Waar blijft de schoonheidsspecialist? Onderzoek onder oud leerlingen Eindrapport
Een onderzoek in opdracht van Hoofd Bedrijfschap Ambachten Jos de Jonge Projectnummer: B3649 Zoetermeer, 14 december 2010
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Research voor Beleid. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Research voor Beleid. Research voor Beleid aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
2
Inhoudsopgave
1
2
3
4
5
Inleiding
5
1.1
Achtergrond
5
1.2
Vraagstelling
6
1.3
Aanpak van het onderzoek
7
De arbeidsmarkt voor professionals in de uiterlijke verzorging
11
2.1
De arbeidsmarkt voor schoonheidspecialisten
11
2.2
De arbeidsmarkt voor pedicures
13
2.3
De arbeidsmarkt van de voortijdig schoolverlaters van de kappersopleidingen
16
2.4
De arbeidsmarkt in de drie branches; overeenkomsten en verschillen
18
De opleiding en de beroepspraktijk
21
3.1
De opleiding voor schoonheidsspecialisten
21
3.2
De opleiding voor pedicures
26
Waarom gestopt met de kappersopleiding?
31
4.1
Verhouding bol-bbl
31
4.2
De redenen om te stoppen
31
4.3
Conclusies
33
Op weg naar de toekomst
35
5.1
De toekomst in de ogen van de schoonheidsspecialisten
35
5.2
De toekomst in de ogen van de pedicures
36
5.3
De toekomst in de ogen van de onderzoeker
37
Bijlage 1 Vragenlijst
39
Bijlage 2 Aansluiting opleiding beroepspraktijk voor schoonheidspecialistes
51
Bijlage 3 Aansluiting opleiding beroepspraktijk bij pedicures
55
Bijlage 4 Bijscholingsbehoefte bij schoonheidsspecialistes
57
Bijlage 5 Bijscholingsbehoefte bij pedicures
59
4
1
Inleiding
1.1
Achtergrond
In de branches voor de uiterlijke verzorging wordt een substantiële opleidingsinspanning gepleegd om tegemoet te komen aan de behoeftes bij klanten aan dienstverlening. De recessie lijkt de stijgende vraag naar diensten van kappers, schoonheidsspecialistes en pedicures nauwelijks af te remmen. Ten grondslag daaraan ligt de nog steeds stijgende uitgaven voor de uiterlijke verzorging in Nederland1. Het aantal ondernemingen in de drie branches en dan met name het aantal ZZP-bedrijven neemt sterk toe. Kennelijk is er ruimte in de markt voor deze professionals. Bij kappers neemt het aantal gediplomeerden op niveau 2 en 3 licht af maar vooral bij de schoonheidspecialisten is er (onder andere door het nieuwe niveau 4) sprake van een forse toename van nog geen 600 gediplomeerden aan het begin van deze eeuw tot ruim het dubbele anno 20092. Bij voetverzorging is er sprake van een complexe opleidingssituatie. Er zijn leerlingen die opgeleid worden bij de ROC’s maar er zijn ook leerlingen die een vakdiploma halen bij commerciële opleidingen. Van beiden zijn geen betrouwbare cijfers beschikbaar. Bij de ROC’s weten we wel hoeveel leerlingen zich uitsluitend inschrijven voor een opleiding in de voetverzorging. Dat aantal diploma de laatst 6 jaar rond de 150 maar was daarvoor hoger3. Maar veel leerlingen hebben een combinatie van een opleiding als schoonheidsspecialist en als pedicure. Zij worden ingeschreven als schoonheidsspecialist als ze beide opleidingen gelijktijdig volgen. We weten echter niet wat die gediplomeerden gaan doen als ze de opleiding verlaten hebben. Gaan ze direct als ZZP-er of als een medewerker in een salon aan het werk? Blijven ze in de branches van de uiterlijke verzorging? Gaan ze werken in een van de aanpalende bedrijfstakken als de wellness sector, parfumerieën of in hotels? Of kiezen ze voor een heel ander traject? Vooral bij de schoonheidsspecialistes lijken de aantallen gediplomeerden groter dan het aantal nieuwe werkplekken (vooral ZZP). Voor de brancheorganisaties in de uiterlijke verzorging maar ook voor de onderwijsinstellingen is het van belang om te weten of hun afgestudeerden emplooi vinden en ook of de competenties die ze met hun diploma hebben verkregen op die werkplek ook daadwerkelijk tot hun recht komen. De ANBOS heeft bij monde van haar voorzitter de heer O. Bijlsma de vraag gesteld waar al 1
2
3
Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit de gegevens van de Nederlandse Cosmetica Vereniging. Zij melden een stijging van omzetten in de afgelopen drie jaren van 4%, 7% en 5% (2008). Een groot deel van de omzet zit in producten voor haarverzorging, huidverzorging en decoratieve cosmetica. De bedrijven die aangesloten zijn bij de NCV leveren ook aan de professionals in de branche. Deze cijfers zijn een bewerking van gegevens van Cfi en betreffen de diploma’s behaald bij ROC’s. Vooral voor schoonheidsspecialisten en voetverzorgers zijn de aantallen gediplomeerden uit de private opleidingen ook substantiële aantallen. De gegevens worden gepubliceerd in het momenteel nog niet gepubliceerd rapport voor het KOC (macrodoelmatigheid uiterlijke verzorging 2010). In 2000 werden er 513 nieuw diploma’s voor schoonheidsspecialisten uitgereikt. In 2009 is dit aantal gestegen naar 1420 waarvan 335 op het niveau 4. In 2009 zijn ook de eerste gediplomeerden van de niveau 4 opleiding medisch pedicure in de cijfers te zien.
die opgeleide schoonheidspecialistes blijven 1. Onderdeel van de vraag van ANBOS was ook of die afgestudeerden in bedrijven terecht komen waar de competenties van schoonheidsspecialisten toepasbaar zijn of dat er een beweging in de markt zit waarbij voor delen van de markt ook andere competenties gevraagd worden. Het Hoofd Bedrijfschap Ambachten heeft deze vraag van de ANBOS opgepikt en deze in overleg verbreed naar alle ambachtelijke beroepen in de uiterlijke verzorging. Research voor Beleid/ EIM heeft de opdracht gekregen voor het uitvoeren van een onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van recent afgestudeerde professionals in de uiterlijke verzorging. Voorliggende rapport vormt de integratie van de drie rapporten over respectievelijk gediplomeerde schoonheidspecialistes, gediplomeerde pedicures en gestopte kappersleerlingen. Een apart onderwerp bij de arbeidsmarktvraagstukken voor de kappersbranche betreft degenen die de opleiding zonder diploma verlaten. Het vermoeden bestaat dat de groei van het aantal ZZP-ers verklaard zou kunnen worden door een vrij groot aantal personen dat de eindstreep en dus het diploma niet haalt. Er is in de opleidingen voor de kappersbranche een forse uitval; in tegenstelling tot die voor schoonheidsverzorging en voetverzorging. Er zijn geen belemmeringen om zich als kapper in te schrijven bij de Kamer van Koophandel en daardoor als ZZP-er aan de slag te gaan; ook voor uitvallers. Vanzelfsprekend is dat geen doelstelling van de opleidingen en wordt op deze manier een concurrentie in de markt gezet die de branche geen goed doet.
1.2
Vraagstelling
De vraagstelling voor de uiteenlopende branches in de uiterlijke verzorging is iets verschillend. Het gaat in alle drie de branches om de relatie tussen opleiding en beroep. Bij de schoonheidsspecialisten en de voetverzorgers is de vraagstelling beperkt tot de gediplomeerden maar is er naast een belangstelling voor de cijfers ook inhoudelijke informatie gewenst over de vraag of men op de opleiding de juiste competenties heeft aangeleerd die in de latere beroepsuitoefening van belang zijn. Bij de kappers zijn ook de ongediplomeerde schoolverlaters van belang. Daar is echter minder behoefte aan informatie over de kwalitatieve aansluiting omdat deze recentelijk nog is onderzocht. De vraag die voor ligt is primair gericht op de arbeidsmarktkeuzes die gediplomeerde schoonheidsspecialisten, voetverzorgers en ongediplomeerde ex-leerlingen (kappers0) maken. Men is vooral benieuwd naar de perspectieven kort na het verlaten van de opleiding. Arbeidsmarktkeuzes zijn natuurlijk nooit onbeperkt en er moeten wel banen zijn, of kansen om met enig succes ZZP-er te kunnen worden. De kwantitatieve cijfermatige aansluiting van de opleidingen op de marktvraag is gegeven met het deel van de afgestudeerden dat een plaats vindt in de markt (als werknemer of ondernemer). Als het zo is dat een groot deel van de gediplomeerden helemaal niet in de branches gaan werken kunnen we natuur-
1
De schoonheidsspecialist april 2009.
6
lijk niet spreken over een efficiënte aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt1. Als gediplomeerden in aanpalende branches terecht komen, kan dat een teken zijn van de brede inzetbaarheid van de gediplomeerden. Als dat er veel zijn betekent dat ook iets voor de opleiding. Als ongediplomeerde schoolverlaters evengoed in grote aantallen de markt betreden en een baan vinden in de uiterlijke verzorging zegt dat ook iets over de relatieve waarde van het diploma. Natuurlijk maakt het dan veel uit of deze mensen als ZZP-er aan de slag gaan of in de salons emplooi vinden. Naast een kwantitatieve aansluiting is er ook de vraag gesteld naar de kwalitatieve aansluiting; heeft de gediplomeerde die competenties verworven welke nodig zijn voor een effectieve beroepsuitoefening? Vooral daar waar gediplomeerden in aanpalende branches terecht komen waar de competenties van de uiterlijke verzorging gevraagd worden is het interessant om te zien wat men aan de opleiding heeft en waar eventueel hiaten zijn; wat mist men in de opleiding terwijl de beroepsuitoefening dit wel eist. Zoals gezegd heeft de kappersbranche dergelijke informatie al recent beschikbaar gekregen. Beide elementen; de kwantitatieve en kwalitatieve aansluiting staan centraal in het gevraagde onderzoek. In het kort wordt de vraagstelling van het onderzoek als volgt gedefinieerd; In welke mate komen de uitstromers van de verschillende opleidingen in de uiterlijke verzorging terecht op de arbeidsmarkt van de drie branches (of zoeken ze hun heil elders). Bij de schoonheidspecialisten en voetverzorgers is de vraag daarbij ook hoe ze de geleerde competenties ervaren in het licht van de actuele beroepsuitoefening? Voor de kappers geldt dat ook de ongediplomeerde uitstroom in beeld gebracht moet worden. Bij de term “verschillende opleidingen” denken we natuurlijk aan de afzonderlijke opleidingen voor kappers, schoonheidspecialisten en voetverzorgers maar ook aan de niveaus 2, 3 en 4 van deze opleidingen. Ook het onderscheid tussen opleidingen BOL en BBL kan, althans voor de kappersopleidingen, van belang geacht worden.
1.3
Aanpak van het onderzoek
Logistiek Het onderzoek heeft plaats gevonden door middel van een Internet enquête onder de doelgroep. Daartoe is de medewerking gekregen van DUO-Ibgroep die alle contactgegevens van studenten en leerlingen heeft. We hebben DUO gevraagd een op naam gestelde brief te sturen naar personen die kort geleden als schoonheidsspecialist of pedicure een diploma hebben behaald (schooljaar 2008-2009) en naar een aantal personen die de kappersopleiding zonder diploma verlaten hebben. Deze brief is door DUO verstuurd op briefpapier van Research voor Beleid. Voor het stimuleren van de respons is onder de doelgroep een aanmoediging gegeven door middel van de verloting van een viertal minilaptops. 1
Zoals gezegd is er voor een deel van de afgestudeerden geen optie van werknemerschap maar alleen van ondernemerschap. In strikte zin is daar geen sprake van een arbeidsmarkt, maar feitelijk natuurlijk wel omdat de markt voor ZZP-ers ook verzadigd kan raken of door een groot aanbod sterk verdund.
7
Degenen die de brief hebben ontvangen konden door middel van een speciale inlogcode toegang krijgen tot de vragenlijst. Deze inlogcode maakte een latere koppeling aan enkele achtergrondgegevens van de ex-leerling (postcode, opleiding, leeftijd, geslacht) mogelijk. Via deze inlogcode heeft ook de verloting plaats gevonden. Vragenlijst De vragenlijst is in opgesteld door Research voor Beleid en in concept voorgelegd aan vertegenwoordigers van de Anbos en het scholenveld. Een directeur van een van de grotere ROC’s was zo vriendelijk om de onderzoeker van commentaar te voorzien op de concept vragenlijst. De vragenlijst bevat de volgende elementen: Opleidingsachtergrond Arbeidsmarktsituatie en arbeidsmarktgedrag Kwalitatieve aansluiting; oordeel over de inhoud van de opleiding Voor kappers; redenen om de opleiding te verlaten Toekomstverwachtingen werk en scholing Achtergrondinformatie
1
De vragenlijst zelf is in de bijlage opgenomen. Deze vragenlijst is afgenomen voor exstudenten voor opleidingen uit alle branches van de uiterlijke verzorging (kappers, pedicures en schoonheidsspecialisten). De vragenlijst is voorbereid door een aantal testinterviews bij leden van de doelgroep. Respons In totaal hebben 520 gediplomeerde schoonheidsspecialisten, 160 gediplomeerde pedicures en 252 ongediplomeerde kappersleerlingen de vragenlijst op Internet ingevuld. Respons schoonheidsspecialisten 18% van alle gediplomeerde schoonheidsspecialisten hebben een opleiding gevolgd op niveau 4; de rest op niveau 3. Veel van degenen die een opleiding hebben gevolgd voor schoonheidspecialisten blijken – zoals van te voren bekend was- ook een andere opleiding in de uiterlijke verzorging te hebben.
1
Veel van de achtergrondinformatie als leeftijd, regio en soort diploma is ook door DUO verstrekt.
