F O C U S O P V E R S L AV I N G sZO R G VA n
expertise Begrijpen waar het om gaat
Opleidingen binnen Novadic-Kentron: “Een win- winsituatie voor studenten, scholen en onze eigen instelling”
Regio-onderzoek legt specifieke problematiek bloot Cliëntenraad: “Werk dat er toe doet” Jaargang 3 - nr 1 - JUNI 2009
V ooru i t Z Ien
Inhoud 3
Onderzoek onmisbaar voor gerichte zorg en preventie
6 Leerstraf alcohol in Oost-Brabant 7
Communicatie hostels Den Bosch over andere boeg
8
Cliënten tevreden over behandeling
10
Kort Inzien
12
Win-winsituatie voor studenten en organisatie
16
Basiszorg Breda start alcoholgebruiksruimte
18
Cliëntenraad Novadic-Kentron bestaat 10 jaar
20
Campagne Benzovrij
21
Het gezicht achter... Portaal 040
Co lo f on
Uitgave Inzien! is een uitgave van Novadic-Kentron, netwerk voor verslavingszorg. Inzien! wordt toegezonden aan relaties en medewerkers. Wilt u dit magazine ontvangen of heeft u opmerkingen of suggesties? Mail uw reactie naar
[email protected]. Redactieraad Femke de Blijzer, Sandra de Graaf, Roel Hermanides, Leon de Leijer, Laura Prat Bertrams (hoofdredacteur), Jules Pulles (Het Inventief), Martin Reddemann Ontwerp Simone Jacobs (Het Inventief) Eindredactie Leon de Leijer Fotografie Maria van der Heyden, Leon de Leijer, Twan Wiermans 2
Voorwoord Verslaving en verslavingszorg zijn nog steeds omkleed met veel vooroordelen. Geen gezond klimaat, en zeker niet bevorderlijk voor stabilisatie of herstel van onze cliënten. Daarom nemen wij onze rol als expertisecentrum serieus: actuele kennis is de basis van ons werk; feiten in plaats van beelden. Een belangrijke bron van informatie vormen onze regelmatige onderzoeken, waarmee wij drugsen alcoholgebruik in Noord-Brabant in beeld brengen. Ook onderzoek naar waardering door cliënten is cruciaal. Als we niet weten wat cliënten van onze hulpverlening vinden, werken wij als het ware in het donker. Uitdragen van de opgebouwde kennis is net zo belangrijk als vergaren. Bij het openen van hostels voor chronisch verslaafde daklozen is genuanceerde informatie het enige pad naar acceptatie. Maar daarnaast zien wij het ook als onze taak de werknemers van de toekomst te onderwijzen. In deze Inzien! gaan we uitgebreid in op onze opleidingsmogelijkheden. Een expertisecentrum zijn betekent immers vooral: werken met experts. Nu, en in de toekomst. Krijn in ’t Veld, Roel Hermanides Raad van Bestuur Novadic-Kentron
Foto cover Maria van der Heyden Aan dit nummer werkte verder mee Wybo Vons (Wybo Vons Journalistieke Producties) Oplage 4.000 exemplaren Drukwerk Drukkerij Leonard, Oosterhout Copyright Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van Novadic-Kentron worden overgenomen. Hoewel bij de samenstelling van dit magazine de uiterste zorgvuldigheid is betracht, kan voor eventuele onjuistheden niet worden ingestaan.
onderzoek
Onderzoek onmisbaar voor gerichte zorg en preventie
Lokaa l en re g i onaa l ver s l av i n g s onderzoek Preventieactiviteiten hebben het meeste effect als ze gericht worden ingezet. Om dit mogelijk te maken, voert Novadic-Kentron regionale monitoronderzoeken en lokale veldverkenningen uit. Zo kunnen alcohol- en drugsgerelateerde problemen in Brabantse gemeenten bij de bron worden aangepakt. Voor een ‘broodje aapverhaal’ over drugs of drugs incidenten heb je niet veel nodig. Met een paar sms’jes of een prikkelend internetberichtje komt het geruchtencircuit zo op gang. En voordat je het weet, worden die indianenverhalen opgepakt door de media en ontstaat een werkelijkheid die weinig meer van doen heeft met de realiteit. Hierdoor wordt Novadic-Kentron
regelmatig benaderd door lokale bestuurders, journalisten en politiemensen die op het verkeerde been zijn gezet door onzorgvuldige berichtgeving die meer op fictie dan op feiten is gebaseerd. Epidemiologisch en gericht onderzoek Voor het uitvoeren van effectief zorg- en preventie beleid zijn juist de feiten over riskant middelengebruik en verslaving cruciaal. Feiten over populaire drugs die worden verhandeld in het uitgaanscircuit. Cijfers over het gebruik van die drugs. En gegevens over groepen gebruikers die het meeste risico lopen op een verslaving. Om al die informatie boven tafel te krijgen, doen wij twee typen onderzoek.
Internet- en gameverslaving Behalve de regiomonitors en veldverkenningen werken wij ook mee aan de Monitor Internet en Jongeren, opgezet door het wetenschappelijk onderzoeksbureau IVO. Uit de laatste monitor van 2008 bleek dat 3,2% van de jongeren van de eerste twee klassen van het voortgezet onderwijs - zo’n 13.000 jongeren -
internetverslaafd genoemd zou kunnen worden. Bij Novadic-Kentron worden jaarlijks tussen de 80 en 100 jongens voor gameverslaving behandeld. Daarbij is de minimumleeftijd onlangs bijgesteld van 16 naar 13 (!) jaar.
I nzien ! J U N I 2 0 0 9
3
Regiomonitors en veldverkenningen De regiomonitors en veldverkenningen worden uitgevoerd door de afdeling Preventie, Voorlichting en Advies (PVA) van Novadic-Kentron. De regiomonitors worden gemaakt in opdracht van de centrumgemeenten Eindhoven, Breda, Tilburg en Den Bosch, terwijl de veldverkenningen worden uitgevoerd voor kleinere Brabantse gemeenten en voor bepaalde stadsdelen van de grotere steden. In de meeste gevallen werkt NovadicKentron hierbij nauw samen met collega’s van GGD’s, ggz-instellingen en andere hulpverleningsinstanties. Allereerst worden er sinds 2005 regiomonitors uitgevoerd, waarin het (overmatig) alcohol- en drugsgebruik regionaal in kaart wordt gebracht. Hierbij gaat het om relatief grote epidemiologische onderzoeken, die in principe eens in de twee jaar worden gehouden in opdracht van de grote Brabantse centrumgemeenten. Daarnaast worden op kleinere schaal ook zogeheten veldverkenningen gedaan. In deze onderzoeken wordt heel gericht in een bepaalde gemeente bekeken hoe het staat met middelengebruik onder jongeren. Aan de resultaten van de regiomonitors en veldverkenningen koppelen we altijd gerichte beleidsadviezen. Gemeenten weten zo wat hen te doen staat om bepaalde alcohol- of drugsgerelateerde problemen tegen te gaan met lokale partners, zoals de plaatselijke horeca. Overdreven? De afgelopen jaren hebben we meer structuur en systematiek in deze onderzoeken aangebracht. Daarbij is een landelijke methodiek voor de monitoring van alcohol- en drugsgebruik (MAD) geschikt gemaakt voor regionaal gebruik. “Dankzij deze verbeterslag krijgen we nu onderzoeksresultaten die goed met elkaar te vergelijken zijn. Dat maakt het mogelijk om de komende jaren beter zicht te krijgen op de effecten van preventiebeleid”, merkt Peter Greeven, hoofd Research & Development, op. 4
“Bovendien ontstaat zo wetenschappelijk toetsbaar vergelijkingsmateriaal waarmee we lokale en regionale verschillen in alcohol- en drugsproblematiek in kaart kunnen brengen.” Klinkt goed. Maar is het niet een beetje overdreven om naast de landelijke alcohol- en drugsmonitors van het Trimbos-instituut zo specifiek naar Brabant te kijken? Want zoveel zal het middelengebruik onder de grote rivieren toch niet verschillen van de rest van Nederland… Peter: “Dat dit soort regionaal monitoronderzoek inderdaad zinvol is, zagen we het afgelopen jaar bijvoorbeeld bij de onrust over het gebruik van paddo’s. Uit ons onderzoek bleek dat vooral iets te zijn dat in de vier grote steden voorkomt, en veel minder in Brabant. Uit onze onderzoeken kun je ook afleiden dat het alcoholgebruik van jongeren in Brabant nog hoger ligt dan het al forse alcoholgebruik onder jongeren elders in Nederland. Op basis van deze zorgwekkende ontwikkeling bieden wij gerichte preventieactiviteiten op scholen, extra voorlichtingsactiviteiten met onze preventiebus en allerlei ludieke acties op uitgaansavonden. Op die manier worden wij dus ook actief betrokken bij de uitvoering van beleidsvoornemens die gemeenten formuleren op grond van deze onderzoeken.”
