Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
PESTPROTOCOL Invoeringstraject 2006 • Concept bespreken in teamvergadering • Concept bespreken in MR vergadering • Protocol vaststellen in teamvergadering, ondertekenen • Protocol ondertekenen door MR en OV • Alle ouders informeren via de website Protocol • Protocol wordt opgenomen in schoolgids
Definitie van pesten Pesten is structureel woorden en/of lijfelijk geweld gebruiken tegen een of meerdere kinderen. Pesten gaat uit van een ongelijkwaardige situatie, doet pijn en heeft daardoor een gemeen karakter. Pesten kent slachtoffers, daders en een zwijgende meerderheid. Betrokkenen in situaties met pesten: Pester, gepeste, zwijgende meerderheid, ouders, leerkrachten.
Voorwoord Pesten is normaal. We zeggen niet dat we pestgedrag maar moeten accepteren. Integendeel! Het kan veel schade met zich meebrengen, in de eerste plaats voor de slachtoffers, maar ook voor de pesters zelf. Toch is het belangrijk in te zien dat pesten voortkomt uit gewone psychologische en groepsdynamische processen. Het is niet iets uitzonderlijks. Het is ook niet iets om aan de pesters alleen te verwijten – zij volgen als het ware hun ‘instinct’. Zo zijn er ook bij de omstanders normale psychologische reacties (wetmatigheden) te verwachten1: • Het zwijgen in de groep. Het is makkelijker te zwijgen en te wachten wat er gebeurt dan iets te doen. De pester aanspreken, het onderwerp ter sprake brengen, contact maken met het slachtoffer, of de leerkracht informeren brengt allemaal risico. • Het omstandersdilemma: de onzekerheid en twijfel bij leerkrachten en ouders, als zij wel weten dat er wordt gepest, maar niet weten of zij er iets mee moeten doen en zo ja, wat dan. • Het ‘zondebokmechanisme’: een ‘natuurlijke’ neiging van alle (!) groepen, om de schuld (deels) bij het slachtoffer te leggen.
Pesten aan de orde stellen? Alles hangt af van de manier waarop!
Niet doen: • •
niet praten over wat pesters doen!!! niet het pesten in de eigen groep aan de orde stellen! Dit leidt tot ontkennen, bagatelliseren.
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
1
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
Wel doen: •
Wel preventief – in het algemeen over pesten praten. Stel duidelijk dat het niet gaat om wat in de klas gebeurt, maar dat de school (team, directie) dit een belangrijk onderwerp vindt. We willen dat iedereen een fijne schooltijd heeft, en alle kinderen zich veilig kunnen voelen. Daarom ook zijn er maatregelen als er leerlingen zijn die de veiligheid voor anderen wegnemen.
De waarheid op tafel? Een valkuil is dat we willen weten wat er precies is gebeurd. Vaak krijgen we dat niet goed boven tafel. Het wordt een welles-nietes situatie. De beleving kleurt de gebeurtenissen. Natuurlijk probeert u signalen op te vangen, en extra goed te observeren. Maar hoe slimmer de pesters zijn, hoe meer het pestgedrag zich aan uw zicht onttrekt.
Geen verwijten. Als het gepeste kind advies krijgt: volgende keer moet je …. dan bestaat het gevaar dat het kind denkt “ik doe het niet goed” – “ik kan het niet”. Ook al bedoelen we het goed, impliciet wordt zo de schuld bij het slachtoffer gelegd. Als de pester beschuldigd wordt of straf krijgt, blijft er vaak een gevoel onrechtvaardig behandeld te zijn. Dat komt omdat ze als het ware hun ‘instinct’ volgen. Soms hebben ze echt niet door wat ze hun slachtoffer aandoen. Vaak zullen ze ontkennen en bagatelliseren
VOORWAARDEN EN AANBEVELINGEN 1. Pesten moet als een probleem gezien worden door alle direct betrokken partijen: leerkrachten, ouders en leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende middengroep) 2. De school moet het pestprobleem voorkomen. Een preventieve aanpak door behandeling van het onderwerp met leerlingen, waarna men de regels vaststelt. 3. Als pesten desondanks optreedt, moeten leerkrachten kunnen signaleren 4. Na signalen moeten leerkrachten duidelijk stelling nemen 5. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen weer de kop op steekt hanteert de school een directe aanpak 6. Heeft deze aanpak geen resultaat en/of heeft de school niet volgens het protocol gehandeld; dan kan inschakeling van een vertrouwenspersoon noodzakelijk zijn. Er kan eveneens een klacht ingediend worden bij de klachtencommissie die het probleem onderzoekt en verder behandelt.
