Factsheet 3 WAAR GAAT HET GELD NAARTOE? Het investeringsplan voor Europa zal bestaan uit een pakket maatregelen om in de komende drie jaar (2015–2017) voor ten minste 315 miljard EUR openbare en particuliere investeringen beschikbaar te maken voor de reële economie. Het investeringsplan bestaat uit drie onderdelen: 1) investeringsfinanciering mobiliseren zonder overheidsschulden aan te gaan, 2) steun verlenen aan projecten en investeringen op belangrijke gebieden zoals infrastructuur, onderwijs, onderzoek en innovatie, en 3) sectorspecifieke en andere financiële en niet-financiële hindernissen voor investeringen wegnemen. De Europese Commissie en de Europese Investeringsbank zullen een partnerschap opzetten met als doel investeringen te mobiliseren, voornamelijk in strategische infrastructuur, kleine en middelgrote ondernemingen en midcap-ondernemingen, om zo het concurrentievermogen van de EU te versterken. Het partnerschap bereikt dit doel door als katalysator te fungeren voor investeringen van de particuliere sector. Het partnerschap krijgt een sterk profiel en biedt EU-burgers, instellingen en het maatschappelijk middenveld een hoger niveau van transparantie; monitoring en verslaglegging zullen voldoen aan de strengste eisen op het gebied van verantwoording. MOBILISEREN VAN INVESTERINGSFINANCIERING
MIDDELEN MOETEN REËLE ECONOMIE BEREIKEN
BETER INVESTERINGSKLIMAAT
Zorgen dat het geld daar terechtkomt waar het nodig is Het generen van extra investeringsfinanciering is op zich niet voldoende: de middelen moet terechtkomen bij levensvatbare projecten die een reële toegevoegde waarde bieden voor de Europese economie. Investeerders moeten de zekerheid hebben dat er altijd levensvatbare projecten beschikbaar zijn, met name bij grote infrastructuurprojecten. Meer transparantie en risico-inzicht zijn vereist om aanvullende investeringen te genereren. Het partnerschap maakt gebruik van de kennis van de EIB via haar ervaren personeel en haar expertise in de sector en kan zich daardoor snel richten op de volgende taken: • respons op lacunes in de markt waarvoor een grotere risicodragende capaciteit vereist is; • samenwerken met nieuwe cliënten en zorgen voor een grotere sectorale dekking;
1
• nieuwe producten aanbieden; • nieuwe uitvoeringsmethoden bieden in samenwerking met de nationale stimuleringsbanken en particuliere financiële instellingen.
Goede projecten identificeren De Commissie en de EIB hebben samen met de lidstaten een taskforce opgezet om mogelijke belemmeringen voor investeringen en potentiële projecten door te lichten. Uit het binnenkort te verschijnen eerste verslag van de taskforce blijkt dat op EU-niveau meer moet worden gedaan om cruciale investeringsprojecten te identificeren en te activeren en investeerders op de hoogte te houden van de voortgang van de projecten. De EIB-groep zal erop toezien dat de pijplijn van het EFSI transparant is en regelmatig wordt geactualiseerd. De lidstaten (met inbegrip van de regionale overheden en de nationale stimuleringsbanken), de Europese instellingen en particuliere investeerders zullen aan de pijplijn een bijdrage kunnen leveren door projecten in te dienen of te steunen. Dat betekent niet dat elk project in de Europese pijplijn via het investeringsplan moet (of zal) worden gefinancierd. De pijplijn maakt echter het investeringspotentieel zichtbaar en zorgt ervoor dat de selectiecriteria transparant zijn.