Actuele trends
-- De gemiddelde dosis werkzame stof per xtc-pil neemt af. Ook worden deze pillen duurder. Hierdoor gaan recreatieve gebruikers over op andere middelen en combinaties. Dat maakt de drugsmarkt onrustig en onvoorspelbaar. -- Door schaarste in populaire uitgaansdrugs stijgt het gebruik van GHB. Deze harddrug zorgde in 2008 voor een sterke stijging van verslaafde cliënten met ernstige klachten. -- Het cocaïnegebruik is stabiel, terwijl het alcoholgebruik onverminderd hoog blijft; dit ondanks de intensieve (landelijke) campagnes om drinken onder jongeren tegen te gaan.
I N D I V I D U Eonderzoek EL AANBOD
Gert-Jan Peters, monitoronderzoeker:
‘Elke twee jaar een update’ “Op dit moment werken we aan de tweede regiomonitor voor Den Bosch en Eindhoven. Komend najaar beginnen we ook aan de tweede monitor voor Breda. Het is de bedoeling dat deze centrum gemeenten elke twee jaar een update krijgen met actuele cijfers en trends over verslaving in hun eigen stad en regio. Soms stellen gemeenten echter andere prioriteiten. In het kader van het Stedelijk Kompas hebben we bijvoorbeeld vorig jaar in Den Bosch in plaats van het geplande monitoronderzoek een onderzoek gedaan naar de omvang van het aantal verslaafden in de stad met een psychiatrische stoornis. In het kader van de regiomonitors kunnen we op verzoek van gemeenten ook inzoomen op specifieke vragen en thema’s. Voor de gemeente Eindhoven gaan we bijvoorbeeld een inventarisatie maken van de zorgbehoeften van mensen met verslavingsproblemen, terwijl we in Den Bosch de problemen met het gebruik van alcohol en cocaïne bij jongeren in kaart brengen. Als expertisecentrum hecht Novadic-Kentron veel belang aan dit soort onderzoek. Gemeenten en zorgaanbieders kunnen hun beleid zo optimaal afstemmen op actuele vragen, verslavingsproblemen en trends. Daarnaast levert het voor ons kennis op die we gebruiken bij het ontwikkelen van nieuwe preventie- en zorgprogramma’s.”
Alex van Dongen, veldwerker:
‘Diepte-interviews met sleutelfiguren in het uitgaanscircuit’ “Elk jaar voeren we ongeveer acht veldverkenningen uit. Onlangs rondden we zo’n verkenning af voor de gemeente Oosterhout. Omdat in die gemeente enkele jongens met grote hoeveelheden xtc-pillen waren opgepakt, circuleerden daar allerlei indianenverhalen. Daarnaast was onduidelijk welke preventieactiviteiten in het uitgaansgebied van Oosterhout ingezet konden worden. Voldoende redenen om ter plekke het feitelijke genotmiddelen gebruik in kaart te brengen. Voor deze veldverkenning hebben we diepteinterviews gehouden met sleutelfiguren in het uitgaanscircuit, zoals barkeepers en een jongeren werker. Daarnaast hebben we op twee uitgaans avonden 252 uitgaande jongeren enkele vragen voorgelegd over hun alcohol- en drugsgebruik. Hieruit bleek dat 23% van de ondervraagde jongeren de afgelopen maand cannabis had gebruikt. Bij jongens onder de 18 lag dit percentage met 42% aanzienlijk hoger. Verder bleek uit de analyse van de vragenlijsten dat jongeren die buiten het uitgaan op straat alcohol drinken ook relatief vaak speed of ketamine gebruiken. Zo ontstond er dus een duidelijk beeld van bepaalde risicogroepen waarop de gemeente Oosterhout zijn preventiebeleid nu kan gaan afstemmen.” I nzien ! J U N I 2 0 0 9
5
B ureau H a lt
Leer s t ra f A lcoho l i n O o s t- B raban t
‘Een aanpak die werkt’ Steeds meer jongeren drinken op jongere leeftijd. Het gaat vaak om grote hoeveelheden alcohol. Dat levert niet alleen fysieke schade op, maar leidt ook tot overlast. In toenemende mate overtreden jongeren onder invloed van alcohol de wet en komen in aanraking met de politie. Daarom hebben NovadicKentron en Halt Oost-Brabant de Leerstraf Alcohol ontwikkeld, die op dit moment in de regio Eindhoven en Den Bosch uitgevoerd wordt. Nee zeggen Marieke Wijnen van Halt organiseert de bijeenkomsten, Jos Wijdeven van Novadic-Kentron voert ze uit. De Leerstraf Alcohol (waarin overigens ook drugs aan de orde komen) is bedoeld voor jongeren van 12 tot 18 jaar en hun ouders. In twee bijeenkomsten krijgen de jonge wetsovertreders informatie over allerlei feiten over alcohol en worden zij geconfronteerd met de risico’s. Maar vooral worden zij gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid en worden hen vaardigheden geleerd, zoals nee zeggen en omgaan met groepsdruk, om te voorkomen dat het opnieuw uit de hand loopt. Dat gebeurt in twee groepsbijeenkomsten en huiswerkopdrachten. Wachtlijst De leerstraffen zijn niet verplicht. Toch is er veel belangstelling voor. De politie in de regio Brabant Oost ziet het belang van de leerstraf en verwijst veel jongeren door. Marieke: “De politie is vooral gecharmeerd van de snelle afhandeling, de lik-op-stukaanpak en van de aandacht voor de rol van ouders. De jongeren willen deelnemen, omdat ze een boete en een mogelijk strafblad kunnen voorkomen. Maar ook de druk van de ouders speelt een belangrijke rol.” Jos en Marieke zijn in november gestart. Inmiddels hebben ze zes groepen
6
begeleid van gemiddeld acht jongeren en is er een wachtlijst voor vier groepen. Dat tekent het succes van deze leerstaf. Jongeren en ouders De eerste bijeenkomst komen ook de ouders mee. Jos gaat met de jongeren aan de slag en zijn collega Iris de Man leidt de ouderbijeenkomst. Beide bijeenkomsten duren 2,5 uur. De jongeren praten over hun drinkgedrag en krijgen voorlichting over alcohol. Ook de ouders krijgen informatie, maar praten vooral over hun rol en de invloed die ze hebben en kunnen hebben op het alcoholgebruik van hun kind. De jongeren komen nog terug voor een tweede bijeenkomst. De tweede bijeenkomst wordt het huiswerk besproken. Ook komt de overtreding uitgebreid aan bod. Motivatie Ondanks dat jongeren vrijwillig meedoen, blijft het een straf. Dat leidt tot de gedachte dat de jongeren die zes uur uitzitten en vervolgens weer op de oude voet verder gaan. Jos daarover: “Motivatie is bij het begin zeker een probleem. Ik start echter elke groep met een ‘open mind’. Ik geef vertrouwen, maar stel duidelijke grenzen, maak afspraken en verwacht inzet. Die aanpak werkt en dat geeft veel voldoening.”
