Inleiding De Oosteinder, de school waar je met plezier naartoe gaat! Scholen verschillen in sfeer en werkwijze; de manier waarop kinderen onderwijs krijgen. En elke school heeft ook weer andere kwaliteiten. Kortom, iedere school is uniek. In deze schoolgids leest u over het onderwijs dat wij op de Oosteinder aanbieden. Of u nu een school zoekt omdat uw kind binnenkort vier jaar wordt, omdat u gaat verhuizen of omdat u een andere school zoekt die beter bij uw kind past. De informatie in deze gids is bedoeld om u te helpen bij de schoolkeuze voor uw kind. Gaan uw kinderen al naar onze school? Dan is deze gids voor u erg handig als naslagwerk. Behalve de informatie over de dagelijkse gang van zaken binnen de school, kunt u ook lezen welke doelen de school nastreeft en op welke wijze we die willen bereiken. Ook maken we duidelijk hoe we de zorg voor de kinderen hebben georganiseerd. En ten slotte leest u hierin wat u van de school mag verwachten, maar ook wat de school verwacht van u als ouders. De schoolgids wordt eenmaal in de vier jaar samengesteld. Wensen van ouders, ouderraad en teamleden zijn erin verwerkt en instemming is verleend door de medezeggenschapsraad. De gids wordt aan alle nieuwe ouders en op aanvraag uitgereikt. Daarnaast kunt u de schoolgids vinden op onze website www.oosteinderschool.nl. Voor de leesbaarheid spreken we in deze gids van ouders en hij. Overal waar ‘ouders’ staat, bedoelen we ook de verzorgers. En daar waar u ‘hij’ leest, kunt u ook ‘zij’ lezen. Mocht u na het lezen van deze gids nog vragen hebben, dan kunt u natuurlijk altijd contact met ons opnemen. Namens het team van de Oosteinder wens ik u veel leesplezier toe. Marijke Könst Directeur Oosteinder
Inhoud 1.
Uitgangspunten van ons onderwijs 1.1 Levensbeschouwelijke uitgangspunten 1.2 Pedagogische uitgangspunten 1.3 Onderwijskundige uitgangspunten 1.4 De kerndoelen van ons onderwijs
2.
De specifieke vormgeving van ons onderwijs 2.1 Hoe volgen wij de ontwikkeling van uw kind 2.2 Informatie voor ouders 2.3 Gescheiden ouders 2.4 Extra (remediërende) hulp 2.5 Logopedie 2.6 De relatie met het samenwerkingsverband 2.7 Begeleiding en overgang naar het voortgezet onderwijs
3.
In en om basisschool de Oosteinder 3.1 De Oosteinder 3.2 De leerlingen 3.3 Schoolteam 3.4 Stichting Katholiek Onderwijs Aalsmeer (SKOA) 3.5 Begeleiding van personeel en inzet van stagiaires en lio van de PABO 3.6 De Medezeggenschapsraad 3.7 De Oudercommissie (OC) 3.8 Ouderbijdrage
4.
Het onderwijs op onze school 4.1 Organisatie van de school 4.2 Activiteiten van de leerlingen
5.
De zorg voor onze leerlingen 5.1 Nieuwe leerlingen op de Oosteinder 5.2 Herfstkinderen 5.3 Het volgen van ontwikkelingen van leerlingen 5.4 De verslaggeving en bespreking van vorderingen 5.5 Interne begeleiding 5.6 Passend onderwijs 5.7 Naar een andere basisschool 5.8 Veiligheidsplan 5.9 Jeugdgezondheidszorg
6.
De resultaten van ons onderwijs
7.
De zorg voor kwaliteit 7.1 Ouderenquête en leerlingenenquête 7.2 Kwaliteitskaarten 7.3 Schoolplan 7.4 Externe kwaliteitscontrole en de inspectie 7.5 Nascholing
8.
Klachtenregeling 8.1 Contactpersonen 8.2 Vertrouwenspersoon 8.3 Vertrouwensinspecteur 8.4 Landelijke klachtencommissie
9.
Praktische zaken
2
1. Uitgangspunten van ons onderwijs Iedere school heeft een eigen visie, waarden en normen. Dit zijn de uitgangspunten voor het leer- en leefklimaat van de school. Op de Oosteinder onderscheiden we de volgende uitgangspunten: 1. Levensbeschouwelijke 2. Pedagogische (opvoedkundige) 3. Onderwijskundige 1.1Levensbeschouwelijke uitgangspunten De Oosteinder is een rooms-katholieke basisschool met een open en ontspannen sfeer. Het onderwijs wordt gegeven vanuit een katholieke levensvisie waarbij respect voor iedereen en dus ook voor mensen met een andere levensovertuiging, vanzelfsprekend is. Wij vragen ouders die voor onze school kiezen, de katholieke identiteit van de Oosteinder te onderschrijven, aanvaarden en te respecteren. In overleg met de catecheet worden projecten gebruikt die de grondthema’s verder uitwerken. Deze projecten vormen als catecheselessen een vast onderdeel in het rooster. Het overkoepelende thema bij deze projecten is ‘Zorgen voor elkaar’. Hierbij wordt gewerkt met de methode ‘Kleur’ en gebruik gemaakt van prentenboeken, sprookjes, sagen en legendes en verhalen uit de Bijbel. Kerstmis en Pasen zijn feesten waaraan nadrukkelijk aandacht wordt besteed in verschillende lessen. We kijken ook verder dan het katholieke geloof. In de catecheselessen maken de leerlingen kennis met een aantal aspecten van de islam, het boeddhisme en het jodendom en wordt er gezocht naar raakvlakken met de christelijke traditie. In deze lessen streven we naar een respectvolle en tolerante houding ten opzichte van diverse geloven. 1.2 Pedagogische uitgangspunten Een school is bedoeld om goed en passend onderwijs te geven. Wij willen dat de school een plaats is waar de kinderen zich thuis voelen. De school moet een plek zijn waar een kind zich veilig voelt, serieus genomen wordt en als individu benaderd wordt. Hierin zit de basis voor goed onderwijs: als uw kind met plezier naar school gaat, zal het er met plezier werken en streven naar goede resultaten. De sfeer waarin een kind opgroeit, is van groot belang om een volwaardig mens te worden. Op onze school staan wij daarom voor een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat. Binnen onze school wordt er voortdurend op toegezien dat kinderen op een prettige manier met elkaar omgaan. Elke vorm van agressie wordt aangepakt. In kringgesprekken wordt regelmatig aandacht geschonken aan de wijze waarop je met elkaar omgaat. De Oosteinder is een school waar een samenwerkend team zorg draagt voor continuïteit zodat de kinderen zich in een veilige omgeving naar eigen vermogen kunnen ontwikkelen. De Oosteinder wil een school zijn: Waar ieder kind bijzonder is. Waar de belangrijke sleutelwoorden zijn: openheid, veiligheid en respect. Waar het begrip gemeenschap een belangrijke rol vervult; dit komt o.a. tot uiting in de omgang tussen kinderen, ouders en leerkrachten. Hierin wordt van alle partijen verwacht dat ze met respect naar elkaar luisteren.
3
Waar het accent gelegd wordt op de basisvaardigheden van leerlingen op het gebied van taal, lezen en rekenen. Waar kinderen leren omgaan met hun eigen emoties en die van anderen. Waar kinderen leren zich sociaal te gedragen, zodat ze optimaal kunnen deelnemen aan de maatschappij. Belangrijk is dat het kind bij alles wat het ontmoet of aangeboden krijgt, zichzelf kan blijven. Het moet alles op eigen wijze kunnen hanteren en in zich opnemen om zo aan zichzelf te kunnen bouwen. Zo ontstaat een begin van vrijheid, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.
