ALGEMENE BESCHOUWINGEN VAN DE SGP-FRACTIE NAAR AANLEIDING VAN DE KADERNOTA GEMEENTEBEGROTING 2014
Mevrouw de voorzitter,
Evenals vorig jaar staan ook vandaag de algemene beschouwingen in het teken van de voorzieningendiscussie.
Waar willen we met onze voorzieningen naar toe?
Voor een beetje socialist - en misschien geldt dat ook wel voor een sociaal-democraat - is dat wel helder: zoveel mogelijk onder de veilige vleugels van de overheid!
Voor een klassiek liberaal is het ook duidelijk: laissez-faire! Geef het maar uit handen.
Creatieve en ondernemingsgerichte geesten in de samenleving pakken het dan vanzelf wel op.
Maar hoe kijkt de SGP er als uitgesproken christelijke partij tegenaan?
Om te beginnen zien wij niets in een overheid die alle verantwoordelijkheden als een magneet naar zich toe blijft trekken.
Wij voelen ons echter evenmin thuis bij het laissez-faire van de liberalen. Wijlen dominee Abma, SGP-voorman in de jaren ‘ 60 en ‘ 70, heeft de SGP-visie op de rol van de overheid ten aanzien van economie en samenleving ooit eens als volgt getypeerd: ‘Wij kiezen niet voor laissez- faire, maar voor een laissez-fleurir’.
De overheid heeft een eigenstandige verantwoordelijkheid om economie en samenleving tot bloei te laten komen en dat binnen Bijbelse kaders.
Om iets tot bloei te laten komen, moet er soms gesnoeid worden. De overheid heeft een ordenende en begrenzende rol. Denk bijvoorbeeld aan de zondagsrust.
Maar om iets te laten bloeien, moet er soms ook bemest worden. !1
De overheid heeft dus ook een stimulerende en faciliterende rol. En in sommige situaties moet er zelfs voor de beschutte omgeving van een gemeentelijke voorziening worden gekozen. In de broeikas als het ware, omdat de omstandigheden buiten nu eenmaal te ongunstig zijn.
U merkt dus wel dat onze fractie niet kiest voor een dogmatische benadering. Bij de bepaling van de exacte rol van de overheid bij concrete voorzieningen houden we oog voor de omstandigheden en de kans op welslagen van een eventuele verzelfstandiging. Wij laten gemeentelijke voorzieningen dus niet zomaar uit onze handen vallen.
Hoe vertaalt zich dat nu naar de verschillende clusters waar we het vandaag over moeten hebben?
Allereerst sport en bewegen. Af en toe wordt nog wel eens het beeld geschetst dat sport bij SGP-ers niet in goede handen zou zijn. Niets is minder waar. In het Bijbels denken over de mens draait het namelijk niet alleen om de geest, het centrum van ons denken, maar doet het lichaam ook volop mee. Een gezonde levensstijl is daarom iets wat ook wij voorstaan en daar hoort bewegen nadrukkelijk bij. Zolang we het belang van sport maar in de juiste proporties blijven zien en er niet een soort religie van maken.
Ondertussen moet er in onze Krimpense situatie nog wel een taakstelling worden ingevuld. Een heroriëntatie op de rol van de overheid is in dat kader zeker geboden. Waarom zouden we als gemeente als een overbezorgde moederkloek alle kuikentjes in het veilige warme nest willen houden?
!2
Kuikentjes die eraan toe zijn om het nest te verlaten, moeten we daar de ruimte voor durven geven. Aan de andere kant heeft het natuurlijk niet veel zin energie te steken in een verzelfstandigingstraject waar je bij voorbaat van weet dat de kans van slagen gering is en de financiële winst ongewis. Laten we ons daarom concentreren op die ‘ kuikentjes’ waarvan het overduidelijk is dat ze – met enige support van de gemeente wellicht – prima op eigen benen kunnen staan.
Wat de buitenaccommodaties betreft stellen wij voor te beginnen met het overdragen van alle clubhuizen aan de verenigingen. Wat is er nu mooier voor een sportvereniging om eigenaar te zijn van je eigen clubhuis en ook het onderhoud ervan te mogen doen? Wat de binnenaccommodaties betreft gooit vooral het beheer hoge ogen om zo snel mogelijk het gemeentelijke nest te verlaten. Tijdens de maatschappelijke debatten is immers gebleken dat er veel enthousiasme is bij de sportraad en verenigingen om het beheer zelf ter hand te gaan nemen. Wat het zwembad betreft is onze inschatting, op basis van bevindingen van de benchmark, dat een commercialisering op dit moment weinig soulaas biedt. Maar een vorm van verzelfstandiging, waarbij de directeur van het zwembad meer vrijheid van handelen krijgt om bijvoorbeeld diensten elders in te kopen, valt - denken wij - zeker te overwegen. Uiteraard moeten daarbij dan wel de consequenties voor de gemeentelijke organisatie zorgvuldig worden afgewogen. Iets wat eigenlijk voor ieder verzelfstandigingstraject geldt.
