Voorwoord Samen leren, samen werken en samen leven in één school is een belangrijk uitgangspunt voor het Linde College. Door respectvol met elkaar om te gaan en duidelijke regels te hanteren zijn wij in staat om in ons lesgebouw een goed leer- en leefklimaat voor alle leerlingen en medewerkers te realiseren. Wij vinden het dan ook belangrijk om iedereen goed te informeren over de spelregels bij ons op school. Het leerlingenstatuut is één van de middelen die wij daarvoor gebruiken. Voor leerlingen (en hun ouders/verzorgers) is het prettig dat zij weten wat ze van de school, de leraren en hun medeleerlingen kunnen verwachten. Voor de medewerkers van de school is het belangrijk dat zij weten waar ze de leerlingen aan kunnen houden en waar ze door de leerlingen op aangesproken kunnen worden. In het leerlingenstatuut zijn afspraken die daarmee verband houden formeel vastgelegd. Zo staan er in het leerlingenstatuut afspraken die verband houden met de dagelijks gang van zaken, de vijf belangrijkste leefregels, de wijze waarop inspraak en medezeggenschap is geregeld en hoe de school met klachten omgaat. Een goed overzicht van alle onderwerpen van dit leerlingenstatuut tref je in de inhoudsopgave aan. Het leerlingenstatuut is in het schooljaar 2007/2008 opnieuw besproken met de leerlingengeleding en de Medezeggenschapsraad. Dit heeft geleid tot enkele aanpassingen. Nadat de MR heeft ingestemd met de herziene versie van het leerlingenstatuut is het vervolgens weer vastgesteld voor een periode van drie jaar. Bij de start van het schooljaar wordt het leerlingenstatuut aan alle leerlingen en medewerkers uitgereikt. Tevens ligt het ter inzage bij de balie, in de personeelsruimte en op de administratie. Natuurlijk is het statuut ook te raadplegen op de website van de school (www.lindecollege.nl).
Namens het bestuur, B.G.J.Lubberdink, rector
Uitgave augustus 2008 Linde College Postbus 170 8470 AD Wolvega Tel. 0561-691700 email:
[email protected]
SWP/leerlstatA4 2008
Leerlingenstatuut Linde College
1
augustus 2008
Inhoudsopgave VOORWOORD ............................................................................................................ 1 INHOUDSOPGAVE....................................................................................................... 2 1. ALGEMEEN ............................................................................................................. 3 2. TOELATING ............................................................................................................ 6 3. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS ........................................................................... 7 4. DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN ............................................................................... 8 4.1. AANWEZIGHEID................................................................................................... 8 4.2. GEDRAG .............................................................................................................. 9 4.3. VEILIGHEID ....................................................................................................... 10 4.4. SCHADE ............................................................................................................ 11 5. HUISWERK ........................................................................................................... 12 6. TOETSING, BEOORDELING EN RAPPORTAGE ......................................................... 13 7. BEVORDERING EN KEUZE VAN ONDERWIJS ........................................................... 15 8. SCHOOLONDERZOEK EN CENTRAAL EXAMEN ......................................................... 16 9. DISCIPLINAIRE MAATREGELEN.............................................................................. 17 10. PRIVACY............................................................................................................. 19 11. INSPRAAK EN MEDEZEGGENSCHAP...................................................................... 20 12. VRIJHEID VAN MENINGSUITING EN VERGADERING............................................. 21 13. KLACHTEN EN GESCHILLEN ................................................................................. 22 14. BEROEPSRECHT (SCHEMA).................................................................................. 24
Leerlingenstatuut Linde College
2
augustus 2008
1. ALGEMEEN 1.1 Leerlingenstatuut 1.1.1. Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van de leerlingen op het Linde College 1.1.2.
Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld door het bestuur. Het bestuur gaat niet tot vaststelling over voordat de medezeggenschapsraad, de leerlingenraad en de schoolleiding zich over het statuut hebben kunnen uitspreken en de leerlingengeleding van de MR heeft ingestemd met de inhoud van het statuut.
1.1.3.
Het leerlingenstatuut is van toepassing op alle bij de school ingeschreven leerlingen en geldt voor het bestuur en alle aan de school verbonden organen, personeelsleden, stagiaires, gastdocenten, leerlingen van andere scholen die deelnemen aan onderwijsactiviteiten van de school, en vrijwilligers.
1.1.4.
Het leerlingenstatuut is van toepassing in zowel het lesgebouw, de sporthal, de door de school gehuurde ruimten ten behoeve van onderwijsactiviteiten, als op het schoolterrein. De bepalingen van het leerlingenstatuut gelden tijdens de reguliere schooltijden en tijdens alle door de school georganiseerde binnen- en buitenschoolse activiteiten.
1.1.5.
Het leerlingenstatuut treedt in werking zodra het bestuur het heeft vastgesteld en heeft een geldigheidsduur van 3 jaar, tot 1 augustus 2011.
1.1.6.
Het bestuur kan het leerlingenstatuut wijzigen, nadat het al dan niet een voorstel daartoe heeft ontvangen. Een voorstel tot wijziging kan aan het bestuur worden aangeboden door : - de medezeggenschapsraad - de leerlingenraad - de schoolleiding - 10 leerlingen - 10 personeelsleden - 10 ouders
1.1.7.
Het bestuur gaat niet over tot wijziging van het leerlingenstatuut voordat de medezeggenschapsraad, de leerlingenraad en de schoolleiding zich over de wijziging hebben kunnen uitspreken.
1.1.8.
Indien voor 1 mei van het jaar waarin de geldigheidsduur van dit leerlingenstatuut eindigt het bestuur geen voorstel tot wijziging heeft ontvangen, zal het leerlingenstatuut wederom ongewijzigd van kracht zijn.
1.1.9.
Het leerlingenstatuut wordt door de schoolleiding gepubliceerd en in het eerste jaar uitgereikt aan alle leerlingen. In de jaren daarna uitsluitend aan leerlingen die voor het eerst als leerling van de school worden ingeschreven.
