SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B – 3000 Leuven
Vragenlijst Klaspraktijk ZITTENBLIJVERS DERDE KLEUTERKLAS UITSTROOMSCHOLEN 2003-2004
In te vullen: Naam en voornaam leerkracht
:
............................................................................................
Klas
:
............................................................................................
Invuldatum
:
..... / ..... / 2004
SiBO-leerling(en)
:
Adres vestigingsplaats
:
Adres hoofdschool
:
Contactpersoon Els Gadeyne Tel. 016/32.57.44 Fax 016/32.58.59 Email:
[email protected]
Mei 2004
BESTE KLEUTERLEID(ST)ER Doel en inhoud van de vragenlijst Deze vragenlijst maakt deel uit van het SiBO-onderzoek. Het algemene doel van dit onderzoek is het beschrijven en verklaren van de loopbanen en de ontwikkeling van kinderen doorheen het Vlaamse basisonderwijs. Daarvoor verzamelen we naast gegevens over de kinderen ook gegevens over het gezin, de school en de klas.
Met de voorliggende vragenlijst willen we een beeld krijgen van de klaspraktijk van de kleuterleid(st)ers die in de derde kleuterklas staan. Wie moet deze vragenlijst invullen? Deze vragenlijst moet ingevuld worden door de kleuterleid(st)er van het kind uit de derde kleuterklas dat we vanuit SiBO volgen. Indien er meerdere personen instaan voor dezelfde klas, dan vult best de kleuterleid(st)er de vragenlijst in die het kind het beste kent.
Hoe de vragenlijst invullen? Ofwel moet u zelf informatie invullen, ofwel de mogelijkheid/-heden aankruisen die voor u van toepassing zijn. Er zijn voor ons geen juiste of foute antwoorden. De latere verwerking zal pas kunnen aangeven of bepaalde opvattingen of klaspraktijken er toe doen voor de kinderen, en op welke manier. Daarom is het belangrijk dat u de vragenlijst waarheidsgetrouw invult, en niets blanco laat! Wij schatten dat het invullen van de vragenlijst ongeveer 20 minuten in beslag zal nemen.
Anonimiteit Aangezien wij ook uw naam zullen vragen, is de vragenlijst op zich niet anoniem. Uw antwoorden worden echter wel strikt vertrouwelijk door ons behandeld. Dit betekent dat ze niet individueel teruggespeeld worden naar de school of naar derden, en dat ze geheel anoniem verwerkt worden.
Hoe de vragenlijst terugsturen? Gelieve de ingevulde vragenlijst samen met de leerlingvragenlijst en de toetsen in de retour-enveloppe naar ons terug te sturen, en dit ten laatste tegen 4 juni.
ALVAST DANK VOOR UW MEDEWERKING!
-1-
KLASPRAKTIJK A. KLASINRICHTING EN HOEKEN Kruis het klasbeeld aan dat het meest gelijkenis vertoont met uw klas: 2 of 3 grote groepen tafels en stoelen staan centraal. Er is voor elk kind een zitplaats aan tafel Er zijn 2 of 3 grote groepen tafels, die echter niet centraal staan. Wel is er voor elk kind een zitplaats aan tafel Er zijn meerdere kleine groepjes van tafeltjes. Wel is er voor elk kind een zitplaats aan een tafel mogelijk Het aantal gegroepeerde tafels en stoelen is beperkt en is verspreid over de hoeken Ander (specifieer): ..........................................................................................................................................................
Duid aan welke van de volgende hoeken en materiaal / deelhoeken er op dit moment in uw klas voorzien zijn. Onder een ‘hoek’ verstaan we een min of meer afgebakende ruimte die gericht is op één bepaald type activiteit. Het materiaal en de meubels staan voor deze activiteit permanent ter beschikking en moeten niet herschikt worden. Dit kan ook een tafel zijn die een bepaalde bestemming heeft gekregen. HOEK
Bouwhoek en constructiehoek
Ontwikkelingsmaterialen
MATERIAAL / DEELHOEKEN
groot constructiemateriaal
Bewegingshoek
MATERIAAL / DEELHOEKEN
mat
klein constructiemateriaal
kussens
…….
kegels
patronen leggen
…
puzzels
Sensopatisch spel
watertafel
gezelschapspelen
zandtafel
speelwerkblad
….