Bij de algemene beschouwingen van vorig jaar hebben wij nadrukkelijk de aandacht gevraagd voor de consequenties van de nieuwe sporthal bij het Krimpenerwaard college voor de bezettingsgraad in de bestaande sportaccommodaties.
!3
We hebben toen de wethouder gevraagd in dat licht het aantal sportaccommodaties kritisch tegen het licht te houden. Het rapport van Hospitality Consultants laat zien dat zo’n kritische doorlichting inderdaad zeker op z’n plaats is. Met name voor de Boog is dat het geval, waar nu reeds sprake is van een bezetting die ligt onder de zogenaamde stichtingsnorm. Wij vinden dat de Boog de komende jaren echt betere exploitatiecijfers moet laten zien. Slaagt ze daar niet in, dan moet wat onze fractie betreft inderdaad tot sluiting worden overgegaan.
Dan nu het cluster kunst en cultuur, meer in het bijzonder de muziekschool. Wie ons een beetje kent, weet dat wij SGP-ers iets hebben met muziek. Dat is natuurlijk niet zonder reden. Binnen het christelijk geloof is muziek namelijk een belangrijke uitingsvorm. Reeds in het vierde hoofdstuk van het eerste Bijbelboek Genesis komen we ene Tubal tegen, die vader wordt genoemd van allen die harpen en fluiten kunnen bespelen. De schoonheid van de muziek zegt ons iets over de grootheid en de schoonheid van de Schenker ervan.
Maar laat ik ter zake komen en aangeven wat wij vinden van de aanbevelingen van BMC over het muziekonderwijs. Om te beginnen zien wij niet in waarom het budget voor cultuureducatie in de klas verhoogd zou moeten worden.
In de stukken wordt wat 'huilerig' gedaan over het feit dat slechts 5% van de middelen wordt ingezet voor cultuuronderwijs op scholen.
Maar 5% van heel veel geld is nog steeds aardig wat, in elk geval zou het naar onze inschatting voldoende moeten zijn.
!4
Zeker als we zien dat er wel degelijk het nodige gebeurt op dit terrein: ‘Kunst+’ in het primair onderwijs, ‘ Rondje Cultuur’ in het voortgezet onderwijs en, niet te vergeten, de cultuurmakelaar bij Synerkri.
Ondertussen is het wel duidelijk waar we de besparingsmogelijkheden vooral moeten zoeken: bij het instrumentaal onderwijs.
Dat is immers veruit de grootste kostenpost.
Alleen, hoe gaan we dat doen?
De muziekschool vanaf 1 januari 2014 onderbrengen bij een mammoet organisatie als de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR)?
Onze fractie heeft hier grote bedenkingen bij.
Wat blijft er dan over van de mogelijkheid een eigen lokale inkleuring te geven aan het muziekonderwijs?
Maar belangrijker nog: wat blijft er dan over van het uitgangspunt dat muziekonderwijs toegankelijk en dus betaalbaar moet blijven voor iedere kind, ook voor een kind uit een gezin met een lager inkomen? Leg de tarieven van de SKVR eens naast de tarieven van onze Muziekschool en u zult zien wat wij bedoelen. Onder de vlag van de SKVR zal een cursist aanzienlijk duurder uit zijn.
Maar wat dan wel?
Wij zijn van mening dat veel meer ingespeeld moet worden op het fenomeen dat muzieklessen in toenemende mate door particulieren worden verzorgd. En dat vaak tegen alleszins acceptabele tarieven, omdat kleine particulieren nu eenmaal niet met (hoge) overheadskosten te maken hebben van directeuren en tussenmanagers. Zouden we daarom in nauwe samenspraak met de huidige docenten niet een ontwikkeltraject moeten inzetten waarbij het eindbeeld is: cursussen voor het instrumentaal onderwijs worden in principe alleen nog maar gegeven door zelfstandige ondernemers? !5
Er wordt nu reeds voor een deel met ZZP-ers gewerkt bij de muziekschool. De eerste stappen in deze richting zijn dus al gezet. Bij het model dat wij voorstaan zou de gemeente zich veel meer kunnen concentreren op haar faciliterende en stimulerende rol. De muziekschool is in dit model niet langer een klassieke school waar les wordt gegeven, maar meer een steunpunt. Een steunpunt waar men muziekinstrumenten kan lenen, waar men examens afneemt en waar men terecht kan voor informatie over het rijke culturele leven in Krimpen qua cursussen en verenigingsactiviteiten. Wat ons betreft zou zo’n steunpunt naar het voorbeeld van het Meldpunt en Synerkri ondergebracht kunnen worden in een stichting. En de docenten? Die doen als zelfstandige ondernemers op eigen gekozen locaties hun werk. Thuis of misschien wel na schooltijd in klaslokalen van de diverse scholen in Krimpen. Wat dat laatste betreft zijn wij er zeker voorstander van om het gesprek met scholen hierover aan te gaan om te bezien wat de mogelijkheden zijn. In het eindbeeld dat wij voor ogen hebben, is een muziekschool in de huidige omvang dus niet meer nodig. Er kan worden volstaan met een beperkte ruimte voor het steunpunt, bijvoorbeeld in de Tuyter. En wat de subsidies betreft: nadere analyse van de kostprijs onder het nieuwe model zal moeten uitwijzen in hoeverre er nog subsidies nodig zijn om de cursussen betaalbaar te houden. Maar het lijkt ons vanwege kostenoverwegingen sowieso goed de subsidies uitsluitend in te zetten voor lessen aan kinderen en jongeren tot een leeftijd van 18 jaar.