1.3 Onderwijskundige uitgangspunten Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Onze taak als leerkrachten is de behoefte naar nieuwe kennis te stimuleren en de kinderen uit te dagen om steeds weer meer te willen ontdekken. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich op verstandelijk, sociaal en creatief gebied ontwikkelen. Die ontwikkeling is pas optimaal wanneer het kind zich veilig voelt op school. We onderkennen dat kinderen verschillend zijn en verschillende mogelijkheden hebben. Om tegemoet te komen aan de verschillen in intelligentie, leertempo en leerprestaties, kiezen wij voor een onderwijssysteem waarin we, waar mogelijk, onderwijs op maat bieden. Naast de basisstof, die voor alle leerlingen hetzelfde is, bieden we variatie in instructievorm, instructietijd, soort oefenstof, hoeveelheid oefenstof en oefentijd. Om deze vorm van onderwijs goed te kunnen organiseren, leren we de kinderen om zelfstandig te werken. De vakken taal, rekenen en lezen vormen de kern van ons onderwijs. Het zijn vaardigheden die de basis vormen voor elke andere ontwikkeling. Daarom leggen wij de nadruk op deze vakken. Zelfstandig werken Onderwijs op maat, of gedifferentieerd werken, betekent extra begeleiding voor individuele leerlingen, herhalingsoefeningen voor leerlingen die daar behoefte aan hebben, maar ook verrijkingsoefeningen voor leerlingen die meer uitdaging nodig hebben. Het is daarom nodig dat leerlingen in deze situaties zelfstandig kunnen werken. Daarnaast doet ook het middelbaar onderwijs een steeds groter beroep op de zelfstandigheid van de leerling. In iedere groep zijn er wekelijks minimaal twee of meer dagdelen ingeroosterd waarbinnen zelfstandig moet worden gewerkt. De tijdsduur van het zelfstandig werken varieert per groep. Bovendien zijn er voor de hele school afspraken voor het zelfstandig werken opgesteld. 1.4 De kerndoelen van ons onderwijs Elke basisschool moet voldoen aan de eisen die de overheid in de Wet op het Basisonderwijs heeft vastgelegd. Wij proberen de individuele mogelijkheden van de kinderen tot ontplooiing te brengen. We stellen ons niet tevreden met minimumdoelen, maar proberen met de kinderen te bereiken wat maximaal haalbaar is voor ieder individueel kind. We bereiden ze voor op een plek in een passende school voor voortgezet onderwijs en hierna een eigen plaats in de maatschappij. Dit houdt in dat we de verschillen tussen wat kinderen kunnen bereiken goed in de gaten houden en daarop ons lesprogramma aanpassen. Tijdens de basisschoolperiode willen we bereiken dat: De kinderen goed kunnen lezen, schrijven en rekenen zodat ze zich goed kunnen uiten in woord en geschrift.
4
De kinderen de wereld om zich heen hebben verkend in onder andere de lessen ´Topondernemers ´ (aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, natuurkunde en techniek) en verkeer. De kinderen zich op verschillende manieren hebben kunnen uitdrukken. De lichamelijke ontwikkeling voldoende kansen heeft gekregen. De kinderen kennis hebben genomen van andere culturen, gewoontes en godsdiensten. Door elkaar te leren kennen, kun je elkaar begrijpen en goed samenleven.
5
2. De specifieke vormgeving van ons onderwijs De school kiest voor methodes die de kerndoelen dekken. Deze methodes zijn eigentijds en het leerstofaanbod komt overeen met hedendaagse vakinhoudelijke en vakdidactische opvattingen. De school biedt een ononderbroken lijn aan in het leerstofaanbod. Vanaf groep 1 tot en met groep 8 geven we dit binnen het team vooral vorm door dezelfde methoden te gebruiken. En door de manier van lesgeven op elkaar af te stemmen. De school stelt zich ten doel het leerstofaanbod aan te passen aan de behoeften van de leerlingen. De methoden van de school bieden naast basismateriaal ook verbredings- en verdiepingsmateriaal. Voor leerlingen die problemen hebben met specifieke leerstof wordt een handelingsplan opgesteld. Ook meerbegaafde kinderen krijgen een handelingsplan en extra materiaal. De school besteedt in de lessen ´oriëntatie op de wereld´ aandacht aan de etnische en culturele verscheidenheid in de Nederlandse samenleving. Incidenteel wordt een project over een multicultureel onderwerp gehouden. De Oosteinder wil bereiken dat ieder kind via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces, kennis en vaardigheden kan verwerven die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in een multiculturele samenleving. Dit gaat het beste in een omgeving waar de leerlingen zich thuis voelen. We zetten in op het versterken en verbeteren van het groeps- en schoolklimaat door onder andere het gebruik van de methode ´Leefstijl´. De in gebruik zijnde onderwijsleerpakketten waarborgen het bovengenoemde leerproces en de wettelijke plicht om aan de kerndoelen te voldoen. Voor specifieke informatie over de methodes verwijzen wij graag naar het schoolplan. Een exemplaar daarvan is bij de directie op te vragen. 2.1 Hoe wij de ontwikkeling van uw kind volgen Om de leerlingen op te vangen die extra aandacht nodig hebben, hanteren wij de volgende werkwijzen: verschillende instructiegroepen; gestructureerd zelfstandig werken; samenwerkend leren; specifieke programma’s voor leerlingen die niet met de reguliere methode mee kunnen komen. Om de ontwikkeling van ieder kind te volgen, hebben we een leerlingvolgsysteem voor alle groepen. Verder gebruiken we toetsen voor rekenen, woordenschat, begrijpend lezen, technisch lezen en spelling. Alle toetsscores worden in een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem (LVS) ingevoerd. De leerkrachten bezitten een map ´Leerlingvolgsysteem´ (dossiermap). Hierin staan alle persoonlijke gegevens en de voortgang van de kinderen. Na iedere ouderavond wordt een verslag gemaakt van het gesprek dat heeft plaatsgevonden met de ouders. Aan het eind van elk schooljaar wordt een kort verslag geschreven over alle kinderen met daarin informatie voor de volgende leerkracht. Alle extra toetsen, testen, afgeronde handelingsplannen en onderzoeken worden in deze map bewaard. 2.2 Informatie voor ouders Drie keer per jaar is er een ouderavond. Ouders worden via een email uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht. Aan het begin van het schooljaar worden alle ouders uitgenodigd voor een informatieavond in de groep van hun kind. Ouders zijn een belangrijke schakel en hulp in de hele zorg voor de kinderen. Wanneer er problemen zijn met kinderen is het nodig om dit met de ouders te bespreken. Wij zullen dan niet wachten tot de ouderavond, maar direct contact met u opnemen. Van ouders verwachten wij dat ook zij direct contact opnemen met de leerkracht als daar reden toe is.
6
2.3 Gescheiden ouders In vrijwel elke klas zitten wel kinderen van gescheiden ouders. De wet geeft aan dat beide ouders recht hebben op dezelfde informatie over hun kinderen. Dit recht blijft bestaan na scheiding, wanneer een ouder niet meer belast is met het gezag over het kind of wanneer een van de ouders geen omgang meer heeft met het kind. Dit houdt niet automatisch in dat de school verplicht is om met beide ouders in gesprek te gaan en hen beide alle schriftelijk informatie toe te sturen. De verzorgende ouder wordt volgens de wet geacht de informatie met zijn/haar ex-partner te delen. Naast het wettelijk kader is er ook een menselijk kader. Als school vinden we het belangrijk dat beide ouders goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind(eren). Op school hanteren we daarom de volgende uitgangspunten: De schriftelijke informatie vanuit de groep/school gaat naar de ouder bij wie het kind woont. Bij co-ouderschap en op verzoek van de ouders ontvangen beide ouders de schriftelijke informatie, mits we beschikken over beide mailadressen. In de mondelinge communicatie richt de school zich in eerste instantie ook tot de verzorgende ouder. Bij co-ouderschap richt de school zich tot de ouders waar het kind die dag woont. Tijdens de rapportgesprekken worden beide ouders in gelegenheid gesteld om een gesprek te hebben met de leerkracht. In principe verwachten we beide ouders op dezelfde tijd. Indien gewenst kan een van beiden op een ander moment komen. Ouders zijn in dit geval zelf verantwoordelijk voor het maken van een afspraak. 2.4 Extra (remediërende) hulp We streven ernaar om extra hulp en ondersteuning van de kinderen in de groep te realiseren. Wanneer de hulp in de groep niet voldoende blijkt, is er een mogelijkheid om extra hulp buiten de klas te geven. Deze extra aandacht wordt gegeven door een leerkracht. Het kan individuele hulp zijn of hulp aan een groepje kinderen met dezelfde ‘problemen’. Na een, vooraf afgesproken, periode wordt deze hulp geëvalueerd en eventueel aangepast of gestopt. Via de intern begeleider kunnen leerlingen aangemeld worden voor extra aandacht buiten de groep. Ouders worden op de hoogte gesteld van de inhoud van deze extra hulp. 2.5 Logopedie De logopediste neemt bij alle oudste kleuters een onderzoek af. De logopediste bekijkt het stemgebruik, de spraak en andere communicatieaspecten. Dit onderzoek vindt plaats op school met toestemming, maar zonder aanwezigheid, van de ouders. 2.6 De relatie met het samenwerkingsverband Onze school is aangesloten bij een samenwerkingsverband om integrale leerlingenzorg te kunnen bieden. Dit betekent dat wanneer wij als school de zorg voor een leerling niet meer alleen vorm en inhoud kunnen geven en hulp van buitenaf nodig hebben, wij het probleem kunnen aanmelden bij het PAS. Het PAS is binnen het samenwerkingsverband het centrale punt voor aanmelding en screening van leerlingen waar zorgen over zijn. Het PAS kan hulp inroepen van het expertisecentrum, maar kan ook schriftelijk advies afgeven aan de PCL (de Permanente Commissie Leerlingenzorg). Dit gebeurt uiteraard na overleg met en toestemming van de ouders. Deze commissie kan, na het laten uitvoeren van relevante onderzoeken, als zelfstandig en onafhankelijk orgaan beschikkingen afgeven met daarin een verwijzing naar het speciaal basisonderwijs. Met deze beschikking, die maximaal twee jaar geldig is, kunnen ouders hun kind aanmelden bij een school voor speciaal basisonderwijs.