ho s t e l s
Commun i cat i e ho s t e l s D en B o s ch over andere boe g
‘Wij zijn er klaar voor’ 23 februari 2008. Sandra de Graaf is vanuit NovadicKentron als projectleider betrokken bij het traject om in Den Bosch een aantal hostels voor chronisch verslaafde daklozen te openen. Als op die zaterdagochtend heel vroeg de telefoon gaat, weet ze meteen wat er aan de hand is: “Nog voor ik de telefoon opnam, wist ik het al: er is iets gebeurd in de Churchilllaan.” Haar gevoel was juist: de eerste beoogde locatie was volledig afgebrand. Sandra: “Die brand en de naweeën ervan zorgden voor een gigantische schok. Bij de gemeente, bij de instellingen en natuurlijk ook bij de daklozen zelf. Een aantal van hen begon net weer te hopen, er was eindelijk uitzicht op een plek waar ze ‘gewoon’ konden wonen, net zoals iedereen dat kan. Door de brand was dat voor onbepaalde tijd uitgesteld.” Het roer om De gemeente Den Bosch en de instellingen besloten dóór te gaan, maar daarbij wel het roer helemaal om te gooien. Sandra: “Na het uitwerken van een volledig nieuw plan zijn we eind 2008 opnieuw van start gegaan, met een aantal bijeenkomsten in verschillende stadsdelen. Daarbij werden geen locaties als voldongen feit gepresenteerd, maar werd het plan in algemene zin toegelicht en werd bewoners ook expliciet gevraagd mee te denken over mogelijke locaties. Die bijeen-
komsten hadden een heel ander karakter. Natuurlijk was ook hier emotie, maar de stemming was over het algemeen toch rustiger. Bij sommige bijeenkomsten spraken bewoners zelfs elkáár aan op al te ongenuanceerde reacties. Daaraan merk je dat het draagvlak bij sommigen toeneemt.” Eerste locaties De gemeente en de instellingen hopen dat de positieve ontwikkeling zich voortzet. Sandra: “In juni worden de eerste locaties bekendgemaakt. En dan komt het voor een aantal bewoners weer heel dichtbij. Maar we zijn er klaar voor. We gaan met bewoners, gemeente, stadstoezicht en politie om de tafel om harde afspraken te maken over het beheer rondom de hostels. Rond onze locatie aan de Rompertsebaan zijn die afspraken gemaakt en daar zijn geen problemen. Bewoners moeten er vertrouwen in hebben dat ook hostels de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt niet verstoren. We weten uit andere steden dat de ervaringen met hostels heel goed zijn en dat de leefbaarheid van een wijk zeker niet afneemt. Het is aan ons om te bewijzen dat dat hier ook kan. Want het kán, en het moet ook: er leven nu nog zo veel mensen in ellendige omstandig heden. We willen hen een plek geven waar ze thuis horen. Letterlijk: thuis.” I nzien ! J U N I 2 0 0 9
7
c l i ë n t t evredenhe i d
C l i ë n t en t evreden over behande l i n g
Novadic-Kentron start in 2008 met systematische meting van de cliëntwaardering Persoonlijk en met zorg is één van de kernwaarden van Novadic-Kentron. Vanuit die kernwaarde is het meten van de tevredenheid van de cliënten meer dan een wettelijke verplichting en voldoen aan de verwachting van opdrachtgevers en financiers. In 2006 werd
8
door de Raad van Bestuur, in samenspraak met de Cliëntenraad, besloten die tevredenheid, die tot dan steekproefsgewijs en op onderdelen via benchmark projecten gemeten werd, op professionele en systematische wijze te gaan meten.
Leo Maas en Cor Verbrugge kregen de opdracht het meten van de cliëntwaardering structureel in te voeren. In januari 2008 werd een start gemaakt. Na een moeizaam begin kunnen de kartrekkers toch nog tevreden terugkijken op het eerste jaar: ruim dertig procent van de cliënten geeft een 7,5 voor onze hulp en zorg. Leo Maas: “Dat is net boven het landelijk gemiddelde. Dat is mooi, maar biedt absoluut ruimte voor verbetering. Wat mij betreft wordt de lat weer wat hoger gelegd. Op naar de acht is naar mijn idee het devies voor 2009.” Onafhankelijke analyse De cliëntwaardering wordt gemeten met de zogenaamde GGZ Thermometer, een standaard vragenlijst die in het hele land gebruikt wordt. Er worden vier onderwerpen gemeten: informatieverstrekking, inspraak, deskundige bejegening en resultaat. Cor Verbrugge: “Zowat alle GGZ-instellingen gebruiken die, waarvan de meesten incidenteel. Wij hebben gekozen voor een permanente meting en zijn daarmee toch min of meer koploper. Daarbij is door de zorgverzekeraars als voorwaarde gesteld dat de analyse van de vragenlijsten moet gebeuren door een onafhankelijk bureau. Dat is TRIQS geworden. We hebben alle baat bij een zo objectief mogelijk oordeel. Dat is immers de basis om onze behandeling en zorg voortdurend te verbeteren.” Een moeizaam proces Het streven is niet alleen een hoger punt te halen. Ook de respons moet omhoog. In oktober 2008 was de respons nog geen tien procent. Dat probleem is in een organisatiebrede stuurgroep, waarin ook de Cliëntenraad vertegenwoordigd was, besproken. Nicole Wilts werd als projectleider aangesteld en regisseerde de inhaalslag. Nicole Wilts: “Het was en is een hele klus om het belang tussen de oren te krijgen. Veel collega’s zien het invullen nog steeds als gedoe, twijfelen nog steeds over nut en noodzaak. Daarom hebben we in oktober onder de naam Maand van de Cliëntwaardering een intensieve campagne gelanceerd. Er werden posters gemaakt, brieven verstuurd en de verschillende afdelingen en teams werden nogmaals bezocht. Maar vooral werden er op alle locaties speciale zitjes
ingericht die bemand werden door studenten en leden van de Cliëntenraad. Zij vroegen de cliënten persoonlijk de vragenlijsten onder het genot van een kopje koffie in te vullen. Die inhaalslag heeft geholpen.” Veertig procent Het is nu zaak die lijn door te trekken. Het streven is om in 2009 een respons van veertig procent te realiseren. Leo Maas realiseert zich dat dat niet mee zal vallen. “We zien in de eerste maanden van 2009 weer een lichte terugval. Als we die willen kenteren zullen we alle hulpverleners moeten mobiliseren. Om dat te doen, zal cliëntwaardering voortdurend een aandachtspunt moeten zijn binnen de afdelingen. Leidinggevenden vervullen daarin een belangrijke rol.” Nicole Wilts beaamt dat, maar realiseert zich dat er meer nodig is: “Het invullen van de vragenlijsten moet een vanzelfsprekend onderdeel worden van het zorgproces. Om dat te kunnen bereiken hebben we een vast moment gekozen om de lijsten te laten invullen, twaalf weken na ondertekening van de behandelovereenkomst. Ook willen we de verschillen tussen regio’s en afdelingen inzichtelijk maken, ervan uitgaande dat daar ook een stimulans vanuit gaat. Collega’s kunnen nu direct bij TRIQS inloggen en hebben zo voortdurend zicht op de resultaten.” Wensen voor de toekomst De resultaten van 2008 zijn door Laura DeFuentes vastgelegd in een notitie. Die notitie biedt aanknopingspunten om ons zorgaanbod verder te verbeteren. Cor Verbrugge: “Daar draait het per slot van rekening allemaal om. We halen bijvoorbeeld veel uit de open vragen over knelpunten. Zaken als informatieverstrekking, wachtlijsten en de beschikbare tijd en aandacht van hulpverleners voor cliënten worden daar vaak genoemd. Daar moeten we aan werken en zo ons aanbod continu verbeteren. Dan kunnen we die acht waar Leo om vroeg halen.” Leo Maas heeft zelf ook nog een wens: “Het draagvlak moet verder omhoog. Met name de leidinggevenden spelen een cruciale rol. We zijn op de goede weg, dat blijkt wel uit de initiatieven die in de regio zelf genomen worden.”
