Centraal Bureau voor de Statistiek
Vragenlijst Mantelzorg Voor u gaat invullen. . . AANWIJZINGEN BIJ HET INVULLEN VAN DE VRAGENLIJST Deze vragenlijst gaat over de hulp die u aan familie, vrienden of buren hebt gegeven. Het gaat niet om de hulp die u in het kader van uw beroep gaf en ook niet om het georganiseerde vrijwilligerswerk bij organisaties als de UVV of de Zonnebloem. De hulp aan familie en bekenden wordt vaak 'mantelzorg' genoemd. Dit woord wordt dan ook gebruikt bij de vragen. Wellicht is de persoon die u heeft geholpen inmiddels overleden en is het pijnlijk voor u om de vragenlijst in te vullen. Zou u dit dan toch willen proberen? Bij de meeste vragen in de vragenlijst kunt u het antwoord dat op u van toepassing is aankruisen of kunt u antwoord geven door middel van het invullen van een getal. Als bij een vraag meer antwoorden mogelijk zijn, staat dit duidelijk aangegeven. Soms kunt u één of meer vragen overslaan. Dan staat achter het door u aangekruiste antwoord naar welke vraag of welk deel u verder dient te gaan. Het is mogelijk dat u sommige vragen over degene aan wie u hulp gaf niet goed kunt beantwoorden, omdat u niet of nauwelijks bij de situatie was betrokken. Misschien kunt u die vragen voorleggen aan bijvoorbeeld de betrokkene zelf of een andere mantelzorger. U mag dus bij het beantwoorden van de vragen de hulp van anderen inroepen. De vragen hebben betrekking op de afgelopen 12 maanden en omdat u wellicht geen hulp meer geeft stellen we de vragen in de verleden tijd. Invulinstructie
per vraag één antwoord aankruisen, tenzij anders is aangegeven.
doorgaan naar de aangegeven vraag, tussenliggende vragen overslaan.
door interviewer in te vullen
interviewer-nr
interviewdatum
waarnemingseenheid
regelnummer HH Box
1
Achtergrondinformatie mantelzorger 1
Wat is uw geboortedatum?
2
Ik ben een
-
-
man
1
vrouw
2
Deel 1. Achtergrondkenmerken hulpbehoevende Het kan zijn dat u in de afgelopen 12 maanden meer dan één persoon hebt geholpen. Wilt u in dat geval de rest van de vragenlijst invullen voor de persoon die u het langst of het vaakst hebt geholpen. Kies dus één persoon en vul de totale vragenlijst in voor die ene persoon.
1
Om wat voor situatie ging het bij de persoon die u het langst of het vaakst hebt geholpen?
ja
nee
a Een situatie waarin langdurige zorg voor een ernstig ziek of hulpbehoevend familielid nodig was? Bijvoorbeeld voor uw kind, een ouder, uw partner of uzelf.
1
2
b Iemand in uw naaste omgeving (familie, vrienden, kennissen) die chronisch ziek of gehandicapt is en daardoor geregeld hulp nodig had?
1
2
c Iemand geholpen die langer dan twee weken veel hulp nodig had vanwege ziekte, ongeval of ziekenhuisopname?
1
2
d Iemand uit uw naaste omgeving die u geregeld hulp hebt geboden om andere redenen dan de gezondheidsredenen die in de vorige vragen zijn genoemd?
1
2
Indien vier keer nee:
Einde vragenlijst
In dit deel van de vragenlijst wordt een aantal persoonsgegevens gevraagd over de persoon aan wie u in de afgelopen 12 maanden hulp hebt gegeven of nog geeft.
2
Wat was het geslacht van deze persoon?
3
Wat was de leeftijd van deze persoon?
4
Wat was de hoogste opleiding die deze persoon heeft afgemaakt (met een diploma)?
man
1
vrouw
2
jaar
basis onderwijs, lager onderwijs, vglo, speciaal onderwijs
1
lager beroepsonderwijs, zoals vbo, vmbo, lbo, ambachtschool, huishoudschool
2
mavo, mulo, ulo, 3-jarige hbs, havo, vwo
3
middelbaar beroepsonderwijs zoals mbo, uts, leerlingwezen
4
hoger beroepsonderwijs zoals hbo, hts, kweekschool
5
universiteit of technische school
6
weet niet
7
2
5
6a
6b
7
8
9
10
11
partner
1
ouder of schoonouder
2
kind, stiefkind of pleegkind
3
(schoon) zus of broer
4
grootouder
5
ander familielid
6
kennis of vriend
7
buurman of buurvrouw
8
anders
9
Woonde de persoon toen u mantelzorg gaf in een wooncomplex dat ook dienstverlening of verzorging biedt?
ja
1
nee
2 naar vraag 7
In wat voor soort wooncomplex woonde deze persoon?
in een verzorgings- of verpleeghuis of in een bejaardenhuis
1
in een wooncomplex dat ook verzorging biedt, eventueel op afroep, bijvoorbeeld een woonzorgcomplex
2
in een wooncomplex dat geen verzorging biedt, maar wel diensten zoals maaltijden, personenalarmering
3
Als je alle Nederlanders wat betreft hun netto huishoudinkomen zou verdelen in vier groepen, waar zou de persoon die u verzorgde zich dan bevinden? Het gaat hier dus om het inkomen van het huishouden van degene die u verzorgde. Als u het niet precies weet, kiest u dan voor inkomen dat volgens u het meest waarschijnlijk is. Een oudere met alleen AOW valt in de laagste groep.
in de laagste inkomensgroep (tot 1400 euro per maand)
1
in de inkomensgroep net onder het midden (tussen de 1400 en 1800 euro per maand)
2
in de inkomensgroep boven het midden (tussen de 1800 en 3000 euro per maand)
3
in de hoogste inkomensgroep (meer dan 3000 euro per maand)
4
Woonde deze persoon bij u in huis toen u mantelzorg gaf?
ja
1 naar deel 2
nee
2
Hoe was het huishouden van deze persoon samengesteld op het moment dat u hem/haar voor het laatst mantelzorg verleende?
alleenstaande
1
twee volwassenen zonder inwonende kinderen
2
twee volwassenen met inwonend(e) kind(eren)
3
eenoudergezin
4
anders
5
Wat was uw relatie met deze persoon? Deze persoon was mijn:
Hoe lang duurde de reis van uw huis naar de verblijfplaats van deze persoon? Het gaat daarbij om een enkele reis, met het voor u gebruikelijke vervoermiddel.