7
2.7 Begeleiding en overgang naar het voortgezet onderwijs Aan het begin van elk schooljaar worden de ouders/verzorgers van groep 8 uitgenodigd om een informatieavond bij te wonen. Tijdens deze avond vertelt de leerkracht welke lesstof en andere activiteiten de leerlingen in het laatste basisschooljaar mogen verwachten als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Er wordt ook informatie verstrekt over het voortgezet onderwijs in de regio en de gang van zaken rondom adviezen, aanmelding en toelating. Hiervoor is door het voortgezet- en basisonderwijs de kernprocedure opgesteld. De leerkracht volgt nauwlettend de verrichtingen van de leerlingen en zal in het najaar de ouders een advies geven voor de keuze van een vorm van voortgezet onderwijs. Dit voorlopige advies is in overleg met de leerkracht van groep 7, de interne begeleiding en de directie. Het definitieve advies wordt in januari op de ouderavond besproken. Ouders krijgen dan ook het aanmeldingsformulier van de kernprocedure mee. Dit advies wordt eind februari/begin maart gevolgd door de uitslag van de Cito-toets. De ouders melden hun kind aan bij een school voor voortgezet onderwijs. Uiteindelijk nemen de ouders de beslissing met betrekking tot de schoolkeuze en melden hun kind aan bij de gekozen school op de wijze die in het protocol van de kernprocedure beschreven wordt. Deze is te downloaden van de volgende site: www.swvamstellandmeerlanden.nl. Van iedere schoolverlater wordt een onderwijskundig rapport opgemaakt. Elke (zorg)leerling wordt besproken met de toekomstige mentor of brugklasbegeleider. Dit noemen wij de warme overdracht. Wanneer een leerling eenmaal het voortgezet onderwijs bezoekt, zijn er regelmatig contacten mogelijk tussen de leerkracht en de mentor van de leerling. Waar het nodig is, nemen we contact op met het voortgezet onderwijs.
8
3. In en om basisschool De Oosteinder 3.1 De Oosteinder In januari 2009 is de Oosteinder verhuisd naar Brede School de Mikado. Dit moderne gebouw delen wij met openbare basisschool de Zuidooster, protestants-christelijke basisschool de Brug en kindcentrum Lievepop. Wat het onderwijs betreft, is de Oosteinder een op zichzelf staande school met haar eigen ruimtes in het gebouw. 3.2 De leerlingen De leerlingen op de Oosteinder nemen de belangrijkste plek in op school. Wij willen hun een uitdagende, veilige, gezellige en uiteraard zeer leerzame tijd op de basisschool bezorgen. Uitgangspunt is dat kinderen die met plezier de basisschool doorlopen, ook een positieve houding ten opzichte van hun verdere schoolloopbaan zullen ontwikkelen. 3.3 Schoolteam In ons team worden verschillende functies vervuld: De directie: een directeur en een adjunct-directeur die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse leiding van de school en de beleidsuitvoering. De groepsleerkrachten: zij hebben naast hun lesgevende taak in de groep ook andere taken in de school. De interne begeleiders (IB’ers): zij adviseren en begeleiden leerkrachten bij de zorg voor onze leerlingen. Daarnaast zijn de IB’ers verantwoordelijk voor de leerlingenzorg op onze school. De vakleerkracht bewegingsonderwijs: geeft een of twee keer per week les aan de groepen 3 tot en met 8. De administratieve kracht: voor de uitvoering van taken ter ondersteuning van de gehele organisatie. 3.4 Stichting Katholiek Onderwijs Aalsmeer (SKOA) Onze school wordt bestuurd door de Stichting Katholiek Onderwijs Aalsmeer die als doelstelling heeft het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van het katholiek onderwijs in Aalsmeer en Kudelstaart. Onder deze stichting vallen nog twee andere katholieke basisscholen; de Jozefschool in Aalsmeer en de Antoniusschool in Kudelstaart. Het contact tussen de school en het bestuur wordt onderhouden door de directie van de school. Het bestuur bestaat uit betrokken ouders die zich op vrijwillige basis voor de scholen inzetten. Heeft u belangstelling voor het schoolbestuur, concrete voorstellen of vragen, neem dan gerust contact op met de directie. Deze zal u doorverwijzen naar de voorzitter van het bestuur. Het adres van het schoolbestuur is: Postbus 108, 1430 AC Aalsmeer 3.5 Begeleiding van personeel en inzet van stagiaires en LIO (leerkracht in opleiding) van de PABO Om de leerkrachten zo goed mogelijk te begeleiden en te ondersteunen in hun werk, hanteren wij de School Video Interactie Begeleiding (SVIB). Hierbij worden videoopnamen gemaakt in de klas en met de leraar nabesproken. Wanneer deze methodiek ingezet wordt vanwege specifieke begeleidingsvragen van kinderen, dan worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld. Deze video-opnamen worden niet voor andere doeleinden gebruikt. De Oosteinder begeleidt studenten van diverse opleidingen. Deze studenten lopen een halfjaar stage in dezelfde groep en gaan daarna naar een andere groep.
9
Daarnaast stellen wij LIO-plaatsen beschikbaar. Dit houdt in dat een bijna afgestudeerde student gedurende een periode van 20 weken, twee of drie dagen in de klas staat en verder buiten de groep werkt aan een opdracht voor de school. En verder bieden we ook stagiaires van SPW-opleidingen de mogelijkheid om bij ons ervaring op te doen als onderwijsassistent. 3.6 De medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) is een officieel inspraakorgaan dat ouders en leerkrachten de mogelijkheid biedt mee te denken en mee te beslissen over zaken die de school aangaan. De MR moet plannen en besluiten van de directie en het bestuur beoordelen op hun waarde en op de gevolgen voor de kinderen, teamleden en ouders. Bovendien kan de MR zelf voorstellen indienen. Er zitten drie ouders en drie teamleden in de MR en zij komen ongeveer zes keer per jaar bijeen voor een vergadering. De notulen van iedere vergadering zijn te lezen op de website (www.oosteinderschool.nl) De GMR (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad) houdt zich bezig met overkoepelende of bovenschoolse aangelegenheden van de drie scholen die bij de Stichting voor Katholiek Onderwijs te Aalsmeer zijn aangesloten. Een teamlid en een ouderlid van de MR hebben zitting in de GMR. Ook van de andere scholen zitten een teamlid en een ouderlid in de GMR. 3.7 De oudercommissie (OC) De oudercommissie bestaat uit negen enthousiaste ouders die door alle ouders worden gekozen. Een lid wordt gekozen voor drie jaar. De OC helpt mee met de organisatie en ondersteuning van alle extra activiteiten die we de kinderen aanbieden. Zoals Sinterklaas, kerstfeest, carnaval, Pasen, schoolreisje, sportdag, kamp, afscheidsavond groep 8, culturele activiteiten etc. Daarnaast zet de OC zich in om samen met ouders en het team van school, de kinderen de mogelijkheid te bieden deel te nemen aan verschillende sportactiviteiten. Dat vinden we belangrijk omdat: we denken hiermee een positieve bijdrage te leveren aan het welzijn van de kinderen (zowel op conditioneel als op sociaal gebied); de kinderen hierdoor met diverse sporten in aanraking kunnen komen. Graag verwijzen wij naar de ‘sport’-button op de site van de school voor actuele informatie en de werkwijze. 3.8 Ouderbijdrage Elke school vraagt van de ouders een ouderbijdrage. Alleen de zaken die tot het gewone lesprogramma behoren, worden door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen betaald. Met uw ouderbijdrage worden onder andere activiteiten rond de feestdagen, sportdag, schoolreisjes en andere extra’s betaald. De hoogte van de ouderbijdrage wordt elk jaar vastgesteld. De bijdrage is vrijwillig. In de maand september of in de eerste week nadat uw kind op school is gekomen, krijgt u van de OC een gezinsformulier. Met dit formulier kunt u de ouderbijdrage berekenen. Ter indicatie, voor het schooljaar 2012-2013 gelden de volgende bijdragen: Ouderbijdrage per kind Schoolreisje (groep 1 t/m 7) Kampgeld (groep 8) Vrijwillige bijdrage
€ 18,50 € 25,00 € 70,00
10
De oudercommissie behoudt zich het recht voor om ieder schooljaar in samenspraak met MR en directie, de ouderbijdrage aan te passen. Voor ouders, die vanwege hun financiële situatie niet aan de bedragen kunnen voldoen, kan de gemeente een tegemoetkoming geven. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de directie. Ook kunt u rechtstreeks contact opnemen met de gemeente. Alle kinderen nemen deel aan alle activiteiten die tijdens schooluren plaatsvinden. Ouders die principiële bezwaren hebben tegen één of meerdere activiteiten worden verzocht dit voor inschrijving met de directie te bespreken.