……. Hoek voor beeldopvoeding
HOEK
Timmerhoek
boetseren tekenen
Computerhoek
schilderen knutselen
Wegkruip-, knuffel en snoezelhoek
…… Hoek voor dramatisch spel
huishoek
Ontdektafel (magneten, wekkers,…)
winkel verkleedhoek
Muziekhoek
…. Lees – en luisterhoek
boeken
Occasionele hoek rond thema’s
cassettes en cd’s …. Zithoek
…
kringgesprek vertellen
…
bewegingsactiviteit ….
-2-
B. ACTIVITEITENVERLOOP
Voormiddag Geef in de kolom ‘Volgorde’ aan uit welke opeenvolgende activiteiten een ‘gewone’ voormiddag in uw klas meestal bestaat. Zet hiervoor het cijfer 1 bij de eerste activiteit die meestal in de voormiddag plaatsvindt, het cijfer 2 bij de volgende activiteit, enzovoort. Overgangsmomenten, snacks en opruimen hoeft u niet te vermelden. Geef in de kolom ‘Duur’ bij de gekozen activiteiten ook aan hoe lang ze gemiddeld duren. De som hiervan kan uiteraard niet de totale beschikbare klastijd in de voormiddag (onderaan in te vullen, dit is de tijd tussen de ochtendbel en de middagbel, min de speeltijd) overschrijden. KEUZE-ELEMENTEN
Volgorde
Duur
kring
....
.... min.
verplichte activiteit, klassikaal of in groepen
....
.... min.
contractwerk
....
.... min.
....
.... min.
....
.... min.
ruime keuze-activiteit met onbeperkte wisseling
....
.... min.
afsluitend moment voor de voormiddag
....
.... min.
andere: (omschrijf kort) ..................................................................................................................
....
.... min.
andere: (omschrijf kort) ..................................................................................................................
....
.... min.
(kinderen kiezen uit enkele activiteiten, die tegen het einde van de week allemaal gedaan moeten zijn)
beperkte keuze-activiteit (kinderen kunnen vrij kiezen uit maximaal vijf activiteiten)
ruime keuze-activiteit met beperkte wisseling (kinderen kunnen kiezen uit zes of meer activiteiten, maar mogen niet voortdurend wisselen)
(verhaal, lied, gedicht)
....u. ....min.
TOTALE BESCHIKBARE KLASTIJD IN DE VOORMIDDAG:
Doe nu hetzelfde voor de namiddag KEUZE-ELEMENTEN
Volgorde
Duur
kring
....
.... min.
verplichte activiteit, klassikaal of in groepen
....
.... min.
contractwerk
....
.... min.
....
.... min.
....
.... min.
ruime keuze-activiteit met onbeperkte wisseling
....
.... min.
afsluitend moment voor de namiddag
....
.... min.
andere: (omschrijf kort) ....................................................................................................................
....
.... min.
andere: (omschrijf kort) ....................................................................................................................
....
.... min.
(kinderen kiezen uit enkele activiteiten, die tegen het einde van de week allemaal gedaan moeten zijn)
beperkte keuze-activiteit (kinderen kunnen vrij kiezen uit maximaal vijf activiteiten)
ruime keuze-activiteit met beperkte wisseling (kinderen kunnen kiezen uit zes of meer activiteiten, maar mogen niet voortdurend wisselen)
(verhaal, lied, gedicht)
....u. ....min.
TOTALE BESCHIKBARE KLASTIJD IN DE NAMIDDAG:
-3-
C. GEBRUIK VAN MATERIALEN EN METHODES
Aard van het gebruik
Frequentie
Het kan hierbij gaan om lespakketten of -methodes, speelleersets of spelmateriaal, leerlingvolgsystemen of remediëringsmateriaal.
Remediëren of begeleiden
-
Observeren of toetsen
-
of uzelf gebruik maakt van aangekochte materialen of methodes (geef de naam in kolom 1), op welke manier u die gebruikt (kruis één of meerdere redenen voor gebruik aan in kolom 2 tot 5), en hoe frequent u die gebruikt (noteer in de laatste kolom: dagelijks / wekelijks / maandelijks / 2 à 3 keer per jaar / jaarlijks).