1.1.10. Het leerlingenstatuut wordt uiteraard ook aan alle medewerkers van de school verstrekt en ligt voorts ter inzage op school, bij de receptie, in de personeelsruimte en bij de administratie. Het statuur is ook te raadplegen op de website van de school. 1.1.11. In dit leerlingenstatuut wordt ten behoeve van de leesbaarheid alleen in de mannelijke vorm geschreven. Daar waar van toepassing geldt ook de vrouwelijke vorm.
Leerlingenstatuut Linde College
3
augustus 2008
1.1.12. De leerlingen en het personeel moeten er samen voor zorgen dat er op school sprake is van een goed en veilig leer- en leefklimaat.
1.2. Begrippen Het leerlingenstatuut verstaat onder: •
Bestuur: Het bevoegd gezag van het Linde College. Dat is het bestuur van de "Stichting Samenwerking Voorgezet Onderwijs in de regio Steenwijk, Weststellingwerf en Westerveld". In die gevallen waarbij de bevoegdheden van het bestuur zijn gemandateerd aan de rector van de school treedt de rector op als bestuur.
•
Schoolsoort: het Linde College biedt de volgende schoolsoorten aan: - het VMBO (met leerwegondersteuning) - het HAVO - het VWO
•
Unit: Een van de drie onderwijskundige eenheden (deelscholen) Tot unit 1 behoren de leerjaren 1 en 2. Tot unit 2 de leerjaren 3 en 4 van het VMBO. Tot unit 3 de leerjaren 3, 4 en 5 van het HAVO en de leerjaren 3, 4, 5 en 6 van het VWO.
•
Schoolleiding: De rector en de unitleiders/conrectoren
•
Unitleiding: De personen die de leiding hebben van een unit. Dat zijn de unitleider en één of meer teamleiders.
•
Mentor: De docent die een groep leerlingen begeleidt en de contactpersoon is tussen ouders en school.
•
Decaan: De persoon die de leerlingen begeleidt in hun keuze van een profiel, een vakkenpakket en een vervolgopleiding.
•
Docenten: De personeelsleden van de school die een lesgevende taak hebben.
•
Vertrouwenspersoon: De vertrouwenspersoon is een personeelslid van de school die door het bestuur wordt benoemd. Hij/zij is het aanspreekpunt voor klachten die te maken hebben met seksuele intimidatie, agressie of geweld.
•
Onderwijs ondersteunend personeel: De personeelsleden van de school die een onderwijs ondersteunende taak hebben. Bijvoorbeeld de toezichthouders, de conciërges, de administratieve medewerkers, de onderwijsassistenten, de systeembeheerders en de technisch onderwijsassistenten.
•
Personeel: alle mensen die op school werken.
•
Ouders: Degenen die de wettelijke voogdij hebben over de leerling. (indien van toepassing: ouder/verzorger/voogd)
•
Leerlingen: Alle personen die aan de school als leerling zijn ingeschreven.
Leerlingenstatuut Linde College
4
augustus 2008
•
Klassenvertegenwoordiger: Een leerling die door andere leerlingen van de klas wordt gekozen om in hun naam te handelen.
•
Inspecteur: De persoon die door de minister van onderwijs is belast met het toezicht op de school. Inspectie Voortgezet Onderwijs te Groningen, tel. 050- 3686000.
•
Plaatsvervanger: De persoon die een in dit statuut genoemde functionaris vervangt bij afwezigheid
•
School: het Linde College te Wolvega.
•
Schooljaar: De periode van de eerste lesdag na de zomervakantie tot en met de laatste lesdag voor de volgende zomervakantie.
•
Schoolreglement: De regeling waarin de regels staan, waar de leerlingen zich aan moeten houden.
•
MR: de medezeggenschapsraad
•
Geleding: Er zijn 3 geledingen (groepen) op school: de oudergeleding, de leerlingen- en de personeelsgeleding.
•
Minderjarig: Hij die jonger is dan 18 jaar.
1.3.
Rechten en plichten in algemene zin
1.3.1
De leerlingen en de ouders van minderjarige leerlingen, verklaren in te stemmen met de rechten en plichten zoals in dit statuut omschreven door ondertekening van het aanmeldingsformulier.
1.3.2
De leerlingen en medewerkers respecteren in hun gedrag en uitlatingen de grondslag en doelstellingen van de school, zoals die in de stichtingsakte zijn omschreven. Artikel 3 van deze stichtingsakte luidt als volgt: Uitgaande van de grondslagen en verworvenheden van de onder het beheer van de stichting staande scholen wordt de persoonsvorming van iedere leerling ontwikkeld en bevorderd. Iedere leerling wordt met respect voor de overtuiging van de anderen, mede door het onderwijs tot ontwikkeling van zijn eigen levensbeschouwing gestimuleerd. Daar waar mogelijk, ontmoeten alle betrokkenen en met name de leerlingen elkaar, om hun zienswijze ten aanzien van levensbeschouwing en de waarden die hieruit voortkomen met elkaar te bespreken. Geen leerling wordt de toelating tot de onder beheer van de stichting staande scholen geweigerd op grond van zijn of haar levensbeschouwing of die van de ouders, voogden of verzorgers. De grondslag komt onder meer in het schoolplan van de school tot uitdrukking. Hierin is de identiteit van het Linde College geborgd.
1.3.3
De leerlingen en medewerkers hebben ten opzichte van elkaar de plicht te zorgen voor een werkbare situatie, waarin goed onderwijs kan worden gevolgd en gegeven in een passende sfeer.
1.3.4
De leerlingen zijn verplicht zich te houden aan de regels die gelden in de school. Zij hebben het recht elkaar, de medewerkers en de organen te houden aan de regels die ten aanzien van hen gelden in de school.
Leerlingenstatuut Linde College
5
augustus 2008
1.3.5
De leerlingen en medewerkers zijn respect (= eerbied) verschuldigd aan elkaar en aan alle personen in de school. Ook gaan zij zorgvuldig om met de gebouwen, de inventaris, de leermiddelen en alle andere goederen in en om de school. Zij worden geacht de naam van de school, noch die van de leerlingen of medewerkers, in opspraak te brengen.