11
4. Het onderwijs op onze school 4.1 Organisatie van de school Op de Oosteinder werken wij onder andere met jaargroepen. Wij starten met vijf groepen 1/2. Dit houdt in dat onze jongste en oudste kleuters (vier tot zes jaar) samen in een groep zitten. De overige leerlingen zijn in enkele groepen ingedeeld. De groepen zijn in Brede School de Mikado gehuisvest. 4.2 Activiteiten van de leerlingen Groep 1 en 2 Leren gebeurt voornamelijk door spel. De hoeken spelen hierin een grote rol. We proberen deze hoeken regelmatig samen met de kinderen te veranderen. Dat zorgt ervoor dat kinderen verschillende ervaringen opdoen en geprikkeld en uitgedaagd worden. We laten het spel (voornamelijk) vanuit de kinderen komen. De leerkracht heeft hierin een sturende en begeleidende rol. Het kind krijgt activiteiten aangeboden die zinvol zijn en betekenis hebben. Verplichte activiteiten kunnen daar een onderdeel van zijn, als dat naar de mening van de leerkracht een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van het kind. In de groep wordt gewerkt met de methode ‘Kleuterplein’. Deze methode werkt aan de hand van thema’s. Tijdens kringactiviteiten komen specifieke kennis en vaardigheden aan de orde zoals woord en begrip, waarnemen en ordenen, sociale vaardigheden, motorische vaardigheden en geschreven en gedrukte taal. De kinderen werken en spelen met materialen uit de kasten; zij tekenen en knutselen; spelen in de hoeken; zijn in de speelzaal onder leiding van de leerkracht bezig met muziek, balspel, drama en gym en spelen bij redelijk weer buiten op hun eigen speelplaats. Om bij de kinderen spelenderwijs de fijne motoriek te ontwikkelen, gebruiken we de methode ‘Schrijfdans’. De kinderen leren spelenderwijs met de computer om te gaan. In de groep ligt verschillend voorbereidend lees- en schrijfmateriaal in de lees- schrijfhoek. In deze hoek bevindt zich ook de lettermuur waardoor de kinderen spelenderwijs in aanraking komen met de letters van het alfabet. De kinderen kunnen hiermee werken afhankelijk van de ontwikkeling en de interesse van het kind. In groep 1 en 2 staat bewegingsonderwijs regelmatig op het rooster. Minimaal twee keer per week. Groep 3 t/m 8 De manier van (zelfstandig) werken met de verschillende methoden laten we zoveel mogelijk aansluiten bij de uitgangspunten zoals beschreven in hoofdstuk 1. Vanuit deze visie worden er ook nieuwe methoden gekozen. Rekenen Onze school gebruikt ‘Wereld in Getallen’. Dit is een realistische rekenmethode. Dit betekent dat de methode uitgaat van het dagelijks leven en niet louter saaie rijtjes
12
sommen aanbiedt. Het automatiseren (hoofdrekenen) van sommen is een belangrijk onderdeel. De methode wordt ondersteund door een softwareprogramma. Taal Vanaf groep 4 werkt De Oosteinder met de methode ‘Taal op Maat’. De taallijn is onderverdeeld in 4 domeinen: spreken en luisteren, woordenschat, taalbeschouwing en stellen (creatief schrijven). In de aparte spellingslijn, ‘Spelling op Maat’, oefenen de kinderen het correct spellen. Vanaf groep 6 komt ook werkwoordspelling aan bod. Taal op Maat biedt leerlingen en leerkrachten een goede balans tussen diverse instructieen klassikale vormen, maar komt ook tegemoet aan de vraag naar zelfstandig werken. Ook is er voldoende aanbod voor taalzwakke kinderen en biedt de methode voor sterke leerlingen de nodige uitdaging. De methode wordt ondersteund door een softwareprogramma. Lezen We werken met de zeer complete en actuele leesmethode ‘Veilig Leren Lezen’. In groep 3 wordt bekeken in welke fase van de leesontwikkeling het kind zich bevindt. Er kan op verschillende niveaus worden gewerkt met divers ontwikkelingsmateriaal en wisselende themahoeken. De vorderingen van het technisch lezen worden regelmatig getoetst door de leerkracht. De niveaugroepen kunnen dan ook gedurende het jaar worden aangepast. Voor het begrijpend en studerend lezen hebben we voor de methode ‘Tekstverwerken’ gekozen. Dit is een methode die ruimte biedt aan verschillende leesniveaus. De methode heeft een klassikale instructie en de verwerking is individueel en op eigen niveau. Het technisch lezen wordt geoefend met de voortgezet technisch leesmethode ‘Lekker Lezen’. De leesboeken hiervan bestaan uit korte en gevarieerde teksten. Verhalende en informatieve leesteksten wisselen elkaar af. De kinderen worden ingedeeld in verschillende niveaugroepen. Elk thema duurt zes weken. Daarna wordt opnieuw naar de verdeling gekeken en deze zo nodig gewijzigd. De methode wordt ondersteund met een softwareprogramma. Schrijven De kinderen leren schrijven met de methode ‘Pennenstreken’ in de groepen 3 en met ‘Handschrift’ in de groepen 4 tot en met 8. Om schrijfgerei op maat te kunnen bieden, maakt groep 4 gebruik van een schrijfdoos. Met deze doos wordt bepaald welk schrijfgerei het beste past bij elke leerling. In groep 6 wordt een deel van de schrijfmethode vervangen door een cursus typen op de computer. ICT Al vanaf de kleutergroep worden de kinderen vertrouwd gemaakt met de computer. In elk lokaal staan computers en in de computerruimte op de eerste verdieping staan nog eens 28 computers. Daarnaast zijn er 30 laptops beschikbaar. Door gebruik te maken van laptops kan een hele groep kinderen tegelijkertijd in hun eigen lokaal met computers aan het werk. Bij iedere methode die wij op school gebruiken is oefensoftware beschikbaar en kunnen de kinderen de aangeboden leerstof inoefenen. Het is voor alle kinderen mogelijk om via internet informatie op te zoeken en opdrachten uit
13
te werken. Voor het gebruik van internet hebben wij een protocol ontwikkeld. We werken met een ICT leerlijn om de kinderen bepaalde computervaardigheden (o.a. het werken met Word en Excel) aan te leren. Alle leerkrachten hebben een tablet die ingezet wordt bij instructie aan kinderen. Ook maakt de tablet het mogelijk om papierloos te vergaderen. In alle groepen werken de leerkrachten digitale schoolborden. Engelse taal In groep 7 en 8 wordt Engels gegeven. Oriëntatie op de wereld Op veel momenten wordt er gesproken over de wereld om ons heen. Soms gebeurt dit in aparte vakken. Soms door middel van groepsgesprekken over televisieprogramma’s en krantenartikelen, spreekbeurten, werkstukjes, verslagen, muurkranten en dergelijke. Wereldoriëntatie door middel van Topondernemers Topondernemers is een methode voor geschiedenis, aardrijkskunde, natuur en techniek. Deze methode laat kinderen de wereld ontdekken aan de hand van goed uitgewerkt en concreet ondersteunend, thematisch onderwijs. Kinderen worden met Topondernemers uitgedaagd om initiatief te nemen, samen te werken en creatief te zijn. Zo bouwen ze zelfvertrouwen op in het vinden van antwoorden op eigen vragen. Onder begeleiding van de leerkracht krijgen de kinderen hier bewust een grote verantwoordelijkheid. Met Topondernemers wordt de onderwijsinhoud over mensen, de natuur en de wereld in samenhang aangeboden. Ook onderwerpen uit andere leergebieden worden betrokken in deze oriëntatie op de wereld en jezelf. Activiteiten die veel voorkomen zijn: het lezen en maken van teksten (begrijpend lezen), het meten en het verwerken van informatie in tabellen, tijdlijn en grafieken (rekenen/wiskunde) en het gebruik van beelden en beeldend materiaal (kunstzinnige oriëntatie). Verkeer Vanaf de jongste groepen wordt met thema’s het verkeer behandeld. In groep 5 en 6 geven we verkeerslessen met behulp van de leergang ‘Op Voeten en Fietsen’ van Veilig Verkeer Nederland. In groep 7 en 8 gebruiken we de ‘JeugdVerkeersKrant’. In de groepen 7 en/of 8 wordt een praktijk fietsexamen afgenomen. School en ouders organiseren dit gezamenlijk. Expressie Tekenen, handvaardigheid, dans, muziek en drama brengen evenwicht in het programma. Niet alleen het leren heeft de nadruk, ook de creatieve vorming. Toch zien we deze vakken niet louter als ontspanning. Ook hierin wordt lesgegeven en streven we kwaliteit na. In de bovenbouwgroepen wordt er met een creatief circuit gewerkt. Hierbij krijgen de kinderen steeds wisselende activiteiten aangeboden.
