1
Voorwoord In deze episode van De Gouden Bal gaan de gebeurtenissen rondom Martinho weer verder. Een jonge man die, zoals zovelen, al veel levenservaring heeft opgedaan. Gebeurtenissen die daaraan ten grondslag liggen worden niet altijd verkozen door de mensen zelf noch door hun ouders. Ze vormen mijlpalen op het levenspad dat voor eenieder is uitgestippeld. Tweesprongen in dat pad maken keuzen op gezette tijden mogelijk. Helaas zijn die momenten door de snelheid van het leven slechts kortstondig beschikbaar. Het komt maar al te vaak voor, dat de richting van iemands levenspad bepaald wordt door krachten die bij die splitsingen op hem inwerken. Of je de goede richting kiest is vaak meer geluk dan wijsheid. En elke tweesprong komt je slechts eenmaal in je leven tegen. Helaas zijn bruggen naar het verleden niet beschikbaar, zelfs geen wankel exemplaar. Een besluit is daarom altijd onherroepelijk. Wel ontstaan er bruggen naar de levenspaden van andere mensen die je toekomst mede vorm zullen geven.
De brug, zoals getekend door mijn zus Elly Persoon, staat daarom ook symbool voor deze episode.
Ruud Macco 30 november 2013
Copyright 2013 Niets uit dit verhaal mag worden overgenomen noch gekopieerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver.
Wat ging er aan vooraf Zach Zorelli, de houthandelaar uit Rio de Janeiro, is in het woud op zoek gegaan naar een gouden bal die hij vanuit zijn vliegtuig heeft waargenomen. Tijdens die zoektocht passeert hij een over een ravijn gespannen touwbrug. Daarmee is hij een grens overgetrokken naar een door indianen beheerst gebied. Daar is hij gevangen genomen. Zach Zorelli had uit voorzorg zijn advocaat, Vicor do Douro, geïnformeerd over zijn plannen. Toen Zach Zorelli niets meer van zich liet horen en omdat Vicor er achter kwam, dat de Gouden Bal een heiligdom was voor de indianenstammen in de Amazone, heeft hij een reddingsoperatie in gang gezet. Dankzij de inspanningen van zijn medewerkers hebben de indianen hem, beroofd van al zijn bezittingen, voor zijn redders achtergelaten op de touwbrug over het raviijn. Nadat Hania en Isabella, beiden medewerkers van Vicor do Douro, Zach Zorelli hadden gevonden vlogen ze met hun reddingshelikopter terug naar het houthakkerskamp. Echter bij de landing in het kamp werden ze opnieuw door aangevallen en zijn ze neergestort. De overlevenden van die crash blijken opnieuw door indianen te zijn meegevoerd. Alleen de gids, Eduardo Nogueira, wist terug te keren.
Jaren voor die gebeurtenis kreeg Sakima, een Ataguchu indiaan, bij zijn inwijding de naam Nahele. De God Cavillace gaf hem daarbij een speciale opdracht voor zijn leven. Het zou zijn taak worden om mensen in staat te stellen hun kennis en vaardigheden bij elkaar te voegen en de strijd om het bezit van de ware kennis uit te bannen. Sakima Nahele was veel liever een krijger geworden om zijn stam te verdedigen tegen het onrecht dat houthakkers het woud aandeden. Op zijn eerste zelf georganiseeerde missie viel hij al in handen van houthakkers die hun habitat dreigden te vernielen. Zij verkochten hem aan een zekere Diogo die hem meenam naar Sao Paulo. Op Diogo, die werkte voor de farmaceutische fabriek Pharymco, maakt hij indruk door zijn kennis van planten en dieren in het Amazonegebied. De firma Pharymco wil zijn kennis exploiteren. Tijdens zijn reis in gevangenschap weet hij het hart te veroveren van Maria Cavalho, de secretaresse van Diogo. Het kind dat uit die relatie wordt geboren krijgt de naam Martinho. Sakima Nahele kan echter niet wennen aan zijn nieuwe woonomgeving en vlucht uiteindelijk weer het woud in. Hij maakt er vrienden en vijanden. Door achterdocht en vijandige invloeden
De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
1
achtervolgd begint hij met een aantal getrouwen en met de steun van zijn beschermer en gids, de god Cavillace, aan een tocht door het woud op zoek naar een nieuwe woonomgeving. Met behulp van Cavillace weet hij gedurende zijn hele tocht op miraculeuze wijze contact te houden met zijn zoon Martinho.
