Voorwoord
Ons vierde boekje is een feit. We hebben niet stil gezeten, maar door de grijze zomernachten, vochtigheid en slecht weer, zijn onze waarneemavonden vaak van erg korte duur geweest of zelfs compleet afgeblazen. Zo ook met de perseïden-avond, in 2010 werd er ééntje gespot, dit jaar zijn we wegens een dik wolkenpak gewoon thuis gebleven. Een regelrechte aanslag van dauw heeft ons al regelmatig parten gespeeld, daarvoor zijn er diverse apparaatjes te koop (dauwverwarming), maar wij proberen de goedkope weg. Stef studeert electronica en heeft een PWM-schakeling ontworpen om vier weerstandsdraden of een kleine ventilator aan te sturen. Eén en ander is nog niet concreet, maar geïnteresseerden mogen zich alvast melden. We hebben ook eens een thema-avond gehouden over de maan. Aan de kerk in Lille hebben we niet veel bezoekers gehad, maar dat gaf ons de kans onze naaste buur beter te leren kennen. In het najaar pakken we dit terug op, we trekken dan naar de vier dorpskernen van Groot-Lille. Lukske
Inhoud Voorwoord
2
Da’s gebeurd
3
Jurgen Brusselmans
7
Meade Lightbridge
9
Scheidend vermogen
12
In de kijker
15
Toekomstmuziek
16
Ledenlijst
17
Agenda 30 September Waarneemavond 15 Oktober Nacht van de duisternis 28 Oktober Waarneemavond 19 November Waarnemen De Liereman 25 November Waarneemavond
Voorblad: M51 opgenomen door Karel Teuwen in het zuiden van Frankrijk. Deze opname is meer dan 16 uur belicht!!! Nog meer van deze schitterende foto’s kan u vinden op www.karelteuwen.be. www.cygni.be
2
December Sterrenkijkdagen
3
December Sterrenkijkdagen
23 December Waarneemavond
2
Da’s gebeurd Waarneemavond 4 Maart 2011 (Luc) Afspraak was om 19u. Toch maar wat vroeger vertrokken om Jupiter nog even te spotten. De planeet zakt al behoorlijk en zal binnenkort weer voor een tijdje onzichtbaar zijn.Onze "vaste" waarneemstek op de Hoek in Tielen zal kortelings waarneemstek-af zijn. Het eerste opvallende object, recht in het zuiden, is immers een fonkelnieuwe grote (aardbeien?)-serre, waarvan het licht net niet dat van de zon overtreft. Da's wat overdreven natuurlijk, maar toch, in het zuiden valt geen enkel object deftig waar te nemen en dat is toch wel een behoorlijke handicap voor een voor de rest behoorlijke locatie. Een harde ondergrond vind je niet overal op plaatsen die toch donker genoeg zijn. Omdat we onze activiteiten proberen bekend te maken via ondermeer het gemeentelijke infoblad "Info-Lille", en omdat plaatselijk journalist van de "Gazet van Antwerpen", Bart Van den Langenbergh deze aankondiging overnam in de "Gazet van...", kwamen er nog enkele extra mensen opdagen. De klassiekers werden in het vizier genomen: de orionnevel die we wat extra glans en detail konden geven door een OIII en UHC -filter, het dubbelcluster in Perseus, altijd goed voor enkele "aah's" en "oooh's", M34, de prachtige M37 (moet wel een beetje, maar niet veel onderdoen voor de bolhoop in Hercules), M36 en M38 in de Voerman, M45, een gekende klassieker, M41, weinig spectalulair gezien vrij laag, M35 in de Tweelingen, M50, M44 en M67 in de Kreeft, en enkele dubbelsterren. Twee meisjes, dochter van ons lid Manuel Heylen, werd "hun" sterrenbeeld aangewezen, betreffen respectievelijk de Stier en de Tweelingen. Dries, een jongeman die ook sterk geïnteresseerd is in sterrenkunde, was er van bij het begin aanwezig met zijn pa en heeft wel één en ander kunnen zien. Afspraak: volgende keer zijn telescoop meebrengen. Koude voeten, honger, dorst, ....het doet wat met een mens. Uiteindelijk bleven we met zijn drieën over, wachtend, snakkend naar opnieuw een keertje Saturnus. Kort tevoren had de automatische telescoop van Juul Saturnus net boven (of net onder?) de horizon aangewezen. Het was dus wachten tot, uiteindelijk, vrijwel pal in het oosten, een flauw bleekgeel sterretje zichtbaar werd. De telescopen waren inmiddels ingepakt en opgeborgen. Er ging toch niks meer van komen, van dat Saturnusgedoe. De verrekijker van Juul bracht ons hoop maar geen zekerheid: het was geen puntje maar een heel klein schijfje. Luk bracht uitsluitsel en offerde zich op door opnieuw zijn telescoop uit te pakken: het was Saturnus. Hoewel nog maar net boven de horizon lieten de ringen zich zien, vrij scherp en vrij gedetailleerd. Saturnus was dus de kroon op een leuke en heldere avond.
Bezoek europlanetarium Genk 2 April 2011 (Luk) Onze eerste uitstap kon rekenen op een stralende zon, temperaturen boven 20°C en 29 geïnteresseerden. Aangekomen in Genk was het wat zoeken om de auto's kwijt te raken, er was "vanalles met paarden" te doen, veel volk dus en een goed bezette parking. Lode Stevens was onze gids ter plaatse, de man is geen onbekende in het astronomische milieu. In de cosmodrome genoten we van een mooie film over de gewelddadigheid van het heelal, al een geluk dat onze zon het nog wel even uithoudt of we zijn de pineut! Ook een gesmaakt voorafje met een slimme haai viel in de smaak. Na de film kregen we een overzicht van de actuele nachtelijke hemel en wat uitleg over plaatsbepaling met behulp van de sterren; het begint allemaal bij de steelpan van de grote beer, uiterste rand 5x verlengen en je bent vertrokken! De comfortabele leunstoelen in de cosmodrome verlatend, gingen we een kijkje www.cygni.be
3
nemen in de observatiekoepel van de sterrenwacht. Große kanonen aldaar! 20 cm kijkers zijn ons niet onbekend, maar dit exemplaar was toch wel een hele grote kijker. Jammer genoeg verschuilde de zon zich achter de bomen, van zonnevlekken bekijken was dus geen sprake en hier hadden wij toch wel een beetje op gehoopt. Volgende keer nemen we een kettingzaag mee. Na afloop trokken enkele meteen naar de stille kempen, anderen pikten nog een natje en een droogje mee op het plaatselijke terras. Voor herhaling vatbaar.