Voor wat betreft de Tuyter, het Onderdak en de Big Bear vinden wij het een goede zaak dat ingezet wordt op het afstoten van één van deze accommodaties. Het ligt daarbij voor de hand meer activiteiten te concentreren in de Tuyter, mede vanwege de centrale ligging. Maar of we nu het Onderdak of de Big Bear moeten sluiten? !6
Naar onze indruk ligt er nu te weinig materiaal op tafel om daar als raad een verantwoorde keuze in te kunnen maken. Misschien moet daar het college zich nog maar eens over buigen.
Dan kom ik nu toe aan het cluster natuur- en milieu-educatie. Bij dit cluster gaat ons hart toch wat sneller kloppen. Want bij natuur denken wij aan schepping en bij schepping aan de Schepper. Guido Gezelle dichtte: Mij spreekt de blomme een tale,
Mij is het kruid beleefd,
Mij groet het altemale,
Dat God geschapen heeft!
Dat geldt de flora, maar natuurlijk ook de fauna. De kinderboerderij heeft in dat verband een belangrijke educatieve functie. Naast het feit dat het natuurlijk ook gewoon leuk is om met je kinderen of kleinkinderen naar de kinderboerderij te gaan. Het staat voor onze fractie als een paal boven water dat we deze voorziening voor de gemeenschap willen behouden. Maar om de kosten voor de gemeente terug te dringen, moeten er wel maatregelen worden getroffen. Wij steunen het voorstel om een vriendenstichting op te richten die op zoek gaat naar nieuwe eigen inkomsten. En wanneer deze stichting zou kunnen uitgroeien tot een bredere beheersstichting, die gaandeweg meer taken van de gemeente overneemt, staan wij daar zeker niet negatief tegenover. Ook lijkt het ons een goed plan om de kosten voor de kinderboerderij binnen de gemeentelijke begroting beter inzichtelijk en dus beheersbaar te maken.
!7
In zijn algemeenheid staan wij overigens zeker open voor samenwerking met buurgemeenten op het vlak van voorzieningen. Maar wel met verstand en niet tegen elke prijs. En ook vandaag zeggen we daarover: kijk niet alleen naar het westen, maar ook naar het oosten.
Dat er iets moet veranderen qua kostenbeheersing bij de voorzieningen is wel duidelijk. De cijfers in de kadernota spreken boekdelen. Als we bijvoorbeeld kijken naar de lijst met structurele risico’s, dan is het maar zeer de vraag of een bezuiniging van 500.000 euro voldoende is. Wellicht wil de wethouder Financiën daar nog eens op reflecteren.
Voor ik ga afronden nog een tweetal opmerkingen die los staan van de voorzieningendiscussie, maar die we vandaag toch graag een plek willen geven.
De eerste opmerking betreft de dienstverlening. Onlangs is het Krimpense Kwaliteitshandvest in gebruik genomen. Een goede zaak omdat dit de transparantie bevordert en servicenormen vastlegt. Daarbij is communicatie het sleutelwoord. Een goede website hebben we al. In aanvulling daarop stellen wij voor over te gaan tot de introductie van een ‘Mijn Krimpen app’ voor telefoon en tablet. Deze app stelt burgers in staat afspraken te maken, meldingen te doen, diensten af te nemen en gemeentelijke informatie te raadplegen. We vernemen graag wat de wethouder van dit idee vindt.
De tweede opmerking heeft betrekking op de woningmarkt. In de kadernota wordt de financiële ontwikkeling van de grondexploitaties zorgwekkend genoemd. Om die reden gaat het college zich ook buigen over de herprioritering van de groene projecten. !8
Onze fractie vindt het daarbij van belang dat uitdrukkelijk gekeken wordt naar mogelijkheden om gronden over te dragen voor particulier opdrachtgeverschap. Krimpense ondernemers kunnen hier indirect ook van profiteren. Voor starters op de woningmarkt is het van belang om de faciliteit Startersleningen aan te bieden. Krimpense makelaars zijn hier enthousiast over en omliggende gemeentes hebben hier succesvolle ervaringen mee. We vernemen graag wat de wethouder van deze ideeën vindt.
Tot slot kom ik nog even terug op het ‘laissez-fleurir’ van dominee Abma. De christelijke levensovertuiging van waaruit wij wensen te opereren zegt niet alleen iets over het verleden. Over een Tubal bijvoorbeeld, de grondlegger van de muziekinstrumenten. Maar ze geeft ook een geweldig toekomstperspectief. ‘ Nu gaan de bloemen nog dood; Nu gaat de zon nog onder; Nooit gebeurt er een wonder, Niemand kan zonder brood; Stil maar, wacht maar alles wordt nieuw, de hemel en de aarde’.
Dank u voor uw aandacht.
!9