Voorstel CONCEPT
AGP 12
Aan : Algemeen Bestuur
Steller : Anne Hellings
Datum : 12 november 2014
Bijlage : 1
Onderwerp : Bestuursrapportage 2014 Veiligheidsregio Brabant-Noord
Inleiding Conform de Financiële verordening Veiligheidsregio Brabant-Noord bieden wij u de Bestuursrapportage over de periode januari tot en met augustus 2014 aan. Deze rapportage biedt inzicht in belangrijke afwijkingen van de geplande activiteiten en de geplande lasten en baten. Waar nodig zullen beslispunten aan het bestuur worden voorgelegd. Wat de vorm van de Bestuursrapportage betreft: 2014 is het eerste jaar waarin op de huidige wijze wordt gerapporteerd. Er is voornamelijk gerapporteerd over afwijkingen in de realisatie ten opzichte van de programmabegroting. Dit draagt bij aan de bedoeling van een Bestuursrapportage: op een transparante manier verantwoording afleggen over wat we doen, maar vooral ook wat we niet of wellicht anders hebben gedaan.
Jaareindeverwachting 2014 De jaareindeverwachting laat een positief resultaat zien van € 875.000 (2%). Het betreft voor de brandweer een voordeel van € 586.000 (2%) dat in belangrijke mate wordt veroorzaakt door het achterblijven van investeringen en de daarmee verbonden kapitaallasten. Voor het Gemeenschappelijk meldcentrum gaat het om een voordeel van € 287.000 (9%) dat wordt veroorzaakt door een terughoudend uitgaven- en investeringsbeleid in afwachting van de vorming van de landelijke meldkamer organisatie (LMO). De Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio verwacht een positief resultaat van € 2.000. Sluitende begroting BBN De met ingang van 2014 opgelegde taakstelling was ten tijde van het opstellen van de begroting e nog niet volledig geëffectueerd, het tekort was na de 1 begrotingswijziging 2014 teruggebracht tot € 449.000. Inmiddels blijkt dit incidenteel tekort in 2014 te zijn weggewerkt enerzijds door het eerder realiseren van structurele bezuinigen en anderzijds door incidentele overschotten op diverse budgetten met name door de vertraging van een aantal activiteiten en een voordeel op rentekosten. Voorstel meerjarig incidenteel overschot kapitaallasten BBN Sinds de regionalisering heeft Brandweer Brabant-Noord zich terughoudend opgesteld bij de aanschaf van nieuw materieel en materiaal. Met het oog op de te realiseren taakstellingen en het maken van efficiencyslagen door de schaalvergroting zijn veel, voornamelijk grote investeringen zoals TS-en, doorgeschoven in afwachting van de uitkomsten van het MVSO-traject. Hierdoor is er de afgelopen jaren steeds een incidenteel voordeel ontstaan op de kapitaallasten. In 2014 is er sprake van een voordeel van € 635.000. Dit jaar is op basis van de uitkomsten van diverse (deel)projectgroepen over de volle breedte in de organisatie een nieuwe visie op repressie ontwikkeld. Daarbij is een materieelspreidingsplan opgesteld en de daarbij behorende benodigde personele sterkte per post vastgesteld. De komende jaren zal het materieelpark worden getransformeerd waarbij het aantal en soort voertuigen zal worden afgestemd op deze visie. In het laatste kwartaal zal de implementatie van deze plannen worden gestart. Om deze visie te implementeren zullen we de komende jaren een groot deel van de doorgeschoven investeringen alsnog gaan realiseren. Ook worden we daarbij
AGP 12 ABVRBN 20141112 Voorstel Bestuursrapportage 2014 Veiligheidsregio BrabantNoord.docx Pagina 1 van 4
mogelijk geconfronteerd met incidentele extra afschrijvingskosten doordat (onder)delen van het materieel en materiaal ineens zullen moeten worden afgeschreven als gevolg van de aanbesteding en uniformering van het van de gemeenten overgenomen materieel. Het rollend materiaal dat in 2011 van de deelnemende gemeenten is overgenomen tegen de dan geldende boekwaarde betrof investeringen die gemiddeld genomen ingebracht zijn op het prijsniveau van het jaar 2000. De gemiddelde leeftijd van het rollend materieel was negen jaar op 1 januari 2011. Daarvoor is een budgetovername meegekregen die rekening houdt met de inflatie bij vervanging. Dit gegeven leidt tevens tot een meerjarig aflopend incidenteel voordeel dat in het jaar 2020 volledig zal zijn verdwenen. Voorts hebben de gemeenten tussen 1 januari 2003 en 1 januari 2011 de btw-kosten van investeringen teruggevorderd via het btw-compensatiefonds. In die periode van 8 jaar zijn alle investeringen exclusief btw geactiveerd. Deze investeringen zijn tegen boekwaarde per 1 januari 2011 overgenomen door de geregionaliseerde brandweer. De maximale afschrijvingstermijn is 15 jaar, dat betekent dat het meerjarig incidenteel aflopend overschot op de kapitaallasten per 2026 zal zijn genormaliseerd. Begin 2014 heeft er een overleg plaatsgevonden met onze accountant hoe het best kan worden omgegaan met dit meerjarig incidenteel aflopend overschot. De accountant adviseert de kapitaallasten te egaliseren door middel van de vorming van reserve egalisatie kapitaallasten materieel. En daarbij jaarlijks het verschil tussen het budget voor kapitaallasten en het budget voor intern doorberekende rente (rekenrente kapitaallasten) en de werkelijke kosten te storten in de reserve. Afschrijvingen ineens als gevolg van de aanbesteding en uniformering van het van de gemeenten overgenomen materieel, zullen ten laste van deze reserve worden gebracht. In verband met de egalisatiedoelstelling zal de reserve niet worden gemaximeerd. Op advies van de contactambtenaren zal de brandweer, op basis van de implementatie de nieuwe visie op repressie en het materieelspreidingsplan, uiterlijk ultimo 2016 een onderbouwing van het verwachte verloop van de reserve aan te geven. De reserve zal per 31 december 2025 worden opgeheven. Financieel beleid GMC in verband met LMO De landelijk kwartiermaker van de Landelijke Meldkamerorganisatie(LMO) is gestart met de voorbereiding van de schaalvergroting van de meldkamers. In verband met de LMO voert het GMC de laatste jaren een terughoudend uitgaven- en investeringsbeleid. Dit houdt in dat investeringen zo lang (als technisch) verantwoord worden uitgesteld, invulling van vacatures wordt aangehouden en overige uitgaven, indien mogelijk, worden beperkt. Tegelijk dient de bestaande dienstverlening te worden gecontinueerd. In financiële zin kan worden geconstateerd dat onder invloed van het terughoudende uitgaven- en investeringsbeleid de kosten over 2014 ruim binnen de begroting blijven. Dankzij dit beleid wordt voor 2014 een batig saldo voorzien van indicatief bijna € 290.000. Dit financiële voordeel is overigens tevens ontstaan doordat de activa van het GMC vanaf ultimo 2013 zijn gefinancierd met een langlopende lening van de politie tegen een zeer laag rente percentage. Deze herfinanciering levert een jaarlijks financieel voordeel op van bijna € 100.000 (ten opzichte van de "oude" leningen).