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
2
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
PROTOCOL BASISSCHOOL EDITH STEIN 1. Pesten moet als een probleem beschouwd worden. Er komen signalen van ouders, leerlingen of leerkrachten over het feit Dat kinderen het slachtoffer of dader zijn van pesterijen.
2. De school spant zich preventief in om het pestprobleem te voorkomen. In preventief opzicht spant de school zich in om pesten zoveel als mogelijk is te voorkomen. - Er zijn een aantal regels geformuleerd op basis van het voorbeeld contract 1F uit het nationale pestprotocol in combinatie met de visuele ondersteuning van Goed Geregeld (www.goedgeregeld.nu). - De regels zijn aan alle kinderen aangeboden en in de klas zichtbaar gemaakt op een kalender. - Wekelijks staat een bepaalde regel centraal tijdens kringgesprekken. - Tijdens de surveillance wordt extra op deze regel gelet. - In de teamkamer is een postbakje met gegevens die voor de surveillant van belang kunnen zijn. - Desbetreffende leerkracht informeren bij incidenten.Melding in teamoverleg. - In de groep geven we aan wat we zien en wat graag willen zien ( we verwoorden niet wat we niet willen zien) - Stimuleren positief gedrag (opkomen voor jezelf/de ander, niet meelopen…) - De leerling wordt bij herhaling benaderd, daarna een waarschuwing met een eventueel “straf”vervolg. - Bedenk altijd: “Bij straffen haal je het goede eruit en stop je het kwade erin” - We geven grenzen aan geven, nemen stelling, bieden oplossingen naar leerlingen, leerkrachten en ouders. - Groepsvergaderingen - Methode KLETS - Leerkracht-kindgesprekken - Contacten met ouders - Verslaglegging/logboek/dossiervorming - Adviezen aan de leerling: Time out, eerst nadenken, tot 10 tellen Dagboek ind.l.l.: positieve en negatieve ervaringen noteren / bespreken - Uitbreiding speelmogelijkheden - Video “Pesten – ik wil dat het ophoudt”
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
3
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
Regels, opgenomen in de kalender:
Kinderen die pesten zitten zelf in de nesten 1. Naar elkaar luisteren Iemand wil iets zeggen, luister er dan naar 2. Van elkaar afblijven
3. Elkaar niet bedreigen 4. Niemand uitschelden 5. Van elkaars spullen afblijven 6. Niet zoveel letten op elkaar 7. Samen..sociaal… spelen 8. Stop…denk…doe 9. Iedereen hoort erbij 10. Niet spugen 11. De ander nemen zoals hij is 12. Niet (met z’n allen) iemand uitlachen 13. Niet over elkaar roddelen 14. Deze regels gelden op school en daarbuiten
Gaat het je vervelen, zeg het hem of haar Wat begint als een geintje, een duw of een trap Eindigt vaak met een ruzie, dat komt nou van zo’n grap Vragen in plaats van bedreigen Zo zul je je zin krijgen Treiterkop, besef je goed Wat je die ander aandoet Leen je van mij? Dat vind ik goed Maar ik vind ook dat je het vragen moet Door alleen op anderen te letten, Kun je zelf geen stap meer zetten Met schelden, slaan en schoppen gaat de goede sfeer naar de knoppen Bedenk je eerst goed, voordat je iets doet Ik mag niet meedoen, dat is niet fijn Hoe meer zielen, hoe meer gein Spugen is vies, spugen is goor Het is van jou, dus slik het maar door Ik ben aan alles van jou al heel erg gewend Ik vind dat erg leuk, je bent wie je bent Je lacht lekker, je ligt in een deuk Maar lach je iemand uit, dan is dat niet leuk Weet je wel dat je mij zult kwetsen Als je achter mijn rug om staat te kletsen Niet alleen op school zijn deze regels fijn daarbuiten moet het ook gezellig zijn
Behalve het aanbieden en het naleven van deze regels is er via projecten in het kader van catechese en weerbaarheid steeds weer aandacht voor het positief met elkaar en met je omgeving omgaan. We bekrachtigen kinderen veelvuldig bij wat ze goed doen en we gaan steeds uit van een positieve benadering. Daarnaast is het belangrijk om steeds extra aandacht te besteden aan het onderhouden van een nette schoolomgeving en groepsinterieur.