Hoeveel keer per week reisde u van uw huis naar de verblijfplaats van deze persoon en weer terug om de mantelzorg te geven in de periode dat de hulpbehoefte het grootst was?
minuten
minder dan één keer per week
1
1 keer per week
2
2 keer per week
3
3 keer per week
4
4 keer per week
5
5 keer per week
6
6 keer per week
7
7 keer per week
8
meer dan 7 keer per week
9
3
Deel 2. Hulpbehoefte De onderstaande vragen gaan over de hulpbehoefte van de persoon aan wie u in de afgelopen twaalf maanden mantelzorg hebt verleend. De hulpbehoefte kan in de loop van de tijd zijn veranderd. Neem bij het invullen van de vragen het moment in gedachte dat de hulpbehoefte het grootst was.
1
In welke maanden was de persoon die u mantelzorg verleende zo hulpbehoevend dat hulp nodig was (van u of van anderen)?
Kruis alle maanden aan waarin hulp nodig was.
2
voor 1 juni 2006
1
juni 2006
2
juli 2006
3
augustus 2006
4
september 2006
5
oktober 2006
6
november 2006
7
december 2006
8
januari 2007
9
februari 2007
10
maart 2007
11
april 2007
12
mei 2007
13
juni 2007
14
juli 2007
15
augustus 2007
16
september 2007
17
oktober 2007
18
november 2007
19
ja
Wat was de oorzaak van de hulpbehoefte?
nee
a (beginnende) dementie/geestelijke achteruitgang
1
2
b psychische problemen
1
2
c lichamelijke handicap
1
2
d verstandelijke handicap
1
2
e algemene beperkingen door ouderdom
1
2
f andere oorzaak namelijk
3
4
Had deze persoon een indicatie van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) voor een permanent verblijf in een tehuis?
ja
1
nee
2 1
Mensen kunnen moeite hebben met bepaalde dagelijkse handelingen. Kunt u aangeven of de persoon aan wie u mantelzorg hebt gegeven de volgende activiteiten kon uitvoeren?
ja, zonder moeite
a Kon deze persoon zelf gaan zitten en opstaan? b Kon deze persoon zichzelf aan- en uitkleden? c Kon deze persoon zichzelf volledig wassen? d Kon deze persoon gebruik maken van het toilet? e Kon deze persoon de trap op- en aflopen? f Kon deze persoon zichzelf buitenshuis verplaatsen? g Kon deze persoon 10 minuten lang staan? h Kon deze persoon 10 minuten lopen zonder te stoppen?
4
2 ja, met moeite
3 nee, alleen met hulp / kon dat niet
5
Kunt u voor iedere huishoudelijke bezigheid hieronder aangeven wat het meest van toepassing is op de persoon die u mantelzorg hebt gegeven?
1 ja, zonder moeite
Het kan zijn dat de persoon voor wie u zorgde sommige dingen nooit deed. In dat geval willen we graag weten of hij of zij het lichamelijk of geestelijk wel zou kunnnen.
2 ja, met moeite
3
4
nee, was er vanwege de gezondheid niet toe in staat
nee, kon het niet om andere redenen
a Kon deze persoon de dagelijkse boodschappen doen? b Kon deze persoon de warme maaltijd klaarmaken? c Kon deze persoon de was doen? d Kon deze persoon klussen doen, waarbij een keukentrap nodig is? e Kon deze persoon licht huishoudelijk werk doen (stof afnemen, afwassen)? f Kon deze persoon zwaar huishoudelijk werk doen (dweilen, ramen zemen)?
6
7
8
9
10
11
12
13
14
nee
1
ja, gedeeltelijk
2
ja, geheel
3
nee
1
ja, gedeeltelijk
2
ja, geheel
3
nee
1
ja, gedeeltelijk
2
ja, geheel
3
nee
1
ja, gedeeltelijk
2
ja, geheel
3
Had de persoon veelvuldig iemand nodig die emotionele steun kon bieden, zoals troosten en geruststellen?
ja
1
nee
2
Kon de persoon langer dan een half uur alleen worden gelaten?
ja
1
nee
2
Zat de persoon als gevolg van ziekte(n), aandoening(en), of handicap(s) de hele dag in een stoel of een rolstoel?
voortdurend
1
met tussenpozen
2
niet of zelden
3
voortdurend
1
met tussenpozen
2
niet of zelden
3
ja, zonder moeite
1
ja, met moeite
2
nee, kon dat niet
3
Had de persoon hulp nodig bij het op tijd regelen van het huishouden, zoals op tijd inkopen doen, tijdig een was aanzetten, op tijd de vuilnisbak buitenzetten?
Had de persoon hulp nodig bij administratie, zoals formulieren invullen, rekeningen betalen?
Had de persoon hulp nodig bij sociale activiteiten buitenshuis, zoals op visite gaan, of recreatieve activiteiten, zoals een dagje uit?
Had de persoon hulp nodig bij het bezoeken van voorzieningen zoals winkels, ziekenhuis, gemeentehuis?
Was de persoon bedlegerig als gevolg van ziekte(n), aandoening(en) of handicap(s)?
Kon deze persoon urine en / of ontlasting ophouden?
5
15
Als mensen hulpbehoevend worden roept dat nogal eens boosheid of verdriet bij hen op. Ook kan het voorkomen dat hulpbehoevenden in de loop van de tijd door hun ziekte depressief, vergeetachtig of moeilijker in de omgang worden. De volgende vragen gaan daarover.
1
2
3
nee
ja, enigszins
ja, nogal
a Had de hulpbehoevende problemen met het geheugen? b Was de hulpbehoevende agressief tegen u of anderen? c Was de hulpbehoevende moeilijk in de omgang? d Zat de hulpbehoevende in de put? e Legde de hulpbehoevende onredelijk veel beslag op uw tijd met (hulp)vragen? f Was de hulpbehoevende een gevaar voor zichzelf?
16
17
Is deze persoon in de afgelopen 12 maanden overleden?
In welke maand is deze persoon overleden?
6
ja
1
nee
2
voor 1 juni 2006
1
juni 2006
2
juli 2006
3
augustus 2006
4
september 2006
5
oktober 2006
6
november 2006
7
december 2006
8
januari 2007
9
februari 2007
10
maart 2007
11
april 2007
12
mei 2007
13
juni 2007
14
juli 2007
15
augustus 2007
16
september 2007
17
oktober 2007
18
november 2007
19
naar deel 3
Deel 3. Geboden hulp Voor ons onderzoek willen we graag weten hoe lang u hulp gaf en welke hulp u gaf.
