de contractsduur van verzekeringen te regelen en geeft een regeling hoe om te gaan met de verlenging van verzekeringen. De Gedragscode is voorlopig alleen van toepassing op schadeverzekeringen (uitgezonderd: de zorgverzekering, de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de natura-uitvaartverzekering). Vanaf 1 juli 2010 zullen echter ook particuliere inkomensverzekeringen zoals individuele WIA-aanvullingen, betalingsbeschermers en ongevallenverzekeringen onder de Gedragscode worden gebracht. De vraag is wat deze Gedragscode betekent voor de praktijk. In deze bijdrage wordt ingegaan op de verhouding van de Gedragscode met de wet-
lEt op De gedragscode geldt sinds 1 maart eveneens voor alle lopende polissen die worden verlengd. vanaf 1 juli 2010 vallen ook particuliere inkomensverzekeringen, zoals individuele WiA-aanvullingen, betalingsbeschermers en ongevallenverzekeringen onder de gedragscode.
14
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
telijke opzegregels van verzekeringsovereenkomsten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de vraag wat de Gedragscode betekent voor de tussenpersoon.
Eenjarig contract In de Gedragscode staat de vrijheid van de klant voorop. Het uitgangspunt is dat de schadeverzekering wordt aangegaan voor de duur van maximaal twaalf maanden. Een schadeverzekering voor een langere duur blijft mogelijk, maar hieraan worden extra voorwaarden gesteld. Dit geldt ook voor de stilzwijgende verlenging. Het uitgangspunt van de Gedragscode is dus dat de schadeverzekeringsovereenkomst wordt aangegaan voor een duur van maximaal twaalf maanden. Het is ook mogelijk om overeenkomsten voor een langere duur aan te gaan. In dat geval wordt echter het dubbele handtekeningenprincipe gehanteerd. Naast het tekenen voor het sluiten van de verzekeringsovereenkomst, moet expliciet een tweede handtekening worden gezet dat de duur langer is dan twaalf maanden. Wordt de verzekering langs elektronische weg afgesloten, dan moet de keuze uitdrukkelijk blijken, bijvoorbeeld door het aanvinken van een extra hokje. Behalve het uitgangspunt dat de overeenkomst wordt afgesloten voor een duur van maximaal
twaalf maanden, geldt dat de overeenkomst automatisch wordt verlengd. Als voorwaarde voor deze verlenging geldt wel dat de verze keringnemer moet worden geïnformeerd.
meerjarig contract heeft de klant de keuze om te verlengen voor de periode waarvoor de verzeke ring oorspronkelijk was aangegaan of voor een periode van twaalf maanden.
Informatie over verlenging
Opzegging verlengde overeenkomsten
Wanneer de polisvoorwaarden na afloop van de contractsduur (zowel bij een een als meerjarig contract) voorzien in een stilzwijgende verlen ging, moet de verzekeraar de klant bij de eerste verlenging van de overeenkomst tijdig in duide lijke en eenvoudige bewoordingen informeren over de verlenging. De informatie moet zodanig worden opgesteld dat de klant redelijkerwijs kan begrijpen voor welke periode de overeenkomst wordt verlengd en hoe de verlengde overeen komst kan worden opgezegd.
Daarnaast wordt een regeling geïntroduceerd voor de opzegging van verlengde overeenkom sten. Wanneer een eenjarige verzekeringsover eenkomst wordt verlengd voor dezelfde periode, dan heeft de verzekeringnemer het recht de overeenkomst op elk gewenst moment op te zeg gen met een opzegtermijn van één maand. Bij tussentijdse opzegging wordt de premie pro rata verrekend. Dezelfde opzegregeling geldt wan neer een meerjarig verzekeringscontract wordt verlengd voor twaalf maanden.
Wanneer de klant de overeenkomst voor een pe riode langer dan twaalf maanden aangaat, dan moet de klant ook hiervoor weer expliciet zijn handtekening zetten. Wanneer de verlenging langs elektronische weg plaatsvindt, moet de keuze wederom uitdrukkelijk blijken. Bij een
De Gedragscode is op 1 januari 2010 in werking getreden. Alle verzekeringen afgesloten na deze datum moeten dus aan de regels van deze code voldoen. Zeker zo belangrijk is echter dat de Gedragscode vanaf 1 maart ook geldt voor alle lopende polissen die worden verlengd. Advertentie
“HET VERZEKERINGSVAK WORDT WEER LEUK!” “De Amersfoortse is De Inkomensverzekeraar voor ondernemers. Verzekeringsadviseurs verwachten van ons, als inkomensspecialist, toegevoegde waarde. Met het opleidingsprogramma van Relaxtra® hebben we hiervoor de perfecte structuur gevonden. En omdat ik één van de docenten ben, kan ik er voorbeelden bij halen uit de dagelijkse praktijk van de adviseur. Door deze intensieve samenwerking wordt het verzekeringsvak weer leuk!” Klaas Bontsema, accountmanager Inkomen Adviseren wordt een stuk relaxter met De Amersfoortse
De Gedragscode: een stap voorwaarts De Gedragscode is een stap voorwaarts in vergelijking met de huidige opzegregeling van verzekeringsovereenkomsten in het Burgerlijk Wetboek. De huidige wettelijke regelgeving is – evenals de Gedragscode – erop gericht om te voorkomen dat verzekeringen ongemerkt auto matisch doorlopen en dat verzekeringen voor een onredelijk lange duur worden afgesloten. Om dit te bereiken, geldt bij verlengingen een opzegtermijn die niet langer is dan twee maan den. Daarnaast is een schadeverzekering die voor een langere periode dan vijf jaar is aange gaan, opzegbaar tegen elk vijfde jaar binnen de overeengekomen periode. De Gedragscode gaat een stap verder door als uitgangspunt te hanteren dat een verzekering voor de maximale duur van één jaar wordt aan gegaan. Hoewel het aantrekkelijk kan zijn om een schadeverzekering voor een langere duur te sluiten (zekerheid en premiekorting), gaat de
´Gedragscode legt verplichting om klant te informeren nadrukkelijk bij verzekeraar´ voorkeur uit naar een termijn van maximaal twaalf maanden. Wanneer de klant toch kiest voor een langere contractstermijn, dan wordt hij door de verplichting om een tweede hand tekening te plaatsen, nog eens nadrukkelijk ge confronteerd met de vraag of dit is wat hij wil. Ook is een belangrijke wijziging dat afscheid wordt genomen van de zogenoemde stilzwijgen de verlenging bij het verstrijken van de eerste contractstermijn. Door de informatieverplichting bij verlenging kan er eigenlijk geen sprake meer zijn van een stilzwijgende verlenging. De klant kan niet anders dan hier bewust over nadenken. Tot slot valt op dat wanneer de overeenkomst is verlengd, de klant de verzekering op elk moment met een opzegtermijn van één maand kan opzeg gen. De opzegtermijn die de Gedragscode han teert, is één maand korter dan de wettelijke op zegtermijn.
Wat betekent dit voor de tussenpersoon? Hoewel de Gedragscode betrekking heeft op de duur van verzekeringsovereenkomsten, de manier waarop contracten worden verlengd en de opzegmogelijkheden – en dus primair van belang is voor klant – heeft zij ook gevolgen voor de tussenpersoon. Wanneer een verzekering door advies en bemid deling van de tussenpersoon tot stand komt, 16
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
betekent dit dat hij een zorgplicht heeft ten aan zien van de klant. Deze zorgplicht vloeit voort uit de opdrachtovereenkomst tussen de klant en de tussenpersoon waarbij de klant aan de tus senpersoon de opdracht heeft gegeven te advise ren en te bemiddelen bij de totstandkoming van de verzekeringsovereenkomst tussen de klant en de verzekeringsmaatschappij. Deze zorgplicht betekent dat de tussenpersoon moet waken over de belangen van de verzekeringnemer gedurende de hele looptijd van de verzekering. Zo zal hij periodiek moeten controleren of de verzekering nog past bij de situatie van de klant. Nu verzekeringen (als uitgangspunt) een con tractsduur hebben van maximaal één jaar en verzekeraars de klanten gaan informeren over de verlenging bij ommekomst van de eerste con tractstermijn rijst de vraag wat dit betekent voor de tussenpersoon. Ik meen dat bij stilzwij gende verlenging de tussenpersoon zich zal moeten afvragen of de verzekering nog aansluit bij de behoeften van de klant. Dit zal voor hem in de praktijk, hoewel hij nu ook al moet waken voor de belangen van de verzekeringnemer (en niet alleen bij het verstrijken van de eerste ter mijn), een verzwaring van zijn takenpakket in houden. Een bedrijfseconomische vraag is of de provisie die wordt ontvangen, ook voldoende is om deze check daadwerkelijk uit te voeren.
Wie moet klant informeren? Overigens is het ook de vraag wie de klant moet informeren. In de Gedragscode ligt deze ver plichting nadrukkelijk op de verzekeraar. Ik leid hieruit af dat de verzekeraars het als hun ver plichting als contractuele wederpartij zien om de klant te informeren. Dit staat overigens weer op gespannen voet met de praktijk die geworteld is in de Wft, waarin is bepaald dat de informa tievoorziening verloopt via de tussenpersoon. Wellicht is dit ook een signaal hoe de rolverde ling tussen de verzekeraar en de tussenpersoon moet worden opgevat.
Gedragscode en klant centraal De afgelopen tijd is in de verzekeringsbranche de boodschap uitgedragen dat de klant centraal staat. Deze Gedragscode vult deze boodschap in wat betreft duur en verlenging van de verzeke ring. Het kan niet meer voorkomen dat een klant onverwacht vastzit aan een verzekeringscon tract. Ook wordt een korte opzegtermijn geïntro duceerd, waardoor de klant eenvoudig kan over stappen naar een andere verzekeraar. Wellicht onbedoelde neveneffecten van de Ge dragscode zijn dat deze code onderstreept dat de verzekeringnemer (ook) de klant is van de verze keraar en ook de zorgplicht van de tussenper soon nog eens accentueert. De Gedragscode past in het op eigentijdse wijze vormgeven van de verhouding verzekeraarklanttussenpersoon.
Wie bepaalt? Wie betaalt? De nieuwe verhoudingen in de verzekeringsbedrijfstak
Om veranderingen en nieuwe businessmodellen van verzekeraars en intermediairs te belichten, organiseert AssurantieMagazine zijn vijfde congres, met boeiende plenaire sessies, werkcolleges en een informatiemarkt. Het congres heeft de veelzeggende titel: Wie bepaalt? Wie betaalt? De nieuwe verhoudingen in de verzekeringsbedrijfstak
Ga voor meer informatie over het programma en inschrijven naar www.amcongres.nl. Ook de commerciële mogelijkheden vindt u op www.amcongres.nl.
“DUIDELIJK, GOED ANTICIPEREND, PRAGMATISCH. ZEER VERFRISSEND!” “Ik ben onlangs een nieuwe
uitdaging aangegaan als adviseur voor met name dga’s. De opleiding Inkomen Nu van De Amersfoortse was dan ook vooral bedoeld als ‘opfris’. En dat was het ook. De accountmanagers van De Amersfoortse, die zelf les gaven, waren zeer betrokken bij de stof. En met de syllabus scholen wij nu intern onze accountbeheerders bij op het gebied van WIA en dga. Zeer verfrissend allemaal!” Marc-Peter Geytenbeek
Geytenbeek Clear Benefits Adviseren wordt een stuk relaxter met De Amersfoortse
de p i j nb a nk
Werkel
eidsplan
Ken de kleine lettertjes Demissionair Minister Donner verwacht dat de werkloosheid de komende tijd verder oploopt. Met de krapte op de arbeidsmarkt betekent dit voor een grote groep mensen een inkomensachteruitgang met 30% gedurende een langere periode. Het TAF Werkloosheids(Plus)plan zal deze mensen als muziek in de oren klinken. Maar dan moet je een aantal minder harmonieuze noten in dit voor een Gouden Schild genomineerde product wel voor lief nemen.
Z
omer 2009 lanceerde TAF twee nieuwe pro ducten die de financiële gevolgen van on vrijwillige werkloosheid afdekken. Met het TAF Werkloosheidsplan ontvangt de verzekerde tijdelijk een aanvulling op zijn werkloosheids uitkering en is hij verzekerd van een tijdelijke aanvulling op het inkomen nadat hij vanuit de WW een nieuwe baan accepteert tegen een lager inkomen. Het risico wordt via het volmacht bedrijf AMG Assurances ondergebracht bij de Duitse verzekeraar Gothaer. Een unieke dekking, dat moet gezegd. Want geen enkele andere verze keraar durft dit risico in Nederland als ‘losse’ verzekering te verzekeren.
180-dagen termijn Deze Pijnbank beperkt zich tot het Werkloos heidsplan waarop een wachttijd geldt van 180 18
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
dagen. Wordt de verzekerde binnen deze termijn onvrijwillig werkloos, dan ontvangt hij geen uit kering. Geen kinderachtige dekkingloze periode. Bij rechtsbijstand is deze periode ‘slechts’ drie maanden.
Valse noten Na de dekkingloze periode geldt alleen dekking bij onvrijwillige en volledige werkloosheid. De verzekerde dient dan minimaal twaalf maanden onafgebroken voor bepaalde of onbepaalde duur en voor ten minste 16 uur per week bij zijn werk gever in dienst te zijn geweest. Vanzelfsprekend mag hij op de aanvraagdatum, maar ook gedu rende 180 dagen daarna, geen kennis hebben van een naderend ontslag of faillissement van zijn werkgever. Maar dan volgt een valse noot. TAF stelt dat de aanvrager die deze kennis niet
had maar dit wel behoorde te hebben, ook geen recht op uitkering heeft. Dit is een wel heel vage en ruim genomen escape. Want wie bepaalt of de verzekerde, bij gebrek aan kennis van zijn naderende ontslag, dat wel behoorde te weten?