Waarneemavond 1 Juli 2011 (Jurgen) Het is iets na half tien, ik til de dobson op en draag hem al swaffelend naar het pasgemaaide weiland, drop hem naast het EQ6-monster van Luc en zet mij op het leder van mijn pianostoel. Met een opvallend droge mond. Maar je leest het goed, ik ben niet alleen vanavond, Luc is er met zijn 10 inch Newton, Stef met zijn 8 inch dobson, en Steven met zijn ouders. En later komt ook Bram er nog eens aan met zijn spiegelreflex op statief, jagend op lichtende nachtwolken, terwijl ik hem met zijn kop naar boven in een slootje zie stappen, gevolgd door een kreet waarvan ik begot niet weet hoe ik die moet neerpennen, zelfs niet fonetisch. Het is lang wachten wel, heel lang wachten, het lijkt maar niet donker te worden, maar uiteindelijk komt de zomerdriehoek dan toch nog langzaam te voorschijn, en Saturnus, met zijn dubbelster Porrima. Maar het is nog veel te vroeg om naar deepsky te kijken, al kan Luc zich niet meer inhouden, geconcentreerd zie ik hem al naar Saturnus gapen, terwijl ik mij stierlijk verveel op mijn pianostoel. En wat doet een mens dan als hij zich verveeld? Inderdaad: de aap uithangen. ‘Getver, daar heb je de maan alweer!’, roep ik naar Luc, wijzend naar het oosten, waarop ik hem onthutst naar het oosten zie gapen, zeker tien seconden zoekend naar een nieuwe maan. Arme man. Maar ondanks de ontspannen sfeer heb ik wel een naar voorgevoel, de strakke wind is volledig gaan liggen, en als ik even later naar mijn tubus kijk blijkt mijn angst volledig terecht te zijn: de dauw druipt als een waterval over de buis, en die dauw brengt ons zwaar in de problemen. De föhn moet er zelfs aan te pas komen maar lijkt het gevecht niet te kunnen winnen. Stef’s hoofdspiegel doet mij zelfs aan mijn badkamerspiegel in putje winter denken, nadat ik een uur in een heet bad heb liggen weken. Hopeloos gewoon, echt een tegenvaller van formaat, want ik wilde deze avond tien tot twintig nieuwe deepsky-objecten bekijken. Van de supernova in M51 is niets te zien, en zelfs M51 staat er werkelijk zielig bij. Vlugger dan verwacht krijg ik het dan nog eens koud en besluit ik een paar extra kousen aan te trekken en mijn muts op te zetten. Maar op het moment dat ik in mijn auto kruip om mijn extra textiel te nemen hoor ik Bram als een speenvarken gillen. Instinctief grijp ik naar mijn EHBO-doos, maar dan zie ik hem ook: een gigantische bolide die horizontaal naar beneden duikt, in een prachtig groene kleur dan nog, exploderend in meerdere stukken. In het zenit lijken de sterren zich trouwens wel thuis te voelen, de melkweg wordt langzaam beter zichtbaar, met de verrekijker is het zelfs een feest om naar die plek te kijken. The Coathanger staat er werkelijk sprankelend bij, en zelfs in mijn simpele 10x50 verrekijker is de halternevel een pareltje voor het oog. Ik had een ligstoel moeten meenemen, dan had ik het zeker nog een uur volgehouden, maar iets na eenen besluiten we ermee op te houden. De kletsnatte kijkers worden weer netjes
www.cygni.be
4
opgeborgen. En natuurlijk moet het mij weer overkomen, want ik hoor het Bram nog zo zeggen toen hij van de auto terug naar de weide stapte, met een geforceerd stemmetje alle dame Edna: ‘het stinkt naar stront bij den otto.’ Op dat moment lach je daar even mee en schenk je er verder geen aandacht aan, maar wat ruik ik als ik in de garage kom de dag daarop? Inderdaad: stront!
26-27-28 Augustus 2011, Starnights! (Luc) Met drie arriveerden we, de één een beetje vroeger dan de andere, te Ieper-Zillebeke, voor "Starnights 2011". Prachtige locatie in het natuurgebied "Palingbeek", bijna aan het einde van de wereld, zo leek het. Toen ik als laatste om 20u aankwam, waren Luk en Stef niet te zien. Even een sms, berichtje terug, ze zaten al in het zaaltje boven. Luk zag ik direct, Stef was na even rondkijken in het overbevolkte zaaltje nergens te zien. De spreker van dienst, die het hemeljournaal presenteerde....bleek zowaar Stef te zijn. Van hem vernamen we tijdens zijn babbel dat er opklaringen in het vooruitzicht waren, hij somde ook een aantal objecten op, die onze belangstelling meer dan verdienden. In hetzelfde zaaltje volgden we nog een presentatie "Road to heaven" van Josch Hambsch, die zijn Chili-project voorstelde. Hij bezit een koepel met telescoop, die hij van thuis uit met de computer kan bedienen. Hij "beloert" alzo voornamelijk variabele sterren. Dit project kreeg later die nacht nog een praktisch vervolg. Op het buitenkoertje was het drummen om nog een plaatsje voor de telescopen te vinden. Uiteindelijk vonden we nog een vrij hoekje, vlakbij een monstertelescoop waarbij onze minuscule buisjes een beetje in het niet vielen. Tussendoor werd op de weide ook nog de tent van ondergetekende opgesteld. Zowel Luk als ikzelf bleven met onze kleine constructies ver van het splinternieuwe kleine kasteel van Stef vandaan. Deze verklaarde -terecht- dat zijn nieuwe tent bijna zo groot was als zijn slaapkamer thuis. Wij vermoedden al onmiddellijk, temeer omdat er een stroomkabel zijn tent binnenging, dat de villa mogelijk wel een jacuzzi of misschien een klein zwembad bevatte. Spijtig genoeg bleek dit uiteindelijk toch niet zo te zijn. Bij het invallen van de duisternis bleken hardnekkige wolkensluiers de hemelwonderen te verbergen. Uiteindelijk vielen er toch voldoende gaten om één en ander te kunnen zien. Zo hadden we vrij snel de mogelijkheid om een blik te werpen op de komeet Garradd, die de Aarde nog steeds nadert. Het voordeel van waarnemen in groep werd nog maar eens duidelijk. Zo werd Stef door enkele