1
2
3a
nee
Wat voor hulp gaf u?
ja, enigszins
a Huishoudelijke hulp, zoals schoonmaken, de was doen en boodschappen doen
1
2
b Persoonlijke verzorging, zoals baden, douchen en aankleden
1
2
c Verpleegkundige hulp, zoals het klaarzetten en toedienen van medicijnen en wondverzorging
1
2
d Emotionele steun en toezicht
1
2
e Begeleiding bij het regelen van zaken en administratie
1
2
f Begeleiding bij het bezoeken van familie, artsen, winkels enzovoorts
1
2
We willen graag weten hoeveel tijd u kwijt was aan de mantelzorg. a Hoeveel uur hulp gaf u gemiddeld per week toen de hulpbehoefte het grootst was?
uur per week
b Hoeveel uur per week gaf u in de laatste maand dat u mantelzorg gaf?
uur per week
c Hoeveel uur per week gaf u in de eerste maand dat u mantelzorg gaf?
uur per week
In welke maanden hebt u mantelzorg gegeven? Voor ons onderzoek komt een maand meer of minder er niet op aan zolang we het maar ongeveer weten; probeert u daarom in elk geval een schatting te maken.
Kruis alle maanden aan waarin u zorg heeft verleend.
juni 2006
1
juli 2006
2
augustus 2006
3
september 2006
4
oktober 2006
5
november 2006
6
december 2006
7
januari 2007
8
februari 2007
3b
3c
Hebt u ook vóór juni 2006 mantelzorg gegeven?
10
april 2007
11
mei 2007
12
juni 2007
13
juli 2007
14
augustus 2007
15
september 2007
16
oktober 2007
17
november 2007
18
nee
1 naar deel 4
ja
2
Sinds welk jaar geeft u hulp? sinds
7
9
maart 2007
Deel 4. Ervaren belasting 1
Hierna volgen enkele vragen over de invloed die het verlenen van mantelzorg heeft gehad op uw andere verplichtingen en op uw vrije tijd.
1
2
3
ja
viel wel mee
nee
1
2
3
mee eens
niet mee eens / niet mee oneens
mee oneens
a Hebt u uw werk of andere bezigheden minder zorgvuldig gedaan dan u gewend bent, omdat u het zo druk had met helpen? b Kwam u in de periode dat er hulp nodig was toe aan dingen die u normaal in uw vrije tijd doet? c Kostte het u destijds meer moeite dan anders om uw huishouden te regelen? d Was u in uw vrije tijd te moe om iets te ondernemen in die periode? e Bent u in de periode dat u hielp ziek of overspannen geraakt, doordat u teveel verplichtingen tegelijkertijd had? f Kwam u regelmatig tijd tekort in die periode?
2
Nu volgt een aantal uitspraken over hoe men het geven van hulp kan ervaren. Neem daarbij in gedachten het moment in de afgelopen 12 maanden waarop de hulpbehoefte het grootst was.
a Ik voelde me over het geheel genomen erg onder druk staan door de situatie van degene voor wie ik zorgde b Mijn zelfstandigheid kwam in de knel c Ik genoot van de leuke momenten die er waren met de hulpbehoevende d Door het zorgen heb ik nieuwe mensen leren kennen e Door het zorgen heb ik geleerd blij te zijn met kleine dingen f Door het helpen is de band met mijn familie en vrienden hechter geworden g De hulp voor degene voor wie ik zorgde kwam te veel op mijn schouders neer h In de periode waarin ik zorgde zijn de hulpbehoevende en ikzelf dichter bij elkaar gekomen i De hulpbehoevende deed ook wel eens iets terug voor de hulp die ik geef j Het deed me goed dat de hulpbehoevende dankzij mijn hulp thuis kon blijven wonen k Het combineren van de verantwoordelijkheden voor degene voor wie ik zorgde en de verantwoordelijkheid voor mijn werk en/of gezin viel niet mee l Ik moest altijd maar klaarstaan voor degene voor wie ik zorgde m Door mijn betrokkenheid bij degene voor wie ik zorgde voelde ik me erg gebonden n Door mijn betrokkenheid bij degene voor wie ik zorgde kreeg ik conflicten thuis en/of op mijn werk o Zorgen voor de hulpbehoevende gaf mij een goed gevoel p De situatie van degene voor wie ik zorgde liet mij nooit los q Ik ontving veel waardering voor de hulp die ik gaf r Ik voelde mij nooit vrij van verantwoordelijkheden s Door het zorgen heb ik zelf ook nieuwe dingen geleerd
8
3
De volgende uitspraken gaan over het vragen van hulp aan anderen. Wat vindt u van deze uitspraken?
1
2
3
mee eens
niet mee eens / niet mee oneens
mee oneens
a Ik durf andere familieleden of vrienden niet te vragen om mee te helpen bij het zorgen voor de hulpbehoevende b Ik vraag geen hulp aan andere familieleden of vrienden bij het zorgen voor de hulpbehoevende omdat ik hen niet tot last wil zijn c Ik ken weinig mensen die mee zouden kunnen helpen bij het zorgen voor de hulpbehoevende d Ik heb eigenlijk liever niet dat andere familieleden of vrienden de hulpbehoevende helpen e Mensen om mij heen hebben het zo druk, dat ze de hulpbehoevende niet kunnen helpen f Andere familieleden of vrienden die zouden willen helpen wonen zo ver weg dat ze niet kunnen helpen g Andere familieleden of vrienden die zouden kunnen helpen hebben daar geen zin in h Familieleden of vrienden die niet meehelpen, waarderen wel wat ik doe voor de hulpbehoevende i Ik heb liever dat de hulpbehoevende hulp krijgt van familieleden of vrienden, dan van een professionele hulpverlener j Ik vind het makkelijker om hulp voor de hulpbehoevende te vragen aan familie of vrienden dan aan professionele hulpverleners k Voor de hulpbehoevende is het beter om door een professionele hulpverlener verzorgd te worden dan door familie of vrienden l De hulpbehoevende kan erop rekenen dat familie en vrienden helpen als dat nodig is m Pas als alle andere mogelijkheden benut zijn, zou ik een beroepskracht willen inschakelen.
4
Sommige mensen voelen zich erg belast door de mantelzorg voor een hulpbehoevende, voor andere mensen geldt dit minder. Alles bijeen genomen, hoe belast voelde u zich het afgelopen jaar toen u mantelzorg gaf?