Maria Cavalho gaat na de bevalling van Martinho weer aan het werk bij Pharymco, dat inmiddels is gesplitst in een fabriek en een universiteit. Daar ontmoet ze Ramiro di Paulo, waar ze na het vertrek van Sakima mee is gaan samenwonen. Als jonge opstandige puber vluchtte Martinho het ouderlijk huis uit. Op zijn vlucht werd hij gerecruteerd als gigolo in een bordeel in Rio de Janeiro. Mede onder invloed van verdovende middelen, die hem daar op slinkse wijze worden toegediend, droomt hij regelmatig van zijn vader Sakima. Martinho verlangt vurig naar zijn vader. Maar in zijn dromen houdt hij Martinho voortdurend voor zijn eigen levenspad te vinden. Een van Martinho’s klanten in dat bordeel blijkt Christina do Douro te zijn, de vrouw van de advocaat van Zach Zorelli. Zij werd zijn laatste klant, want met de hulp van zijn kamermeisje, Orenda, wist hij uiteindelijk uit dat bordeel te vluchten. Kort daarna kwam er een politie-inval en werd het gesloten. Aangezien Martinho inmiddels door een oproep van Maria Cavalho en Ramiro di Paulo op TV in heel Brazilië werd gezocht en Martinho niet meer naar huis wilde, besloten ze eerst iets aan zijn uiterlijk te doen. Net toen ze daarmee bezig waren, ontdekte Vicor do Douro hen.
De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
2
Martinho en Vicor do Douro ‘Wat een lieflijk tafereel,’ smaalt Vicor. ‘Knip hem niet in zijn oor.’ Verschrikt kijkt Orenda om. Haar schaar laat een felrode streep achter op Martinho’s neus. ‘Auw,’ Martinho grijpt naar zijn neus. ‘Oh sorry,’ zegt ze en probeert de schram weg te poetsen. ‘In zijn neus ook niet,’ zegt Vicor. Orenda kijkt van de kras op Martinho’s neus naar Vicor. Martinho richt zijn blik boos van Orenda naar Vicor. Vicor laat zijn blik grijnzend rusten op het jonge stel. Plotseling wordt het spanningsveld weg gezogen door Vicor’s bulderende lach. Martinho en Orenda trekken hun wenkbrauwen op en vallen dan met een schuchter lachje in. Ze beginnen zich net wat minder ongemakkelijk te voelen als Vicor plotseling stil valt. Van schrik klemt Orenda zich vast aan Martinho. ‘En daar is Martinho di Paulo eindelijk. Heel Brazilië zoekt naar jou jongen,’ zegt Vicor. ‘Ik heet geen Di Paulo. Ik ben Martinho Nahele.’ ‘Di Paulo of Nahele. Inspecteur Duarte ontdekt vast heel snel hoe je echt heet.’ Boos spring Martinho op. Orenda belandt daarbij nogal ruw op de grond. ‘Ik wil niet naar de politie en ook niet naar huis, zolang die kerel daar woont.’ roept hij. ‘Woooohh. Waar wil je dan heen knul? Of ga je met je vriendinnetje mee?’ Martinho kijkt naar Orenda die nog op de grond zit en hem met grote ogen aankijkt. Schielijk steekt hij zijn hand uit, helpt haar overeind en trekt haar dicht tegen zich aan. ‘Laat me raden: Jullie kunnen nergens heen,’ zegt Vicor met een grijns op zijn gezicht. ‘Wie bent u en wat wilt u van ons?’ vraagt Martinho al zijn moed bijeen schrapend. ‘Wie ik ben leg ik je graag uit. Later. Jij kent mijn vrouw heel goed jochie. Eigenlijk een beetje te goed naar mijn zin,’ zegt Vicor. ‘Christina is uw vròuw?’ vraagt Orenda. ‘Ik kwam haar daarstraks samen met hem tegen.’ fluistert ze tegen Martinho. ‘Heel goed. Heel goed meisje.’ ‘Ze was erg onder de indruk van je Martinho. Wees gerust, ik neem het jòu niet kwalijk. Ze wilde het zelf. Maar daarvoor zocht ik je niet.’ ‘Waarom dan wel?’