Begrotingsrechtmatigheid e
2 Begrotingswijziging Programmabegroting Veiligheidsregio Brabant-Noord 2014 In hoofdstuk 2 van de Bestuursrapportage staan de relevante financiële afwijkingen per kolom toegelicht. Om in 2014 aan het rechtmatigheidscriterium te kunnen voldoen worden substantiële financiële afwijkingen in een budgettair neutrale begrotingswijziging verwerkt. Voor een nadere toelichting zie: AGP 13 “2e Begrotingswijziging Programmabegroting 2014 Veiligheidsregio Brabant-Noord”.
AGP 12 ABVRBN 20141112 Voorstel Bestuursrapportage 2014 Veiligheidsregio BrabantNoord.docx Pagina 2 van 4
Beleidsmatige ontwikkelingen Herallocatie van middelen BBN Het Algemeen Bestuur heeft de commandant Brandweer Brabant-Noord opgedragen met een voorstel te komen voor herallocatie van middelen binnen de eigen begroting (voor een bedrag van om en nabij € 400.000) om alsnog uitvoering te kunnen geven aan de uitvoering van de door het bestuur geprioriteerde wettelijke taken waarvoor tot nu toe geen capaciteit beschikbaar was. Deze herallocatie van middelen is tezamen met een nieuwe organisatieopzet (nieuwe fijnstructuur) gerealiseerd. De nieuwe organisatieopzet bestaat uit een structuur die nauw aansluit bij de primaire processen van de organisatie, namelijk risicobeheersing, incidentbestrijding en crisisbeheersing & rampenbestrijding. Daaraan ondersteunend zijn de bedrijfsvoeringsprocessen en operationele ondersteuningsprocessen. Deze nieuwe fijnstructuur is procesgeoriënteerd in plaats van geografisch georiënteerd. Naar verwachting zal deze structuur per 1 oktober 2014 zijn geïmplementeerd. Deze structuurwijziging zal met ingang van 1 januari 2015 worden verwerkt in een wijziging van de Programmabegroting 2015. Bezuinigingstaakstelling GHOR De (waarnemend) Directeur Publieke Gezondheid Brabant-Noord heeft van het Algemeen Bestuur de opdracht gekregen om een bezuiniging van € 50.000 op de gemeentelijke bijdrage te realiseren met ingang van 2015. Deze bezuiniging zal worden geeffectueerd binnen de bedrijfsvoering van de GHOR en door haar inzet te minderen waar het gaat om multidisciplinaire project- en coördinatiegroepen. Kosten voor gemene rekening (GHOR) Als gevolg van de overeenkomst kosten voor gemene rekening die is aangegaan tussen Veiligheidsregio Brabant-Noord en GGD Hart voor Brabant over het onderdeel GHOR (besluit DB VRBN 4 december 2013), hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan op de begroting. De GGD is gaan bijdragen in het exploitatietotaal van de GHOR, waartegenover ook personele lasten staan. Als technisch uitvloeisel van dit eerder genomen besluit wordt gelijktijdig met het indienen van deze bestuursrapportage een voorstel begrotingswijziging gedaan.
Advies contactambtenaren en financiële commissie De contactambtenaren en de Financiële commissie adviseren positief over het onderhavig voorstel.
Procesgang Processtap
Regiegroep Veiligheidsdirectie contactambtenaren Financiële commissie Goedkeuring Dagelijks Bestuur Vaststelling Algemeen Bestuur
Datum
18 september 2014 29 september 2014 13 oktober 2014 15 oktober 2014 29 oktober 2014 12 november 2014
AGP 12 ABVRBN 20141112 Voorstel Bestuursrapportage 2014 Veiligheidsregio BrabantNoord.docx Pagina 3 van 4
Voorstel Het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld als volgt te besluiten: 1. Instemmen met bijgevoegd concept van de Bestuursrapportage 2014; 2. Instemmen met de vorming van de reserve Egalisatie Kapitaallasten Materieel en de opheffing ervan per 31 december 2025. De Brandweer de opdracht geven uiterlijk ultimo 2016 een onderbouwing van het verwachte verloop van deze reserve aan te geven; e 3. Te besluiten tot een 2 budgettair neutrale begrotingswijziging (zie AGP 13) en de gewijzigde begroting 2014 vast te stellen; Begrotingswijzigingen dienen, na finale besluitvorming ondertekend, ter kennisname aan de Provincie Noord-Brabant worden gezonden, deze wijziging is daarom in afzonderlijk voorstel verwerkt.
Akkoord
Ja
Nee
secretaris: dr.ir. P. Verlaan MCDm
Afwijkend besluit Paraaf: ……………
Bijlage(n) 1.
Concept Bestuursrapportage 2014
AGP 12 ABVRBN 20141112 Voorstel Bestuursrapportage 2014 Veiligheidsregio BrabantNoord.docx Pagina 4 van 4
AGP 12 ABVRBN 20141112 bijlage 1 Veiligheidsregio Brabant-Noord Postbus 218 5201 AE ’s-Hertogenbosch T 088 02 08 208
CONCEPT Bestuursrapportage
2014 periode januari t/m augustus
De Veiligheidsregio Brabant-Noord omvat Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord, de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie In De Regio Brabant-Noord en het Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord. In de veiligheidsregio werken 20 gemeenten, de GGD en de Nationale Politie met hen samen op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, en meldkamers. Voorts werken ook het Waterschap Aa en Maas, het Waterschap De Dommel en het Regionaal Militair Commando-Zuid in de veiligheidsregio samen.