14
Sociaal-emotionele ontwikkeling en Leefstijl We creëren op school een sfeer waarin ieder kind zich veilig en geborgen voelt. De methode Leefstijl gebruiken wij om het sociale gedrag van kinderen te bevorderen. Hierbij maken we gebruik van acht gedragsregels oftewel “De kracht van acht”: 1. Wees jezelf. 2. Iedereen hoort erbij. 3. Wees eerlijk. 4. Luister naar elkaar. 5. Houd rekening met een ander. 6. Als je boos bent op iemand, probeer dan de problemen eerst samen op te lossen. Lukt dit niet, ga dan naar je juf of meester. Vergeef en ga verder. 7. We noemen elkaar bij de voornaam en gebruiken geen scheldwoorden. 8. We werken samen en helpen elkaar. Kortom: stoor jezelf en anderen niet. Met het hele team van de Oosteinder volgen we een opleiding die we “de Happy Oosteinder” noemen. Onder leiding van kinderpsychotherapeut Charlotte Visch leren we hoe we er nog beter voor kunnen zorgen dat de omstandigheden op school zo optimaal mogelijk zijn om tot leren te komen. Pesten op school Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aanpakken. Wij hebben een pestprotocol opgesteld. In dit protocol staat beschreven welke stappen wij nemen om pestgedrag aan te pakken. Het pestprotocol kunt u vinden op onze website. Speel/praatgroep Aan de hand van observaties van de leerkracht kan het zijn dat een kind uit groep 6 en/of 7 in aanmerking komt voor de ‘speel/praatgroep’. Dit kan het geval zijn als het kind bijvoorbeeld moeite heeft om samen te spelen of te werken of om dingen te vragen. Sommigen reageren te fel waardoor er geen aansluiting is bij de andere kinderen. Door middel van praten, rollenspelletjes en spelen proberen we deze kinderen verder te helpen. Bewegingsonderwijs Kleuters gymmen twee keer per week en de lessen worden gegeven door de eigen leerkracht.
15
De groepen 3 en 4 gaan om de week schoolzwemmen en krijgen één keer in de week gymles. Vanaf groep 5 gymmen de kinderen anderhalf uur per week. De lessen bewegingsonderwijs worden gegeven door de vakleerkracht. Vanaf groep 3 worden deze lessen gegeven met behulp van de methode ‘Basislessen bewegingsonderwijs’. De groepen 6 tot en met 8 gymmen in de Bloemhof aan de Machineweg. Daar gaan zij op de fiets naartoe. De andere gymlessen worden gegeven in de Mikado. De kinderen nemen op de dag dat zij gym hebben een tas met gymkleding mee naar school. De schoenen mogen geen donkere zool hebben. Na de gymles is er de mogelijkheid tot douchen. Dit is niet verplicht. Schoolzwemmen Om de week zwemmen de kinderen van groep 3 en 4 in de Waterlelie. De zwemlessen zijn gericht op het behalen van het zwemdiploma, het onderhouden van de zwemvaardigheid en op veelzijdig en intensief bewegen. Het zwemonderwijs wordt gegeven door zweminstructeurs. Het zwembad vraagt hiervoor een verplichte bijdrage aan de ouders. De leerlingen worden vanuit school begeleid door ouders en een leerkracht. Vrijstelling voor het zwemonderwijs is alleen mogelijk met een medische verklaring. Ter bevordering van de veiligheid en het aangeven van verantwoordelijkheden van school en zwembad, is in Aalsmeer een zwemprotocol opgesteld. In dit protocol is vastgelegd wie verantwoordelijk is tijdens het vervoer, het omkleden en de zwemlessen. Voor hulp en ondersteuning bij het aan- en uitkleden van de kinderen, zal een beroep worden gedaan op de ouders. 20 Minuten voor aanvang van de les vertrekt de bus vanaf school.
16
5. De zorg voor de leerlingen 5.1 Nieuwe leerlingen op de Oosteinder Gedurende het schooljaar ontvangen wij graag nieuwe kleuters op onze school. De leerkracht bij wie uw kind in de groep komt, maakt ruim van tevoren afspraken met u over de gewenningsbezoeken. De dag na de vierde verjaardag mag uw kind de hele week naar school. Zes weken voorafgaand aan de zomervakantie en in de maand december starten er geen nieuwe kleuters op school. Kinderen die in de zes weken na de zomervakantie vier worden, mogen vanaf de eerste schooldag starten op school. Als de nieuwe leerling afkomstig is van een andere school, dan nemen wij altijd met die school contact op. Voordat wij besluiten of we uw kind toelaten, kunnen wij enkele toetsen afnemen om het niveau van dat moment te bepalen. We laten uw kind ook een dag meelopen om de aansluiting met de groep te kunnen beoordelen. 5.2 Herfstkinderen Kleuters die geboren zijn in de periode 1 oktober tot 1 januari, ook wel ‘herfstkinderen’ genoemd, starten bij ons in groep 1. In de loop van het schooljaar bekijken we hoe het kind zich ontwikkelt op sociaal-emotioneel en cognitief niveau en welke groep (1 of 2) het beste bij hem past. Wij vinden daarbij de ontwikkeling van kinderen (sociaalemotioneel en cognitief) bepalend. En niet de geboortedatum en leeftijd. Dit geldt overigens ook voor kleuters uit groep 2 die qua leeftijd wel zouden kunnen doorstromen naar groep 3, maar er nog niet klaar voor zijn. Zij krijgen een ‘verlengde kleuterperiode’. Uiteraard wordt dit door de school onderbouwd met argumenten en vindt dit in overleg met de ouders plaats. 5.3 Het volgen van ontwikkelingen van leerlingen Om de ontwikkeling van ieder kind te volgen, hebben wij een observatiesysteem voor de leerlingen van groep 1/2. Voor de kinderen vanaf groep 3 hebben wij een groepsmap waarin de beoordelingen van controlewerk en toetsen staan. Verder hebben wij voor intern gebruik toetsen op het gebied van taal, lezen en rekenen waarmee wij de ontwikkeling van elk kind afzonderlijk kunnen volgen. Wij besteden zowel aandacht aan de cognitieve vorderingen als aan de persoonlijkheidsontwikkeling. Zie voor verdere informatie 2.1. 5.4 De verslaggeving en bespreking van de vorderingen Met de observatiegegevens en de informatie uit de groepsmap worden de rapporten gemaakt. Deze rapporten zijn een onderdeel van het leerlingvolgsysteem. U krijgt de rapporten halverwege en aan het eind van het schooljaar. Voor vragen hierover kunt u bij de groepsleerkracht terecht tijdens de ouderavonden. Wij zien een goed contact als een belangrijke hulp voor ons om uw kind bij zijn ontwikkeling te mogen helpen. U kunt overigens ook altijd even na schooltijd langslopen om een afspraak te maken. 5.5 Interne begeleiding Leerkrachten maken met ondersteuning van de intern begeleider een (handelings)plan om kinderen die extra aandacht nodig hebben, zo goed mogelijk te helpen. We proberen die begeleiding in de eerste plaats in de groep te geven. Dit kan bijvoorbeeld door extra instructie, extra materiaalgebruik en/of een eigen programma. Ook computerprogramma’s kunnen hier een rol in spelen. Een aantal keer per jaar houdt de intern begeleider een groepsbespreking met de leerkracht om te beoordelen of de extra hulp volgens plan verloopt. De handelingsplannen worden geëvalueerd met de intern begeleider en zo nodig aangepast. Mochten de problemen blijven, dan is er eventueel extra hulp buiten de klas wenselijk.