De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
3
‘Om iets dat je tegen haar hebt gezegd.’ ‘Ik heb haar toch niet beledigd of zo?’ ‘Nee dat niet. Laten we op mijn kantoor verder praten. Ik ben Vicor do Douro.’ ‘En die inspecteur ehhh? Die u net noemde.’ vraagt Martinho. ‘Ha ha. Duarte bedoel je. Die zal nog even verder moeten zoeken. In mijn kantoor zal hij je niet vinden. Meisje, maak zijn kapsel even af dan gaan we.’ ‘Ik heet Orenda.’ Ze steekt de schaar weer in het restant van Martinho’s krullen. ‘Mooie naam, Orenda. Knip zijn haar maar heel kort dan herkent onze Duarte hem niet zo gauw.’ ‘En als we niet met je mee willen?’ vraagt Orenda. Ze wijst met haar schaar naar Vicor en kijkt hem uitdagend aan. ‘Tja, Duarte is natuurlijk een heel slimme inspecteur die altijd alles goed uitzoekt. Vaak duurt dat erg lang. Een tip kan hij altijd goed gebruiken.’ zegt Vicor. Terwijl hij dat zegt, buigt hij zijn vingers en bestudeert aandachtig zijn vingernagels. ‘Nou goed dan,’ zegt Orenda en zet haar schaar in de resterende krullen van Martinho. Tenslotte lopen ze met Vicor naar zijn auto. Christina hangt met haar armen over elkaar tegen de zijkant van de auto. Ze kijkt haar man aan met een blik vol ongenoegen.’ Had je me de sleutel niet even kunnen geven voor je weg rende?’ ‘Ja sorry. Daar was even geen tijd voor.’ ‘Jij hebt nooit tijd voor mij. Duarte wel,’ zegt Christina boos. Dan pas kijkt ze naar de twee mensen achter Vicor’s rug. ‘Martinho?’ zegt ze verbaasd. ‘Ja, Martinho en Orenda. Maar wat heb jij tegen Duarte gezegd?’ Snel speurt hij om zich heen naar mogelijk onraad. Zijn hand verdwijnt in zijn broekzak. Een droge tik en een pieptoon klinkt, als de portieren van het slot springen. ‘Christina naast mij en jullie achterin,’ zegt hij met een schuine blik naar zijn vrouw. ‘Nou, wat heb je gezegd?’ bijt hij Christina toe. ‘Hij wilde weten waar ik Martinho gezien had en waar jij was gebleven,’ zegt Christina met hese stem. ‘Ja dat had ik zelf ook al bedacht. Ik wil weten, wat jij hem hebt verteld.’ Vicor start de auto en rijdt met een schok weg. ‘Nou snauw niet zo. Kan ik het helpen dat die vent hier rondstruint.’ Vicor draait zijn ogen naar boven en slaakt een lange zucht. ‘Ik heb gezegd dat ik niet zo’n eind kon lopen op deze schoenen en dat jij hier ergens rondliep om te zien of je Martinho kon vinden.’ De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
4
‘Heb je hem ook nog verteld waar je Martinho ben tegengekomen?’ ‘Hij wist dat ik in dat huis ben geweest en dat ik Martinho daar gezien heb,’ zegt Christina. Ze kijkt uit het raam van de auto zonder iets te zien. Tranen wellen op in haar ogen. ‘En jij hebt dat natuurlijk gewoon toegegeven?’ ‘Wat moest ik anders? José heeft het hem vast verteld.’ ‘Shit. Die kerel staat vast al op me te wachten. Hij mag jullie nu niet vinden. Nog niet. We gaan ergens heen waar geen politieagent zal zoeken. Duiken jullie en laat je niet zien.’ Orenda en Martinho duiken plat op de achterbank. Orenda schuifelt net zo lang tot ze met haar gezicht dicht tegen dat van Martinho aan ligt.’ ‘Nou wat doen jullie daar achterin? Lig eens stil. Dadelijk houden ze me nog aan voor dronkenschap,’ snauwt Vicor. Zonder dat iemand nog een woord zegt, stuurt Vicor de grote Audi door het drukke verkeer van Rio. Martinho en Orenda durven geen vin te verroeren. Ze liggen dicht tegen elkaar aan in een innige omhelzing. ‘Niet naar de achterbank kijken,’ bijt Vicor Christina toe als ze even omkijkt. Verschrikt kijkt ze weer voor zich en zegt niets. Het is alsof de rit de tijd vertraagt. Iedereen is dan ook blij als Vicor de oprit van een landhuis opdraait. ‘Shit, de sleutel ligt natuurlijk nog in de kluis op kantoor,’ zegt Vicor. ‘En daar staat die Duarte met zijn club natuurlijk op me te wachten.’ ‘Wie woont hier?’ vraagt Christina. ‘In de auto blijven,‘ zegt Vicor. Zelf stapt hij uit en loopt om het huis heen. Even later komt hij terug met een sleutel in zijn hand en rukt een van de achterportieren open. ‘Uitstappen jullie tweeën en meekomen. Snel.‘ Hij kijkt schichtig om zich heen als hij Martinho en Orenda voort duwt over het pad dat hen om de hoek van het huis voert. Hand in hand lopen ze bijna in looppas voor Vicor uit om aan zijn dwingende handen voor te blijven. Ze komen in een keurig verzorgde achtertuin. Het weelderige groen onttrekt andere huizen aan het gezicht. De deur van een kleine kweekkas waait heen en weer in de lichte bries. Vicor steekt de sleutel in het slot van een van de deuren achter het huis. Tevergeefs. Hij beent naar een volgende deur. Weer niks. Pas bij de derde deur heeft hij geluk. Hij wenkt Martinho en Orenda en sommeert heen naar binnen te gaan. Ze komen in een kleine ruimte waar een hoop pijpen en buizen doorheen lopen. Aan de wand hangt een grote ketel. Vlak achter de deur steekt een elektriciteitsmeter net boven de vloer uit. Daarboven De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