vriendelijke kenners geholpen bij het uitlijnen van zijn nieuwe montering. Samen met zijn praktische kennis van fotografie mogen we van hem nog wel één en ander verwachten. Toen de nacht al een eindje gevorderd was, werd de bewolking hardnekkiger en braken wij ons materiaal op, hopelijk tot de volgende nacht. Nog even een kijkje gaan nemen in het prachtige zaaltje boven, waar wij even later vernamen dat de hemel terug helder was geworden. Nog even verrekijker-amusement, en tijd om te gaan slapen. Zaterdagmorgen een overheerlijk ontbijt, vrije tijd tot de vroege namiddag die door mij werd benut voor een verkenning van de prachtige omgeving, foto's maken, wat rondlummelen tussen de telescopen, die onder een zeil de nacht buiten hadden doorgebracht. We kregen ook de gelegenheid om de zon te bekijken door enkele zonnetelescopen, beelden om nooit meer te vergeten. Prachtig gewoon, die gedetailleerde granulatie op het oppervlak, zonne"vlammen" aan de randen van de zon, reliëf op de zon..... De namiddag waren er nog enkele presentaties : " Telescoopbouw: projecten voor scholen" door Jean-Pierre Grootaerd, en" Deepsky" door Kurt Christiaens. Luk en Stef volgden ook nog "AutoStakkert! " door Emil Kraaikamp. Dit ging boven mijn pet en daarom gaf ik forfait voor dit onderdeel.Niet dat je je moest vervelen, integendeel, uitgebreide lectuur in het zaaltje, 5 gloednieuwe computers met internetverbinding, het was allemaal beschikbaar voor de bezoekers."Robtics" en" Eureka" hadden een standje opgesteld, een amateur bood enig tweedehands materiaal aan. Enkele
www.cygni.be
5
oculairs leken mij te smeken om hun nieuwe eigenaar te worden. Gekeurd, bekenen, weggegaan, terug bekeken, uiteindelijk ben ik erin geslaagd om mijn portefeuille dicht te houden. Stef kocht er wel een handige sterrenatlas aan, kocht nadien ook nog een prachtig tweedehands 40 mm-oculair aan, nadat hij het ding uitgebreid had mogen testen. Even later won hij met de tombola ook nog een gloednieuw 15-mm oculair van "Robtics". In de namiddag kregen we ook nog de grote dobson van de plaatselijke vereniging, "Astrolab Iris" te zien, en mochten we, toen het opklaarde, ook een kijkje naar de zon nemen door de beide telescopen in de koepel van de vereniging. Ook hier was de zon zeer gedetailleerd te zien. Ene Dirk Devlies kwam in de loop van de avond enige uitgebreide uitleg verstrekken over "astronomische software", tot 22u, maar de man was zo enthousiast dat één en ander uitliep tot 22.30u, wat leidde tot enige zenuwachtigheid. We wisten immers niet hoe helder of bewolkt het buiten was. Even later kwam de melding "'t is kraakhelder", waarop het zaaltje binnen de kortste tijd ontruimd was en iedereen begon op te stellen. Het moest zo zijn, Luk "Dobson" Wynants was als eerste klaar, toen Stef en ik ons materiaal hadden opgesteld was het al zo goed als helemaal bewolkt. Hoopvol bleven we Vega in de gaten houden, deze bleef de ganse tijd zo goed als zichtbaar, soms wat verduisterd, dan weer even oplichtend, dan weer gesluierd. Het geduld werd beloond, omstreeks even na middernacht werd het opnieuw kraakhelder, en we konden nog waarnemen tot ongeveer 2uur. Toen sloeg de bewolking opnieuw ongenadig toe. In de tussentijd (misschien ben ik er nog enkele vergeten) konden we kijken naar: M81 en M82 in de Grote Beer, beide verafgelegen sterrenstelsels, moeilijk zichtbaar, opnieuw de komeet, die zich al een eindje verplaatst had in vergelijking met de vorige nacht, M103 en M52 in Cassiopeia, M45 (Plejaden) in de Stier, M56 en M57 in de Lier, M29 en M39 in de Zwaan, M11 kort bij de Dolfijn, M31 en M32 in Andromeda, M33 in de Driehoek, M71 in de Pijl. Jupiter vertoonde zich ook hoger en hoger in de loop van de nacht en gaf ongelooflijk veel detail door mijn nieuwe oculair. Misschien ben ik er nog enkele vergeten, maar in de drukte van de twee heldere uren was het een zwieren en zwaaien met de buizen dat we er bijna zeeziek van werden. Toen het uit was met de pret, leek het ditmaal definitief te zijn. De wolken werden regenwolken en kort na het opbreken begon het inderdaad te druppelen. De tent bracht redding, droogte en (relatieve) warmte. Enkele uurtjes geslapen, alles opbreken en in de auto laden, koninklijk ontbijten en terug huiswaarts. Bij leven en welzijn, volgend jaar opnieuw van de partij. Waarneemavond 2 September 2011 (Luk) Alle geraadpleegde weervoorspellers (7timer, kmi, wolkenradar) zijn het erover eens: het wordt helder vanavond. Diverse tractoren reden op de omliggende velden af en aan om het gras te maaien, echt donker hebben we het dus niet gehad. We waren met een man of 13 om vast te stellen dat de komeet Garrad zich vlak bij het asterisme "de kleerhanger" bevond, wegens vocht in de lucht en een eerder grijze hemel was de komeet maar zwak zichtbaar. Verder werden in de diverse telescopen de klassiekers als de herculesbolhoop, de ringnevel en de halternevel getoond. Toen kwam de mist opzetten, er zat al veel vocht in de lucht en de hemel werd gauw slechter. Eén na één werd er ingepakt en vertrokken. De drie starnightsbezoekers, nog in een roes van afgelopen weekend, bleven nog wat napraten. Om vijf voor twaalf startte ondergetekende als laatste zijn auto, vluchtend voor het vocht. We onthouden dat Juul een erg mooie en complete occassie heeft gekocht, stiekem zijn we allemaal jaloers. Stef heeft een mooie schakeling getekend voor een dauwverwarming, geïnteresseerden mogen zich melden, hoe meer stuks, hoe interessanter de prijs. Jammer dat er niet meer te zien was, eind deze maand hopen we op meer succes.