3. Leerkrachten moeten pesten kunnen signaleren. Van belang is het dat leerkrachten het pestgedrag signaleren. Aandachtspunten hiervoor zijn: - Actief luisteren naar kinderen - Actief luisteren naar ouders - Actief luisteren naar collega’s - Aandacht voor kindergedrag op het schoolplein, in de groep en tijdens het verlaten en binnenkomen van de groep. - Gesignaleerd pestgedrag wordt altijd vastgelegd - Extra aandacht voor de regel van de week (kan per groep/situatie afwijken. Op kalender aangeven welke regel er al in groepsverband aan de K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
4
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
orde is geweest) - Praten met collega’s over surveillance waarnemingen (postbakje surveillance aandachtspunten) - Lijst signaleringstips voor leerkrachten:
4. Leerkrachten moeten duidelijk stelling nemen. Als pestgedrag wordt gesignaleerd, zal de leerkracht daarop dienen te reageren. In bijlage 1 vindt u actiepunten/stappen die de leerkracht kan nemen naar aanleiding van het signaleren van pestgedrag. Het beperken tot alleen het geven van straf zal onvoldoende effectief zijn zonder dat het geconstateerde gedrag bespreekbaar wordt gemaakt. Belangrijk is het invoelend vermogen en een houding van actief luisteren.
5. De school moet een directe aanpak volgen. (curatieve aanpak) - Confronterende methode - Niet confronterende methode - Hulp aan de pester: een straffend gesprek, probleem oplossend gesprek, gesprek met ouders… (zie bijlage)
6. Er wordt een vertrouwenscommissie ingeschakeld. Leidt de curatieve aanpak niet tot resultaat, dan kan de inschakeling van een vertrouwenspersoon noodzakelijk blijken. Voor zowel kinderen als ouders moet het duidelijk zijn dat ze bij de vertrouwenspersoon terecht kunnen. De schoolcontactpersoon van Basisschool Edith Stein is mevrouw Gerda Verhoeven
Mogelijke instanties waar men extern hulp kan zoeken: Pubers in de knel (vanaf 12 jaar) - GGZ: -
GGZ: Alles Kits Kids (bovenbouw basisonderwijs) GGD: Onderzoek / begeleidingstraject SBO: Video interactie begeleiding via De wissel Veghel Steunpunt opvoeding:Voor ouders school Maatschappelijk werk: Els van Drie Bureau Jeugdzorg AMK: Indien wordt vermoed dat kinderen "mishandeld" worden (door ouderen) in relatie met gesignaleerd pest- of slachtoffergedrag, kan de school het AMK inschakelen
Signaleringsintrumenten: School vragenlijst SVL (vanaf groep 6) SCOL: Soc. Comp.Observ.Lijst: LVS op individueel, groeps en schoolniveau GGD: vragenlijst. Onderzoek Kijk: gr. 1 en 2 Ouderenquete Leerlingenquete Groepsvergaderingen Leerkracht-kindgesprekken
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
5
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
Materiaal / software die gebruikt kan worden vanaf groep 5: - CD omgaan met geweld - Lesbrieven Help Katman Help! (www.katman.nl) - Video “Pesten, ik wil dat het ophoudt”. Hierin wordt met een goed geselecteerd groepje kinderen gesproken over het pestprobleem. Niet om de schuldige aan te wijzen, maar om de kinderen te activeren de situatie veiliger te maken. Zij worden gestimuleerd om hun verantwoordelijkheid te nemen door heel concrete afspraken te maken. Wat kan jij doen om de situatie te verbeteren? De begeleidende leerkracht geeft veel positieve feedback. - melding van pesten door ouder en/of leerling - begeleider praat met gepeste: ingaan op gevoel en de gevolgen daarvan. (niet naar school willen e.d.) - gesprek zonder de gepeste: vertrouwen wordt gevraagd aan gepeste als vertegenwoordiger van hem/haar - groepje leerlingen verantwoording geven zonder te mopperen ( No Blame aanpak) - begeleider/coördinator op afstand - ik –vorm formuleren - doorvragen naar zeer concrete oplossingen - geen straf, samen zoeken naar oplossingen - Prop methode: We gebruiken deze methode in curatieve zin.