De uitkering De WW-uitkering plus de uitkering uit het plan mogen nooit meer bedragen dan het inkomen van vóór de onvrijwillige werkloosheid. Per claim geldt een maximum van 12 x het verzekerde maandbedrag en per polis wordt maximaal 36 x het verzekerde maandbedrag uitgekeerd. De valse noot bij deze uitkeringsperioden vormt de combinatie met een doorgeven beëindiging van de polis. Ontstaat er na de opzegging, maar voor de daarin aangegeven beëindigingsdatum een claim, dan zal TAF slechts uitkeren tot aan de door verzekerde aangegeven beëindigingsdatum. En dat is zuur als je altijd netjes premie hebt betaald. Het recht op uitkering vervalt ook wanneer de verzekerde voor meer dan zestien uur per week de werkzaamheden hervat. Wordt hij binnen drie maanden opnieuw volledig en onvrijwillig werkloos, dan wordt de uitkering voortgezet vanuit de oude claim, zolang de maximale uitkeringsduur van twaalf perioden voor deze claim nog niet is verstreken. Dit geldt niet als de claim rond de einddatum van de polis ontstaat. Dan zal de uitkering wel worden voortgezet. Maar voor een maximale termijn van twaalf maanden, gevolgd door het direct eindigen van de polis na de laatste uitkering.
30% kosten De kosten bij premierestitutie op basis van een gestorte koopsom bedraagt 30%. Alle gedane schade-uitkeringen worden op het restitutiebedrag in mindering gebracht, ook als de restitutie het gevolg is van overlijden of vervroegde pensionering. Bij maandbetaling is er nooit premierestitutie bij voortijdige beëindiging van de polis. Bij deze specifieke voorwaarde pakt een koopsom dus duur uit. Stel dat de verzekerde zes maanden na ingangsdatum overlijdt, dan is er geen uitkering en missen de nabestaanden 30% van de resterende koopsom.
WW niet gevolgd Nog een minpunt is dat TAF de in 2006 gewijzigde WW niet volgt. Bij de dekking van TAF is er bij wederzijds goedvinden geen uitkeringsrecht. Sinds oktober 2006 heeft de werknemer in die gevallen wel recht op WW. De werknemer doet er dan verstandig aan om te sturen op ontslag via de kantonrechter. Maar wie denkt daaraan? Hij denkt goed te zitten met zijn Werkloosheidsplan, maar het komt niet tot uitkering. Ook kun je met behoud van je WW-uitkering proberen een eigen bedrijf te starten, maar als zelfstandige stopt
dan wel direct de uitkering uit het Werkloosheidsplan. De regels bij TAF zijn dus minder ruim dan die van de WW.
Conclusie Aan het product kleven minpunten. Toch is het uitgangspunt van de polis is goed. TAF verdient minimaal een pluim en wat ons betreft bij een beetje meer aandacht voor de (beperkende) voor-
‘Bij wederzijds goedvinden biedt TAF geen uitkering. Sinds oktober 2006 heeft de werknemer in dat geval wel recht op WW’ waarden en de aansluiting met de huidige WW makkelijk een goed rapportcijfer. Maar, zover is het nog niet. Door de krapte op de arbeidsmarkt zijn mensen langer werkloos en zal een inkomensachteruitgang van 30% kunnen leiden tot financiële problemen. Met het TAF Werkloosheidsplan valt men pas na twaalf maanden terug in inkomen. Voordat het zover is, moet men wel een hele papierwinkel verzamelen om recht op een uitkering aan te tonen. De kleine lettertjes bevatten escapes die discutabel zijn. Van een product dat is ontwikkeld in een tijd dat het consumentenvertrouwen ver te zoeken is, zou je helderder en compactere voorwaarden verwachten. Aan duidelijkheid ontbreekt het niet in de gelikte brochure. De gemiddelde consument zal meer moeite hebben met het vertalen van de tien pagina’s voorwaarden. Ons advies is dan ook vooral: ken de kleine lettertjes. Door: Alex Klein
RappoRt plus: • Unieke dekking voor Nederland en daarmee innovatief
• Ruime uitkeringsduur • Claimbehoud bij nieuw ontslag Min: • 180-dagentermijn • Kosten bij restitutie op koopsom • Hoeveelheid beperkende of voor discussie vatbare voorwaarden
Rapportcijfer: 6
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
19
de r e p o rta g e
Woekerpensioen:
Waar blijft het geld? Media en politiek vallen over elkaar heen als het gaat om ‘woekerpensioenen’. Maar waar gaat het eigenlijk over? En hoe groot is het probleem nu echt? Net als bij de woeker polisaffaire, dreigt ook het woekerpensioen een beladen begrip te worden die de goede naam van de branche ernstig schade toebrengt.
I
n een poging om het begrip ‘woeker’ te objectiveren, is de Wabeke-norm geïntroduceerd. Contracten die qua kostenload boven de norm uitkomen die Ombudsman Wabeke met partijen is overeengekomen, krijgen het predicaat woekerpolis, in dit geval woekerpensioen. Algemeen wordt aangenomen dat er voor zo’n 700.000 werknemers een pensioen is gesloten op basis van beschikbare premie in combinatie met opbouw van het ouderdomspensioen in beleggingsfondsen. Met de Wabeke-norm als maatstaf mag echter niet voetstoots worden aangenomen dat er dus ook zo’n 700.000 woekerpensioenen zijn. Natuurlijk, elk woekerpensioen is er één te veel, maar een nadere analyse moet toch ook tot de conclusie leiden dat de maatschappelijke relevantie van de affaire in de media ernstig is overschat. Een kritiekloze rol voor de media en goedkoop politiek scoren van met name Pieter Omtzigt (CDA) en Mei Li Vos (PvdA) ontnemen een objectief zicht op de werkelijke reikwijdte van de woekerpensioenaffaire, waarbij niet verhuld mag worden dat er wel degelijk van laakbare zaken sprake is (geweest). Ging het bij woekerpensioenen tot eind vorig
20
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
jaar vooral nog over de hoge, verborgen kosten. Sinds begin dit jaar is daar een dimensie aan toegevoegd, namelijk de aard van de contracten die in de categorie beleggingspensioen vallen. Veel beleggingspensioenen zijn namelijk gesloten in de vorm van individuele of semicollectieve contracten. Elke nieuwe deelnemer in een individueel of een semicollectief contract wordt opgevoerd en geadministreerd als een nieuwe polis, inclusief afsluitkosten en afsluitprovisie daarover. Dit in tegenstelling tot collectieve contracten, waarbij een nieuwe deelnemer tegen veel lagere kosten in het collectief wordt opgenomen. Eenzelfde behandeling valt de individuele deelnemer aan een semicollectief of individueel contract ten deel als hij (bijvoorbeeld door uitdiensttreding) uit het semicollectief stapt. Alle nog niet terugverdiende kosten en provisies worden dan op de mee te nemen waarde in mindering gebracht. De overdrachtswaarde valt de argeloze werknemer bijna altijd tegen. Zeker als er ook sprake is
het begrip ‘woekerpensioen’ een ‘woekerpensioen’ is een (semi)collectief of individueel pensioencontract op basis van een beschikbaar premiesysteem waarbij het ouderdomspensioen op de pensioendatum wordt aangekocht van de tegenwaarde van een op individueel deelnemersniveau bijgehouden ‘beleggingsmandje’. het stempel ‘woeker’ is een relatief begrip en duidt erop dat er bij aanvang van het contract en gedurende de opbouwperiode dusdanige onttrekkingen (kosten, provisie, risicopremies) hebben plaatsgevonden dat de waardeopbouw in de fondsen en dus het ouderdomspensioen (veel) lager is dan de deelnemer aan de regeling verwacht.
van risicodekkingen waarvoor de premies ook in mindering gebracht zijn voordat daadwerkelijk belegd wordt. Als dan ook nog de vermogensbeheerder, als laatste in de rij van verzekeraar, adviseur en belegger, zijn kosten aan de fondswaarde onttrekt via een voor de deelnemer aan de pensioenregeling volstrekt intransparant en niet te verifiëren systeem, is de verdenking dat in de keten van producent tot consument wel heel erg veel aan de strijkstok blijft hangen, compleet en te begrijpen.
stichting van de Arbeid Achter de schermen zijn verzekeraars in overleg met werkgevers en werknemers in de Stichting van de Arbeid (STAR) over een compensatieregeling voor ‘oude’ woekerpensioenen waarvan de kostenload boven de Wabeke-norm uitkomt. Dat overleg duurt veel langer dan gepland, maar volgens het Verbond zijn er geen echte beletsels die een positief resultaat in het STAR-overleg in de weg staan. Kringen dichtbij het Verbond benadrukken dat een compensatieregeling in de maak is naar analogie van de woekerpolisaffaire. Een compensatie dus op einddatum (pensioendatum) en geen directe compensatie in de vorm van cash. De compensatie komt ten goede aan deelnemers en niet aan werkgevers. Naar verwachting zal de STAR er deze maand (maart) een ei over leggen.
wat doen adviseurs? Individueel en in georganiseerd verband voelen veel adviseurs zich verantwoordelijk en willen voorkomen dat er van een echte woekerpensioenaffaire sprake zal worden. Sommigen gaan zelfs zover dat zij als gevolg van de vele negatieve publiciteit geen DC-regelingen meer adviseren en al helemaal niet meer in combinatie met beleggen. Een stap overigens die eraan voorbijgaat dat voor veel werkgevers (in het mkb) een DC-regeling een prima oplossing is en zoals verderop blijkt voor werknemers geenszins een tweederangs pensioenoplossing betekent.
wat doen werkgevers? Hoe wij in het kader van deze reportage ook ons best hebben gedaan, een werkgever die Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
21
Maatregelen om ‘woekerpensioen’ te voorkomen • Géén unit linked fondsen. Deze zijn oncontroleerbaar. Er is geen toezicht op van toepassing. • Wél bancaire fondsen met een verplicht jaarverslag en accountantscontrole, toezicht DNB en publicatieplicht. Veel verzekeraars zijn inmiddels tot toepassing van deze bancaire fondsen overgestapt. • Maak kosten van het life cycle principe transparant.
• Breng premies van OVR verder omlaag of maak klip en klaar duidelijk dat dit niet zonder meer vanuit objectieve risicoprofielen en overlijdensstatistieken verantwoord is. • Het Pensioenregister maakt de ‘fit/ gap’ tussen aanwezig en gewenst pensioen inzichtelijk. • Voer een wettelijk verplichte minimum rendementsgarantie in. • Reken met reële en eenduidige
zich het slachtoffer voelt van een woekerpensioen, hebben wij niet te spreken kunnen krijgen. Noch via adviseurs die ons daarbij hebben willen helpen, noch via MKB Nederland van wie toch verwacht mag worden dat zij, behalve de belangen van werkgevers die zich slachtoffer voelen, ook die van hun lid Fidin in deze kwestie dienen. In dit kader is het daarom ook op zijn minst dubieus te noemen dat MKB Nederland in de media zijn afkeur over woekerpensioen van de daken schreeuwt maar ons niettemin laat weten “niet op de hoogte te zijn van concrete situaties waarin een woekerpensioenaffaire speelt” en ook “niet in dit stadium te willen reageren op of mee te werken aan een publicatie”. Dat Fidin zich daardoor in de kou voelt staan, lijkt ons evident.
Het probleem: de kostenstructuur Voor alle duidelijkheid: een premieovereenkomst met waardeopbouw in beleggingen is een volstrekt geëigende vorm voor pensioenopbouw die wereldwijd al decennialang geaccepteerd en gewaardeerd wordt. Belangrijk is in dit verband onder ogen te zien, dat de kosten die voor het langlevenrisico in rekening worden gebracht, bij de werknemer liggen en niet zoals in uitkeringsovereenkomsten bij de werkgever. Dat is een zakelijke overeenkomst waarmee niets mis is. De onzekerheid die daarmee gepaard gaat voor de werknemer over de hoogte van zijn pensioen heeft wellicht niet ieders voorkeur maar is an sich geen diskwalificatie voor het product, noch voor de werkgever die zo’n regeling treft. Wie na het lezen van het voorgaande de voorlopige conclusie trekt dat het met die woekerpensioenen allemaal wel meevalt, heeft maar gedeeltelijk gelijk. Het probleem is niet de juridische vorm van deze pensioencontracten (een premieovereenkomst met waardeopbouw in beleggingsfondsen). Ook de torenhoge provisies zijn niet het werkelijke issue waar het om gaat. Dat hoofdstuk is gesloten of wordt binnenkort gesloten omdat onder politieke en maatschappelijke druk andere beloningsmodellen de plaats van provisie in gaan ne22
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
rentepercentages in het herrekeningsmodel van pensioenkapitaal naar ouderdomsrente. • Geef garanties bij tussentijdse wijzigingen en uitdiensttredingen. • Voer een wettelijk verplichte transparantie van TER (Total Expense Ratio) in. • Haal vooraf kosten uit het verzekeraarstarief en bepaal separaat provisie en/of fee op basis van CAR.
men. Het werkelijke probleem is volgens veel pensioenprofessionals de kostenstructuur en vooral de hoogte van de kosten die verzekeraars in dit soort producten verwerken.