5
een rij zwarte kasten met zekeringen. Aan de andere muur hangt een meter met rode en groene vlakken op de wijzerplaat. De wijzer staat bijna in het rode vlak. Vicor tikt tegen het glas. De wijzer trilt even en zakt nog verder het rode vlak in. ‘Ook dat nog. De olietank bijna leeg. Zorelli heeft daar vast een huismeester voor.’ bromt hij met een blik op de achtertuin. ‘Er is niet veel ruimte hier,’ zegt hij tegen Martinho en Orenda. ‘Jullie zullen het er even mee moeten doen. Ik kom zo snel mogelijk terug met de huissleutel. Zorg dat je intussen niet opvalt als je tenminste niet in handen van de politie wil vallen of misschien wel erger.’ ‘Is hier ook wat te eten en te drinken?’ vraagt Martinho. ‘Zo langzamerhand lust ik wel wat.’ ‘Ik koop wel iets.’ Vicor’s blik dwaalt over Martinho. ‘Je kunt trouwens ook wel wat andere kleren gebruiken knul,’ zegt Vicor. Daarna loopt hij naar buiten en draait de deur op slot. Nog voordat Vicor terug is bij zijn auto draait er een grote pickup truck met een grote machine op zijn aanhanger de oprit op. De zware auto stopt vlak achter de zijne, zodat hij met geen mogelijkheid meer weg kan rijden. Er stapt een tanige kerel met een geruit shirt uit. Zijn benen steken in een werkbroek met veel zakken. Een paar stevige werklaarzen maken het beeld van de tuinman compleet. De man loopt naar de laadbak van zijn auto en pakt er een riek uit. Dan loopt hij op Vicor af. ‘Wie bent u?’ ‘Ik ben Mr. Do Douro, advocaat van meneer Zorelli.’ ‘Meneer Zorelli is op reis. Heeft hij dat niet laten weten?’ ‘Hij zei een week weg te blijven. Maar hij laat niets van zich horen. Ik was toch in de buurt en dacht: kom ik rij even langs. En u? Bent u de tuinman?’ ‘Ja. En ik pas zo’n beetje op zijn huis. Ik ben Roberto.’ Hij steekt een grote hand uit naar Vicor. ‘Aangenaam Roberto. Oh, weet je dat zijn stookolie bijna op is? Zijn tank moet worden bijgevuld.’ ‘En wie zal dat betalen?’ ‘Meneer Zorelli, denk ik.’ ‘Dan zal het moeten wachten tot hij terug is. Clem wil altijd gelijk afrekenen, zegt Roberto.’ Hij loopt terug naar zijn auto en gooit de riek weer achter in de bak. ‘Ik zal meneer de meester er even uit laten.’ zegt hij en springt verrassend lenig in zijn truck. ‘Ik zal die olie wel regelen,’ zegt Vicor. Hij geeft de tuinman zijn kaartje. ‘Als je mij Clem’s nummer geeft, reken ik wel met hem af.’ Vicor rukt de deur van zijn auto open. ‘Christina. Pen en papier. In het dashboardkastje. Schrijf op.’
De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
6
Christina rommelt haastig in het dashboard-kastje, haalt er een verfomfaaid papiertje uit en een ballpoint. Ze schrijft het nummer op dat Vicor haar dicteert. ‘Mooi huis heeft die avonturier,’ zegt ze terloops. ‘Ja, daar heeft hij nu even niks aan. En je kunt het maar beter vergeten voordat je je mond voorbij ....’. De rest van het geluid gaat verloren in het geloei van de motor die Vicor met een overdosis gas aan de praat brengt. De tuinman had zijn combinatie net genoeg opzij gezet om Vicor er langs te laten. De grote wagen stuift er rakelings langs en remt abrupt bij de straat. De tuinman staart hem na. ‘Brokkenpiloot,‘ mompelt hij. Dan haalt hij zijn schouders op en begint zijn gereedschappen uit te laden.
Als Vicor en Christina hun eigen oprit oprijden, stappen er een paar mannen uit een voor het huis geparkeerde auto. ‘Duarte,’ zegt Vicor kortaf als de twee over de oprit naar hen toekomen. ‘Ik praat wel met hem. Ga jij maar naar binnen.’ ‘En Vicor, heb je Martinho gevonden?’ vraagt de kleinste van de twee. De andere loopt gelijk naar de passagierskant van Vicor’s auto en opent het portier voor Christina. ‘Hallo Duarte. Waarom denk je dat ik die Martinho zoek?’ vraagt Vicor. ‘Dat kun jij mij beter vertellen. Je vrouw heeft je vast gezegd waar ze Martinho heeft ontmoet en waar die toen mee bezig was.’ ‘Dat zal ik niet ontkennen.’ ‘Niet? Dan is het vast niet zo toevallig dat je daar bij dat bordeel was.’ ‘Ok, ok, tegen zoveel scherpzinnigheid kan ik niet op. Christina vertelde over de prima service in dat huis. Ik wilde dat ook wel eens meemaken. Wist je dat ze paren ook een uitstekende behandeling kunnen geven?’ ‘Je kent me toch wel beter is het niet Vicor? Jouw vrouw heeft met Martinho ehh, laten we zeggen, gesproken. En jij weet net als iedereen dat hij in het hele land wordt gezocht.’ ‘Je hebt gelijk. Maar je kent me toch? Ik waarschuw de politie pas als ik ergens zeker van ben. Zonder hem zelf gezien te hebben, kan ik niet zeggen of hij de gezochte Martinho di Paulo is. Volgens Christina heet de jongen, die zij heeft gesproken, namelijk Martinho Luiz Suarèz.’ ‘En waarom kwam je dan kijken?’ ‘Omdat ze zei dat die knul leek op die van de foto in de Correo.’