www.cygni.be
6
Jurgen Brusselmans 08/10/2010 : Schöneseiffen tweede deel In ons derde boekje kon je hier het eerste deel lezen, hier het vervolg Ik besluit de waarneemavond met een aperiefje te beginnen: TX Piscium, een rode carbonster die momenteel vlak boven Jupiter staat. Met de verrekijker lijk ik hem niet te kunnen vinden, en ik besef plots dat ik mijn verrekijkerstatief had moeten meenemen. Ik spreek daarom meteen de dobson aan, waarop de ster zich in alle naaktheid toont. Een diep oranje ster, die tevens mooi in de 9x50 zoeker te zien is, zij het onverwacht zwakker dan verwacht. Al ben ik blij dat ik toch al iets gevonden heb. Ik waag me vervolgens aan het serieuzere werk: NGC6939, een open sterrenhoop in het sterrenbeeld Cepheus. Zittend op mijn pianostoel speur ik op de sterrenkaarten die op mijn tafeltje liggen en kijk ik vervolgens naar de hemel, waarbij mijn hoofd heen en weer zwiept alsof ik naar een tennismatch zit te kijken. Ik richt de red dot uiteindelijk naar de vermoedelijke place to be en gaap zenuwachtig door het oculair. Tot mijn opluchting laat de hoop zich vrij makkelijk vinden. En het is een onverwacht schitterend hemelobject, waarbij het sterrenstelsel NGC6949 in het 25mm plösseltje onverwacht mooi naast de sterrenhoop staat te pronken . Ik focus eerst op de sterrenhoop, die zich als een waar diamanten juweel toont, die door de Pentax XW10 zo ontzettend puur te zien is. Het leuke eraan is dat de hoop gevangen lijkt te zitten tussen drie heldere sterren die een platte gelijkbenige driehoek vormen. De sterrenhoop zelf laat zich vrij mysterieus zien, ik gok dat ik zo’n twintig à dertig sterrenprikjes zie die gehuld zijn in een wit nevelachtig iets. Het hoopje neemt daarbij duidelijk de vorm aan van een driehoekje. De drie heldere sterren vormen hierbij de perfecte omkadering van dit kosmisch schilderijtje, waarbij het geheel mij aan zo’n kapelletje doet denken dat je wel eens tegen een boom ziet hangen. Of aan een vlieger ook. Nog een stuk mysterieuzer is het sterrenstelsel dat er vlak naast lijkt te staan, en ik schuif de Pentax weer in de oculairhouder, waarbij ik het stelsel afwisselend perifeer en rechtaantoe bekijk. Met momenten lijkt de puntige kern zichtbaar te worden, iets helderder als de rest van het cirkelachtige (of meer ovale?) wolkje. En op andere momenten lijk ik ook een vermoeden van spiraalarmen te zien. Fascinerend, en nogmaals bekijk ik het weer door het plösseltje, waarbij beide kunstwerken weer samen te zien zijn. Zo ontzettend prachtig. Ik gaap nogmaals met het blote oog naar de hemel en ontdek een nevelige vlek, maar in plaats van de plek wat nader te bestuderen concludeer ik onmiddellijk dat ik het dubbelcluster gevonden heb. Een blik door het oculair doet me schrikken, want het blijkt niet het dubbelcluster te zijn maar wel M31. En na wat getuur valt hij me plots op: een stofband! Ongelooflijk, ik had nooit verwacht M31 zo duidelijk zichtbaar te zien met het blote oog, en dan krijg ik ongevraagd nog een stofband cadeau in mijn oculair. Zalig! Hoopvol richt ik mijn blik uiteindelijk weer naar de sterrenhemel, en nu zie ik Perseus duidelijk staan, alsook het dubbelcluster, dat op deze plek zelfs zichtbaar is als twee afzonderlijke vlekjes! Een blik door het plösseltje doet mij rillen van opwinding. Ik dacht hem bij de vorige waarneemsessie al op zijn mooist gezien te hebben, maar het valt me onmiddellijk op hoeveel sterren er weer bijgekomen zijn. Man man man, dit is zo indrukwekkend mooi! En daar heb je hem dan: komeet 103P/Hartley, zwervend in een afgelegen steegje van het dubbelcluster. Ik had niet verwacht dat hij al zo groot en helder te zien zou zijn, wow, wat prachtig alweer.