8
Figuur 1.1
De respons voor de schoonheidspecialisten
Schoonheidspecialiste
329
Schoonheidsspecialiste en pedicure
149
Kapper en schoonheidsspecialiste Totaal schoonheidspecialiste
42 520
Respons pedicures In totaal hebben 160 gediplomeerde pedicures de vragenlijst op Internet ingevuld, waarvan er 146 een gecombineerde opleiding hebben gevolgd. Er is een respons van 4 pedicures met de opleiding voor medisch pedicure (gecombineerd met niveau 3 schoonheidspecialist). Er zijn er 29 die de niveau 4 opleiding van schoonheidsspecialiste gecombineerd hebben met de (niveau 3) opleiding voor pedicure. De overigen hebben een niveau 3 diploma voor beide opleidingen (100 personen). Respons kappersleerlingen In totaal hebben 252 ongediplomeerde kappersleerlingen de vragenlijst op Internet ingevuld. De respons naar niveau en bol/bbl is als volgt Er zijn 52 bbl-ers van niveau 2 Er zijn 126 bol-ers van niveau 2 Er zijn 27 bbl-ers van niveau 3 Er zijn 46 bol-ers van niveau Dat impliceert dus 178 niveau 2 leerlingen, en 73 niveau 3 leerlingen In tegenstelling tot bij schoonheidsspecialisten en pedicures komt het bij de kappersleerlingen vrijwel niet voor dat ze ook een ander opleiding volgen. Van de 252 gold dit voor 3 leerlingen (ook schoonheidspecialist niveau 3).
9
10
2
De arbeidsmarkt voor professionals in de uiterlijke verzorging
In dit hoofdstuk wordt de arbeidsmarkt bekeken voor de doelgroep; pas afgestudeerde schoonheidsspecialisten en pedicures en drop-outs van de kappersopleidingen. De afzonderlijke disciplines worden in aparte paragrafen gepresenteerd en dit hoofdstuk wordt afgesloten met een integrale beschouwing.
2.1
De arbeidsmarkt voor schoonheidspecialisten
Een van de belangrijkste vragen uit het onderzoek betreft de arbeidsmarkt van pas afgestudeerde schoonheidspecialisten. In het artikel van de voorzitter van de Anbos vroeg hij zich al af wat al deze mensen gaan doen na hun diploma. Het traditionele perspectief van professionals in deze branche is die van zelfstandig ondernemerschap. 96% van alle ondernemingen voor schoonheidsspecialisme zijn zzp bedrijven. Daarnaast vinden steeds meer vakvrouwen een baan in aanpalende branches in de wellness sector of de detailhandel. In de rapportage over de arbeidsmarkt en opleidingen in de uiterlijke verzorging is ook gerapporteerd dat het aantal bedrijven –vooral de ZZP bedrijven- in aantal sterk toegenomen is (van 8000 in het jaar 2000 tot ruim 13.000 in 2009). Overzicht Het antwoord op de vraag waar deze mensen heen gaan is gegeven in de onderstaande tabel. Tabel 2.1
Wat doen gediplomeerde schoonheidspecialisten Schoonheids-
Schoonheids-
specialiste
Specialiste
Totaal
niveau 3
niveau 4
Werknemer in de uiterlijke verzorging
40%
47%
41%
Zelfstandig ondernemer in de uiterlijke
12%
11%
12%
31%
20%
29%
verzorging Werknemer in een andere sector; detailhandel, gezondheidszorg Zonder betaald werk* Totaal
18%
21%
18%
100%
100%
100%
Het beeld is duidelijk, maar ook enigszins verrassend. De traditionele zzp-er vinden we maar voor 12% van de gevallen terug. Een groot deel vindt als werknemer emplooi (41% zie ook tabel 2.2). Dat betekent bij elkaar dat net de helft van de schoonheidsspecialisten emplooi vindt in de sector waarvoor ze de opleidingen hebben gevolgd. Dat is een tamelijk laag cijfer, waarbij we bij de interpretatie wel rekening moeten houden met het gegeven
dat Nederland op het moment van meting nog in een economische recessie zat1. Het is duidelijk niet zo dat iedereen die voor dit vak een opleiding heeft genoten ook werkt als schoonheidspecialist. Natuurlijk is de meting betrekkelijk kort na afstuderen (1/2 -1,1/2 jaar) en het perspectief van een eigen bedrijf is voor veel van deze relatief jonge mensen waarschijnlijk niet zo aantrekkelijk. De ondernemers De ondernemers die er zijn hebben voor ¾ een schoonheidssalon en de anderen hebben een gecombineerde salon met pedicure erbij. Aan de ondernemers in deze groep (55 personen= 12% van alle ondervraagden) is gevraagd of ze de Anbos kennen en of ze lid zijn. De bekendheid is bijna 100% maar niet meer dan 15% van de ondernemers is ook daadwerkelijk lid geworden. Het is dus geen gebruik om zich als jonge ondernemer ook direct in te schrijven bij de branche-organisatie. Werknemers in de uiterlijke verzorging We hebben voor degenen die werknemer zijn geworden in de uiterlijke verzorging nog wat preciezer in beeld gebracht wat de aard is van die bedrijven. Dat zien we in de volgende tabel. Alle percentages zijn op het totaal aantal afgestudeerden. Tabel 2.2
Bedrijf waar de schoonheidsspecialist in loondienst werkt
Salon voor schoonheidsspecialisten Bedrijf in wellness (sauna, beauty farm,
Schoonheids-
Schoonheids-
Totaal
specialiste
specialiste
schoonheids-
niveau 3
niveau 4
specialisten
23%
28%
23%
7%
16%
9%
6%
3%
6%
2%
0%
2%
zonnestudio) Hotel of parfumerie met schoonheidssalon of kapsalon Zorginstelling met voorzieningen voor uiterlijke verzorging Een kapperszaak Totaal
2%
0%
2%
40%
47%
41%
Een toch vrij fors deel van de gediplomeerden die werken in de uiterlijke verzorging geven aan dat ze dat doen in een schoonheidssalon. Er zitten ook veel mensen bij die wel in de uiterlijke verzorging werken maar het vak uitoefenen in bedrijven in de wellness sector. Vooral voor degenen die een opleiding hebben genoten op niveau 4 blijkt dat het geval. Ook in parfumerieën waar een voorziening is voor schoonheidsspecialisme zien we deze mensen terug (vooral niveau 3)2. De zorginstellingen en kapperszaken waar ook schoonheidsspecialisten hun emplooi vinden completeren het beeld3. 1
2
3
Er is van deze recente datum nog weinig vergelijkbaar datamateriaal. Traditioneel zit het getal voor dergelijke branches waar een specifiek op het beroep gerichte opleiding voor nodig is belangrijk hoger (60-80%, met een frictiewerkloosheid van 5-20%). We zien ook mensen in een parfumerie werken maar dan als verkoopmedewerker. Deze mensen zijn meegeteld in de groep werknemer in een andere sector. De in tabel 2.2 opgenomen aantallen betreffen schoonheidsspecialisten die als schoonheidsspecialist aan het werk zijn. Ongeveer 1/3 van alle schoonheidspecialisten waarover hier gerapporteerd wordt heeft ook een diploma als pedicure. Zorginstellingen hebben ook behoefte van vakmensen met dit specifieke specialisme.
12
Werknemers buiten de uiterlijke verzorging We hebben hiervoor gezien dat veel schoonheidspecialisten terecht komen in branches die buiten de uiterlijke verzorging zijn. In onderstaande tabel wordt aangegeven in welk soort branches zij terecht komen. Hierbij wordt weer uitgegaan van een percentage van het geheel zodat de procenten voor tabel 2.1, 2.2 en 2.3 dezelfde basis hebben en direct vergelijkbaar zijn. Tabel 2.3
Sectoren buiten de uiterlijke verzorging waar schoonheidsspecialisten werkzaam zijn Schoonheids-
Schoonheids-
Totaal
specialiste
specialiste
schoonheid-
Niveau 3
niveau 4
specialisten
De gezondheidszorg
4%
1%
4%
Een parfumerie of drogist
5%
2%
4%
Een andere winkel
7%
6%
7%
Een kantoor
4%
2%
3%
Anders, namelijk:
12%
9%
11%
Totaal
31%
20%
29%
Het soort bedrijven waar men werkt is een bonte mengeling van bedrijven in de zorg, de detailhandel en op kantoren (vooral zakelijke dienstverlening). Een deel van deze groep 12 % van de totale groep volgt naast het werk ook een opleiding. Dat zijn vrijwel allemaal opleidingen die niets te maken hebben met de uiterlijke verzorging en liggen op mbo of hbo-niveau.; veelal in de zorg of detailhandel. Bij de HBO opleidingen wordt ook enkele keren de opleiding huidtherapie aan de hogeschool Utrecht genoemd. Degenen zonder betaald werk Tenslotte is er nog de groep van pas afgestudeerde schoonheidspecialisten die geen betaald werk hebben of ondernemer zijn. Dit is 18% van de totale groep. Van deze groep is ruim 1/3 daadwerkelijk werkzoekend en valt bijgevolg onder de definitie van werkloos (7%). Degenen die werkzoekend zijn zoekt vooral een baan in de uiterlijke verzorging; 27% wil liever een baan die niets met de uiterlijke verzorging te maken heeft. Van de overige 11% is 3% bezig aan de opleiding op niveau 4 (na afronding van 3) en nog 1% aan de afronding van een pedicure opleiding en eveneens 1% aan de HBO opleiding huidtherapie. De overige 6% is bezig aan een geheel andere opleiding op mbo of hbo niveau.
2.2
De arbeidsmarkt voor pedicures
Een van de belangrijkste vragen die gesteld is betreft de arbeidsmarkt van pas afgestudeerde pedicures. Het aantal recent gediplomeerde pedicures in de respons is zodanig verdeeld dat een uitsplitsing naar soorten opleidingen en aard van combinaties niet zinvol is. Er zijn maar 4 gediplomeerden in de respons met een niveau 4 opleiding en op 14 na gaat het allemaal om pedicures die de opleiding gecombineerd hebben met die van schoonheidsspecialiste. We hebben de antwoorden van de gehele groep bij elkaar genomen en rapporteren over deze groep in het onderstaande.
13
Het traditionele perspectief van de professionals -zowel de schoonheidspecialistes als de pedicures- is dat van het zelfstandig ondernemerschap. Daarnaast vinden steeds meer vakvrouwen een baan in aanpalende branches als de wellness sector, de detailhandel en de zorg. Zoals gezegd is de markt voor pedicures en die van schoonheidsspecialistes nauw aan elkaar verbonden omdat 1/3 van alle schoonheidsspecialistes een diploma haalt voor beide disciplines. In de rapportage over de arbeidsmarkt en opleidingen in de uiterlijke verzorging is ook gerapporteerd dat het aantal pedicure bedrijven –vooral de ZZP bedrijven- in aantal sterk toegenomen is (30% groei in 4 jaar tot nu 9.400 bedrijven). Het overzicht Het antwoord op de vraag waar deze mensen heen gaan is gegeven in de onderstaande tabel. Tabel 2.4
Wat doen gediplomeerde pedicures
werknemer in de uiterlijke verzorging
39%
zelfstandig ondernemer in de uiterlijke verzorging
23%
werknemer in een andere sector; detailhandel, gezondheidszorg
25%
zonder betaald werk
13%
Totaal
100%
Hier zien we een duidelijk beeld. Bijna een kwart van de pas afgestudeerden is zelfstandig ondernemer, en 39% is werknemer in de uiterlijke verzorging. Dat impliceert dus dat bijna 2/3 van alle gediplomeerden kort na de opleiding werkzaam is in de sector. Dat is een redelijk cijfer, waarbij we bij de interpretatie ook rekening moeten houden met het gegeven dat Nederland op het moment van meting nog in een economische recessie zat. Daarnaast is een kwart werknemer in een andere sector en is 13 % zonder betaald werk. In vergelijking met de schoonheidsspecialisten is het percentage ondernemers vrij hoog en het percentage zonder betaald werk juist laag. De ondernemers Zoals hierboven aangegeven is 23% van de afgestudeerden ondernemer geworden. 5 % heeft een bedrijf als pedicure en 16% een combinatie van pedicure en schoonheidspecialist. Een enkeling is alleen schoonheidsspecialiste geworden en heeft dus de vaardigheden als pedicure vooralsnog niet ingezet. Natuurlijk is de meting betrekkelijk kort na afstuderen (1/2 -1,1/2 jaar) en het perspectief van een eigen bedrijf is voor veel van deze relatief jonge mensen waarschijnlijk nog niet aantrekkelijk. Een derde van de jonge ondernemers is ook nog bezig met een opleiding. Soms is dat een opleiding voor niveau 4 (pedicure of schoonheidsspecialist), maar ook wel een andere opleiding op mbo of hbo niveau (bijvoorbeeld wellnessmanager, sportmassage) De werknemers in de uiterlijke verzorging We hebben voor degenen die werknemer zijn geworden in de uiterlijke verzorging nog wat preciezer in beeld gebracht wat de aard is van die bedrijven. Dat zien we in de volgende tabel. Alle percentages zijn op het totaal aantal afgestudeerden.
