Mantelzorg beleid
2 juli 2012
Corrie Vroon Elly Kruithof Elje van Turennout Annemieke Molenaar Dirmia van der Welle
Beleidsmedewerker Mantelzorg Portefeuillehouder Mantelzorg Beleidsondersteuner V&V Coördinator Vrijwilligers Beleidsmedewerker IAH Agathos
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
1
Inhoudsopgave
1 2 3 4
Inhoudsopgave ................................................................................................................... 2 Versiebeheer ...................................................................................................................... 3 Inleiding .............................................................................................................................. 3 Visie op Mantelzorg ............................................................................................................ 3 4.1 Mantelzorg................................................................................................................... 3 4.2 Mantelzorger ............................................................................................................... 3 4.3 Onbetaald en onbetaalbaar......................................................................................... 3 4.4 Mantelzorgondersteuning............................................................................................ 4 4.5 Mantelzorgbeleid ......................................................................................................... 4 4.6 Afbakening taken en verantwoordelijkheden .............................................................. 5 5 Positie Mantelzorg in zorgproces ....................................................................................... 6 5.1 Intramuraal .................................................................................................................. 6 5.2 Extramuraal ................................................................................................................. 7 5.3 Ondersteuning medewerkers ...................................................................................... 9 5.4 Overbelasting mantelzorg ........................................................................................... 9 5.5 Ondersteuningsaanbod ............................................................................................... 9 6 Aanbod mantelzorgondersteuning ................................................................................... 11 6.1 Productbeschrijving diensten en producten mantelzorg –intern- .............................. 11 6.2 Verwijzing naar diensten en producten mantelzorg – extern-................................... 13 7 Benodigde documentatie rond Mantelzorgbeleid ............................................................. 13 7.1 Intake/ opname ......................................................................................................... 13 7.2 Zorgplan .................................................................................................................... 14 7.3 Evaluatie van de zorg ................................................................................................ 14 7.4 Intramuraal ................................................................................................................ 14 7.5 Overzicht ondersteuningsaanbod ............................................................................. 14 Bijlage 1 ............................................................................................................................... 16 Aanbevelingen voor ondersteuning aan mantelzorgers bij zingevingsvragen .................... 16
Pagina 2 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
2
Versiebeheer
Versienummer Datum laatst bijgewerkt 0.1 9 maart 2012 0.2 8 juni 2012
0.3 0.4
2 juli 2012
1
………2012
3
Bijgewerkt door
Reden bijwerking
EvT CV en EvT
conceptversie bijwerken
EvT
Conceptversie afgerond Vastgesteld
Inleiding
Lelie zorggroep en haar werkmaatschappijen willen goede en deskundige zorg bieden aan cliënten en bewoners. De cliënt en zijn familie en mantelzorger horen onlosmakelijk bij elkaar, niet zelden zijn zij ook verbonden door een afhankelijkheidsrelatie, waarin zorg door de mantelzorger, helpend is geweest bij het uitstellen van de zorgvraag richting beroepskrachten.. Bij het starten van de zorgvraag kan en mag deze belangrijke positie van de mantelzorger niet genegeerd, laat staan overbodig verklaard worden. Lelie zorggroep wil in dit Mantelzorgbeleid weergeven hoe deze visie vertaald wordt in concreet beleid. Dit beleid zal per werkmaatschappij, mede gezien de aard van het karakter van de geboden zorg, verschillend ingevuld worden.
4 4.1
Visie op Mantelzorg Mantelzorg
Mantelzorg is langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij de 1 zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie. 4.2
Mantelzorger
De mantelzorger vormt een belangrijke factor, in veel situaties de belangrijkste, in het leven van de cliënt. Hij heeft vaak een sterke emotionele band met de cliënt en heeft meestal al heel lang en intensief huishoudelijke- maar ook verzorgende en soms verplegende taken op zich genomen. De mantelzorger behartigt ook vaak de belangen van de cliënt en/of ondersteunt de cliënt bij het nemen van beslissingen of de verwerking in het ziekteproces. Het blijkt dat met name de taken als belangenbehartiger (regiehouderschap), als meer belastend worden ervaren dan de meer concrete zorgtaken zoals (ondersteunen bij) ADL. De mantelzorger beschikt vaak over veel ervaringsdeskundigheid. Hij wil ook vaak de zorg zelf regelen, met name in de thuis situatie, of er in elk geval invloed op kunnen uitoefenen en zo de regiehouder blijven. Deze rol willen we, wanneer cliënt en mantelzorger dit beiden wensen, graag respecteren en waar nodig ondersteunen. 4.3
Onbetaald en onbetaalbaar
Rond de zorgvragers, cliënten en bewoners van de werkmaatschappijen van de Lelie 1
VWS, 2001
Pagina 3 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
Zorggroep staan mantelzorgers en vrijwilligers die de onbetaalde en onbetaalbare zorg op zich nemen. Daar waar de mantelzorg niet meer toereikend is, begint in veel gevallen de inzet van de professionele zorg. De mantelzorger heeft als dichtstbijzijnde relatie van de cliënt de 2 regisseursrol als de cliënt dit niet zelf kan en is daarmee in de zorg aan de cliënt de partner van Lelie zorggroep, omdat het welbevinden van de cliënt niet alleen een kwestie is van de juiste medische zorg, verzorging en begeleiding, maar ook van aandacht, liefde en zorg voor alledaagse zaken.