9
niet of nauwelijks belast
1
enigszins belast
2
tamelijk zwaar belast
3
zeer zwaar belast
4
overbelast
5
Deel 5. Tijd om te helpen Mantelzorg kost tijd. Hierdoor hebt u in de afgelopen 12 maanden misschien minder tijd overgehouden voor andere zaken, zoals werk en uw eigen huishouden.
1
2
3
Hebt u in de afgelopen 12 maanden betaald werk verricht?
nee
1 naar vraag 12
ja
2
Hoe zwaar viel u de combinatie van werken en zorgen in de tijd dat u mantelzorg gaf?
was helemaal niet zwaar
1
viel wel mee
2
viel toch wel tegen
3
was te zwaar
4
nee
1 naar vraag 5
Bent u de afgelopen 12 maanden minder gaan werken en zo ja was dat om meer mantelzorg te kunnen geven?
ja, ik ben
uren per week minder gaan werken om te helpen
ja, ik ben
uren minder gaan werken om een andere reden
4
5
6
7
Hoeveel maanden heeft u in de afgelopen 12 maanden minder gewerkt?
Bent u de afgelopen 12 maanden (tijdelijk) gestopt met werken en zo ja, was dat om meer mantelzorg te kunnen geven?
maanden
nee
1 naar vraag 7
ja, ik ben (tijdelijk) gestopt met werken om te helpen
2
ja, ik ben (tijdelijk) gestopt met werken om een andere reden
3
Hoeveel maanden bent u in de afgelopen 12 maanden (tijdelijk) gestopt met werken?
Had u de afgelopen 12 maanden meer willen gaan werken en zo ja, hebt u daarvan afgezien om mantelzorg te kunnen verlenen?
maanden
1 naar vraag 9
nee
ja, ik had
uren per week meer willen werken, maar dat kon niet vanwege het helpen
ja, ik had
uren per week meer willen werken, maar kon dat niet om een andere reden
8
9
Hoeveel maanden had u meer willen werken gedurende de afgelopen 12 maanden?
Hebt u in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van de volgende mogelijkheden om tijd en gelegenheid te krijgen om de zorg uit te kunnen oefenen?
(meer antwoorden mogelijk)
10
Heeft u met uw werkgever individuele afspraken gemaakt om tijd en gelegenheid te krijgen om te helpen?
maanden
ADV / vakantiedagen opgenomen
1
Calamiteitenverlof opgenomen
2
Langdurend zorgverlof opgenomen
3
Kortdurend zorgverlof opgenomen
4
Onbetaald verlof opgenomen
5
Bijzonder of buitengewoon verlof opgenomen
6
Ziek gemeld
7
ja
1
nee
2
10
11
ja
Wat voor afspraken waren dat?
nee
a Meer thuiswerken
1
2
b Flexibele werktijden
1
2
c Beperkt maar vaste dagen op het werk
1
2
d Afspraak over langere perioden absent
1
2
e Wekelijks contact met leidinggevende
1
2
f Uitstel van bepaalde werkzaamheden
1
2
g Anders, namelijk
12
13
14
Heeft u inwonende kinderen jonger dan 13 jaar?
Hoe zwaar viel u de combinatie van zorgen voor de kinderen en zorgen voor de hulpbehoevende in de tijd dat u mantelzorg gaf?
nee
2
was helemaal niet zwaar
1
viel wel mee
2
viel toch wel tegen
3
was te zwaar
4
gebruik gemaakt
a Kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouder
ja
1
nee
2
ja
1
nee
2
ja
1
nee
2
ja
1
nee
2
c Onbetaalde oppas door familie / vrienden / buren
d Mijn partner zorgde meer voor de kinderen
16
1
Hebt u in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van de volgende opvangmogelijkheden en zo ja, was dat om meer tijd over te houden om mantelzorg te verlenen?
b Betaalde oppas of peuterspeelzaal
15
ja
Hoe zwaar viel u de combinatie van zorgen voor de hulpbehoevende en uw eigen huishoudelijke werkzaamheden in de tijd dat u mantelzorg gaf?
ja
1
2
1
2
1
2
2
viel toch wel tegen
3
was te zwaar
4
ja
1
nee
2
ja
1
nee
2
ja
1
nee
2
ja nee
1
11
2
1
a Mijn partner nam huishoudelijke taken over
d De thuiszorg
1
viel wel mee
gebruik gemaakt
c Een betaalde huishoudelijke hulp
nee
was helemaal niet zwaar
Hebt u in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van de volgende mogelijkheden om de last van het huishoudelijke werk in uw eigen huishouden te verlichten, en zo ja, was dat om meer tijd over te houden om mantelzorg te verlenen?
b Familie, vrienden of buren hielpen mee
vanwege mantelzorg
vanwege mantelzorg nee
ja
2
1
2
1
2
1
2
1
2
17
Kunt u van de volgende activiteiten zeggen: - of u ze wel eens doet - of de mantelzorg een reden was dat u de activiteit niet deed of - minder vaak deed dan u zou willen in de periode dat u hulp gaf
doe ik wel eens
a Bezoeken van kerkdienst, synagoge of moskee
ja
1
nee
2
ja
1
nee
2
ja
1
nee
2
ja
1
b Sporten in verenigingsverband
c Doen van vrijwilligerswerk
d Deelname aan andere verenigingen, zoals een zang-, muziek-, toneel-, of hobbyvereniging
f Wandelen of fietstocht maken
g Andere vrijetijdsactiviteiten buitenshuis, zoals bezoeken van een attractie of museum h Deelname aan organisaties zoals vakbond, ouderenbond, politieke partij i
j
ja
nee
e Uitgaan naar restaurant, bioscoop, of theater
Op vakantie gaan
Bij andere mensen op bezoek gaan
k Hobby's beoefenen
12
mantelzorg reden om minder vaak te doen nee 1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
2
ja
1
nee
2
ja
1
nee
2
ja
1
nee
2
ja nee
1
ja nee
1
ja nee
1
ja nee
1
2
2
2
2
Deel 6. Motieven om te helpen 1
Mensen kunnen om verschillende redenen anderen helpen. Kunt u in het volgende schema aangeven welke zaken bij u meespeelden in de periode dat u mantelzorg verleende? Spelen onderstaande zaken sterk mee, spelen deze een beetje mee of spelen deze niet mee?