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
6
Protocol tegen het pesten
BIJLAGE 1:
Basisschool Edith Stein
Actiepunten bij signalen van pestgedrag
De actiepunten behoeven niet in chronologische volgorde genomen te worden.
Actiepunt 1: De eigen leerkracht voert een gesprek met de gepeste leerling. De eigen leerkracht voert een gesprek met de pester en de gepeste samen. Eventueel in overleg met / samen met IB-er. Verslag van het gesprek samen met de gemaakte afspraken komen op het Formulier: leerling gesprek. IB-er bewaakt de voortgang en de evaluatie van de gemaakte afspraken.
Actiepunt 2: De eigen leerkracht voert nadere observaties uit en/of onderzoeken om het pestgedrag in beeld te krijgen. (SCOL / SVL)
Actiepunt 3: De eigen leerkracht voert gesprekken met ouders van het gepeste kind (en kind samen) om te komen tot afstemming in de begeleiding van de leerling. Afspraken vastleggen Formulier: oudergesprek.
Actiepunt 4: De eigen leerkracht voert activiteiten uit met de groep indien de indruk bestaat dat gedrag mede wordt bepaald door de sfeer in de groep. (gesprekken, lessen, projecten etc.)
Actiepunt 5: De eigen leerkracht voert gesprekken met de pesters afzonderlijk en probeert te komen tot gedragsafspraken. De IB-er kan hierbij ondersteuning bieden. Ouders van pesters worden altijd op de hoogte gebracht. Er kunnen ook gesprekken plaatsvinden met ouders en pesters samen. Formulier: leerlinggesprek of formulier oudergesprek
Actiepunt 6: Zo nodig volgt een persoonlijk gesprek tussen directie, ouders en betrokken leerkracht. Hierbij komen aan de orde: Pestgedrag of oproepen hiervan Consequenties (korte/lange termijn) Verplichtingen t.a.v. afspraken Formulier: Oudergesprek Van alle gebruikte formulieren bij actiepunten 1, 3, 5 en 6 gaat een kopie naar de IB-er, de ouders en naar de directeur. Het formulier wordt door alle betrokkenen ondertekend.
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
7
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
BIJLAGE 2 A. Niet confronterende methode (= preventief /meningvormend) Als de leerkracht het vermoeden heeft dat er sprake is van onderhuids pesten. Het heeft geen zin dit vermoeden aan de groep te vertellen. De leerlingen zullen het ontkennen of de leerkracht zand in de ogen strooien. In zo’n geval stelt de leerkracht een algemeen probleem aan de orde, om langs deze weg bij een probleem in de klas te komen. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld: - Oorlog en vrede en het gevoel van overwinnaars en overwonnenen - Schending van mensenrechten of de rechten van het kind - Machtsmisbruik in het algemeen - Kindermishandeling door volwassenen - Buitensluiten van bepaalde groepen
B. Confronterende methode: Past de leerkracht toe wanneer een leerling voor zijn ogen lichamelijk of geestelijk wordt mishandeld. Als er op zo’n moment niet duidelijk stelling wordt genomen, zegt de leerkracht in feite: “Ga maar door” Bij deze methode voert de leerkracht, na duidelijk stelling te hebben genomen, overleg met de groep over pesten in het algemeen. Vervolgens spreekt hij met de leerlingen regels af en behandelt hij het onderwerp tijdens een les in de groep.