De mening van de cliënt: Jeroen Gerrits, 38 jaar, afdeling Motivatie te Vught: “Toen ik hier kwam, was mij niet echt duidelijk wat het doel was. Bij opname is me pas verteld dat Motivatie een soort van tussenstation is naar verdere behandeling, bij de intake is dat niet aan de orde geweest. Hier is alles goed geregeld. Ik vind er rust en regelmaat, krijg weer structuur. De begeleiders behandelen me met respect en waardering. Uiteindelijk denk ik dat ik via Motivatie makkelijker door kan stromen naar de Woontraining.”
I nzien ! J U N I 2 0 0 9
9
Kor t i n Z Ien
Ondertekening overeenkomst de Rooyse Wissel Forensische zorg voor cliënten met een justitiële maatregel komt bij Novadic-Kentron steeds meer voor. Het is inmiddels normaal geworden dat we onze cliënten niet alleen helpen hun leefstijl te verbeteren. We kijken zeker ook naar de risico’s die samenhangen met terugvallen in crimineel gedrag. Novadic-Kentron wil ook op het gebied van forensische zorg samenwerken. Daarom is medio april een samen-
werkingsovereenkomst gesloten met de Rooyse Wissel, een TBS-instelling uit Venray, met veel verslaafden binnen de muren. Afgesproken is een uitwisselingsprogramma en kennisoverdracht over verslaving en risicogedrag te starten. Ook gaat Novadic-Kentron op proef een aantal verslaafde TBS-gestelden behandelen, die uitstromen uit de Rooyse Wissel. Naar verwachting zullen dat in 2009 vier cliënten zijn. De eerste twee zijn al in zorg genomen.
Full house, empty pockets Onder die titel organiseerde het team Veldwerk in Eindhoven, samen met de gemeente Eindhoven, een campagne om jongeren bewust te maken van de mogelijke risico’s van pokeren. Steeds meer jongeren pokeren, zowel thuis als in café’s, maar zeker ook online. Dat kan tot grote financiële problemen leiden en ook verslaving ligt op de loer. Daarom waren campagnemedewerkers begin dit jaar op alle ROC-scholen in de pauzes met een opvallende stand aanwezig om met leerlingen te praten over hun pokergedrag. De leerlingen werd ook gevraagd een enquête in te vullen en er werden free cards en andere give-aways uitgedeeld met een verwijzing naar de website www.fullhouse-emptypockets.nl. Daar was naast de enquête meer informatie te vinden over de risico’s van pokeren. De campagne was een groot succes. Er werd veel aandacht aan geschonken in de media en ongeveer 1250 leerlingen vulden de enquête in. Ook heeft de campagne geleid tot een werkbezoek van het ministerie van Justitie.
10
Novadic-Kentron neemt de Maatschappelijke Opvang van De Zuidwester over Binnenkort neemt Novadic-Kentron in West-Brabant de Maatschappelijke Opvang van De Zuidwester over. De afgelopen maanden is daarover intensief onderhandeld met De Zuidwester. Samen met De Zuidwester werkt Novadic-Kentron de komende weken aan een definitief overnamecontract. Het overnamecontract wordt deze zomer door beide partijen ondertekend.
De afgelopen maanden is De Zuidwester op zoek geweest naar een geschikte kandidaat om het bedrijfsonderdeel ‘Maatschappelijke opvang’ over te nemen. Uiteindelijk is Novadic-Kentron, na een zorgvuldige selectieprocedure, als enige kandidaat overgebleven. Novadic-Kentron werkt in Westelijk Noord-Brabant al jaren intensief samen met De Zuidwester, met name op het gebied van maatschappelijke opvang.
Nieuwe website en online zorgaanbod Onze huidige website gaat volledig op de schop! Niet alleen het uiterlijk wordt volkomen anders, ook zal de nieuwe website overzichtelijker en klantvriendelijker zijn en vooral veel meer informatie bieden, waaronder een uitgebreid overzicht van ons aanbod op het gebied van preventie, hulp en zorg en veel informatie over (genot)middelen, verslaving en verslavingszorg.
De nieuwe website zal volgens planning in augustus worden gelanceerd. Daarnaast zijn wij de mogelijk heden aan het onderzoeken om in de nabije toekomst op onze nieuwe website online zorg en hulp aan te bieden. U kunt dan denken aan het aanmelden van cliënten via internet, maar ook aan bijvoorbeeld het volgen van een training of cursus. Via ons nieuwe internet houden we u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.
The Stoneds In 2007 werd in Eindhoven de rockband The Stoneds opgericht. De band, die bestaat uit drugsverslaafde cliënten, gaf de bandleden weer perspectief, zingeving en discipline. Onder het motto ‘Rolling Between hell and heaven’ spelen The Stoneds nummers die gaan over de zelfkant van een leven met drugs en verslaving. Inmiddels hebben The Stoneds een aantal optredens bij congressen en symposia op hun naam en waren ze met ‘Verwoestend verlangen’ te gast in het populaire VARA-radioprogramma Spijkers met koppen. Begin dit jaar overleed plotseling leadgitarist Willy Haerkens. Het was zijn droom om met de band een interactief muzikaal voorlichtingsprogramma te ontwikkelen. De bandleden hebben daarom in zijn geest de ‘Will Hawkins Foundation’ opgericht met als doel een creatieve preventietour te starten, met en door cliënten, voor de niet-verslaafde maatschappij in het algemeen. Door contact met het hárt te maken in plaats van het hoofd, oftewel door muziek, theater, poëzie en vertelkunst.
INZIEN! JUNI 2009
11
op l e i d i n g en
N ovad i c- K en t ron ac t i eve op l e i d i n g s par t ner
Win-winsituatie voor studenten en organisatie De komende tien jaar neemt de vraag naar goed gekwalificeerde verpleegkundigen, therapeuten en behandelaars sterk toe. Daarom werken we aan extra
12
stage- en opleidingsplaatsen. Niet alleen voor mboen hbo-studenten, maar ook voor GZ-psychologen, psychiaters en verslavingsartsen.
Verslavingszorg is mensenwerk. Dat is mooi, maar vormt de komende jaren ook een probleem. De vraag naar gezondheidszorg neemt namelijk hand over hand toe, terwijl veel verpleegkundigen de komende tien jaar met pensioen gaan. Door het vertrek van deze babyboomers zullen GGZ- en verslavingszorginstellingen zich steeds sterker moeten profileren om geschikte hulpverleners binnen te halen en binnen te houden. Het aanbieden van passende opleidingsmogelijkheden is hiervoor een aangewezen middel. Daarom investeert Novadic-Kentron op dit moment in een uitbreiding van het aantal stage- en opleidingsplaatsen. Sexy Het is niet ‘sexy’ om als student te kiezen voor verslavingszorg. Als studenten dat al overwegen, spelen er vaak allerlei beelden mee die niet overeenstemmen met de werkelijkheid. Want nee, daar struikel je niet over vieze en onhandelbare ‘junks’ voor wie afkicken allang geen optie meer is. En nee, werken in de verslavingszorg betekent evenmin ‘dweilen met de kraan open’. Er wordt namelijk geprotocolleerd gewerkt met tal van nieuwe, bewezen effectieve behandelmethoden.
“Werken in de verslavingszorg betekent niet ‘dweilen met de kraan open’.” Daar komt bij dat je in de verslavingszorg te maken krijgt met allerlei verslavingen, van gok- tot gameverslaving en van alcohol- tot GHB-verslaving. En dat niet alleen, je kom er ook in contact met zeer uiteenlopende cliënten. Verslaving komt immers in de beste kringen voor. Kortom, het is een spannende en uitdagende sector waarin je je volop kunt ontwikkelen en specialiseren. Novadic-Kentron werkt er hard aan om dit beeld tijdens voorlichtingsdagen, gastcolleges en snuffelstages over te dragen aan studenten die overwegen om in de hulpverlening aan de slag te gaan. De instelling werkt nauw samen met alle ROC’s in Brabant en de twee hogescholen in de regio: Fontys Hogescholen en Avans
Nieuw stagebeleid “We willen het stagebeleid van Novadic-Kentron meer centraal gaan aansturen en voorzien van een eenduidig kader voor alle stages”, zegt opleidingsfunctionaris Mieke Loomans. “Hierdoor krijgen de scholen Mieke Loomans waarmee we samenwerken een duidelijk aanspreekpunt voor het aanvragen van opleidingsplaatsen en stages. Andersom kan Novadic-Kentron zo op de betreffende scholen een duidelijker beeld geven van het werken in de verslavingszorg. Bovendien ontstaat er zo intern een beter overzicht van alle beschikbare stage- en opleidingsplaatsen.”
