Waar het allemaal om gaat Sommige kinderen zijn op een bepaalde (jonge) leeftijd paranormaal maar met ouder worden verdwijnt dat stilletjes. Enkele kinderen blijven deze gave hebben en daarvan zeggen ze dat ze met een helm geboren zijn. Zo was ik er ook eentje. Mijn eerste ervaring had ik rond de leeftijd van tien jaar toen plots, midden in de nacht, iemand over mijn hoofd streelde. Het was alsof deze persoon mij gerust wilde stellen dat alles goed zou komen. Ik wist toen nog niet dat het om een entiteit ging maar het was een bijzonder fijn gevoel. Daar gaan we het later nog over hebben. ‘s Morgens werd ik wakker en vertelde het voorval aan mijn zussen. Ik weet zeker dat wat die nacht gebeurd was, ook echt was. Ik kreeg niet de reactie die ik verwachtte want mijn zussen keken mij raar aan en op een gegeven moment kreeg ik zelfs een klap in mijn gezicht. Alsof ik niet in deze wereld hoorde. De tranen stonden in mijn ogen en ik vond het spijtig dat ze mij niet geloofden. Achteraf bekeken hebben ze mij eigenlijk nooit begrepen. Mijn zussen reageerden altijd vol ongeloof. Hun standpunt was simpel: “Stop met die onzin”. Maar voor mij bleef die gebeurtenis hangen. Ik kon niet loslaten wat er die nacht voorgevallen was. Voor mezelf had ik geen bevestiging nodig, alleen hoopte ik dat tenminste mijn zussen mij zouden begrijpen. Daar stond ik dan, er was niemand waar ik mijn verhaal aan kon vertellen. De klap in mijn gezicht was als het ware voor mij een teken, een bewijs dat, als je niet voorzichtig genoeg bent, ze je voor “gek” verklaren. Deze klap ontnam mij meteen alle kracht om hier verder met de buitenwereld over te praten. Ik voelde mij eenzaam en alleen…
Tijdens de jaren voor mijn tiende verjaardag heb ik zulke ervaringen met entiteiten nog beleefd. Ik kan ze mij zeer vaag herinneren omdat ik nog te jong was. De meeste dingen weet ik van mijn zussen die mij hierover op latere leeftijd vertelden. Dat brengt mij naar een volgend belangrijk punt in mijn leven. Ik moet jullie vertellen over mijn zomervakantie op kamp met de Chiro, samen met mijn zus. Ik was toen veertien jaar. Er is toen iets beangstigend gebeurd dat ik nooit meer zal vergeten. We gingen samen met leidster Natascha op zoek naar een slaapplaats. Ze had een oude boerderij gevonden waar we mochten overnachten. In de vroege namiddag waren enkele meisjes aan het spelen en dit wekte mijn interesse. Ik ging ernaar toe en stelde vast dat ze een spel aan het spelen met glazen met de bedoeling geesten op te roepen. Een zekere Sofie leidde het gesprek. Ze had lang blond haar, ondeugende bruine ogen en blozende wangen. Het was een van die meisjes die altijd streken uithaalden. Ook nu was weer was er een beangstigde sfeer en kon je in de blikken aflezen dat dit iets was wat binnen dit groepje moest blijven en waarvan de leiding niets moest weten. Sofie vertelde ons dat er een geest ging komen om twaalf uur ‘s nachts. Omdat ik wist wat er ging komen liep ik bang weg. Ik hoorde dat de meisjes mij uitlachten, blij dat ze mij schrik aangejaagd hadden. Hun gegiechel blijft me nu nog steeds achtervolgen. Ik weet dat andere meisjes ook bang waren maar probeerden stoer te zijn om hun status hoog te houden. Maar ik wist wat de gevolgen zouden zijn. Het spel wordt gespeeld met een Ouijabord, letters en een glas. Lieve lezers, speel dit spel nooit, het is gevaarlijk. Tijdens het avondmaal werd er nog verder gefluisterd,
