Antwoord op
Vragen van CDA juni 2008 VRAGEN NAAR AANLEIDING VAN DE KADERNOTA 1. Evenementenorganisatie en –coördinatie Uit de beantwoording van de CDA vragen naar aanleiding de concept kadernota blijkt dat de ondersteuning van evenementen kwetsbaar is te noemen. Zowel qua financiering, als bemensing. De Stichting VVV/Stadspromotie vervult hierbij een belangrijke sleutelrol, maar ook de bijdrage en enthousiasme van ondernemers is van essentieel belang.1 De CDA fractie maakt zich blijvend zorgen over deze situatie, zeker gezien het feit dat deze sinds 2006 niet substantieel verbeterd is door personele wisselingen, schijnbaar onzekere financiële bijdragen van ondernemers, en aflopende inzet van gelden vanuit het binnenstadsprogramma. Een krachtige heroriëntatie lijkt, gezien de ambities in de Binnenstad en de vastgestelde burgervisie, op zijn plaats. Daarbij moeten alle partijen bijdragen en ‘de neuzen dezelfde kant op’. Vraag: • Welke capaciteit en financiën zijn op dit moment gemoeid via verschillende wegen met evenementenorganisatie en –coördinatie? • Hoe verhouden deze zich qua omvang met vergelijkbare Nederlandse steden? • Is een herijking (en verdere professionalisering) van de evenementenorganisatie in de planning? • Zo ja, hoe wordt dit aangepakt? • Zo nee, waarom niet? • Wat is de stand van zaken met gebiedsgerichte belasting als mogelijke oplossing voor bijdrage aan evenementen? Antwoord De evenementencoördinatie verloopt via de Stichting VVV&Stadspromotie. De Stichting VVV&Stadspromotie krijgt jaarlijks een structurele subsidie van 222.216 euro. Dit zijn de subsidies van de voormalige VVV en Stadspromotie tezamen. Daarnaast ontvangt de Stichting nog een aantal éénmalige bijdragen voor een aantal evenementen. Er wordt nu jaarlijks een bijdrage van 50.000 euro gegeven voor de sfeerverhogende activiteiten op de zaterdag. Dit is provinciaal GSB geld. Voor een periode van vijf jaar (2005-2009) heeft de provincie geld beschikbaar gesteld voor de versterking van de binnenstad. Dit is dus gespecificeerd geld. Verder wordt een bijdrage gegeven aan het straattheaterfestival van 26842 euro. De stichting doet vooral de coördinatie van evenementen, maar organiseert niet zelf. Al komt daar dit jaar verandering in, omdat de stichting de ijsbaan en kerstmarkt zelf gaat organiseren. De huidige bezetting van de stichting bestaat uit een directeur (3 dagen in de week), een fulltime evenementencoördinator en een fulltime office manager. Enschede heeft een duidelijk hoger budget. Hoe capaciteit en middelen zich verhouden met vergelijkbare Nederlandse steden is moeilijk vergelijkbaar en afhankelijk van de inbedding in verschillende organisatie(vormen) en daarbij behorende taken. Nadere analyse is noodzakelijk. Ten aanzien van de vraag of een herijking (en verder professionalisering) van de evenementenorganisatie in planning is kan het volgende worden gemeld: In het afgelopen jaar is de evenementencoördinator aangesteld. Alhoewel deze met incidenteel geld wordt betaald, is het de wens van het bestuur om deze structureel aan te stellen. De Stichting zal zich in de toekomst naast coördinatie ook meer toeleggen op de organisatie van evenementen. In overleg met de gemeente zullen afspraken gemaakt worden in de subsidievoorwaarden van wat over en weer van elkaar verwacht wordt. Het blijft echter lastig door het beperkte budget van de organisatie. 1 Een uitvloeisel van een goede evenementencoördinatie en -organisatie is een evenementenkalender. Rondom 30 april jl. bleek dat lang niet alle optredens in de Binnenstad op deze kalender te vinden waren (helemaalhengelo.nl). De fractie is daarop door verschillende inwoners aangesproken die op de dag voor Koninginnedag, Koninginnedag en erna een overzicht zochten van alle evenementen en tijden.