Hogeschool. Met deze onderwijsinstellingen worden opleidingstrajecten vormgegeven, waarbij studenten kunnen kiezen voor ofwel een opleiding in de praktijk (BBL of deeltijd), ofwel voor een meer theoretische opleiding met uitgebreide stagemogelijkheden (BOL of voltijd). Inspelen op dreigende personeelstekorten Met Avans Hogeschool wordt op dit moment gewerkt aan de opzet van een minor Verslavingskunde. Bij Fontys Hogescholen loopt deze minor al (zie www.minorverslavingskunde.nl). Hierdoor kunnen hbo-studenten in het derde en vierde jaar van hun opleiding kennismaken met de verslavingszorg. Novadic-Kentron neemt hierbij een belangrijk deel van het onderwijsaanbod voor haar rekening. In de algemene basisopleidingen wordt namelijk weinig aandacht besteed aan het werken in een specifieke sector als de verslavingszorg. En onbekend maakt onbemind. “In totaal werken hier nu circa vijftig leerlingen met een beroepsondersteunende of beroepsbegeleidende leerweg. We proberen hen op een positieve manier
Meer stageplekken
Op dit moment beschikt Novadic-Kentron in totaal over ongeveer zestig stage- en opleidingsplaatsen. Een derde van deze plaatsen is bestemd voor mbo- en hbo-studenten die met een leer-werkovereenkomst gaan werken op één van de verblijfsafdelingen. De komende jaren zullen er meer stage- en opleidingsplaatsen worden gecreëerd. Het streven is om vanaf september 2009 op alle veertien verblijfsafdelingen minimaal één stageplek en één leer-werkplek te realiseren. Ook op de overige afdelingen van de instelling komen nieuwe stageplekken, zodat studenten tijdens hun stage kunnen kennismaken met preventie, basiszorg en verslavingsreclassering. I nzien ! J U N I 2 0 0 9
13
kennis te laten maken met dit werkveld. Hiermee proberen we tijdig in te spelen op de dreigende personeelstekorten”, zegt Peter Greeven, hoofd van Research & Development, waar de afdeling Opleidingen onder valt.
“We laten leerlingen op een positieve manier kennismaken met dit werkveld.” Om het basisniveau van beginnende professionals snel op peil te brengen, krijgen zij tal van trainingen en cursussen aangeboden. Daarbij maken we gebruik van het aanbod van het Leernetwerk Verslavingszorg, een landelijke samenwerkingsverband van elf verslavingszorginstellingen op het terrein van opleidingen. Peter: “Op dit moment zoeken we naar mogelijkheden om medewerkers zo veel mogelijk zelf verantwoordelijk te maken voor hun individuele leerweg. Daarbij wordt van hen verwacht dat zij binnen hun eigen team aan de slag gaan met nieuwe methodieken en richtlijnen, en daarbij zelf bepalen hoe zij hun leerproces vormgeven. Dat is heel iets anders dan een cursus bijwonen waar je van alles ‘zomaar’ krijgt aangereikt. Hopelijk wordt het rendement van ons Peter Greeven interne opleidingsaanbod zo nog groter.” Tientallen open sollicitaties Studenten die in één van de klinieken van NovadicKentron aan de slag gaan, krijgen hoogstwaarschijnlijk te maken met praktijkopleider Jorg de Vlam. Op dit moment leidt hij de stages van twintig studenten in goede banen, zodat zij daar zoveel mogelijk van opsteken. Daarnaast coacht hij ook de werkbegeleiders die de studenten dagelijks ondersteunen op de werkvloer. Tevreden constateert hij dat er enorm veel belangstelling is voor de openstaande leer-werkplekken en stages. Maandelijks komen hiervoor tientallen open sollicitaties van geïnteresseerde studenten
binnen. Daardoor kan hij streng zijn in de selectie van studenten. Jorg: “Dat moet ook wel, want voor dit werk moet je stevig in je schoenen staan, goed je eigen grenzen kunnen aangeven en waar nodig tegengas durven geven. Innovatie staat hoog in het vaandel van onze instelling. Daarbij zijn we een lerende organisatie waarin het opleidingsbeleid stevig is geborgd. Jorg de Vlam Tegen die achtergrond bekijken we regelmatig met opleidingsinstellingen hoe we de theorie en praktijk van de opleidingen zo goed mogelijk op elkaar kunnen laten aansluiten, zodat die twee elkaar versterken. Zo willen we een win-winsituatie creëren voor scholen, studenten en onze eigen instelling, waarbij we beginnende professionals aan ons binden. Want dat is hard nodig voor de komende jaren!”
Werkend leren of lerend werken? Werkend leren of lerend werken in de verslavings zorg kan in het kader van diverse mbo- en hbo-opleidingen, zoals Verpleegkunde, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Culturele en Maatschappelijke Vorming, en Medewerker Maatschappelijke Zorg. In het mbo kunnen studenten kiezen voor een beroepsbegeleidende leerweg (BBL) waarbij zij vier dagen per week werken en één dag naar school gaan, of voor een beroepsopleidende leerweg (BOL). BBL’ers sluiten een leer-werkovereenkomst af, terwijl BOL’ers een stageovereenkomst krijgen. In het hbo kunnen studenten kiezen tussen de praktische deeltijdvariant en de meer theoretisch voltijdvariant.
Stages voor wetenschappelijk opgeleide hulpverleners Voor studenten met een universitaire opleiding biedt Novadic-Kentron een beperkt aantal opleidings plaatsen. Binnen de instelling is op dit moment plaats voor vier GZ-psychologen in opleiding. Daarnaast zijn er inmiddels voldoende psychiaters binnen de instelling werkzaam om ook aankomende psychiaters in eigen huis te gaan opleiden. Voor de specialisatie ‘verslavingsarts’ werkt Novadic-Kentron mee aan de tweejarige postacademische opleiding voor verslavingsartsen die sinds 2007 in Nijmegen wordt gegeven. Het is de bedoeling dat er in 2010 een soortgelijke opleiding start voor verslavingspsychologen.
14
op l e i d i n g en
‘ In de prak t i jk l eer je t och he t mee s t ’ Kim Struyk (20) koos er bewust voor haar hbodiploma Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) al werkend te halen. Vier dagen per week ervaring opdoen en één dag naar school voor de theorie, dat was precies wat ze zocht. Kim: “Bovendien verdien ik nu al wat. Ook dat komt goed uit!” In haar omgeving zag Kim hoe sommige mensen vastliepen door hun verslaving. Tegelijk zag zij ook hoe belangrijk het is om op zo’n moment goede hulp te krijgen. Dat was voor haar de belangrijkste reden om te kiezen voor de verslavingszorg. Tijdens haar vierjarige opleiding draait Kim elk jaar op een andere afdeling van Novadic-Kentron mee om kennis te maken met verschillende kanten van de verslavingszorg. In september startte zij op een afdeling voor ouderen met verslavingsproblemen. Sindsdien is er een totaal nieuwe wereld voor haar opengegaan.
“De veertien mensen op deze afdeling zijn enkele maanden opgenomen voor een klinische behandeling van hun alcohol probleem. Ik probeer hen daarbij zo goed mogelijk te begeleiden. Met een beetje spontaniteit en vrolijkheid, want dat past wel bij me.” Om alles wat er tijdens haar werk op haar af komt op een goede manier te verwerken, krijgt Kim regelmatig begeleiding. “Zelf kan ik ook altijd bij mijn begeleiders terecht met vragen. Tijdens die gesprekken is er veel aandacht voor hoe ik me voel en hoe ik omga met situaties. Dat is heel fijn. Ook de contacten met mijn collega’s zijn super. Iedereen is heel zorgzaam en betrokken, waardoor je echt met elkaar samenwerkt. Daardoor heb ik het hier enorm naar mijn zin!”