14
Tabel 2.5
Bedrijf waar de pedicures in loondienst werkt
Een kapperszaak
1%
Een salon voor schoonheidsspecialisten
22%
Een bedrijf voor voetverzorging
1%
Een bedrijf in de wellness sector; (sauna, beauty farm, zonnebank)
8%
Een hotel of parfumerie met uiterlijke verzorging
6%
Een zorginstelling met voorziening voor pedicure
2%
Totaal
39%
Bij de groep werknemers zien we de verwevenheid van de verschillende delen van de arbeidsmarkt voor de uiterlijke verzorging duidelijk terug. De grootste groep betreft personen die als pedicure/schoonheidspecialiste in een salon werkt. Daarnaast zijn ook bedrijven in de wellness en hotels of parfumerieën (met faciliteiten voor het uitoefenen van het beroep) regelmatig voorkomende bedrijven.1 Dat weinig van hen in bedrijven voor voetverzorging terecht komen is logisch omdat er weinig pedicure bedrijven met werknemers zijn. De helft van de werknemers (pedicures) in de uiterlijke verzorging is ook nog bezig met een opleiding; doorgaans in het vakgebied, dus een niveau 4 opleiding voor pedicure of schoonheidsspecialist, een vakopleiding voor de parfumerie of een hbo opleiding huidtherapie. De werknemers in een andere sector We hebben hiervoor gezien dat een kwart van de pedicures terecht komt in branches die buiten de uiterlijke verzorging zijn. Dat kunnen dan aanpalende branches zijn als parfumerieën of hotels maar als ze daar als pedicure werken worden deze plaatsen mee gerekend bij de bovenstaande categorie van de uiterlijke verzorging. In de onderstaande cijfers gaat het puur om bedrijven die -ook in nevenfunctie- niet tot de uiterlijke verzorging gerekend kunnen worden. In onderstaande tabel wordt aangegeven in welk soort branches zij terecht komen. Hierbij wordt weer uitgegaan van een percentage van het geheel zodat de procenten voor tabel 2.1, 2.2 en 2.3 dezelfde basis hebben en direct vergelijkbaar zijn. Als we de 25% werknemers buiten de uiterlijke verzorging verder uitsplitsen naar soorten bedrijven dan zien we het volgende: Tabel 2.6
De gezondheidszorg
6%
Een parfumerie of drogist
5%
Een andere winkel
3%
Een kantoor
3%
Anders, namelijk:
8%
Totaal
1
Sectoren buiten de uiterlijke verzorging waar pedicures werkzaam zijn
25%
We zien ook mensen in een parfumerie werken maar dan als verkoopmedewerker. Deze mensen zijn meegeteld in de groep werknemer in een andere sector. De in tabel 2.2 opgenomen aantallen betreffen pedicures/schoonheidsspecialisten die in hun eigen vak aan het werk zijn.
15
De verwachte branches zien we hier terug. De gezondheidszorg, detailhandel en een enkeling op een kantoor. De anderen betreffen een bonte mengeling van allerlei soorten bedrijven, uiteenlopend van een reisbureau tot een kinderboerderij. Ook hier zien we dat de helft bezig is met een opleiding. Daar zijn de opleidingen soms in gericht op de uiterlijke verzorging maar meestal niet. WE zien een bonte mengeling van mbo en hbo opleidingen die uiteenloopt van mbo tandarts-assistent, tot HBO psychologie of secretaresse. Degenen zonder betaald werk Van degenen zonder betaald is het merendeel ook niet op zoek naar werk (9%). Er resteert dan een aantal personen die volgens de officiële definitie werkloos zijn. Op het totaal is dat een te verwaarlozen percentage van 4%1. De pedicures zonder betaald werk zijn bijna allemaal bezig met een opleiding. Velen volgen de opleiding voor pedicure of schoonheidsspecialist op niveau 4. Daarnaast ook mbo en hbo opleiding aanpalend aan de uiterlijke verzorging (huidtherapie, wellnessmanager, vitaliteitmanagement en toerisme) maar soms ook wel in een verder afgelegen richting (apothekersassistent, HBO pedagogiek).
2.3
De arbeidsmarkt van de voortijdig schoolverlaters van de kappersopleidingen
Zoals in het voorgaande is aangegeven waren er verwachtingen in de branche dat veel leerlingen voortijdig de opleiding verlaten en zonder diploma aan de slag gaan als ZZP-er. Het aantal ZZP bedrijven in de branche is het laatste decennium explosief gestegen. Naast de ruim 6000 salons die vrijwel constant in aantal blijven stijgt het aantal ZZP bedrijven van 6.750 zzp-er in 1999 naar ruim 14.500 in 2009; ruim een verdubbeling. Het overzicht Het antwoord op de vraag waar deze mensen heen gaan is gegeven in de onderstaande tabel. Tabel 2.7
Wat doen ongediplomeerde kappersleerlingen
Kapper niveau 2
Kapper niveau 3
Werknemer in de uiterlijke verzorging
6%
15%
Totaal 9%
Zelfstandig ondernemer in de uiterlijke verzorging
2%
1%
2%
gezondheidszorg
55%
50%
54%
Zonder betaald werk*
37%
34%
36%
100%
100%
100%
Werknemer in een andere sector; detailhandel,
Totaal
1
4% werkeloosheid is zeker gegeven het feit dat het schoolverlaters zijn, en we spreken over een periode van recessie een erg laag cijfer. Ter vergelijking; het percentage onder de totale groep schoonheidsspecialisten ligt op 7%.
16
Het wordt in een oogopslag duidelijk dat de veronderstellingen uit de branche niet bewaarheid worden. Mensen die op de opleiding verlaten gaan niet als zelfstandig ondernemer in de branche aan de slag. Dat is slechts een kleine minderheid van 2% die dit doet. Het grootste deel gaat echt een andere kant op, en heeft zich eenduidig van de uiterlijke verzorging afgekeerd. Meer dan de helft (54%) van de schoolverlaters zonder diploma gaat in een andere branche werken en 36% heeft geen betaald werk. We zien hierbij ook duidelijke verschillen tussen de Bol en bbl. We zien dat de bol-ers zowel bij niveau 2 als 3 veel vaker zonder betaald werk zitten en minder vaak werknemer zijn buiten de uiterlijke verzorging. Het aandeel van de mensen dat een opleiding volgt nadat ze de kappersopleiding beëindigd hebben is voor bol-ers en bbl-ers gelijk. De werknemers in de uiterlijke verzorging Degenen die wel in de branche werkzaam zijn, op het totaal 9% is vooral werkzaam bij een kapsalon. Een deel van hen betreft leerlingen die de niveau voor 3 opleiding gestopt maar veelal wel al een niveau 2 diploma op zak hebben. Maar er zijn ook enkele leerlingen die geen enkel diploma hebben. Dit is echt een minderheid. Er zitten ook nog enkele leerlingen in aanpalende bedrijven in de UV (wellness, parfumerie, schoonheidssalon). Dit zijn allemaal heel kleine percentages en daardoor vrijwel zonder betekenis. Aan deze kleine groep hebben we ook gevraagd of ze in de toekomst denken om in de uiterlijke verzorging te blijven of niet. Dat is voor 85% van de gevallen aan de orde; dat zijn dus blijvers, maar zoals gezegd is het een kleine groep. De werknemers in een andere sector Aan degenen die werkzaam zijn in een andere sector is gevraagd waar ze werken. Het antwoord staat in de volgende tabel: Tabel 2.8
Sectoren buiten de uiterlijke verzorging waar kappersleerlingen zonder diploma werkzaam zijn Niveau 2
Niveau 3
Totaal
De gezondheidszorg
6%
5%
6%
Een parfumerie of drogist
2%
0%
1%
12%
16%
14%
Een andere winkel Een kantoor
3%
3%
3%
Anders, namelijk:
32%
26%
30%
Totaal
55%
50%
54%
Het beeld is niet erg gearticuleerd. Sommigen werken in de gezondheidszorg, een enkeling werkt op een kantoor maar de grootste groep zijn toch degenen die in de detailhandel zijn gaan werken. Deze groep heeft zich ook definitief van de uiterlijks verzorging afgekeerd. Op de vraag of ze overwegen om nog te gaan werken in de uiterlijke verzorging was het antwoord vrijwel altijd nee. Van deze groep blijkt ook ongeveer de helft bezig te zijn aan een nieuwe opleiding. Dit is vrijwel altijd een mbo opleiding voor een anders sector dan de uiterlijke verzorging. Het gaat om een bont palet aan opleidingen veelal in de zorg of de handel.
17
Degenen zonder betaald werk Dan zijn er ook nog de ex leerlingen die momenteel geen betaald werk hebben. Daarvan is het interessant om te weten of ze werkzoekend zijn en daarmee tot de categorie werkloos horen. Van de 36% die geen betaald werk heeft blijkt de helft ook daadwerkelijk werkzoekend te zijn. Dat zijn in sterkere mate mensen op niveau 2 niveau. Ruim de helft (60%) van de werkzoekenden zoekt iets dat niets met de uiterlijke verzorging te maken heeft. Ook bij de niet werkenden zien we dat de helft aan een opleiding bezig is. Het gaat om de zelfde opleidingen als de werkenden; mbo opleidingen voor vakken in de zorg of de handel.
2.4
De arbeidsmarkt in de drie branches; overeenkomsten en verschillen
Uit het onderzoek komen substantiële verschillen in de arbeidsmarkt naar voren. De markten liggen dicht bij elkaar en professionals wisselen tussen de verschillende branches. Bedrijven die net buiten de branche liggen maar wel gebruik maken van de speciale competenties van uiterlijke verzorgers zijn er ook. De wellness sector maar ook parfumerieën, hotels en zorginstellingen zetten deze mensen in op specifieke plekken in de organisatie. Als we het over arbeidsmarkt hebben dan is dat voor een deel een misleidende term; een groot deel van de werkgelegenheid in de drie branches ligt bij de zzp-ers. Dat zijn dus geen werknemers en ze begeven zich in strikte zin niet op de arbeidsmarkt. Met name voor de schoonheidsspecialisten en pedicures geldt dat; daar zijn 88% respectievelijk 96% van de bedrijven zzp bedrijven (kappers 70%). Tegelijk is de positie van een zzp-er wel een marktpositie die sterk gerelateerd is aan de positie van de (soms geringe aantallen) werknemers in de branche. Daarom worden zzp-ers wel meegenomen in de beschouwing over de arbeidsmarkt. We zien grote verschillen in de vraag aanbod verhoudingen op de arbeidsmarkt. Bij de kappers zien we een lichte daling van de aantallen gediplomeerden en een licht stijgende vraag naar kappersdiensten. Er is ook veel dynamiek, werknemers maar ook zzp bedrijven komen en gaan. Vooral op niveau 3 is de vraag groot en kunnen mensen met die papieren makkelijk aan het werk komen.1 Bij de schoonheidsspecialisten zien we het omgekeerde. Steeds meer aanbod, een verdrievoudiging van de aantallen gediplomeerden in 10 jaar tijd en een sterk groeiend aantal zzp bedrijven. De spoeling wordt dun. Van de door ons onderzochte groep vindt een groot aantal vakvrouwen geen baan in de branche terwijl ze dat wel willen; de arbeidsmarkt is ruim. Er is ook werkloosheid onder deze groep. Bij de pedicures zien we dat het grootste deel van de vakmensen niet alleen pedicure is maar ook schoonheidsspecialist. Dat zorgt voor een grote interferentie van beide markten; of is er een aparte markt voor professionals die beide disciplines beheersen. Van een forse groei van het aantal gediplomeerden is geen sprake; er is wel groei in het aantal bedrijven. 1
Voor meer details; KOC rapport gepubliceerd door COLO. Arbeidsmarkt en beroepopleidingen uiterlijke verzorging.
18
Degenen die het diploma pedicure hebben behaald kunnen de meeste snel een plek vinden op de arbeidsmarkt in de uiterlijke verzorging. De markt is daar meer in balans. De werkloosheid is beperkt. Voor degenen die de kappersopleiding ongediplomeerd verlaten is in de uiterlijke verzorging geen plaats (uitgezonderd de kleine groep die uitstroomt uit de niveau 3 opleiding maar kan terugvallen op de niveau 2 kwalificatie). Ze vinden geen plaats in de markt van zzp bedrijven. Voor hen zit er niets anders om dan de bakens te verzetten, en via een baan in een andere sector, of via een opleiding voor een ander beroep, nieuwe kansen te zoeken. Al met al heel verschillende deelmarkten met verschillende getalsmatige verhouding tussen vraag en aanbod. De schoonheidsspecialisten kennen een ruime markt, de pedicures is die in balans en met name voor kappers niveau 3 is die krap.
19
20
3
De opleiding en de beroepspraktijk
Dit hoofdstuk is geweid aan de afstemming van de opleiding op de beroepspraktijk. Dit is onderzocht voor schoonheidspecialistes en pedicures. De beide disciplines worden achtereenvolgens behandeld.
3.1
De opleiding voor schoonheidsspecialisten
In de opleiding voor schoonheidsspecialisten worden leerlingen voorbereid op hun latere beroep als schoonheidspecialisten. We hebben in het voorgaande gezien dat niet iedereen ook daadwerkelijk als schoonheidspecialist aan de slag gaat. De oordelen van de afgestudeerden zijn in dit onderzoek gedetailleerd bevraagd. Daarvoor is op een groot aantal onderdelen van de opleiding gevraagd of ze het voldoende hebben geleerd, of ze het geleerde ook daadwerkelijk toepassen en of ze eventueel op het desbetreffende onderwerp nog een scholingsbehoefte hebben. Daartoe is het kwalificatiedossier voor de opleiding schoonheidsspecialist geanalyseerd en zijn de onderdelen van de opleiding die te herleiden zijn naar afzonderlijke werkprocessen in de vragenlijst opgenomen. Alle afgestudeerden hebben deze onderwerpen voorgeschoteld gekregen in het volle besef dat bepaalde (met name de gespecialiseerde) behandelingen alleen van toepassing zijn op degenen met opleiding op niveau 4. Achtereenvolgens komen aan de orde: Basisbehandelingen Gespecialiseerde behandelingen Wellnessbehandelingen Bedrijfsvoering Bij ieder onderwerp is steeds gevraagd of men vind dat dit voldoende geleerd is en of het veel wordt toegepast. Daarbij hebben we voor de rapportage alleen gekeken naar degenen die ook daadwerkelijk als schoonheidspecialisten (in loondienst of als ondernemer) werken en dus het geleerde in praktijk brengen. In het onderstaande wordt gewerkt met zogenaamde radargrafieken (ook wel spindiagrammen genoemd). Een uitleg van de radargrafieken vindt u in bijlage 2. De basisbehandelingen Bij de vragenlijst is een onderscheid gemaakt in de volgende basisbehandelingen: huidanalyse, gezichtsbehandeling, lichaamsbehandeling, cosmetische behandeling hand, nagel en voeten, visagie, nagelstyling van de natuurlijke nagel (geen kunstnagels), behandeling donkere huid en de behandeling mannenhuid. We hebben de uitslagen in z radargrafieken neergelegd waardoor in één oogopslag te zien is waar de sterke en minder ontwikkelde kanten van de opleiding zitten. Eerst die van de niveau 3 opleiding en vervolgens die van de niveau 4 opleiding.