De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
7
‘En omdat het even een slappe tijd is in je praktijk besloot je zelf op onderzoek uit te gaan. Je onderschat me Vicor. Dat valt me tegen van je.’ ‘Nou kijk dan zelf,’ zegt Vicor met een brede armzwaai naar zijn auto. Duarte kijkt even naar zijn maat. ‘Je auto geloof ik wel. Ik zit alleen met dat vervelende gevoel dat jij je oude vriend niet alles vertelt wat je weet over Martinho.’ ‘Waarom zou ik dàt nou doen?’ ‘Dat moet jìj mìj vertellen. We spreken elkaar nog,’ zegt Duarte. Na en kort knikje naar zijn collega draait hij zich nog even naar Vicor. ‘Ik hoef je natuurlijk niet te vertellen, dat het onttrekken van een minderjarige...’ ‘Strafbaar is. Ja ja ja... Dat weet ik.’ vult Vicor hem aan. Nagestaard door Vicor en, vanachter een gordijntje, door Christina lopen de beide politiemannen op hun gemak de oprit af. Als hun auto is vertrokken beent Vicor naar binnen. ‘Christina!’ roept hij al vanuit de hal. ‘Zorg jij even voor eten en drinken voor die twee? En ook wat nieuwe kleren voor Martinho.’ ‘Wat voor kleren?’ ‘Wat denk je zelf? Je hebt meer van hem gezien dan ik.’ ‘Hij kan wel een hele nieuwe garderobe gebruiken vind ik,’ zegt Christina. ‘Vond ik ook al. Nou koop die dan.’ Mopperend loopt Vicor naar de keuken. ‘En ga naar een winkel waar ze je niet kennen. Dan hoef je ook niks uit te leggen.’ ‘Kan ik met jouw auto gaan?’ ‘Dat dacht ik niet hè. Ik ga zo naar kantoor. Leg straks alles maar in mijn auto in de parkeergarage onder ons kantoor.’
Het kleine raam in het ketelhuis laat slechts een beetje licht door. Een dik traliewerk aan de buitenkant ervan tempert het licht nog meer. Spinrag en een vieze blauwe aanslag tegen het ruitje belet hen de tuin in te kijken. Een zwaar gebrom en een hoop gerammel kondigen de komst van een andere auto aan. Martinho en Orenda spitsen hun oren en durven zich bijna niet te verroeren. Geluiden van startende en stoppende motoren dringen ongehinderd door de dunne muren van het ketelhuis. Net als na een laatste explosie van ongetemd motorgeweld de rust lijkt te zijn weergekeerd, wordt er net buiten hun schuilplaats met een enorme herrie weer een andere motor gestart. Martinho kan zich niet langer beheersen en tuurt ingespannen door het vettige raampje. Met één vinger trekt hij een spinnenweb in een hoek van het raam wat opzij. De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
8
Plotseling stopt de motor van de grasmaaier. Martinho duikt weg. Voetstappen komen dichterbij gevolgd door een hevig gerammel aan de deur. ‘Wie is daar? Maak open.’ Ze durven nauwelijks adem te halen. Het magere gezicht van de tuinman verduistert het ketelhuis. Het wordt nog donkerder als de tuinman zijn handen boven zijn ogen houdt om naar binnen te kijken. ‘Is daar iemand?’ klinkt het nog een keer. Ze geven geen antwoord Uiteindelijk klaart het weer op in het benauwde hokje. ‘Ik zou zweren dat ik daar iemand zag,’ horen ze de man mompelen. ‘Meneer Zorelli had hier toch ergens een sleutel neergelegd?’ Bloempotten worden verschoven stalen roosters opgetild en weer neergelegd. Weer verschijnt het gezicht voor het raam. ‘Is daar iemand?‘ klinkt het opnieuw. ‘Niemand? Ik zou toch zweren... Wacht eens die advocaat...’ Na een korte stilte horen ze de man zijn kleding afkloppen. ‘Verdomme, vergeten. Nou ja straks dan maar.’ Even later begint de grasmaaier weer aan zijn rondjes door de tuin. Als die stil valt wordt er geknipt en gezaagd, dat vergezeld door het geluid van ritselende bladeren en vallende takken. ‘Vicor wacht vast tot die kerel weg is,’ fluistert Martinho. Hij likt langs zijn lippen zonder ze echt nat te kunnen maken. ‘Vast,’ fluistert Orenda terug. ‘Kijk daar, een kraan.’ Orenda wijst naar een hoek waar een koppel pijpen samendromt. ‘Vast geen drinkwater.’ ‘Ik probeer het.’ Zonder geluid te maken kruipt Orenda langzaam naar de hoek van het hok en draait de kraan zachtjes open. Het water dat er uit komt is bruin en stinkt. ‘Gatver,’ zegt ze. Teleurgesteld kruipt ze naar Martinho die nog altijd met zijn rug tegen de buitenmuur onder het raampje zit. Zwijgend zitten ze zo dicht tegen elkaar aan tot alle geluiden in de tuin zijn verstomd en ze de tuinman horen wegrijden. Moeizaam door stijf geworden spieren en een pijnlijke kont van het zitten op de harde vloer hijsen ze zich overeind. Allebei poetsen ze een stukje van het glas schoon en turen naar een de onbereikbare vrijheid. Inmiddels schemert het in het hok en begint de temperatuur onaangenaam te worden. ‘We moeten hier uit zien te komen,’ raspt Martinho al kuchend. Zijn stem is hees. ‘Die Vicor is ons vast vergeten. Ik rammel en ben uitgedroogd.’ ‘Die deur ziet er veel te stevig uit.’ zegt Orenda. ‘We zullen moeten wachten tot Vicor komt.’ ‘En in het donker straks van honger en dorst omkomen zeker.’ Alsof zijn eigen gedachten hem zelf hebben overvallen, springt Martinho overeind en loopt op de deur af. Hij drukt de klink omlaag en De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
9
duwt zijn schouder tegen de deur. De massieve deur geeft geen millimeter mee. Martinho tast de kier tussen de deur en het kozijn af. Die laat niet veel ruimte om het slot open te wrikken. In het spaarzame licht speurt Martinho om zich heen naar iets dat als breekijzer zou kunnen dienen. ‘Klotedeur,’ moppert hij. Verslagen loopt hij weer naar Orenda en laat zich naast haar op de vloer zakken. Orenda slaat haar armen om hem heen en fluistert: ‘Geduld. Vicor komt vast.‘
Vicor zit op zijn kantoor te werken. Met het verstrijken van de middag voelt hij zich ongeduriger worden. Hij legt het dossier van Zach Zorelli aan de kant, leunt achterover en vouwt zijn handen achter zijn hoofd. Het schrille geluid van de telefoon haalt hem uit zijn gedachten over de rol die Martinho daarin zou kunnen spelen. Hij neemt de telefoon aan. ‘Ene Roberto aan de lijn,’ klinkt het. ‘Geef maar door.’ Vicor staat op en loopt naar het raam. Starend zonder iets te zien concentreert hij zich op hetgeen Roberto te zeggen heeft. ‘Wat? iemand in het ketelhuis? Is er ingebroken? Niet? Dan heb je je vast vergist. Ik ben er vanmiddag nog geweest en heb de deur zelf afgesloten.’ Onzichtbaar voor Vicor hebben Duarte’s mannen in een van de auto’s voor het kantoor hem in het vizier. Ze zien hoe hij fel het gesprek wegdrukt en uit het beeld verdwijnt. Vicor pakt de sleutel van Zach Zorelli’s villa uit de kluis, meldt zich af bij het secretariaat en stapt in de lift naar de garage. Hij opent de kofferbak en knikt tevreden als hij de tassen met eten en kleding ziet liggen. Dan stapt hij in, start de motor en rijdt geruisloos de parkeergarage uit. Onzichtbaar voor Vicor wijzen Duarte’s mannen elkaar op de grote Audi die de parkeergarage uit rijdt en starten hun oude Fiat.
Gewend als hij is om geen details over het hoofd te zien, merkt Vicor al gauw het lichtblauwe Fiatje op als een constante factor in de steeds wisselende samenstelling van het verkeer. Vicor rijdt via een paar straten weer naar zijn uitgangspunt. De Fiat volgt dezelfde route. In zo veel toeval gelooft Vicor niet. Direct belt hij de garage die zijn auto in onderhoud heeft. Duarte’s mannen zien Vicor het terrein van de garage op rijden. Ze parkeren hun auto en wachten. Hun blik is gefixeerd op de uitrit van het garageterrein en hun gedachten zijn bij de grote Audi. Het is inmiddels al laat in de middag. De straten lopen vol met van alles dat kan rijden. Het is teveel om in de gaten te houden. Een monteur in een vuile overall op een volgeladen scooter kan dan ook De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
10
ongemerkt van het terrein af rijden. Met zijn pet diep over zijn ogen scheert hij met knetterend geweld langs de blauwe Fiat. Het ontlokt de mannen daarin slechts een opmerking over de herrie die het apparaat produceert. Daarna wachten ze weer geduldig op Vicor in zijn grote Audi. Als een monteur het terrein van de garage sluit, stappen ze uit, lopen recht op de man af en laten hun politiepas zien. ‘Een uurtje geleden reed hier een grote Audi naar binnen,’ zeggen ze tegen de monteur. ‘Ja dat heb je met Audi garages, hè’ zegt de man. ‘Waar is die gebleven?’ vraagt de inspecteur onbewogen. ‘In de garage. Daar kijken we morgen naar.’ ‘En waar is de eigenaar gebleven?’ ‘Als u de chauffeur bedoelt, die heeft een scooter geleend en een overall om zijn pak niet smerig te maken.’ ‘Shit.’ klinkt het in koor. Duarte’s mannen lopen terug naar hun auto. ‘En nu?’ ‘We gaan terug en een babbeltje met Vicor’s vrouw maken.’