www.cygni.be
7
Al heb ik wel moeite om hem te beschrijven. Kan het zijn dat ik de kern als een puntig iets zie? De nevelige waas die rond die kern hangt lijkt ook niet de vorm van een cirkel aan te nemen, hij lijkt meer uitgerekt te zijn. Wat een uniek spektakel in ieder geval, waarbij mijn gedachten weer afdwalen naar het beeld dat komeet Holmes mij ooit liet zien. Het waarnemen gaat me veel te vlot, en bij het volgende hemelobject kom ik gelukkig weer met beide voeten op de grond. De reflectienevel NGC7023 in het sterrenbeeld Cepheus laat zich niet zien, hoewel hij volgens waarnemingen op deepskylog duidelijk te zien moet zijn. Ik zoek waarschijnlijk niet op de juiste plek, ofwel kijk er gewoon over. Soit, er moet er altijd minstens eentje tussen zitten die zich niet laat zien. Ik draai de kijker dan maar naar het sterrenbeeld Cetus, waar ik een nieuwe Messier hoop te scoren: M77. Een sterrenstelsel dat zich onverwacht zwak door de dobson laat zien, al verstopt het stelsel zich gelukkig niet als ik het Pentax-oculair erbij neem. Integendeel, door dit oculair wordt de kern van het stelsel zichtbaar als een vaag puntig iets, die omsingeld wordt door een duidelijk maar wazig rondje. Opvallend is dat er een sterretje tegen de wazige rand staat, waardoor het stelsel op een miniatuurversie van M51 lijkt. Toch zie je na wat beter turen dat het sterretje geen tweede stelsel is, maar gewoon een ster die bij toeval op die plek staat. Redelijk dicht in de buurt moet ook het sterrenstelsel NGC936 te vinden zijn, maar deze ik krijg met de beste wil van de wereld niet gevonden, zelfs niet met behulp van mijn afgedrukte detailkaartjes. Ik besluit het even in de groep te gooien, waarop Lord-fornax hem even later, met het gemak van een Hans Kazàn, in het oculair van zijn 8 inch dobson tovert. De zin om mijn Tommy Cooper-geklungel te herhalen ontbreekt me, waarop Lord-fornax zo vriendelijk is om hem in mijn 10 inch dobson op te zoeken. Het stelsel toont een heldere kern, die omringd wordt door een vage gloed. Details kan ik er verder niet in zien, mogelijk dat hij nog mooier is als hij wat hoger aan de hemel staat. Wel leuk is dat ik hem dankzij Lordfornax heb kunnen bekijken, the Darth Vader’s Galaxy. Even later hoor ik Lord-fornax een wanhopige kreet slaan, als blijkt dat de hoofdspiegel van zijn dobson beslagen is. Zelf heb ik tevens de grootste moeite om mijn lenzen en vangspiegel vochtvrij te houden, en korte tijd later, op het moment dat ik de krabnevel in mijn vizier heb, slaat ook bij mij het noodlot toe: een beslagen hoofdspiegel, onbereikbaar voor mijn oververhitte föhn. Ik sta ondertussen iets meer dan vier uur op de waarneemplek. Uranus, een planeet die ik nog nooit eerder gezien heb, staat uitnodigend in de kijker van Redfish. Een klein maar fascinerend bolletje met een opmerkelijke kleur, een mengeling van wit, blauw en misschien ook een likje olieverfgeel. Het is een leuke afsluiter, en tegelijkertijd met de beslagen hoofdspiegel slaat de vermoeidheid me vol in de maag. Het is ondertussen al na half 2, en de gedachte dat ik nog een rit van 2 uur voor de boeg heb doet me besluiten dat het welletjes is voor deze avond. En het was een gezellige avond met toffe mensen, op een vreemde plek tussen zacht zoemende windmolens en een overweldigende Melkweg. Wat een contrast met de terugrit, die eerder hels te noemen is. Ik slaag er ditmaal niet in om alle reeën te ontwijken en keer met een gehavende auto huiswaarts. Ook de autosnelweg speelt nog een vermoeiend spelletje met me, waarbij ik, vechtend tegen de slaap, getrakteerd word op verradelijke mistbanken en zwalpende vrachtwagens. Om 4 uur rijd ik dan eindelijk weer de oprit van mijn woning op. Er is nog steeds geen wolkje te zien, en ik kan het niet laten om even in de achtertuin te gaan kijken. De sterrenhemel staat opvallend triest te schijnen, en de sterrenbeelden staan er werkelijk geplunderd bij. Ook de Poolster staat terug eenzaam op zijn vertrouwde plekje. En die overweldigende Melkweg? Tja, forget it. Niets van te zien hier. Zelfs geen zweempje. Nada.
www.cygni.be
8
De Meade Lightbridge (Steven) Na een beetje aansporing van mijn medebestuursleden, heb ik besloten om eens een poging te ondernemen tot het schrijven van een artikel voor ons astronomietijdschrift. Ik ben helemaal geen schrijverstalent, maar hopelijk kunnen jullie toch genieten van mijn artikel. Dit artikel gaat over mijn eigen telescoop, een Meade 10” LightBridge Truss Tube Dobson. Het eerste gedeelte van dit artikel vertelt iets meer over de werking van dergelijke Dobson telescopen. In het tweede deel ga ik dieper in op de Meade LightBridge serie en mijn ervaringen ermee. Alvast veel leesplezier! Dobson telescopen De eerst vraag die velen zich misschien zullen stellen is: ‘Wat is nou in godsnaam een Dobson?’. Een Dobson is, simpel gezegd, één van de simpelste telescopen die er bestaan. In essentie gaat het om een Newtoniaanse reflector. Dergelijke telescopen omvatten een grote primaire spiegel, welke concaaf is van vorm en daarenboven ook nog eens perfect parabolisch is. Het doel van deze spiegel is het verzamelen van zoveel mogelijk licht en dit te reflecteren naar één centraal punt (vandaar dat de spiegel perfect parabolisch dient te zijn). De lichtbundel die ontstaat wordt opgevangen door een, veel kleinere, secundaire spiegel bovenaan de Figuur 1: Principe Newton reflector Bron: www.skywatchertelescope.net telescoop. Deze vangspiegel laat de lichtbundel een hoek van 90° maken. De lichtbundel gaat vervolgens via een opening in de zijkant van de telescoop naar het oculair. De positie van beide spiegels kan in beperkte mate aangepast worden. Dit om ervoor te zorgen dat ze beiden perfect op elkaar zijn afgestemd. In de vorige alinea vermelde ik reeds dat het gaat om een Newtoniaanse reflector, vanwaar komt dan de naam Dobson? Het antwoord is simpel … van een monnik. Na 23 jaar in een klooster te hebben geleefd, besloot John Dobson het klooster achter zich te laten en zich volledig over te geven aan zijn hobby, astronomie. Dit vermits zijn pogingen om zijn kennis rond astronomie te verruimen niet met trompetgeschal onthaald werden door de andere monniken. Hij besloot een telescoop te ontwikkelen die iedereen zelf kon maken, dit door gebruik te maken van materialen die vrij verkrijgbaar waren bij de plaatselijke zelfbouwmarkt. Hij vertrok hierbij van het principe van een Newtoniaanse reflector, maar vervaardigde bv. de voet van de telescoop uit MDF. Op deze manier ontstond een zeer goedkope en uitstekende telescoop. Zoals men kan lezen zijn Dobson telescopen enorm simpel van opbouw. Hierdoor behoren ze ook tot de meest budgetvriendelijke telescopen die er bestaan. Bovendien bevatten ze, meestal, weinig technische snufjes. Dit maakt dergelijke telescopen enorm populair bij zowel de beginnende astronoom als de gevorderde amateur. In wat volgt ga ik dieper in op de Meade LightBridge serie en geef ik enkele ervaringen met mijn eigen Meade telescoop.