De stand van zaken met gebiedsgerichte belasting als mogelijke oplossing voor bijdrage aan evenementen: De experimentenwet BGV is aan de Tweede Kamer gezonden. Daar moet de wet nog worden behandeld. Het onderzoek van de Kamer van Koophandel is in concept gereed. Hieruit blijkt dat de OZB en reclamebelasting de meest voor de hand liggende instrumenten zijn om in te zetten voor een ondernemersfonds. Als het rapport definitief is, zal met de werkgroep (ondernemers, VVV&Stadspromotie en gemeente) dit nader worden opgepakt. 2. Stadspromotie en stadsmarketing Hengelo is een stad met kwaliteiten en ambities. Reeds enige jaren geleden is er met de Raad gediscussieerd over het profiel van Hengelo en de wijze waarop deze “vermarkt’ zou moeten worden (mode, kwaliteit, sport, cultuur etc.). Sinds die tijd heeft de stad niet stil gestaan en zijn ontwikkelingen in Hart van Zuid en de Creatieve Fabriek tot stand gekomen. Ook is de cultuurvisie vastgesteld. Bij een discussie rondom de marketing van de creatieve fabriek waarvoor ook raadsleden zijn uitgenodigd, is duidelijk geworden dat de stadsmarketing een vernieuwing kan gebruiken en Hengelo meer en nadrukkelijker op de kaart kan worden gezet. Er liggen kansen met de Binnenstad, Creatieve Fabriek, Hart van Zuid en bijvoorbeeld in relatie tot de Cultuurvisie. Stadsmarketing kan daarbij worden gezien als instrument om meer bezoekers en bewoners naar Hengelo te krijgen, hetgeen economische, culturele en maatschappelijke spin-off oplevert. Last but not least, zal dit ook bijdragen aan een – zo mogelijk – positiever imago en vestigingsklimaat. Vraag: • Welke capaciteit en financiën zijn op dit moment gemoeid met stadsmarketing? • Hoe verhouden deze zich qua omvang met vergelijkbare Nederlandse steden? • Is een herijking (en verdere professionalisering) van de stadsmarketing te verwachten, bijvoorbeeld in de vorm van een nieuw promotieplan? • Wordt de opvatting gedeeld dat deze voor instellingen en ondernemers, mits professionaal aangepakt, ook extra opbrengsten kan genereren? • Wordt hierover gesproken met ondernemers en instellingen? • Zo nee, waarom niet? Antwoord De capaciteit en financiën, gemoeid met stadsmarketing, zijn hierboven reeds aan de orde geweest. Ten aanzien van een herijking (en verder professionalisering) van de stadsmarketing moet worden opgemerkt dat dit jaar een marketing en promotieplan voor de binnenstad is gemaakt door VVV & Stadspromotie in samenwerking met de gemeente en binnenstadsondernemers. De bedoeling is dat in de toekomst VVV & Stadspromtie zich meer zal gaan richten op de hele stad. Het is inderdaad onze bedoeling dat deze voor instellingen en ondernemers, mits professioneel aangepakt, ook extra opbrengsten kan genereren. VVV&Stadspromotie moet zelf meer geld genereren uit het bedrijfsleven en donateurs werven. In dit kader is VVV&Stadspromotie in gesprek met ondernemers en instellingen. De bedrijven die bijdragen zullen de waarde van een goed VVV&Stadspromotie ook onderkennen. Voor de uitvoering van het marketing en promotieplan binnenstad is een werkgroep opgesteld met diverse binnenstadsondernemers.
3. Accountmanager EZ. In de kadernota wordt gesproken over het aanstellen van een accountmanager EZ. Deze wordt gefinancierd door te zoeken naar ruimte binnen de bestaande formatie. Vraag: • Welke taken worden beoogd voor deze accountmanager? • Welke resultaten kunnen, op welke termijn, worden verwacht van de inzet van deze accountmanager?