Activiteit voor groepje kinderen
-
Activiteit voor alle kinderen
Gelieve voor elk van de onderstaande domeinen aan te geven: Duid aan: - dagelijks - wekelijks - maandelijks - 2à3 x per jaar - jaarlijks
Voor taalvaardigheid en voorbereidende lees- en schrijfvaardigheden: 1. ..............................................................................................................
.......................
2. ..............................................................................................................
.......................
3. ..............................................................................................................
.......................
Voor voorbereidende rekenvaardigheden: 4. ..............................................................................................................
.......................
5. ..............................................................................................................
.......................
6. ..............................................................................................................
.......................
Voor het sociaal-emotionele domein: 7. ..............................................................................................................
.......................
8. ..............................................................................................................
.......................
9. ..............................................................................................................
.......................
Voor intercultureel onderwijs: 10. ............................................................................................................
.......................
11. ............................................................................................................
.......................
12. ............................................................................................................
.......................
D. VOORBEREIDEND LEZEN, SCHRIJVEN EN REKENEN 1. Is er in de derde kleuterklas sprake van systematische instructie en oefening met betrekking tot voorbereidend lezen en schrijven? Nee, niet expliciet Alleen voor kinderen die daar aan toe zijn Ja, voor alle kinderen (specificeer hieronder) Frequentie zowat dagelijks 2 à 3 keer per week zowat wekelijks minder dan wekelijks Aard van de activiteiten Oefenen op rijm Hakken en plakken (auditieve analyse en synthese) Letters of woordjes leren schrijven
-4-
2. Is er in de derde kleuterklas sprake van systematische instructie en oefening met betrekking tot voorbereidend rekenen? Nee, niet expliciet Alleen voor kinderen die daar aan toe zijn Ja, voor alle kinderen (specificeer hieronder): Frequentie zowat dagelijks 2 à 3 keer per week zowat wekelijks Minder dan wekelijks Aard van de activiteiten Oefenen op seriëren (volgorde aanbrengen), classificeren (in categorieën onderbrengen) en vergelijken (overeenkomsten en verschillen zoeken) Leren tellen Getallen leren schrijven
E. ONDERSTEUNING VAN DE LEERKRACHT Maakt u voor uw dagelijkse klaspraktijk tijdens dit schooljaar gebruik van extra ondersteuning? Indien ja, door wie wordt die geboden, hoe intensief is ze, en op welke wijze wordt ze ingevuld? Frequentie (... u/week)
CLB ....... u/w
BuO ....... u/w
GOK ....... u/w
ja
nee
Ouders / vrijwilligers
Andere (Omschrijf)*
....... u/w
....... u/w
Invulling (Kruis aan) Begeleiden van individuele kinderen in de klas Begeleiden van Individuele kinderen buiten de klas Begeleiden van subgroep in de klas Begeleiden van subgroep buiten de klas / opsplitsen van de klas Met z’n tweeën samen de klas begeleiden Onderzoeken van kinderen met problemen Mij als kleuterleid(st)er begeleiden rond bepaalde kinderen of problemen Andere (Omschrijf)* Legende:
*Omschrijving andere ondersteuningsinstantie:
CLB = Centrum voor LeerlingBegeleiding BuO = Buitengewoon Onderwijs (bv. GON-leerkracht) GOK = Gelijke Onderwijskansen (cf. zorgcoördinator)
....................................................................................... ....................................................................................... *Omschrijving andere invulling: ....................................................................................... .......................................................................................
-5-
1.
Groepjes kleuters krijgen, afhankelijk van hun niveau, gemakkelijkere of moeilijkere opdrachtjes
2.
Elke kleuter krijgt, afhankelijk van zijn/haar niveau, gemakkelijkere of moeilijkere opdrachtjes
3.
Kleuters die sneller werken dan de anderen gaan door met extra opdrachtjes
4.
Ik geef extra instructie aan een groepje kinderen dat meer moeite heeft met opdrachten dan de rest van de groep
5.
Zwakke kinderen krijgen eenvoudigere opdrachten dan de rest van de groep
dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Enkele keren per jaar
Geef aan of en hoe frequent u de volgende vormen van differentiatie toepast:
Nooit
F. DIFFERENTIATIE
6. Ik neem verschillende controletaken af bij verschillende kinderen afhankelijk van hun niveau
G. AANPAK VAN ANDERSTALIGE LEERLINGEN 1.
Hoeveel anderstalige kinderen die niet vlot Nederlands spreken, hebt u in uw klas? .........