1 speelt sterk mee
a Er was geen plaats in een woonvoorziening of tehuis b Er was niet voldoende thuiszorg beschikbaar c Er was niemand anders beschikbaar d Ik vond het (niet meer dan) mijn plicht e Ik deed het uit liefde en genegenheid f Ik putte veel voldoening uit de zorg g Ik wilde niet dat de hulpbehoevende in een woonvoorziening of tehuis werd opgenomen h De hulpbehoevende wilde het liefst door mij geholpen worden i De hulpbehoevende wilde niet opgenomen worden in een woonvoorziening of tehuis j Ik heb altijd een goede relatie gehad met de hulpbehoevende, dus had ik het er wel voor over k Ik wilde door het helpen onze relatie verbeteren l De hulpbehoevende zou, als het mij zou overkomen, mij ook hebben geholpen m Ik wilde geen conflict met de hulpbehoevende n Ik vond het vanzelfsprekend om te doen
2
Wilt u ook aangeven welke de belangrijkste is?
Vul de letter in van de uitspraak die u het belangrijkst vindt.
letter
13
2 speelt een beetje mee
3 speelt niet mee
Deel 7. Financiën Hulp verlenen brengt nogal eens extra kosten met zich mee. Bij extra kosten kunt u denken aan: reiskosten, kosten voor wassen en reinigen van beddengoed en kleding, kosten van levensonderhoud voor de hulpbehoevende, kosten voor het inschakelen van een particuliere hulp, kosten voor het vervoer van de hulpbehoevende, kosten voor kinderopvang voor uw eigen kinderen om meer tijd te hebben om te helpen, extra telefoonkosten, aanschaf van hulpmiddelen, aanbrengen van woningaanpassingen.
1
2
Als u de verschillende kosten bij elkaar telt, hoeveel euro hebt u hieraan uitgegeven in de laatste maand dat u mantelzorg verleende?
Hebt u een vergoeding voor die kosten ontvangen en zo ja van wie?
(meer antwoorden mogelijk)
3
4
5
6
7
8
9
ik had geen extra kosten
1 naar vraag 7
minder dan 50 euro
2
050 - 100 euro
3
100 - 200 euro
4
200 - 300 euro
5
300 - 400 euro
6
400 - 500 euro
7
meer dan 500 euro
8
nee, ik heb geen vergoeding ontvangen
1 naar vraag 3
ja, de hulpbehoevende (vergoeding ontvangen via het Persoonsgebonden Budget niet meetellen)
2 naar vraag 4
ja, belastingteruggave van ‘buitengewone uitgaven’
3 naar vraag 4
ja, de gemeente (bijzondere bijstand of mantelzorgvergoeding via de gemeente)
4 naar vraag 4
ja, andere vergoeding
5 naar vraag 4
Indien u geen vergoeding hebt ontvangen, wat was daar de reden van?
niet van toepassing
1
de hulpbehoevende kon het niet betalen
2
(meer antwoorden mogelijk)
ik wist niet dat er een vergoeding te verkrijgen is
3
het aanvragen van vergoeding was me te ingewikkeld
4
de kosten waren geen probleem
5
ik wilde mijn hand niet ophouden
6
Hebt u vanwege de extra kosten minder hulp gegeven dan u eigenlijk had willen of kunnen geven?
nee
1
ja
2
Kwam het voor dat u door de extra kosten van de mantelverzorging financieel in de problemen raakte?
nee, nooit
1
ja, af en toe
2
ja, regelmatig
3
ja, dringend
1
ja
2
nee
3
Heeft u van de hulpbehoevende een vergoeding gekregen via het Persoonsgebonden Budget?
ja
1
nee
2
Kreeg u wel eens kleine attenties of cadeautjes van de hulpbehoevende voor de hulp die u gaf?
ja
1
nee
2
Heeft u wel eens een schenking in de vorm van geld of goederen van de hulpbehoevende gekregen voor de hulp die u gaf?
ja
1
nee
2
Zou u behoefte hebben aan een vergoedingsregeling voor de extra kosten van mantelzorg?
14
Deel 8. Hulp van anderen 1
Waren er in de afgelopen 12 maanden ook andere mantelzorgers die hielpen?
nee
1 andere mantelzorgers
ja, er waren
2
Wilt u van iedere mantelzorger invullen: - welke relatie deze persoon met u heeft - welk soort hulp deze mantelzorger bood - het aantal uur hulp per week dat deze mantelzorger gaf - het aantal maanden dat de mantelzorger hulp gaf
1
Indien er meer dan 3 andere mantelzorgers waren, kies dan de drie mantelzorgers die naast uzelf de meeste hulp boden. a
1e andere mantelzorger
2
3
3e andere 2e andere mantelzorger mantelzorger
Relatie
De andere mantelzorger is mijn: Partner Kind, stiefkind of pleegkind Ouder of schoonouder (schoon) Broer/zus Ander familielid Vriend / kennis van de hulpbehoevende Vriend / kennis van mij Anders
b
Soort hulp
(meer antwoorden mogelijk) Huishoudelijke hulp, zoals schoonmaken, de was doen en boodschappen doen Persoonlijke verzorging, zoals baden, douchen en aankleden Verpleegkundige hulp, zoals het klaarzetten en toedienen van medicijnen en wondverzorging Emotionele steun en toezicht Begeleiding bij het regelen van hulp en administratie Begeleiding bij het bezoeken van familie, artsen enzovoorts c
Gemiddeld aantal uur hulp per week
d
Aantal maanden hulp (gedurende de afgelopen 12 maanden)
3
Wat vindt u van de volgende uitspraken? a Ik ben blij dat ik de zorg kon delen met andere mantelzorgers
b Ik kreeg veel steun en waardering van andere mantelzorgers
15
geheel mee eens
1
mee eens
2
mee oneens
3
geheel mee oneens
4
geheel mee eens
1
mee eens
2
mee oneens
3
geheel mee oneens
4
naar vraag 5
4
Mantelzorgers kunnen van mening verschillen over wat voor hulp er nodig is en wie wat doet. Hoe vaak bestond er onenigheid tussen u en andere mantelzorgers met betrekking tot:
1
2
3
4
zelden tot nooit
regelmatig
vaak
niet van toepassing
1
2
3
4
5
thuiszorg
(naburig) tehuis
particuliere hulp
vrijwilliger
persoonlijk begeleider
a De soort hulp die verleend moest worden b Hoe vaak er hulp verleend moest worden c De verdeling maken d Opname van de hulpbehoevende in een tehuis
5
a
b
Het kan zijn dat er naast uzelf en andere mantelzorgers nog anderen waren die hulp gaven. Wilt u in het onderstaande rijtje bij iedere mogelijke hulpverlener aangeven: - of er hulp werd gegeven - wat voor soort hulp er werd gegeven - het gemiddeld aantal uren per week - het aantal maanden waarin er hulp werd gegeven
Hulp gegeven Nee
1
1
1
1
1
Ja
2
2
2
2
2
Soort hulp
(meer antwoorden mogelijk) Huishoudelijke hulp, zoals schoonmaken, de was doen en boodschappen doen Persoonlijke verzorging, zoals baden, douchen en aankleden Verpleegkundige hulp, zoals het klaarzetten en toedienen van medicijnen en wondverzorging Emotionele steun en toezicht Begeleiding bij het regelen van hulp en administratie Begeleiding bij het bezoeken van familie, artsen enzovoorts c
Gemiddeld aantal uur hulp per week
d
Aantal maanden hulp (gedurende de afgelopen 12 maanden)
6
7
Is degene die u mantelzorg verleende de afgelopen 12 maanden opgenomen geweest in een ziekenhuis, behandelkliniek of revalidatiecentrum?