Antwoord: Het gaat in deze om een accountmanager detailhandel. In het plan van aanpak in de beleidsvisie detailhandel staat het instellen hiervan opgenomen als actiepunt. Deze accountmanager doet alle bedrijfscontacten voor de detailhandel, reactief maar vooral ook proactief. Dit betekent bijvoorbeeld als zich een nieuwe winkel vestigt in het centrum hier langs gaan en de nieuwvestiger welkom heten, op reguliere basis binnenlopen bij ondernemers om te horen wat er speelt. Verder zal deze accountmanager actieve acquisitie moeten doen (oprichten acquisitiewerkgroep). Met name voor de binnenstad. Er staat ergens een pand leeg, welke formule zou hier passen, wat hebben we nog nodig? Tevens zal deze accountmanager een intermediaire rol moeten vervullen tussen ondernemers en gemeente. Welke resultaten kunnen, op welke termijn, worden verwacht van de inzet van deze accountmanager? Wij denken daarbij aan versterking van de winkelstructuur van de binnenstad, Een betere verstandhouding tussen gemeente en ondernemers detailhandel (binnenstad), minder leegstand in de binnenstad, aansprekende formules naar Hengelo halen. Wij denken dat de klanttevredenheid over de gemeente zal verbeteren door een proactieve opstelling. 4. Weusthag Het college pakt in de Kadernota de suggestie van CDA fractie op om voet- en fietspaden te gaan realiseren in het Weusthag. Een eerste en belangrijke stap in de ontwikkeling van het Weusthagpark. Het CDA heeft dit voorjaar een motie ingediend waarin wordt gevraagd de burgerparticipatie rondom verdere ontwikkelingen in het Weusthagpark vorm te geven. Vraag • Wat is de stand van zaken m.b.t. organisatie van de burgerparticipatie rondom het Weusthag? • Welke bijdrage zou de gemeenteraad hieraan kunnen leveren?
Antwoord: In de motie die de raad in april van dit jaar heeft aangenomen wordt het college verzocht te onderzoeken of er een constructie denkbaar is waarbij inwoners, instanties en bedrijven worden uitgenodigd "te participeren" in het park en de verdere invulling. In het plangebied Weusthag zijn een aantal initiatieven om te komen tot bebouwing. Het betreft individuele of kleinschalige aanvragen. Voorgesteld wordt om deze allen te onderzoeken op de mate van committment, op de ruimtelijke gevolgen voor het plangebied en te bekijken of een deel van de opbrengsten kunnen worden gestort in een fonds dat wordt opgericht ter ondersteuning van het Burgerpakinitiatief in de vorm van een stichting met een ideële doelstelling. Er zijn verschillende initiatieven en bestaande situaties die gezien kunnen worden als mogelijkheid om te komen tot een belangrijk stuk bevolkingsparticipatie bij het verdere beheer en de verdere ontwikkeling van het Weusthaggebied. Te denken valt aan de ponystal, de kinderboerderij, de stichting Houtmaat, de IVN met de Heemtuin en anderen. Wij overwegen in dit stadium om tot de aanwijzing van een kwartiermaker te komen. Deze kwartiermaker krijgt de opdracht om verkennende gesprekken met alle mogelijke gegadigden voor het idee burgerpark Weusthag te voeren en om tot een visiedocument te komen waarin doel en route zijn geschetst alsmede de voorwaarden worden aangegeven waaraan moet worden voldaan om te komen tot een burgerpark Weusthag. Het resultaat wordt ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad. Doel daarvan is te komen tot de oprichting van een stichting burgerpark Weusthag die als beheers- en ontwikkelingsstichting voor het gehele parkgebied gaat optreden. De gemeente treedt dan terug in haar publieke rol (bestemmingsregelingen, vergunningen, subsidies en faciliteren) Dit proces te laten ondersteunen door de sector Wijkzaken. De kosten voor deze deelopdrachten worden op dit moment begroot.
Vraag 5. Deregulering In de kadernota wordt aangegeven dat door een verbeterde digitale dienstverlening kan worden bijgedragen aan deregulering. In Netwerkstadverband wordt reeds enige tijd samengewerkt om tot afschaffing van regels te komen. • Wat is de stand van zaken m.b.t. deregulering? • Op welk moment gaat de Hengelose burger en/of ondernemer de resultaten merken? Welke regels betreft dit? Antwoord: Hengelo heeft ter nadere uitvoering van het gesloten convenant tussen het Min. van EZ en de Netwerkstad Twente, in Netwerkstadverband deelgenomen aan het project 'Deregulering Netwerkstad Twente' om de administratieve lasten van ondernemers te verminderen. Het project is gericht op ondernemers, niet op burgers. Twee belangrijke pijlers