COLOFON
Rapportstatus CONCEPT
Uitgave en redactie Veiligheidsregio Brabant-Noord, oktober 2014
Fotoverantwoording Brandweer Brabant-Noord
Meer informatie Veiligheidsregio Brabant-Noord Postbus 218 5201 AE ‘s-Hertogenbosch 088 02 08 208
[email protected]
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
3
Voorwoord
4
1
5
Beleidsmatige ontwikkelingen
1.1
Algemene ontwikkelingen
5
1.2
Stand van zaken maatregelen 2014-2016, bestuursconferentie december 2012
8
1.3
Stand van zaken maatregelen 2015, bestuursconferentie maart 2014
9
2
Afwijkingen per kolom
10
2.1
Brandweer
10
2.2
Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio
16
2.3
Gemeenschappelijk Meldcentrum
18
3 3.1
Financiële begroting
20
Overzicht van baten en lasten Veiligheidsregio
20
3.1.1
Investeringen
21
3.1.2
Verloop reserves
22
3.1.3
Verloop voorzieningen
23
3.1.4
Financiering
24
4
Paragrafen
25
4.1
Risico’s
25
4.2
Bedrijfsvoering
28
4.2.1
Mobiliteit
28
4.2.2
Ziekteverzuim
28
4.2.3
Formatie
28
4.2.4
Rechtmatigheid
29
Veiligheidsregio programmabegroting 2015
3
Voorwoord Voor u ligt de bestuursrapportage over de eerste acht maanden van 2014. Deze rapportage geeft de stand van zaken weer m.b.t. de realisatie van de geformuleerde doelen in de Programmabegroting 2014 en de financiële resultaten zoals die op dit moment worden geprognosticeerd voor de jaarultimo. De bestuursrapportage is, zoals gebruikelijk, een co-productie van Brandweer Brabant-Noord, GHOR en GMC en is wederom met grote zorg samengesteld. Natuurlijk is er altijd sprake van onzekere factoren die met name de prognose van het financiële resultaat kunnen beïnvloeden. Het is goed dit besef te hebben bij het lezen van de voorliggende rapportage. Wat de vorm van de bestuursrapportage betreft: 2014 is het eerste jaar waarin op de huidige wijze wordt gerapporteerd. Vanaf 2014 kent de Programmabegroting een andere opzet die meer is geënt op herkenbare producten en diensten die de onderdelen van de veiligheidsregio leveren. Deze verandering leidt uiteraard ook tot een andere opzet van de bestuursrapportages. Bovendien zal uitsluitend worden gerapporteerd over afwijkingen in de realisatie ten opzichte van de programmabegroting. Dit draagt bij aan de bedoeling van een bestuursrapportage: op een transparante manier verantwoording afleggen over wat we doen, maar vooral ook wat we niet of wellicht anders hebben gedaan.
’s-Hertogenbosch, 29 oktober 2014 Controller Veiligheidsregio Brabant-Noord, Drs. N.J.G. Mertens
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
4
1 Beleidsmatige ontwikkelingen In dit hoofdstuk wordt een overzicht geschetst van in- en externe ontwikkelingen die van invloed zijn op de organisatie en/of begroting van de Veiligheidsregio Brabant- Noord. Achtereenvolgens komen de Veiligheidsregio (VR), Brandweer Brabant-Noord (BBN), de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie In De Regio Brabant-Noord (GHOR) en het Gemeenschappelijk Meldcentrum (GMC) aan bod.
1.1
Algemene ontwikkelingen
Veiligheidsregio Brabant-Noord Evaluatie Wet Veiligheidsregio’s (Commissie Hoekstra) In het najaar van 2013 is het eindrapport van de Evaluatiecommissie Wet veiligheidsregio’s en het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing1) verschenen. In zijn beleidsreactie van 22 november 2013 hierop geeft de minister van Veiligheid en Justitie aan dat het uitgangspunt van verlengd lokaal bestuur voor de organisatie van de veiligheidsregio’s zal worden gehandhaafd. Dit betekent dat de gemeenten opdrachtgevers en belangrijkste financiers van de veiligheidsregio’s blijven. Verdere versterking van de betrokkenheid tussen met name de gemeenteraden en veiligheidsregio’s zal worden gerealiseerd. De samenwerking tussen de veiligheidsregio’s op het gebied van uniforme opschaling, informatie- en communicatievoorzieningen en kwaliteitszorg zal door middel van regelgeving worden afgedwongen. De minister kondigt tevens aan gebruik te zullen gaan maken van zijn wettelijke mogelijkheden tot het vaststellen van landelijke doelstellingen. Deze afspraken hebben in samenwerking met de veiligheidsregio’s vorm gekregen in de Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio’s 2014 - 2016. De minister ziet op dit moment geen meerwaarde in de opschaling naar 10 veiligheidsregio’s naar analogie van de regionale eenheden van de Nationale Politie. De minister ziet sturende en regisserende rollen voor de directeur veiligheidsregio op het gebied van de versterking van de multidisciplinaire samenwerking en wil deze wettelijk regelen. De rol van de zogenaamde rijksheren2) waaronder de coördinerende rol van de Commissaris van de Koning bij het bevorderen van de samenwerking van rijksheren met veiligheidsregio’s evenals de eventuele modernisering van het staatsnoodrecht worden onderzocht en zo nodig aangepast. Strategische agenda versterking veiligheidsregio’s 2014-2016 In samenhang met bovenstaande ontwikkelingen heeft het Veiligheidsberaad3) in het voorjaar van 2014 de Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio’s 2014 – 2016 ontwikkeld. Kernthema’s in deze strategische agenda zijn onder andere het versterken van risicobeheersing, versterking van crisisbeheersing, sturen op effecten, informatievoorziening, versterken interdisciplinaire en intersectorale samenwerking en het benoemen van de rol en positie van de directeur veiligheidsregio. Gezamenlijke inspanningen van het ministerie van Veiligheid en Justitie en het Veiligheidsberaad worden gedaan op de thema’s water & evacuatie, continuïteit grootschalige uitval en nucleaire veiligheid. De strategische agenda van het Veiligheidsberaad zal een belangrijke rol gaan spelen bij de beleidsafstemming en doorontwikkeling van de veiligheidsregio’s en zal een onderdeel gaan uitmaken van het regionaal beleidsplan veiligheidsregio Brabant-Noord 2015-2018.
1) Commissie Hoekstra 2) Hoofden of directeuren van gedeconcentreerde rijksdiensten die met functionele taken op het gebied van crisisbeheersing 3) Overleg van voorzitter van veiligheidsregio’s belast met de beleidsafstemming van veiligheidsregio’s en het voeren van
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
5
zijn belast.
overleg met de minister van Veiligheid en Justitie.