hunkerend naar klokslag middernacht. Toen de nacht was aangebroken gingen we na het gebruikelijke kampvuur naar de slaapzaal, een grote ruime open zaal met allemaal bedjes. De meisjes van het spel waren aan het grappen en wachtten vol spanning af wanneer de geest zou verschijnen. Ik was zenuwachtig en onrustig. De meisjes waren door het lange wachten moe en vielen al snel in slaap. Ik lag in mijn bed te woelen, toen ik op een bepaald ogenblik een mannelijke stem hoorde die mijn naam riep: “Monica”. De hele ruimte hulde zich in een blauwe mist. “Monica” herhaalde de duivelse stem. Ik keek vlug rond of een van de meisjes nog wakker was, maar ze sliepen te vast. Waren ze mij aan het plagen? Of sliepen ze echt? Ik ging angstig terug liggen op mijn rechter zij, de oren gespitst en hopend dat het mijn verbeelding was. Maar plots was er een schaduw die tot leven kwamen en mijn hart deed stilstaan. Het was meer dan een schaduw. Ik kon zijn aanwezigheid voelen. De geest klom over mij. Op dat moment hield ik het niet meer. In paniek begon ik hard te gillen, zo hard dat alle meisjes wakker werden. Als reactie begonnen ze ook allemaal te gillen. “Wat was er allemaal aan de hand?”, vroegen ze zich af. Ik keek zo angstig dat iedereen bang was. Het was ineens gedaan met lachen. De leidster kwam binnen, deed het licht aan en probeerde hoogte te krijgen van het probleem, terwijl ze iedereen tot kalmte aanmaande. Ik werd apart genomen. Ik kon de blikken vol ongeloof van de meisjes inclusief die van Sofie - nog zien. Wellicht beseften ze dat het spelletje misschien wel eens echt kon zijn. Nadat Natascha het verhaal van het oproepen van de geesten had gehoord, haalde zij er een oud vrouwtje vanuit de buurt bij. Die was heel gelovig en had wijwater bij. Ze gaf iedereen een kruisje met wijwater
op ons voorhoofd. Ik deed die nacht geen oog meer dicht en sliep tussen de leidsters. Want ik durfde niet meer alleen te slapen. Ik hoopte dat het snel weer ochtend werd en dat de nachtmerrie voorbij zou zijn. Die morgen zaten we aan de ontbijttafel, op van die ongemakkelijke lange houten zitbanken. Naast mij zat er niemand. Ik was nog altijd niet bekomen van de gebeurtenissen van die nacht, maar probeerde toch van mijn spek met verse eieren te genieten. Maar dat was zonder de geest gerekend. Plots klom de entiteit van de vorige nacht op mijn bank. Ik schrok, liet mijn bestek op de grond vallen en keek naar de anderen. Maar niemand had iets gemerkt. Ze aten allemaal lekker hun ontbijt en babbelden er op los. Wat wilde die geest? Anders dan de vorige nacht, kon ik mij nu wel bedwingen en krijste ik het niet uit. Ik vroeg aan Natascha om naar huis te mogen gaan. Zij keek verwonderd en weigerde dit aanvankelijk. Ze probeerde op mij in te praten door mij te zeggen dat het niet zo erg was. Maar ik bleef bang en hield vol, tot ze toegaven dat het beter was dat ik naar huis ging. Luc, een vriend van mijn zus, kwam mij ophalen om naar huis te gaan. Terwijl we onderweg waren, voelde ik mij zo slecht dat ik vroeg of we even aan de kant konden gaan. Ik stapte uit en ging achter de auto staan. Ik voelde me misselijk en begon te braken. Nadat ik bekomen was stapte ik in de auto en reden we door naar huis. Uiteindelijk kwamen we thuis aan waar mijn ouders ons al opwachtten. Ze waren heel ongerust. Mijn zus had het hele verhaal al over de telefoon verteld. Mijn ouders waren kwaad dat de leiding zulke spellen toe lieten. Die avond sliep ik tussen mama en papa in. Weer rond twaalf uur werd ik wakker door opnieuw diezelfde entiteit. Ik deed mijn ogen open en hij greep zijn kans
om over mijn voeten te klimmen. Je kan je wel inbeelden hoe bang ik was. Door mijn angst maakte ik geluid en wekte daardoor mijn ouders . Zij dachten dat ik opnieuw een nachtmerrie had. – Voor mij was het echter opnieuw zeer reëel. Ik vroeg mij voortdurend af wat er eigenlijk gebeurde? De ganse dag door had ik het heel moeilijk om alles te kunnen plaatsen. Ik bleef angstig want ik voelde zijn aanwezigheid de hele dag door. Hij was constant bij mij en probeerde telkens mijn aandacht te trekken. Wilde hij mij misschien iets duidelijk maken? Het was voor mij allemaal verwarrend. Ik wist niet goed wat ik hiermee moest doen. Mijn ouders beweerden dat er niets was – in hun ogen was dit slechts een boze droom. Ik kan het hen niet kwalijk nemen. Wie zou dit ook maar geloven van een klein meisje? Voor mij was dit opnieuw een moeilijke periode waar ik alleen