Kostentransparantie Onder hen Tim Hamoen uit Drachten. Hij is pensioenadviseur en financieel planner en komt steeds meer tot het besef dat verzekeraars tegen onnodig hoge kosten werken. Met zijn ervaring in de retailmarkt en zijn economische achtergrond fileert hij haarscherp de diverse kostensoorten van verzekeraars: “Onlangs liet een verzekeraar zich ontvallen dat een enkel bezoek van een accountmanager aan een tussenpersoon € 1600 kost. Onverantwoord hoog natuurlijk als je bedenkt dat dit soort marketingkosten, want dat zijn het toch, door de klant betaald moeten worden. Wij pleiten er als initiatiefnemers van de coöperatieve vereniging van pensioenadviseurs (een initiatief dat binnen de franchiseorganisatie Pensioendesk is geboren) dat accountmanagersbezoek tot een minimum beperkt wordt en dat dat ook terug te zien moet zijn in de prijs die verzekeraars onze klanten in rekening brengen.” Verder valt het Hamoen op dat aanbieders, zoals bv. Paerel en TAF, heel veel van het administratieve proces outsourcen en daardoor met lage kosten werken. “En het gekke is dat ze nog weinig fouten maken ook.” Verder kan volgens Hamoen bespaard worden door de levenscyclus van een product te verlengen, waardoor ontwikkelkosten over een langere periode uitgesmeerd kunnen worden. “Nog steeds maken verzekeraars producten waar de klant niet op zit te wachten.”
Berg vol geld Een andere verklaring voor de hoge kostenload van verzekeraars ligt volgens Hamoen in het feit dat verzekeraars bovenop een berg vol geld zitten en dat niet hard genoeg voor de klant laten werken. “We raken met z’n allen in rep en roer als de dekkingsgraad van pensioenfondsen onder de 105% komt. Verzekeraars moeten een solvabiliteit aanhouden die nog
hoger ligt. Een bank daarentegen hoeft slechts 10% van zijn verplichtingen in cash aan te houden. Mijn vraag is ‘Hoe rendeert al dat geld van die verzekeraars? Waar zijn de accelerator en de hedge gebleven? Doen ze wel hun best om die liggende gelden ook voor polishouders te laten renderen? Kan het niet wat meer zijn?’ Als dat niet verbetert, pleit ik voor een wettelijke, minimale rendementsgarantie voor polishouders, desnoods ten koste van aandeelhouders. Verzekeraars brengen naar mijn mening veel te hoge kosten in rekening voor het vermogensbeslag en de rentegarantie en kunnen niettegenstaande de wettelijk hoge solvabiliteitseisen hun vermogen veel beter laten renderen. Jammer genoeg hoor ik de politiek daar niet over.” De werkelijke situatie tekent zich daarmee helder af. De productie- en distributiekosten van verzekeraars voor hun pensioenproducten zijn in het algemeen te hoog. Dat verzekeraars zo duur zijn, valt hen overigens maar ten dele toe te rekenen. Ook wettelijke (solvabiliteits)regels eisen hun tol ten koste van het rendement voor de werknemer. Niettemin kunnen we wel de volgende conclusies trekken: • Verzekeraars en vermogensbeheerders (soms dezelfde, soms verschillende instellingen) brengen veel en hoge kosten in rekening die lang niet allemaal duidelijk zijn voor werkgevers en werknemers. • Risicopremies die aan de waarde van de beleggingen worden onttrokken voor overlijden en/of arbeidsongeschiktheid zijn vaak te hoog (zie ook De Stellingname over OVR-premies in Het VB nr. 02). • De verplichte solvabiliteitsratio’s voor dit soort producten leggen beslag op het vermogen van verzekeraars waarmee zij vrij kunnen beleggen. Het beslag is echter niet zo groot en zwaar dat er niet redelijkerwijs hogere rendementen en garanties verwacht mogen worden. Veel pensioenadviseurs zijn het in grote lijnen eens met hun collega Hamoen. Zij merken op dat adviseurs in de tijd dat beleggingspensioenen een hoge vlucht namen, geen goed alternatief voorhanden hadden. Voor (mkb-)werkgevers met weinig personeel sloten veel verzekeraars de weg naar een collectief pensioencontract op basis van salaris/diensttijd af. Alleen het beschikbarepremiesysteem bleef dus als alternatief over. Het gebrek aan garanties in zo’n regeling deed zich vooral gevoelig voor bij voortijdige beëindiging van het dienstverband, wanneer nog niet terugverdiende kosten en provisie op de overdrachtswaarde in mindering werden gebracht. Als dan ook nog allerlei risicopremies aan de opbouwwaarde voor het ouderdomspensioen werden onttrokken, bleef er weinig over. Soms zelfs niets. Het is wat goedkoop om dan alleen naar de provisie van de tussenpersoon te wijzen en niet de hand in eigen boezem te steken. Ook wijzen zij erop dat tot voor
kort de wetgever bepaalde dat er weliswaar tijdsevenredige kostentoerekening moest plaatsvinden, maar dat de realiteit was dat verzekeraars die tijdsevenredigheid niet in hun administratie konden achterhalen en veelal in hun voordeel toerekenden aan de overdrachtswaarde. Een aantijging die erin hakt, maar zeker niet ondenkbeeldig is, gelet op de zeer gebrekkige legacysystemen waar veel verzekeraars zich nog altijd van moeten bedienen.
‘Sommige adviseurs gaan zelfs zover dat zij door de vele negatieve publiciteit geen DC-regelingen meer adviseren’ Al het voorgaande in acht nemend, kunnen we tot slot vaststellen dat ‘beleggingspensioenen’ tot een woekerpensioenaffaire kunnen uitgroeien, omdat: 1. voor deelnemers onvoldoende duidelijk is dat er, in tegenstelling tot DB-regelingen, geen sprake is van een loongerelateerde gegarandeerde pensioenuitkering; 2. kosten niet alleen onvoldoende transparant gemaakt zijn, maar ook nog eens aan de (te) hoge kant zijn. Dit laatste geldt voor verzekeraars en vermogensbeheerders net zo goed als voor adviseurs. Al neemt dit niet weg dat adviseurs zich schuldig hebben gemaakt (en maken?) aan het opstrijken van te hoge provisies, waarbij het verschijnsel in semicollectieve contracten van steeds opnieuw afsluitprovisie incasseren in veruit de meeste gevallen in geen enkele verhouding stond tot de te verrichten werkzaamheden om een nieuwe deelnemer in het contract op te voeren. Door: Michiel Huisman lees meer op vbnet.nl/dossIers
InzIcht In kosten en provIsIe Op VBnet.nl/dossiers is in het dossier ‘Pensioenadvies voor de praktijk’ een schema opgenomen van de kostenstructuur van pensioenen op basis van premie- en uitkeringsovereenkomsten. Het schema geeft inzicht in alle voorkomende kostensoorten die verzekeraars in rekening brengen en laten zich aan de hand daarvan makkelijk onderling vergelijken. In de strijd tegen ‘woekerpensioenen’ en met het oog op transparant adviseren en zaken doen een handig hulpmiddel voor elke pensioenadviseur. Het schema maakt bovendien duidelijk waarom een premieovereenkomst per definitie goedkoper dient te zijn dan een uitkeringsovereenkomst. De beoogde effecten en de risico’s van beide systemen zijn daarmee feilloos in kaart te brengen en laten zich op objectieve basis met elkaar vergelijken.
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
23
Scherp advies vraagt om kennis van de details thuis n a a t r o o v g B je de richtin Ontvang V te input heb
elig et de juis ud waard. M arom nu een extra voord ingen o g is s e vi d a d ied b n m Goed a a e a e e ivers te pakken. N ijk voor de d K . B V daarvoor zo e w u t op Het nie l abonnemen ringsblad.n uweverzeke ie tn e .h w w op w
0 Scherpzinning Betekenisvol Helder
‘Zakelijk en duurzaam gaan heel goed samen’
NIEUW
Marc Kuperus
directievoorzitter MonFina
Praktisch onmisbaar Het Verzekeringsblad
VBnet.nl
VB Selectie
Verzekeringsbranchedag
d e co nfrontati e
‘Verbond wil verbod op provisie’ Dit was onlangs overal in de vak- en landelijke pers te lezen. Maar het position paper ‘De klant aan het stuur, ook in de relatie met het intermediair’ van het Verbond van Verzekeraars, de reden van alle ophef, sprak niet van een verbod op provisies. Wel van een wettelijk verankerd, alternatief beloningssysteem: CAR, voor álle verzekeringsproducten. Het Verbond voelde zich echter ook niet geroepen de naar de letter niet helemaal juiste mediaversie tegen te spreken.
H
et Verzekeringsblad vroeg Leo de Boer, directeur van het Verbond, om tekst en uit leg. Hij bevestigt desgevraagd dat het Verbond met zijn visiedocument geen verbod op provisies voorstelt maar een totaal andere beloningssyste matiek: “In CAR bestaat, naast een mogelijke ver goeding voor uitbesteed werk conform de Wft,
‘Is met CAR elke band tussen verzekeraar en intermediair doorgeknipt? Nee. Is dit toch een grote verandering? Ja’ ook nog de mogelijkheid de beloning voor de ad viseur via de verzekeraar te incasseren. De hoofd regel is daarbij wel dat het onafhankelijke inter mediair werkt voor en namens de consument. Is daarmee dus elke band tussen verzekeraar en intermediair doorgeknipt? Nee. Is dit desalniet temin een grote verandering? Ja, zowel voor consumenten, intermediairs als verzekeraars is dit een grote, maar in de ogen van het Verbond noodzakelijke stap op weg naar een toekomst bestendige distributie.”
einde provisiestelsel In de visie van het Verbond mag voor provisie dan een achterdeur op een kier blijven staan, maar het huidige provisiestelsel zal na meer dan een halve eeuw bewezen diensten toch tot een absoluut einde komen. Dat is sowieso onvermij delijk, omdat de publieke opinie door welke oor zaken ook nu eenmaal antipathieke gevoelens voor het fenomeen provisie heeft opgevat. De realiteit van dit moment is echter dat heel wat partijen – intermediairs én intermediairverzeke
raars – in het Verbondstandpunt nog een grote bedreiging voor het eigen voortbestaan zien en daar op punten best reden voor hebben.
Zorgen over standpunt Inmiddels hebben meerdere intermediairverze keraars dan ook hun zorgen over het Verbond standpunt geuit. De Noordhollandsche van 1816 bijvoorbeeld vindt dat CAR de markt nodeloos ingewikkeld maakt en de verhoudingen in het intermediaire kanaal op scherp zet.” En volgens allround verzekeraar De Goudse kunnen provi sies “voor sommige producten (bijvoorbeeld par ticulier schade) bijdragen aan de toegankelijk heid en betaalbaarheid van het advies.”
draagvlak position paper En deze twee intermediairverzekeraars zijn niet de enige met bedenkingen. Hoe breed wordt het position paper dan eigenlijk gedragen in de ach terban van het Verbond? “Het position paper is afgegeven door het Verbondsbestuur, na de ALV het hoogste besluitorgaan binnen de vereniging waarbinnen de meerderheid van de leden is ver tegenwoordigd”, aldus een woordvoerder. “Met het paper hebben wij nu een bijdrage gele verd aan de discussie die in de politiek gevoerd moet worden. Wij begrijpen het signaal van de veelal kleine, gespecialiseerde schadeverzeke raars echter ook wel. Juist daarom vinden we het belangrijk om heel goed af te wegen wat er gebeurt als we CAR gaan toepassen. Gaan men sen het intermediair dan misschien massaal mijden? Het is de vraag wat je daarmee wint. Daar moet dus heel zorgvuldig naar gekeken worden.” Door: Erwin Loer Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
25
verzekeren bankieren beleggen
www.deltalloyd.nl/onlinemasterclass
Pensioenprofessionals die met Online Tools veel tijd willen besparen klikken hier:
de wa nd e li n g
Een wandeling met
Jan Wolter Wabeke
Ombudsman Financiële Dienstverlening Ja, hij gaat met plezier in op onze uitnodiging om te wandelen. Hij heeft ook een suggestie: “Laten we een juridische stadswandeling door Den Haag maken, weer eens wat anders...” En zo trekken wij met de uitgebreide route beschrijving in de hand door internationaal Den Haag, en praten we over het heden en de toekomst van de financiële dienstverlening, over pionieren en over kunst en cultuur.
W
at heb jij met Den Haag? Jan Wolter Wabeke wijst direct naar het Gerechtshof, rechts van het Centraal Station, waar onze wandeling begint. “Kijk, daar was ik vanaf 1992, naast mijn functie als kantonrechter, advocaat-generaal. Ik ken heel wat ‘juridische plaatsen’ hier in Den Haag, dus we kunnen een fikse wandeling maken.” Dat hij geen gelegenheid heeft gehad om zich om te kleden deert hem niet. “Welnee, ik loop heerlijk op deze schoenen…” Terwijl hij zijn loopbaan in een notendop vertelt, ontpopt Jan Wolter Wabeke zich tot een goed onderlegde reisleider. Op de hoek van de Kneuterdijk: “Kijk, hier zit de Raad voor de Rechtspraak, waar mijn voormalig studiegenoot Van de Emster als voorzitter actief is. Samen zaten wij ooit in de Coornhert Liga, een vereniging ten behoeve
jan wolter wabeke Jan Wolter Wabeke (1948) studeerde Rechten in Utrecht. Van 1986 tot 1988 was hij landelijk officier van justitie in Utrecht. Vervolgens werd hij kantonrechter en vanaf 1992 tevens advocaat-generaal aan het Gerechtshof in Den Haag. Van 1994 tot 2001 was hij hoofdofficier van het arrondissement Breda. In 2001 werd hij Landelijke Ombudsman Verzekeringen. Sinds 1 april 2007 is hij Ombudsman Financiële Dienstverlening bij Kifid. De heer Wabeke is gehuwd met designer en fotograaf Jan Swinkels en woont in Brabant.