2. TOELATING Het Linde College is algemeen toegankelijk, maar in bepaalde zeer specifieke gevallen kan een leerling niet worden toegelaten tot de school. 2.1
Het bestuur stelt de criteria vast op grond waarvan een (aspirant) leerling kan worden toegelaten tot de school, tot een bepaalde afdeling of tot een bepaald leerjaar. De uitwerking hiervan is opgenomen in het schoolplan. Toelating tot het eerste leerjaar en tot het hoogste leerjaar kan niet voorwaardelijk geschieden.
2.2
Indien het bestuur toelating weigert deelt het dit schriftelijk, met opgave van redenen, aan de leerling mee. Indien hij minderjarig is ook aan zijn ouders. Voorts geeft het bestuur daarbij aan dat er om herziening van het besluit kan worden gevraagd en binnen welke termijn en bij wie /welk orgaan dit mogelijk is.
2.3
De (aspirant)leerling en indien hij minderjarig is, ook zijn ouders, kunnen het bestuur vragen om herziening van het besluit. Het verzoek tot herziening dient schriftelijk te worden gedaan binnen 30 dagen na dagtekening van het bericht van de weigering tot toelating. Het bestuur stelt de leerling, c.q. de ouders, in de gelegenheid een mondelinge toelichting te geven. Het bestuur vraagt mondeling of schriftelijk advies aan de inspecteur en indien zij dat nodig vindt, ook aan andere deskundigen.
2.4
Het bestuur geeft de leerling c.q. de ouders, de gelegenheid kennis te nemen van alle adviezen die op het verzoek tot herziening betrekking hebben. Het bestuur beslist uiterlijk 30 dagen na ontvangst van het verzoek en deelt de beslissing, met redenen omkleed, schriftelijk mee.
2.5
Het bestuur zorgt ervoor, dat er een toelatingscommissie op school is. Deze commissie beslist namens het bevoegd gezag over de toelating.
Leerlingenstatuut Linde College
6
augustus 2008
3. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS 3.1
De leerlingen hebben recht op het volgen van goed onderwijs en een passende begeleiding, door onder andere de docent, de mentor en de decaan. Het gaat dan o.a. om de volgende zaken: • Een redelijke verdeling van de lesstof over de lesuren; • Een goede aanbieding en uitleg van de lesstof; • Geschikte schoolboeken en andere leermiddelen; • Het aansluiten van het huiswerk op de lesstof die behandeld is; • Regelmatig, goed en tijdig overleg met de leerling en zijn ouders over de vorderingen, de keuzemogelijkheden en vervolgopleidingen.
3.2
Indien een leerling meent dat het onderwijs of de begeleiding onvoldoende kwaliteit heeft, kan hij dit schriftelijk kenbaar maken aan de mentor en/of de unitleiding. De leerling krijgt daarop binnen 5 werkdagen een reactie.
3.3
Leerlingen hebben in gelijke situaties recht op gelijke behandeling.
3.3
De leerling heeft het recht om het schoolplan in te zien. Dit ligt ter inzage bij de balie en administratie. (NB. Het schoolplan wordt voor een periode van 5 jaar vastgesteld, jaarlijks geëvalueerd en indien nodig tussentijds bijgesteld) .
Leerlingenstatuut Linde College
7
augustus 2008
4. DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN 4.1
Aanwezigheid
4.1.1
De leerlingen zijn verplicht de lessen te volgen volgens het voor hen geldende rooster, tenzij er voor een bepaalde les een andere regeling is getroffen. Zij dienen voor het volgen van de lessen op tijd in de daartoe bestemde lesruimte aanwezig te zijn.
4.1.2
De leerling die te laat aanwezig is, dient zich bij de balie te melden. Daar noteert men de reden en geeft men een "te-laat-briefje" waarmee de leerling toegang heeft tot de les. Zonder "te-laat-briefje" mag de leerling de les niet in. Indien een leerling voor het te laat komen een geldige reden heeft, moet dit blijken uit een schriftelijke mededeling van de ouders (geldt alleen bij leerlingen jonger dan 18 jaar). Indien een leerling te laat is zonder geldige reden, kan de unitleiding een passende maatregel nemen.
4.1.3
Indien de docent 5 minuten na aanvang van de les (bel signaal) niet aanwezig is, vragen maximaal 2 leerlingen bij de balie of de les doorgaat. De rest van de leerlingen wacht voor de lesruimte totdat hen is meegedeeld wat verder met de les gebeurt.
4.1.4
Een leerling heeft alleen verlof om de lessen te verzuimen indien de unitleiding dit vooraf heeft toegestaan. Een verzoek daartoe dient schriftelijk met opgave van redenen tijdig te worden gedaan door de ouders of, indien de leerling meerderjarig is, door de leerling.
4.1.5
In principe is vakantieverlof buiten de schoolvakanties niet mogelijk. Alleen in bijzondere omstandigheden kan daarvan worden afgeweken. Een verzoek daartoe dient tijdig, d.i. tenminste drie weken voorafgaande aan het verlof, door de ouders, c.q. de leerling, schriftelijk bij de rector te worden ingediend.
4.1.6
Indien een leerling ziek is, dient dit voor 9.00 uur telefonisch te worden gemeld aan de receptie. Telefoonnummer: 0561-691700.
4.1.7
Leerlingen die onder schooltijd ziek worden en naar huis willen, moeten zich persoonlijk melden bij de balie. Het is niet toegestaan zonder melding te vertrekken of de melding te laten overbrengen door een andere leerling. Er wordt eerst contact met één van de ouders/verzorgers opgenomen voordat het een leerling wordt toegestaan om naar huis te gaan. Indien een leerling, anders dan wegens verlof of ziekte, niet op school aanwezig is, kan de unitleiding een passende maatregel nemen. Als regel moeten gespijbelde uren dubbel worden ingehaald. In alle voorkomende gevallen worden ouders over het verzuim geïnformeerd.
4.1.8
4.1.9
Indien een leerling herhaaldelijk zonder melding afwezig is, worden de ouders daarover geïnformeerd. Indien de leerling leerplichtig is wordt bij onwettige afwezigheid de leerplichtambtenaar van de woongemeente op de hoogte gesteld. Een en ander nadat dit aan de leerling, c.q. ouders en leerling, is medegedeeld.