voor stond. Er was niemand die mij begreep of kon helpen. Op een schooldag keek ik televisie zoals elke andere tiener. Het was een rustig moment. Plots zag ik weer blauwe mist en voelde ik zijn aanwezigheid weer. Mijn broertje zat tegenover mij in de zetel aandachtig naar de televisie te kijken. Ik keek naar hem maar hij reageerde niet. Ik ging naar de deur en liep naar buiten. Daar was hij weer, ik kon het niet meer verdragen, maar ik wist niet hoe ik moest reageren. Ten einde raad besloot ik om hulp te vragen aan een nonnetje van de school. In mijn tijd waren er nog veel nonnetjes op school en ik kende zuster Gabbie redelijk goed, ik had met haar al vele gesprekken gehad en ze stond altijd voor mij klaar. Na een telefoontje kwam zuster Gabbie nog diezelfde avond langs. Ze bracht mij een beeldje van Onze-LieveVrouw. Het beeldje was omringd door een koepeltje,
gevuld met wijwater. Ze gaf mij een kruisje op mijn voorhoofd en zei in alle liefde en rust: “Dat alles dat hier niet hoort te zijn naar een plaats gaat waar het wel hoort te zijn”. Daarna ging ze weg. Vanaf dat moment nam ik het beeldje telkens als ik ging slapen in mijn hand. Op een of andere manier gaf dit mij kracht, moed, bescherming en veel liefde. Want liefde en geloof overwinnen alles. Dankzij dat beeldje en het geloof dat ik er aan hechtte, heb ik mijn angst overwonnen en ben sindsdien van de geest verlost. Vanaf dat moment brak ook een positieve periode aan. Ik had als het ware mijn gave geblokkeerd om mijn leven leefbaar te maken. Intussen ben ik een volwassen vrouw geworden en ben ik zelf mama geworden van mijn eerste kind. Maar ergens bleef zich toch iets in mij afspelen dat mijn innerlijke rust soms verstoorde. Ik begon mij af te vragen wat er zich rondom mij afspeelde en heb zelfs een jaar meditatie gevolgd. Dit maakte veel emoties los. Ik voelde veel liefdevolle energie en die leidde naar mijn tweede kind. Op een zonnige dag wandelde ik met mijn hond “Kenzo” in het bos vlak bij ons huis. Kenzo was een zwarte, ondeugende en speelse Schotse terriër. Die dag volgde ik de weg die ik normaal altijd nam. Op een gegeven moment voelde ik een energie die mij waarschuwde voor gevaar. Ik hield mijn hond dicht bij mij en was alert toen ik in de verte twee husky´s zag die op ons afstormden. Ik wachtte af en zag een man die zijn honden terugfloot. Hij riep bijzonder luid want de honden liepen los het bos in en luisterden niet onmiddellijk. Uiteindelijk kreeg de man toch controle over zijn honden. Het was dus maar goed dat ik mijn hond aan de leiband had en kort bij mij hield. Want voor
hetzelfde geld liep mijn hond los en kon dit wel eens uitdraaien op een gevecht. Ik bedankte de energie die mij gewaarschuwd had om mij en mijn hond te beschermen. Vanaf toen wist ik dat ik, telkens als er gevaar dreigt, een waarschuwing krijg. Deze gebeurtenis maakte mij opnieuw nieuwsgierig naar het hoe en waarom van spiritualiteit. En naar de vraag: ‘Wie ben ik eigenlijk?’ een vriendin vertelde me dat zij al jaren cursus volgde en dat het haar goed deed om na te denken over wie ze was. Ik heb mij geïnformeerd en mij daarna ook ingeschreven voor de cursus. Ik hoopte dat het mij in balans zou brengen. Na een half jaar cursus begonnen er vreemde dingen te gebeuren. ’s Nachts, terwijl ik mijn ogen sloot, zag ik het gezicht van een man. Hij zag er schraal uit met een blauwe schijn over zijn lichaam. Ik deed mijn ogen weer open en hij was weg. De volgende nacht stond er een kind aan mijn slaapkamerdeur. Volgens zijn gestalte schatte ik hem ongeveer zeven jaar. Hij had blond haar en was een beetje schuw. Het was een duidelijk beeld en ik was klaar wakker. Het jongetje keek mij aan maar wou zich niet bekend maken. In mijn visioen de nacht daarop zag ik een boompje waaruit enkele bladeren naar beneden dwarrelden, recht naar mij toe. De eerste bladeren vormden de letter “S”, dan verscheen de letter “Y” gevolgd door “T” en als laatst “N”. De vier letters stonden niet in de juiste volgorde en ik kon niet direct een verband leggen. ’s Morgens, toen ik opstond, herinnerde ik mij het visioen goed . Ik kon het niet van mij afzetten. Die vroege namiddag kwam mijn zus voorbij met twee inkomkaarten voor een spirituele beurs. Mijn zus moest ook nog een inkomkaart naar een vriendin brengen en vroeg of het goed was dat we er