28
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
van strafrechthervorming, héél rebels natuurlijk, kort na 1968. Een van de vele gewaardeerde collega’s met wie ik in de afgelopen 30 jaar in steeds wisselende rollen samenwerkte.”
netwerk Hij heeft een divers netwerk, zowel in de wereld van de financiële markten, de rechtspraak als in het maatschappelijke en artistieke veld. “Zeker. Mijn man Jan (Swinkels) is designer/fotograaf en doet veel in de kunstwereld. En ik heb in de loop der jaren tal van maatschappelijke nevenfuncties vervuld die ook weer een bepaald netwerk met zich mee brengen. Ik ben recent lid geworden van de Raad van Toezicht van het Catharina Ziekenhuis. Sinds kort ben ik voorzitter van de academieraad van de Design Academy in Eindhoven. Wij houden erg van kunst en cultuur en vullen onze vrije tijd daar ook mee. Wij vinden het heerlijk om opera’s te bezoeken. We hebben abonnementen in Amsterdam, Antwerpen en Brussel. En we geven in ons huis in Best regelmatig diners, concerten of theatervoorstellingen. Voor een gemengd gezelschap.”
Missie Hij heeft veel gedaan in zijn leven. Wat is de rode draad? “Ik denk dat ik wel een pionier ben, soms op de barricade, meestal ook bruggen bouwen.” We staan voor het Vredespaleis. “Tja, een beetje een onheus bruggetje, maar ook hier worden ogenschijnlijk tegenstrijdige belangen bij elkaar gebracht. Dat is wel een van mijn missies.” Hij was initiatiefnemer en ontwerper van de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor partners van gelijk geslacht. “Het heeft al met al dertien jaar geduurd voordat dat mogelijk was. Ongelooflijk. Maar… het is gelukt. En ik heb er zelf gebruik van gemaakt.” Trots is hij op zijn Légion d’honneur, de hoogste Franse onderscheiding die bij uitzondering ook aan buitenlanders kan worden uitgereikt. “Ik was hoofdofficier van het arrondissement Breda toen we het Hazeldonk-akkoord sloten, een belangrijk akkoord tussen Nederland en Frankrijk op het gebied van het tegengaan van drugstoerisme. Ik kreeg van de Fransen de onderscheiding vanwege dit akkoord en vanwege
mijn voorvechtersrol voor de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor partners van gelijk geslacht, dat zoals zij zeiden ook internationaal maatschappelijk effect had.”
Resultaten Dit najaar zal hij zijn functie als Ombudsman Financiële Dienstverlening neerleggen. Tevreden over wat hij heeft bereikt? Nadenkend: “Ik ben blij dat we erin zijn geslaagd om één klachten instituut voor de consument in de financiële dienstverlening te creëren, dat nu ook een wette lijke basis heeft, het Kifid. En dat ik regelmatig met succes kon bijdragen aan het kanaliseren van de ontstane onvrede en aan het nadenken over oplossingen.” Hij krijgt veel kritiek over zich heen, van inter mediairvereniging Adfiz, van financiële dienst verleners, de Consumentenbond. Wat doet hem dat? “Natuurlijk denk je daarover na. Ik kreeg veel kritiek over hetgeen ik had gezegd bij de commissieDe Wit. Maar ja, als ik dáár geen ant woord had kunnen geven op hun vragen, wat zou die commissie dan voor zin hebben gehad. Dus ach ja, ik peins daarover maar ik kan toch niet anders.” Hij heeft een drukke baan, is inmiddels 61 jaar oud, een druk leven. Is er ruimte voor ‘rust’? “Tja, we hebben een druk en leuk leven, maar ik kan zeker voldoende ontspannen. We genieten van de culturele avonden, maar zo nu en dan hebben we een ‘leeg’ weekend. Dan rommel ik
De Wandeling is een rubriek waarin Monique de Vos in de buitenlucht een verfrissende ontmoeting heeft met smaakmakers uit de financiële dienstverlening, om zo meer te weten te komen over ‘de vent achter de tent’. Monique de Vos is directeur van Chasse Executive Search in Den Haag.
wat in de tuin, ik lees een boek bij de open haard. En ik strijk de overhemden. Ook goed om het hoofd leeg te maken. Verder leef ik redelijk gedisciplineerd. Ik sta om half zeven op, en pro beer er wel voor half twaalf in te liggen. Maak je geen zorgen, ik drink een goed glas wijn en kan erg genieten van de maaltijden die Jan, die een uitstekend kok is, mij voorzet.”
Mandje Is zijn loopbaan gelopen zoals hij had verwacht? “Ik had niet bedacht toen ik achttien was dat mijn loopbaan zo zou lopen zoals deze is gelo pen, maar achteraf verbaast het me niet.” En straks? “Tja, er komt natuurlijk nu al veel op mij af. Ik verwacht dat ik enkele dagen per week als Raadsheer/Rechter hier bij het Gerechtshof zal gaan werken. En verder wil ik graag een ‘mand je’ van uiteenlopende activiteiten samenstellen. Maar eerst vakantie dit najaar naar China. Wij zijn Aziëliefhebbers, dus maken om het jaar een reis naar Indonesië of naar een ander ver land. En in ons ‘vaste’ programma zitten New York, Londen en Parijs.” Na een korte tussenstop voor een drankje zijn we inmiddels, als afronding van onze juridische wandeling, het Oorlogstribunaal voor Joegoslavië gepasseerd en stappen we na een interessante wandeling in de tram die ons weer naar ons beginpunt leidt. Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
29
www.onderlinge.info
Financiële risico’s. Je kunt ze bijsluiten. Je kunt ze ook uitsluiten. De Onderlinge ’s-Gravenhage dekt als levensverzekeringmaatschappij zoveel mogelijk álle financiële risico’s af die mensen zelf niet kunnen of willen dragen. Daarom bieden wij geen beleggingsproducten aan, maar uitsluitend traditionele levensverzekeringen met een gegarandeerd kapitaal. Onze ‘deelnemers’ delen ook nog eens voor 95% mee in de te verdelen winst.
gadgets
Gadgets schenk eens een Haags bakkie Het zal niet precies de gedachte zijn geweest van de ontwerpers uit de Oekraïne, maar hun Smile Cup in vier vrolijke kleuren is een stijlvol alternatief voor het bekende Haags bakkie. U weet wel een kopje koffie dat slechts tot de helft gevuld is. The Smile Cup is een halve, volle bak waarbij ook aan
het Hollandse één-koekje-beleid wordt voldaan. Naast het halve kopje past op het schoteltje nog precies één koekje. Als u de klant dit kopje voorschotelt, bent u verzekerd van een reactie. En dat breekt dan weer mooi het ijs voor een goed adviesgesprek. www.psyho.ua
een koele videomemo Een videoboodschap als memo achterlaten, dat kan met de digitale videomemo van ThumbsUp! Het apparaatje is ontworpen als koelkastmagneet en heeft een ingebouwde camera, luidspreker en een LED-scherm van 1,4 inch. En dat alles in een apparaatje van 6,5 cm x 6,5 cm x 2 cm. Er kan slechts één videoboodschap van maximaal dertig seconden ingesproken worden. Een nieuwe boodschap overschrijft het eerder ingesproken bericht. Met slechts een power-, play- en recordknop is het apparaat door iedereen te gebruiken. Opladen gaat via de meegeleverde USB-kabel. www.thumbsupuk.com
Flash drive met aes-beveiliging De nieuwste JetFlash 620 usb-stick van Transcend heeft een ingebouwde 256-bit AES-beveiliging. Met de software kunnen meerdere beveiligde zones met verschillende wachtwoorden op de stick worden gecreëerd. De JetFlash620 is verkrijgbaar in 8GB, 16GB en 32GB. Het bevat NAND Flash-geheugen-
chips en wordt geleverd met een levenslange garantie. Via de gratis JetFlash Elite software kan de flashdrive ook als inlogsleutel voor websites worden gebruikt. Met de meegeleverde mobiele e-mailfunctie kan de gebruiker vanaf elke computer zijn e-mail controleren. www.transcend.nl
en een cola voor mijn mobieltje De jonge Chinese ontwerper Daizi Zheng kreeg van Nokia de opdracht om een milieuvriendelijk mobieltje te ontwikkelen. Het prototype is inmiddels wereldnieuws geworden. Het mobieltje van Zheng bestaat uit een normaal frontje en een reservoir dat gevuld wordt met frisdrank. Suikers vormen namelijk de energiebron van de ingebouwde biobatterij, die volgens de ontwerper drie tot vier keer langer meegaat dan een normale (niet-milieuvriendelijke) accu. Zodra de spanning afneemt, wordt de suikerloze vloeistof vervangen door verse frisdrank en kan er weer uren worden gebeld. Nokia heeft de Bio-foon (nog) niet in productie genomen. www.daizizheng.com
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
31
De Boekenplank Werkvermogen
Eindred. Duco Molenaar
De uitgave ‘Werkvermogen – Verantwoord werken aan duurzame inzetbaarheid’ is een initiatief van onderzoeksbureau PreventNed. Over het hoe en waarom van beleid op het gebied van werkvermogen en de kansen voor intermediairs ging ook de reportage ‘Met WAI minder WIA’ in Het VB nr. 02. Dit boek vormt een aardige aanvulling op dat artikel, voor wie zich nader in deze materie wil verdiepen.
geen zorgplaats worden, waarin het personeel wordt verzorgd en vertroeteld: “Een ondernemer is geen zorgverlener, hij moet winst maken en dus eisen aan zijn werknemers stellen. En dus moet hij zorgen voor werknemers die maximaal productief en inzetbaar zijn en minimale gezondheidsrisico’s lopen.” Hoe je aan dat streven invulling kunt geven, daarover gaat deze praktijkgerichte bundel van PreventNed, waaraan auteurs vanuit verschillende posities in het werkveld een bijdrage hebben geleverd.
Volgens PreventNed moet een optimaal werkvermogen van het individu, het team of de gehele organisatie worden bewaakt om concurrerend te kunnen blijven. Maar een bedrijf moet volgens inleider Hans Kamps (ABU en SER)
Banksparen
160 pag. | Gelling Publishing/PreventNed | ISBN 9789078440093
Ruben Stam Dit boek verschaft inzicht in de regelingen: bancaire lijfrentevoorzieningen, de spaarrekening eigen woning (SEW) en het beleggingsrecht eigen woning (BEW). Om de verschillen tussen de bancaire en de verzekerde producten duidelijk te maken, zijn deze nieuwe regelingen steeds vergeleken met de regeling voor lijfrenteverzekeringen en die van de KEW. In deze geheel herziene derde druk zijn de ontwikkelingen op het gebied van bancair goudenhanddrukstamrecht en begrafenisrekening nieuw opgenomen. 142 pag. | Kluwer | ISBN 9789013072426
HET BOEK VAN Frank Hoffmans, vennoot Klap
The Day Time Was Hacked Geen tijd voor veel boeken met al die vak literatuur die wekelijks bijgehouden moet worden, maar heel toevallig heeft een vriend van mij onlangs een echte thriller geschre ven in het genre van de Da Vinci Code van Dan Brown. Carel Mackenbach is een Nederlander die zijn boek in het Engels schreef. Hij kreeg toegang tot geheime archieven van het Vaticaan, the United States Naval Observatory, The US Naval Network Naval Command en schreef dan ook een echt ‘hersenkrakend’ moeilijk, intrigerend en zelfs leerzaam sciencefictionverhaal waarin geschiedenis,
32
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
Carel Mackenbach
wetenschap en sciencefiction samenkomen. In het verhaal worden een wetenschapper en een jongeman gekidnapt door Chinese tijdreizigers uit 2315. Op basis van een voetnoot bij een wetenschappelijk artikel over de mogelijke genezing van de ziekte van Alzheimer door hersengolven in de tijd te laten reizen, menen deze tijdsreizigers cruciale informatie te kunnen bemachtigen. Het verhaal speelt zich steeds wisselend af in heden, verleden en toekomst, die door de tijdsreizen weer beïnvloed worden. Uiteindelijk kun je het niet meer weg leggen en moet het uitgelezen worden!
488 pag. | Booksurge Llc | ISBN 9781439227855
D e B O ekeNplANk
Animal Firm
Marco Schreurs – Simon van der Veer
‘Haal het beste dierengedrag in uzelf en uw team naar boven!’ Ooit uzelf en uw collega’s met verschillende soorten in de dierenwereld en hun gedrag vergeleken? Zo niet, dan moet u dat zeker eens doen. Leuk spelletje, maar ‘Animal Firm’ laat zien dat de vergelijking verder gaat dan een spelletje met oppervlakkige gelijkenissen.
Dierenwereld en samenwerken Dit boek laat zien hoe gedrag uit de dierenwereld kan worden ingezet om een high performance organisatie te creëren. Kijk naar de dieren en leer slimmer samenwerken om beter te presteren. Voor professionals, teamleiders, afdelingsmanagers en iedereen die de prestaties op het werk wil verbeteren. 100 pag. | Van Duuren Management | ISBN 978089650450
Businessmodellen
Dirk Houtgraaf – Marleen Dekkers
Wie zich niet voorbereidt op mogelijke koerswijzigingen, wordt vandaag of morgen geconfronteerd met concurrenten die dat wel doen. Je kunt dus maar beter proactief verkennen wat de mogelijkheden zijn binnen je eigen businessmodel. Vanuit die overtuiging hebben (gedrags)bio loog Dirk Houtgraaf en bedrijfseconoom/ marketingspecialist Marleen Bekkers het boek ‘Businessmodellen – Focus en samen hang in organisaties’ geschreven. Dit boek biedt een concreet model, dat dwars door alle sectoren en door alle soorten organi saties kan worden toegepast. Het helpt het
eigen, bestaande businessmodel aan te scherpen of te vernieuwen en maakt inzichte lijk welke mogelijke consequenties deze aan passingen elders in de organisatie hebben.