4.1.10
Een leerling die afwezig is geweest dient, in overleg met de betrokken docent, een eventuele achterstand zo spoedig mogelijk in te halen.
4.1.11
Als een leerling (een tijd) niet mee kan doen met de lessen lichamelijke opvoeding ,
Leerlingenstatuut Linde College
8
augustus 2008
dan neemt hij een briefje van zijn ouders mee en levert dat in bij de docent l.o. Deze maakt vervolgens nadere afspraken met de leerling.
4.2
Gedrag
We hoeven er eigenlijk niet zo moeilijk over te doen.: altijd en overal wordt het samen leven prettiger en veiliger als men zich aan de gedragscode houdt. Opmerkelijk is dat bijna iedereen uit zichzelf wel weet op welke wijze men zich moet gedragen om het leefklimaat op school voor iedereen veilig en vertrouwd te laten zijn. Op het Linde College gelden nogal wat regels. Deze zijn vastgelegd in het schoolreglement (te raadplegen bij unitleiding, administratie, balie en op de website). Voor het gemak hebben wij een gedragscode met vijf basisregels opgesteld, zodat iedereen de belangrijkste regels gemakkelijk kan onthouden en naleven. Deze vijf regels zijn de volgende: 1. DENK AAN DE OMGEVING (geen rommel maken in en om het gebouw, niets beschadigen of stukmaken, voorzichtig met spullen van de school en een ander omgaan etc.) 2. WEES AARDIG VOOR ELKAAR (niet pesten, geen ruzie maken, geen spullen van elkaar afpakken) 3. ZORG VOOR EEN GOEDE WERKSFEER (niet schreeuwen, rustig zijn in het gebouw en in de les niet storen) 4. HOUD JE AAN DE AFSPRAKEN (op tijd in de les zijn, spullen niet vergeten, je aan de regels houden) 5. STOER DOEN HOEFT NIET (geen grof taalgebruik, geen discriminatie, anderen niet intimideren) Deze vijf basisregels zul je regelmatig in de school tegenkomen. Daarnaast zijn er nog heel veel andere regels die hiervan zijn afgeleid. Deze regels zijn niet allemaal opgenomen in het leerlingenstatuut maar wij gaan er vanuit dat het naleven van de vijf basisregels dat eigenlijk overbodig maakt. 4.2.1.
De leerlingen dienen zich onder schooltijd in en buiten de school te gedragen volgens de vastgestelde gedragscode van de school, zoals vermeld in schoolreglement en pestprotocol. Deze documenten zijn bij de balie en administratie (en op de website) ter inzage.
4.2.2.
Een leerling die zich tijdens de les zo onbehoorlijk gedraagt, dat het naar het oordeel van de docent niet langer mogelijk is de les in het lokaal te vervolgen, moet op verzoek van de docent het lokaal verlaten. De leerling krijgt van de docent een werkkaart mee. De leerling moet vervolgens naar het railwerklokaal gaan en daar een uitstuur-formulier invullen. Vervolgens werkt de leerling aan de opdracht op de werkkaart. Aan het einde van de les gaat de leerling naar het lokaal van de docent om het uitstuurformulier te bespreken met de docent.
4.2.3.
Leerlingen mogen in het schoolgebouw en in de sporthal niet roken. Op het schoolterrein is roken alleen toegestaan op de enige daarvoor aangewezen plaats, de “rokershoek”.
4.2.4.
In school is het gebruik van kauwgom niet toegestaan. Het gebruik van een mp3speler of een andere geluidsdrager is tijdens lesuren in de lesruimtes en de gangen niet toegestaan. Het gebruik van een mobiele telefoon is uitsluitend in de pauze toegestaan in de kantine, in de binnenring en op het schoolplein. Tijdens de les en andere onderwijsactiviteiten dient een mobiele telefoon uit te staan.
4.2.5.
Het is leerlingen niet toegestaan op het terrein van de school onder invloed te zijn van alcoholische dranken of verdovende middelen, deze bij zich te hebben, te gebruiken of daar in te handelen.
Leerlingenstatuut Linde College
9
augustus 2008
4.2.6.
Vuurwerk en wapens zijn verboden op het terrein van de school. Overtreding leidt tot directe schorsing.
4.2.7.
Fietsen en bromfietsen moeten , op slot, op de daarvoor aangewezen plaatsen worden gezet. Andere persoonlijke eigendommen zoals jassen, tassen en gymspullen mogen alleen op de daarvoor aangewezen plaatsen (garderobe en kluisjes) worden gedeponeerd.
4.2.8.
Het is niet toegestaan om jassen en/of petten in de lokalen te dragen. Deze kunnen worden opgeborgen in de kluisjes en/of de garderobe.
4.2.9.
De leerlingen zijn verantwoordelijk voor een zorgvuldige behandeling van de door de school verstrekte leermiddelen en boeken. Ten aanzien van de boeken gelden hierbij de voorschriften van het boekenfonds.
4.2.10. In de beschikbare studie- en overblijfruimtes, zoals de leer-o-theek en kantine, worden de leerlingen geacht zich aan de leefregels van die ruimte te houden. Tijdens tussenuren kunnen de leerlingen hier werken, wanneer er toezicht aanwezig is. De aanwijzingen van de toezichthoudende personen moeten worden opgevolgd. Als dat niet gebeurt hebben zij het recht de leerling het verblijf in of de toegang tot die ruimten te ontzeggen. 4.2.11
Leerlingen met een lichamelijke handicap mogen na toestemming van de unitleiding gebruik maken van de lift. Zij krijgen dan een liftsleutel tot hun beschikking.
4.2.12
Leerlingen worden geacht de door hen gebruikte ruimten opgeruimd achter te laten. De leerlingen zijn verplicht om te helpen bij het schoonhouden van de kantine.