2.
(Enkel invullen indien er anderstalige kinderen zitten in de klas) Zijn er volwassenen beschikbaar in de klas die de thuistaal van deze kinderen in die mate beheersen dat ze met de kinderen kunnen babbelen en boekjes lezen? nee ja
wie: (kruis aan): klasleerkracht, externe leerkracht, ouder of andere vrijwilliger Voor welke talen? ............................................................................................................................................
3.
(Enkel invullen indien er anderstalige kinderen zitten in de klas) Op welke manier wordt er gewoonlijk omgegaan met de thuistaal van anderstalige kinderen? Kies uit onderstaande lijst het best passende alternatief: Er wordt alleen Nederlands gesproken, zowel met de leerkracht als tussen de kinderen onderling De thuistaal wordt niet gebruik voor instructie, maar wel (kruis 1 of meerdere aan) om de kinderen te helpen om de klasactiviteit te begrijpen om discipline te bewaren of ongepast gedrag bij te sturen laat de leerkracht toe dat de kinderen ze onderling gebruiken in de klas Voor instructie en andere doeleinden wordt een mengeling van Nederlands en een tweede taal gebruikt Een tweede taal is de belangrijkste taal die gebruikt wordt voor instructie en andere doeleinden Andere (specifieer) ......................................................................................................................................................
H. BETROKKENHEID VAN OUDERS OP KLASNIVEAU Kruis aan op welke manier ouders bij het klasgebeuren betrokken worden: Ouders brengen en halen hun kinderen aan de klas zelf Ik doe systematisch een beroep op ouders voor buitenschoolse activiteiten (zwemmen, toneel, bibliotheek, kamp) Ik doe een beroep op ouders voor activiteiten in de klas, en dit minstens zes keer per jaar of meer (bv. een ouder komt gewoon meedoen in de klas, wordt uitgenodigd om over iets te vertellen of iets te demonstreren, wordt betrokken bij taalactiviteiten voor anderstalige kinderen, ...) Voor sommige of alle kinderen leg ik huisbezoeken af Ik werk met een heen-en-weer-schriftje of met een klasdagboek naar de ouders toe Soms maak ik een aparte afspraak met ouders om iets te bespreken over hun kind Er is twee of meer keren per jaar een oudervergadering, waarop ik samen met alle ouders van mijn klas een aantal zaken bespreek Er is twee of meer keren per jaar een ouderavond, waarop ik apart met alle ouders een evaluatiegesprekje over hun kind houd Andere (omschrijf): ................................................................................................................................................................ Geen van bovenstaande
-6-
ACHTERGRONDGEGEVENS 1.
Uw geboortedatum: .…..... / …...... / …......
2.
Uw geslacht:
man
3.
Staat u in een graadklas?
Nee Ja, namelijk
vrouw
4.
Aantal kinderen in de klas: ........
5.
Wordt uw klasgroep soms opgesplitst?
e e 2 en 3 kleuterklas samen 1e, 2e en 3e kleuterklas samen
Nee Ja (specificeer): Aantal uur/week
6.
Grootte van elke groep
Soort activiteit (ev. per groep)
Opsplitsing 1
.......
.....
.....
.....
.....................................................................................................
Opsplitsing 2
.......
.....
.....
.....
.....................................................................................................
Opsplitsing 3
.......
.....
.....
.....
.....................................................................................................
Volgde u in de afgelopen 5 jaar bijscholing (buiten de pedagogische studiedagen)? Nee Ja (specificeer): Door wie georganiseerd
Thema
.............................................................................. ................................................................................................ .............................................................................. ................................................................................................ .............................................................................. ................................................................................................ .............................................................................. ................................................................................................ .............................................................................. ................................................................................................ 7.
Hoeveel uur per week besteedt u gemiddeld aan uw werk buiten de schooluren? (vergaderingen, voorbereidingen, ...):
tot twee uur per week twee tot vier uur per week vijf tot negen uur per week tien tot veertien uur per week meer dan veertien uur per week
HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING! -7-