17
Met meer specifieke vragen kunnen wij terecht bij de Schooladvies- en Begeleidingsdienst Drielanden (SBD) voor consultatiegesprekken. En omdat onze school deel uitmaakt van het samenwerkingsverband kunnen we ook advies vragen aan collega’s en deskundigen van de school voor speciaal basisonderwijs. In deze gesprekken krijgen leerkrachten en de intern begeleiders adviezen en begeleiding voor het werken met uw kind in de klas. De bespreking kan leiden tot het opstellen van een handelingsplan of het advies om nader onderzoek te laten plaatsvinden. In dat geval zult u daarover geïnformeerd worden door ons. Nader onderzoek door externen vindt nooit plaats zonder uw toestemming. Zaken die met het zorgteam te maken hebben zijn: Kleuterschoolverlenging of zittenblijven: als we hier toe willen besluiten, dan gaat dat in overleg met de ouders. Wanneer op grond van observaties en resultaten van het leerlingvolgsysteem in maart/april vermoed wordt dat een groep 2leerling (ernstige) problemen zal ondervinden in groep 3, stellen we de ouders daarvan op de hoogte. Vervolgens volgen we de maanden daarop nog nauwkeuriger de ontwikkeling van het kind. Met de nieuwe informatie gaan we opnieuw met de ouders in gesprek. Na dat gesprek nemen we uiterlijk begin juni intern een besluit over het schoolvervolg. We streven naar een besluit dat door iedere betrokkene gedragen wordt. De praktijk leert dat we op grond van onze ervaring een goede inschatting kunnen maken van de kansen en risico’s van het onderwijs in groep 3 voor de kinderen van groep 2. Onjuist genomen beslissingen kunnen namelijk ernstige gevolgen hebben voor de schoolloopbaan van het kind en het onderwijs aan de hele groep. Een groep met teveel ‘zorgkinderen’ remt immers ook de gang van het onderwijs. Vanwege deze nadelige consequenties is dit schooladvies bindend. Een groep overslaan: dit komt sporadisch voor. Naast de cognitieve ontwikkeling speelt namelijk ook de sociaal-emotionele ontwikkeling een zeer belangrijke rol. Kinderen die zich sneller ontwikkelen: hiervoor is voldoende materiaal om deze kinderen extra uit te dagen. Verwijzing naar het speciaal basisonderwijs: dit willen wij zoveel mogelijk voorkomen. Maar als extra aandacht en handelingsplannen niet het gewenste resultaat hebben, dan kan er een verwijzing volgen. Dit kan alleen wanneer wij alles gedaan hebben wat mogelijk is. In dit soort gevallen vragen wij u vaak eerst om de schoolbegeleidingsdienst specifieke onderzoeken te laten doen. Als dit er ook op wijst dat wij als basisschool, niet de juiste zorg kunnen bieden, dan vragen wij de ouders om de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) een uitspraak te laten doen over welke school/leeromgeving voor het kind het best is. Daarvoor wordt een onderwijskundig rapport opgesteld door de school. Ouders vullen zelf ook een vragenlijst in. De commissie kan aanvullende onderzoeken doen en gesprekken voeren met betrokkenen. De PCL geeft aan het eind van dit traject een advies danwel een beschikking, waarmee het kind kan worden aangemeld bij een school die wel de juiste zorg aan het kind kan bieden. In het Zorgplan (bij de intern begeleider aanwezig) van het samenwerkingsverband WSNS staan alle afspraken met betrekking tot specifieke leerlingenzorg vermeld. 5.6 Passend onderwijs De methoden die de Oosteinder gebruikt, zijn ingedeeld in meerdere leerniveaus, zodat elk kind op het eigen niveau kan leren en werken. De methoden zijn voor de meeste leerlingen voldoende uitdagend en inspirerend om een leuke leerzame schooltijd te hebben. Voor een beperkte groep leerlingen is extra begeleiding nodig. Voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben maken de leerkrachten met ondersteuning van de intern begeleider een plan om hen zo goed mogelijk te helpen. We proberen de begeleiding in de eerste plaats in de groep te geven, bijvoorbeeld door
18
verlengde instructie, extra materiaalgebruik en/of een eigen programma beschreven in het groepsplan. In enkele gevallen kan het ontwikkelingsperspectief van een individueel kind beschreven worden (OPP). Ook computerprogramma’s spelen hierin een belangrijke rol. Met ouders wordt overleg gepleegd over deze aanpak. De groepsplannen worden geëvalueerd met de intern begeleider en zo nodig aangepast. Soms wordt u ook gevraagd om thuis extra met uw kind te oefenen. Met meer specifieke onderzoeksvragen kunnen wij terecht bij verschillende instellingen. Omdat onze school deel uitmaakt van het Samenwerkingsverband Amstelronde kunnen we ook advies vragen aan specialisten die voor dit Samenwerkingsverband werken. Natuurlijk hoort u van ons, wanneer uw kind extra aandacht nodig heeft en op welke wijze inhoud gegeven wordt aan de extra hulp. 5.7 Naar een andere basisschool Bij vertrek naar een andere basisschool, bijvoorbeeld bij een verhuizing, sturen wij een onderwijskundig rapport naar de nieuwe school. Voor de ontvangende school is het belangrijk inzicht te krijgen in de vorderingen van de nieuwe leerling. 5.8 Veiligheidsplan Wij bewaken op de Oosteinder de veiligheid van alle betrokkenen. Wij beschrijven in ons ‘Veiligheidsplan’ alle afspraken en protocollen die gehanteerd worden om van onze school een veilige school voor iedereen te maken en dat zo te houden. Dit plan is bij de directie in te zien 5.9 Jeugdgezondheidszorg (JGZ) De artsen en verpleegkundigen van de GGD volgen het groeiproces van ieder schoolgaand kind. Dit gebeurt in aansluiting op de onderzoeken van de consultatiebureaus voor kinderen van nul tot vier jaar. Samen met u willen we er toe bijdragen dat kinderen zich zo goed mogelijk ontwikkelen. Daarom wordt uw kind gedurende de hele schoolperiode, enkele malen onderzocht. Dit gebeurt in groep 2 en groep 7. Naast lichamelijk onderzoek komen ook een aantal andere dingen aan de orde. Want gezondheid is meer dan ‘niet ziek zijn’. Het betekent ook dat het kind thuis zonder problemen slaapt, eet, speelt, omgaat met broertjes en zusjes, luistert en zich aan regels houdt. Ook op school hoort een kind zich lekker te voelen: dat het kan leren, vriendjes en vriendinnetjes heeft, niet gepest wordt, enzovoorts. Voorafgaand aan alle onderzoeken krijgt u nadere informatie. Alle informatie die wij over uw kind hebben, wordt vertrouwelijk behandeld. Wanneer er een probleem bij uw kind wordt geconstateerd, dan neemt de JGZ-medewerker zo spoedig mogelijk contact op. Heeft u zelf vragen over de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD, 09000400580. U kunt ook bij de GGD terecht voor voorlichting en adviezen over bijvoorbeeld gezonde voeding, pesten, hoofdluis, seksualiteit, beweging, gebit en spraak. 6. De resultaten van ons onderwijs Heel belangrijk voor zowel u als ons zijn de resultaten van ons onderwijs. Voor u als ouder is de meest essentiële vraag: “Lukt het de school, stap voor stap, jaar voor jaar, om ons kind zo optimaal mogelijk te helpen ontwikkelen?” Voor ons geldt hetzelfde. Het is onze opdracht om uw kind gedurende de gehele schoolperiode optimaal bij te staan in de ontwikkeling. Wij geven persoonlijke aandacht, maar hebben ook met een (soms grote) groep te maken. Dromers, denkers en doeners, kwajongens en engeltjes. Ieder
19
kind is anders. Ieder kind leert en ontwikkelt zich anders. Daarom is persoonlijke aandacht zo belangrijk. Wij moeten een manier vinden om ieder kind optimaal te begeleiden, uit te dagen, vertrouwen te geven, maar ook zelfstandig iets te laten doen. Dat kan alleen als het kind zich thuis voelt op een gezellige school. Hierover kunnen we samen van gedachten wisselen en dat samenspel moet tot het maximaal haalbare leiden. Om samen met u de resultaten, en niet alleen die op het leergebied, te volgen, hebben wij: observatielijsten voor de kleuters drie ouderavonden rapporten in februari/maart en aan het eind van het schooljaar voor de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 technisch lezen: AVI-toetsen en Cito-woordtoetsen (DMT) voor groepen 3 t/m 8 taal: CITO-taaltoetsen voor groep 1/2: CITO ordenen en CITO taal voor kleuters Rekenen: CITO rekenen en wiskunde voor groepen 3 t/m 7 Spelling: CITO SVS-toetsen voor groepen 3 t/m 8 Voor begrijpend lezen: CITO voor groepen 4 t/m 8 Woordenschat: CITO leeswoordenschat voor groepen 5 t/m 8 Voor groep 7: Entreetoets van CITO Voor groep 8: CITO-eindtoets Werkwoordspelling: CITO groep 8 Methodegebondentoetsen voor praktisch alle vakken Deze onderzoeken, met uitzondering van de CITO- eindtoets, zijn voor de interne begeleiding van belang voor de eventuele specifieke leerlingenzorg. Uitslag CITO-eindtoets Nadat de kinderen van groep 8 de eindtoets hebben gemaakt, volgt daaruit een score. Naast deze score op kindniveau volgt er een gemiddelde groepsscore. Deze score kan vergeleken worden met de gemiddelde score op landelijk niveau. Maar dat levert geen zinvolle informatie op. Verschillen tussen schoolgemiddelden worden namelijk mede bepaald door factoren waarop het onderwijs niet of nauwelijks invloed heeft, maar die wel van grote betekenis zijn voor de onderwijsresultaten. Als we die factoren allemaal zouden kennen en als we de invloed van al die factoren op het schoolgemiddelde zouden kunnen neutraliseren, dan zou een vergelijking met het landelijk gemiddelde of tussen schoolgemiddelden onderling, gegevens kunnen opleveren voor conclusies over het gegeven onderwijs. Maar we kennen niet al die factoren en voor zover we ze kennen, zijn ze niet allemaal even gemakkelijk en feilloos meetbaar. Factoren die systematische verschillen tussen scholen veroorzaken, zijn in de eerste plaats in aanleg gegeven eigenschappen zoals intelligentie, motivatie, doorzettingsvermogen en concentratie. Op de meeste van deze eigenschappen heeft het onderwijs weinig of geen invloed, maar ze komen via de prestaties van individuele leerlingen natuurlijk wel tot uitdrukking in de schoolgemiddelden op (de verschillende onderdelen van) de eindtoets. Bijvoorbeeld de resultaten van kinderen waarvoor het Nederlands hun tweede taal is of waar thuis geen Nederlands gesproken wordt, blijven vaak wat achter bij de resultaten van leerlingen waarvan Nederlands wel de eerste taal is. Ook kunnen scholen ervoor kiezen om bepaalde zorgleerlingen niet aan de CITO-toets mee te laten doen. De score van de eindtoets loopt van 500 tot 550. U leest in deze tabel de resultaten van onze school vergeleken met het landelijk gemiddelde. Daarnaast staat het gemiddelde
20
van scholen die, wat betreft de achtergrond van de leerlingen, vergelijkbaar zijn met de Oosteinder.