“Ik probeer mensen te begeleiden met een beetje spontaniteit en vrolijkheid.”
Eisen aan expertise Novadic-Kentron heeft de ambitie een expertise centrum te zijn op het gebied van verslaving en verslavingszorg. Dat stelt de nodige eisen aan de inhoudelijke expertise van medewerkers, en indirect aan de interne opleidings- en bijscholingsmogelijkheden. De opleidingen worden steeds meer ingericht om te kunnen werken volgens de laatste multidisciplinaire richtlijnen voor de behandeling van verslaving, al dan niet in combinatie met andere psychische stoornissen, zoals depressie en ADHD.
Forensische hulpverlening: een vak apart
Werken in de forensische zorg en de verslavings reclassering is een vak apart. Hulpverleners werken daar namelijk vaak met cliënten die verplicht een behandeling moeten ondergaan in het kader van een juridische maatregel of een rechtelijke machtiging. Bij het opleiden van studenten in deze tak van sport werkt Novadic-Kentron samen met TBS-kliniek de Rooyse Wissel in Venray.
I nzien ! J U N I 2 0 0 9
15
a lcoho lg ebru i k s ru i m t e
B a s i s zor g B reda s tar t a lcoho lg ebru i k s ru i m t e
‘Onze cliënten voelen zich niet thuis in een café’ Overlastbestrijding is de kerntaak van de basiszorg van Novadic-Kentron. Om het drugsgebruik in de openbare ruimte aan te pakken, heeft de basiszorg al jaren gebruiksruimtes. Maar ook buitensporig alcoholgebruik zorgt voor problemen, met name in de grote steden.
16
Daarom zijn of komen er alcoholgebruiksruimtes. In Breda is er al eentje. Maar wat is dat eigenlijk? Met die vraag gaan we op weg naar Emmy Bouwmans, teamleider basiszorg in Breda. We spreken ook met Bas Douze, wijkagent in het centrum van Breda.
Een alcoholgebruiksruimte, is dat niet gewoon een café waar je op je gemak een biertje of een borreltje gaat drinken met je vrienden? Bas reageert: “Met de alcoholgebruiksruimte hebben we twee doelen. Vanuit de zorg houdt Novadic-Kentron een vinger aan de pols: hoe gaat het met de cliënt, hoe ontwikkelt zich zijn verslaving? En vanuit de politie is het belangrijk de overlastgevoelens te verminderen door drinkende verslaafden binnen te houden.” Emmy vult aan: “Die overlastbestrijding noemen we onze ‘bezemfunctie’.” Volgens Bas is de overlast echter zo goed als nihil. “ ’t IJ is de jungle”, stelt hij, “maar dan heb je het over de gebruikers onderling. Toevallige passanten hebben daar nauwelijks last van.” Historie In Breda was al min of meer spontaan een alcohol gebruiksruimte ontstaan. Die is echter niet te vergelijken met de huidige ruimte. Toen zat de hulpverlening anders in elkaar dan nu. “Vol goede bedoelingen, dat zeker”, vertelt Emmy, “maar er was geen enkele structuur. In een grote ruimte van 25 bij 10 meter gebeurde van alles wat God verboden heeft. Er was zelfs een periode dat de cliënten de boel bezetten en er een tentenkamp omheen werd opgetrokken.” Emmy vertelt verder dat medewerkers weinig te zeggen hadden. Cliënten bepaalden wie er binnen kwamen. De zwaardere gebruikers eisten ‘entreegeld’ van andere cliënten. Emmy licht toe: “Dat entreegeld bestond dan bijvoorbeeld uit blikken bier.” Verandering Dat moest anders. Er kwam toezicht. Dat was natuurlijk niet gemakkelijk voor de cliënten die daar al kwamen. De cultuuromslag leidde in het begin tot leegstand. Hulpverleners deden er van alles aan om de cliënten weer terug te krijgen naar de alcoholgebruiksruimte. Gaandeweg leerde het nieuwe team hulpverleners een vertrouwensband op te bouwen met de cliënten. Emmy: “Dat kost natuurlijk ook tijd. Maar langzaamaan gaat het de goede kant op.” 25-jarige verslavingsjubileum In Breda zijn er drie gebruiksruimtes: voor spuiten, voor
roken en voor het drinken van alcohol. In totaal maken 71 mensen gebruik van de gebruiksruimtes. Veertien cliënten komen regelmatig in de alcoholgebruiks ruimtes. We vragen Emmy naar de doelgroep. “De grootste groep zijn toch wel de mensen met een 25-jarig jubileum in de verslavingscarrière. Dat zijn mensen met problemen op alle levensgebieden.” De cliënten, meestal mannen, van de alcoholgebruiksruimtes gebruiken naast grote hoeveelheden alcohol vaak ook nog andere drugs. Verschil Bas: “Niet alle cliënten zitten te wachten op een hulpverlener. Dan zeggen ze ‘als ik een biertje ga drinken in een gewoon café hoef ik toch ook niet gelijk met een verslavingsarts te praten!’.” Maar naar een gewoon café gaan de meeste mensen van de alcoholgebruiksruimte niet. Bas: “Daar zijn twee redenen voor. Het is te duur en ze voelen zich er niet thuis. Bij ’t IJ voelen ze zich op hun gemak, dat is hun scene. Het zijn allemaal mensen die diep in de problemen zitten. Dat schept een band. Het is een hechte groep.”
“Het is een simpele oplossing voor een groot probleem” Resultaat De voordelen van een alcoholgebruiksruimte zijn helder. De overlast op straat neemt af. Emmy: “Wat heel belangrijk is aan de gebruiksruimte is dat cliënten de juiste zorg krijgen. Vroeger was er voor deze cliënten echt sprake van ‘onderzorg’. Nu komt alle zorg bij elkaar.” Niet iedereen is geschikt om met deze moeilijke doelgroep te werken. Emmy: “Je moet uit speciaal hout gesneden zijn. Je moet kunnen én willen werken met deze doelgroep. Maar het is een prachtige, kleurrijke doelgroep.” Bas: “Af en toe stapt er eentje uit de groep uit de wereld van verslaving. Die kom je dan later tegen in het centrum van Breda, blakend van gezondheid, goed gekleed.” In de afgelopen vier jaar heeft Bas dat al twee of drie keer mogen meemaken. Bas: “Ja, daar ben ik wel trots op.”
I nzien ! J U N I 2 0 0 9
17
jub i l eum c l i ë n t enraad
C l i ë n t enraad N ovad i c- K en t ron be s taat
10
jaar
‘Werk dat er toe doet’ In 2009 bestaat de Cliëntenraad van Novadic-Kentron tien jaar. Een decennium lang hebben vele ex-cliënten of familieleden van hen, vrijwillig de belangen van de cliënten behartigt. In deze Inzien! praten we naar aanleiding van het jubileum met Suzy Oomen, voorzitter van de Cliëntenraad West en vice-voorzitter
18
van de Centrale Cliëntenraad, over het werk van de raad. Suzy komt vanaf oktober 2003 met veel enthousiasme en plezier op voor de belangen van de cliënten. Suzy: ”Het werk van de cliëntenraad doet er toe. Ik ben trots op wat we bereikt hebben. Dat geeft veel voldoening.”