Brandweer Brabant-Noord Nieuwe fijnstructuur Brandweer Brabant-Noord Brandweer Brabant-Noord is ontstaan in 2011 en omvatte toen nog de samenvoeging van 21 gemeentelijke brandweerkorpsen. Door diverse ontwikkelingen –zowel brandweerinhoudelijke als ook financiële– groeide de behoefte aan een andere organisatieopzet die meer toekomstbestendig is. Deze toekomstbestendigheid wordt vooral gezocht in het creëren van een organisatie-opzet die snel en flexibel kan anticiperen op veranderingen in de omgeving. In de nieuwe opzet is nadrukkelijk gekozen voor een hoofdstructuur die nauw aansluit bij de primaire hoofdprocessen van de organisatie, namelijk risicobeheersing, incidentbestrijding en crisisbeheersing & rampenbestrijding. Daaraan ondersteunend zijn de bedrijfsvoeringsprocessen en operationele ondersteuningsprocessen. Deze nieuwe fijnstructuur is procesgeoriënteerd in plaats van geografisch georiënteerd. Dit betekent dat het districtenmodel wordt losgelaten waarbij alle gemeenten wel een vast aanspreekpunt blijven houden. Vernieuwde repressie De regionalisering van de brandweer in 2011 heeft de afgelopen jaren geleid tot een intensieve samenwerking van de 21 voormalige korpsen binnen het nieuw ontstane korps. Daardoor ontstond er als vanzelf de behoefte aan een nieuwe gezamenlijke visie op repressie. Daarmee begon een zoektocht naar een vernieuwde visie op repressie die toekomstbestendig en tegelijkertijd herkenbaar is en er toe moet leiden dat de dienstverlening in de gehele regio in balans is. Op basis van een vijftal uitgangspunten heeft een nadere uitwerking plaatsgevonden, namelijk een regionaal perspectief, basisbrandweerzorg, integrale inrichting, flexibel en toekomstbestendig en goede fijnmazige dekking. In het proces is met behulp van een groot aantal betrokkenen (beroeps en vrijwilligers) een breed gedragen gedachtegoed ontwikkeld op onder andere concepten zoals het flexibel uitrukken, het waterconcept, investeringsplan en gedragsregels bij uitrukken. Op het moment van dit schrijven wordt alle input gebundeld in een eindrapportage. Strategisch huisvestingsplan Van oudsher werd de brandweerfunctie in Nederland uitgevoerd door gemeenten en zijn brandweerkazernes daarom in de regel gemeentelijk eigendom. In 2011 is de brandweer geregionaliseerd en is destijds besloten door het Algemeen Bestuur dat de huisvesting van de uitrukposten voorlopig bij de gemeenten blijft tot een nader voorstel. Mede door de mogelijkheid die gemeenten is geboden voor overdracht van kazernes in verband met het vervallen van de BTW-compensatie, doet de vraag zich voor of niet alle kazernes zouden moeten worden overgedragen aan de Veiligheidsregio. Daartoe wordt een strategisch huisvestingsplan gemaakt. Het strategisch huisvestingsplan moet H u id ig e o r g a n is a tie T o e k o m s tig e antwoord geven op de vraag wat de v ra a g o n tw ik k e lin g vraa g betekenis is van de lange termijn (beleids)ontwikkelingen voor de ? = eigendomspositie van kazernes en kantoorhuisvesting van Brandweer Brabant-Noord. o n tw ik k e lin g H u id ig a a n b o d
T o e k o m s t ig a a n b o d
h u is v e s tin g
De scenario’s die hieruit voortvloeien zullen worden vertaald naar risico’s, financiële effecten en financiële uitvoerbaarheid. Het project loopt parallel aan het traject van de nieuwe gemeentelijke kostenverdeelsleutel en zal qua ontwikkeling in 2014 worden afgerond. Nieuwe gemeentelijke kostenverdeelsleutel Vanaf 1 januari 2011 is de brandweer in Brabant-Noord één regionale brandweerorganisatie: Brandweer Brabant-Noord. Bij het bepalen van de financiële inbreng van de deelnemende gemeente voor de brandweerorganisatie is destijds de begroting van de gemeenten (na correcties omwille van uniformiteit) als uitgangspunt genomen. Geadviseerd is destijds te onderzoeken welk verdeelmodel de gemeenten het beste past. Het Algemeen Bestuur heeft in het voorjaar 2014 besloten om zo spoedig mogelijk te komen tot een gedragen nieuwe gemeentelijke kostenverdeelsleutel. Dit traject zal parallel lopen aan het nieuwe strategisch huisvestingsplan dat momenteel wordt ontworpen.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
6
GHOR Brabant-Noord De Wet veiligheidsregio´s (Wvr) en de Wet publieke gezondheid (Wpg) hebben geleid tot een heroriëntatie op de taken en verantwoordelijkheden van de GHOR, waarmee vooral een sterkere verbinding tussen publieke gezondheid en veiligheid wordt beoogd. Voor de veiligheidsregio zal dit gaan betekenen dat zij in totaliteit een steeds nauwere band krijgt met organisaties die zich primair bezighouden met publieke gezondheid. Vice versa resulteert dit in het feit dat traditionele gezondheidsorganisaties zich steeds meer zullen mengen in het thema veiligheid. Om de regionale risico’s in Brabant-Noord te beheersen én bestrijden zal de GHOR een cruciale sleutelrol innemen tussen beide domeinen. Immers, veiligheid = gezondheid en gezondheid = veiligheid. De totstandkoming van het Bureau Grootschalige Publieke Gezondheid (BGPG) is het zichtbare resultaat van de verbinding tussen de beide terreinen. Het BGPG wil zich profileren als de professionele crisisorganisatie volksgezondheid binnen de GHOR/GGD‐combinatie op de schaal van Brabant-Noord en Midden- en West-Brabant. Nadrukkelijk zal de verbinding worden gelegd tussen veiligheidspartners, zorgorganisaties én de burger. In 2013 is het fundament van het bureau gelegd, wat zeggen wil dat vertegenwoordigers van beide GGD-en in gezamenlijkheid met collega’s van beide GHOR-bureaus aan Publieke Gezondheid en Veiligheid zijn gaan werken. Begin 2014 is er een gezamenlijk meldpunt crises publieke gezondheid ingericht, waarmee de verbinding tussen publieke gezondheid en veiligheid ook daadwerkelijk gestalte krijgt. Recent is het meldpunt onder meer ingezet bij de activering van het nationaal hitteplan, diverse zedenzaken en is het in stelling gebracht ter ondersteuning van de psychosociale hulpverlening structuur na de fatale crash van MH17 waarbij veel Brabantse slachtoffers vielen te betreuren.