Jaar
Gemiddelde score Oosteinder t.o.v. alle scholen in Nederland
2010
537,6 (landelijk 534,9)
2011
537,6 (landelijk 535,1)
2012
536.2 (landelijk 535,1)
2013
537,6 (landelijk (534,7)
2014
538,7 (landelijk 534,4)
21
7. De zorg voor kwaliteit Over alles wat er op de Oosteinder gebeurt of gebeuren moet, worden afspraken gemaakt en vastgelegd: waarom, hoe, door wie en wanneer. Zo houden wij zicht op onze kwaliteit, het behouden dan wel verbeteren ervan. Vragen die voor ons hierbij centraal staan, zijn ondermeer: Doen we de goede dingen? Doen wij die zaken ook goed? Hoe weten we dat? Vinden anderen (ouders, kinderen, voortgezet onderwijs enz.) dat ook? Wat doen wij met die wetenschap? 7.1 Ouderenquête en leerlingenenquête Eenmaal in de vier jaar wordt een enquête afgenomen onder ouders om op deze manier een helder beeld te krijgen over de mate van tevredenheid. Aan de hand van de uitslag van deze peiling wordt in samenspraak met de MR, bepaald welke zaken aangepakt gaan worden. 7.2 Kwaliteitskaarten Wij meten op de Oosteinder de kwaliteit van onze school en ons onderwijs onder andere met het meetinstrument WMK (werken met kwaliteit). Dit instrument bestaat uit kwaliteitskaarten. Met behulp van deze kaarten wordt onze school in al zijn facetten doorgelicht en wordt er kritisch gekeken naar verbeterpunten. Aan de hand van de geconstateerde actuele situatie zal voor borging van de kwaliteit worden gekozen of een verbeterplan opgesteld en uitgevoerd worden. 7.3 Schoolplan In ons schoolplan staat uitgebreid beschreven hoe wij de zorg voor kwaliteit nu en in de toekomst vormgeven. Het schoolplan ligt ter inzage bij de directie. 7.4 Externe kwaliteitscontrole en de inspectie In november 2008 heeft de inspecteur van onderwijs De Oosteinder bezocht. Hij heeft alle documenten van de school kritisch bekeken en gesprekken gevoerd met de directie en de interne begeleiders. De actuele kwaliteitskaart kunt u vinden op de website van de Onderwijsinspectie. De inspecteur heeft ons ook een aantal welkome adviezen gegeven die in de lijn liggen met onze plannen. Wij blijven werken aan onze kwaliteit! 7.5 Nascholing Het onderwijs is constant in beweging. Voor teamleden betekent dit dat zij op de hoogte moeten blijven en moeten bijscholen. Om leerkrachten in de gelegenheid te stellen jaarlijks na- en bijscholingscursussen te volgen, wordt elk jaar een nascholingsplan opgesteld. Hierin staat vermeld welke cursussen en opleidingen in het komende schooljaar gevolgd gaan worden. Dit kunnen individuele cursussen zijn, maar ook teamcursussen. De cursussen worden bijvoorbeeld gegeven door de onderwijsbegeleidingsdienst, door het samenwerkingsverband, de PABO of instituten als het Seminarium voor Orthopedagogiek. Daarnaast worden regelmatig studiemiddagen georganiseerd in teamverband en in het kader van Weer Samen naar School.
22
8. Klachtenregeling Directie en personeel proberen hun werkzaamheden op school zo goed mogelijk uit te voeren. Als er desondanks toch klachten zijn naar aanleiding van dit functioneren, is het verzoek als volgt te handelen: Ga in eerste instantie met uw klacht naar degene die het betreft en probeer samen een oplossing te vinden. Komt u er samen niet uit of is het gesprek onbevredigend verlopen, neem dan contact op met de directie om tot een oplossing te komen. De volledige tekst van de klachtenregeling is verkrijgbaar via de contactpersonen. 8.1 Contactpersonen Als de gesprekken met betrokken leerkracht en de directie geen oplossing hebben gebracht, kunt u zich met uw klacht wenden tot één van de contactpersonen. Voor de Oosteinder zijn dat: teamlid Marjanne Roodenburg (06-10839435 of
[email protected] en ouderlid Caroline Koenderinck (0297-347242 of
[email protected]) Zij zorgen ervoor dat de klachten van kinderen of ouders serieus worden genomen en dat deze klachten op een passende manier worden afgehandeld. Elke ouder of kind kan een beroep op een van hen doen als er problemen zijn. In overleg met de contactpersonen wordt bekeken wat te doen of wie er kan worden ingeschakeld om tot de beste oplossing te komen. Als het nodig is, wordt een klacht doorverwezen naar de externe vertrouwenspersoon en/of de onafhankelijke klachtencommissie van de besturenorganisatie waarbij wij als school zijn aangesloten. 8.2 Vertrouwenspersoon (extern) De vertrouwenspersoon functioneert als aanspreekpunt bij klachten. Enkele taken zijn: nagaan of door bemiddeling een oplossing kan worden gevonden; nagaan of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht; indien gewenst de klager begeleiden bij de verdere procedure. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in die hoedanigheid verneemt. Deze plicht blijft ook als de betrokkene zijn taak heeft beëindigd. De vertrouwenspersonen zijn benoemd door het bestuur. 8.3 Vertrouwensinspecteurs Er bestaat ook de mogelijkheid om contact op te nemen met het meldpunt vertrouwensinspecteurs. U kunt daar voor de meest uiteenlopende klachten terecht. Dit kan onder andere zijn seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld, psychisch geweld zoals grove pesterijen, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering en extremisme. Het meldpunt is te bereiken op telefoonnummer 09001113111. 8.4 Landelijke klachtencommissie Het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Aalsmeer is aangesloten bij de landelijke klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs, ingesteld door de Vereniging Besturen Katholiek Onderwijs (VBKO). De school hoeft de informatie niet uit eigen beweging te verstrekken. Overleg met elkaar en met de school is daarom aan te bevelen.