Waarom ben jij bij de Cliëntenraad gegaan? “Mijn ex-man was destijds aan de drugs en in behandeling bij Kentron. Ik had het gevoel dat hij na de behandeling in een gat viel, het ontbrak aan nazorg. Dat stoorde me en daar wilde ik wat aan doen. Toen zag ik een advertentie in de krant waarin de Cliëntenraad onder het motto ‘Keien gezocht’ op zoek was naar ex-cliënten die een steentje wilden bijdragen aan een betere behandeling. Zo ben ik in oktober 2003 lid geworden. Inmiddels ben ik voorzitter van de Cliëntenraad West en vice-voorzitter van de Centrale Cliëntenraad.” Er zijn meerdere Cliëntenraden? “Ja, die complexe organisatie heeft alles te maken met de fusie tussen Novadic en Kentron. Dat speelde net in de periode dat ik lid werd en dat was een hectische tijd. Uiteindelijk hebben we via een convenant afgedwongen dat er twee regionale raden bleven en een centrale raad. En alhoewel die structuur nog steeds bestaat zijn er nog nauwelijks verschillen tussen Oost en West. Wat mij betreft, is er eigenlijk sprake van één raad. Ik zie dat als een belangrijk winstpunt van de afgelopen jaren.” Als er meerdere raden zijn wordt er zeker nogal wat vergaderd? “Misschien wel, maar ik zie dat niet als een bezwaar, dat vergaderen hoort er bij. Het lidmaatschap van de Cliëntenraad is weliswaar vrijwillig, maar zeker niet vrijblijvend. We zullen zaken toch met elkaar en met de organisatie af moeten stemmen. Daarom vergaderen de regionale raden een keer per drie weken, West in Breda en Oost in Vught. Elke maand is er in Tilburg een vergadering van de Centrale Cliëntenraad en iedere zes weken een overlegvergadering met de Raad van Bestuur. Roel Hermanides is dan onze gesprekspartner.“ Jullie behartigen de belangen van cliënten. Hoe ziet dat er uit in de praktijk? “Uiteraard is dit werk alleen mogelijk als er voortdurend contact is met de cliënten zelf. Regelmatig bezoeken we in tweetallen de diverse afdelingen. We geven dan een korte introductie op ons werk en gaan met de cliënten in gesprek over hun behandeling. Als uit die gesprekken knelpunten naar voren komen worden die besproken in onze overlegvergaderingen en worden vervolgacties uitgezet. Meestal komen die knelpunten
aan de orde in het overleg met de Raad van Bestuur. Maar ook bespreken we die soms direct met de hulpverleners van de betreffende afdeling. Vrijwel altijd worden die knelpunten dan aangepakt en leidt dat tot verbeteringen.” Kun je daar wat voorbeelden van geven? “Maar natuurlijk. Eén van de knelpunten die vaak terugkomen, is het rookverbod op de afdeling. Van cliënten wordt verwacht dat zij buiten roken. Maar dat is met ons klimaat natuurlijk niet altijd een pretje. Om ook bij regen en kou enig comfort te bieden wordt er nu een pilot gestart met een blokhut. Cliënten kunnen nu in ieder geval droog en uit de wind hun sigaretje roken. Een ander voorbeeld was de hoge temperatuur op een afdeling. Ook dat probleem is met succes aangepakt. Soms hebben we te maken met knelpunten die niet zo eenvoudig op te lossen zijn. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de wachtlijsten. Maar we zorgen er wel voor dat dat thema voortdurend onder de aandacht blijft. En als het gaat om de inhoud van de hulpverlening hebben we een signalerende en adviserende rol. Van daaruit hebben we een wezenlijke bijdrage geleverd aan een andere koers voor de afdeling Motivatie, hebben we aandacht gevraagd voor cliënten die ziek binnen komen en wordt de problematiek van jongeren in de opvangvoorzieningen aangepakt.” Zijn de cliënten tevreden? “Die indruk heb ik wel. Natuurlijk zijn er altijd verbeterpunten maar die zijn meestal persoonlijk, individueel. Serieuze klachten van een hele afdeling komen we eigenlijk nooit tegen. Dat beeld wordt ook bevestigd door het tevredenheidonderzoek onder cliënten waaraan wij het afgelopen jaar meegewerkt hebben. Ook dat laat een positieve score zien.” Waar ben je trots op? “Op onze positie in de organisatie. Ik vind dat we serieus genomen worden, zowel door de cliënten als door de organisatie. We worden betrokken bij zowat alle belangrijke ontwikkelingen binnen Novadic-Kentron. Dat is een positie die we afgedwongen hebben en die het mogelijk maakt het oorspronkelijke doel van de Cliëntenraad waar te maken: opkomen voor het belang van de cliënt. Dat geeft veel voldoening en maakt het werk voor de Cliëntenraad zo zinvol. Ik ben dan ook absoluut van plan er nog een tijdje mee door te gaan.”
De cliëntenraad heeft een stevige positie in de organisatie.
I nzien ! J U N I 2 0 0 9
19
C ampa g ne benzovr i j
Huisarts Thea Toemen van het Eindhovense gezondheidscentrum Stratum.
Campagne Benzovrij Eind 2008 startte Novadic-Kentron de campagne Benzovrij.nl. Naar aanleiding van het beperken van de vergoeding voor slaap- en kalmeringsmiddelen (benzodiazepinen) werd mensen die problematisch slikken de helpende hand geboden. Overmatig en langdurig benzogebruik geeft immers vele problemen. Wij spraken daarover met huisarts Thea Toemen van het Eindhovense gezondheidscentrum Stratum. Thea: “Het gebruik van benzodiazepinen (benzo’s) is de afgelopen jaren afgenomen. Niet dat er minder stress is dan vroeger. Helemaal niet. Maar mensen zijn zich ervan bewust dat het gebruik van benzo’s niet goed voor ze is.” Thea legt uit dat het gebruik van benzo’s vooral symptoombestrijding is. Het is geen oplossing voor de oorzaak. “De taak van de huisarts is om de ‘echte’ hulpvraag te ontdekken en daar samen met de patiënt een oplossing voor te vinden.”
“Vaak is er sprake van oneigenlijk gebruik. De taak van de huisarts is om de ‘echte’ hulpvraag te ontdekken en daar een antwoord op te bieden.”
20
Thea is ook adviseur van de Stichting Kwaliteit en Ontwikkeling Huisartsenzorg (KOH) die nascholing geeft aan huisartsen en assistenten over hoe om te gaan met benzo’s. Thea: “Alle huisartsen weten dat er sprake is van veel oneigenlijk gebruik, maar het kost veel werk en vooral ook veel energie om alternatieven aan te bieden.” Het alternatief is volgens Thea ‘gewoon goed voor je lichaam zorgen, op tijd rust nemen, verstandig eten, veel naar buiten, etc.’ Thea geeft hele praktische tips: “Dan adviseer ik bijvoorbeeld vaker de fiets te nemen om boodschappen te doen.” Thea geeft een voorbeeld: “In mijn praktijk heb ik een alleenstaande dame van 75 jaar. Haar dochter van bijna 40 woont bij haar in. Nu de dochter een relatie met een man gekregen heeft, gaat ze af en toe een weekend weg met hem. Daar raakt de moeder van in paniek. Mevrouw zou hiervoor eigenlijk in therapie moeten. Het kost veel tijd om dat op gang te krijgen. Voorlopig heb ik haar een kalmeringsmiddel voorgeschreven, dat de paniekgevoelens onderdrukt als de dochter er niet is.” In de praktijk blijkt dat mevrouw de benzo’s vaker gebruikt dan met de huisarts is afgesproken. “Dat is heel lastig”, stelt Thea, “er is sprake van een dubbele verantwoordelijkheid. Van mij, want de arts schrijft voor, en van de patiënt, want die gebruikt buiten de voorschriften om.” Ondertussen praat Thea met de dame over een oplossing voor het echte probleem, de angststoornis.
he t g ez i ch t ach t er . . .
Portaal 040: open en laagdrempelig Intensief samenwerken om mensen met complexe problemen verder te helpen. Met dit motto werken GGzE, Novadic-Kentron en maatschappelijke opvang Neos in Eindhoven samen in de crisisketen. Opvangvoorziening ‘Portaal 040’ is daarin een onmisbare schakel.