GMC Brabant-Noord Kwartiermakerorganisatie LMO De landelijk kwartiermaker van de Landelijke Meldkamerorganisatie(LMO) is gestart met de voorbereiding van de schaalvergroting van de meldkamers. Zo is er op 2 juli een stappenplan voor de LMO aangeboden aan de Tweede Kamer. Onderdeel van het stappenplan is een landelijke nulmeting meldkamers, welke in opdracht van de landelijk kwartiermaker door PWC wordt uitgevoerd. Deze nulmeting is in de periode mei/juni 2014 gehouden bij het GMC Brabant-Noord. Daarnaast heeft de Inspectie van VenJ een grondig onderzoek gedaan op de meldkamers, het rapport hiervan zal naar verwachting eind dit jaar opgeleverd worden. Het GMC heeft met alle daarbij betrokken partners actief meegewerkt aan deze uitgebreide onderzoeken. Financieel beleid in verband met LMO In verband met de LMO voert het GMC de laatste jaren een terughoudend uitgaven- en investeringsbeleid. Dit houdt in dat investeringen zo lang (als technisch) verantwoord worden uitgesteld, invulling van vacatures wordt aangehouden en overige uitgaven, indien mogelijk, worden beperkt. Tegelijk dient de bestaande dienstverlening te worden gecontinueerd. In financiële zin kan worden geconstateerd dat onder invloed van het terughoudende uitgaven- en investeringsbeleid de kosten over 2014 ruim binnen de begroting blijven. Dankzij dit beleid wordt voor 2014 een batig saldo voorzien van indicatief bijna € 290.000. Dit financiële voordeel is overigens tevens ontstaan doordat de activa van het GMC vanaf ultimo 2013 zijn gefinancierd met een langlopende lening van de politie tegen een zeer laag rente percentage. Deze herfinanciering levert een jaarlijks financieel voordeel op van bijna € 100.000 (ten opzichte van de "oude" leningen). Harmonisatie GMS Vanuit het multidisciplinaire MT is in 2013 de wens geuit om vooruitlopend op een samenvoeging van de meldkamers in Den Bosch en Eindhoven, samen te gaan werken met één GMS. Met een gezamenlijk GMS zou één van de voorwaarden voor samenvoeging van de meldkamers zijn vervuld. En hoe eerder de samenvoeging gerealiseerd wordt, hoe eerder de ingeboekte taakstellingen gerealiseerd kunnen worden. Na een eerste verkenning heeft de veiligheidsdirectie opdracht gegeven voor het uitwerken van een scenario, waarin de twee GMS systemen geharmoniseerd worden tot een geheel waar de meldkamers vanaf twee locaties mee kunnen werken.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
7
1.2
Stand van zaken maatregelen 2014-2016, bestuursconferentie december 2012
Brandweer Brabant-Noord Het navolgende overzicht geeft de nog te realiseren taakstellingen in 2015 en 2016 weer. Van de oorspronkelijke taakstelling van 4 miljoen euro is in 2014 structureel 2,8 miljoen euro gerealiseerd. De belangrijkste ontwikkelingen worden hieronder toegelicht: • Bij de post materieel is oorspronkelijke besloten tot een bezuiniging van 4 tankautospuiten , 4 hulpverleningsvoertuigen en 2 redvoertuigen, maar met de ontwikkeling van de vernieuwde visie op repressie waarbij binnen de gestelde financiële kaders een andere invulling aan de bezuiniging wordt gegeven. De komende jaren zal het materieelpark worden getransformeerd waarbij het aantal en soort voertuigen zal worden afgestemd op deze visie. • De besparing op OMS (Openbaar MeldSysteem) door het verifiëren van automatische brandmeldingen is vanwege de benodigde zorgvuldigheid voor de implementatie ervan met 1 jaar vertraagd en zal per 1 januari 2015 worden geëffectueerd. • Van de bezuiniging op de 24-uursdienst is € 90.000 al in 2014 gerealiseerd, doordat de medewerkers van de 24-uursdienst de verschillende fysieke testen voor periodieke keuringen van al het brandweerpersoneel in eigen beheer zijn gaan uitvoeren. En door het terugbrengen van de formatie van het dagdienst-piket Resteert een taakstelling van € 30.000 met ingang van 2016. • De samenvoeging van de meldkamers van Brabant-Noord met die van Zuid-Oost zou moeten leiden tot een besparing van 5 fte met ingang van 2016. Omdat dit proces landelijk wordt gecoördineerd is op dit moment niet duidelijk, wanneer en of een besparing van 5 fte mogelijk is. Overzicht restant nog te realiseren structurele bezuinigingen in 2015 en 2016. Bedragen x € 1.000,-
BBN maatregelen bestuursconferentie dec 2012 1. 2. 3. 8. 9. 10.
2015 180 22 135
Formatie 2015 -/- 3 fte; 2016 -/- 2 fte -/- 4 TS, -/- 4 HV, -/- 2 Redv. + afschrijftermijn oprekken Verloop vrijwilligers vanwege minder voertuigen Samenvoeging meldkamers, -/- 5 fte Geen uitruk bij niet geverifieerde OMS Bezuiniging 24-uurs dienst TOTAAL
2016 120 148 135 250 30 683
cumm. 300 170 270 250 150 30 1.170
-3
2016 -2 -5 -7
cumm. -5 -5 -10
2015 -20 -20
2016 -20 -20
150 487
FTE
BBN verloop formatie 8. 8.
2015 -3
aanpassing formatie meldkamer bezetting brandweer totaal verloop formatie
aantallen
BBN verloop in aantallen vrijwilligers 3.
verloop vrijwilligers totaal verloop vrijwilligers
cumm. -40 -40
GHOR Brabant-Noord De taakstelling op de gemeentelijke bijdrage wordt ingevuld door € 61.000 te bezuinigen op de bijdrage van de GHOR aan de zorginstellingen als het gaat om Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO). Door de veranderde wet en rol is de GHOR namelijk niet meer geheel verantwoordelijk voor de uitvoering van het OTO-programma van zorginstellingen. Het betreft hier met name opleiding en training van personeel van deze instellingen als voorbereiding op de bestrijding van rampen en crises. Voor multidisciplinaire OTO activiteiten die door de zorginstellingen worden ingevuld, blijft de GHOR wel verantwoordelijk.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
8
1.3
Stand van zaken maatregelen 2015 (nav bestuursconferentie maart 2014)
Brandweer Brabant-Noord N.a.v. de bestuursconferentie van 12 maart 2014 heeft het Algemeen Bestuur op 9 april 2014 voor de Brandweer een tweetal opdrachten geformuleerd die hieronder kort worden samengevat. Herallocatie van middelen Het Algemeen Bestuur heeft de commandant Brandweer Brabant-Noord opgedragen met een voorstel te komen voor herallocatie van middelen binnen de eigen begroting (voor een bedrag van om en nabij € 400.000) om alsnog uitvoering te kunnen geven aan de uitvoering van de door het bestuur geprioriteerde wettelijke taken waarvoor tot nu toe geen capaciteit beschikbaar was. Beargumenteerd afwijken van wettelijke vereisten door Veiligheidsregio en Brandweer Het Algemeen Bestuur heeft de voorzitter van de Veiligheidsdirectie en commandant Brandweer Brabant-Noord tevens opgedragen met een voorstel te komen waarin door middel van bestuurlijke verantwoording en beargumenteerd afwijken wordt aangegeven aan welke wettelijke taken van de Veiligheidsregio en Brandweer Brabant-Noord als gevolg van het ontbreken van financiële middelen en capaciteit geen uitvoering zal worden gegeven. Notitie Wettelijke taakuitvoering BBN in relatie tot herallocatie middelen en bestuurlijk verantwoord afwijken Inmiddels heeft de brandweer een notitie opgesteld waarin is beschreven hoe de brandweer invulling wil geven aan de herallocatie van middelen om de door het bestuur geprioriteerde wettelijke taken uit te voeren. Tevens is in het kader van de bestuurlijke verantwoording de argumentatie beschreven om af te wijken van de uitvoering van wettelijke taken die niet zijn geprioriteerd. GHOR Brabant-Noord De (waarnemend) Directeur Publieke Gezondheid Brabant-Noord heeft van het Algemeen Bestuur de opdracht gekregen om een bezuiniging van € 50.000 op de gemeentelijke bijdrage te realiseren met ingang van 2015. Deze bezuiniging zal zoveel als mogelijk worden geëffectueerd binnen de bedrijfsvoering van de GHOR en het restant door haar inzet te minderen waar het gaat om multidisciplinaire project- en coördinatiegroepen. GMC Brabant-Noord Gelet op de landelijke financiële taakstelling ten aanzien van de meldkamers heeft het bestuur besloten het GMC niet te betrekken in de besprekingen tijdens de bestuursconferentie van maart 2014. Resultaat De geplande bezuinigingen en herallocatie van middelen zullen worden meegenomen in een wijziging van de Programmabegroting 2015. Het beargumenteerd afwijken van wettelijke vereisten zal ter besluitvorming worden aangeleverd. Medio september 2014 zullen de raden worden gevraagd om een zienswijze ten behoeve van de finale besluitvorming door het Algemeen bestuur op 12 november 2014. .