B1: Hulp aan de pester: Pesters zijn (vlgs. Onderzoek) sterker dan hun klasgenootjes en zien hen als waardeloos. Ze zijn agressief en neigen tot agressieve reacties in verschillende situaties. Ze hebben een zwakke controle over hun agressie en een positieve houding t.o.v. geweld. Ze kunnen hun slachtoffers tiranniseren, geld afpersen etc. Echte pesters lopen vier keer zoveel risico om later in crimineel gedrag terecht te komen dan andere kinderen. Hulp kan bestaan uit: een bestraffend gesprek, een probleemoplossend gesprek(ken), rollenspelen, gesprek met ouders, training in sociale vaardigheden en eventueel schorsing of verwijdering door de algemeen directeur van SKIPOV.
B2: Gesprek met de ouders: Signalen van pestgedrag worden steeds vastgelegd in het leerling dossier. Het is zo voor de school mogelijk om structureel pesten zichtbaar en aannemelijk te maken. Er is op dit moment geen reden om het gedrag van het kind af te zwakken. Indien pesten wordt gesignaleerd worden ouders direct geïnformeerd over het pestgedrag van hun kind. De ouders worden uitgenodigd door de leerkracht voor een persoonlijk gesprek.
B3: Probleemoplossend gesprek: De leerkracht voert een probleemoplossend gesprek om de oorzaak van het probleem bloot te leggen. De leerkracht probeert de oorzaak boven water te krijgen door het stellen van de juiste, open en niet suggestieve vragen. Dit is nodig om tot de juiste hulp te komen. Is de oorzaak enigszins duidelijk, dan probeert de leerkracht vervolgens de gevoeligheid van de pester voor wat hij met het gepeste kind uithaalt te vergroten. (brieven van ouders van gepeste kinderen zelf laten lezen, video K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
8
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
materiaal, brieven van gepeste leerlingen laten lezen, rollenspel etc) Voorts kan de leerkracht afspraken maken over gedragsverandering. Deze afspraken kunnen in een contract worden opgenomen. Aan het eind van elke week komt de naleving, evaluatie van dit contract aan de orde.
B4: Bestraffend gesprek: Is kort. De leerkracht vertelt de leerling dat hij geen veiligheid heeft geboden en daarom de leerling moet straffen. De straf kan bestaan uit: - Het lezen van een boek (Tirannen, Kappen, Spijt, Bas slaat terug) en daarna met de leerkracht praten over de inhoud van dat boek. - Opschrijven wat er is gebeurd - Opschrijven hoe het gepeste kind zich zou kunnen voelen - Opstel laten lezen en ondertekenen door de ouders - Pester kan zelf een passende straf bedenken - Leerkracht kan een klusje als straf opleggen - Opzettelijke vernielingen worden door de pester "vergoed". samen met ouders wordt dan de afspraak gemaakt wat en hoe de pester moet doen ter "betaling"