4.3 Veiligheid 4.3.1. De leerlingen, het personeel en de medewerkers houden zich aan de voorschriften betreffende de veiligheid in en om de school. Zij gedragen zich zodanig dat de veiligheid in en om de school zo maximaal mogelijk wordt gewaarborgd. 4.3.2. In geval van calamiteiten dienen leerlingen en personeel te handelen volgens de instructies van de bedrijfshulpverleners (BHV- ers )in de school. In noodsituaties zijn deze gemakkelijk te herkennen aan hun oranje hesjes. 4.3.3. Wij hechten aan een veilige school voor leerlingen en medewerkers. Leerlingen en medewerkers dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid om die veiligheid voor iedereen te realiseren. Daarnaast heeft de school extra toezicht geregeld door de inzet van conciërges/toezichthouders en door gebruik te maken van enkele camera’s. 4.3.4. De schoolleiding is bevoegd om de naleving van de verbodsbepalingen te laten controleren. Bijvoorbeeld door periodiek de inhoud van de schoolkluisjes te (laten)controleren door tenminste een medewerker en een leidinggevende.
Leerlingenstatuut Linde College
10
augustus 2008
4.4
Schade
4.4.1. Het bestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is toegebracht aan bezittingen van leerlingen of voor verlies of zoekraken van bezittingen van leerlingen, anders dan overeenkomstig de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek. 4.4.2. Indien een leerling al dan niet opzettelijk schade toebrengt aan het schoolgebouw, aan de leermiddelen, aan andere bezittingen van de school of aan andere onder het beheer van het bestuur staande zaken, is hij daarvoor wettelijk aansprakelijk. De schade wordt hersteld voor rekening van de leerling die de schade heeft veroorzaakt of indien hij minderjarig is, voor rekening van zijn ouders. Indien de ouders een beroep kunnen doen op hun WA-verzekering dienen zij dit zelf af te handelen. Tegen een leerling die opzettelijk schade toebrengt kunnen daarnaast ook andere disciplinaire maatregelen worden genomen. 4.4.3. Indien een minderjarige leerling voor schade aansprakelijk wordt gesteld, worden de ouders daarvan binnen een week in kennis gesteld. 4.4.4. Het bestuur kan voorschriften opstellen met het doel schade aan en verlies van bezittingen zoveel mogelijk te voorkomen. Deze voorschriften worden aan de leerlingen bekend gemaakt.
Leerlingenstatuut Linde College
11
augustus 2008
5.
HUISWERK
5.1. De docenten streven er naar het huiswerk zodanig op te geven dat, voor zover het lesrooster dat toestaat, er sprake is van een evenwichtige en reële belasting over de dagen van de week. 5.2. Huiswerk wordt voor de bel opgegeven. Zo mogelijk geeft de docent het huiswerk op voor een langere periode. 5.3. De docenten geven tevoren duidelijk aan hoe het huiswerk gemaakt dient te worden en hoe een goede planning mogelijk is. 5.4. De leerlingen behoren het opgegeven huiswerk te leren en te maken. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het correct noteren van het huiswerk in de agenda. 5.5. De leerling die het huiswerk niet heeft kunnen maken meldt dit schriftelijk, onder opgave van redenen, aan de docent. Deze melding dient bij minderjarige leerlingen te zijn ondertekend door de ouders en voor de aanvang van de lessen te worden ingeleverd. 5.6. Indien geen melding wordt gedaan of indien de redenen naar het oordeel van de unitleiding niet geldig zijn, kan deze een passende maatregel treffen. 5.7. Gedurende een schooljaar wordt 5 keer huiswerkvrij gegeven. Als regel is dit de maandag na een vakantie. De schoolleiding stelt voor aanvang van het schooljaar vast wanneer deze dagen vallen en publiceert deze in de jaaragenda voor het personeel.
Leerlingenstatuut Linde College
12
augustus 2008
6. TOETSING, BEOORDELING EN RAPPORTAGE 6.1. Toetsing van de vorderingen van het onderwijs kan op verschillende wijze geschieden. De hieronder aangegeven regels gelden voor de niet-examenklassen. Voor examenleerlingen (voor het VMBO zijn dit de leerlingen van het derde en vierde leerjaar; voor het HAVO de leerlingen van het vierde en vijfde leerjaar en voor het VWO de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar) gelden de regels zoals die zijn vastgelegd in het examenreglement en het PTA (programma van toetsing en afsluiting)voor de betreffende schoolsoort. De PTA's worden jaarlijks bij de start van het schooljaar aan alle betrokken leerlingen uitgedeeld en zijn op te vragen bij het examensecretariaat. 6.2. Het resultaat van een toets wordt alleen uitgedrukt in een cijfer op de schaal van 1 tot en met 10, met de tussenliggende decimaal. Het is niet mogelijk de cijfers te geven met een plus of een min. 6.3. Van elke toets wordt het gewicht dat het cijfer heeft ten opzichte van de andere toetsen vooraf bekend gemaakt. Nadat de toets is afgenomen kan het gewicht niet meer worden gewijzigd. 6.4. Een overhoring heeft betrekking op een beperkte hoeveelheid leerstof die voor die dag als huiswerk is opgegeven of die in voorgaande lessen is behandeld. Een onverwachte overhoring mag alleen gaan over leerstof die uit het hoofd geleerd kan worden of leerstof waarover men reeds vragen heeft kunnen stellen. Een repetitie wordt tenminste 2 weken van tevoren opgegeven, tenzij na overleg met de klas en na instemming van de meerderheid van de klas voor een kortere termijn wordt gekozen. 6.5. Per dag kunnen slechts twee repetities worden gegeven (m.u.v. de toetsweek). 6.6. Indien een leerling tijdens een toets onwettig afwezig is of zich aan bedrog of enige andere onregelmatigheid ten aanzien van enig deel van de toets schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de docent een maatregel opleggen. 6.7. Onder bedrog wordt verstaan: • het raadplegen tijdens de toets van boeken, aantekeningen, enz. of het gebruik van andere hulpmiddelen dan die, welke door de docent zijn toegestaan. • elk gedrag dat aanleiding geeft tot de verdenking dat een geleverde prestatie niet meer uitsluitend als eigen werk kan worden beschouwd. 6.8
De maatregelen die genomen kunnen worden zijn: • de toets ongeldig verklaren en de leerling een andere toets laten maken. • de toets beoordelen met aftrek van punten.