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
9
2 Afwijkingen per kolom In dit hoofdstuk worden de afwijkingen per kolom in de programma’s van Brandweer, GHOR en GMC Brabant-Noord toegelicht. Een programma is een samenhangend geheel van activiteiten en middelen. Relevante afwijkingen hierin worden zo veel mogelijk in onderlinge samenhang toegelicht.
2.1
Brandweer
Relevante afwijkingen activiteiten Incidentbestrijding •
•
•
Vaststelling en implementatie materieelspreidingsplan Als doelstelling voor 2014 is opgenomen de vaststelling en implementatie van het nieuwe materieelspreidingsplan. Door het KMT is de visie op repressie Brabant Noord en het daarbij opgestelde materieelspreidingsplan inclusief bijbehorende personeelssterkte per post vastgesteld. Dit plan zal ter kennisname aan het bestuur worden aangeboden. In het laatste kwartaal zal de implementatie van deze plannen worden gestart. Tot op heden is in afwachting van het materieelspreidingsplan terughoudend omgegaan met nieuwe investeringen. Hierdoor ontstaat incidenteel een positief saldo op het budget kapitaallasten van € 635.000. Digitale ontsluiting operationele informatie t.b.v. operationele eenheden De operationele informatie is ontwikkeld en geïmplementeerd binnen de kantooromgeving (project DOIV-1). De ontsluiting van deze informatie op digitale gegevensdragers in de voertuigen is om financiële redenen uitgesteld. De doelstelling om dit in 2014 te realiseren zal hierdoor niet worden gehaald. Locatie onafhankelijke bluswatervoorziening Doel is het regionaal realiseren van een locatie onafhankelijke bluswatervoorziening in woongebieden. Daarvoor dient aanpassing van de planvorming plaats te vinden en dient de uitvoering opgeleid en geoefend te worden op het nieuwe repressieve concept. Waarbij ingezet wordt met water uit de TS, aanvullend water verzorgt wordt vanuit een tankwagen en aansluitend water onttrokken wordt uit open water d.m.v. zogenoemd groot water transport. Voorzien was dat hierdoor het aantal brandkranen in 2014 met 10% zou afnemen. Om deze afname te kunnen realiseren dient op het verzoek van het bestuur eerst een business case te worden opgesteld, deze moet zicht geven op de noodzakelijke investeringen (vertaald in jaarlijkse exploitatielasten) aan de ene kant, en de verwachte opbrengsten aan de andere kant, en dat alles in meerjarig perspectief. Bestuurlijke besluitvorming hierover kan naar verwachting in het voorjaar van 2015 plaatsvinden.
Relevante afwijkingen activiteiten Risicobeheersing •
•
Veilige omgeving Dit aandachtsgebied beslaat alle inspanningen die zijn gericht op het realiseren van een ruimtelijke omgeving waarin de kans op een brand of andere calamiteit is geminimaliseerd en waar de effecten van een mogelijke brand of andere calamiteit adequaat kunnen worden bestreden. Om dit te bereiken is de samenwerking met de drie Veiligheidsregio’s en Omgevingsdiensten in Brabant verder versterkt. In 2014 is de samenwerking tussen de Brabantse VR’en inmiddels vastgelegd in een convenant dat door de drie directeuren is ondertekend. De samenwerking met de omgevingsdiensten is opgestart. Maatschappelijke aandacht voor brandveiligheid In 2014 is de beleidsontwikkeling gestart dat er op is gericht het veiligheidsbewustzijn te optimaliseren. Door de vertraging van het MVSO is de afdeling risicobeheersing nog niet hervormd en dus ook nog niet structureel toegekomen aan het opstellen van beleid. Wat wel gebeurt, is dat er gezamenlijk met de drie veiligheidsregio’s gewerkt wordt aan het opstellen van beleid voor risicocommunicatie. Tevens is in het kader van het dekkingsplan, nagedacht
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
10
hoe in 75 kleine kernen, waar de brandweer de normtijden overschrijdt, de zelfredzaamheid verhoogd kan worden. In samenwerking met de gemeentelijke AOV’ers (ambtenaren openbare orde en veiligheid) worden voorbereidingen getroffen om ervaring op te doen met verschillende instrumenten die tot nu toe beschikbaar zijn gekomen. De vertraging van beide activiteiten leidt tot een beperkte onderuitputting op de beschikbare budgetten. Relevante afwijkingen activiteiten Crisis- en rampbestrijding •
•
Vaststelling Regionaal beleidsplan VR 2015-2018 Begin 2014 zijn we gestart met de voorbereidingen voor een nieuw regionaal beleidsplan. Oorspronkelijk was er vanuit gegaan dat de vaststelling van het nieuwe plan in 2014 zou plaatsvinden. In de afgelopen periode is in overleg met de gemeenten nagegaan hoe de betrokkenheid van de gemeenteraden bij dit nieuwe beleidsplan gerealiseerd kon worden. Dit heeft geleid tot een bijstelling in het proces hetgeen in juni is geaccordeerd door het dagelijks bestuur. De afronding van het proces is nu voorzien voor juni 2015. De vertraging van deze activiteit leidt mogelijk tot een beperkte onderuitputting. Implementatie Regionaal crisisplan In 2014 zijn de kernbezettingen van alle secties van het Regionaal Operationeel Team opgeleid en beoefend. Tevens is het oefenen van het Regionaal Operationeel Team structureel en met passende frequentie opgenomen in het oefenjaarplan. Dit naar tevredenheid van de deelnemers. In het bijzonder is de opleiding van de sectie Bevolkingszorg nagenoeg afgerond. Dit traject is afgesloten met oefeningen van deze sectie, gekoppeld aan oefeningen van het Regionaal Operationeel Team. Tot slot is de pool Informatiemanagement met 4 personen uitgebreid en is de opleiding van de Informatiemanagers dit jaar afgerond. Echter, voor de gemeentelijke actiecentra zullen nog opleidingen en trainingen verzorgd dienen te worden. Dit wordt opgenomen in het beleidsplan opleiden, trainen en oefenen Bevolkingszorg. Dit deel van de implementatie zal in de periode 2015-2016 plaats dienen te vinden afhankelijk van de bestuurlijke besluitvorming rondom het programma Bevolkingszorg4) die dit najaar dient plaats te vinden.