nee
1
ja
2
Als u in de afgelopen 12 maanden geen mantelzorg had kunnen geven, bijvoorbeeld omdat u zelf ziek zou zijn geworden, wat zou er dan zijn gebeurd?
de thuiszorg had mijn taken overgenomen
1
naar deel 9
familie/huisgenoten en vrienden hadden mijn taken overgenomen
2
naar deel 9
er was dan particuliere hulp ingeschakeld
3
naar deel 9
opname in een tehuis was onvermijdelijk geweest
4
naar deel 9
ontslag uit het ziekenhuis was dan niet mogelijk geweest
5
(meer antwoorden mogelijk)
8
Hoeveel dagen langer zou de hulpbehoevende in het ziekenhuis zijn gebleven indien u geen hulp had geboden?
dagen
16
Deel 9. Contact met hulpverleners en instanties In dit deel van de vragenlijst worden vragen gesteld over uw ervaringen met hulpverleners en instanties.
Vaak hebben mensen die hulpbehoevend zijn ook voorzieningen nodig, zoals hulpmiddelen, professionele verzorging, vervoersvoorzieningen, woningaanpassingen of wellicht een tehuisopname. We bedoelen geen medische zorg van de huisarts of het ziekenhuis.
1
2
3
4
ja
Heeft degene aan wie u hulp gaf de afgelopen 12 maanden een van de volgende voorzieningen nodig gehad of gekregen?
nee
a Rolstoel
1
2
b Rollator, ander mobiliteitshulpmiddel
1
2
c Ander hulpmiddel (hoorapparaat, medisch hulpmiddel)
1
2
d Vervoersvoorziening (bv. belbus, parkeerkaart)
1
2
e Woningaanpassing
1
2
f Verzorging thuis (hulp bij huishouden, verzorging, verpleging, aanvraag pgb, begeleiding)
1
2
g Tehuisopname
1
2
h Uitkering
1
2
i Bijzondere bijstand
1
2
Heeft u de hulpbehoevende geholpen bij het regelen van dit soort zaken of heeft u dit namens deze persoon gedaan?
nee
1
ja
2
Was het voor u duidelijk bij wie u deze voorzieningen aan moest vragen?
ja, dat wist ik
1
ja, na enig zoekwerk
2
nee
3
Wat vindt u van de volgende uitspraken? Bent u het hier geheel mee eens, mee eens, mee oneens of geheel mee oneens?
1 geheel mee eens
2 mee eens
naar vraag 5
3
4
mee oneens
geheel mee oneens
a Als ik hulp of voorzieningen wil regelen, dan weet ik altijd waar ik terecht kan b Ik ben goed op de hoogte van het aanbod en regelingen in mijn gemeente c De instanties waar ik mee te maken heb werken goed samen d Er zijn te veel verschillende instanties waar ik mee te maken heb bij het regelen van hulp of voorzieningen e Ik moet steeds dezelfde gegevens aan verschillende instanties verstrekken
Als u tussen 1 januari 2007 en nu contact heeft gehad met de gemeente in de woonplaats van de hulpbehoevende om een voorziening of ondersteuning voor hem of haar aan te vragen, dan hebt u te maken gehad met het WMO-loket van de gemeente. Dit loket kan in iedere gemeente een andere naam hebben.
5
6
Heeft u tussen 1 januari en nu contact gehad met de gemeente om ondersteuning of een voorziening aan te vragen voor de hulpbehoevende?
nee
1
ja
2
1
Hoe tevreden bent u over?
tevreden a De bereikbaarheid van het WMO-loket (openingstijden, telefonische bereikbaarheid) b Hoe men u behandelde bij het WMO-loket c De zorgvuldigheid waarmee uw aanvraag is afgehandeld d De ondersteuning die u heeft ontvangen bij het verkrijgen van een dienst of voorziening e De snelheid waarmee de beslissing over uw aanvraag bekend is gemaakt f De voorziening die u of de hulpbehoevende heeft ontvangen
17
2 neutraal
naar vraag 7
3
4
ontevreden
niet van toepassing
De volgende vragen gaan over professionele hulp aan huis zoals de huishoudelijke hulp of de persoonlijke verzorging van de thuiszorg.
7
8
9
Heeft de hulpbehoevende de afgelopen 12 maanden hulp gehad van de thuiszorg?
ja
1
nee
2 naar vraag 12
Zijn er bezigheden waarbij de thuiszorg niet of niet voldoende hielp?
ja
1
nee
2 naar vraag 10
Waarom gebeurde dit niet?
de hulpbehoevende kon dat niet betalen
1
(meer antwoorden mogelijk)
de hulpbehoevende kreeg daarvoor geen indicatie
2
de gewenste taken hoorden niet bij takenpakket van de thuiszorg
3
de hulpbehoevende stond op een wachtlijst of wachtte op indicatie we hebben er niet om gevraagd
4 5
ik weet het niet
6
anders, namelijk
7
10
11
Heeft de thuiszorg gevraagd of u als mantelzorger zelf ondersteuning nodig heeft?
Wilt u in het onderstaande schema aangeven op welke wijze de hulp van de thuiszorg in de afgelopen 12 maanden was afgestemd op de hulp die u hebt gegeven?