Hulp aan het gepeste kind: Indien de school het signaal krijgt dat een kind slachtoffer is van een of meerdere pesterijen; zal direct contact opgenomen worden met de ouders/verzorgers. Hierbij zal centraal staan het uitwisselen van ervaringen en signalen. Er wordt geïnformeerd naar de thuissituatie. De ouders/verzorgers worden geïnformeerd over de zichtbare signalen op school. Kinderen die voortdurend worden gepest kunnen een tweetal gedrag vertonen: - passief worden - gaan uitdagen Beide vormen van gedrag zijn aangeleerd, in de zin van reacties op uitstoting. Wat aangeleerd is kan ook weer worden afgeleerd. De sociale vaardigheidstraining kan hierbij een uitkomst bieden. -
In samenwerking en overleg met de IB-er en ouders, afgestemd op het individuele kind zal er eveneens aandacht worden besteed aan: • Zelfvertrouwen • Weerbaarheid
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
9
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
Bijlage 3
Positief omgaan met pesten Pesten is normaal We zeggen niet dat we pestgedrag maar moeten accepteren. Integendeel! Het kan veel schade met zich meebrengen, in de eerste plaats voor de slachtoffers, maar ook voor de pesters zelf. Toch is het belangrijk in te zien dat pesten voortkomt uit gewone psychologische en groepsdynamische processen. Het is niet iets uitzonderlijks. Het is ook niet iets om aan de pesters alleen te verwijten – zij volgen als het ware hun ‘instinct’. Zo zijn er ook bij de omstanders normale psychologische reacties (wetmatigheden) te verwachten2: • Het zwijgen in de groep. Het is makkelijker te zwijgen en te wachten wat er gebeurt dan iets te doen. De pester aanspreken, het onderwerp ter sprake brengen, contact maken met het slachtoffer, of de leerkracht informeren brengt allemaal risico. • Het omstandersdilemma: de onzekerheid en twijfel bij leerkrachten en ouders, als zij wel weten dat er wordt gepest, maar niet weten of zij er iets mee moeten doen en zo ja, wat dan. • Het ‘zondebokmechanisme’: een ‘natuurlijke’ neiging van alle (!) groepen, om de schuld (deels) bij het slachtoffer te leggen. Pesten wel of niet aan de orde stellen? Sommige leerkrachten zijn terughoudend. Dat is onterecht: een op de vier leerlingen gaf aan regelmatig gepest te zijn, en opgelucht te zijn als het onderwerp ter sprake kwam. Maar alles hangt af van de manier waarop! Niet doen: • niet praten over wat pesters doen!!! • niet het pesten in de eigen groep aan de orde stellen! Dit leidt tot ontkennen, bagatelliseren. Wel doen: • Wel preventief – in het algemeen over pesten praten. Stel duidelijk dat het niet gaat om wat in de klas gebeurt, maar dat de school (team, directie) dit een belangrijk onderwerp vindt. We willen dat iedereen een fijne schooltijd heeft, en alle kinderen zich veilig kunnen voelen. Daarom ook zijn er maatregelen als er leerlingen zijn die de veiligheid voor anderen wegnemen. De waarheid op tafel? Een valkuil is dat we willen weten wat er precies is gebeurd. Vaak krijgen we dat niet goed boven tafel. Het wordt een welles-nietes situatie. De beleving kleurt de gebeurtenissen. Natuurlijk probeert u signalen op te vangen, en extra goed te observeren. Maar hoe slimmer de pesters zijn, hoe meer het pestgedrag zich aan uw zicht onttrekt.