Waardevol en vrij abstract ‘Businessmodellen’ is niet zonder meer praktisch. Het kan heel waardevol zijn en inzicht geven in het eigen bedrijfsmodel en de mogelijke verbeterpunten daarin. Maar het is stevige kost, dat door de focus op ‘alle organisaties in alle sectoren’ toch op een vrij abstract niveau blijft. 172 pag. | Van Duuren Management | ISBN 9789089650207
Den Haag – Stad van vrede, recht en veiligheid Mr. Jan Wolter Wabeke wandelde met Monique de Vos (zie pag. 28 van dit VB) door Den Haag. Dat deden zij aan de hand van het boekje ‘Den Haag – Stad van vrede, recht en veiligheid – juridische rondwandelingen door internationaal Den Haag’. Wabeke en De Vos liepen Route 1 uit dit door de gemeente Den Haag uitgegeven boekje, voorzien van een voorwoord door burgemeester Wim Deetman. Een aan rader voor wie van een stevige wandeling houdt en daarbij ook juridischcultureel iets wil opsteken. 56 pag. | Gemeente Den Haag | https://dfs.denhaag.nl/smartsite71068.dws
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
33
ma r k to nd e r z o e k
Kunt u mij vertellen waar u over vijf jaar werkt? Verwacht u uw hele leven bij uw huidige partner te blijven? Dit zijn vragen waar u niet altijd even gemakkelijk een antwoord op kunt geven. Veranderingen vinden voortdurend plaats en ondanks alle middelen die we tot onze beschikking hebben, valt de toekomst nog steeds niet te voorspellen. Hetzelfde geldt voor toekomstige ontwikkelingen binnen de financiële sector. Het is moeilijk in te schatten hoe de sector er over tien jaar uitziet. Door: Michel van der List, Eric Landwaart, Marcel Cools, GfK Panelservices Benelux B.V.
Internet wint
van i ntermediair
bij jongeren
O
m toch enig inzicht in toekomstige ontwikkelingen te krijgen, kan er worden gekeken naar het gedrag en de keuzes die jongeren maken. Deze doelgroep is een belangrijke voorspeller voor toekomstige ontwikkelingen. De jongeren van vandaag zijn immers de klanten van de toekomst. Om meer inzicht te krijgen in de manier waarop jongeren omgaan met financiële zaken heeft GfK ruim 500 jongeren in de leeftijd van 15 tot 30 jaar ondervraagd over dit onderwerp. Onderwerpen die aan de orde komen:
34
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
• het bezit van verzekeringen; • het favoriete distributiekanaal; • en het medium dat zij bij voorkeur gebruiken om een financieel product af te sluiten. Doen jongeren dit massaal via internet? Of speelt de persoonlijke adviseur een rol van betekenis?
Hoge penetratiegraad Nederland staat bekend als een verzekeringsland. Dit zien we ook terug in het aantal verzekeringen dat jongeren bezitten. Uit figuur 1 blijkt
dat jongeren het vaakst in bezit zijn van een brand- of inboedelverzekering (17%), gevolgd door een doorlopende reisverzekering (16%) en een aansprakelijkheidsverzekering (14%).
Figuur 1. Welke verzekeringen hebben jongeren afgesloten? Brand- of Inboedel
17%
Doorlopende reis
16%
Aansprakelijkheid
Bij jongeren zien we duidelijke verschillen tussen mannen en vrouwen terug en dan met name bij rechtsbijstandsverzekeringen en brand- of inboedelverzekeringen. De penetratiegraad van rechtsbijstandsverzekeringen onder jonge vrouwen is 11%, terwijl dit percentage bij mannen slechts 6% is. Voor brand- of inboedelverzekeringen is dit respectievelijk 22% (vrouw) en 14% (man).
Jongeren weinig vertrouwen in intermediair Op basis van resultaten uit eerdere onderzoeken van GfK blijkt dat de afgelopen jaren steeds meer gebruik wordt gemaakt van het rechtstreekse kanaal voor het afsluiten van verzekeringen. Dit gaat ten koste van het aandeel van zowel het intermediair als het bankkanaal. Zet deze trend zich in de toekomst voort of vindt er een kentering plaats? Om hierin meer inzicht te krijgen, is aan jongeren gevraagd via welk kanaal zij wel eens een verzekering hebben afgesloten. Deze resultaten staan in figuur 2 (pag. 35) weergegeven en deze zijn vergeleken met de algemene marktcijfers van het kanaal van afsluiten voor schadeverzekeringen in 2009.
14%
Autoverzekering
12%
Uitvaart
12%
Ongevallen
8%
Woonhuis- of Opstal
8%
Rechtsbijstand
8%
Fiets
6%
Motor- of Scooter Anders
6% 4%
deld een verzekering af via het bankkanaal (24% versus 21%). Het aandeel intermediair is echter kleiner dan gemiddeld (19% versus 24%).
Directe kanaal Zoals eerder aangegeven, geniet het directe kanaal onder jongeren de voorkeur en de verwachting is dat het aandeel van dit kanaal nog verder gaat stijgen. Eén op de vier jongeren die gebruik heeft gemaakt van dit kanaal verwacht namelijk in de toekomst nog (veel) meer gebruik te gaan maken van dit kanaal. Vergeleken bij het directe
‘Het bankkanaal heeft bij jongeren een positief imago’ Bijna één op de vier jongeren tot 30 jaar (23%) geeft aan zelf nog nooit een verzekering te hebben afgesloten. Van degenen die wel eens een verzekering hebben afgesloten, hebben de meeste wel eens gebruikgemaakt van het rechtstreekse kanaal (39%). Het bankkanaal en het intermediair volgen met respectievelijk 24% en 19%. De populariteit van het directe kanaal bij jongeren komt overeen met het algemene beeld dat we momenteel in de markt zien. Verschillen zijn er echter ook. Jongeren sluiten vaker dan gemid-
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
35
Figuur 2. Via welke distributiekanalen wordt afgesloten?
afsluiten van een verzekering. Een groot deel van de jongeren (41%) heeft gebruikgemaakt van een adviseur en ruim één op de vier jongeren (28%) heeft wel eens telefonisch een verzekering afgesloten.
Via welke distributiekanalen? 47%
Rechtstreeks bij de verzekeraar 39% 21%
De bank
24% 24%
Een intermediair / assurantietussenpersoon
Anders / Weet ik niet
19% Jongeren
8%
Algemene marktcijfers 18%
kanaal blijven deze percentages voor bank en tussenpersoon achter met respectievelijk 18% en 15%. Vertrouwen en verzekeringen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en dat geldt ook voor het kanaal dat wordt gekozen voor het afsluiten van een verzekering. Het bankkanaal heeft bij jongeren een positief imago; drie op de vier geeft aan het bankkanaal (zeer) betrouwbaar te vinden. Ook het rechtstreekse kanaal wordt door ruim twee derde (68%) van de jongeren als (zeer) betrouwbaar bestempeld. De tussenpersoon heeft echter te maken met een imagoprobleem. Minder dan de helft (45%) vindt een tussenpersoon betrouwbaar en één op de tien geeft zelfs aan een tussenpersoon (helemaal) niet betrouwbaar te vinden.
Afsluiten via internet is de toekomst Schadeverzekeringen worden in de meeste gevallen persoonlijk, via bijvoorbeeld een adviseur, afgesloten. In de afgelopen jaren is het aandeel van de verzekeringen dat via internet is afgesloten echter gestaag gegroeid. Deze groei is veelal ten koste gegaan van de adviseur. In figuur 3 staat weergegeven wat voor jongeren het favoriete medium van afsluiten is. Internet blijkt het medium te zijn dat door de meeste jongeren (46%) wordt gebruikt voor het
Van de jongeren die een verzekering bij een adviseur hebben afgesloten, valt op dat de waardering hiervan niet eenduidig is. Enerzijds is er een groep jongeren die dit medium positief waardeert en daardoor verwacht in de toekomst (veel) meer verzekeringen via de adviseur af te sluiten (22%). Anderzijds is er ook een substantiele groep die juist aangeeft (veel) minder verzekeringen op deze wijze af te gaan sluiten (14%). De jongeren die internet gebruiken, zijn aanmerkelijk positiever. Vier op de tien geeft aan in de toekomst (veel) meer verzekeringen via internet af te sluiten en slechts 4% verwacht er (veel) minder gebruik van te gaan maken.
‘Zichtbaarheid van het intermediair op internet is belangrijk speerpunt bij het ‘lokken’ van jongeren’ Door met name ouderen wordt het afsluiten van verzekeringen via internet nogal eens ervaren als onbetrouwbaar. Jongeren hebben hier beduidend minder last van; ruim één op de drie (37%) geeft aan internet een (zeer) betrouwbaar medium te vinden en slechts 16% vindt het (zeer) onbetrouwbaar. Er is echter nog hoop voor de adviseur. Het meest betrouwbare medium voor het afsluiten van verzekeringen is volgens jongeren het persoonlijk afsluiten van een verzekering. Driekwart geeft aan dit een (zeer) betrouwbaar medium te vinden.
Trend Figuur 3. Via welke mediumtypen sluiten jongeren af?
46%
Internet
41%
Persoonlijk (via een adviseur)
28%
Telefonisch
Post
Anders / Weet ik niet
36
15%
21%
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
In met name de schademarkt is de afgelopen jaren een trend waarneembaar dat verzekeringen steeds minder vaak via het intermediaire kanaal worden afgesloten en dat dit verlies ten goede komt aan het directe kanaal. Daarnaast vormt internet als medium van afsluiten een serieuze bedreiging voor het afsluiten via een adviseur. De manier waarop jongeren hun verzekeringen momenteel afsluiten, lijkt deze ontwikkelingen verder te stimuleren. Zichtbaarheid van het intermediair op internet is een belangrijk speerpunt bij het ‘lokken’ van jongeren aan tafel bij de adviseur.
m et nam e
Met name
een maanDeLiJKSe SeLeCtie uit De PeRSoneeLSmutatieS oP VBnet.nL
nieuwe rol Walta bij De Goudse
adjunct voor troostwijk expertises
Bernardo Walta is aangesteld als directeur Speciale Distributie bij De Goudse. Tot zijn aandachtsgebieden behoren: National Accounts, Volmachten en Branches & Koepels. Walta volgt in deze functie Geert Bouwmeester op, die zich nu volledig kan concentreren op zijn taken als vicevoorzitter van De Goudse. Walta was tot op heden directeur Volmachten.
Wilco van Schijndel is benoemd tot adjunct-directeur bij Troostwijk Expertises. Voor hem betekent dit, dat hij zich naast zijn werk als bedrijfsschade-expert ook gaat richten op de financiële en administratieve organisatie. Samen met directeur Steven Leffelaar zal hij verder inhoud geven aan de groei van Troostwijk Expertises. Van Schijndel werkt sinds 1997 als bedrijfsschade-expert.
Benoemingen euler Hermes ed Goos is benoemd tot Chief Financial Officer bij Euler Hermes Kredietverzekering. Hij is de afgelopen twee jaar adjunct-directeur geweest bij Interpolis Kredietverzekeringen. Goos volgt in deze functie antoine George op, die is benoemd tot Chief Administration Officer binnen de Euler Hermes Groep. Johan Geeroms start als Regional Risk manager bij Euler Hermes World Agency in de Benelux.
RvC-wijzigingen Delta Lloyd Groep De Raad van Commissarissen van Delta Lloyd Groep heeft drie nieuwe commissarissen voorgedragen. Het gaat om prof. dr. Fieke van der Lecq (buitengewoon hoogleraar Pensioenmarkten aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam), drs. ing. Peter Hartman (president-directeur van KLM) en Patrick Regan (Chief Financial Officer Aviva). De nieuwe benoemingen zijn o.a. het gevolg van het aftreden van Philip Scott en marcel Smits. Scott treedt terug vanwege zijn vertrek als CFO van Aviva en Smits vanwege zijn werkzaamheden als CFO bij Sara Lee Corporation.
Glas verlaat Zwitserleven Pieter Glas gaat 1 april a.s. met vervroegd pensioen. Hij is 35 jaar actief geweest in de verzekeringsbranche. Glas was 17 jaar lang algemeen directeur van Nieuwe Hollandse Lloyd Verzekeringsgroep (NHL). Na de overname door Reaal Verzekeringen nam hij de taak op zich om vorm en inhoud geven aan het pensioenbedrijf van Reaal. En sinds 2009 is hij directeur Customer Services bij Zwitserleven. Daarnaast is hij o.a. bestuurslid van de sector Zorgverzekeringen van Het Verbond van Verzekeraars. Na zijn pensionering houdt Glas een aantal functies aan.
De Smet voorzitter assuralia Bart de Smet, CEO van Fortis, is gekozen tot voorzitter van Assuralia voor een termijn van twee jaar. Assuralia is de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen. De Smet is sinds 1 juli 2009 CEO van Fortis. Daarvoor was hij o.a. CEO van AG Insurance.
Directieteam nationale-nederlanden Nationale-Nederlanden heeft een nieuw directieteam aangesteld onder leiding van Lard Friese (CEO). Dit heeft alles te maken met de vorming van een nieuw verzekeringsbedrijf van ING in Nederland. De verzekeringsonderdelen van RVS, ING Verzekeren Retail en Nationale-Nederlanden worden begin 2011 gebundeld tot een organisatie. Nieuwe namen in de directie van NN zijn: Heleen de Heer, Ger Vrancken, Francis Ruijgt, nanne Bos en Jelle van der Giessen. De verantwoordelijkheden binnen de directie van NN zijn nu als volgt verdeeld: Lard Friese (CEO), erik muetstege (directeur NN Particulieren), adriaan Frijters (directeur NN Zakelijk), David Knibbe (directeur NN Corporate Clients), Heleen de Heer (directeur ING Assurantiekantoren Nederland), Ger Vrancken (Chief Financial Officer), Francis Ruijgt (Chief Risk Officer), tjeerd Bosklopper (Chief Information & Transformation Officer), Jan Willem van der Wal (directeur Human Resources & Talentmanagement), nanne Bos (directeur Merk- & Reputatiemanagement) en Jelle van der Giessen (directeur Portfoliomanagement).
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
37
Niet naar Nederland tegen Denemarken, maar naar Nationale Nederlanden tegen InShared! De financiële wereld is veranderd. Netwerken tijdens het WK in Zuid-Afrika is uit. Met uw beste relaties naar de uitreiking van de Gouden Schilden is in. U ziet dan 15 spannende wedstrijden op 1 avond!