Relevante afwijkingen activiteiten Bedrijfsvoering BBN Bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van de primaire processen (Risicobeheersing, Incidentbestrijding en Crisisbeheersing en Rampenbestrijding) op de domeinen P&O, Financiën & Control, ICT, Beheer en Huisvesting, Juridische Control, Communicatie en strategische beleidsontwikkeling. • Implementatie resultaatgerichte bedrijfsvoering Om resultaatgerichte bedrijfsvoering vorm te geven zal er draagvlak moeten worden gecreëerd voor deze nieuwe manier van werken. Ook moeten er instrumenten worden ontwikkeld t.b.v. de toepassing van resultaatgerichte bedrijfsvoering voor de kerntaken. Eind 2014 was voorzien voor de primaire processen en bedrijfsvoering de kernresultaatgebieden te benoemen, de prestatie-indicatoren te ontwikkelen en de normen te definiëren waaraan de resultaten zowel kwalitatief als kwantitatief moeten voldoen. In het kader van de doorontwikkeling van de organisatie zijn de (kern)resultaatgebieden per primair en ondersteunend proces benoemd. De ontwikkeling van prestatie-indicatoren en normen wordt ter hand genomen vanaf het najaar en zal naar verwachting toch zeker een doorlooptijd kennen van één jaar. Hierdoor ontstaat in 2014 een incidenteel voordeel van € 25.000. • Kwaliteitssysteem implementeren In het kader van de Wvr wordt het bestuur van een veiligheidsregio geacht een kwaliteitssysteem te hanteren. Voorzien was in 2014 in samenwerking met VR’s, BZO en MWB de kwaliteit van de organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing te onderzoeken (door middel van audits of assessments), een verbeterplan op te stellen en uit te voeren door middel van een visitatie (peer review). Hierdoor zou het totale kwaliteitsstelsel op de werking worden onderzocht (Cicero). Het resultaat zou worden vastgesteld d.m.v. de beschikbaarheid van: o een referentiekader en bijbehorende normen (aansluitend op Aristoteles); o opgeleide auditoren/ assessoren, 4) Op 27 juni 2013 heeft het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord ingestemd met de uitwerking van de functiestructuur Bevolkingszorg. Het Dagelijks Bestuur heeft in haar brief van 30 april 2014 referentie 2014 U2112 aangegeven dat met dit besluit de organisatie van de gemeentelijke bevolkingszorgprocessen is geregionaliseerd. Daarom aan de Programmabegroting 2015 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, het Programma Bevolkingszorg toegevoegd.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
11
•
o een uitgevoerde zelfevaluatie, o een auditcyclus, o de opzet en uitvoering van een verbeterplan, o de integratie met de sturingscyclus (P&C), en o de voorbereiding op de visitatie. Gezien de grote verschillen tussen de ambities en mogelijkheden van de betrokken veiligheidsregio’s en het vertrek van de trekker (secretaris VR BN), is gekozen om de samenwerking vooral op kennisniveau rondom medewerkers te organiseren en voor de overige onderdelen aan te sluiten bij het Kwaliteitsbureau van het IFV. Er is inmiddels wel een eerste interne audit voor de brandweer en veiligheidsregio uitgevoerd die antwoord geeft op de vraag: Hoe presteren wij als het gaat over de wettelijke taakuitvoering? Bestuurlijk is over de resultaten hiervan expliciete besluitvorming geweest in het kader van de vraag of het bestuurlijk verantwoord is een aanvullende taakstelling op te leggen. Bestuurlijk is besloten om door herallocatie van middelen binnen de eigen begroting van BBN (ter grootte van 400.000 euro) te komen tot uitvoering van die wettelijke taken, die door het bestuur geprioriteerd zijn. Daar waar dat niet lukt, zal het bestuur hiervan beargumenteerd afwijken. Dit proces loopt en is voorwerp van bestuurlijke besluitvorming eind 2014. Ontwikkeling strategisch personeelsbeleid In 2014 zou in kaart worden gebracht wat de aard en omvang van de personele behoefte is voor de periode 2015-2020. Scenario’s zou worden ontwikkeld om aan te geven hoe BBN hierin gaat voorzien. Hiermee zou een bestuurlijk gedragen strategisch personeelsbeleid voor de periode 2015-2020 beschikbaar zijn. Echter de prioriteit voor de inzet van onze P&O-capaciteit ligt thans op de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe inrichting van BBN inclusief de uitvoering van het plaatsingsproces. In het najaar zal helder zijn in welke mate de planning moet worden aangepast.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
12
Bedragen x € 1.000,-
BBN totaal
Lasten Salarissen en sociale lasten Overige personeelskosten Vrijwilligersvergoeding Overige vrijwilligerskosten Materieel & materiaal Opleiden en oefenen Overige goederen en diensten Kapitaallasten BDUR doorbetaling Convenantgelden Huisvestingskosten Inkomens- en vermogensoverdrachten totaal lasten Baten Salarissen en sociale lasten Materieel & materiaal Opleiden en oefenen Overige goederen en diensten Kapitaallasten Huisvestingskosten Subsidies totaal baten Saldo Programma's Algemene middelen BDUR Gemeentelijke bijdragen Saldo financieringsfunctie Totaal algemene middelen Totaal saldo van baten en lasten Dotatie aan reserves Onttrekkingen aan reserves Saldo verrekening reserves
Begroting primair 2014 A 19.447
Begroting na wijz. 2014 B 15.823 1.321 3.614 190 1.086 1.940 3.902 4.083 2.302 590 1.798
Realisatie Jaareinde tm heden verwachting
V = voordeel N = nadeel
36.649
18.978
D 16.009 1.096 3.614 190 1.042 1.819 3.740 3.318 2.302 450 1.798 297 35.675
117 1.539
366 50 100 375 861 69 125 1.946
299 20 5 208 515 0 160 1.207
470 50 51 366 731 69 160 1.897
-104 0 49 9 130 -0 -35 49
V V N N N V V N
-34.579
-34.703
-17.771
-33.779
-924
V
5.011 27.982
5.222 28.015
3.917 27.982
5.222 28.015
32.993
33.237
31.899
33.237
-0 -0 0 -0
V V V V
-1.586
-1.466
14.128
-541
-925
V
73 1.659 1.586
73 1.539 1.466
447 447
73 1.200 1.127
0 339 339
V N N
0
0
14.575
586
-586
V
10.363 4.218
2.090 36.118
218
343 861
Resultaat
C
Verschil
9.160 407 1.776 84 519 945 1.821 1.789 1.151 215 1.111
E=B-D -186 225 0 -0 44 121 162 765 0 140 0 -297 974
F N V V N V V V V V V V N V
Toelichting relevante financiële afwijkingen •
Salarissen en Sociale lasten, lasten (nadeel € 186.000; 1%) De CAO-aanpassing in 2014 heeft geleid tot een salarisverhoging van 1% per 1 oktober 2014 en een éénmalige uitkering van € 350 per persoon, € 141.000 nadeel. Daarnaast is het verlofstuwmeer verder afgebouwd met € 78.000, dit bedrag wordt onttrokken uit de reserve verlofuren. Tegenover extra ontvangsten van € 71.000 (zie volgende punt), staat een extra last, namelijk de uitbetaling van die € 71.000. Verder resteert er een voordeel van € 104.000 een verschil van 6,5‰ op de voorcalculatie.