www.cygni.be
9
Meade 10” LightBridge Truss Tube Wat een Meade LightBridge (figuur 2) onderscheidt van een ‘standaard’ Dobson, is het feit dat deze telescopen niet beschikken over een dichte buis, maar over een open buisstructuur (voor foto, zie verder). De telescoop kan, indien gewenst, in 2 delen worden gesplitst. Het onderste gedeelte bevat de primaire spiegel, het bovenste gedeelte bevat de vangspiegel. Beide delen worden met elkaar verbonden door 6 aluminium buizen. Dit maakt het vervoer stukken gemakkelijker. Op de waarnemingsplaats aangekomen, kan de telescoop in ijltempo terug worden opgebouwd. Een nadeel van het steeds afbreken en opbouwen is dat de collimatie vlug verslechterd. Vermits de 10” nog net op de achterbank van de wagen kan liggen, blijf ik gespaard van dit euvel. De 10” heeft een brandpuntsafstand van 1270 mm (wat overeenstemt met 50 inch) en een primaire Figuur 2: Meade LightBridge 10" spiegeldiameter van, u raadt het al, 10 inch. Bijgevolg valt deze telescoop in de f/5 categorie, wat hem uitermate geschikt maakt voor ‘deep-sky’ observaties zoals nevels, sterrenclusters, etc. Deze telescoop wordt standaard geleverd met enkele handige accessoires zoals een ‘red dot’zoeker, een 26 mm ‘wide angle’ oculair, een ventilator voor het koelen van de hoofdspiegel, computersoftware en een bakje voor het opbergen van enkele oculairs. Voorts dient men zelf de zogenaamde ‘light shroud’ (figuur 2) aan te schaffen. In wezen gaat het om een doek, welke men rond het open gedeelte van de telescoop kan aanbrengen om lichtvervuiling tegen te gaan. Verder dient men ook zelf een set goede oculairs aan te kopen. Ik heb Figuur 3: Meade oculairs hiervoor geopteerd voor de Meade 5000 serie (figuur 3). Deze oculairs beschikken over een instelbare ‘eye-relief’. Dit wil zeggen dat je de afstand tussen de opening van het oculair en de lens manueel kan regelen. Op deze manier zit je niet continue met je oogbol tegen de lens van je oculair aangedrukt. Verder zijn deze oculairs parafocaal. Dit wil zeggen dat je de telescoop niet telkens opnieuw scherp moet stellen wanneer je van oculair wisselt. Een nadeel is wel dat de oculairs vaak meer kosten dan de telescoop zelf. Dit was ook bij mij het geval. Bovendien is het, denk ik, ook noodzakelijk dat je ergens terecht kan met vragen omtrent je telescoop. Vandaar dat ik het advies geef om, toch zeker als je nog nooit zelf een telescoop hebt gekocht, om een telescoop te kopen bij een erkende dealer. Mijn telescoop en toebehoren werden allemaal geleverd door Urania. Zo weet ik zeker dat, indien er zich zware problemen zouden voordoen, ik ergens terecht kan. Sommige lezers zullen zich misschien afvragen wat dit nu allemaal kost. Voor een Meade LigthBridge beginnen de prijzen rond de €500. Opgelet, het gaat hier om een 8”! Voor een 10” mag je zeker €600 tot €700 rekenen en voor een 12” of een 16” lopen de prijzen al over
www.cygni.be
10
de €1000. Voor een goede basisset aan oculairs mag je ook wel zeker €500 tot €700 rekenen. Maar, als je er een beetje zorgzaam mee omspringt heb je er een leven lang plezier aan. Nu is het tijd voor enkele persoonlijke ervaringen. Op internet is er een gezegde rond Meade telescopen. Het gaat ongeveer als volgt: ‘Meade telescopen zijn qua basis goed, maar er kan altijd wel iets verbeterd worden.’. Dit gezegde kan ook worden toegepast op de Meade LightBridge serie. Ik verduidelijk meteen met een voorbeeld. Voor het afregelen van de vangspiegel moet je gebruik maken van een schroevendraaier. Stel dat je de controle over de schroevendraaier verliest en deze in de buis laat vallen … . Hoewel de primaire spiegel beschermd wordt door middel van een plastic kap, is deze echt niet sterk genoeg om een vallende schroevendraaier tegen te houden. Het gevolg is een zwaar gehavende primaire spiegel. De oplossing ligt echter voor de hand, gebruik maken van zogenaamde ‘Bob’s Knobs’, kleine duimschroeven in plaats van de door Meade aangebrachte schroeven. Deze kan je o.a. bij Galileo aanschaffen en makkelijk zelf instaleren. Helaas zal je dan wel de collimatie opnieuw moeten uitvoeren. Een ander probleem, zoals eerder vermeld, is de zwakke bescherming van de hoofdspiegel. De dunne plastic kap die men standaard bekomt, biedt onafdoende bescherming. Bovendien moet deze over de hoofdspiegel worden geplaatst met vaak slechts enkele mm speling. Dit kan ertoe leiden dat men, ongewild, toch de hoofdspiegel bekrast. Dit probleem kan opgelost worden door het maken van een nieuwe beschermkap (figuur 4). Hiervoor ga je naar het lokale tuincentrum en koop je een schaal waarop je normaal gezien een bloempot plaatst. Het plastic van dergelijke schalen is vaak Figuur 4: Extra bescherming hoofdspiegel en open buisstructuur verscheidene malen dikker als het plastic van de bijgeleverde kap. Opgelet, de schaal moet van dezelfde grootte zijn als de buitendiameter van de buis! Vervolgens zaag je openingen op de plaatsen waar de buizen bevestigd zitten. Op deze manier heeft men een beschermkap die men op de opening van de onderste buis kan plaatsen. Bovendien bekom je op deze manier extra opbergruimte. Indien je niet van plan bent om je LightBridge elke keer uit elkaar te halen, is het misschien ook handig om een karretje te voorzien waarop de telescoop geplaatst kan worden (met een beetje moeite te zien onderaan figuur 1). Op deze manier hoef je niet telkens met 3 te zijn om de telescoop te verplaatsen. Ook dit is gemakkelijk en snel zelf te maken. Je koopt een houten plaat, welke dik genoeg is om het gewicht van de telescoop te kunnen dragen, waarin je vervolgens een ronde, met dezelfde diameter als de voet, uitzaagt. Voorts maak je enkele gaten waarin de rubberen voetjes kunnen rusten en monteer je enkele draaiwieltjes. Het resultaat is een karretjes waarmee je de LightBridge makkelijk alleen kan vervoeren. Wat de ‘waarneemkwaliteiten’ betreft, kan ik absoluut niet klagen. Nadat de telescoop goed is gecollimeerd (waarvoor dank aan Bram en de andere leden van het bestuur), beschik je over een pracht instrument. Ik herinner de eerste keer dat ik met mijn LightBridge naar de maan keek. Ik zag een prachtig maanlandschap, bijna tot in de kleinste details. Het bijgeleverde 26 mm oculair verschaft prachtige beelden. Ook de 5000 serie van Meade geeft vele uren kijkgenot, en dit zonder de ogen te vermoeien. Laat mij besluiten door te zeggen dat je met een Meade LightBridge een prachtig staaltje van optisch materiaal in huis haalt. Perfect voor een beginner of een gevorderde amateur. Hoewel er een paar nadelen zijn, zijn deze vaak perfect zelf op te lossen, en dit tegen een niet al te hoge kostprijs. In conclusie, een echte aanrader!