Met uw relaties op de eerste rij?
Dat kan! Op donderdag 10 juni 2010 in Studio 21 in Hilversum. Best practices die u energie geven. Waardevolle contacten tijdens de avond. De mening van de Nederlandse consument centraal.
Een tafel reserveren?
Neem contact op met Laura Lustig van Kluwer (0570) 64 89 12 of met Joan Kols van For All Finance (06) 536 10 824. Zij informeren u graag over de sponsormogelijkheden.
www.verzekeringsawards.nl
De Nederlandse Verzekeringsawards zijn een initiatief van Kluwer en For All Finance.
PRODUCTEN
Producten Weerverzekering voor boeren Boeren kunnen zich nu tegen alle weerrisico’s voor alle teelten verzekeren. Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft vier verzekeraars goedkeuring gegeven om een brede weersverzekering aan landbouwondernemers aan te bieden. Verburg geeft agrariërs in 2010 en in 2011 tot 65% subsidie op de premie voor een brede weersverzekering. De vier verzekeraars zijn AgriVer B.A., Onderlinge Weerschade Verzekering
U.A., Vereinigte Hagel en Onderlinge Fruittelers Hagelverzekeringsmaatschappij OFH U.A. Tot 31 december 2009 hadden de verzekeraars de gelegenheid om een
polis ter goedkeuring aan de minister voor te leggen. De premiesubsidie op risicoverzekeringen is mogelijk met behulp van artikel 68 van het health check-besluit van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Met het beschikbaar komen van deze verzekeringen biedt de overheid boeren niet langer een vergoeding bij schade als gevolg van het weer.
Auto op Maat Bedrijvenpakket Aegon heeft een Auto op Maat Bedrijvenpakket gelanceerd. Hier vallen niet alleen motorrijwielen, personen- en bestelauto’s onder, maar ook kleinere vrachtauto’s (t/m 16 ton) en heftrucks. Ook de eigen zakelijk gebruikte auto van de ondernemer kan in het pakket worden verzekerd. De voorwaarden voor motorrijwielen, personen- en bestelauto’s in het pakket Auto op Maat Bedrijvenpakket zijn die van het particuliere product Aegon Auto op
Maat. Zo kan er bijvoorbeeld gekozen worden uit een voordeel- of vrijheidvariant, afhankelijk van de wensen van de klant.
Via intermediairportal Voor het Auto op Maat Bedrijvenpakket kan het intermediair, net als bij het vorig jaar geïntroduceerde Zakenpakket, via de intermediairportal van Aegon de premie berekenen, een offerte maken en een polis aanvragen.
GarantieKapitaal in i-Pensioen Het i-Pensioen van Zwitserleven is uitgebreid met de variant Beschikbare Premie GarantieKapitaal. Het betreft een premieovereenkomst die op de pensioendatum een gega-
randeerd kapitaal uitkeert. De uitbreiding is mogelijk vanaf één werknemer met een gemiddelde jaarpremie vanaf € 750. Het garantiekapitaal bij leven op de pensioendatum wordt verhoogd met de Zwitserleven-winstdeling. De be-
schikbare premie wordt afgeleid van staffel 2. De premie voor het meeverzekerde partner- en wezenpensioen komt hier nog bij. Ook kan een nabestaandenoverbruggings- of arbeidsongeschiktheidspensioen worden meeverzekerd.
Nassau verhoogt bouwsom Online CAR-polis Nassau verzekeringen verhoogt de maximale bouwsom binnen haar, uitsluitend via het extranet, af te sluiten CAR-verzekering naar € 500.000.
De Construction All Risk-verzekering richt zich vooral op kleinere bouwprojecten zoals woning- en eenvoudige utiliteitsbouw, aanbouw, serres, dak-
kapellen en schuren. Deze projecten worden uitgevoerd door zelfbouwers, zzp’ers, bedrijven (als opdrachtgever) en aannemers.
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
39
D e s te lli ng n a me
Autopolis:
intermediair legt het af tegen internet Intermediair - Internet: 1-0! I
nmiddels is het bijna twintig jaar geleden dat de toenmalige Postbank autoverzekeringen ging aanbieden met als risicodrager... NationaleNederlanden. Het hek was van de dam en intermediair minnend Nederland in alle staten. Moeten wij nu concluderen dat zoveel jaar na dato NationaleNederlanden de enige verzekeraar is en was die de realiteit (noodgedwongen) onder ogen ziet?
Wat is het geval? Een eenvoudige stelling die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat, is een struikelblok voor internetverzekeraars. Om uiteenlopende redenen hebben de ‘stoute’ internetdochters van multichannel verzekeraars als ASR, Achmea, Delta Lloyd en anderen
40
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
niet kunnen of willen reageren op de onderhavige stelling. We hebben er vijf benaderd en toen maar de moed opgegeven. De excuses zijn te rangschikken onder de noemer ‘het ligt te gevoelig’ om hier uitspraken over te doen. Hoezo transparantie? Wij, de redactie van Het VB, hebben onze wenkbrauwen gefronst bij zo weinig blijk van duidelijke stellingname.
Wel experimenteren Ondertussen blijft een feit dat zelfs de ‘die hard intermediairverzekeraars’ volop op internet experimenteren en rechtstreeks zaken doen met consumenten. Wel experimenteren, maar niet reageren of verantwoordelijkheid afleggen? Dat heet in gewoon Nederlands: laf. Van de verzekeringsbranche, die naar mijn stellige overtuiging zich langzamerhand helemaal niet over haar mate van transparantie hoeft te schamen in vergelijking met andere takken van sport in de (financiële) dienstverlening, valt mij dat tegen. Reacties zijn zeer welkom:
[email protected] Door: Michiel Huisman, hoofdredacteur
Steeds meer intermediairverzekeraars experimenteren al dan niet onder eigen label met internetdochters. Vooral op het gebied van autoverzekeringen. Dat verzekeraars twijfelen aan de houdbaarheid van een intermediaire markt voor particuliere schadeverzekeringen is allang geen gerucht meer. Binnenskamers wordt hierover volop gediscussieerd en meer dan eens lekt informatie daarover naar buiten. Des te vreemder is het dat deze eenvoudige Stellingname ditmaal een struikelblok voor internetverzekeraars schijnt te zijn.
Cas Verhage
Noordhollandsche van 1816
I
nternet maakt het leven makkelijk en (soms) voordelig als je op zoek bent naar een cd, een boek, een vliegtuigstoel of een museumticket. Maar een (auto)verzekering is geen ‘commodity’ ondanks dat de consument het een low interest product vindt. De her en der levende gedachte dat simple risk producten dus niet meer weggelegd zijn voor de intermediaire markt is daarom misplaatst. Natuurlijk, prijs is een machtig wapen en de concurrentie in de autoverzekeringsmarkt is sinds jaar en dag groot. Maar de crux zit hem in het feit of een goed advies gekoppeld kan worden aan een concurrerende prijs. Als een klant spijtoptant wordt wanneer een citroen een knol blijkt te zijn, is dat net zo bepalend voor zijn handelen als wanneer hij denkt meer te betalen dan nodig is. Prijs is dus niet zaligmakend en onze praktijk leert dat de intermediaire vertaling van ‘goed & voordelig’ prima werkt. Dat internet het equivalent van goedkoper is, is slechts een perceptie. Ook bij de zogenoemde simple risk autoverzekering is advies onontbeerlijk. Het internetaanbod is niet transparant. Dat kan ook niet met bijna 800.000 hits op de Google zoekopdracht ‘autoverzekering’ waarbij het enige onderscheid de even zo vele varianten van het begrip ‘goedkoop’ of ‘voordelig’ is.
Hoe kan de klikkende klant daaruit zijn keuze maken en vaststellen welke aanbieding voor hem of haar de beste én de voordeligste is? En wie legt uit dat er meer aspecten aan een goede autoverzekering zijn dan alleen die voordelige premie? Inderdaad, verzekeren kun je zelf, maar je goed verzekeren vraagt om meer dan het aanklikken van ‘ja’- en ‘nee’-buttons op je beeldscherm. De intermediaire markt speelt een rol van betekenis in de autoverzekeringsmarkt. Nu en in de toekomst. Ik geloof niet in de doemscenario’s die over het intermediair worden uitgestort. Wat ik wel vind, is dat de partijen in onze markt, het intermediair voorop, aan de consument duidelijk moet maken dat de combinatie ‘adviseur’ en ‘een goede autoverzekering’ meer waarde heeft dan het reguliere internetaanbod. Dat vraagt om nadenken. Keuzes maken en besluiten nemen over klantgerichtheid (Beste klant, wat verwacht u van mij als adviseur?), kostenbeheersing (Welke activiteiten dragen bij aan omzet en winst en welke niet?), innovatie (Hoe gebruik ik internet voor een slimme administratie?), minder opportunisme (Welke marktpartijen zijn echte intermediairpartijen en welke niet?) e.d. Degene die durft te kiezen en uitgaat van zijn eigen kracht zal tegen internet niet het onderspit delven.
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
41
t o e g e li c ht
Beloning en boete bij
betalingsbeschermers Begin februari publiceerde de AFM een tweetal boetebesluiten over de advisering van betalingsbeschermers. Daaruit blijkt dat de gedragstoezichthouder bij handhaving van Bgfo 2 de lat hoog legt, heel hoog. Alle reden dus om de do’s and don’ts bij het adviseren van betalingsbeschermers duidelijk op het netvlies te krijgen.
B
etalingsbeschermers staan onder verschillende productnamen bekend. Voorbeelden daarvan zijn ‘maandlastbeschermer’ en ‘woonlastenbeschermer’. In haar boetebesluiten hanteert de AFM, in afwijking van de Bgfo, de verzamelnaam ‘kredietbeschermingsverzekering’. De als betalingsbeschermer aan te merken verzekeringen hebben één ding gemeen: zij worden gesloten in verband met een lening en dekken het risico dat de geldlener zijn betalingsverplichtingen niet kan nakomen. Die betalingsverplichtingen kunnen zowel op consumptief als op hypothecair krediet betrekking hebben. Anders dan de door de AFM gehanteerde verzamelnaam suggereert, gaat het niet om de bescherming van een krediet, maar om de bescherming van de verzekeringnemer tegen de gevolgen van betalingsonmacht.
Definitie ‘betalingSbeSchermer’ Volgens het Bgfo moet onder ‘betalingsbeschermer’ worden verstaan een verzekering ter dekking van het risico dat de verzekeringnemer betalingsverplichtingen uit hoofde van een overeenkomst inzake krediet niet kan nakomen. Twee voorwaarden Dit betekent dat een verzekering aan twee voorwaarden moet voldoen om te kunnen worden aangemerkt als betalingsbeschermer. 1. Er moet een samenhang zijn met een krediet én de verzekeringnemer, en 2. degene die uit hoofde daarvan betalingsverplichtingen heeft, moet dezelfde persoon zijn.
42
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
In tegenstelling tot de door de verschillende aanbieders bedachte productnamen en de door de AFM gehanteerde benaming is ‘betalingsbeschermer’ een gedefinieerd begrip (zie kader).
Samenhang met krediet Er zijn nogal wat verzekeringsvormen die onder de Bgfo-definitie (kunnen) vallen. Het risico van inkomensverlies of teruggang van inkomen – en daarmee het risico dat betalingsproblemen ontstaan – wordt doorgaans in verband gebracht met arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Maar ook een overlijden kan tot gevolg hebben dat niet meer aan betalingsverplichtingen kan worden voldaan. Dit betekent dat in samenhang met een krediet gesloten arbeidsongeschiktheids-, ongevallen-, werkloosheids- en overlijdensrisicoverzekeringen betalingsbeschermers kunnen zijn. En een combinatie van zulke verzekeringen eveneens. Bijvoorbeeld een verzekering die zowel het overlijdensrisico als het arbeidsongeschiktheidsrisico dekt. Is de overlijdensrisicodekking onderdeel van een levensverzekering, dan is die verzekering geen betalingsbeschermer. Overigens is het bieden van nominale beloningstransparantie dan tóch geboden, omdat het om een complex product gaat. Een woonlastenverzekering voor huurders heeft geen verband met een woninghypotheek en is dus geen betalingsbeschermer. Dat er een samenhang is met een verstrekte lening, moet duidelijk blijken. Dat is het geval als de verzekering wordt gesloten bij het afsluiten van de lening. Maar ook als de verzekering later wordt gesloten, kan dat het geval zijn. De samenhang moet dan natuurlijk wel aantoonbaar zijn. Is er geen samenhang, dan zijn op de geslo-
MV& D !
Segmenteren loont! Laatst werd ik gebeld door mijn tussenpersoon, waar ik al meer dan tien jaar klant ben. Vanwege de overstap naar een abonnementensysteem werden, enkele maanden voor de invoering, alle klanten geïnformeerd. Op zich een prima aanpak: klanten bijtijds en persoonlijk informeren, keuze bieden uit een aantal abonnementen (waaronder een gratis variant) en een uitgebreide mondelinge en schriftelijke uitleg.
T
och is het misgegaan. Als marketeer, maar met name als consument kreeg ik de kriebels. Waarom? Ik voelde me niet aangesproken. Mij werd het abonnement van € 10 per maand aangeraden, zodat het bedrijf optimaal aan zijn zorgplicht kon voldoen. Helaas heb ik voor minder dan € 120 per jaar verzekeringen bij hen lopen… Dit zorgde er gelijk voor dat ik hun zorgplicht niet serieus nam. Als ze nu niet eens de moeite nemen om te kijken welk abonnementsoort bij mij zou passen, waarom zouden ze die moeite straks dan wel nemen bij het verzekeringsadvies? Of krijg ik dan ook een automatisch gegenereerde brief? Goed idee, slechte uitvoering: het verhaal was overduidelijk een standaard verhaal dat aan alle klanten werd verteld.