23
9. Praktische zaken Schooltijden groep 1 t/m 4 ochtend maandag 8:45 - 12:00 dinsdag 8:45 - 12:00 8:45 - 12:15 woensdag donderdag 8:45 - 12:00 vrijdag 8:45 - 12:00
groep 5 t/m 8 middag 13:15-15:30 13:15-15:30 13:15-15:30
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
ochtend 8:45 - 12:00 8:45 - 12:00 8:45 - 12:15 8:45 - 12:00 8:45 - 12:00
middag 13:15 - 15:30 13:15 - 15:30 13:15 - 15:30 13:15 - 15:30
De deuren gaan ’s ochtends om 8.30 uur open en ’s middags om 13.05 uur. We willen alle ouders graag te woord staan en u bent welkom in de klas, maar alleen na schooltijd! Kinderen zitten soms erg lang te wachten voordat de les kan beginnen en om dit te voorkomen gaan alleen de ouders van de groepen 1/2 nog even mee de klas in. In de groepen 3 mag dat tot aan de kerstvakantie. Daarna brengt u uw kind tot aan de deur van het klaslokaal. Vanaf groep 4 gaan ouders niet meer met de kinderen mee het klaslokaal in. Als om 8.45 uur de tweede bel gaat, beginnen de lessen en verlaten alle ouders het gebouw. Zo kunnen we de ochtend en middag rustig starten en hebben we alle aandacht voor de kinderen. Omdat we lezen zo belangrijk vinden, beginnen alle kinderen van de groepen 4 tot en met 8 met een kwartier lezen aan de tafel. Het schoolplein wordt tussen 12.00 uur en 13.05 uur gebruikt door de kinderen die overblijven. Daarom mogen de kinderen die thuis hebben gegeten pas ná 13.05 uur op het plein. Overblijven oftewel TussenSchoolseOpvang (TSO) De Oosteinder biedt de mogelijkheid om uw kind op school te laten overblijven. Wij hanteren hierbij een virtueel strippenkaartsysteem. De strippenkaarten zijn onbeperkt geldig, maar wel persoonsgebonden. De prijs van één strip is € 1,50 en deze worden per tientallen verkocht. Wilt u gebruik maken van de TSO dan kunt u strippen kopen door het gewenste bedrag (minimaal € 15,- of een veelvoud daarvan) over te maken naar bankrekeningnummer 1332.33.553 t.n.v. TSO De Oosteinder onder vermelding van de naam zoals uw kind op school geregistreerd staat én de groep waar uw kind in zit. Om een negatief saldo te voorkomen is het de bedoeling dat u vooraf strippen koopt en niet achteraf. De coördinatie van het overblijfsysteem is in handen van José Kragtwijk:
[email protected] De administratie van het overblijfsysteem is in handen van Ana Marcovici:
[email protected] Hulp bij het overblijven kunnen wij altijd gebruiken! Mocht u willen helpen, dan kunt u dit melden bij José Kragtwijk. Buitenschoolse opvang Voor buitenschoolse opvang kunt u onder andere de volgende organisaties benaderen: www.Partou.nl www.solidoe.nl www.VillaAmstelhof.nl www.skon.nl www.kdvkiekeboe.nl www.compananny.nl
24
Ziekmeldingen Als uw kind ziek is vragen wij u dit voor schooltijd telefonisch door te geven. Ons telefoonnummer: 0297-368092. Mocht uw kind later op school komen in verband met bijvoorbeeld bezoek aan dokter of tandarts, dan horen we dit ook graag van tevoren. Extra vrije dagen Extra vakantie of vrije dagen moeten ruim van tevoren worden aangevraagd. Het verlofformulier vindt u op onze website. Als u die invult, beoordeelt de directeur of er akkoord gegeven wordt. Vakantieverlof wordt alleen verleend wanneer de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het niet mogelijk maakt om tijdens schoolvakanties vrijaf te nemen (artikel 13a uit de Leerplichtwet). Zo'n verzoek dient vergezeld te gaan van een werkgeversverklaring waaruit dit blijkt. Deze werkgeversverklaring vindt u ook op de website. Bovendien kan nooit goedkeuring aan een dergelijk verzoek worden gegeven, wanneer dit verzoek betrekking heeft op de eerste twee lesweken van het schooljaar. Ook wanneer er gewichtige omstandigheden zijn die extra verlof rechtvaardigen, kunt u verlof aanvragen door het verlofformulier in te dienen. Schoolverzuim Alle leerkrachten houden een absentielijst bij. Het aantal verzuimdagen kan reden zijn tot overleg met ouders en kind. Bij herhaald ernstig verzuim kijken we samen met de leerplichtambtenaar wat het beste gedaan kan worden om het schoolverzuim op te lossen. Verzekeringen (wettelijke aansprakelijkheid) Het schoolbestuur heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering in dien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerst is de school c.q. het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvattin leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt dan ook niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor schade door onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf
25
verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. Voor het melden van een schade kunt u bij de school een schadeformulier aanvragen, waarna verdere afhandeling rechtstreeks met de Lippmann Groep zal verlopen. Wanneer u na een ongeval rechtstreeks contact wilt opnemen met de Lippmann Groep, dan kunt u mailen naar
[email protected] of bellen naar 070-3028500 en vragen naar de schadeafdeling. Vervoer van kinderen Voor buitenschoolse activiteiten, zoals excursies, wordt vaak een beroep gedaan op de ouders om kinderen per auto te vervoeren. De kinderen zijn tijdens dit vervoer verzekerd. Vaak heeft de eigenaar van de auto zelf een inzittendenverzekering afgesloten, want in geval van een ongeval kan de bestuurder van de auto aansprakelijk gesteld worden. Ook hier geldt het principe van aanvullende verzekering. Wanneer een ouder de eigen kinderen in de auto vervoert, wordt het risico volledig door de ouder genomen. In dit geval kan dus geen aanspraak gemaakt worden op de schoolverzekering. Tijdens dit vervoer houden wij ons aan de wettelijke regels. Dit geldt zeker met betrekking tot het dragen van de gordels en het aantal passagiers. Eten en drinken tijdens de pauze Zo rond 10.30 uur is er voor alle kinderen de gelegenheid om iets te eten en te drinken. Het eten kan groente, fruit of een gezonde koek zijn. In verband met de afvalberg hebben we liever bekers en geen pakjes. In alle groepen staan bakken waarin het eten en drinken (voorzien van naam) gezet wordt. Maandag, woensdag en vrijdag zijn de fruitdagen en nemen alle kinderen fruit of groente mee naar school. U kunt uw kind opgeven voor melk, drinkyoghurt of chocolademelk via de website www.schoolmelk.nl. Dit kan voor de ochtendpauze maar ook voor de lunchpauze. Een abonnement op schoolmelk loopt automatisch door na de zomervakantie, tenzij u opzegt. Na een vakantie start de schoolmelk weer op donderdag. De eerste dagen kunt u uw kind dan zelf wat drinken meegeven. Maatjes in de groepen 1 t/m 4 Wij werken op school met ‘maatjes’. Een kind dat nieuw op school komt, wordt geholpen door een klasgenootje die al wat langer op school is. Een maatje helpt bijvoorbeeld bij het aan- en uitdoen van de jas, laat zien waar spulletjes liggen, enzovoorts. Zo hopen we dat nieuwe kinderen zich snel thuis voelen en is er altijd iemand om hulp aan te vragen als de juf even bezig is. De hoofdluisbrigade De hoofdluisbrigade controleert elke week na een schoolvakantie de kinderen op hoofdluis. Hoofdluis verspreidt zich razendsnel. Dus als uw kind hoofdluis heeft, meldt het dan direct aan de school zodat de gehele klas van uw kind zo snel mogelijk gecontroleerd kan worden. Het zou enorm helpen als u als ouder zelf wekelijks uw kind(eren) zou controleren op hoofdluis. Dit is tenslotte de verantwoordelijkheid van de ouder/verzorger en niet van de school. Inspecteer de haren van uw kind op de meest warme plekken op het hoofd: achter de oren, op de kruin bovenop het hoofd, bij de haargrens boven het voorhoofd en in het kuiltje onder in de nek. Zoek naar de neten, dit zijn de eitjes van de luis. Zij zijn meestal wit-grijs van kleur en zitten vastgekleefd aan het haar, dicht bij de hoofdhuid. Op licht haar is dit vaak moeilijk zien. Een tip: roos en
26
schilfers laten los, neten zitten echt vast. Kosten vervanging pennen Halverwege groep 4 gaan de kinderen met een vulpen schrijven. Deze krijgen zij in eerste instantie van school. Soms raakt de pen kwijt of gaat deze stuk. Dan willen wij graag dat er met een pen van vergelijkbare kwaliteit geschreven wordt. Die kunt u zelf of via school aanschaffen. De kosten van een nieuwe pen zijn voor rekening van de ouders. Fietsen De kinderen stallen hun fiets in het daarvoor bestemde fietsenrek. Dit is voor eigen risico. Open podium Een aantal keer per jaar organiseren we het open podium. Tijdens dit open podium treden er vier groepen op. U wordt middels een brief uitgenodigd door de juf of meester. Het open podium vindt plaats in de speelzaal, dat is beneden vlakbij de bibliotheek. Cultureel programma Tijdens de lessen wordt ook regelmatig aandacht besteed aan cultuur. Cultuureducatie is voor onze school belangrijk omdat kinderen hun talenten kunnen ontplooien, ze leren zich te uiten via expressie en leren door creativiteit probleemoplossend te denken. Ook biedt cultuureducatie verdieping in alle vakken door te doen (werken met handen en voeten), het zorgt voor aantrekkelijk onderwijs en op die manier beleven kinderen dingen die ze onthouden voor later, het blijft ze bij! Cultuureducatie moet kinderen een goede algemene ontwikkeling meegeven van wat cultuur en erfgoed nu eigenlijk is. Cultuureducatie wordt ingezet als doel en als middel. Als school leggen wij op 3 onderdelen van cultuureducatie de nadruk: muziek, cultureel erfgoed en beeldende vorming. Aan deze 3 onderdelen wordt extra aandacht besteed in elke jaargroep. Er is een overzicht gemaakt waarin duidelijk staat dat elke jaargroep een vast onderdeel van erfgoededucatie doet en er wordt extra aandacht besteed aan beeldende vorming door het schoolbrede project Kunst aan de gang. Nieuwsbrief/website/foto’s Elke maand verschijnt de nieuwsbrief waarin belangrijke meldingen vanuit het team, de directie, de OC en de MR staan. Deze nieuwsbrief ontvangt u per mail. Tevens staan de nieuwsbrieven op onze website www.oosteinderschool.nl waar u ook foto’s kunt vinden. Voor het bekijken van de foto’s heeft u een wachtwoord nodig, deze kunt u vragen aan de leerkracht. Mobiele telefoons op school Steeds meer kinderen nemen een mobiele telefoon mee naar school. Wij zijn altijd te bereiken op het vaste telefoonnummer: 0297 321898. Dringende boodschappen zullen wij altijd aan kinderen doorgeven. Wanneer het voor een kind noodzakelijk is om te bellen dan kan dit in overleg met de leerkracht. Dit maakt dat wij het niet nodig vinden dat kinderen een mobiele telefoon mee naar school nemen. Wanneer dit toch gebeurt, dan moet de telefoon uitstaan van 8:45 tot 15:30 uur. Telefoons die wel aanstaan worden door de leerkracht of de overblijfkracht ingenomen en kunnen alleen door de ouders worden opgehaald bij de leerkracht. Voor verlies, diefstal of schade van persoonlijke bezittingen kan de school niet aansprakelijk worden gesteld.
27