www.cygni.be
11
Het scheidend vermogen (Juul) In navolging van Steven’s verhaal uit de vorige editie, hier wat theorie die Juul uit Thieme’s sterrenboek haalde. Als met de kijker foto's worden gemaakt is het belangrijk de middenlijn van het buigingsschijfje te kennen. Maar bij het visuele waarnemen kunnen we de “scherpte “ ( het z.g. scheidend vermogen) anders uitdrukken. Als twee sterren dicht bij elkaar staan, zullen we met een kijker met een groot scheidend vermogen twee puntjes kunnen zien, terwijl een kijker met een gering scheidend vermogen er slechts één puntje te zien geeft. Het scheidend vermogen drukken we dan uit in de hoekafstand (in boogseconden )die de sterren mogen hebben om ze nog juist als twee sterren te kunnen onderscheiden. Dit scheidend vermogen (s) hangt alleen af van de middenlijn (D) van het objectief. S= 120”/D ( D in mm ) Een kijker met een objectief van 5 cm middenlijn zal dus nog dubbelsterren kunnen scheiden die 2.4 boogseconden van elkaar staan, want s=120”/50 = 2.4” Een dubbelster, waarvan de componenten b.v 1” van elkaar staan, zullen we met een 5 cm kijker nooit als twee afzonderlijke sterren kunnen zien, al kiezen we nog zo een sterke vergroting. Even goed als het onmogelijk is met een boor van 2.4 mm middenlijn een gaatje te boren van 1 mm. We kunnen met behulp van de formule S= 120”/D gemakkelijk het volgende lijstje samenstellen. Middenlijn objectief Scheidend vermogen (ongewapend oog) (4 = 240” )
www.cygni.be
1 cm
12”
2 cm
6”
4 cm
3”
5 cm
2.4”
6 cm
2“
8 cm
1.5”
10 cm
1.2”
15 cm
0.8”
20 cm
0.6”
25 cm
0.48”
30 cm
0.4” 12
Nu denkt u misschien , dat een kijker met een perfect geslepen spiegel of lenzenstelsel dit theoretisch scheidend vermogen ook haalt. Dit is niet waar. Kleinere Lenzenkijkers halen het gemakkelijker dan grotere kijkers. Misschien is dit met de tegenwoordige kijkers niet meer zo. Uit ervaring weet men ,dat volmaakt geconstrueerde Newton-telescopen niet veel meer dan de helft van het theoretisch scheidend vermogen halen. Nogmaals maximale vergroting. Ons oog ziet twee lichtpuntjes pas afzonderlijk, als ze een hoek van ongeveer 4’ met elkaar maken. ( 4 min.=4 x 60 “= 240”). Er is dus bij een 5 cm objectief(zie lijstje) een vergroting van 240/2.4 =100 x nodig. Dit is dus de bovenste grens der vergroting, die nog een nuttig effect heeft bij het waarnemen van dubbelsterren. Deze grens zullen we Vmax noemen. Ze bedraagt tweemaal de middellijn van het objectief in mm. In het algemeen is het oplossend vermogen 120”/D. Bij een vergroting van V wordt deze hoek: ( 120”/D)x V. Als deze hoek 4’ of wel 240” is, zitten we aan de grens der vergroting omdat dan de buigingsschijfjes zichtbaar worden en niet meer puntvormig lijken. Dus voor de maximale vergroting geldt: ( 120”/D ) x V =240”, waaruit volgt Vmax = 2D . We zullen nog zien,dat we deze vergroting alleen in uitermate gunstige omstandigheden kunnen gebruiken. Bepaling van het scheidend vermogen met een testkaart. Men kan heel moeilijk het scheidend vermogen van een kijker bepalen door op te geven, wat je er b.v allemaal mee kunt zien. We hebben daarvoor een meer onpersoonlijke meetmethode nodig. Om onze kijker te testen, zouden we het best na kunnen gaan welke dubbelsterren we nog net gescheiden kunnen zien.Van een groot aantal sterren is namelijk de boogafstand aan de hemel bekend. Dit is echter een enorm tijdrovend werk, waarbij de onrust van de atmosfeer nog dikwijls roet in het eten strooit. We kunnen het scheidend vermogen ook met een testkaart bepalen. Hierop staan groepjes steeds dichter bij elkaar staande witte en zwarte lijntjes.