Vicor zet de scooter in de achtertuin van Zach Zorelli en opent de deur van het ketelhuis. ‘Sorry dat ik jullie zo lang heb laten wachten kinderen.’ ‘Eindelijk. We dachten al dat je ons vergeten was,’ zegt Martinho. ‘Waarom heb je die smerige overall aan?’ wil Orenda weten. ‘Dat vertel ik nog wel eens. Kijk wat ik heb.’ zegt Vicor. Hij houdt een bosje sleutels omhoog. ‘We kunnen naar binnen.’ ‘Trek jij eerst eens wat anders aan Martinho.’ Vicor overhandigt hem een van de zakken. ‘Ik hoop dat het je bevalt. Christina heeft het speciaal voor jou uitgezocht. Alsjeblieft. Ik zal intussen wat eten klaarmaken.’ Met de andere zak loopt Vicor naar de keuken en prepareert een maaltijd van noodles, gekruid gehakt en witte bonen in tomatensaus. Nog voor hij daarmee klaar is, komen Martinho en Orenda de keuken in en vallen direct aan op een fles water. ‘Ho ho. Rustig aan kinderen. Te veel ineens is niet goed voor je.’ Vicor pakt de fles water uit hun handen. ‘Bij het eten krijg je meer.’ Martinho bedenkt zich geen twee keer, trekt net zo lang keukenladen open tot hij het bestek gevonden heeft. Hij pakt twee vorken, geeft er een aan Orenda en valt aan op de pan rul gebakken gehakt. De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
11
‘Ik geef het op,’ zegt Vicor. Hij giet de noodles af en gooit de rest van het gehakt erbij. Met een scheut ketchup maakt hij de schotel compleet en loopt naar de keukentafel. Martinho en Orenda volgen hem op de voet en steken om beurten een vork in de pan. ‘Hmm nooit gedacht, dat ik die rode smurrie ooit nog lekker zou vinden,’ zegt Martinho met zijn wangen bol van het eten. ‘Waarom doe je dit eigenlijk?’ vraagt Orenda tussen twee happen door. ‘Ja en wie is die Zach Zorelli?’ wil Martinho weten. Vicor legt zijn vork neer. Hij loopt naar het aanrecht en zet de koffiemachine aan. Terwijl hij staat te wachten op de koffie steekt hij van wal. ‘We zijn in het huis van Zach Zorelli. Hij is een client van ons bureau voor vermogensbeheer en rechtshulp. Als zijn advocaat behartig ik zijn belangen. Zach Zorelli handelt in hout. Een paar weken geleden ging hij op zakenreis. Voor zijn zaken vliegt hij regelmatig naar verschillende plaatsen in het Amazonegebied. Hij heeft nog gezegd dat hij iets bijzonders gezien heeft in het woud onder hem. Iets, dat hij blijkbaar graag wilde hebben. In de dichtstbijzijnde stad kocht hij een kampeeruitrusting en ging samen met een gids op pad.’ ‘Wat had hij gezien dan?’ vraagt Martinho. ‘Een gouden bal.’ Martinho slikt een keer. ‘Een gouden bal?’ herhaalt hij langzaam. ‘Ja, een gouden bal,’ zegt Vicor. ‘Ken jij die?’ ‘Nee, niet echt.’ ‘Niet echt? Hoe dan wel?’ ‘In een droom.’ ‘Een droom?’ reageert Vicor verbaasd. ‘Nou laat ik eerst mijn verhaal afmaken.’ Vicor haalt een keer diep adem en vertelt verder. ‘Vanaf Sena Madureira ging Mr. Zorelli het woud in. Dagenlang hoorden we niets van hem. Alleen zijn gids keerde terug. Ik heb een paar van mijn beste medewerkers achter Mr. Zorelli aan gestuurd. Die hebben hem gevonden. Maar op de terugweg zijn ze spoorloos verdwenen.’ ‘Hoe weet je dan dat ze hem hebben gevonden?’ vraagt Orenda. ‘Dat heeft de piloot nog via de radio laten weten. Bovendien is hun gids, Eduardo Nogueira, wel teruggekomen. Van hem weten we wat er is gebeurd. Hij vertelde dat een groep indianen de helikopter heeft aangevallen tijdens de landing in een oud houthakkerskamp. Ze zijn vanaf een meter of tien neergestort. Ed heeft zich naast de piloot voor dood gehouden.’ De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
12