6.9
Indien de docent besluit tot het geven van een herkansing voor een schriftelijke toets, is dit een herkansing voor alle leerlingen die de eerste toets gemaakt hebben. Een herkansing gaat over dezelfde leerstof als de eerste toets en heeft hetzelfde niveau. Bij herkansing geldt het hoogste van de twee behaalde cijfers. Het laagste cijfer vervalt. Indien de leerling bij een herkansing niet aanwezig is, heeft hij geen recht om deze herkansing in te halen. Voor de leerlingen van het 3e en 4e leerjaar vmbo en de leerlingen in de 2e fase geldt een afwijkende regeling. Deze regeling is opgenomen in het programma van toetsing en afsluiting (PTA).
Leerlingenstatuut Linde College
13
augustus 2008
6.10 Een docent maakt de beoordeling van een toets bekend binnen 11 lesdagen nadat deze is afgenomen. 6.11 De leerling heeft recht op bespreking en inzage van een beoordeelde schriftelijke toets nadat alle leerlingen de toets hebben gemaakt. De normen van de beoordeling worden door de docent medegedeeld en zo mogelijk wordt de toets besproken. Na de bespreking krijgt de leerling het werk terug, m.u.v. de toetsen, handelingsdelen etc. die in het vmbo en de tweede fase havo/vwo gemaakt worden t.b.v. het (school-)examen. 6.11 Het schooljaar is verdeeld in vier perioden. Na elke periode ontvangt de leerling, c.q. zijn ouders een rapport waarop voor elk vak een cijfer is gegeven. Dit rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers (voortschrijdend gemiddelde). 6.12 Een rapportcijfer is gebaseerd op een aantal toetscijfers dat tenminste gelijk is aan het aantal lesuren in het betreffende vak per week, maar tenminste twee. Deze toetsen mogen voor de klassen 1, 2 en 3 niet uitsluitend in een proefwerkweek worden gegeven.
Voor de examenklassen geldt de regeling, zoals vermeld in het programma van toetsing en afsluiting en het examenreglement vmbo, havo, vwo. 6.13 Indien tijdens een schooljaar de vorderingen van de leerling aanleiding geven tot het maken van nadere afspraken of het treffen van maatregelen, worden deze tijdig en vooraf met de leerling en de ouders besproken door de mentor en/of de unitleiding. 6.14 Een proefwerk of overhoring dat een vervolg is op een proefwerk of overhoring over dezelfde leerstof kan slechts worden afgenomen als het voorgaande werk is besproken en de cijfers zijn vastgesteld.
Leerlingenstatuut Linde College
14
augustus 2008
7. BEVORDERING EN KEUZE VAN ONDERWIJS 7.1. De schoolleiding stelt de regels vast, waaraan een leerling moet voldoen om naar het volgende leerjaar bevorderd te worden. De regels zijn van toepassing op de eindcijfers van het betreffende leerjaar. De overgangsnormen staan jaarlijks vermeld in het unitboekje dat aan het begin van het schooljaar aan alle leerlingen wordt uitgereikt. De unitleiding stelt de regels vast waaraan een leerling moet voldoen om voor opstroom naar een hoger niveau in aanmerking te komen. Deze regels staan vermeld in het unitboekje.
Leerlingenstatuut Linde College
15
augustus 2008
8. SCHOOLONDERZOEK EN CENTRAAL EXAMEN 8.1
De leerlingen van de bovenbouw vmbo en de tweede fase ontvangen voor 1 oktober het "programma van toetsing en afsluiting" en een beknopt examenreglement.
8.2
Het "examenreglement" bevat onder andere regels over de wijze waarop het examen (schoolexamen en centraal examen) wordt afgenomen en de regels over verzuim, fraude, beroepsmogelijkheden en herkansing. Het examenreglement ligt ter inzage in de leer-o-theek en bij het examensecretariaat en de unitleiding. Het examenreglement is ook op de website van de school te raadplegen. De leerlingen van de examenklassen krijgen een uittreksel met de belangrijkste artikelen, t.w.: • de manier waarop het examen wordt afgenomen; • de manier waarop de cijfers worden berekend; • de gevolgen van het niet aanwezig (kunnen) zijn op een examen; • de gevolgen van het spieken tijdens het examen; • de regeling van de herkansing; • wat een leerling kan doen als hij het niet eens is met het cijfer; • de voor het (school-)examen belangrijke data en tijdstippen.
Leerlingenstatuut Linde College
16
augustus 2008
9. DISCIPLINAIRE MAATREGELEN 9.1.
De leerling die de geldende schoolregels niet nakomt kan een disciplinaire maatregel worden opgelegd. Zo'n maatregel kan worden genomen door een lid van het onderwijsgevend of onderwijsondersteunend personeel, de unitleiding, de schoolleiding en door het bestuur. De disciplinaire maatregelen die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden zijn bijvoorbeeld: • • • • • • • • • • •
maken van een taak of strafwerk tijdelijk het lokaal verlaten uit de les verwijderd worden terugkomen in vrije uren gemiste lessen inhalen opruimen van gemaakte rommel verrichten van corvee de toegang tot de school ontzegd worden voor een bepaalde termijn niet in de les mogen bij sommige vakken; geschorst worden definitief van school verwijderd worden
9.2. Bij het opleggen van een disciplinaire maatregel moet er sprake zijn van een redelijke verhouding tussen de ernst van de overtreding en de zwaarte van de maatregel. Zo mogelijk moet ook de aard van de maatregel in relatie staan tot de aard van de overtreding. 9.3. Indien een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel is opgelegd of dat de maatregel of de omvang ervan niet redelijk is, kan hij dit ter beoordeling voorleggen aan: • de unitleiding, als de maatregel is opgelegd door een lid van het onderwijzend of onderwijsondersteunend personeel. • de rector, als de maatregel is opgelegd door de unitleiding. • het bestuur, als de maatregel is opgelegd door de rector. 9.4.
Van elke maatregel die een leerling wordt opgelegd wordt de mentor op de hoogte gesteld door degene die de maatregel heeft genomen. Eén en ander wordt schriftelijk vastgelegd in het leerlingendossier.