Figuur 3.1
Voldoende geleerd van de basisbehandelingen; niveau 3 en 4 Niveau 3
Basisbehandelingen
Niveau 4
Huidanalyse 100% Mannenhuid
80% 60%
Gezichtsbehandeling
40% Donkere huid
20% 0%
Nagelstyling, van de natuurlijke nagel (geen kunstnagels)
Lichaamsbehandeling
Cosmetische behandeling hand, nagel en voeten Visagie
Hier blijkt dat de basisbehandelingen van huidanalyse, gezichtbehandeling, lichaamsbehandeling en de cosmetische behandeling van hand nagel en voeten door bijna 100% van de respondenten als “voldoende geleerd” wordt gezien1. Voor de niveau 4 opleidingen geldt dat in vergelijkbare mate. Men heeft de onderdelen goed geleerd en past die ook toe. Belangrijk lager scoren (bij de niveau 3 opleiding) de onderdelen visagie (76%) nagelstyling (59%) donkere huid (41%) en mannenhuid (63%). Hier lopen de beide lijnen van niveau 3 en 4 ook uit elkaar. Als het de bedoeling is dat alle leerlingen hiervan voldoende kennis hebben genomen dan is voor deze behandelingen nog wel enige winst te behalen. Geleerd en ook gebruikt? Het zal ook geen verbazing wekken dat voor deze behandelingen in hun praktijk van niveau 3 afgestudeerden ook wat minder voorkomen; wat men onvoldoende geleerd heeft kan men ook niet toepassen. Bekijken we deze uitslagen voor degenen die de niveau 4 opleiding hebben gehad dan blijken deze onderdelen echter wel goed aangeleerd. De percentage afgestudeerden die aangeven deze onderdelen in voldoende mate geleerd te hebben liggen steeds boven de 80% of 90% en daarmee een stuk hoger dan bij de niveau 3 opleidingen. In de bijlage 2 vindt u de grafieken per niveau waar het geleerde en de beroepspraktijk naast elkaar worden gelegd. Gespecialiseerde behandelingen Kijken we naar de gespecialiseerde behandelingen dan is dit vooral van toepassing voor de niveau 4 opleiding. Voor de duidelijkheid is ook het geleerde in de niveau 3 opleidingen erbij gezet.
1
Uit de beantwoording blijkt ook dat men deze behandelingen veel toepast.
22
Figuur 3.2
Gespecialiseerde behandelingen geleerd? Gespecialiseerde behandelingen
Niveau 3 Niveau 4
acne 100% manuele lymfedrainage
80%
oosterse massage (Shiatsu)
60% 40% permanent make-up
20%
pincementmassage
0%
voetreflexzonemassage
bindw eefselmassage
camouflage
ontharen laserbehandeling
In deze grafiek is aangegeven dat Acne en shiatsu massage elementen zijn die men in de niveau 4 opleiding veelal wel geleerd heeft (88%). Voor de pincementmassage en de camouflagetechnieken geldt dat al een heel stuk minder met respectievelijk 35% en 28%. De andere specialisaties worden vrijwel niet gegeven op niveau 4 (en ook niet op niveau 5). Geleerd en ook gebruikt? In de bijlage 2 zijn de grafieken gegeven waarin de relatie bekeken wordt tussen de mate waarin deze behandelingen geleerd worden in relatie tot de mate waarin deze worden toegepast. Daar zien we voor niveau 3 een verschil; met name bij de gespecialiseerde behandeling van Acné. Die wordt in deze opleiding weinig geleerd maar in de beroepspraktijk zien we deze wel vaak toegepast. Daar is dus sprake van een onvoldoende kwalitatieve aansluiting tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Dezelfde opmerking geldt in iets mindere mate ook voor het toepassen van camouflagetechnieken. Die aansluiting is bij de niveau 4 opleiding (waar deze gespecialiseerde behandelingen ook een prominenter plaats hebben in het curriculum) veel beter verzorgd. Acné en de oosterse massage worden hier veel beter geleerd en dat zijn ook de twee toepassingen die in de beroepspraktijk veruit het meest voorkomen. Wellnessbehandelingen De wellnessbehandelingen zijn ook in hoge mate aandachtspunten in de niveau 4 opleiding.
23
Figuur 3.3
Wellnessbehandelingen geleerd? Wellnessbehandelingen
Niveau 3 Niveau 4
aromatherapie 100% 80% advies/toepassen bruiningsmethoden
60%
thelassotherapie
40% 20% 0%
advies en toepassing afslankmethoden
kleuradvies make-up en kleding
hoofdhuid en oormassage
Het patroon is heel duidelijk. Alle soorten wellnessbehandelingen zijn in de niveau 4 opleidingen door de meeste schoonheidsspecialisten voldoende geleerd. Voor de niveau 3 opleidingen zijn deze behandelingen grotendeels onbekend, of liggen in ieder geval substantieel lager. Geleerd en ook gebruikt? Dit zien we ook terug in de figuren in bijlage 2 waar de mate waarin het geleerde ook wordt toegepast is weergegeven. De toepassingen zijn relatief bescheiden voor zowel niveau 3 als 4. Voor niveau 4 zijn de behandelingen goed aangeleerd maar worden ze weinig toegepast. Voor niveau 3 worden ze minder goed geleerd maar in de praktijk wel degelijk toegepast, zij het ongeveer ¼ minder dan bij degenen met een niveau 4 opleiding. Competenties bedrijfsvoering Een groot deel van de bedrijven in de branche zijn zzp-bedrijven. Het ligt dus erg voor de hand dat veel van de nu afgestudeerde schoonheidsspecialisten vroeg of laat een eigen bedrijf gaan starten. In hoofdstuk 2 hebben we gezien dat dit voor de meeste gediplomeerden nog niet aan de orde is als ze net zijn afgestudeerd. De vaardigheiden om een eigen bedrijf te voeren zijn echter wel onderdeel van het curriculum. In de onderstaande figuur is te zien of de afgestudeerden van niveau 3 en 4 dit in voldoende mate geleerd hebben.
24
Figuur 3.4
Bedrijfsvoering geleerd? Niveau 3
Bedrijfsvoering
Niveau 4 Cliënten adviseren over producten en behandelingen 100% Personeel begeleiden Bedrijf starten 80% 60% 40%
Personeel w erven en aanstellen
Bedrijfsplan opstellen
20% 0% Marketing bedrijf, reclame, klantenw erving
Financiële administratie voeren
Prijzen/ tarieven bepalen
Verkooptechnieken
Inkoop en voorraadbeleid uitvoeren
Duidelijk is dat het patroon voor niveau 4 belangrijk groter is dan voor niveau 3. Toch zijn er enkele zaken waarvoor bij beide niveaus kennelijk weinig aandacht is. Dat geldt bijvoorbeeld voor het de onderwerpen van personeel, maar ook voor het bepalen van prijzen en tarieven, verkooptechnieken en inkoopbeleid. De niveau 4 opleiding scoort wel rond of boven de 80% voor de onderdelen cliënten adviseren, bedrijf starten, bedrijfsplan opstellen en marketing. De niveau 3 opleiding haalt alleen voor het onderdeel cliënten adviseren een cijfer van boven de 60% van de afgestudeerden die zeggen voldoende geleerd te hebben. Geleerd en ook gebruikt? In bijlage 2 zien we per niveau het verschillen tussen goed geleerd en ook vaak toegepast. Dat is bij enkele onderdelen wel een wat vreemde vergelijking. Een bedrijf starten of een bedrijfsplan maken kun je maar beter goed geleerd hebben maar pas je natuurlijk niet vaak toe. Een nieuw bedrijf opzetten is voor de meesten immers een eenmalige activiteit. Uit die bijlage blijkt dat verkooptechnieken en cliënten adviseren de meest voorkomende activiteiten zijn voor een goede bedrijfsvoering. Ze zitten natuurlijk ook dicht bij de gewone dagelijkse uitvoeringspraktijk. Dit wordt ook goed geleerd; zeker op niveau 4. Voor de andere elementen geldt dat de meeste taken in de praktijk niet zo veel voorkomen. Dat is ook logisch omdat er maar 12% van de afgestudeerden een eigen bedrijf is begonnen. De nascholingsbehoeften liggen op uiteenlopende punten maar nergens zo duidelijk en sterk als bij de onderdelen van de bedrijfsvoering. Zowel voor degenen die een niveau 3 opleiding hebben gevolgd als voor degenen die een niveau 4 opleiding gevolgd hebben ligt de scholingsbehoefte op alle onderwerpen boven de 50%. Daarmee ligt de scholingsbehoefte op deze onderwerpen substantieel hoger dan bij de basisbehandelingen, de gespecialiseerde behandelingen en de wellnessbehandelingen. Conclusie opleiding schoonheidsspecialisten Als we het geheel overzien dan constateren we dat er op de niveau 3 opleiding voor de meeste basisbehandelingen overwegend voldoende geleerd wordt. Ruimte voor verbetering is er nog op het terrein van visagie, de donkere huid en de mannenhuid. Er wordt weinig
25
gedaan aan gespecialiseerde en wellnessbehandelingen, maar die zitten ook niet of nauwelijks in het curriculum. Waar de niveau 3 opleiding weinig aan doet zijn de onderwerpen van bedrijfsvoering. Eigenlijk scoort daar alleen het onderwerp klanten adviseren nog voldoende maar van alle andere bedrijfsgerichte onderwerpen als verkooptechnieken, administratie voeren, inkoopbeleid en marketing worden door meer dan de helft van de schoonheidsspecialisten aangegeven dat ze er niet voldoende van geleerd hebben. Uit de cijfers blijkt duidelijk dat voor de niveau 3 opleidingen daar het manco ligt. De niveau 4 opleidingen geven een ander beeld. Voor het volledige pallet van basisbehandelingen en wellnessbehandelingen scoort deze opleiding goed en geeft 80-100% van de schoonheidsspecialisten met deze opleiding aan er voldoende van geleerd te hebben. Bij de gespecialiseerde behandelingen zijn vooral de acne behandelingen en de oosterse massage goed geleerd maar liggen de overige technieken wat op de achtergrond. Er zijn enkele vaktechnische onderwerpen waarvoor nascholing gewenst wordt zoals visagie en de donkere huid in het pakket basistechnieken en (toch ook weer) acne en bindweefselmassage bij de gespecialiseerde behandelingen. Bij beide opleidingen is echter een duidelijke behoefte van nascholing op het terrein van de bedrijfsvoering.
3.2
De opleiding voor pedicures
In de opleiding voor pedicures worden leerlingen voorbereid op hun latere beroep als pedicure 1. We hebben in het voorgaande gezien dat niet iedereen ook daadwerkelijk als pedicure (en schoonheidspecialiste) aan de slag gaat. De oordelen van de afgestudeerden zijn in dit onderzoek gedetailleerd bevraagd. Daarvoor is op een groot aantal onderdelen van de opleiding gevraagd of ze het voldoende hebben geleerd, of ze het geleerde ook daadwerkelijk toepassen en of ze eventueel op het desbetreffende onderwerp nog een scholingsbehoefte hebben. Daartoe is het kwalificatiedossier voor de opleiding pedicure geanalyseerd en zijn de onderdelen van de opleiding die te herleiden zijn naar afzonderlijke competenties in de vragenlijst opgenomen. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen hetgeen in termen van vaktechniek wordt geleerd en de competenties die te maken hebben met de bedrijfsvoering. Vaktechnische behandelingen Bij de vragenlijst is een onderscheid gemaakt in het uitvoeren van een voetonderzoek, de basisbehandeling uitvoeren, verder gespecialiseerde technieken uitvoeren en de screening en behandeling van de risicovoet. De uitslagen zijn in radargrafieken neergelegd waardoor in één oogopslag te zien is waar de sterke en minder ontwikkelde kanten van de opleiding zitten. Komt de waarde dicht in de buurt van de 100% dan vindt iedereen dat er voldoende geleerd is.
1
Zoals gezegd het merendeel van de respondenten ook als schoonheidsspecialiste.
26
Figuur 3.5
Voldoende geleerd van de vaktechnische behandelingen
Vaktechnische behandelingen van pedicures
Specialistische technieken uitvoeren
Voetonderzoek uitvoeren 100% 80% 60% 40% 20% 0%
Gespecialiseerde behandeling behandelen risicovoet
Basisbehandeling voeten uitvoeren
Gespecialiseerde behandeling screenen risicovoet
De basisbehandelingen worden door vrijwel iedereen als voldoende geleerd gezien. Dat geldt iets minder voor het screenen en behandelen van de risicovoet. Het uitvoeren van gespecialiseerde behandelingen, anders dan die van de risicovoet wordt door een minderheid als voldoende geleerd ervaren. Geleerd en ook gebruikt? In de vragenlijst is ook de vraag gesteld of het geleerde in de praktijk ook gebruikt wordt. Daarbij is gevraagd of de het gebruik “vaak”, “soms” of “niet” is. Om in een oogopslag te zien of het gebruikt wordt zijn de antwoorden verwerkt naar een cijfer per onderdeel1. De basisbehandeling heeft een bijna optimale score, direct gevolgd door het uitvoeren van een voetonderzoek. De gespecialiseerde technieken en de behandeling van de risicovoet wordt wel toegepast maar aanzienlijk minder frequent (waarde net onder de 0,5), terwijl de analyse van de risicovoet het minst wordt toegepast (0,38). Vaardigheden bedrijfsvoering Een groot deel van de bedrijven in de branche zijn zzp bedrijven. Het ligt dus erg voor de hand dat veel van de nu afgestudeerde pedicures vroeg of laat een eigen bedrijf gaan starten. In hoofdstuk 2 hebben we gezien dat dit voor de ¾ van de gediplomeerden nog niet aan de orde is als ze net zijn afgestudeerd. De competenties om een eigen bedrijf te voeren zijn echter wel onderdeel van het curriculum, en bovendien zijn veel van die competenties ook zeer nuttig voor het uitoefenen van het vak als werknemer in een salon. In de onderstaande figuur is te zien of de afgestudeerden dit in voldoende mate geleerd hebben.