Investeringen stimuleren door risico te dragen, snel op te treden en aanpassing aan verschillende markten en sectoren mogelijk te maken Het plan voorziet in substantiële risicosteun om projectuitvoerders aan te moedigen investeringsinitiatieven te nemen en om particuliere financiers aan te trekken. Het is de bedoeling dat met partnerschap tussen de Commissie en de EIB ten minste 315 miljard EUR aan extra investeringen in de hele EU wordt vrijgemaakt. Daardoor worden groei en werkgelegenheid gestimuleerd met producten die aan de behoeften van elke regio worden aangepast. Met het partnerschap als basis krijgt de particuliere sector de beschikking over risicoabsorberende financiële producten die hen helpen nieuwe projecten op de rails te zetten. De lidstaten, de nationale stimuleringsbanken en/of particuliere investeerders zullen zowel aan afzonderlijke projecten kunnen deelnemen als kunnen profiteren van de risicoondersteunende garanties die het partnerschap biedt. Doordat het partnerschap deel uitmaakt van de EIB-groep kan het snel worden opgezet en in 2015 al operationeel zijn.
Voorbereiding van de projecten Een belangrijk onderdeel van het plan is het bieden van ondersteuning voor de ontwikkeling en uitvoering van projecten. De nieuwe aanpak houdt in dat expertise van de Commissie, de Europese Investeringsbank, de nationale stimuleringsbanken en de beherende instanties van
2
de Europese structuur- en investeringsfondsen op geïntegreerde wijze ter beschikking wordt gesteld. De ondersteuning omvat onder meer:
• technische bijstand ten behoeve van de structurele opbouw van de projecten; • het gebruik van innovatieve financiële instrumenten; • het gebruik van publiek-private partnerschapsoplossingen; Er wordt een investeringsadviescentrum opgezet waarin alle investeringsadviesdiensten worden samengebracht. Alle vragen over technische bijstand kunnen worden gesteld via een centraal gebruikersvriendelijk portaal, dat zich op drie doelgroepen richt: projectuitvoerders, investeerders en openbare beheersautoriteiten. Het doel daarvan is het investeringsproces te versterken en te versnellen door snel en volledig advies te verlenen: • voor het opzetten en ontwikkelen van hoogwaardige projecten en investeringen; • ter bevordering van het doeltreffende gebruik en de potentiële hefboomwerking van de Europese structuur- en investeringsfondsen, de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, Horizon 2020 en andere EU-fondsen, met name door in overeenstemming met de behoeften van de markt voor versterkte en flexibele inzet van de financieringsinstrumenten te zorgen; • ter verbetering van de toegang tot andere bronnen van publieke en private financiering. Het investeringsadviescentrum helpt overheden en projectuitvoerders in de lidstaten om strategische projecten met een Europese toegevoegde waarde te identificeren, te prioriteren, voor te bereiden, te structureren en te implementeren, en de EU-middelen efficiënter te benutten. Door alle adviesdiensten in één gemeenschappelijke structuur en vorm samen te brengen, komen één centrale bron van expertise en één toegangspunt voor de overheden en projectuitvoerders in de EU tot stand. Het centrum zal voortbouwen op succesvolle, reeds bestaande instrumenten, zoals het JASPERS1-programma, die zullen worden versterkt en uitgebreid, en het nieuwe adviesplatform voor het gebruik van innovatieve financiële instrumenten (Fi-Compass). Het nieuwe centrum moet een bijdrage leveren tot de versterking van het netwerk van nationale stimuleringsbanken en soortgelijke organisaties in heel Europa.
1
Via JASPERS (Joint Assistance to Support Projects in European Regions – Gezamenlijke ondersteuning van projecten in de Europese regio’s) wordt aan de dertien landen die in 2004, 2007 en 2013 tot de Europese Unie zijn toegetreden (Bulgarije, Cyprus, Estland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië) alsmede aan Griekenland, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro en Servië, advies verstrekt bij de voorbereiding van projecten, om deze landen te helpen de kwaliteit te verbeteren van de grote projecten die zij indienen met het oog op subsidiëring via de structuurfondsen en het Cohesiefonds.
3
Vervolgactiviteiten op nationaal niveau Op nationaal, transnationaal en regionaal niveau zullen workshops en andere ondersteuningsactiviteiten worden georganiseerd om specifieke problemen aan te pakken. De nadruk zal liggen op het aantrekken van particuliere investeerders en het tot stand brengen van zo veel mogelijk synergie-effecten tussen nationale en EU-regelingen.