‘Ed? Wie is dat?’ vraagt Martinho. ‘Dat is Eduardo. Iedereen noemt hem Ed. Hij heeft nog kunnen zien, dat de indianen het wrak hebben doorzocht en de overlevenden hebben meegevoerd. Toen bergers bij het wrak kamen, zat de piloot nog in zijn stoel. Dood.’ ‘Waarom vertel je ons dat verhaal?’ vraagt Orenda. ‘Tijdens een ehh zeg maar behandeling die jij Martinho mijn vrouw hebt gegeven, heeft zij tegen jou iets gezegd over mijn cliënt die op zoek naar een gouden bal in het woud is verdwenen. Jij reageerde daar nogal geïnteresseerd op. Dat gaf haar toen het gevoel, dat je meer moet weten. Nou, toen ik haar vertelde van die neergestorte helikopter dacht ze daar weer aan. Nou vertel.’ ‘Ik weet helemaal niets van een neergestorte helikopter. Wel herinner ik me haar opmerking over die gouden bal omdat mijn vader er ook over sprak. Een dag voordat ik met Christina, ehh je vrouw, kennis maakte, droomde ik van papa. Hij stond op de andere oever van een rivier. Het water stroomde snel. Hij waarschuwde er nog voor. Ik stapte in de rivier. Bijna gelijk viel ik en verdween ik onder water. Alleen dank zij mijn vader ben ik niet verdronken.’ Hier stopt Martinho even en staart naar niets in het bijzonder. ‘Hoe zit het nou met die gouden bal?’ vraagt Vicor ongeduldig. ‘Hij heeft mij gered uit die rivier met een magisch poeder. Orenda, dat heb ik jou ook nog niet verteld. In mijn droom noemde mijn vader dat poeder Orenda’ Orenda kijkt hem met grote ogen aan. ‘Ik?’ ‘Nee, dat poeder. Toen jij je naam noemde, schrok ik. In mijn droom zei mijn vader dat jij..., nee dat Orenda mij de goede weg zal wijzen.’ ‘Hè?’ zegt Orenda. ‘Ben ik genoemd naar een magisch poeder?’ ‘In ieder geval heb jij me uit dat vreselijke huis gered.’ ‘En wat heeft dat met die gouden bal te maken?’ dringt Vicor aan. ‘Mijn vader heeft ook gezegd dat .. dat.’ Martinho knijpt zijn ogen stijf dicht en slaat zijn handen voor zijn gezicht. ‘Wat heeft je vader gezegd Martinho?’ vraagt Vicor. ‘Wat?’ ‘Dat... dat ik een gouden bal zal zien als ik op de goede weg ben en dat ik die moet volgen.’ ‘En heb je die gouden bal al eens gezien?’ Martinho schudt zijn hoofd. ‘Nee, was het maar waar.’ ‘Kun je je vader niet vragen waar je die gouden bal kunt vinden?’ ‘Nee. Ik weet niet waar mijn vader is.’ De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
13
‘Wat dacht je van gewoon thuis? Heel Brazilië weet dat je ouders in Sao Paulo wonen en op zoek zijn naar je.’ ‘Mijn moeder met haar vriend bedoel je zeker. Die kerel is mijn vader niet. Ik ben Martinho Nahele, zoon van Sakima Nahele. Nooit wil ik meer naar huis zolang die klojo daar woont. Nooit meer,’ roept Martinho. Zijn ogen vullen zich met tranen. ‘Mijn vader is een Ataguchu indiaan. Mama zegt dat papa weer terug is gegaan naar het woud toen ik klein was.’ laat hij zachtjes weten. ‘Dus die Ramiro di Paulo is eigenlijk je stiefvader?’ ‘Dat zou die wel willen. Mijn moeder is nooit met hem getrouwd. Ramiro was een collega van papa. Dus hij is helemaal niks van mij.’‘ ‘Ho, wacht even. Je hebt alles gedroomd?’ ‘Ja. Ik... ik... Soms zie ik hem. Dan praten we.’ Martinho laat zijn hoofd hangen maar houdt vanonder zijn wenkbrauwen Vicor’s gezicht in de gaten. ‘Over de gouden bal?’ ‘Dat was alleen die ene keer.’ ‘En je weet niet waar je vader nu is.’ Martinho schudt zijn hoofd. ‘Waarom hij is weggegaan, weet je natuurlijk niet.’ ‘In mijn droom zegt hij dat hij zijn levenspad volgt. En dat ik dat ook moet doen.’ ‘Hmm. Waar heeft je vader gewerkt voor hij verdween?’ ‘Bij Pharymco. Hoezo? ‘Pharymco. Dat is toch een farmaceutische fabriek?’ ‘Ramiro werkt op de Pharymco universiteit. Mijn moeder ook trouwens.’ ‘Een universiteit? Ja wacht eens. Daar heb ik wat over gehoord. Biologie is het niet?’ ‘Ze noemen het Holistische Wetenschappen of zoiets. Het gaat over de samenwerking tussen natuur en mensen.’ Op dat moment klinkt er een sirene die snel dichterbij komt. Het geluid jaagt zowel Vicor als Martinho en Orenda de schrik in de benen. Hun ogen houden elkaar gevangen in de verlamming van een angstig vermoeden. ‘Naar boven jullie. Snel,’ roept Vicor. De sirene stopt voor de villa van Zach Zorelli. Martinho en Orenda vliegen de trap op. Opgejaagd door het onophoudelijk schellen van de voordeurbel en een hevig gebonk op de deur. ‘Politie! Open maken!’ De Gouden Bal - Martinho en Vicor do Douro! Copyright 2013, Ruud Macco All rights reserved
14