1
Indien de score veel is krijgt het de waarde 1, bij soms de waarde 0,5. Zo zijn de waarden van alle respondenten bij elkaar genomen en is een gemiddeld cijfer berekend dat tussen de 0 (=nooit gebruikt door alle respondenten) tot 1 (veel gebruikt door alle respondenten).
27
Figuur 3.6
Bedrijfsvoering geleerd? Va a rdighe de n be drijfsvoe ring va n pe dicure s
V oorlic hting aan klant gev en 100% Pers oneel w erv en en aans tellen
80%
Cliënten advis eren ov er producten en behandelingen
60% 40% Financ iële adminis tratie voeren
20%
Bedrijf s tarten
0%
Tariev en bepalen
Inkoop en v oorraadbeleid uitv oeren
Bedrijf s plan opstellen
Marketing bedrijf , rec lame, klantenw erv ing
Uit deze figuur komt naar voren dat de gediplomeerde pedicures goed geleerd hebben om cliënten voor te lichten en de adviseren over de producten en behandelingen. Ook redelijk hoog scoort het onderdeel “bedrijf starten”. Marketing, inkoop en tarieven bepalen scoren veel minder hoog. Vergelijken we dit met de gegevens van de niveau 3 opleidingen voor schoonheidspecialist zien we dat de pedicures belangrijk beter zijn voorbereid op het ondernemerschap en ongeveer op het zelfde niveau zit als de niveau 4 opleiding voor schoonheidspecialiste1. Dat geldt ook voor de relatieve waarde van de afzonderlijke onderdelen. Geleerd en ook gebruikt? Het zal geen verbazing wekken dat het voorlichten en adviseren van klanten in de dagelijkse praktijk ook veel voorkomt en door vrijwel iedereen genoemd wordt als “vaak gebruikt” of minstens “soms gebruikt”. Ook de markering, inkoop en voorraadbeheer en tarieven bepalen worden hierbij veel genoemd (boven de 0,5), terwijl de afgestudeerden daarvan aangeven dat ze die veelal niet voldoende geleerd hebben. Bij deze opleiding is dus nog wel ruimte voor verbetering op de genoemde terreinen van prijsstelling, marketing en voorraadbeheer, maar de voorbereiding op het ondernemerschap is goed verzorgd.
1
Daar moet wel bij bedacht worden dat een deel van de respondenten ook daadwerkelijk een niveau 4 opleiding voor schoonheidsspecialiste gedaan heeft. Daar aangeleerde competenties neemt men natuurlijk mee.
28
Conclusie Als we het geheel van de opleiding tot pedicure overzien dan blijkt dat de opleiding voor de basisbehandelingen en voor een deel ook voor de gespecialiseerde behandelingen een goed fundament hebben gelegd. De afgestudeerden vinden dat ze op veel van deze punten voldoende geleerd hebben. De vaktechniek zit dus heel behoorlijk in elkaar. Ook op het terrein van de vaardigheden die nodig zijn voor een goede bedrijfsvoering zien we dat de opleiding op de meeste onderdelen goed scoort. De vaardigheden van advisering en voorlichting van klanten is vanzelfsprekend ook heel zinvol voor werknemers, maar zijn natuurlijk heel kritische succesfactoren bij het ondernemerschap. Op het terrein van marketing, prijsstelling en voorraadbeheer is nog ruimte voor verbetering.
29
30
4
Waarom gestopt met de kappersopleiding?
4.1
Verhouding bol-bbl
Voordat we verder gaan met het presenteren van de redenen eerst nog een opmerking over de verhouding bol-bbl in de uitval. Als we per niveau de leerlingaantallen vergelijking met de uitstroom in de verhouding bol/bbl dan zien we voor de niveau 2 opleidingen dat het aantal bollers in de uitstroom veruit in de meerderheid is en ruim 70% van de uitstroom betreft. Bij de leerlingaantallen zien we dat de bollers 55% van de ingeschrevenen is. Bij de gediplomeerden zien we dat de bollers nog verder in de minderheid zijn en maar 30% van de diploma’s betreffen. De conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat op niveau 2 de bol opleiding aanzienlijk meer voortijdige uitstroom realiseert dan de bbl. Bij niveau 3 opleidingen is de verdeling veel meer naar rato.
4.2
De redenen om te stoppen
De redenen waarom leerlingen met hun opleiding stoppen kunnen velerlei zijn. Soms is de opleiding te zwaar, of blijkt het vak toch niet de juiste keuze te zijn, of ging het in het leerbedrijf niet zoals verwacht werd. Vaak zullen besluiten gecompliceerd zijn en spelen meerdere factoren mee in het besluit om ermee te stoppen. Het is zelden een eenduidige enkelvoudige reden. Dat heeft ook meegespeeld in de manier waarop we de vragen over de redenen van stoppen gesteld hebben. We hebben iedere afzonderlijke reden uitgevraagd en men heeft dus ook meerdere redenen positief kunnen beantwoorden. In de onderstaande tabel zien we de redenen voor het studiestaken opgesomd. De percentages geven aan hoeveel procent van de respondenten aangeeft of een bepaalde reden bij hen heeft meegespeeld in het bestuit om te stoppen. Tabel 4.1
Redenen studiestaken
Heb je de interesse voor het kappersvak verloren.
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
38%
28%
35% 20%
Kon je elders een (leukere of betere) baan krijgen.
19%
23%
Wilde je een eigen bedrijf beginnen in het kappersvak.
31%
32%
31%
Kon je geen stageplaats of leerbedrijf vinden?
46%
24%
39%
Vond je de opleiding te duur?
24%
27%
25%
Had je slechte cijfers op de opleiding.
19%
8%
16%
Vond je de opleiding te zwaar
29%
18%
26%
Was de opleiding achteraf niet zo'n goede keuze
54%
51%
54%
Ging het in het leerbedrijf niet zo goed als je verwachtte?
44%
45%
44%
Vond je een opleiding in een heel ander beroep eigenlijk interessanter
39%
49%
42%
Ben je ziek geworden waardoor je met je opleiding moest stoppen?
16%
16%
16%
2%
3%
2%
64%
59%
63%
Ben je verhuisd en kon je daardoor niet verder met je opleiding? Waren er andere persoonlijke redenen om te stoppen met de opleiding?
Het patroon is redelijk duidelijk en verschillend voor degenen die niveau 3 en niveau 2 gedaan hebben. Voor de ex-leerlingen van niveau 2 geldt dat meer dan de helft de opleiding niet zo’n goede keuze vond en dat de interesse in het kappersvak verloren is geraakt (38%). Er is ook veel aan de hand met het leerbedrijf. 46% kon geen leerbedrijf vinden en 44% gaf aan dat het bij het leerbedrijf niet zo goed ging als verwacht. Opvallend weinigen geven aan dat ze afhaken vanwege slechte cijfers op de opleiding. 16% van de stakers geven aan dat ze vanwege ziekte gestopt zijn waarvan de helft een aan het kappersvak gerelateerde ziekte (kapperseczeem, rugklachten). De belangrijkste redenen lijken te liggen in het persoonlijke vlak; bijna 2/3 van de studiestakers geeft aan dat persoonlijke redenen een rol hebben gespeeld bij het besluit om te stoppen. Bekijken we de open antwoorden hierop dan blijken toch maar heel weinigen echt persoonlijke redenen te noemen. Zwangerschap, depressie, zorgtaken of sterfgevallen worden genoemd maar zijn ver in de minderheid ten opzichte van de onderwerpen die hierboven worden genoemd; inhoudelijke interesses en opmerkingen over het leerbedrijf. Ook worden opmerkingen over de kwaliteit van de opleiding veel genoemd en de problemen die ze hebben met het vinden van voldoende (mannelijke) modellen. Er zijn in het patroon weinig verschillen gevonden tussen bbl-ers en bol-ers. De bbl-ers hebben wat meer problemen op het leerbedrijf (verschil 16%) en de bol-ers vonden wat vaker een opleiding in een ander beroep interessant (verschil 11%). Bij degenen van de niveau 3 opleidingen zien we een wat ander patroon. Daar speelt het veel minder dat ze geen leerbedrijf konden vinden en de opleiding wordt ook minder problematisch gezien. Maar weinig leerlingen vonden de opleiding te zwaar of hebben slechte cijfers gehaald. Wel geeft bijna de helft aan een opleiding in een ander beroep interessanter te vinden. Hier zien we dezelfde verschillen tussen bol-ers en bbl-ers als we op niveau 2 zien. De onderwerpen die overeenkomstig maar allemaal vrij laag scoorden waren het vinden van een andere baan of het starten van een eigen bedrijf, de kosten van de opleiding en een eventuele verhuizing. Concluderend kan gesteld worden dat er twee belangrijke achtergronden zijn om met de opleiding te stoppen; de inhoudelijke interesse en problemen met het leerbedrijf.
32
Vergelijking met toen In 1992 is ook al eens onderzoek gedaan naar de redenen van het beeindigen van de kappersopleidingen1. De opleidingen van nu en waarschijnlijk ook de leerlingen van nu zijn niet één op één te vergelijken met die van toen. Toch zien we enkele opvallende verschillen en overeenkomsten. Opmerkingen over de leerbedrijven werden er toen ook gemaakt; ook motivatieproblemen en verminderde interesse voor het vakgebied zijn kennelijke van alle tijden. Persoonlijke redenen in termen van zorgtaken en ziekte werden toen ook genoemd maar kwamen wat minder voor. Wat echt substantieel is afgenomen zijn de oorzaken die direct te relateren aan beroepsziektes. Huidproblemen, klachten van de luchtwegen en voet en rugklachten waren toen voor 56% van de vertrekkers reden om er mee te stoppen; vaak de exclusieve reden. Dat is nu een veel lager getal; 8%. De arbeidsomstandigheden zijn sindsdien dus sterk verbeterd door de inzet van andere materialen en meubilair
4.3
Conclusies
Vertrekkers gaan uit de uiterlijke verzorging De belangrijkste conclusie die uit dit onderzoek getrokken kan worden is dat degenen die de kappersopleiding verlaten dit niet doen om een eigen bedrijf als zzp kapper te beginnen. Dat komt vrijwel niet voor. De vrees in de branche dat de groei van het aantal zzp bedrijven van deze groep ongediplomeerden zou komen wordt dus niet bewaarheid. De algemene lijn is dat de meeste oud-leerlingen er achter komen dat de kappersopleiding niet goed bij hen past en ze daarom overstappen naar een heel ander vakgebied; ze gaan werken in een andere branche of gaan een opleiding doen die niets met de uiterlijke verzorging te maken heeft; vooral voor de handel en de zorg. Werkloosheid hoog De groep die afhaakt kiest dus andere wegen maar er zijn er ook die nog gen plek in opleiding of werk gevonden hebben. De werkloosheid onder de groep schoolverlaters is vrij groot; 18%. Bol kwetsbaarder dan bbl De kans dat een leerling de opleiding vroegtijdig beëindigd is er zowel onder degenen die de bol hebben gedaan als bij degenen die de bbl hebben gedaan. Maar bij bol is die kans wel wezenlijk groter; zowel binnen niveau 2 als binnen niveau 3 opleidingen. Bij de inschrijvingen en zeker de gediplomeerden vormen de bbl-ers een vrij substantieel deel, bij het voortijdige uitvallers de bol-lers veel talrijker. Bovendien zien we bij bollers dat ze veel vaker werkloos worden.
1
J. Schaad en J. de Jonge Te vroeg uit de kappersopleiding (onderzoek in opdracht van de SVK; voorloper van het huidige KOC.
33
Reden 1 om te stoppen; veranderende interesse Vrij veel leerlingen geven aan dat ze achteraf vinden dat het kappersvak toch niets voor hen is. Ze hebben dus kennelijk een verkeerde keuze gemaakt, komen daar in de loop van de opleiding achter en besluiten het over een andere boeg te gooien. Slechte cijfers, verhuizing of ziekte komen weinig voor. Persoonlijke redenen als zorgtaken zwangerschap of psychologische problemen komen voor maar spelen niet de hoofdrol. Reden 2 om te stoppen; het leerbedrijf Er zijn veel opmerkingen over leerbedrijven. Het is voor veel leerlingen, met name op niveau 2 lastig om een stageplaats te vinden en de ervaringen op het leerbedrijf zijn voor hen vaak reden om te stoppen Reden 3 om te stoppen; de opleiding Studiestakers vinden de opleiding niet te zwaar of te duur of hebben slechte cijfers. De meeste van hen hebben ook andere redenen om te stoppen dan dat de opleiding tegen zou vallen. In de open antwoorden komen we wel regelmatig opmerkingen tegen over de kwaliteit van de docenten, de organisatie van de school (informatie, afspraken nakomen) maar vooral over het probleem van de modellen die ze op school nodig hebben (vooral mannen). Dat is voor veel leerlingen reden om er mee te stoppen.
34
5
Op weg naar de toekomst
Ook dit hoofdstuk gaat het over de schoonheidsspecialistes en de pedicures. Hun toekomstverwachtingen staan centraal; allereerst die van de schoonheidsspecialisten en daarna die van de pedicures. Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele opmerkingen van de onderzoeker over de gepresenteerde onderwerpen.