9.5.
Een leerling kan door of namens het bestuur worden geschorst of definitief van school worden verwijderd. Algemene gronden voor definitieve verwijdering kunnen o.a zijn.: • bij herhaling de geldende schoolregels overtreden • zich schuldig maken aan ernstige overtreding van de gedragscode en/of wangedrag • de veiligheid van medeleerlingen en overige gebruikers van het gebouw ernstig in gevaar brengen.
9.6
Een leerling kan niet tijdens het schooljaar worden verwijderd, uitsluitend op grond van onvoldoende resultaten.
9.7
Een besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de leerling, en indien hij minderjarig is, ook aan de ouders, medegedeeld onder opgave van redenen. Bij schorsing voor een periode langer dan één dag, meldt het bestuur dit schriftelijk aan de inspectie onder opgave van redenen. Bij schorsing en verwijdering wordt het protocol schorsen en verwijderen gehanteerd.
9.8
Indien het bestuur een leerling definitief van school wil verwijderen, stelt het de
Leerlingenstatuut Linde College
17
augustus 2008
leerling, en indien hij minderjarig is ook de ouders, in de gelegenheid zich hierover uit te spreken. In het geval de leerling leerplichtig is voert het bestuur vooraf overleg met de inspectie. 9.9
Tijdens de procedure van verwijdering kan een leerling de toegang tot de school worden ontzegd.
9.10
Het besluit tot verwijdering wordt onder opgave van redenen schriftelijk medegedeeld aan de leerling en indien hij minderjarig is ook aan de ouders. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid te verzoeken om herziening van het besluit. Tevens zendt het bestuur een afschrift naar de inspectie. Het besluit wordt niet algemeen bekend gemaakt.
9.11
Binnen dertig dagen na dagtekening van de mededeling betreffende de definitieve verwijdering kan door de leerling en indien hij minderjarig is ook door de ouders, schriftelijk worden verzocht om herziening van het besluit. Een verzoek tot herziening heeft geen opschortende werking ten aanzien van het besluit tot verwijdering.
9.12
Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek, neemt het bevoegd gezag na overleg met de inspectie en desgewenst andere deskundigen een beslissing op het verzoek om herziening. Het bestuur stelt de leerling en indien hij minderjarig is ook de ouders, in de gelegenheid te worden gehoord en kennis te nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen of rapporten.
Leerlingenstatuut Linde College
18
augustus 2008
10 PRIVACY 10.1
Leerlingenregistratie
10.1.1
Van alle leerlingen zijn en worden door de school gegevens geregistreerd. De betreffende leerling, en indien deze minderjarig is ook de ouders, kunnen deze gegevens inzien en indien ze niet correct zijn, vragen deze te wijzigen.
10.1.2
De leerling-gegevens zijn alleen toegankelijk voor hen die hiervoor van het bestuur toestemming hebben gekregen, zoals de leden van de schoolleiding, de administratie, de decaan, de unitleiding, de mentor en de docenten van de betreffende leerling.
10.1.3
De leerling-gegevens worden alleen aan derden verstrekt of ter inzage gegeven indien dit in het belang is van het onderwijs aan de leerling. Dit kan alleen plaatsvinden wanneer de leerling en/of diens ouders daarvoor toestemming hebben gegeven of indien de wet daartoe verplicht.
10.1.4
Vertrouwelijke informatie • Indien een leerling zich vertrouwelijk richt tot een lid van het personeel, is deze verplicht daarmee zorgvuldig om te gaan. De inhoud van het ter kennis gebrachte mag alleen, met in acht neming van de wettelijke bepalingen, worden besproken met die personen, c.q. instanties die in de betreffende situatie relevant zijn. • Leerlingen kunnen zich met klachten t.a.v. seksuele intimidatie, agressie of geweld en andere klachten van persoonlijke aard altijd wenden tot de mentor. Te allen tijde kan de leerling zich rechtstreeks wenden tot de speciaal daartoe aangewezen vertrouwenspersonen.
Leerlingenstatuut Linde College
19
augustus 2008
11 INSPRAAK EN MEDEZEGGENSCHAP 11.1 Leerlingenraad 11.1.1. De leerlingenraad is een door de leerlingen gekozen orgaan dat de belangen van alle leerlingen behartigt. 11.1.2. De leerlingenraad kan de schoolleiding adviseren en door de schoolleiding worden geraadpleegd over alle aangelegenheden die zij van belang acht voor de leerlingen. 11.1.3. De leerlingenraad wordt gekozen overeenkomstig een reglement, waarin ook de wijze van overleg is geregeld. 11.1.4. De schoolleiding stelt de leerlingenraad faciliteiten ter beschikking om haar taak naar behoren te kunnen vervullen. Hiertoe behoort niet het verlenen van verlof voor lessen. 11.1.5. Medezeggenschapsraad • In de medezeggenschapsraad zijn de leerlingen vertegenwoordigd. Tezamen vormen zij de geleding leerlingen. De verkiezing van de leden van de MR, alsmede hun rechten en plichten, zijn vastgelegd in het medezeggenschapsreglement. 11.1.6. Andere vormen van inspraak •
Bij activiteiten buiten de reguliere lessen die ten behoeve van de leerlingen worden georganiseerd, wordt rekening gehouden met de wensen van de leerlingen. Het gaat bijvoorbeeld om excursies, sportdagen, themadagen, diplomauitreiking en dergelijke.
Leerlingenstatuut Linde College
20
augustus 2008
12. VRIJHEID VAN MENINGSUITING EN VERGADERING 12.1
Algemeen
12.1.1
Leerlingen zijn vrij hun mening te uiten, mits zij niet handelen in strijd met de wet en de gedragscode van de school.
12.1.2
Leerlingen dienen de mening van anderen te respecteren. Discriminerende, intimiderende of beledigende uitingen zijn niet toegestaan. Indien er sprake is van discriminatie, intimidatie of belediging kan de schoolleiding passende maatregelen treffen.