2
Bob van der Meer
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
10
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
Bijlage 4: Actiepunten 28 nov. ‘05 In de groep
Op de speelplaats
Buiten schooltijd
Preventief: - kalender - KLETS - Groepsvergaderingen - Groepsafspraken met de l.l. samenstellen - Leerkracht-kind gesprekken - Stimuleren positief gedrag (opkomen voor jezelf/de ander, niet meelopen…) - groeperingsvormen Met pester en gepeste in gesprek gaan Kringgesprekken n.a.v. incident Directe ind. aanpak Time out geven Ind, afspraken met l.l.: - eerst nadenken - tot 10 tellen Contacten met ouders Verslaglegging Logboek/dossiervorming Dagboek ind.l.l.: positieve en negatieve ervaringen noteren/bespreken Observatie
Surveilleren Afspraken speelplaats algemeen Informatie l.l. in surveillancemap Desbetreffende leerkracht informeren Melding in teamvergadering Bij regelmatig grensoverschrijdend gedrag naar directie, aantekening, schriftelijke informatie naar ouders. Uitbreiden speelmogelijkheden Op agenda: - propper in speeltijd - sancties Observatie
Ouders informeren Inschakelen Iber Actief luisteren naar de l.l. Adviezen aan ouders: - begeleiden van de l.l. naar school/huis - contact opnemen met andere partij (ouder van pester, leider/voorzitter vereniging) - benoemen stappen /activiteiten van school Protocol naar verenigingen
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
11
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
Bijlage 5: Signaleringstips voor kinderen
TIPS VOOR DE KINDEREN DE MEESTER OF DE JUF Kinderen die gepest worden, kunnen het beste naar de meester of juf gaan. Ook kinderen die het zien gebeuren maar niet weten wat ze ertegen moeten doen, kunnen het beste hun juf of meester waarschuwen. Het kan zijn dat die verbaasd staat te kijken en vraagt “Hoezo pesten? Dat het ik nog nooit gemerkt.” Dat kan kloppen, want pesten gaat meestal heel stiekem, zodat een volwassene het niet ziet. En juist daarom moet je het vertellen. En één ding moet je weten: dat is geen klikken!
DE ANDERE KINDEREN De meeste kinderen in een groep hebben niet met pesten te maken. Dat heeft een voordeel. Want voor kinderen die het alleen zien gebeuren, is hulp vragen het gemakkelijkst. Als je zelf gepest wordt, ben je bang en durf je meestal ook niet om hulp te vragen. Als je een pestkop bent, valt dat ook niet mee. Praat er eerst over met een paar andere kinderen die je vertrouwt. Spreek met elkaar af dat je er de volgende keer iets over zegt als er gepest wordt. Met een groepje durf je dat vaak beter. Praat er ook thuis over met je vader en moeder. Vertel wat er precies voor vervelends gebeurt. Misschien kunnen zij de meester of juf om hulp vragen.
DE PESTKOP De groep verwacht dat de pestkop pest. Het lijkt alsof het zo hoort. Daarom vindt een pestkop het zo moeilijk om ermee te stoppen. Maar het kan natuurlijk wel. Praat met iemand die je vertrouwt. Of met de Kindertelefoon: 0800-0432. Daar zit iemand met wie je erover kunt praten: elke dag van twee tot acht uur. Je krijgt dan iemand aan de lijn die goed kan luisteren en die je helpt een oplossing te zoeken.
HET GEPESTE KIND Praat erover met een volwassene die je goed kent. Vertel dat je gepest wordt. Als je zo iemand niet kent, kun je het ook opschrijven. Natuurlijk kun je ook de Kindertelefoon bellen.
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
12
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
Bijlage 6: Signaleringstips voor leerkrachten
TIPS VOOR LEERKRACHTEN 1. Probeeer het probleem actief te signaleren SIGNALERINGSTIPS VOOR ZONDEBOKKEN -
het kind wordt gemeen geplaagd liet kind wordt uitgelachen het kind wordt lastig gevallen, geduwd, geslagen het kind staat vaak alleen in de rij het kind is betrokken bij ruzies waar het zich niet kan verdedigen eigendommen van het kind worden beschadigd, er wordt mee gegooid. het kind heeft blauwe plekken, kapotte kleding het kind heeft geen enkele vriend of vriendin in de klas het kind wordt steeds als laatste gekozen voor een activiteit in de pauze blijft het kind in de buurt van de leerkracht het kind is meer dan normaal behulpzaam om in het speelkwartier in de klas karweitjes te doen voor de leerkracht het kind vindt het moeilijk om hardop te praten in de klas het kind maakt een ongelukkige indruk de schooiresultaten gaan achteruit het kind gaat niet graag naar school het kind mijdt contacten met klasgenoten het kind durft niet naar huis, treuzelt, probeert aan de praat te blijven met de leerkracht
SIGNALERINGSTIPS VOOR PESTER
-
het het het het het
SIGNALERINGSTIPS VOOR DE GROEP
-
er gebeuren dingen in de groep waar niet goed de vinger op de leggen is de sfeer is niet prettig, druk, geheimzinnig de groep vraagt veel van de leerkracht er is veel onderlinge concurrentie er is veel onderlinge agressie het voor elkaar opnemen en elkaar helpen gebeurt weinig
kind kind kind kind kind
wil steeds op de voorgrond treden heeft snel ruzie kan moeilijk samenwerken lokt andere kinderen uit kan moeilijk rekening houden niet anderen
Dit signaleren moet gevolgd worden door deze gegevens binnen het team te bespreken.