4.4
Mantelzorgondersteuning
De mantelzorger handelt meestal uit relationele en emotionele motieven en minder uit functionele. Mantelzorg is niet altijd een bewuste keuze maar geeft meestal wel voldoening. Toch kan het verlenen van mantelzorg ook spanningsvelden oproepen. Vaak begint men er onvoorbereid aan, men rolt er als het ware in. Vooral bij partners is er vaak sprake van een morele verplichting, minder van een vrije keuze. Soms stelt de mantelzorger te hoge eisen aan zichzelf en heeft hij moeite grenzen te stellen en zorgtaken over te dragen. De belasting kan onverwacht zwaar worden, het niet kunnen volhouden kan dan als falen worden gezien. Vaak ontbreekt het aan een plek om zich te uiten en gesteund te voelen. Dit kan weer leiden tot gevoelens van isolement, chronische vermoeidheid, zelfs tot burn-out. Veel problematiek van mantelzorgers is daarnaast terug te voren op inadequate communicatie tussen hen en de cliënt, de directe omgeving en/of betrokken hulpverleners. Het overdragen van de zorg kan gepaard gaan met schuldgevoel bij de mantelzorger, omdat hij met de zorg, ook een belangrijk deel van de uitvoering overdraagt en dit ervaart als regieverlies. Met het overdragen van de zorg komt voor de zorgorganisatie de cliënt centraal te staan. Om recht te doen aan de positie van de mantelzorger, is het noodzakelijk dat deze dezelfde toegankelijkheid ervaart bij de organisatie als de cliënt. Dit betekent heel praktisch dat degene die de intake verzorgt, de hulpen bij de huishouding, de verzorgenden en verpleegkundigen, de hulpverleners en de leidinggevenden of managers op dezelfde wijze benaderd kunnen worden door de mantelzorger als door de cliënt. De mantelzorger heeft op deze wijze dezelfde vaste aanspreekpersoon als de cliënt. Om dit te ondersteunen zijn deze gegevens te vinden in de zorgdossiers zoals Lelie zorggroep deze uitreikt aan cliënten. Om naast de professionele zorg de mantelzorger in deze taak te ondersteunen, ziet Lelie Zorggroep het als een opdracht om producten aan te bieden die waardevolle en relevante ondersteuning bieden. 4.5
Mantelzorgbeleid
Wanneer de professional samenwerkt met de mantelzorger, ontstaat er welhaast vanzelfsprekend een spanningsveld. Hierin is het van belang om integere en verantwoorde keuzes te maken. Als Lelie zorggroep willen we onze medewerkers handvatten bieden om met dit spanningsveld om te gaan. Om de medewerker en de mantelzorger hierin te ondersteunen, ziet Lelie zorggroep het als een opdracht om een goede afstemming tussen de professionele hulp en de mantelzorg te bereiken. Hiervoor is per werkmaatschappij het huidige beleid geëvalueerd en onderstaand nader beschreven en uitgewerkt De Beleidsmedewerker Mantelzorg (Agathos/Curadomi) en de Portefeuillehouder Mantelzorg (ZGR) werken in opdracht van de Raad van Bestuur samen, teneinde vorm te geven aan de beschreven visie en het creëren van draagvlak voor (de uitvoering van) mantelzorgbeleid op werkmaatschappij- en concernniveau. 2
Waar ‘zorg’ staat, kan ook ‘begeleiding’ gelezen worden.
Pagina 4 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
4.6
Afbakening taken en verantwoordelijkheden
Het is niet eenvoudig om een strikte afbakening te definiëren van de taken en verantwoordelijkheden tussen professionele zorg en mantelzorg. Tijdens de indicatiestelling is er een inventarisatie geweest van de inzet van de mantelzorg in relatie tot de zorgvraag van de cliënt. Op basis hiervan is dan ook bepaald wat er daarnaast aan professionele zorg nodig is. Objectief gezien lijkt het dat de professionele zorg nu alleen die taken hoeft in te vullen die niet door de mantelzorger worden gedaan. Toch zal dit in de praktijk niet altijd op deze wijze te vertalen zijn. Om recht te doen aan de cliënt, aan zijn mantelzorgers en familie en aan de verwachtingen die er mogelijk leven, is het belangrijk bij het intakegesprek (extramuraal) of het opnamegesprek (intramuraal) duidelijk te verwoorden wat de mogelijkheden zijn in relatie tot de wensen die er zijn en wel op deze wijze dat de cliënt de zorg ontvangt die hij nodig heeft. 4.6.1
Opname
(intramuraal)
Als eerste wordt nagegaan hoeveel mantelzorgers bij het zorgproces betrokken zijn. Vervolgens wordt de actuele situatie geïnventariseerd: - welke zorg heeft (hebben) de mantelzorger(s) tot nu toe op zich genomen - wat wil en kan de mantelzorger op zich (blijven) nemen en welke consequenties heeft dat wat betreft de ondersteuning van de mantelzorger. Hierbij wordt geïnventariseerd in hoeverre de taken die de mantelzorger tot nu toe op zich heeft genomen als een (fysieke en/of emotionele) belasting ervaren worden. Het is de verantwoordelijkheid van de zorgconsulent om in te schatten tot welk niveau bepaalde zorgtaken kunnen worden uitgevoerd of overgenomen door de mantelzorger. Tevens is het mogelijk dat de mantelzorger behoefte heeft aan training of informatie om bepaalde activiteiten uit te voeren. 4.6.2
Intake
(extramuraal)
Omdat de mantelzorger deel uitmaakt van het zorgproces is het belangrijk dat de taakverdeling in het zorgdossier wordt vastgelegd. Het is de verantwoordelijkheid van de EVV’er en de Intensief Ambulant Hulpverlener om in te schatten tot welk niveau bepaalde zorgtaken kunnen worden uitgevoerd of overgenomen door de mantelzorger. De mantelzorger geeft aan welke taken wel en niet van hem of haar mogen worden verwacht, afhankelijk van de behoefte vanuit de cliënt en de kennis en vaardigheden van de mantelzorger. Over het algemeen gaat het hier om taken als: - Huishoudelijke zorg, zoals boodschappen doen, de was doen, maaltijden bereiden, opruimen en schoonmaken. - Persoonlijke verzorging, zoals wassen, aan- en uitkleden, verplaatsen, etc. - Verpleegkundige handelingen, zover deze voor de inzet van de professionele hulp ook al gedaan werden door de mantelzorger en hij hierin bekwaam is. - Begeleiding, zoals fysiek aanwezig zijn, met iemand meegaan, vervanging van de regie zoals organisatie van het huishouden, financiën en psychosociale ondersteuning op het emotionele vlak, zoals luisteren, troosten, etc.