12.1.3
Publicatieborden
12.1.4
•
Op de daartoe bestemde publicatieborden mogen leerlingen zonder voorafgaande toestemming mededelingen bekendmaken. Deze mededelingen mogen niet in strijd zijn met de grondslag of doelstellingen van de school. Ook mogen zij niet kwetsend, discriminerend of commercieel van aard zijn. Op de mededeling dient de naam van de leerling, zijn klas en de datum te worden vermeld. Mededelingen die aan het bovenstaande niet voldoen worden door de schoolleiding verwijderd.
•
Op alle andere publicatieborden mogen zonder toestemming van de schoolleiding geen mededelingen worden gedaan.
Bijeenkomsten en vergaderingen. •
De schoolleiding stelt desgewenst ruimte ter beschikking voor bijeenkomsten of vergaderingen van leerlingen, mits de normale gang van zaken daardoor niet wordt verstoord. Indien deze activiteiten na schooltijd worden gehouden, kan de schoolleiding aan de toestemming voorwaarden verbinden.
•
De schoolleiding stelt in overleg met de redactie van de digitale schoolkrant een redactiestatuut vast, waarin onder meer de samenstelling van de redactie, de verantwoordelijkheid voor de inhoud van de schoolkrant, het plaatsen van anonieme stukken, het recht op hoor en wederhoor en de financiële verantwoording worden geregeld. De redactie wordt begeleid door een van de docenten.
Leerlingenstatuut Linde College
21
augustus 2008
13 KLACHTEN EN GESCHILLEN 13.1.
Seksuele intimidatie en seksueel geweld (zie ook nota “Siag”)
13.1.1
Klachten betreffende seksuele intimidatie en seksueel geweld kunnen zowel schriftelijk als mondeling worden ingediend bij: de mentor, de speciaal daartoe aangestelde vertrouwenspersoon, en de "klachtencommissie seksuele intimidatie en geweld".
13.1.2
Onder seksuele intimidatie wordt verstaan: Ongewenst seksueel getinte aandacht die tot uiting komt in verbaal, fysiek of nonverbaal gedrag. Dit gedrag wordt door degene die het ondergaat, ongeacht sekse en/of seksuele voorkeur, ervaren als ongewenst en onplezierig. Seksueel intimiderend gedrag kan zowel opzettelijk als onopzettelijk zijn.
13.1.3
De klager moet de klacht indienen bij de mentor of bij de vertrouwenspersoon, tenzij de klager gegronde redenen heeft zich niet tot één van deze personen te wenden. In dat geval kan de klacht direct bij de klachtencommissie worden ingediend en behandelt de commissie de klacht zonder tussenkomst van de mentor, c.q. de vertrouwenspersoon.
13.1.4
De procedure voor het afhandelen van de klacht is apart vastgesteld en beschreven. Direct na het ontvangen van de klacht ontvangt de klager een exemplaar van de klachtenprocedure.
13.2 Algemene klachten en geschillen 13.2.1 Bij vermeende onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut kan een ieder bezwaar maken bij degene die als zodanig heeft gehandeld, met het doel de kwestie op te lossen, c.q. uit te praten. Lukt dit niet, dan moet de leerling zich altijd eerst wenden tot de mentor, met het verzoek een bemiddelende rol te vervullen in de kwestie. 13.2.2
Indien een klacht betrekking heeft op een sanctie, wordt de uitvoering van de sanctie opgeschort, totdat de klacht door degene bij wie men in beroep is gegaan is afgehandeld.
13.2.3
Indien dit geen bevredigend resultaat oplevert kan men zich wenden tot de unitleiding of tot de rector.
13.2.4
Indien de kwestie naar de mening van de klager niet bevredigend is, c.q. wordt opgelost, volgens de hierboven omschreven procedure kan deze een klacht indienen bij de "geschillencommissie". Deze klacht dient schriftelijk ingediend te worden binnen 60 dagen nadat de aanleiding tot de klacht is ontstaan. Een klacht wordt alleen in behandeling genomen als de gehele klachtenprocedure is doorlopen.
13.2.5
De geschillencommissie wordt benoemd door het bestuur en bestaat uit vijf leden en vijf plaatsvervangende leden. Zij worden benoemd voor een periode van 3 jaar en zijn telkens voor een nieuwe periode benoembaar. De rector maakt geen deel uit van de commissie. De leden van de commissie zijn afkomstig uit de geledingen: bestuur (1), personeel (2), ouders (1) en leerlingen (1). De kandidaten uit de geledingen personeel, ouders en leerlingen worden
Leerlingenstatuut Linde College
22
augustus 2008
voorgedragen door de medezeggenschapsraad. 13.2.6
Indien een lid van de commissie belanghebbende is bij een klacht treedt gedurende de behandeling daarvan de vervanger in zijn plaats. Het lidmaatschap van de commissie eindigt onmiddellijk als men niet langer deel uitmaakt van de betreffende geleding.
13.2.7
De geschillencommissie kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris.
13.2.8
De geschillencommissie kan een klacht al dan niet ontvankelijk verklaren. Wordt de klacht in behandeling genomen, dan kan de commissie de klacht gegrond, ongegrond of ten dele gegrond verklaren. De commissie doet uiterlijk 30 dagen na het ontvangen van de klacht schriftelijk een met redenen omklede uitspraak. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar. De uitspraken van de commissie zijn bindend voor alle betrokkenen.
Leerlingenstatuut Linde College
23
augustus 2008
14. BEROEPSRECHT
Handeling/besluit leerling of personeel
Handeling/besluit schoolleiding
Klachtrecht
Leerling in belang getroffen
Opschorting eventueel
Leerling in belang getroffen
Opschorting eventueel
Schoolleiding
Bestuur
Beslissing
Beslissing
Leerling
Leerling
Leerlingenstatuut
Beroepsrecht
Besluit personeel/schoolleiding/bevoegd gezag Leerling in belang getroffen Opschorting (eventueel)
Geschillencommissie
Zitting Minnelijke schikking
Uitspraak
Betrokkenen en deskundigen
Leerling
Leerlingenstatuut Linde College
24
augustus 2008
Leerlingenstatuut Linde College / Wolvega augustus 2008
Leerlingenstatuut Linde College
25
augustus 2008