5.1
De toekomst in de ogen van de schoonheidsspecialisten
Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven, zijn lang niet alle afgestudeerde schoonheidsspecialistes bezig in de uiterlijke verzorging. In hele grove schetsen neergezet; de helft wel en de helft niet. 12% heeft een eigen salon en nog eens 41% werkt in een salon. De overigen werken niet of werken in een heel andere sector. Daarmee is duidelijk dat de helft werkt in het verlengde van de opleiding en de andere helft niet. Van belang is daarbij wel om te weten of de investering die ze in de opleiding hebben gedaan op termijn er nog gaat uitkomen; hebben ze plannen om toch nog het vak in te gaan. WE behandelen hieronder de toekomstplannen voor alle onderscheiden groepen: De ondernemers in de uiterlijke verzorging De werknemers in de uiterlijke verzorging De werknemers in andere branches De niet werkenden (waaronder de werkzoekenden) Daar waar er interessante verschillen te melde zijn tussen degenen met opleidingsniveau 3 en niveau 4 wordt dat expliciet aangegeven. De toekomst van de ondernemers (schoonheidsspecialistes) in de uiterlijke verzorging De toekomst van de ondernemers in de sector is betrekkelijk eenduidig. Ze verwachten vrijwel zonder uitzondering over een jaar nog werkzaam te zijn als zelfstandig ondernemer in hun vak. Van de 12% ondernemers is maar een enkeling van mening dat het bedrijf het komend jaar beëindigd zal gaan worden. Ze hebben daarvoor ook een actieve nascholingsbehoefte die voor een deel ligt in elementen rondom de bedrijfsvoering en voor een deel bij het bijhouden van modetrends. Op het terrein van de basisvaardigheden liggen relatief weinig nascholingsbehoeften; behalve op “donkere huid” en “mannenhuid”. De meeste bijschilingsbehoeften liggen bij de bedrijfsvoering en de gespecialiseerde behandelingen en wellnessbehandelingen. In bijlage 3 zijn de details van de bijscholingsbehoefte te zien. De toekomst van de werknemers (schoonheidsspecialistes) in de uiterlijke verzorging Ook voor deze groep die overigens veel groter is dan de groep ondernemers zien we een heel transparant beeld. Ze blijven in de uiterlijke verzorging. Vrijwel iedere werknemer verwacht over een jaar nog werkzaam te zijn in de sector. Een enkeling (6%) is wel op zoek naar een baan buiten de sector, maar wil dat dan kennelijk combineren. Twee derde denkt gewoon te blijven waar men nu zit, en een 17% is op zoek naar een andere baan in de uiterlijke verzorging. Er is ook nog potentieel voor het ondernemerschap. 14% van de
werknemers (6% van het totaal) geeft aan dat ze in de loop van het komende jaar een eigen bedrijf willen starten. De bijscholingbehoeften voor deze groep liggen net als bij de ondernemers bij de wellness en gespecialiseerde behandelingen en de bedrijfsvoering maar ze zijn voor de basisvaardigheden wat sterker dan de ondernemers aangeven. De details van de bijscholingsbehoeften zijn te zien in bijlage 3. De toekomst van de schoonheidsspecialistes zonder baan in de uiterlijke verzorging Dit zijn zowel degenen die een baan hebben in een andere sector als degenen die geen baan hebben. Ook voor deze beide groepen zien we flink potentieel voor de sector. 60% van alle mensen die niet in de uiterlijke verzorging werken denken daar het komend jaar wel in terecht te komen. De helft daarvan als werknemer en de andere helft als ondernemer. Hoe concreet deze plannen gemaakt kunnen worden moet de toekomst uitwijzen maar feit blijft dat er nog veel onbenut potentieel zit in deze groep.
5.2
De toekomst in de ogen van de pedicures
Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven, zijn niet alle afgestudeerde pedicures bezig in de uiterlijke verzorging. In hele grove schetsen neergezet; 2/3 wel en 1/3 niet. 23% heeft een eigen salon en nog eens 39% werkt in een salon. De overigen werken niet of werken in een heel andere sector. Daarmee is duidelijk dat 2/3 werkt in het verlengde van de opleiding. Van belang daarbij is wel om te weten of de investering die ze in de opleiding hebben gedaan op termijn er nog gaat uitkomen; hebben ze plannen om toch nog het vak in te gaan. We behandelen hieronder de toekomstplannen voor alle onderscheiden groepen: De ondernemers in de uiterlijke verzorging De werknemers in de uiterlijke verzorging De werknemers in andere branches De niet werkenden (waaronder de werkzoekenden) De toekomst van de ondernemers (pedicures) in de uiterlijke verzorging De toekomst van de ondernemers in de sector is eenduidig. Ze verwachten zonder uitzondering over een jaar nog werkzaam te zijn als zelfstandig ondernemer in hun vak. Ondernemers zijn ook erg bezig met de eigen toekomst. Een derde volgt een opleiding; velen in de uiterlijke verzorging maar op een hoger niveau (mbo-4 of hbo) of met een ander specialisme. De toekomst van de werknemers (pedicures) in de uiterlijke verzorging Van de werknemers in de uiterlijke verzorging is het profiel ook heel duidelijk; ze blijven in de uiterlijke verzorging. Van de 39% werknemers blijft het grootste deel (24%) zitten waar ze zitten, 7% wil naar een ander bedrijf, 6 procent heeft de intentie om een eigen bedrijf te beginnen en 2% wil de uiterlijke verzorging verlaten. Ook deze groep is actief op de scholingsmarkt. De helft volgt nog een opleiding doorgaans in het vakgebeid van de uiterlijke verzorging.
36
De toekomst van degenen zonder baan in de uiterlijke verzorging Dit zijn zowel degenen die een baan hebben in een andere sector als degenen die geen baan hebben. Ook voor deze beide groepen zien we flink potentieel voor de sector. Van de 38% die (nog) niet in de uiterlijke verzorging werkt is er 12% die dat ook niet verwacht te gaan doen. Dat is dus de groep die waarschijnlijk verloren is voor de branche. Van de overige 26% wil de helft alsnog werk zoeken als schoonheidsspecialist of pedicure en de andere helft wil een bedrijf beginnen. Hoe concreet deze plannen gemaakt kunnen worden moet de toekomst uitwijzen. Vrijwel allemaal zijn ze nog bezig met een opleiding, doorgaans ook voor de uiterlijke verzorging
5.3
De toekomst in de ogen van de onderzoeker
De arbeidsmarkt Dit rapport geeft duidelijkheid over de actuele arbeidsmarkt en de perspectieven voor de toekomst van pas afgestudeerde schoonheidsspecialisten en pedicures. De groep schoonheidsspecialistes is momenteel nog maar voor ongeveer de helft werkzaam in de branche; het grootste deel als werknemer, een minderheid als ondernemer. Bij de pedicures is dat 2/3 van alle afgestudeerden. Voor beide disciplines geldt dat degenen die in de uiterlijke verzorging zitten daar ook blijven en degenen die er nog niet werken of ondernemen gaan dat voor een groot deel wel doen. Ongeveer 20% van de totale groep schoonheidsspecialistes en 12% van de pedicures werkt niet in de uiterlijke verzorging en heeft ook geen intentie om dat alsnog te doen. Die wenden zich dus af van het vakgebied. Een flinke groep van ongeveer 30% van alle gediplomeerden werkt nog niet in de uiterlijke verzorging maar ziet zichzelf wel daar terecht komen, de helft als ondernemer de andere helft als werknemer. Het potentieel bij elkaar opgeteld zal dus 80% van alle afgestudeerde schoonheidsspecialisten en 88% van de pedicures in de uiterlijke verzorging gaan werken. Bij de schoonheidsspecialistes is of wordt ruim 30% ondernemer, en de helft is of wordt werknemer. Bij de pedicures gaat het om duidelijk meer ondernemers (45%; en dus 43% werknemers). Tegelijk is de vraag of die ruimte er is voor al die nieuwe werknemers en ondernemers. Het aantal zzp bedrijven in de schoonheidsverzorging is de afgelopen jaren bijna verdrievoudigd en dat maakt de spoeling dun. Door steeds maar weer grote aantallen vakmensen op te leiden blijft de spoeling verder verdunnen. Dat zorgt niet voor een vitale bedrijvigheid en brengt onvermijdelijk ook veel bedrijfssluitingen met zich mee. Het gegeven dat van degenen die niet in de uiterlijke verzorging werken er bijna 60% is die dat eigenlijk wel wil is betekenis voor het perspectief; men wil wel maar kan niet. De arbeidsmarkt voor zzp bedrijven en bedrijven met personeel is kennelijk beperkt. Dat zou ook betekenis moeten hebben voor de aantallen studenten die men in de opleiding zou moeten willen hebben. Ook bij pedicures is het aantal zzp bedrijven fors gegroeid maar niet zo extreem als bij de schoonheidspecialisten waar we een verdrievoudiging zien in de afgelopen 10 jaar. Meer bedrijven maakt de spoeling dun, tenzij er sprake is van veel meer belangstelling voor de diensten van pedicures. Met de vergrijzing is dat voor pedicures natuurlijk niet onlogisch. Het gegeven dat een groot deel van de afgestudeerden al zo kort na de opleiding de wens om in deze branche te werken heeft kunnen waarmaken zegt iets over de ruimte in de markt. Anders dan bij de schoonheidsspecialisten is er geen aanleiding om kritisch te zijn op de gerealiseerde groei van de opleidingen.
37
Door de interferentie van de arbeidsmarkt voor pedicures met die van schoonheidspecialisten straalt de ruime markt voor schoonheidsspecialisten wel af op de markt voor pedicures. Veel van de opgeleide specialisten hebben immers ook de juiste achtergrond voor het uitoefenen van het vak van pedicure. De opleiding De opleiding voor schoonheidspecialistes op zowel niveau 3 als 4 is voor wat betreft de basishandelingen prima op orde. Men heeft er voldoende geleerd en de geleerde handelingen komen in de praktijk ook veel voor. Dat geldt met name voor de huidanalyse, gezichtsbehandeling, lichaamsbehandeling en de cosmetische behandeling van hand, nagel en voeten. Voor niveau 3 opleidingen zijn er terzake visagie, donkere huid, mannenhuid en nagelstyling wel wat aanknopingspunten voor verbetering. De niveau 4 opleidingen zijn wat dat betreft op orde. De wellnessbehandelingen en ook enkele van de gespecialiseerde behandelingen scoren goed bij de niveau 4 opleiding. Op het punt van de bedrijfsvoering zien we bij beide opleidingen manco’s. Bij de niveau 4 opleiding zijn die minder prominent dan bij niveau 3, maar desondanks kan met een gerust hard de stelling verdedigd worden dat de technische basis voor het ondernemerschap wel maar de bedrijfseconomische basis zeker niet in de opleiding gelegd wordt. Op dit punt zijn dan ook veel nascholingsbehoeften. In een sector waar uiteindelijk 96% van alle ondernemingen zzp bedrijven zijn en dus het beroepsperspectief van schoonheidsspecialistes vooral een van ondernemerschap is dan wekt dat wel verwondering. Omgekeerd zien we dat de voorbereiding op het werknemerschap in grotere bedrijven als die in de wellnesssector met name in de niveau 4 opleiding goed verzorgd is. Belangrijkste tekortkoming van de opleiding is de voorbereiding op het ondernemerschap; daar is nog een hoop te winnen. De opleiding voor pedicure ziet er qua technische competenties goed uit. Op de onderdelen van de basisvaardigheden vinden vrijwel alle gediplomeerden dat ze voldoende geleerd hebben. In iets mindere mate geldt dat ook voor de gespecialiseerde behandelingen en voor diagnose en behandeling van de risicovoet. Daar is nog ruimte voor verbetering van de opleiding want deze onderdelen worden wel regelmatig gebruikt. Op het punt van de bedrijfsvoering (inclusief de commerciële competenties) zien we dat de opleiding op de meeste punten goed of voldoende scoort. Het best gewaardeerd zijn de onderdelen van het adviseren en voorlichting geven van klanten. Op het terrein van marketing tarieven bepalen en inkoop is nog verbetering mogelijk. Daar vindt soms minder dan de helft dat ze er voldoende van hebben geleerd, en is er wel frequente toepassing nodig. Een vraagstuk van een geheel andere orde is de actuele praktijk dat veel leerlingen op het ROC twee opleidingen volgen -na elkaar of overlappend- en hier ook een diploma voor halen. De belangstelling op ROC’s voor een geheel zelfstandige opleiding voor pedicure is betrekkelijk gering. Iets meer dan een kwart van de pedicures die afstuderen volgt apart deze opleiding; ¾ combineert beide opleidingen. Velen combineren de competenties later ook de beroepsuitoefening. De vraag dient gesteld te worden of deze situatie gecontinueerd moet worden of de leerlingen en de beide branche er niet mee gebaat zouden zijn om de opleiding zelf ook in een integraal aanbod aan te bieden. Of dat onderwijskundig kan zou dan wel eerst vastgesteld moeten worden.