Eindhoven telt ongeveer duizend dak- en thuislozen. Een groot deel van hen kampt met onontwarbare problemen: verslaafd, blut, depressief, eenzaam… Ook zijn zij doorgaans niet bijzonder gecharmeerd van hulpverleners. Niet verwonderlijk. Vaak is er namelijk al van alles geprobeerd, maar zonder het gewenste resultaat. En zo staan zij bij de politie en de hulpverlening bekend als draaideurcliënten en zorgwekkende zorgmijders. Lastige vragen De afgelopen jaren is er veel aan gedaan om deze mensen passende zorg te bieden en van onderdak te voorzien. Geen gemakkelijke opgave, want bij welk probleem moet je beginnen? Bij de huisvesting, de verslaving, de psychiatrische problematiek? Lastige, maar terechte vragen. Want wat schiet je op met een dure behandeling als iemand daarna toch weer op straat belandt? En wat heeft iemand aan een dak boven zijn hoofd als hij vervolgens niet in staat is daar zelfstandig te wonen?
De tijd dat deze mensen vanwege allerlei contraindicaties in feite aan hun lot werden overgelaten, behoort tot het verleden. Zeker in Eindhoven. Daar bundelden GGzE, Novadic-Kentron en Neos in 2003 hun krachten in Portaal 040, een laagdrempelige opvangvoorziening voor mensen die om de zoveel tijd behoefte hebben aan een korte time-out.
De tijd dat deze mensen aan hun lot werden overgelaten, behoort tot het verleden. In deze voorziening werken hulpverleners van GGz Eindhoven, Novadic-Kentron en Neos als directe collega’s nauw met elkaar samen. Tijdens een crisisopvang van maximaal een week bepalen zij in onderling overleg welke problemen het eerst zouden moeten worden aangepakt en bij welke instantie dat het beste kan gebeuren. I nzien ! J U N I 2 0 0 9
21
Sterk concept
“De kracht van Portaal 040 schuilt in de open cultuur”, zegt manager Rob den Dekker. “Natuurlijk hanteren we huisregels en is agressie verboden. Maar voor de rest kan hier veel. Daarbij proberen we onze cliënten echt te accepteren zoals ze zijn; ook al maken zij hun eigen keuzes, en ook al laten zij zich niet zo makkelijk ‘pakken’ door de reguliere hulpverlening!”
Kwetsbare mensen Het idee om de crisisopvang gezamenlijk vorm te geven, ligt – gezien de complexe problematiek – voor de hand. Door deze aanpak kun je deze kwetsbare mensen immers in zorg krijgen op het moment dat zij daar het meeste voor open staan. Bovendien betekent samenwerking op één locatie een duidelijk adres voor verwijzers en cliënten. En last but not least biedt deze werkwijze de meeste garantie op continuïteit van zorg. Want lastige of bewerkelijke cliënten zomaar doorverwijzen om er zelf vanaf te zijn, is er niet meer bij. Van de zorgverlener die een cliënt plaatst, wordt namelijk verwacht dat hij betrokken blijft bij de opvang en het vervolgtraject daarna. “Ondanks al deze voordelen is de gekozen samenwerkingsconstructie toch nog altijd tamelijk uniek”, zegt accountmanager Pim Dijkstra. Namens Novadic-Kentron was hij nauw betrokken bij de opzet en uitwerking van Portaal 040. “Zes jaar geleden zijn we met ondersteuning van de gemeente Eindhoven en het Zorgkantoor gestart om de hulp aan deze cliënten beter vorm te geven. Daarbij werden Pim Dijkstra we gesteund door de cliëntenorganisaties in Eindhoven. Ook zij gaven aan dat de crisisopvang voor mensen met acute problemen moest worden verbeterd. Dat heeft geleid tot intensieve samenwerking waarbij we nu veel beter gebruikmaken van ieders expertise.”
22
Zorgmakelaars De drie ‘moederorganisaties’ van Portaal 040 leveren elk enkele medewerkers voor het basisteam, zoals groepsleiders en verpleegkundigen. Daarnaast is een belangrijke rol weggelegd voor de drie transfermedewerkers van de voorziening. Als zorgmakelaars moeten zij binnen een week een brug slaan naar één van de achterliggende organisaties, zodat de cliënt daar verder kan met een passend vervolgtraject. Althans, op papier zou het zo moeten gaan. De praktijk is echter weerbarstiger. Daardoor duurt het vaak langer voordat er een vervolgplek gevonden is. “Ondanks wachtlijsten shoppen onze transfermedewerkers net zo lang totdat ze een passend vervolg hebben gevonden, klinisch of ambulant”, zegt Rob den Dekker, Rob den Dekker eindverantwoordelijk manager van Portaal 040. “Toch blijft de doorstroom van cliënten een belangrijk aandachtspunt, om te voorkomen dat de zestien bedden van Portaal 040 te lang bezet blijven. In tijden van crisis moeten onze cliënten hier namelijk dag en nacht direct terechtkunnen voor een korte time-out.”
“Deze doelgroep vraagt om een speciale bejegening en de nodige vasthoudendheid.”
he t g ez i ch t ach t er . . .
De moeizame doorstroming wordt volgens Pim en Rob vooral veroorzaakt door een gebrek aan affiniteit met deze kwetsbare doelgroep in de reguliere hulpverlening. Rob: “Vaak gaat het om cliënten die niet bijzonder gemotiveerd zijn voor hulp of een behandeling. Daar zitten veel hulpverleners niet op te wachten.” Pim vult aan: “Inderdaad zie
je vaak dat de entree van de instellingen voor dit soort cliënten te hoog is. Dat werkt niet, want deze doelgroep vraagt om een speciale bejegening, de nodige vasthoudendheid en een specifiek, stepped care zorgaanbod. Dankzij de bijzondere samenwerking binnen Portaal 040 kunnen we elkaar daar echter direct op aanspreken!”
Open opvangvoorziening
Portaal 040 biedt kortdurende crisisopvang. Doordat het een open voorziening is, kunnen er alleen cliënten worden geplaatst die daar vrijwillig willen verblijven. De opvang is dus niet ingericht voor cliënten die met dwang worden opgenomen in het kader van een juridische maatregel of rechtelijke machtiging. Ook cliënten die zwaar verslaafd zijn of intensieve medische en/of somatische zorg nodig hebben, kunnen niet terecht bij Portaal 040, omdat de voorzieningen daarvoor ontbreken.
I nzien ! J U N I 2 0 0 9
23
N ovad i c- K en t ron B e g r i jpen waar he t om g aat
Suzy Oomen, Cliëntenraad: “Wij zijn trots op onze positie in de organisatie.
Ik vind dat we serieus genomen worden, zowel door de cliënten als door de organisatie. We worden betrokken bij zowat alle belangrijke ontwikkelingen binnen Novadic-Kentron. Dat is een positie die we afgedwongen hebben en die het mogelijk maakt het oorspronkelijke doel van de Cliëntenraad waar te maken: opkomen voor het belang van de cliënt. Dat
geeft veel voldoening en maakt het werk voor de Cliëntenraad zo zinvol. Ik ben dan ook absoluut van plan er nog een tijdje mee door te gaan.”
Novadic-Kentron is de i nstelling voor verslavings zorg in Noord-Brabant. Samen met de cliënt zoeken we het beste antwoord op zijn vraag. We bieden preventie en voorlichting, behandeling, begeleiding, nazorg en opvang. Onze aanpak is gericht op de behoeften en wensen van de cliënt, persoonlijk en op maat, maar altijd onderbouwd door de nieuwste inzichten en wetenschappelijk onderzoek.
Met verschillende vestigingen, steunpunten en zorgboerderijen zijn we altijd bij u in de buurt. Onze hoofdlocatie bevindt zich in Vught. Verder hebben we grotere en kleinere vestigingen in onder andere Breda, Den Bosch, Eindhoven, Tilburg, Helmond, Oss, Roosendaal en Bergen op Zoom. Vanaf september 2008 is Novadic-Kentron HKZ-gecertificeerd.
De hoofdlocatie: Novadic-Kentron Laagstraat 3 Postbus 243 5260 AE Vught Telefoon: (073) 684 95 00
www.novadic-kentron.nl