Als de beschreven situatie zich nooit heeft voorgedaan, vult u nvt (niet van toepassing) in.
ja
1
nee
2
1
2
3
4
5
vrijwel nooit
soms
meestal
altijd
niet van toepassing
a De hulp van de thuiszorg sloot goed aan bij de hulp die ik leverde b Als mijn situatie veranderde, bijvoorbeeld vanwege vakanties, paste de thuiszorg de hulp aan c De thuiszorg was goed bereikbaar d De hulpverleners van de thuiszorg stemden met mij af welke zorg er geboden werd e De hulpverleners van de thuiszorg kwamen op een voor mij geschikt tijdstip f De hulpverleners van de thuiszorg werkten goed met mij samen g De hulpverleners van de thuiszorg stemden met mij af wanneer zorg geboden werd h Als zaken niet goed liepen, overlegden de hulpverleners van de thuiszorg met mij i Als hulpverleners van de thuiszorg door omstandigheden niet konden komen, nam ik de hulp over j Als ik zelf door omstandigheden geen hulp kon geven, nam de thuiszorg de hulp over naar vraag 16
18
12
13
14
Had de hulpbehoevende wel hulp van de thuiszorg nodig?
ja
1
nee
2 naar vraag 16
Heeft u of iemand anders namens u deze zorg aangevraagd bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) of bij de gemeente?
nee
1 naar vraag 15
ja
2
Waarom heeft de hulpbehoevende geen thuiszorg gekregen?
de hulpbehoevende staat nog op de wachtlijst / wacht nog op een indicatie
1 naar vraag 16
CIZ of de gemeente vindt dat de familie hulp moet geven
2 naar vraag 16
CIZ of de gemeente vindt de hulpbehoefte niet ernstig genoeg
3 naar vraag 16
ik weet het niet
4 naar vraag 16
(meer antwoorden mogelijk)
anders, namelijk
5 naar vraag 16
15
Waarom is er geen thuiszorg aangevraagd?
de hulpbehoevende wist niet hoe of waar dat moest
1
de hulpbehoevende verwachtte niet in aanmerking te komen
2
de hulpbehoevende dacht dat niet te kunnen betalen
3
had geen zin vanwege de wachtlijst
4
de hulpbehoevende wilde geen vreemden in huis
5
anders, namelijk
6
16
17
18
1 naar deel 10
Is degene die u mantelzorg verleende de afgelopen 12 maanden opgenomen in een tehuis of woonvoorziening (ook tijdelijke opname meetellen)?
nee ja, is tijdelijk (aantal weken) opgenomen geweest
(meer antwoorden mogelijk)
ja, is permanent opgenomen (vaste opname gedurende een gedeelte van de week, zoals van maandag tot en met vrijdag, is ook permanente opname)
3
Woont de hulpbehoevende langer dan een jaar in het tehuis of de woonvoorziening?
nee
1
ja
2
Zijn er vaste afspraken gemaakt met het tehuis of de woonvoorziening over wat u voor de hulpbehoevende deed?
ja
1
nee
2
19
2 naar deel 10
19
Wilt u in het onderstaande schema aangeven op welke wijze de hulp van het tehuis of woonvoorziening in de afgelopen afgelopen 12 maanden was afgestemd op de hulp die u hebt gegeven? Als de beschreven situatie zich nooit heeft voorgedaan, vult u nvt (niet van toepassing) in. a De hulp van het tehuis of de woonvoorziening sloot goed aan bij de hulp die ik leverde b Als mijn situatie veranderde, bijvoorbeeld vanwege vakanties, paste het tehuis of de woonvoorziening de hulp aan c De hulpverleners van het tehuis of de woonvoorziening stemden met mij af welke zorg er geboden werd d De hulpverleners van het tehuis of de woonvoorziening kwamen op een voor mij geschikt tijdstip e De hulpverleners van het tehuis of de woonvoorziening werkten goed met mij samen f De hulpverleners van het tehuis of de woonvoorziening stemden met mij af wanneer zorg geboden werd g Als zaken niet goed liepen, overlegden de hulpverleners van het tehuis of de woonvoorziening met mij h Als ik zelf door omstandigheden geen hulp kon geven, nam het tehuis of de woonvoorziening de hulp over
20
1
2
3
4
5
vrijwel nooit
soms
meestal
altijd
niet van toepassing
Deel 10. Ondersteuning Een aantal instanties biedt ondersteuning aan mensen die mantelzorg verlenen. Tot die instanties behoren het maatschappelijk werk, het buurtwerk, de thuiszorg, de steunpunten mantelzorg en de gemeente. We willen graag weten of u van zulke ondersteuning gebruik hebt gemaakt. We bedoelen hier niet de steun die u hebt gekregen van andere hulpverleners zoals de thuiszorg of de particuliere hulp.
1
Hieronder staat een aantal diensten of voorzieningen. Zou u per voorziening of dienst aan kunnen geven: - of u deze kent - of u aan zo’n voorziening behoefte had in de periode dat u hulp gaf - of u er in de afgelopen 12 maanden gebruik van heeft gemaakt?
1
2
Ik ken deze voorziening
ja
4
3
Ik had behoefte aan deze voorziening nee
ja
nee
5
6
Ik heb gebruik gemaakt van deze voorziening ja
nee
a Een oppas voor de hulpbehoevende waardoor u zelf een deel van de dag weg kon b Een logeervoorziening, zodat u een of enkele dagen weg kon gaan c Dagopvang of een activiteitencentrum voor de hulpbehoevende, dat wil zeggen een opvang waar men één of meer dagdelen per week naar toe gaat d Nachtopvang e Informatiebijeenkomsten of lezingen over mantelzorg f Informatiebijeenkomsten of lezingen over de specifieke aandoening van de hulpbehoevende g Informele bijeenkomsten of groepsgesprekken met andere mantelzorgers h Ontspanningsdagen, zoals de zorg voor jezelf dagen van Mezzo i De website www.demantelzorger.nl j Een telefonische hulpdienst, zoals de mantelzorglijn k Het zorgloket van de gemeente l Administratieve ondersteuning, zoals het uitzoeken en aanvragen van regelingen of het bijhouden van de administratie
De volgende vraag hoeft u alleen te beantwoorden indien u geen gebruik maakt van een bepaalde voorziening, maar hier wel behoefte aan had.
2
Indien u behoefte had aan bepaalde ondersteuningsmogelijkheden, waarom heeft u hier dan geen of minder dan gewenst gebruik van gemaakt?