Pagina 5 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
5
Positie Mantelzorg in zorgproces
De positie van Mantelzorg in het zorgproces wordt in dit document beschreven voor de intramurale en de extramurale zorg van verzorging, verpleging en begeleiding. In een latere versie kan dit, wanneer verder uitgewerkt, ook verwoord worden voor de positie van mantelzorgers bij onze klanten in de GGZ (Cruciaal). Op dit moment zijn de contouren en de vraag van de GGZ mantelzorger nog niet scherp in beeld. De behoefte naar ondersteuning wordt nog verder onderzocht. 5.1
Intramuraal
5.1.1 Dagactiviteiten en/of dagopvang Dagactiviteiten kunnen op verscheidene manieren vorm worden gegeven, namelijk als enkelvoudige activiteit of dagopvang. Vooral de dagopvang heeft in het zorgaanbod van het verzorgingshuis of Volledig Pakket Thuis aan cliënten een specifieke meerwaarde voor de mantelzorgers van de betreffende bezoekers. Het overnemen van de dagelijkse zorg betekent voor mantelzorgers en familie ontlast worden van de continue zorg voor een aantal dagdelen van de week. De groepsbegeleiders hebben voornamelijk via de zorgplanbespreking contact met de mantelzorgers en hebben in die zin slechts een kleine signaleringsmogelijkheid. Wanneer zij echter signalen opvangen die duiden op overbelasting van de mantelzorg, kunnen ook zij doorverwijzen naar hulp- en/of ondersteuningsaanbod. 5.1.2
Verpleeghuiszorg/ verzorgingshuiszorg
Cliënten maken deel uit van hun eigen sociale netwerk en kunnen daar, ook na verhuizing naar een instelling, niet los van worden gezien. Essentieel is dat zij hun eigen leefwijze kunnen handhaven inclusief het onderhouden van de eigen sociale relaties. Kwaliteit van leven wordt immers bepaald door gezondheid, welzijn, zingeving en wederkerige relaties. Een goede relatie tussen de cliënt, de mantelzorger en de medewerker heeft grote invloed op het leveren van kwalitatief verantwoorde zorg. Omdat zorgvragers de behoefte hebben zo lang mogelijk in de eigen vertrouwde omgeving te blijven is mantelzorg onmisbaar. Als verhuizing naar een instelling dan toch noodzakelijk is, is het van belang dat de zorgrelatie tussen cliënt en mantelzorger, indien door beiden gewenst, zoveel mogelijk intact blijft. Mantelzorgers vormen een belangrijke continue factor in het leven van cliënten. Zij hebben vaak een emotionele band die langere tijd bestaat en intensief is. Mantelzorgers hebben vaak veel ervaring opgedaan die zij ook na de verhuizing van de cliënt kunnen blijven inzetten. Betrokkenheid van familie bij de zorg na de verhuizing is van invloed op het psychisch en psychosociaal welbevinden van de cliënt en op de kwaliteit van de ervaren zorg. Met name bij cliënten met cognitieve problemen zijn zij een informatiebron voor de historische achtergrond maar ook voor het nemen van beslissingen over de zorg. Mantelzorgers zijn onmisbaar voor de cliënt en verdienen daarom ondersteuning en begeleiding in het uitvoeren van de zorg- en ondersteuningstaken die zij altijd al deden; mantelzorgers zijn partners in zorg. Van belang is daarom ook dat bij opname de afspraken over wie welke taken doet, worden vastgelegd in het zorgplan door de EVV en bij de evaluatie van het zorgplan eventueel worden herzien. Van de EVV verwachten wij een signalerende functie. Indien sprake is van (dreigende) overbelasting van de mantelzorgers wordt dit besproken in een zorgplanbespreking. De medewerker kan zelf of via de aandachtsvelder mantelzorg een doorverwijzing regelen naar passend hulp- en/of ondersteuningsaanbod. 5.1.3
Zorg Thuis
Voor de beschrijving van de positie van mantelzorg in het zorgproces bij Zorg Thuis, zie de beschrijving bij de verschillende zorgsoorten Extramuraal.
Pagina 6 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
5.1.4
Volledig Pakket Thuis
Voor de beschrijving van de positie van mantelzorg in het zorgproces bij Volledig Pakket Thuis, zie de beschrijving bij de verschillende zorgsoorten Extramuraal. 5.2
5.2.1
Extramuraal
Huishoudelijke hulp
De huishoudelijke hulp wordt naar de aard van de Wet op de maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geboden ter compensatie van het zelfzorgtekort en is hierin aanvullend op de reeds beschikbare hulpbronnen in de omgeving van de burger. Deze bronnen worden in de indicatiestelling aangeduid in termen als “gebruikelijke zorg” en “zorg door mantelzorger”. De geleverde zorg is in die zin een aanvulling op alle zorg, door verschillende mantelzorgers en familieleden geboden in de betreffende situatie. De medewerker werkt in de praktijk daarom “naast” de familie of de mantelzorger. Afspraken over wie welke taken doet, worden bij de intake vastgelegd in het zorgdossier en worden bij de evaluatie van het zorgplan zonodig herzien. Van de medewerker verwachtten wij een signalerende functie, wanneer zij waarneemt dat het zelfzorgtekort met de aangeboden hulp niet voldoende gecompenseerd kan worden. Signalen van (dreigende) overbelasting van de mantelzorgers en/of familie in het systeem rond de cliënt worden doorgegeven aan de betreffende leidinggevende. Deze kan zelf of via de aandachtsvelder mantelzorg, een doorverwijzing regelen naar passend hulp- en/of ondersteuningaanbod. 5.2.2 5.2.2.1
Verzorging & Verpleging Verzorging
De verzorging zoals verzorgenden deze bieden in de thuissituatie, is een aanvulling op de “gebruikelijke zorg” zoals deze verwacht wordt van inwonende familie of andere huisgenoten. Volgens strikte beleidsregels is vastgesteld in welke situatie een cliënt recht heeft op welk aanbod van zorg. Hierin is ook stipt omschreven welke activiteiten verwacht worden van de huisgenoten van de cliënt. Het zorgaanbod van de thuiszorg tracht binnen deze geïndiceerde uren en producten de benodigde zorg te bieden, aanvullend op de zorg door mantelzorgers en familie. Deels werken verzorgenden “naast” de familie, dit is bijvoorbeeld het geval als de familie de zorg een keer overneemt, of samen met de verzorgende taken uitvoert, of wanneer er sprake is van overdracht van kennis of het aanleren van handelingen. Afspraken over wie welke taken doet, worden bij de intake vastgelegd in het zorgdossier en worden bij de evaluatie van het zorgplan zonodig herzien. 5.2.2.2
Verpleging
De verpleging zoals deze geboden wordt door de verpleegkundigen in de thuissituatie, is door de striktere indicatiestelling specifiek gericht op de medische verzorging, en verpleegtechnisch handelen. Soms zijn dit handelingen die de cliënt of zijn naasten aan kunnen leren en later overnemen. De verpleegkundige / verzorgende heeft vanuit haar professie oog voor het cliëntsysteem rond de cliënt en van haar wordt dan ook verwacht dat zij in kan schatten op welke wijze de mantelzorger betrokken kan zijn in het zorgproces. Afspraken over wie welke taken doet, worden bij de intake vastgelegd in het zorgdossier en worden bij de evaluatie van het zorgplan zonodig herzien.