38
Bijlage 1 Vragenlijst
B3649\23 januari 2009
De vragenlijst wordt voorgelegd via een Internet enquête. Via een brief die verzonden wordt door de IB-groep worden personen geselecteerd die een opleiding hebben gevolgd in de uiterlijke verzorging. De enquête is maatwerk en gericht op de personen die in de belangstelling van de brancheorganisaties vallen. Anbos en Provoet zijn geïnteresseerd in degenen die met een diploma de arbeidsmarkt opkomen. Het Branche Platform Kappers is juist geïnteresseerd in degenen die de opleiding ongediplomeerd verlaten. Wij krijgen een geanonimiseerd bestand en kunnen aan de inlogcode zien of de desbetreffende persoon een opleiding voor kapper, schoonheidsspecialist of voetverzorger heeft gehad, en dus ook of er een diploma gehaald is. Bij schoonheidspecialisten en voetverzorgers komt het regelmatig voor dat er 2 diploma’s worden behaald en de IB-groep registreert altijd maar één diploma. Over de diploma’s en opleiding worden desondanks vragen gesteld. Dat zijn controlevragen om na te gaan of alles goed gegaan is. De vragenlijst bestaat uit een 6-tal blokken en een afsluiting. Er zit een systeem van routing in de vragenlijst dat in de platte tekst die nu voorligt niet direct zichtbaar is. De meeste blokken zijn voor alle respondenten geldig. Blok 3 is alleen geldig voor degenen die een niet afgeronde opleiding kappers hebben gedaan; dat gaat over de redenen waarom ze met de studie gestopt zijn. Blok 5 over de kwalitatieve aansluiting geldt alleen voor degenen die een afgeronde opleiding voor schoonheidspecialisten of pedicure hebben gedaan Overzicht van de blokken van de vragenlijst. Blok
Inhoud
Voor wie
1
Introductie
Allen
2
Screening opleidingsachtergrond
Allen
3
Redenen studiestakers
Kappers die met de opleiding gestopt zijn
4
Arbeidsmarkt en scholing situatie
Allen
5
Kwalitatieve aansluiting
Schoonheidspecialistes en Pedicures
6
Toekomstverwachtingen werk en scholing
Allen
7
Afsluiting
Allen
39
Blok 1 Algemene introductie voor alle respondenten Beste ex leerling van een opleiding in de uiterlijke verzorging, Fijn dat je mee wilt doen aan de enquête over de arbeidsmarkt en opleidingen in de uiterlijke verzorging. De uitnodiging voor deze enquête heb je gekregen door een brief van de IB-groep waar alle studenten en leerlingen van onderwijsinstellingen in Nederland geregistreerd staan. Onderzoekbureaus zoals EIM kunnen vragen om brieven of vragenlijsten te versturen zonder dat we zelf over die adressen en namen beschikken. We doen dit onderzoek voor het Hoofd Bedrijfschap Ambachten die dat doet namens de Anbos, het Branche Platform Kappers en ProVoet. De vragenlijst bevat vragen over de opleiding waar je aan deelgenomen hebt en over je huidige werk. Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer een kwartier van je tijd nemen.
Blok 2 Opleidingsachtergrond (alle respondenten) Deze vragen gaan over de opleiding voor de uiterlijke verzorging waar je kort geleden aan deelgenomen hebt. Welke opleiding in de uiterlijke verzorging heb je gevolgd?
Schoonheidspecialiste
Grimmeur
Pedicure
Kapper
Schoonheidsspecialiste en pedicure
Kapper en pedicure
Kapper en schoonheidsspecialiste
In het MBO zijn opleidingen op niveau 1, 2, 3 en 4. Weet je welk niveau jouw opleiding had?
Kapper niveau 2
Afro kapper niveau 2
Kapper niveau 3 (all round kapper)
Afro kapper niveau 3 (all round afro kapper)
Schoonheidsspecialiste niveau 3
Schoonheidsspecialiste niveau 4
Pedicure niveau 3
Pedicure niveau 4 (medisch pedicure)
Heb je deze opleiding afgerond met een diploma?
40
Nee, ik ben met de opleiding gestopt.
Ja, ik heb een diploma gehaald voor mijn opleiding
Ja, ik heb twee diploma’s behaald
(alleen voor kappers) Had je een arbeidscontract in een kapsalon (was het een bbl opleiding) toen je de opleiding verliet?
Ja
Nee
Blok 3 Redenen studiestakers (alleen kappers die gestopt zijn met de opleiding) Wanneer ben je met de opleiding gestopt.
In het eerste jaar van de opleiding
In het tweede jaar van de opleiding
Op een ander moment
Weet niet
Hieronder staan stellingen over redenen om met de opleiding te stoppen. Wil je per onderwerp aangeven of dat bij je meespeelde toen je stopte. Heb je de interesse voor het kappersvak verloren.
Ja
Nee
Kon je elders een (leukere of betere) baan krijgen.
Ja
Nee
Wilde je een eigen bedrijf beginnen in het kappersvak.
Ja
Nee
Kon je geen stageplaats of leerbedrijf vinden?
Ja
Nee
Vond je de opleiding te duur?
Ja
Nee
Had je slechte cijfers op de opleiding.
Ja
Nee
Vond je de opleiding te zwaar
Ja
Nee
41
Was de opleiding achteraf niet zo’n goede keuze
Ja
Nee
Ging het in het leerbedrijf niet zo goed als je verwachtte?
Ja
Nee
Vond je een opleiding in een heel ander beroep eigenlijk interessanter
Ja
Nee
Ben je ziek geworden waardoor je met je opleiding moest stoppen
Ja, het was een ziekte die met het vak te maken heeft
Ja, maar mijn ziekte had niets met het vak te maken
Nee
Ben je verhuisd en kon je daardoor niet verder met je opleiding
Ja
Nee
Waren er andere persoonlijke redenen om te stoppen met de opleiding?
Nee
Ja, er waren de volgende redenen (toelichting vragen)
Blok 4 Arbeidsmarktsituatie (allen) Wat doe je nu? Ben je … 1
werknemer in de uiterlijke verzorging
2
werknemer in een andere sector; detailhandel, gezondheidszorg,
3
zelfstandig ondernemer in de uiterlijke verzorging
4
zonder betaald werk
Indien 1 Werk je in
Een kapperszaak
Een salon voor schoonheidsspecialisten
Een bedrijf voor voetverzorging
Een bedrijf in de wellness sector; (sauna, beauty farm, zonnestudio, fitness, hotel met wellness voorziening)
Een hotel of parfumerie met schoonheidssalon, of kapsalon
Een zorginstelling met voorziening voor pedicure, kapsalon of schoonheidsbehandelingen
42
Indien 2 Werk je in
De gezondheidszorg
Een parfumerie of drogist
Een andere winkel
Een kantoor
Anders namelijk ……………………………………………….
Indien 3 Heb je een bedrijf als
Kapper
Schoonheidspecialist
Pedicure
Combinatie kapper en schoonheid of pedicure
Combinatie schoonheidspecialist en pedicure
Indien schoonheidspecialist;
Ken je de Algemene Nederlandse Bond voor Schoonheidsspecialisten; Anbos en ben je lid? o
Ja ik ken ze en ben lid van de Anbos
o
Ja maar ik ben geen lid
o
Nee
Indien 4 Ben je werkzoekend
Ja
Nee
Ben je op zoek naar een baan in
Een kapperszaak
Een salon voor schoonheidsspecialisten
Een bedrijf voor voetverzorging
Een bedrijf in de wellness sector; (sauna, beauty farm, zonnestudio, fit-
ness)
Een hotel of parfumerie met schoonheidssalon, of kapsalon
Een zorginstelling met voorziening voor pedicure, kapsalon of schoonheidsbehandelingen
Een baan die niets met mijn opleiding te maken heeft.
Voor alle respondenten Volg je momenteel een opleiding?
Ja
Nee
43
Indien ja
Is dat een opleiding voor
Kapper niveau 2
Kapper niveau 3
Schoonheidspecialist niveau 3
Schoonheidspecialist niveau 4
Pedicure niveau 3
Pedicure niveau 4
Een andere opleiding op mbo niveau namelijk ……………………………….
Een andere opleiding op hbo niveau namelijk ……………………………..
Blok 5 Inhoudelijke aansluiting (5A alleen voor schoonheidspecialistes, 5B voor pedicures) Alleen voor personen die een afgeronde opleiding in schoonheid of voet hebben gedaan en werk hebben gevonden of ondernemer zijn in de uiterlijke verzorging. Screening schoonheid of pedicure
Blok 5A schoonheidsspecialisten Bij de volgende vragen willen we nagaan of je voldoende hebt gehad aan je opleiding en de opgedane vaardigheden en kennis kunt toepassen in je huidige werk. Voor ieder onderwerp willen we drie dingen weten; heb je het geleerd op de opleiding, gebruik je het in de praktijk en heb je behoefte aan scholing op dat onderwerp. Als je bijvoorbeeld van het onderwerp mannenhuid vindt dat je er voldoende over geleerd hebt, dit soms gebruikt en er geen scholingsbehoefte aan hebt vult je dit als volgt in: geleerd voldoende of niet
Mannenhuid
44
gebruik
scholingsbehoefte
voldoende
niet
gebruik
gebruik
gebruik
geleerd
geleerd
ik vaak
ik soms
ik niet
X
X
ja
nee
X
Dit zijn de onderwerpen Geleerd voldoende of niet
gebruik
scholingsbehoefte
voldoende
niet
gebruik
gebruik
gebruik
geleerd
beter
ik vaak
ik soms
ik niet
ja
nee
Huidanalyse
Gezichtsbehandeling
Lichaamsbehandeling
Cosmetische behandeling hand, nagel en voeten
Visagie
Nagelstyling, van de natuurlijke nagel (geen kunstnagels)
Donkere huid
Mannenhuid
Gespecialiseerde behandeling; acne
Gespecialiseerde behandeling; camouflage
Gespecialiseerde behandeling; pincementmassage
Gespecialiseerde behandeling; manuele lymfedrainage
Gespecialiseerde behandeling; oosterse massage (Shiatsu)
Gespecialiseerde behandeling; ontharen laserbehandeling
Gespecialiseerde behandeling; permanent make-up
Gespecialiseerde behandeling; voetreflexzonemassage
Gespecialiseerde behandeling; bindweefselmassage
Wellnessbehandeling; Aromatherapie
Wellnessbehandeling; Thalassotherapie
den
Wellnessbehandeling; hoofdhuid en oormassage
Wellnessbehandeling; kleuradvies make-up en kleding
thoden
Cliënten adviseren over producten en behandelingen
Bedrijf starten
Bedrijfsplan opstellen
Marketing bedrijf, reclame, klantenwerving
Verkooptechnieken
Inkoop en voorraadbeleid uitvoeren
Prijzen/ tarieven bepalen
Financiële administratie voeren
Personeel werven en aanstellen
Personeel begeleiden
Wellnessbehandeling; advies en toepassing afslankmetho-
Wellnessbehandeling; adviseren toepassen bruiningsme-
45
Screening voor alleen pedicures
Blok 5B pedicures Bij de volgende vragen willen we nagaan of je voldoende hebt gehad aan je opleiding en de opgedane vaardigheden en kennis kunt toepassen in je huidige werk. Voor ieder onderwerp willen we drie dingen weten; heb je het geleerd op de opleiding, gebruik je het in de praktijk en heb je behoefte aan scholing op dat onderwerp. Als je bijvoorbeeld van het onderwerp “behandeling risicovoet” vindt dat je er voldoende over geleerd hebt, dit soms gebruikt en er geen scholingsbehoefte aan hebt vult je dit als volgt in:
geleerd voldoende of niet
Gespecialiseerde behandeling behandelen risicovoet
gebruik
scholingsbehoefte
voldoende
kon
gebruik
gebruik
gebruik
geleerd
beter
ik vaak
ik soms
ik niet
X
X
ja
nee
X
geleerd voldoende of niet
gebruik
scholingsbehoefte
voldoende
kon
gebruik
gebruik
gebruik
geleerd
beter
ik vaak
ik soms
ik niet
ja
nee
Voetonderzoek uitvoeren
Basisbehandeling voeten uitvoeren
Gespecialiseerde behandeling screenen risicovoet
Gespecialiseerde behandeling behandelen risicovoet
Specialistische technieken uitvoeren
Voorlichting aan klant geven
Cliënten adviseren over producten en behandelingen
Bedrijf starten
Bedrijfsplan opstellen
Marketing bedrijf, reclame, klantenwerving
Inkoop en voorraadbeleid uitvoeren
Tarieven bepalen
Financiële administratie voeren
Personeel werven en aanstellen
Personeel begeleiden
46
Screening voor alleen kappers van het Zadkine college
Blok 5C Kappers Bij de volgende vragen willen we nagaan of je voldoende hebt gehad aan je opleiding en de opgedane vaardigheden en kennis kunt toepassen in je huidige werk. Voor ieder onderwerp willen we drie dingen weten; heb je het geleerd op de opleiding, gebruik je het in de praktijk en heb je behoefte aan scholing op dat onderwerp. Als je bijvoorbeeld van het onderwerp “föhnen en stylen” vindt dat je er voldoende over geleerd hebt, dit soms gebruikt en er geen scholingsbehoefte aan hebt vult je dit als volgt in:
geleerd voldoende of niet
Föhnen en stylen
gebruik
scholingsbehoefte
voldoende
niet
gebruik
gebruik
gebruik
geleerd
geleerd
ik vaak
ik soms
ik niet
X
X
ja
nee
X
geleerd voldoende of niet
gebruik
scholingsbehoefte
voldoende
niet
gebruik
gebruik
gebruik
geleerd
geleerd
ik vaak
ik soms
ik niet
ja
nee
Afspraken maken en ontvangen van klanten
Analyse van haar en hoofdhuid
Knippen en snijden van het haar
Verzorgen van haar en hoofdhuid
Kappen van lang haar
Föhnen en stylen
Tijdelijk omvormen van het haar
Blijvend omvormen van het haar
Producten en diensten verkopen aan de klant
Kleuren en ontkleuren van het haar
Behandeling afronden en administratie bijwerken
47
Blok 6 Toekomstverwachtingen werk en scholing (Allen) (aanwijzing voor de webontwikkelaar) Dit is een wat ingewikkeld blok qua screening. Gebruik hiervoor de eerste screeningvraag van blok 4. Er zitten vragen bij voor de volgende groepen; 6.1 Vragen voor zowel werkgevers als werknemers in de uiterlijke verzorging 6.2 Vragen voor werknemers in de uiterlijke verzorging 6.3 Vragen voor werkgevers in de uiterlijke verzorging 6.4 Vragen voor werkenden buiten de uiterlijke verzorging of voor degenen die niet actief zijn op de arbeidsmarkt (geen werk)
6.1.