(meer antwoorden mogelijk)
niet van toepassing, ik had geen behoefte aan (meer) ondersteuning
1
ik wist niet hoe of waar ik deze voorzieningen kon krijgen
2
ik verwachtte niet in aanmerking te komen ik dacht dat niet te kunnen betalen
3 4
had geen zin vanwege de wachtlijst
5
ik wilde geen vreemden in huis
6
de voorziening sloot niet aan bij mijn behoefte ik verwachtte dat de voorziening mij niet kon helpen ik was er nog niet aan toegekomen dat aan te vragen het was niet urgent genoeg
7 8 9 10
anders, namelijk
11
21
3
4
Heeft u het gevoel dat de last van het helpen minder is geworden door de ondersteuning die u ontving?
veel
1
enigszins
2
niet
3
niet van toepassing (ik heb geen gebruik gemaakt van ondersteuning)
4
Hiervoor is steeds gevraagd welke hulp u gaf en welke ondersteuning u hierbij kreeg van anderen. Wilt u met een cijfer van 1 tot en met 10 aangeven: - Hoe tevreden u bent over de volgende vormen van ondersteuning?
Het cijfer 1 geeft aan dat u zeer ontevreden bent, het cijfer 10 geeft aan dat u zeer tevreden bent. - Hoe belangrijk u de volgende vormen van ondersteuning vindt?
Het cijfer 1 geeft aan dat u de vorm van ondersteuning zeer onbelangrijk vindt, het cijfer 10 geeft aan dat u de vorm van ondersteuning zeer belangrijk vindt. a Waardering van de gemeente of landelijke overheid b Waardering van de hulpbehoevende c Waardering van andere familieleden en bekenden van de hulpbehoevende d Financiële ondersteuning e Dat regelzaken uit handen worden genomen f Een luisterend oor over de mantelzorg die ik geef g Contact met andere mantelzorgers die in dezelfde situatie verkeren als ik h Afstemming met de thuiszorg i Hoeveelheid hulp van de thuiszorg j Afstemming met andere mantelzorgers k Hoeveelheid hulp van andere mantelzorgers l Een dagdeel weg kunnen m Aanpassingen in woning van hulpbehoevende n Begrip van werkgevers dat hulp wel eens ten koste gaat van werk o Dichtbij hulpbehoevende wonen p Meer tijd voor eigen hobby's en sociale contacten q Huishoudelijke hulp in eigen huishouden r Meer tijd voor werk of vrijwilligerswerk
22
tevredenheid
belang
Deel 11. Andere hulpbehoevenden 1
Hebt u de afgelopen 12 maanden aan meerdere personen mantelzorg gegeven?
1 naar deel 12
nee
hulpbehoevenden (aantal invullen)
ja,
2
Wilt u voor de andere hulpbehoevenden (dan de hulpbehoevende voor wie u tot nu de vragenlijst heeft ingevuld) die u de afgelopen 12 maanden hebt geholpen in onderstaand schema invullen: - waar de hulpbehoefte uit voortkwam - welke (familie)relatie u met deze persoon heeft - of deze persoon bij u in huis woonde of niet - de leeftijd en het geslacht van deze persoon - het aantal maanden dat u hulp gaf en het aantal uur hulp per week
Indien u meer dan 3 andere hulpbehoevenden hebt geholpen, neem dan de 3 personen die u het langst of vaakst heeft geholpen a
Hulpsituatie (meer antwoorden mogelijk) Langdurige zorg voor een ernstig ziek of hulpbehoevend familielid Iemand die chronisch ziek of gehandicapt was en daardoor geregeld hulp nodig had Iemand die langer dan twee weken veel hulp nodig had vanwege ziekte, ongeval of ziekenhuisopname Anders
b
Relatie De hulpbehoevende is mijn: Partner Ouder of schoonouder Kind, stiefkind of pleegkind (schoon)Zus of broer Grootouder Ander familielid Kennis of vriend Buurman of buurvrouw Anders
c
Woonde de hulpbehoevende bij u in huis? Ja Nee
d
Geslacht hulpbehoevende Man Vrouw
e
Leeftijd hulpbehoevende (in jaren)
f
Aantal maanden hulp (gedurende de afgelopen 12 maanden)
g
Aantal uur hulp per week (ga uit van de meest intensieve zorgperiode gedurende de afgelopen 12 maanden)
23
1
2
3
1e andere hulpbehoevende
2e andere hulpbehoevende
3e andere hulpbehoevende
Deel 12. Achtergrondkenmerken mantelzorger
Deze laatste vragen gaan over uzelf. 1
2
3
4
5
Hebt u last van langdurige aandoeningen of handicaps?
In welke mate wordt u door deze langdurige aandoeningen of handicaps belemmerd in uw dagelijks functioneren?
Wat vindt u, over het geheel genomen, van uw eigen gezondheid?
Is uw gezondheid door het hulp geven voor- of achteruit gegaan?
De volgende vragen gaan over hoe u zich de afgelopen 4 weken heeft gevoeld. Wilt u bij elke vraag het antwoord geven dat het beste aansluit bij hoe u zich heeft gevoeld?
ja
1
nee
2 naar vraag 3
sterk belemmerd
1
licht belemmerd
2
niet belemmerd
3
uitstekend
1
zeer goed
2
goed
3
matig
4
slecht
5
is vooruit gegaan
1
is hetzelfde gebleven
2
is achteruit gegaan
3
1
2
3
4
5
voortdurend
meestal
soms
zelden
nooit
a Voelde u zich erg zenuwachtig? b Zat u zo in de put dat u niet kon opvrolijken? c Voelde u zich kalm en rustig? d Voelde u zich neerslachtig en somber? e Voelde u zich gelukkig? f Voelde u zich eenzaam?
6
7
8
9
Bent u sinds u hulp geeft meer neerslachtig of somber geworden of juist niet?
Voelt u zich meer of minder gelukkig dan voordat u hulp gaf?
Welke geloofsovertuiging hebt u?
Hoe vaak gaat u naar de kerk, moskee of andere bijeenkomst van een geloofsgemeenschap?
meer
1
maakt niet uit
2
minder
3
meer
1
maakt niet uit
2
minder
3
Nederlands Hervormd
1
Gereformeerd
2
Rooms-Katholiek
3
Humanistisch
4
Islamitisch
5
anders
6
geen
7
elke week of vaker
1
een paar keer per maand
2
een paar keer per jaar
3
1 keer per jaar of minder
4
nooit
5
Hartelijk dank voor het invullen van de vragenlijst! 24
RZ2714