Pagina 7 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
Van de verzorgenden en verpleegkundigen verwachtten wij een signalerende functie, wanneer zij waarneemt dat de cliënt en/of het cliëntsysteem met de aangeboden zorg niet voldoende geholpen kan worden. Signalen van (dreigende) overbelasting worden in kaart gebracht en waar mogelijk opgevolgd door adequate ondersteuning van de mantelzorgers en/of familie in het systeem rond de cliënt. Wanneer dit niet voldoende is worden de signalen doorgegeven aan de aandachtsvelder mantelzorg. Deze adviseert de juiste doorverwijzing naar passend hulp- en/of ondersteuningaanbod. 5.2.3
Intensieve Ambulante Hulpverlening
De begeleiding zoals deze geboden wordt door Intensief Ambulante Hulpverleners in de thuissituatie is gericht op het bevorderen, het behoud of het compenseren van de zelfredzaamheid van de cliënt. De cliënt kan toegang krijgen tot de functie Begeleiding via de AWBZ, als er sprake is van een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, of van een verstandelijk, lichamelijke of zintuiglijke handicap. Via de WMO is er een mogelijkheid om ondersteuning te krijgen voor psychosociale problematiek. De hulpverlener realiseert zich dat het bij deze doelgroep vaak om een andere type mantelzorger gaat. Er is over het algemeen sprake van complexe problematiek op verschillende levensgebieden. Psychische problematiek zorgt bij de mantelzorger voor een zware emotionele belasting. De praktijk leert dat deze mantelzorgers nauwelijks in beeld zijn. De mantelzorger vervult over het algemeen meerdere rollen tegelijk: bijv. de partner en begeleider, vertegenwoordigt beide ouders in de opvoeding. De mantelzorger staat voor dilemma’s bij de cliënt met betrekking tot het niet kunnen dragen van verantwoordelijkheden passend bij de leeftijd. Door de komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de zogenaamde ‘welzijn nieuwe stijl’, wordt er meer gekeken naar de zelfregie en zelfredzaamheid van de cliënten. Hierbij wordt de eigen kracht ingezet en beter benut. Het is de rol van de hulpverlener om de krachten van de cliënt en het netwerk (waaronder de mantelzorger) te benutten en waar mogelijk te vergroten. De hulpverlener geeft psycho-educatie, ondersteunt bij de ontwikkeling van vaardigheden en heeft een signalerende functie op het gebied van draagkracht en draaglast. Bij (dreigende) overbelasting wordt gekeken of het netwerk van informele zorg bijgesteld en/of vergroot kan worden door bijv. het organiseren van een netwerkberaad. Wanneer de samenwerking in het netwerk niet goed verloopt, kan er mantelzorgbemiddeling ingezet worden. Afspraken over wie welke taken doet, worden bij de intake vastgelegd in het zorgdossier en worden bij de evaluatie van het zorgplan zonodig herzien. 5.2.4
Dagactiviteit
De dagactiviteit zoals deze geboden wordt op de Zorgboerderij de Groote Fliert heeft in het zorgaanbod aan cliënten een specifieke meerwaarde voor de mantelzorgers van de betreffende bezoekers. Het overnemen van de dagelijkse zorg betekent voor mantelzorgers en familie ontlast worden van de continue zorg voor een aantal dagdelen van de week. De activiteitenbegeleiders hebben geen tot weinig contact met de mantelzorgers en hebben in die zin slechts een kleine signaleringsmogelijkheid. Wanneer zij echter signalen opvangen die duiden op overbelasting van de mantelzorg, kunnen ook zij doorverwijzen naar hulpen/of ondersteuningsaanbod. 5.2.5
Begeleiding – nacht
Begeleiding –nacht- biedt ’s nachts verzorging en ondersteuning aan een ernstig zieke cliënt om de partner en/of mantelzorger(s) tijdelijk vrij te stellen van de nachtzorg. Deze begeleiding
Pagina 8 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
wordt specifiek bij het naderend levenseinde geboden. In zo’n situatie is een verhuizing naar een verzorg- of verpleeghuis vaak ongewenst maar is er wel heel intensieve zorg nodig. Het verzorgen en begeleiden van de zieke met aandacht voor lichamelijke én psychische klachten en het streven naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven is specifiek een taak die aanvullend en ondersteunend op de zorg van de mantelzorger afgestemd is. Van de verzorgenden en verpleegkundigen verwachtten wij een signalerende functie. In gesprek met de mantelzorgers kan zij bij signalen van (dreigende) overbelasting adviseren of verwijzen naar passend hulp- en/of ondersteuningaanbod. 5.3
Ondersteuning medewerkers
Van verschillende medewerkers worden verschillende verantwoordelijkheden verwacht in de signalering van dreigende overbelasting en in het aanbod of de doorverwijzing naar ondersteuning en begeleiding. Om hen hierin te ondersteunen worden de volgende adviezen gegeven: 5.3.1
Aandachtsvelders
In ieder team en op iedere locatie worden aandachtsvelders mantelzorg aangewezen. Zij beschikken over kennis van het ondersteuningsaanbod van Lelie zorggroep, kennis van het ondersteuningsaanbod van gelieerde partijen en kennis van het ondersteuningsaanbod van externe partijen. Zij kunnen adviseren en doorverwijzen naar het benodigde ondersteuningsaanbod. 5.3.2
Scholing
Om vraaggericht en verantwoord zorg te kunnen verlenen is regelmatig contact met de mantelzorger voor de hulpverlener een voorwaarde. Een goede afstemming tussen mantelzorger en hulpverlener legt een basis voor goede samenwerking en ondersteuning. In het scholingsplan wordt daarom ruimte gereserveerd voor scholing rond het thema: “hoe participeert een mantelzorger optimaal in de professionele zorg”
5.3.3
Intervisie
In het werkoverleg worden intervisiemomenten ingepland rond het thema mantelzorg. 5.4
Overbelasting mantelzorg