even langs zouden gaan. Onderweg naar die vriendin vertelde ik mijn zus in over mijn visioen . Ik had net alles verteld toen we aan het huis van de vriendin kwamen. Het was een klein gerestaureerd boerderijtje met achteraan paardenstallen. Ik was nog niet uitgestapt of ik voelde al direct een krachtige energie en steken in mijn rechterborst. Haar vriendin “Wendy” begroette ons en vertelde dat dit het voormalige huis van haar bomma was. Zij had dit huis overgenomen nadat haar bomma gestorven was aan een hartinfarct. Daardoor voelde ik die steek in mijn borst! Omdat ik nog andere dingen aanvoelde, voelde ik mij wat ongemakkelijk en ging even naar buiten. Mijn zus en haar vriendin volgden ook. Wendy liep door naar de tuin waar ze stopte aan een voor haar speciaal plekje. Ik wist toen nog niet waarom maar daar vertelde ze dat ze haar zoontje had verloren en dat ze daar een boompje had geplant met daaronder zijn de as . Toen ze de naam van het jongetje zei, bleek die uit dezelfde vier letters te bestaan als deze in mijn visioen, namelijk “STYN”. Ik schrok een beetje want langzaam werd mijn visioen duidelijk: dit was het boompje en de jongen die ik gezien had. Toen ik haar dat vertelde, werd ze zeer emotioneel. Maar omdat ze mij nog niet goed kende en dit alles zo snel ging, hebben we er verder niet meer over gesproken. Maar mijn voorgevoel vertelde me dat ze op een dag mijn hulp zou vragen, als ze er zelf klaar voor zou zijn. Maanden verstreken en het leven ging verder zijn gangetje. Op een dag kwam mijn zus langs. Ze zei dat ze naar Wendy was geweest. Ze had haar verteld over mijn spirituele gaven waarop de Wendy gevraagd had of ik eens wou langs komen. Op de dag dat we hadden afgesproken, nam ik de auto en reed naar haar huis in de hoop dat ik haar zou kunnen
helpen. Het was voor mij ook de eerste keer dat ik zo direct bij iemand thuis ging. Onmiddellijk nadat ik belde opende Wendy de deur en verwelkomde ze mij. Eenmaal binnen keek ik naar een muur waarop engelen geschilderd waren. Het was heel prachtig en mooi. Ik liep verder naar de woonkamer waar ze me met een zachte stem zei: “Ga maar zitten”. Ik zette me neer en ze vroeg me op de man af of ik contact zou kunnen leggen met haar zoontje. Ik wachtte even en voelde een energie die naar me toe kwam. Al gauw kreeg ik contact en kon ik de boodschap doorgeven die haar zoontje Styn me gaf. Hij vertelde over een vliegtuig. Zijn zusje zat naast Wendy op de zetel. “Dat klopt mama”, zei ze, want de moeder had het verband nog niet gelegd. “Ik ga binnenkort in een zweefvliegtuig vliegen”. Hij vertelde verder nog dat hij wist hoeveel zij hem miste en dat haar geen schuld trof van wat er die dag was gebeurd. Hij liet me zien wat ik moest vertellen en liet me zijn liefde voor zijn moeder voelen. Dit was precies wat ze nodig had. Wendy begon te huilen. Ze zei dat ze wist dat hij altijd bij haar was. Dat ze, telkens ze hem nodig had, een teken kreeg en dat het haar de kracht gaf om vooruit te gaan. Tranen vloeiden over haar wangen en ze omarmde mij. Al haar emoties kwamen los en haar pijn was verlicht. Ze was blij dat ze via mij de boodschap had gekregen van haar zoon. Met deze liefde kon ze verder. Ze straalde een innerlijke rust uit die voor mij zeer duidelijk was. Ze bedankte mij nogmaals uitvoerig en ik was blij dat ik haar had kunnen helpen. Haar zoontje wou me duidelijk maken dat zijn moeder hulp nodig had om haar verdriet te verwerken. Hij was bezorgd om haar en wou haar de boodschap geven hem los te laten zodat zijn ziel verder kon rusten.