www.cygni.be
13
We stellen de testkaart zo op ,dat hij goed verlicht wordt en bekijken dan de testkaart op een afstand van 25 à 100 meter door onze kijker met ons sterkste oculair. Stel , dat we op 51.5 m staan. We bestuderen nu rustig de testkaart en zoeken ’t groepje op, dat we nog juist als witte en zwarte lijntjes zien. Nemen we aan ,dat dit het groepje is waar 1.25 bij staat, dan zien we het groepje van 1.4 volkomen egaal grijs. U zult wel last hebben van de onrust van de lucht en af en toe zelfs het groepje 1.1 en 1.0 zien vervagen. We moeten waarnemen in de rustige ogenblikken en daarom houden we 1.4 nog even in de gaten telkens als de lucht weer rustig is. Blijft 1.4 grijs ,dan blijven we bij 1.25 . Met de volgende formule vinden we dan het scheidend vermogen in boogseconden. S =206/(A x N ) Daarin is A de afstand van het objectief van de kijker tot de testkaart, in meters en N het getal bij het groepje waarvan we de lijntjes nog juist kunnen zien. In ons geval was het scheidend vermogen dus: S = 206/ ( 51.5 x 1.25 ) = 3.2” Om te oordelen hoe goed onze kijker is , vergelijken we deze uitkomst met het theoretisch scheidend vermogen van onze kijker .We kunnen de kwaliteit ook in procenten uitdrukken . Daarvoor gebruiken we de volgende formule: K =( 100 x het theoretisch scheidend vermogen) / het werkelijk scheidend vermogen Stel dat onze kijker een objectiefmiddellijn heeft van 5 cm (daarvoor is het theoretisch scheidend vermogen 2.4”), dan is de kwaliteit : K = 240/3.2 % Voor een Newton Telescoop zou dit een gunstige waarde zijn. Met het kleine testkaartje kunt u alle telescopen testen. Is zelfs 2.8 nog helemaal te zien,dan vergroot u de afstand. Is 1.0 nog helemaal grijs, dan verkleint u de afstand.
www.cygni.be
14
In de kijker Deze keer laten we M81 en M82 zien, beide stelsels bevinden zich in de grote beer. Foto door Jef Sterckx
Geplaatst op onze site op zondag 27 december 2009. Vier keer acht minuten belicht.
Schets door Jurgen Brusselmans Van sterrenplezier.be : Een poging om M81 en M82 te schetsen. Beide stelsels zijn met een kleine kijker mooi beeldvullend te zien, waarbij je bij M81 duidelijk tegen de bovenzijde aankijkt en de kern zichtbaar is als een wazig sterretje waar een nevelachtige gloed rond hangt. Bij M82 daarentegen kijk je duidelijk tegen de zijkant van het stelsel aan en zie je die typische sigaarvorm. Bekeken met de 13 cm Newton met een vergroting van 26 maal (Sirius Plössl 25 mm oculair), op 11 maart 2010, om 01.00 uur.
www.cygni.be
15
Toekomstmuziek Planeten Mercurius is tot half september vlak voor zonsopkomst te zien, daarna is het wachten tot de zonsondergangen van November, vanaf 12 December terug ’s morgens Venus komt half November in zicht, na zonsondergang. Venus wordt steeds beter zichtbaar tot het einde van het jaar. Mars komt pas in December voor middernacht op, maar is in September al te zien in de tweelingen (’s morgens). Jupiter is nog het hele jaar bijna de ganse nacht zichtbaar. Saturnus verschijnt eind oktober weer aan de ochtendhemel, in December staat ze in de buurt van Spica, in de maagd. September 16 De maan in conjunctie met Jupiter 18 De maan 3° ten zuiden van de Plejaden (’s morgens) 23 De maan in samenstand met Mars en Castor & Pollux (’s morgens) 26 Uranus in oppositie, mbv een zoekkaartje te vinden, telescoop/verrekijker Oktober 1 Mars passeert de open sterrenhoop Praesepe, M44 (’s morgens – verrekijker) 13 De maan 4° ten noorden van Jupiter 13 Ganymedes wordt eerst verduisterd, daarna bedekt door Jupiter, telescoop 22 De maan 6° ten zuiden van Mars en regulus 29 Jupiter in oppositie en dus de hele nacht zichtbaar 31 Schaduwovergang van twee maantjes op Jupiter, telescoop November 9 De maan 4° ten noorden van Jupiter 9 De vier maantjes ten westen van Jupiter komen per twee in conjunctie, telescoop 10 Mars ten noorden van Regulus, kleurverschil goed te zien, bijna even helder 11 De maan ten zuiden van de Plejaden 19 Conjunctie maan-Mars 22 De maan ten zuiden van Saturnus 25 Gedeeltelijke zonsverduistering, helaas op de zuidpool 25 Verduistering van Ganymedes, telescoop 27 De maan ten noorden van Venus 28 Met behulp van een zoekkaartje is planetoïde Eunomia te zien in Perseus, telescoop December 5 De vier jupitermaantjes ten oosten van deze planeet, telescoop 6 De maan ten noorden van Jupiter 9 De maan ten zuiden van de Plejaden 10 Totale maansverduistering, grootste gedeelte overdag,’s avonds kijken 13 Schaduwovergang van Ganymedes over Jupiter, telescoop 13 Geminiden, meteorenzwerm, nog tot 15/12 17 De maan ten zuiden van Mars 20 De maan ten zuiden van Saturnus, samenstand met Spica 23 De maan in conjunctie met Mercurius 24 Planetoïde Kalliope in oppositie, zoekkaart+telescoop in Auriga 26 Vier maantjes ten oosten van Jupiter 27 De maan ten noorden van Venus, ’s avonds 29 Schaduwbedekking Europa door Jupiter 31 Alleen Callisto naast Jupiter te zien
www.cygni.be
16
Ledenlijst Hugo Asselman Erik Backx Jurgen “Brusselmans” Steven De Reyck Geert Geens Bram Goossens Emmanuel Heylen Wim Martens Danielle Rubbens Jef Sysmans Ina Valckx Juul Verhoeven Joeri Wouters Luc Wouters Luk Wynants Jeugdleden Liam Van der Vliet Janou Verhoeven Ward Verhoeven Wout Verhoeven
Lid worden van VVS Cygni kan door te storten op rekening nr.: 731-0070200-44. U hebt twee mogelijkheden: -VVS lid en VVS Cygni lid kost € 22,00 -Enkel VVS Cygni lid kost € 5,00
Tekst en inhoud werd verzorgd door de leden van VVS Cygni. We vinden het zeer fijn als ook U in uw pen kruipt en ons een artikel opstuurt.
Opmaak: Luk Wynants Uitgegeven door VVS Cygni
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
www.cygni.be
17