Van de verzorgenden en verpleegkundigen verwachtten wij een signalerende functie en dat zij de signalen waaruit blijkt dat de mantelzorger overbelast raakt, serieus neemt en bespreekt met mantelzorger en cliënt. 3 Signalen die erop kunnen duiden dat de mantelzorger overbelast raakt zijn : - Lichamelijke klachten: bijvoorbeeld verhoogde hartslag, transpireren, toenemende vermoeidheid, hoofdpijn; - Psychische klachten: bijvoorbeeld concentratiestoornissen, piekeren, slaapproblemen, depressiviteit; - Gedragsmatige klachten: bijvoorbeeld rusteloosheid, verwaarlozing lichamelijke verzorging, meer roken/drinken, paniekgedrag. 5.5
Ondersteuningsaanbod
Hieronder worden de verschillende fasen in het zorgproces beschreven. In het hierop volgende hoofdstuk wordt het genoemde ondersteuningsaanbod verder uitgewerkt. Fase Intake
-
Beschrijving In kaart brengen van geleverde zorg door
Verantwoordelijke EVV/IAH
3
Uit: Hulpverlening aan mantelzorgers –een leerboek voor verpleegkundigen-; Huub Buijssen, 2005
Pagina 9 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
Opname
Preventie overbelasting verwijzend
Preventie overbelasting verwijzend
Preventie overbelasting verwijzend
/
/
/
Verwijzend
Uit zorg overlijden
/
mantelzorger en familie, doelen in Zorgplan hierop aansluitend formuleren. - Rol mantelzorger in zorgplan verwoorden. - Bij wachtlijst en bij opname wijzen op mantelzorgondersteuning. - Coachen in het proces van voor en na de opname. - Het effectief gebruik maken/op de hoogte zijn van de mogelijkheden die er zijn voor de mantelzorger. - Vastleggen na opname hoe de mantelzorger betrokken kan blijven bij de zorgvrager en de instelling. - Rol mantelzorger in zorgplan verwoorden. - Constructief gebruik maken van elkaar zodat het een win- win situatie wordt voor beide partijen. Bij waarnemen van behoefte aan ondersteuning verwijzen naar - mantelzorgbijeenkomsten, - mantelzorglijn, -email. - Vrijwilligersorganisaties (bijv: HiP, Present) - Vrijwillige hulp van eigen kerkelijke gemeente - Respijtzorg Bij waarnemen van signalen van psychische belasting verwijzen naar: - Huisarts - NPV - Alzheimer cafés - Buurtkamers - Vraagwijzer (WMO-loket) - Steunpunt Mantelzorg - Mantelzorgkring - Ouderenbonden - Lotgenotencontacten Bij waarnemen van signalen van lichamelijke belasting verwijzen naar: - Huisarts - Maatschappelijk werk - Vrijwilligersorganisaties - Consultatiebureau voor ouderen Website: - Vermelden van mantelzorg ondersteuningsaanbod - Vermelden van mantelzorgtelefoonlijn, -mail en contact via internetformulieren - Beschikbare informatie toegankelijk maken. - Toevoegen van belangrijke linken van andere organisaties: www.helpjemee.nl , www.stichtingHiP.nl www.Mezzo.nl www.NPVzorg.nl - centrale e-mail - interessante artikelen -
Mogelijk behoefte aan telefonisch contact, via de mantelzorglijn, of via de NPV.
Aandachtsvelder Mantelzorg
Aandachtsvelder Mantelzorg
Aandachtsvelder Mantelzorg
PR & Communicatie
EVV zorgconsulent
/
Pagina 10 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
6
Aanbod mantelzorgondersteuning
6.1
6.1.1
Productbeschrijving diensten en producten mantelzorg –intern-
Mantelzorgbijeenkomsten
Een vorm van groepsgewijze mantelzorgondersteuning. De onderwerpen betreffen: - voorlichting, - ontmoeting, - ontspanning, - uitwisselen van ervaringen Eén en ander naar gelang van de wensen en behoeften van de deelnemers. Een plek waar mensen elkaar ontmoeten die dezelfde ervaringen hebben en waar mantelzorgers in een ongedwongen sfeer emoties kunnen delen en aan informatie kunnen komen. Indien nodig kan vervoer of vervangende zorg geregeld worden. 6.1.2
Mantelzorgtelefoonlijn
Lelie zorggroep heeft in samenwerking met de Nederlandse Patiënten Vereniging een telefoonlijn opgezet waar mantelzorgers terecht kunnen voor: - een luisterend oor - advies en informatie - praktische hulp Het idee voor deze telefoonlijn is ontstaan tijdens mantelzorgbijeenkomsten. Hier bleek dat christelijke mantelzorgers vaak vragen hebben waarvoor ze liever niet de reguliere mantelzorgtelefoon bellen maar juist graag iemand willen spreken die een zelfde achtergrond heeft. De mantelzorglijn is bereikbaar via het nummer (0318) 54 78 87. 6.1.3
Mantelzorg e-mail
Lelie zorggroep heeft in samenwerking met de Nederlandse Patiënten Vereniging een mailadres
[email protected] opengesteld waar mantelzorgers terecht kunnen voor: - advies en informatie - praktische hulp - of vragen 6.1.4
Zingevingsvragen bij Mantelzorg
4
Naar aanleiding van onderzoek van Liseth Klein Wolterink, zijn naar aanleiding van de vraag hoe Curadomi/Agathos de mantelzorger kan ondersteunen bij zingevingvragen, de volgende aanbevelingen geformuleerd: 1. Elke medewerker van de holding benadert de mantelzorger vanuit een basishouding, die bestaat uit twee elementen: a. Het eerste element is de erkenning dat het primaat van de mantelzorger de relatie met de zorgvrager is. b. Het tweede element is de aanname dat mantelzorgers zingevingvragen hebben 2. Het is noodzakelijk dat de mantelzorger zich realiseert dat er een actieve keuze gemaakt moet worden om wel of niet aan het zorgproces te beginnen. 3. Belangrijk punt is om de mantelzorgers vanaf het begin van het zorgproces aan te moedigen hun sociale netwerk in stand te houden en om hun eigen activiteiten te waarborgen. 4
In de bijlage bij dit schrijven staat de complete tekst van de aanbevelingen. De volledige scriptie van Liseth Klein Wolterink is op te vragen via de beleidsmedewerker mantelzorg
Pagina 11 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
4. Organiseer een ( lotgenoten)groepje. Met dit groepje kan in een aantal noden en verlangens van de mantelzorger tegemoet gekomen worden. 5. Creëer een vaste plek waar de mantelzorger een geestelijk verzorger of pastoraal werker kan ontmoeten. 6. Creëer een nazorgtraject voor mantelzorgers. 6.1.5