Soorten projecten In overeenstemming met de politieke beleidslijnen van Commissievoorzitter Juncker zullen de nieuwe investeringen gericht zijn op infrastructuur, met name de breedband- en energienetwerken, op vervoersinfrastructuur in industriële centra, op onderwijs, onderzoek en innovatie, en op hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. De middelen moeten terechtkomen bij levensvatbare projecten die een reële toegevoegde waarde bieden voor de Europese sociale markteconomie. De doelgebieden zijn in het bijzonder, maar niet uitsluitend: • • • • •
strategische infrastructuur (investeringen in digitale technologie en energie, overeenkomstig het EU-beleid); vervoersinfrastructuur in industriële centra, onderwijs, onderzoek en innovatie; investeringen ter stimulering van de werkgelegenheid, met name via financiering voor kmo’s en maatregelen om jongeren aan het werk te helpen. uit milieuoogpunt duurzame projecten innovatie en onderzoek en ontwikkeling
De lidstaten zullen de taskforce van Commissie en EIB lijsten bezorgen van projecten die aan de hand van drie sleutelcriteria zullen worden geselecteerd: • • •
de EU biedt meerwaarde (projecten ter ondersteuning van de EU-doelstellingen); de projecten zijn economisch levensvatbaar en waardevol – projecten met een hoge sociaal-economische opbrengst hebben de voorkeur; de projecten kunnen binnen de komende drie jaar van start gaan – dat wil zeggen dat er een redelijke verwachting is dat de kapitaaluitgaven in de periode 2015–2017 kunnen plaatsvinden.
Daarnaast moeten de projecten op de lijsten mogelijkheden bieden voor leverage met betrekking tot andere financieringsbronnen. Ook een redelijke omvang en schaalbaarheid van de projecten is van belang (gedifferentieerd volgens sector/subsector), ook als dit wordt gerealiseerd door kleinere investeringen te bundelen.
4
Typische projecten2 die, afhankelijk van de kenmerken van elk ervan, in aanmerking zouden kunnen komen voor financiering, kunnen door de taskforce van Commissie en EIB worden aangewezen, bijvoorbeeld: • een programma voor de bouw en het herstel van openbare gebouwen, ter verbetering van de energie-efficiëntie ervan, waarvan de uitvoering momenteel wordt verhinderd door gebrek aan financiële middelen; • vervoersverbindingen tussen EU-lidstaten die vertraging hebben ondervonden als gevolg van hoge aanvangskosten; • op lasers gebaseerde onderzoeksinfrastructuur met open toegang in landen die momenteel financiering nodig hebben om vertraging bij de uitvoering te voorkomen; • een programma ter modernisering van schoolfaciliteiten in landen die te kampen hebben met uitvoeringsproblemen en gebrek aan middelen; • investeringen in waterinfrastructuur, met inbegrip van afvalwaterbehandelingsinstallaties en watervoorzieningsfaciliteiten, die door gebrek aan middelen problemen ondervinden. • andere projecten, bijvoorbeeld ter ondersteuning van de uitbreiding en modernisering van vracht- en passagiersfaciliteiten in (lucht)havens, speciale spoorwegverbindingen tussen belangrijke luchthavens en stedelijke centra, vergroeningsprojecten op het gebied van zeevervoer; alternatieve brandstofinfrastructuur langs grote wegen, bioraffinaderijen van de derde generatie, enz.
2
Verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid: De Europese Commissie en de EIB gaan geen financieringsverbintenissen aan voor welk project dan ook en er geldt geen preferentiële toegang tot nationale of Europese middelen voor deze projecten. Er heeft geen specifieke beoordeling plaatsgevonden door de Commissie, de EIB of de leden van de taskforce, en derhalve wordt geen steun geïmpliceerd voor enig investeringsvoorstel van de betrokken organisaties.
5