2. Maatregelen op schoolniveau -
In hoeverre is liet schoolreglement duidelijk voor team en leerlingen? Biedt dit voldoende houvast om in concrete situaties passende straffen uit te delen? Hoe streng straffen we de pesters? In hoeverre kan het toezicht op het plein worden verbeterd, zodat kinderen minder kans krijgen om te gaan pesten. Welke mogelijkheden zijn er om deze surveillance te verscherpen?
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
13
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
3. Informatie aanhouden -
Geef geregeld informatie over pesten in de schoolkrant. Vertel hoe je als school werkt aan het pestprobleem Laat kinderen er zelf over vertellen in de schoolkrant Geef boekentips in de schoolkrant
4. In de klas zelf -
Voer een project rond pesten uit. Probeer in het schoolplan activiteiten aan te brengen die preventief kunnen werken t.a.v. het pestprobleem. Te denken valt aan thema's als vooroordelen, vriendschap. Daarnaast kan het pesten terugkomen in vieringen of kringgesprekken
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
14
Protocol tegen het pesten
Basisschool Edith Stein
Bijlage 7: signaleringstips voor ouders
TIPS VOOR OUDERS/VERZORGERS 1. Signaleringstips voor zondebokken -
je kind komt thuis met gescheurde kleren je kind komt thuis met beschadigde boeken het kind heeft verwondingen het kind brengt nooit geen klasgenoten mee naar huis om te spelen. Het gaat niet naar klasgenoten toe het kind heeft geen enkele goede vriend of vriendin in de vrije tijd het kind wordt nooit gevraagd voor verjaardagen het kind is bang om naar school te gaan het kind heeft een slechte eetlust en ’s morgens vaak hoofdpijn/buikpijn het kind wordt nooit gevraagd voor verjaardagen het kind slaapt onrustig, met nachtmerries, huilen in de slaap het kind verliest belangstelling voor de school het vertoont grote stemmingswisselingen: opvliegers, driftbuien het vraagt thuis geld of steelt geld om pestkoppen mee tevreden te stellen
2. Opstelling naar je kind dat zondebok is -
geloof je kind als het vertelt over het gepest worden neem het probleem serieus neem bij twijfel contact op met de groepsleerkracht leer je kind voor zichzelf op te komen. Beloon stappen in deze richting doe je kind op een sport waarin het goed is. zo herwint het zelfvertrouwen scheep je kind niet af met dooddoeners als: sla er maar op als ze je pesten. Voor een zondebok is dit geen oplossing probeer het probleem met je kind op te lossen
3. Opstelling naar je kind dat pester is -
straf je kind niet fysiek probeer je kind gevoelig te maken voor wat het anderen aandoet met het pesten corrigeer agressieve buien in de gezinssituatie probeer er achter te komen waarom je kind pest (voelt het zich veilig op school? Pest het uit stoerheid? Krijgt het te weinig aandacht? Ziet de pester elders voorbeelden voor zijn pestgedrag? Staat het kind onder grote druk?)
4. Actiepunten voor alle ouders -
maak het pestprobleem tot een gemeenschappelijk probleem vraag om aandacht voor leerlingenbegeleiding vraag om een studiedag voor onderwijzend personeel vraag om toezicht tijdens de pauzes vraag tijdens de tienminutengesprekken naar de sociale relaties in de klas
K:\Docentenpleinen\Edith Stein docentenplein\AFSPRAKEN\protocollen\Pestprotocol\PESTPROTOCOL.doc:
15