Vakantie voor mantelzorger met zorgvrager
Tijdens onze mantelzorgbijeenkomsten horen we regelmatig dat het erg lastig is om een geschikte vakantielocatie te vinden voor een mantelzorger mét zorgvrager. Het vinden van een leuke, maar ook kwalitatief goede locatie kost veel tijd en moeite. Bovendien is het dan vaak nóg afwachten. Agathos Thuiszorg heeft in samenwerking met Curadomi en Zorggroep Rijnmond een folder ontwikkeld met daarin verschillende locaties verspreid over heel Nederland. Op deze locaties kunt u als mantelzorger alleen of samen met de zorgvrager een korte of lange vakantie genieten en zorg ontvangen. Het zijn prachtige locaties vaak in de buurt van weilanden, bossen, zee of een leuk stadje. Al deze locaties hebben wij gescreend, waardoor u zeker kunt zijn van een geschikte locatie. U kunt deze folder gratis opvragen via telefoonnummer: 5 (010) 264 07 77. 6.1.6
Vakantie
Een weekend of een midweek ertussen uit in een mooie omgeving, op een prettige locatie, met de mogelijkheid om eens door te praten met andere mantelzorgers of een maatschappelijk werker, om op deze manier op adem te komen. De mantelzorger komt uitgerust en toegerust thuis, in staat om zijn of haar zorgtaak weer voor een tijd op zich te nemen. Speciaal voor mantelzorgers die lichamelijk of psychisch moe zijn van het zorgen voor de ander. Vooral mantelzorgers met een reformatorische achtergrond zullen zich thuis voelen in 6 de sfeer waarin dit ‘uitje' plaatsvindt. 6.1.7
Respijtzorg
Professionele vervanging van de mantelzorger, variërend van een aantal uren per week gedurende langere tijd tot een groot aantal uren in korte tijd. Voor mantelzorgers die zulke bijzondere zorg bieden, dat dit specifieke kennis vereist. Bijvoorbeeld naasten waarbij verzorgende of verpleegkundige handelingen verricht moeten worden of wanneer er sprake 7 is van een ernstige handicap of van een ernstig psychiatrisch probleem. 6.1.8
Mantelzorgondersteuning
Veel mantelzorgers zijn gebaat bij ondersteuning zodat zij hun zorgtaak (nog) beter uit kunnen voeren. Daarbij is het vaak noodzakelijk dat zij handvatten krijgen hoe zij balans krijgen in het zorgen voor de ander en zorgen voor zichzelf waardoor de mantelzorger langer in staat is om mantelzorger te zijn. De mantelzorgondersteuning is gericht op personen die behoefte hebben aan ondersteuning en vaardigheden bij het omgaan met degene waar zij voor zorgen en diens situatie. Begeleiding is gericht op informeren, vaardigheden aanreiken op het gebied van communicatie, erkenning geven en ondersteuning bieden, opbouwen en uitbreiden van netwerk. 6.1.9
Mantelzorgbemiddeling (bij vastgelopen mantelzorg situaties)
Voor mantelzorgers die in de interactie met hun familie vastgelopen zijn. 5
Bron: www.agathos-thuiszorg.nl/mantelzorg Bron: idem 7 Bron: idem 6
Pagina 12 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
Mantelzorgers zijn meestal door familiebanden verbonden aan de zorgvrager. Deze verbondenheid geeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel om de zorg zo goed mogelijk te verlenen en veroorzaakt mogelijk een wissel op de emoties van de mantelzorger. Patronen die in de jeugd zijn ontstaan, kunnen weer duidelijk naar boven komen als voor een familielid wordt gezorgd. Dit kan spanningen opleveren binnen de familierelaties, onderling maar ook ten opzichte van de zorgvrager. Door de onderlinge loyaliteit is het vaak niet eenvoudig om deze spanningen goed en duidelijk te benoemen en elkaars rol ten opzichte van de zorgvrager te respecteren. De begeleiding is gericht op het oplossen van conflicten binnen de relatie mantelzorger- zorgvrager. 6.2
Verwijzing naar diensten en producten mantelzorg – extern-
6.2.1
Rijnwille
Het aanbieden van een dagje-uit is een product/dienst van Zorggroep Rijnmond, maar presenteert zich zelfstandig omdat de gasten gewoonlijk een dagje-uit niet met zorg willen associëren. Vanzelfsprekend onderschrijft Rijnwille de kernwaarden van Zorggroep Rijnmond namelijk Liefde, Barmhartigheid, Dienstbaarheid en Verantwoordelijkheid. Het aanbieden en verzorgen van een dagje uit vindt dan ook plaats vanuit deze basiswaarden. Afhankelijk van de doelgroep zal de inhoud van het programma opgesteld en afgestemd worden. De dag kan voor de diverse doelgroepen wel eenzelfde volgorde kennen: ‘ontvangst, koffie/thee mét, ochtendprogramma, diner(buffet), middagprogramma en een afsluitende borrel/drankje’ 6.2.2
Help je mee
Elkaar helpen wordt makkelijker door afstemming van taken, bezoek en informatie Met Helpjemee.nl kan de hulp aan een ander gemakkelijker met elkaar gedeeld en georganiseerd worden. Als helper of hulpbehoevende kan je gratis een eigen online agenda aanmaken. Je kan vervolgens anderen (familie, vrienden, buren en collega’s) uitnodigen om mee te helpen. In de agenda vul je (zorg)taken in. Deze taken kan je in jouw netwerk uitzetten met de vraag wie wat zou willen oppakken. Daarnaast kan je ervaringen en berichten uitwisselen en op die manier iedereen in het netwerk op de hoogte houden 6.2.3
Buren voor Buren
IJsselmonde, in het kader van Zelfredzame Wijken, het project Buren voor Buren. Het project brengt wijkbewoners met elkaar in contact zodat ze iets voor elkaar kunnen betekenen. Speciale ‘matchmakers’ van het project koppelen vrijwilligers en bewoners. 6.2.4
Alzheimercafe’s
Het Alzheimer Café is een maandelijkse informele bijeenkomst voor mensen met dementie, hun naasten en belangstellenden. Nederland telt meer dan 200 Alzheimer Cafés. De maandelijkse bijeenkomsten starten meestal met een inleiding door een deskundige of de vertoning van een film, waarna de bezoekers ideeën, informatie en ervaringen kunnen uitwisselen.