Uw klanten zijn niet allemaal hetzelfde Maar waarom heeft dit bedrijf al zijn klanten hetzelfde verhaal verteld? Waarschijnlijk omdat het is uitgegaan van het product en daar de
‘Door gerichte communicatie met uw klanten en met een aanbod dat bij hen past, verstevigt u de relatie’ klant op heeft willen aanpassen. Maar zoals elke marketeer weet, staat de klantbehoefte centraal. En hoe graag u dat misschien ook zou willen, uw klanten zijn niet allemaal hetzelfde. Elke klant heeft andere behoeften en reageert dus ook anders op uw uitingen. Natuurlijk kunt u niet elke klant apart benaderen met een individueel verhaal, maar u kunt dat wel doen met groepen klanten. Als u klanten die op een aantal kenmer44
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
ken overeenkomen, indeelt in groepen, kunt u deze verschillende groepen op een effectievere manier benaderen.
Segmenteren zorgt voor focus Het maakt niet uit hoe groot uw bedrijf is: elk bedrijf – hoe groot of klein ook – zou moeten segmenteren, het zorgt namelijk voor focus. Door segmentatie kunt u beter inspelen op de wensen en verwachtingen van uw klanten en gerichter communiceren. Daarnaast komt het ook uw inzicht in uw klantenbestand ten goede. In de meeste bedrijven komt 80% van de omzet van ongeveer 20% van de klanten. Maar zijn dat ook de meest winstgevende klanten? En welke klanten hebben de meeste potentie om te groeien? Kortom, waar liggen mogelijkheden en besteedt u uw tijd wel aan de juiste klanten? Door te segmenteren, kunt u bepalen in welke klantgroepen u wilt investeren, met tijd en aandacht.
Hoe groepeert u uw klanten? Een simpele manier om uw klanten te segmenteren, is op basis van omzet. In het hierboven genoemde voorbeeld had het bewuste bedrijf de klanten in drie groepen kunnen verdelen: één groep voor elke abonnementsvorm. Zet de jaarlijkse kosten van het abonnement af tegen de omzet van de klanten, trek scheidslijnen en maak drie groepen. Maar hoe weet u dan wie waarvoor wil betalen? En hoeveel dan? Natuurlijk weet u dat nooit helemaal zeker, maar u kunt best een inschatting maken. Een klant die voor € 120 per jaar verzekeringen bij u heeft lopen, zal zeer waarschijnlijk geen interesse hebben in een betaald abonnement. Een klant die daarentegen al zijn verzekeringen bij u heeft lopen en een substantiële omzet bij u heeft, zal eerder geneigd zijn te betalen voor een abonnement.
Het voorbeeld hierboven is op basis van omzet. Natuurlijk zijn er nog veel meer mogelijkheden om uw klanten te groeperen, bijvoorbeeld op basis van particulier versus zakelijk, leeftijd, gezinssituatie of verwachtingen die de klant heeft over uw dienstverlening. Welke klanten willen graag advies en welke niet? Sommige dingen weet u misschien niet, maar zoals u in het vorige VB al werd aangeraden: durf te vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door klanten een eigen profielpagina te bieden. Hierop kan de klant via internet zelf wijzigingen doorgeven en zijn profiel samenstellen en aanpassen.
Waar begint u? Ga uw systemen in voor informatie. Begin simpel: doe het laaghangend fruit eerst. Segmenteren op omzet kost weinig moeite. Kijk bijvoorbeeld naar de omzet over een aantal jaren om de echte uitschieters eruit te halen en ga daarna de diepte in en segmenteer op andere gebieden. Natuurlijk wordt segmenteren op bijvoorbeeld rendement vergemakkelijkt door de juiste systemen, maar ook zonder kunt u prima segmenteren.
Zie omzetkansen Als u uw klantgegevens analyseert, zult u snel patronen ontdekken. Zo kunt u groepen klanten maken die mogelijk meer uitgeven. Stel, het merendeel van de groep ‘gezinnen’ blijkt een bepaalde, logische combinatie van verzekeringen te hebben. De leden van die groep die minder verzekeringen bij u hebben lopen, kunt u benaderen met een aanbod voor deze specifieke, ‘missende’ verzekeringen. Bovendien kunt u wat u te weten komt over huidige klanten ook gebruiken
om nieuwe klanten aan te trekken. Zijn uw meest rendabele klanten jonge tweeverdieners? Dan weet u waar u uw pijlen op moet richten.
Pas uw aanbod aan En als u gesegmenteerd heeft, wat dan? Dan bepaalt u per segment hoe u het wilt benaderen en met welk aanbod. In het voorbeeld uit de inleiding hadden de groepen elk een apart aanbod met een andere insteek kunnen krijgen. Bij het duurste abonnement ligt bijvoorbeeld de nadruk op het gemak en de compleetheid van de service, bij het gratis abonnement wordt het gemak van het zelf kunnen wijzigen via internet benadrukt. Degenen waarvan verwacht wordt dat ze het duurste abonnement afnemen, worden telefonisch en schriftelijk benaderd, de groep van het gratis abonnement alleen schriftelijk. Op deze wijze kunt u uw marketinginspanningen en -budget verdelen naar het verwachte rendement. Maar dat is veel werk? Zeker, segmenteren kost tijd en moeite. Maar het levert ook veel op: door gerichter te communiceren met uw klanten en met een aanbod dat bij hen past, verstevigt u de relatie. En een betere klantrelatie vertaalt zich uiteindelijk vanzelf in uw omzet.
Suggesties Op VBnet vindt u een voorbeeldmailing met suggesties over de communicatie met uw klant. Door: Margit Bijsterbosch, Marketing Manager CCS,
[email protected] LEES MEER OP VBNET.NL/MV&D
Nadja Doodkorte, Margriet Tutuhatunewa, Annette van de Wetering, Marieke van Zuien, Margit Bijsterbosch, Coby van Maanen-Tetteroo Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
45
aa ns p r a k e l ijk h e id
Gedekt bij fusie
voor lijken in de kast
Hoewel het aantal fusies en overnames de afgelopen jaren in Nederland fors is afgenomen, lijkt er een keerpunt sinds het laatste kwartaal van 2009. Een fusie of overname is een ingewikkeld traject, waarbij bestuurders een belangrijke maar ook risicovolle rol spelen. Het is de vraag of deze risico’s ook gedekt zijn binnen hun bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. Want wat is het effect van een overname op de dekking van deze verzekering?
Arianne Verdoold: ‘Een inloopdekking is te overwegen. Echter, voor de overnemende partij is het beter om de aansprakelijkheid voor fouten uit het verleden bij de koop uit te sluiten’ Het aantal fusies en overnames dat bij de SER is aangemeld in 2009 is sterk afgenomen. Grote boosdoener; de economische terugval. Bedroeg het aantal fusiezaken in 2008 nog 500, in 2009 was dat 335; een afname van 33%. Ten opzichte van 2007 is zelfs sprake van een halvering, zo blijkt uit de jaarlijkse telling van het aantal fusiemeldingen. Sinds de totstandkoming van de SER-Fusiegedragsregels in 1970 is het aantal fusiemeldingen in één jaar zelfs nog nooit zo laag geweest. Opvallend laag was het derde kwartaal van 2009 met slechts 67 meldingen. Opmerkelijk is ook het daaropvolgende herstel in het vierde kwartaal van 2009, waarin 115 meldingen zijn binnengekomen.
Overnamemarkt trekt weer aan Nederlandse specialisten op dit gebied geloven weer voorzichtig in een herstel van de fusie- en overnamemarkt. De loden schuldenlasten van bedrijven, herstructureringen bij banken en toenemende claimemissies vormen de belangrijkste factoren die achter het groeiende optimisme schuilgaan, zo blijkt uit de jongste ‘Fusie- en overnamebarometer’ van PricewaterhouseCoopers. De onzekerheid over het herstel van de markt neemt af, de daling van het aantal fusies en overnames is een halt toegeroepen. Bovendien speelt de krapte aan financiële middelen nu een minder grote rol dan een half jaar geleden.
risico’s bij een overname Bestuurders steken enorm veel tijd en energie in een overname of fusie. Na meestal een lange tijd 46
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
kan een fusie of overname eindelijk worden bezegeld. Het gevoel van ‘mission accomplished’ overheerst. Maar wat nog veelal onderbelicht is, is dat fusies en overnames juist een toenemend risico voor de bestuurders van bedrijven betekenen. Bedrijfsvoering wordt vaak ingewikkelder, systemen en processen moeten worden aangepast, de schuldenlast neemt toe en cultuurverschillen komen aan het licht. Daarnaast moeten bestuurders in een fusieproces openheid van zaken en toezeggingen over de onderneming geven. En het gaat bij overnames en fusies vaak om grote financiële belangen.
Voorbeeld Een recent voorbeeld is metaalbewerkingsbedrijf Anholt B.V. dat wordt overgenomen door fietsenfabrikant Dutch Bikes N.V. (gefingeerde namen). Ten tijde van de overname laat Anholt na de volledige portefeuille van uitstaande leningen bekend te maken. De financiële positie wordt dus duidelijk anders voorgesteld dan deze in werkelijkheid is. Dit komt echter pas na de overname aan het licht. Fietsenfabrikant Dutch Bikes dient vervolgens een aanklacht in tegen de directeur van de andere partij wegens gebrek aan adequaat toezicht en een onjuiste voorstelling van zaken. De accountants van beide ondernemingen worden eveneens aangeklaagd wegens onvoldoende controle tijdens de overname. De totale claim: ruim € 3.300.000. Uiteindelijk wordt de zaak geschikt omdat beide
De eerste vraag waar de tussenpersoon mee geconfronteerd wordt, is of er automatische dekking onder de polis bestaat voor overnames en fusies. Als dit niet het geval is of slechts voor een beperkte termijn, dan dient de verzekeraar zo spoedig mogelijk op de hoogte te worden gesteld van de gewijzigde situatie. Het is dan aan de verzekeraar om nadere voorwaarden en premie overeen te komen. Uiteraard is het aan te bevelen een dekking in te kopen bij een verzekeraar die automatische dekking biedt voor de bestuurders van de nieuwe deelneming op basis van de bestaande voorwaarden. Vaak wordt er wel een beperking gesteld aan de omvang van de overname. Leidt de overname bijvoorbeeld tot een toename van het balanstotaal met een bepaald percentage, meestal tussen de 10 en 20%, dan kan de verzekeraar nadere eisen stellen. Deze kunnen te maken hebben met de aanmeldingstermijn, de voorwaarden of de premie. Hiervoor moet de tussenpersoon vooraf een afgewogen keuze tussen de mogelijkheden van de verschillende verzekeraars maken om de gewenste dekking te verlenen.
Inloop- of uitloopdekking? De volgende vraag is of het mogelijk is om ook dekking te regelen voor fouten gemaakt vóór de datum van de fusie of overname. Over het algemeen wordt een uitloopdekking geregeld op de polis van de bestuurders van de overgenomen onderneming. De nieuwe bestuurders zullen namelijk niet graag geconfronteerd worden met een schade op de polis die is veroorzaakt door de bestuurders van de andere partij. Als de
Overnames en fusies brengen dus aanzienlijke risico’s met zich mee en kunnen grote implicaties hebben voor de dekking onder een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. Het is dan ook in het belang van de tussenpersoon om zich goed op de hoogte te (laten) stellen van de verschillende voorwaarden van verzekeraars. Zo weet hij zeker dat hij in geval van een fusie of overname van één van zijn klanten niet verrast wordt en een goed advies kan geven. Door: Arianne Verdoold, Manager Chubb Specialty Insurance
• Altijd direct een vriendelijke en deskundige medewerker aan de lijn • E-mails snel en adequaat beantwoord • Scherpe premies • Uw polissen binnen 24 uur klaar Een utopie? Nee hoor. Bij intermediairverzekeraar AnsvarIdéa werkt het zo! Ervaar het zelf en bel (020) 617 04 26 voor een afspraak. Dan vertellen we u meer over onze persoonlijke aanpak. Mailen kan ook:
[email protected]
www.ansvaridea.nl
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
F 020 617 00 76 – www.ansvaridea.nl
Automatische dekking
Implicaties op dekking
T 020 617 04 26 –
[email protected]
Wanneer is er sprake van een fusie of overname volgens de dekking van een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering? In principe is het zo dat er sprake is van een nieuwe deelneming onder de polis als de rechtspersoon de controle verkrijgt over een andere onderneming. Bij rechtspersonen is dit het geval als de overnemende partij meer dan 50% van het stemrecht in de nieuwe onderneming krijgt. Het is juist deze wijziging die risico’s met zich meebrengt. De tussenpersoon dient hierop te anticiperen en het is essentieel dat hij/zij op de hoogte is van de bepalingen in de betreffende bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. Op dit punt kunnen de voorwaarden van de verschillende verzekeraars nog wel eens van elkaar afwijken.
Postbus 90386 – 1006 BJ Amsterdam
Wijziging van het risico
bestuurders van de overgenomen onderneming nog geen verzekering hadden, kan een inloopdekking overwogen worden. Voor de overnemende partij is het echter nog beter om de aansprakelijkheid voor fouten uit het verleden bij de koop uit te sluiten. In het eerdergenoemde voorbeeld werd het belang van een uitloopdekking duidelijk. De fout van de directeur was gemaakt vóór het moment van de overname en de medeverzekering van de overgenomen onderneming op de polis. Dankzij de uitloopdekking op de oude verzekering werd de betreffende directeur toch schadeloos gesteld.
Overschiestraat 59a – 1062 XD Amsterdam
partijen bang zijn voor een mogelijke claim van de aandeelhouders van Dutch Bikes. Gelukkig dekt de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering van Anholt de verdedigingskosten en het gedeelte van de schadevergoeding dat betrekking heeft op de aansprakelijkheid van haar directeur.