Screening voor respondenten werkzaam als ondernemer in de uiterlijke verzorging of werknemer in de uiterlijke verzorging (groep 6.1) Verwacht je over een jaar nog werkzaam te zijn in je eigen bedrijf?
Ja
Nee
Heb je momenteel behoefte aan bij- of nascholing?
Ja
Nee
Indien Ja Op welk terrein ligt dan de nascholing (meerdere antwoorden mogelijk)
6.2.
Vaktechnische gespecialiseerde behandelingen
Verkooptechnieken
Marketing en klantenwerving
Bedrijfvoering
Modetrends in de branche
Screening voor werknemers in de uiterlijke verzorging Ben je op zoek naar een andere baan
Ja, ik wil voor mezelf beginnen in de uiterlijke verzorging
Ja, naar een ander bedrijf in de uiterlijke verzorging
Ja, maar ik zoek een baan buiten de uiterlijke verzorging
Nee, ik blijf bedrijf waar ik nu werk
6.3 Screening voor ondernemers in de uiterlijke verzorging Overweeg je te stoppen met je bedrijf?
48
Ja, ik ga een baan zoeken als werknemer in de uiterlijke verzorging.
Ja, ik ga een baan zoeken buiten de uiterlijke verzorging.
Ja, maar ik weet nog niet wat ik ga doen.
Nee, ik ga door met mijn bedrijf
6.4
Screening voor werkenden buiten de uiterlijke verzorging en voor niet actieven Overweeg je te gaan werken in de uiterlijke verzorging?
Ja, ik ga een baan zoeken als kapper.
Ja, ik ga een baan zoeken als schoonheidsspecialist of pedicure.
Ja, ik ga een kappersbedrijf beginnen.
Ja, ik ga een schoonheidssalon beginnen.
Ja, ik ga een praktijk voor voetverzorging beginnen.
Blok 7 Afsluiting (allen) Dit is het einde van onze vragenlijst. Mede namens het HBA, het Brancheplatform Kappers, de Anbos en ProVoet willen wij je hartelijk danken voor het deelnemen aan dit onderzoek. Voor de deelnemers van dit onderzoek worden 4 minilaptops Samsung N140 verloot. Als je kans wilt maken op zo’n prachtige minilaptop vul dan hieronder je mailadres op. Je krijgt dan van ons bericht over de loting.
………………………………………………………………………….
Heb je nog een opmerking over de vragenlijst of over dit onderzoek dan verzoeken wij je deze hieronder te noteren ………………………………………………………………………….
Dank voor je medewerking. Jos de Jonge Onderzoeker EIM, Zoetermeer
49
50
Bijlage 2 Aansluiting opleiding beroepspraktijk voor schoonheidspecialistes In de onderstaande figuren wordt een grafische weergave gegeven van de relatie tussen beroepspraktijk en opleiding. De roze lijn is steeds de lijn van de opleiding, de blauwe van de beroepspraktijk. Als de waarde ver van het 0-punt afzit is het ook een belangrijk onderwerp; het komt veel voor in de beroepspraktijk (blauw) en of is voldoende geleerd (roze). Zo worden achtereenvolgend de basisbehandelingen, de gespecialiseerde behandelingen, de wellnessbehandelingen en de bedrijfsvoering gepresenteerd. Als de waarde van blauwe en roze lijn bij elkaar in de buurt komen dan komt de bedrijfsvoering overeen met het geleerde. Het cijfer 100 betekent dat het door alle respondenten gezien wordt als een onderwerp dat voldoende geleerd is en door iedereen ook vaak wordt toegepast. Als de beroepspraktijk verder van de 0 vandaan zit dan het geleerde (dus Blauw zit buiten roze dan schiet de opleiding tekort ten opzichte van de beroepspraktijk. Bij kleine verschillen heeft dan geen betekenis maar grote verschillen wel. Basisbehandelingen niveau 3
beroepspraktijk geleerd
Huidanalyse 100 Mannenhuid
80
Gezichtsbehandeling
60 40 20 Donkere huid
Lichaamsbehandeling
0
Nagelstyling, van de natuurlijke nagel (geen kunstnagels)
Cosmetische behandeling hand, nagel en voeten Visagie
beroepspraktijk
Basisbehandelingen niveau 4
geleerd
Huidanalyse 100 Mannenhuid
80
Gezichtsbehandeling
60 40 20 Donkere huid
0
Nagelstyling, van de natuurlijke nagel (geen kunstnagels)
Lichaamsbehandeling
Cosmetische behandeling hand, nagel en voeten Visagie
51
Gespecialiseerde behandelingen niveau 3
beroepspraktijk geleerd
Acne 50 Bindweefselmassage
40
Camouflage
30 20 Voetreflexzonemassage
10
Pincementmassage
0
Permanent make-up
Manuele lymfedrainage
Ontharen laserbehandeling
Oosterse massage (Shiatsu)
beroepspraktijk
Gespecialiseerde behandelingen niveau 4
geleerd
Acne 100 Bindweefselmassage
80
Camouflage
60 40 Voetreflexzonemassage
20
Pincementmassage
0
Permanent make-up
Ontharen laserbehandeling
52
Manuele lymfedrainage
Oosterse massage (Shiatsu)
beroepspraktijk
Wellnessbehandelingen niveau 3
geleerd
Aromatherapie 60 50 40
Adviseren toepassen bruiningsmethoden
Thelassotherapie
30 20 10 0
Advies en toepassing afslankmethoden
Kleuradvies make-up en kleding
Hoofdhuid en oormassage
Wellnessbehandelingen niveau 4
beroepspraktijk geleerd
Aromatherapie 100 80 Adviseren toepassen bruiningsmethoden
60
Thelassotherapie
40 20 0
Advies en toepassing afslankmethoden
Kleuradvies make-up en kleding
Hoofdhuid en oormassage
53
Bedrijfsvoering niveau 3
beroepspraktijk geleerd
Cliënten adviseren over producten en behandelingen 100 Personeel begeleiden
Bedrijf starten
80 60 40
Personeel w erven en aanstellen
Bedrijfsplan opstellen
20 0 Marketing bedrijf, reclame, klantenw erving
Financiële administratie voeren
Prijzen/ tarieven bepalen
Verkooptechnieken
Inkoop en voorraadbeleid uitvoeren
Bedrijfsvoering niveau 4
beroepspraktijk geleerd
Cliënten adviseren over producten en behandelingen 100 Personeel begeleiden
80
Bedrijf starten
60 Personeel w erven en aanstellen
40
Bedrijfsplan opstellen
20 0 Marketing bedrijf, reclame, klantenw erving
Financiële administratie voeren
Prijzen/ tarieven bepalen
Verkooptechnieken Inkoop en voorraadbeleid uitvoeren
54
Bijlage 3 Aansluiting opleiding beroepspraktijk bij pedicures In de onderstaande figuren wordt een grafische weergave gegeven van de relatie tussen beroepspraktijk en opleiding. De roze lijn is steeds de lijn van de opleiding, de blauwe van de beroepspraktijk. Als de waarde ver van het 0-punt afzit is het ook een belangrijk onderwerp; het komt veel voor in de beroepspraktijk (blauw) en of is voldoende geleerd (roze). Zo worden achtereenvolgend de vaktechnische en de bedrijfsvoering gepresenteerd. Als de waarde van blauwe en roze lijn bij elkaar in de buurt komen dan komt de bedrijfsvoering overeen met het geleerde. Het cijfer 100 betekent dat het door alle respondenten gezien wordt als een onderwerp dat voldoende geleerd is en door iedereen ook vaak wordt toegepast. Als de beroepspraktijk verder van de 0 vandaan zit dan het geleerde (dus blauw zit buiten roze dan schiet de opleiding tekort ten opzichte van de beroepspraktijk). Bij kleine verschillen heeft dan geen betekenis maar grote verschillen wel.
Vaktechnische competenties van pedicures Voetonderzoek uitvoeren 100% 80% 60% Specialistische technieken uitvoeren
40%
Basisbehandeling voeten uitvoeren
20% 0%
Gespecialiseerde behandeling behandelen risicovoet
Gespecialiseerde behandeling screenen risicovoet
Competenties bedrijfsvoering van pedicures
Voorlichting aan klant geven 100% Personeel w erven en aanstellen
80%
Cliënten adviseren over producten en behandelingen
60% 40% Financiële administratie voeren
20%
Bedrijf starten
0%
Tarieven bepalen
Inkoop en voorraadbeleid uitvoeren
56
Bedrijf splan opstellen
Marketing bedrijf, reclame, klantenw erving
Bijlage 4 Bijscholingsbehoefte bij schoonheidsspecialistes Bijschol ingsbehoefte van on d e r n e m e r s i n d e b r a n c h e 1.
1
Huidanalyse
24%
Gezichtsbehandeling
20%
Lichaamsbehandeling
25%
Cosmetische behandeling hand, nagel en voeten
20%
Visagie
36%
Nagelstyling, van de natuurlijke nagel (geen kunstnagels)
29%
Donkere huid
42%
Mannenhuid
40%
Gespecialiseerde behandeling; acne
58%
Gespecialiseerde behandeling; camouflage
49%
Gespecialiseerde behandeling; pincementmassage
49%
Gespecialiseerde behandeling; manuele lymfedrainage
53%
Gespecialiseerde behandeling; oosterse massage (Shiatsu)
51%
Gespecialiseerde behandeling; ontharen laserbehandeling
53%
Gespecialiseerde behandeling; permanent make-up
55%
Gespecialiseerde behandeling; voetreflexzonemassage
49%
Gespecialiseerde behandeling; bindweefselmassage
51%
Wellnessbehandeling; Aromatherapie
49%
Wellnessbehandeling; Thelassotherapie
49%
Wellnessbehandeling; advies en toepassing afslankmethoden
47%
Wellnessbehandeling; hoofdhuid en oormassage
51%
Wellnessbehandeling; kleuradvies make-up en kleding
49%
Wellnessbehandeling; adviseren toepassen bruiningsmethoden
44%
Cliënten adviseren over producten en behandelingen
44%
Bedrijf starten
61%
Bedrijfsplan opstellen
61%
Marketing bedrijf, reclame, klantenwerving
65%
Verkooptechnieken
59%
Inkoop en voorraadbeleid uitvoeren
57%
Prijzen/ tarieven bepalen
54%
Financiële administratie voeren
63%
Personeel werven en aanstellen
46%
Personeel begeleiden
46%
Het percentage geeft aan welk percentage van de ondernemers zegt scholingbehoefte op de desbetreffende handelingen te hebben.
57
Bijschol ingsbehoefte van we r k n e me r s in d e b r a nc h e 1.
1
Huidanalyse
39%
Gezichtsbehandeling
35%
Lichaamsbehandeling
41%
Cosmetische behandeling hand, nagel en voeten
32%
Visagie
59%
Nagelstyling, van de natuurlijke nagel (geen kunstnagels)
42%
Donkere huid
64%
Mannenhuid
55%
Gespecialiseerde behandeling; acne
65%
Gespecialiseerde behandeling; camouflage
50%
Gespecialiseerde behandeling; pincementmassage
47%
Gespecialiseerde behandeling; manuele lymfedrainage
55%
Gespecialiseerde behandeling; oosterse massage (Shiatsu)
53%
Gespecialiseerde behandeling; ontharen laserbehandeling
59%
Gespecialiseerde behandeling; permanent make-up
52%
Gespecialiseerde behandeling; voetreflexzonemassage
57%
Gespecialiseerde behandeling; bindweefselmassage
59%
Wellnessbehandeling; Aromatherapie
45%
Wellnessbehandeling; Thelassotherapie
43%
Wellnessbehandeling; advies en toepassing afslankmethoden
49%
Wellnessbehandeling; hoofdhuid en oormassage
47%
Wellnessbehandeling; kleuradvies make-up en kleding
55%
Wellnessbehandeling; adviseren toepassen bruiningsmethoden
49%
Cliënten adviseren over producten en behandelingen
62%
Bedrijf starten
66%
Bedrijfsplan opstellen
64%
Marketing bedrijf, reclame, klantenwerving
65%
Verkooptechnieken
72%
Inkoop en voorraadbeleid uitvoeren
65%
Prijzen/ tarieven bepalen
66%
Financiële administratie voeren
63%
Personeel werven en aanstellen
57%
Personeel begeleiden
59%
Het percentage geeft aan welk percentage van de ondernemers zegt scholingbehoefte op de desbetreffende handelingen te hebben.
58
Bijlage 5 Bijscholingsbehoefte bij pedicures
Bijschol ingsbehoefte van on d e r n e m e r s i n d e b r a n c h e Vaktechnische gespecialiseerde behandelingen
83%
Modetrends in de branche
26%
Cliënten adviseren over producten en behandelingen
50%
Bedrijf starten
68%
Bedrijfsplan opstellen
64%
Marketing bedrijf, reclame, klantenwerving
71%
Inkoop en voorraadbeleid uitvoeren
71%
Prijzen/ tarieven bepalen
61%
Financiële administratie voeren
71%
Personeel werven en aanstellen
61%
Personeel begeleiden
61%
B i j s c h o l i n g s b e h o e f te v a n w e r k n e me r s in d e b r a nc h e Vaktechnische gespecialiseerde behandelingen
89%
Modetrends in de branche
61%
Cliënten adviseren over producten en behandelingen
62%
Bedrijf starten
57%
Bedrijfsplan opstellen
60%
Marketing bedrijf, reclame, klantenwerving
60%
Inkoop en voorraadbeleid uitvoeren
70%
Prijzen/ tarieven bepalen
60%
Financiële administratie voeren
57%
Personeel werven en aanstellen
52%
Personeel begeleiden
58%
59
60
Research voor Beleid Bredewater 26 Postbus 602 2700 MG Zoetermeer tel: 079 32 22 222 fax: 079 32 22 212 e-mail:
[email protected] www.research.nl