7 7.1
Benodigde documentatie rond Mantelzorgbeleid Intake/ opname
Tijdens de intake of opname wordt besproken en vastgelegd wie voor de cliënt en diens mantelzorger(s) de vaste aanspreekpersoon is binnen de organisatie. Verder wordt tijdens de intake besproken hoe afspraken worden gemaakt en vastgelegd.
Pagina 13 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
7.2
Zorgplan
Afspraken rond de taakverdeling in de zorgverlening worden beschreven in een zorgleefplan. Hierin staat ook beschreven hoe de mantelzorger betrokken raakt bij de uitvoering van het (zorg)beleid. 7.3
Evaluatie van de zorg
De gemaakte afspraken met de cliënt en de mantelzorger worden bij de evaluatie van het zorgplan geëvalueerd en indien nodig aangepast. Dit kan er toe leiden dat er een andere indicatie aangevraagd dient te worden, of dat het zorgaanbod extramuraal uitgebreid wordt met ondersteuning van vrijwilligers (NPV, HIP) of hulp vanuit de Wmo. 7.4
Intramuraal
Met cliënten die niet meer in staat zijn hun eigen belangen te behartigen worden afspraken gemaakt over de vertegenwoordiging. Deze afspraken worden vastgelegd in het zorgdossier en bij de tussentijdse evaluaties besproken. Er zijn verschillende vormen van vertegenwoordiging van de cliënt door mantelzorgers mogelijk: Op het gebied van financiën: Beheert de cliënt zijn financiën niet meer zelf - en heeft hij hierover niet meer zelf de beschikking - dan dient hiervoor iemand te worden aangewezen: een curator, een bewindvoerder of een schriftelijk door de cliënt gemachtigde. De mantelzorger wordt met instemming van de cliënt of diens vertegenwoordiger geïnformeerd over de financiën. Op het gebied van instemming en informatie De mantelzorger wordt, met instemming van de cliënt of diens vertegenwoordiger, geïnformeerd over de ziekte, de behandeling, de prognose en de uitvoering van de formele zorg. Op het gebied van zorg- en behandelzaken Kan de cliënt zijn persoonlijke belangen in zorg- en behandelzaken niet meer zelf vertegenwoordigen, dan kan hiervoor iemand worden aangewezen: een curator, een mentor, een schriftelijk door de cliënt gemachtigde of een vertegenwoordiger op grond van de Wet op de Geneeskundige Behandeling Overeenkomst (WGBO). In het laatste geval geldt de volgende rangorde: echtgenoot/levensgezel, ouder, kind, broer/zus. 7.5
Overzicht ondersteuningsaanbod
De mantelzorgondersteuning van Lelie zorggroep biedt een compleet scala aan ondersteuning voor mantelzorgers en cliënten. Belangrijk is dat de mogelijkheden actief bekend gemaakt worden binnen de organisatie, aan cliënten, stakeholders en externen. Hieronder een drietal suggesties om dit vorm te geven. 7.5.1
ondersteuningsaanbod communiceren
Het aanbod van ondersteuningsmogelijkheden (zie § 6.1 / 6.2) dient inzichtelijk te zijn en beschikbaar gesteld te worden aan cliënten en bewoners. Dit kan in een document of brochure standaard toegevoegd worden aan het zorgdossier (extramuraal) of dat een bewoner ontvangt bij opname. 7.5.2
ondersteuningsbehoefte signaleren
In de informatie die aangereikt wordt aan de cliënt is aangegeven op welke wijze medewerkers van Lelie zorggroep alert zijn op signalen van dreigende overbelasting en op welke wijze zij hierin verantwoordelijkheid nemen, het gesprek aangaan of adviseren.
Pagina 14 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
Ook wordt op dit overzicht beschreven op welke wijze kerken, pastoraat en diaconie bij de ondersteuning van de mantelzorg en/of de hulp aan de cliënt betrokken kunnen worden. 7.5.3
promoten van ondersteuningsfuncties
Daarnaast willen we actief gebruik maken van de mogelijkheden van de website, om zo het aanbod van de intra- en extramurale locaties en regio’s aan te bieden, alsook de doorverwijsfunctie naar collega-organisaties en andere ondersteuningsfuncties.
Pagina 15 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
Bijlage 1 Aanbevelingen naar aanleiding van scriptie na afstudeeronderzoek:
Aanbevelingen voor ondersteuning aan mantelzorgers bij zingevingsvragen Op basis van de behoefte van de mantelzorgers in relatie tot de bestaande ondersteuning van Curadomi/Agathos, gecombineerd met de mogelijkheden binnen Curadomi/Agathos, formuleer ik de volgende aanbevelingen voor de organisatie: Eerste aanbeveling: Elke medewerker van de holding benadert de mantelzorger vanuit een basishouding, die bestaat uit twee elementen: a) Het eerste element is de erkenning dat het primaat van de mantelzorger de relatie met de zorgvrager is. Dat betekent dat elke medewerker van de Leliezorggroep erkent in de samenwerking met en communicatie naar de mantelzorger het primaat van de relatie van de mantelzorger naar de zorgvrager. Deze erkenning wordt vorm gegeven door de mantelzorger als een officiële partner in het zorgproces te betrekken. b) Het tweede element van de basishouding van de medewerker is de aanname dat mantelzorgers zingevingsvragen hebben. Curadomi/Agathos zal beleid moeten maken hoe de medewerker de vragen op het gebied van de zingeving kan herkennen, benoemen, erkennen en eventueel de mantelzorger kan doorverwijzen voor verdere hulp. Deze basishouding kan integraal bevorderd worden in de hele Leliezorggroep door middel van voorlichting aan de medewerkers met concrete voorbeelden gespecificeerd naar hun 8 beroepstaken . Tweede aanbeveling: Het is noodzakelijk dat de mantelzorger zich realiseert dat er een actieve keuze gemaakt moet worden om wel of niet aan het zorgproces te beginnen. In de praktijk komen de medewerkers van Curadomi/Agathos met mensen in aanraking die al met de zorgtaak begonnen zijn, toch is het goed alsnog bij deze keuze stil te staan samen met de mantelzorger. Eventuele bestaande problemen zijn misschien tot deze gemiste keuze te herleiden. Derde aanbeveling: Belangrijk punt is om de mantelzorgers vanaf het begin van het zorgproces aan te moedigen hun sociale netwerk in stand te houden en om hun eigen activiteiten te waarborgen. De organisatie kan de de mantelzorger vervolgens ook wijzen op de bestaande praktische ondersteuning hierbij en waar die ondersteuning gehaald kan worden. Er zijn verschillende manieren hoe de mantelzorger hierop geattendeerd kan worden. Het is goed om binnen het mantelzorgbeleid hierover na te denken. Vierde aanbeveling: Organiseer een ( lotgenoten)groepje. Dit groepje kan in een aantal noden en verlangens van de mantelzorger voorzien, zoals in de behoefte om met lotgenoten emoties te delen en praktische tips uit te wisselen. Ook willen mantelzorgers van Curadomi/Agathos hulp om hun relatie met God te onderhouden en versterken, dit kan door middel van Bijbelstudie ,viermomenten en rituelen binnen deze groep. Verder kan deze groep de plek zijn waar de mantelzorgers hun nood kunnen neerleggen. De mantelzorgers kunnen in deze groep een luisterend oor vinden. Tevens kan hier voor hen en met hen gebeden worden. De bijbel kan opengeslagen worden voor bemoediging en studie. Kortom dit groepje kan een plaats zijn
8
Binnen de Protestante Zorggroep Crabbehoff is eind 2011 het proces; “zingevingsgericht werken” gestart waarbij alle medewerkers worden betrokken o.l.v. Drs.N. van der Leer.