47
Kort Particulier DSB-schade mogelijk verrekend met schuld Klanten die niet alleen een schuld hebben aan de DSB Bank maar ook een vordering tot schadevergoeding op de failliete bank, zien de schuld en de schade mogelijk met elkaar verrekend worden. Voorwaarde is volgens de curatoren wel dat de schade het gevolg is van het feit dat DSB Bank haar zorgplicht tegenover deze klanten heeft geschonden. Volgens de contracten die klanten met DSB Bank hebben gesloten, is het niet toe-
gestaan vorderingen met schulden te verrekenen. Echter, de curatoren van DSB Bank hebben na overleg met de crediteurencommissie en de rechter-commissaris besloten dat schade door schending van de zorgplicht toch in mindering zal worden gebracht op de schuld die de klanten aan DSB Bank hebben. Deze verrekening vindt plaats indien zij met de curatoren overeenstemming bereiken over de hoogte van de schade of als uit een onherroepelijk vonnis blijkt dat schade moet worden vergoed.
Branche Retourprovisie voor werknemer is loon Als een werknemer van een assurantiekantoor op eigen naam of op naam van zijn gezinsleden producten afsluit, ontvangt deze werknemer de provisie (= retourprovisie). Op deze provisiebedragen houdt het assurantiekantoor geen loonbelasting en premie volksverzekeringen in. De provisiebetalingen van een assurantiekantoor aan een werknemer kunnen echter niet langer als vrije vergoedingen worden aangemerkt. De rechtbank in Den Haag heeft bepaald dat de aan de werknemer betaalde retourprovisie loon vormt, omdat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de provisiebetalingen en de dienstbetrekking. Alleen werknemers van het kantoor komen in aanmerking voor de terugbetaling van de provisie en als het dienstverband eindigt, eindigen ook
verzekeringsproduct of financiële product. Dit kan niet kwalificeren als een branche-eigen product. Een beroep op de regeling voor producten uit eigen bedrijf is dan ook niet mogelijk, aldus de rechtbank.
de terugbetalingen van de provisie. Verzekeringsproducten en financiële producten zijn volgens de rechtbank bovendien geen branche-eigen producten van een assurantietussenpersoon. Omdat de provisie onlosmakelijk verbonden is met het product ‘bemiddeling’, wordt door de terugbetaling van de provisie aan de werknemer een korting verleend op het betreffende
VBnet Nieuws met een knipoog: Vandaag Sinds enkele weken schrijft onze webredacteur Rick de Ruiter zijn rubriek ‘Vandaag’ voor onze website, VBnet.nl. Daarin bespreekt hij op geheel eigen wijze wat hem opviel in het nieuws van de dag – binnen én buiten de branche. In zijn eigen woorden is de rubriek een “weblogachtig ding voor de nieuwsjunkies op de website van het VB, met aandacht voor de nodige gein en ongein.” De weblog ‘Vandaag’ wordt dagelijks rond 17.00 uur op VBnet.nl geplaatst en is een absolute aanrader voor wie de gebeurtenissen in (en soms rondom) de branche met een vette knipoog wil bekijken. In de thematische nieuwsbrief VB Selectie wordt iedere ochtend onder het kopje ‘Gisteren in Vandaag’ gelinkt naar Rick’s tekst van de vorige middag.
VB Selectie VB Selectie is gratis. Ga voor een abonnement naar ‘E-zine’ (bovenaan homepage) op VBnet.nl.
48
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
koRt
Conservatrix Levensverzekeringen N.V. is een relatief kleine, maar gerenommeerde verzekeraar die haar zaken doet door bemiddeling van het onafhankelijke professionele intermediair. Conservatrix is al meer dan 135 jaar op de Nederlandse markt actief. Conservatrix heeft een uitgebreid assortiment aan levensverzekeringen gericht op de particuliere en zakelijke markt in de categorieën Wonen, Inkomen, Oudedagsvoorziening en Nabestaandenzorg.
In verband met de verdere uitbreiding van haar accountmanagement zoekt Conservatrix een
accountmanager m/v die fulltime werkzaam wil zijn in Midden-West-Nederland. In deze veelzijdige functie verzorgt u de contacten met de intermediaire relaties van Conservatrix en draagt u zorg voor de uitbreiding van die relatiekring. Tevens bent u verantwoordelijk voor het bevorderen van de productie en het bewaken van de kwaliteit van zowel productie als intermediaire relatiekring. Als accountmanager van Conservatrix staat u pro-actief in de omgeving waarin de organisatie zich beweegt. U werkt in een team van accountmanagers onder leiding van het hoofd Accountmanagement. Bij het realiseren van uw commerciële en kwalitatieve doelstellingen is effectieve communicatie met de interne organisatie van Conservatrix even gewenst als vanzelfsprekend. De accountmanager: heeft HBO denk- en werkniveau, beschikt tenminste over het vakdiploma Wft-basis, Wft-Schade, Wft-Leven (inclusief Beleggen), Wft-Hypothecair krediet en Pensioenpraktijk 1 en 2, beschikt van nature over commerciële en communicatieve vaardigheden, signaleert en speelt in op behoeften in de branche, in de markt en onder het intermediair, werkt resultaat- en klantgericht, is van nature stressbestendig, gedreven en representatief, is in staat zaken zowel mondeling als schriftelijk logisch en helder tot uitdrukking te brengen en weet flexibel om te gaan met een soms noodzakelijke of gewenste verschuiving van arbeidstijden. Ervaring in een soortgelijke functie opgebouwd en woonachtig in het werkgebied is een vereiste. Conservatrix biedt haar medewerkers goede arbeidsvoorwaarden, een prettige werkomgeving en professionele inrichting van de organisatie. Indien u geïnteresseerd bent stuurt u een curriculum vitae met bondige motivatie ter attentie van de Afdeling Personeelszaken naar
[email protected]. Voor meer informatie over de functie kunt u telefonisch contact opnemen met de heer Patrick Steehouwer (Hoofd Accountmanagement) op telefoonnummer (06) 55 85 18 35.
Conservatrix
Leuker leven dan je van plan was. www.conservatrix.nl
l e v e n s v e r z e k e r i n g e n
Branche Rode of groene kaarten voor Legal & General Legal & General heeft het met haar samenwerkende intermediair rode en groene kaarten gestuurd. Het intermediair wordt gevraagd in de komende maanden kritisch te kijken of medewerkers van de maatschappij hun afspraken nakomen. Bij niet-nakomen kan een rode kaart worden getrokken, bij nakomen (en meer) een groene kaart. Volgens algemeen directeur Arno Dolders is de actie een direct gevolg van
het jongste performanceonderzoek van DAK, NBVA en NVA. Bij het onderdeel ‘nakomen van afspraken’ werd ruimte voor verbetering geconstateerd.
Waar laten we steken vallen? “Binnen de organisatie zien wij echter niet concreet waar we eventueel steken laten vallen. Vandaar dat wij op deze manier met de rode en groene kaarten hiervan een beeld proberen te krijgen”, aldus Dolders.
Branche ABN Amro weg uit financieel warenhuis ABN Amro is vertrokken uit het financieel warenhuis van Univé Stad en Land in Apeldoorn. De bank, die landelijk meerdere vestigingen sluit, haalde op korte termijn te weinig rendement uit de vestiging. Univé Stad en Land betrok vorig jaar april zijn nieuwe hoofdkantoor en introduceerde het nieuwe concept waarbij in het pand plekken werden inge-
ruimd voor businesspartners. Particulieren en bedrijven kunnen er bij verschillende dienstverleners shoppen. ABN Amro sloot zich in juli 2009
aan. Het vertrek van de bank tast het concept van het financieel warenhuis en de invulling daarvan volgens Univé Stad en Land niet aan. “Een nieuwe bank onder hetzelfde dak zou mooi zijn op termijn, maar geen noodzaak om de klant optimaal door zijn financiële zaken te kunnen gidsen.”
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
49
s ati r e
Verbouwing Soms heb ik spijt van mijn ‘afspraak niet nodig’bord. En zeker als daar misbruik van gemaakt wordt door die Afschuwelijk Fanatieke Man met zijn lange regenjas en gleufhoed. Vorige week was hij er weer. Nu niet voor een informatief praatje, maar met de opdracht om mijn zaak duchtig door te lichten. Hij nam plaats aan de barbierbar en vroeg mijn dochter het hemd van
‘Intransparantie noemen we dat en dat is voor een barbier een hoofdzonde’ het lijf. Hoeveel kopjes koffie zij per dag omzette en op welke manier de daarbij geserveerde koekjes in de eindprijs waren verwerkt. Ze sloeg zich er in het begin dapper doorheen en ik zag weinig kwaad in het verhoor. Mijn bar is meer een sociaal servicecenter voor mijn wachtende klanten dan een goudmijn. Ik wist dan ook niet wat ik hoorde toen hij uitriep “maar dat is tegen alle regels”. Hij dook uit zijn tas een proces-verbaalformulier op en maakte aanstalten om die uitgebreid te gaan invullen. “Hé, Abnormale Fratsen Maker”, kwam ik tussenbeide, “misschien heb je het niet in de gaten, maar wij zijn hier aan het werk.” “Jullie waren aan het werk”, corrigeerde hij me. “Ik gelast je de werkzaamheden ogenblikkelijk te staken en je zaak te sluiten.” Alsof er sprake was van een bomalarm, vroeg hij de klanten het pand zo snel mogelijk te verlaten.
Kruissubsidie Toen mijn dochter volautomatisch vroeg of gleufhoed nog een kopje koffie wilde, antwoordde ik dat meneer daar ongetwijfeld morele bezwaren tegen zou hebben. “Geen morele, maar 50
Het Verzekeringsblad nummer 3 - 25 maart 2010
formele”, verbeterde hij mij opnieuw. “Ik had maar een klein vragenrondje bij uw dochter nodig om door te hebben dat binnen dit bedrijf sprake is van kruissubsidie”, zei hij op triomfantelijke toon. “Uw dochter staat op de loonlijst, is ouder dan achttien jaar en moet dus minstens het wettelijk minimumloon verdienen. Tel ik daarbij op het aantal vierkante meters dat de bar in beslag neemt, de inkoop van de koffie, melk en suiker en trek ik daar de omzet vanaf, dan schrijven we het resultaat met bloedrode cijfers. Het ligt dan voor de hand om de verkoopprijs te verhogen, maar in plaats daarvan trakteert u de klanten extra met een gratis verpakt koekje.” Hij schudde mismoedig zijn hoofd, toen ik opmerkte dat dit het beste bewijs is dat ik het belang van de klant centraal stel. “Integendeel barbier. De bruine bonen die u ’s avonds eet, zijn door diezelfde klanten betaald, zonder dat ze dat weten. Want hoe komt u aan dat geld? Door de prijs van die koekjes en de hele barexploitatie in uw kniptarief te verwerken. ‘Intransparantie’ noemen we dat en dat is voor een barbier een hoofdzonde. Hoe vervelend ik dat ook vind”, loog hij. “Nu ik dat constateer moet ik uw zaak sluiten. Maar troost u. U bent al de derde vandaag, dus u staat niet alleen.” Mijn eerste reactie om naar de hoofdstad te rijden voor wat verbouwingswerkzaamheden in ’s mans kantoor liet ik snel vallen. Die taak verricht de Noord-Zuidlijn – de Amsterdamse Fiasco Metro – immers al en het brengt geen brood op de plank. Dus heb ik met mijn twee medeslachtoffers de koppen bij elkaar gestoken en al snel waren we het eens: geen winkel meer met drie stoelen waarvan er twee altijd ongebruikt bleven. Maar een eigentijds barbierbedrijf waar de zakenlui en de jonge generatie zich thuis voelen. Gleuf maakte een einde aan een tijdperk, maar niet aan mijn tijdperk.
Wij kijken niet alleen naar de stenen, maar ook naar de mens erachter
Als specialist in de financiering van beleggingsvastgoed en bedrijfspanden in het middensegment weten we alles van ‘stenen’. Maar tegelijk weten we dat de stenen maar het halve verhaal vertellen. Die andere helft horen we graag van u. Kunt u ons overtuigen van het bedrijfseconomisch potentieel van een object? Dan gaan wij tot het uiterste om met een passende hypotheekoplossing te komen. Als relatief kleine organisatie met maar één passie zijn we daarin vaak net even vindingrijker dan niet gespecialiseerde hypotheekverstrekkers. Want bij de RNHB Hypotheekbank kijken we ook naar de ondernemer achter het object en zijn visie. Daarbij gaan we snel en klantvriendelijk te werk. Binnen een werkweek weet u waar u aan toe bent en als het moet nóg sneller. Meer weten over onze persoonlijke benadering van de vastgoedmiddenmarkt? Bel dan 030 - 755 20 00 of kijk op www.rnhb.nl.
Financier van de vastgoedmiddenmarkt. Leidseveer 30 - Postbus 2244 - 3500 GE Utrecht Telefoon 030-755 2000 - Fax 030-755 2020 - www.rnhb.nl -
[email protected]
rustig wonen met een SNS Hypotheek
SNS Plafondrente Hypotheek variabele rente met bescherming
Met een SNS Plafondrente Hypotheek profiteert uw klant altijd van variabele rente. Hij betaalt namelijk weinig als de rente laag staat. En hij betaalt nog steeds niet te veel als de rente hoog staat. Uw klant heeft namelijk de zekerheid van een vooraf afgesproken maximale rente: het renteplafond. Met een SNS Plafondrente Hypotheek weet hij dus zeker dat hij het
huis dat hij koopt ook echt kan betalen. En dan is uw klant natuurlijk niet ineens zorgenvrij, maar kan hij wel een stuk rustiger wonen. Heeft u vragen of wilt u meer informatie, kijk dan op http://intermediair.snsbank.nl, lees het prospectus Hypotheken op snsbank.nl of bel het SNS Accountteam via 026 - 400 10 01 (lokaal tarief).