van het project zijn: a. vereenvoudiging van vergunningstelsels voor ondernemers; b. digitalisering van het bedrijvenloket. Let wel: het gemeentelijk bedrijvenloket bestaat al wel, veel informatie kan al wel digitaal worden verkregen. Het informatieaanbod en digitale productverlening dient nog verder te worden uitgebreid. Er zijn in NT verband 19 producten (denk hierbij m.n. aan gemeentelijke vergunningen, beschikkingen of vrijstellingen) doorgelicht en getoetst op vereenvoudigingsmogelijkheid. Daarnaast is het uitgangspunt t.a.v. deze 19 producten om de productverlening (aanvraagformulier, procedure, informatie, etc.) te uniformeren. Er wordt op dit moment gewerkt aan het opstellen van verordeningsteksten ter uniformering en vereenvoudiging van de 19 producten. Een juridische toets heeft onlangs plaatsgevonden en is nagenoeg afgerond. Zodra de verordeningsteksten gereed zijn en deze zijn gecheckt aan het nieuwe model APV van de VNG, kunnen deze worden vastgesteld door resp. het Bestuurlijk Afstemmings Beraad EZ van de Regio, het college van B&W en de gemeenteraad. Na vaststelling kan de verdere implementatie gestalte krijgen en zal worden gewerkt met de vereenvoudigde producten. Dan zullen de bedrijven daadwerkelijk de voordelen ondervinden. Overigens vindt er ter afsluiting van het project op maandag 25 augustus a.s. een symposium plaats om de projectresultaten aan te bieden aan de staatssecretaris van EZ, dhr. Heemskerk. Het symposium wordt georganiseerd door de NT gemeenten, de Regio en de KvK in samenwerking met het VIT (Versterking Industriepotentieel Twente). Hiervoor worden naast het bedrijfsleven en de regionale bestuurders ook de raadsleden van alle NT gemeenten worden uitgenodigd.
VRAGEN NAAR AANLEIDING VAN DE JAARREKENING: Bladzijde 18: impuls mantelzorg 2007: middelen niet in 2007 besteedt door late bekendmaking rijk. Wanneer kunnen we concrete plannen tegemoet zien? Antwoord De Beleidsnotitie Ondersteuning Mantelzorgers is in concept gereed. In de notitie is een bestedingsvoorstel opgenomen. Hierin zijn ook de incidentele middelen van het Mantelzorgcompliment opgenomen. De notitie zal op korte termijn door het college worden vastgesteld en vervolgens aan uw raad worden aangeboden.
Bladzijde 71, tabel: aantal verstrekte startersleningen. Hoe kan het achterblijven van de aanvragen dan wel toekenningen worden verklaard? Antwoord: Uw raad heeft ingestemd met de deelname aan SVN voor startersleningen (nieuw beleid in 2007). Uitgegaan wordt van 15 startersleningen per jaar. De regeling is echter pas halverwege 2007 (1 juli) in werking getreden. Dit gecombineerd met de nog relatieve onbekendheid met deze nieuwe mogelijkheid heeft geleid tot een kleiner aantal aantal aanvragen. Bladzijde 92: tabel indicatoren beleidslijn 3: % aandachtsbedrijven dat de voorschriften volledig naleeft en % risicobedrijven dat de voorschriften volledig naleeft: er moet nog wel heel wat gebeuren willen we de door ons gestelde streefwaarden in 2008 bereiken. Wat is hiervoor het plan van aanpak? Antwoord: Bij de bespreking van de indicatoren van programma 7, beleidslijn 3 in de beleidsbegroting 2008 (23 oktober j.l) is gesproken over deze indicator. Geconcludeerd werd dat de indicator niet lijkt weer te geven wat bedoeld was, namelijk hoe het staat met de veiligheid in Hengelo. De indicatoren “% aandachtsbedrijven dat de voorschriften volledig naleeft en % risicobedrijven dat de voorschriften volledig naleeft” geven namelijk weer hoe het staat met de algehele naleving van de voorschriften bij de ze bedrijven. Het risicobedrijf kan dus ook slecht scoren vanwege een overtreding op geluid, stof of andere milieuaspecten. Deze score geeft dus geen antwoord op de vraag hoe het staat met de naleving van veiligheidregelgeving. Wij zijn van mening dat dit gegeven bij de evaluatie van de indicatoren, zoals die met uw raad is afgesproken, zou moeten worden betrokken. Er wordt wel terecht geconstateerd dat deze bedrijven slechter scoren. Die score wordt in de praktijk echter meer veroorzaakt doordat het hier veelal om grotere en complexere bedrijven gaat, waarop meer regels van toepassing zijn dan bij kleine re bedrijven en als gevolg daarvan een grotere kans hebben op overtredingen, ook al zijn dit kleine overtredingen. Dat laat onverlet dat, zoals ook in de begroting 2008 al aangegeven, er voor deze bedrijven, in 2008 extra aandacht is en deze in het handhavingsprogramma als speerpunt zijn benoemd.