Pagina 16 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
waar vragen vanuit de spirituele variabele benaderd kunnen worden. Want zoals een geïnterviewde verwoordde: ze wil niet alles alleen hoeven te doen: Je zou het best fijn vinden als er een stukje met je gelezen wordt en een keer met je gebeden wordt. Niet in de kerkdienst, maar dat er persoonlijk met je gebeden wordt. 9
Uit het huidige onderzoek van Vilans komt naar voren dat met een kleiner groepje (kleiner dan de bestaande lotgenotengroepen), het mogelijk is om mantelzorgers te laten nadenken over zingeving in de mantelzorg. Ook kunnen de krachtbronnen van de mantelzorger in het kleinere groepje aan bod komen. Rikkers spreekt over een groepje van minimaal vier tot 10 maximaal acht personen . Het doel van het groepje kan zijn om naast het delen van ieders persoonlijke actuele situatie, samen een proces aan te gaan. Zodat de zaken die aan de beheersing van de mantelzorger ontsnappen, toch een plek kunnen krijgen in het leven van de mantelzorger. Ook zouden de mantelzorgers ondersteuning kunnen vinden in het delen van hun krachtbronnen. Belangrijk is wel dat de leiding van het groepje naast hulp in de vorm van luisteren de mantelzorgers ook actief hulp kan bieden hoe er betekenis gegeven kan 11 worden aan gevoelens. Deze hulp kan geboden worden door het aanbieden van kennis over de onderwerpen die ter sprake komen. Een andere belangrijke vorm van hulp geven is om gevoelens, vragen en gedachten die gerelateerd zijn aan zingevingsvragen te helpen uiten. Soms zijn er immers geen woorden te vinden om vragen te formuleren. Ondersteuning vanuit de spirituele variabele kan hierbij helpen op een manier die bij hen aansluit. De achterban van Curadomi/Agathos bestaat uit mensen die geloven in God en mensen die andere krachtbronnen hebben. Het is een punt van aandacht voor Curadomi/Agathos hoe er op deze verschillen ingespeeld moet worden. Deze groepjes kunnen overal bijeenkomen, bijvoorbeeld in één van de huizen van zorggroep Rijnmond . Ook de mogelijkheid om een groepje te vormen in samenwerking met lokale kerken is de moeite waard te onderzoeken. In Bijlage VI geef ik een voorbeeld voor het opzetten van een ondersteuningsgroep. Vijfde aanbeveling Creëer een vaste plaats waar een mantelzorger een geestelijk verzorger of een pastoraal werker kan ontmoeten. De volgende uitspraak komt van een mantelzorger,die verlangt naar een vaste plaats in het verzorgingshuiswaar zij heen kan gaan met vragen of problemen. Zij verwoordt: Dat als iemand ergens mee zit het daar kan brengen. Dat je als familie je uit kan spreken en dat er dan gebed is of dat er geestelijk met je gesproken wordt. Dat je dat weer opbeurt en dat je weer verder kan. Als je in de knoop zit, dat er dan een veilige plek is waar je je hart kunt luchten en je de draad weer kunt oppakken. Dit kan plaatsvinden in samenwerking met kerken en/of met geestelijk verzorgers van de huizen van Zorggroep Rijnmond. Ook de moeite van het overwegen waard is de mogelijkheid of de geestelijke verzorger/ pastoraal werker op verzoek bij de mantelzorger thuis kan komen. Zesde aanbeveling: Creëer een nazorgtraject voor ex-mantelzorgers, de mantelzorgers geven aan behoefte aan nazorg te hebben. Mantelzorg kun je niet in zes weken afbouwen. Juist na het beëindigen van de zorgtaak komt er tijd vrij bij de mantelzorger om alle emoties ruimte te geven. Deze emoties kunnen overweldigend zijn. Alle gevoelens en gedachten kunnen in relatie met God gebracht worden, de mantelzorgers willen hier graag ondersteuning bij. 9
interviews project ‘Zin in mantelzorg’ Expertisecentrum Mantelzorg 2011’ Rikkers, De onverslijtbare mantel, p.107 11 interviews project ‘Zin in mantelzorg’ Expertisecentrum Mantelzorg 2011’ 10
Pagina 17 van 18
Mantelzorgbeleid 2 juli 2012
De organisatie kan er een beleidspunt van maken om de ex-mantelzorgers niet uit het oog te verliezen. Het levensverhaal speelt hier een belangrijke rol, als ook het proces van de rouwverwerking. Hier kan het concept van het vormen van een groepje met lotgenoten onder deskundige leiding tegemoet komen aan een behoefte van de mantelzorgers. Veel voorwaarden zijn al voorhanden binnen de organisatie, zeker als de eerder genoemde aanbevelingen worden opgezet. Een goede begeleiding na de afronding van hun zorgtaak voorkomt dat deze mensen zelf zorgvrager worden.
Pagina 18 van 18