Voor mij was het een enorme ervaring met veel positieve en emotionele momenten. Ik wist toen zeker: ‘Dit is waar het allemaal om gaat!’ Men staat dikwijls stil bij het overlijden van een persoon en stelt zich vaak vragen over het voortbestaan na de dood, over de hemel, over iets na de dood … Al deze vragen zijn een proces om het verlies te kunnen plaatsen. Ik weet nu hoe dit proces materie in elkaar zit en ga het je proberen uit te leggen in dit boek. Voor iemand heen gaat verlaat de ziel het lichaam. Het lichaam vergaat tot stof en de ziel gaat met begeleiding door de tunnel. Het klinkt cliché maar het is echt: tijdens dit moment bevinden er zich veel energieën rondom de ziel. Iemand met de juiste gaven kan die energieën van de overleden persoon aanvoelen. Sommige zielen kiezen ervoor om te verschijnen, soms als een energiebol, soms nemen ze een menselijke vormen aan. In het geval van een menselijk gedaante kunnen ze kiezen hoe ze er willen uitzien. Zo zijn er die er uit ziet zoals ze waren toen ze stierven. Maar het is ook mogelijk een jongere versie te kiezen. In het geval van het overlijden van een baby neemt deze meestal de vorm van een drie- of vierjarige aan. Maar hij of zij kan ook baby blijven. Ze kunnen in de geestelijke wereld namelijk kiezen hoe ze verschijnen. Alles hangt af van de basis van de energetische bron. De gemakkelijkste manier is de vorm van de energiebol. Om zichzelf als een menselijke gedaante te laten voorkomen moeten ze heel veel van hun energie gebruiken. Je kunt dit als eigenlijk als gewone sterveling niet waarnemen. De enige uitzondering is dat het soms via een fototoestel kan worden vastgelegd. Als je met een digitale camera een foto neemt, dan kan het zijn dat je soms deze energetische bol kan zien op jouw foto. Dit is meestal
de weerkaatsing van een entiteit die op dat moment aanwezig was. Deze energiebollen worden ook wel lichtbollen genoemd of in het Engels ORBS. Een bepaalde energie voel je sterker aan dan een andere. Een overledene kan veel emoties laten voelen. Als iemand verdriet heeft, of in een rouwproces zit, dan kunnen ze het moeilijk los laten. Dat een overledene als ziel aanwezig is, je hem als het ware niet kan zien maar toch nog voelen, is niet eenvoudig om te plaatsen. Veel mensen hebben het moeilijk om innerlijke rust te vinden en zitten met vele vragen. Daarom gaan ze naar een medium om antwoorden te krijgen op hun vele vragen. Wij als medium fungeren eigenlijk enkel als boodschapper daar wij het verleden van de mensen niet kennen. Zo kan de overleden ziel contact maken met de mensen om hen zo te helpen met de antwoorden op hun vele vragen. Het verlicht meestal de pijn en stelt hen gerust dat de overledenen goed terecht is gekomen. Heel vaak nemen ze ook het schuldgevoel weg waarmee de overblijvende zit. Daarom is het ook van belang om goed en aandachtig te luisteren zodat we niet verkeerde of verwarde informatie doorgeven. En dat is precies de moeilijkheid. Een ziel laat niet altijd zijn/haar emoties voelen, simpelweg omdat ze het zelf ook moeilijk hebben. Je kan als medium de informatie ook niet beïnvloeden. Ik kan enkel luisteren wat er gezegd wordt. De ziel bepaalt wat er verteld mag worden of wat hij of zij doorgeeft. Dit moeten we respecteren. Je mag niet te veel verwachten van een medium. Het is niet zo dat wij dit kunnen sturen. Wij kunnen niet zomaar vragen aan de overledenen om op te duiken. Het is een deel van het verwerkingsproces. Als het voorbestemd was zal de ziel zich wel melden en voor de nodige steun zorgen. Dit is
soms raar voor mensen die niet spiritueel aangelegd zijn. Ze laten zich zien als een geest of ze geven in het onderbewuste de boodschap door. Dan is het belangrijk om de boodschap juist door te geven zodat ze beiden de hulp krijgen om meer duidelijkheid te hebben tijdens het verwerkingsproces. Voor al degenen die twijfelen of er leven na de dood is kan ik duidelijk zijn: het bestáát. Het feit dat wij mensen onverklaarbare zaken kunnen doorgeven die enkel de betrokken personen kennen of weten, dingen die wij doorgekregen hebben van een ziel of van het universum, bewijst dat de overleden persoon nog ergens bestaat. Je wilt alleen geloven als er een bevestiging is, maar daar gaat het nu net om. Het universum is en blijft een mysterie en wij als mens leren er veel van. Maar soms zijn we er niet klaar voor omdat we bang zijn van het onbekende…