•
Salarissen en Sociale lasten, baten (voordeel € 104.000; 28%) Enkele medewerkers maken gebruik van de levensloopregeling. Wij ontvangen een vergoeding ter dekking van deze kosten. In 2014 ontvangen we een extra opbrengst van € 71.000. In verband met de detachering van een medewerker ontvangen we een bijdrage van € 33.000.
•
Overige personeelskosten, lasten (voordeel € 225.000; 17%) De plannen voor het preventief periodiek medisch onderzoek (PPMO) zijn inmiddels uitgewerkt en verwerkt in de Programmabegroting 2015. Deze uitwerking laat zien dat de
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
13
geplande kosten van € 200.000 niet vallen onder de overige personeelskosten maar bij de vrijwilligersvergoedingen, de kapitaallasten en de bestaande salarissen van de 24-uursdienst. Op de wervingskosten verwachten we een voordeel van € 25.000. Door het MVSO-traject en de bezuiniging wordt er nauwelijks personeel geworven. •
Materieel en Materiaal, lasten (voordeel € 44.000; 4%) Materieel levert een vermoedelijke besparing op van € 44.000 doordat er minder storingen plaatsvonden in het eerste half jaar dan verwacht.
•
Opleiden en Oefenen, lasten (voordeel € 121.000; 6%) Oefenen chauffeur/voertuigbediener, de geplande oefenactiviteiten voor chauffeurs ondervinden vertraging in de uitvoering, zodat hiervoor in 2014 incidenteel € 50.000 minder zal worden besteed. Omdat de oefenactiviteiten binnen dit budget voor 2015 nog niet definitief vaststaan, zal deze verschuiving geen financiële consequenties hebben voor het volgende boekjaar. Kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs. De geraamde uitgaven voor de implementatie van de oefenbank worden verwacht € 48.000 lager uit te vallen aangezien eigen personeel ingezet kon worden in plaats van inhuurkrachten. De kosten komen ten laste van de reserve en zodoende heeft dit verschil geen effect op het resultaat van 2014. Oefenen ROL, een voordeel van € 20.000 wordt verwacht op de vierjaarlijks oefening voor ROL-functionarissen. Dit verschil heeft geen effect op het resultaat van 2014, de onttrekking ten laste van de Reserve realistisch oefenen zal ook € 20.000 minder bedragen.
•
Opleiden en Oefenen, baten (nadeel € 49.000; 49%) In 2014 zullen er minder externen worden opgeleid dan is ingecalculeerd.
•
Overige goederen en diensten, lasten (voordeel € 162.000; 4%) Dit jaar is er geen opleidingsbehoefte bij duikers of duikploegleiders, voordeel € 35.000. Verbindingen (MBL), doordat de communicatiemiddelen dit jaar worden vervangen wordt er terughoudend omgegaan met reparatie en vervanging, voordeel € 25.000. Naar verwachting start de ontwikkeling van het kwaliteitszorgsysteem pas in het najaar, voordeel van € 25.000. Doordat de financieringsbehoefte als gevolg van het uitstellen en doorschuiven van investeringen minder is dan geraamd zijn de rentelasten € 41.000 lager. In verband met diverse projecten moet het team Beheer en Huisvesting moet regelmatig juridisch, inkoop technisch en/of bouwkundig advies moeten inwinnen, meerkosten € 20.000. De communicatiekosten van de Veiligheidsregio leveren een voordeel op van € 30.000. In 2014 is de capaciteit van het veiligheidsbureau voornamelijk ingezet op planvorming, opleiden, trainen en oefenen in het kader van risico- en crisiscommunicatie. In het licht van het recent opgestelde communicatiebeleidsplan 2015-2018 en met het oog op de beschikbare capaciteit, zal nog moeten worden bepaald welk deel van deze onderschrijding structureel is.
• •
Kapitaallasten, lasten (voordeel € 765.000; 19%) Kapitaallasten, baten (nadeel € 130.000; 15%) De hoogte van de kapitaallasten is sterk afhankelijk van het tempo van de investeringen. Zoals eerder gemeld gaat BBN op dit moment terughoudend om met nieuwe investeringen in afwachting van de uitkomsten van het MVSO-traject. Over 2014 zal naar verwachting een incidenteel positief saldo ontstaan op het budget kapitaallasten ad € 635.000. Dit bedrag is het saldo tussen lagere kapitaallasten ad € 765.000 en een lagere opbrengst uit intern doorberekende rente € 130.000.
•
Convenantgelden, lasten (voordeel € 140.000; 24%) De activiteiten die ten laste van de reserve convenantgelden komen dienen nog opnieuw geëvalueerd te worden. Op basis van een globale maar voorzichtige schatting, wordt verwacht dat de uitgaven zo'n € 140.000 lager zullen uitvallen, doordat een aantal projecten trager verloopt. De afwijking heeft geen effect op het rekeningresultaat in verband met de onttrekking aan de reserve.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
14
•
Huisvestingskosten, lasten en baten (saldo € 0) De extra lasten en baten in verband met de overdracht van een aantal kazernes zijn niet in de huidige prognose van de jaareindeverwachting verwerkt. Deze zullen wel (budgettair neutraal) worden opgenomen in een wijziging van de Programmabegroting én in de Jaarverantwoording 2014.
•
Inkomens- en vermogensoverdrachten, baten (nadeel € 297.000) Conform het AB-voorstel van 25 juni jl. is er een bedrag van € 297.000 onttrokken aan de reserve verlofuren en gerestitueerd aan de gemeenten. Deze restitutie is nog niet verwerkt in een wijziging van de Programmabegroting.
•
Subsidies (voordeel € 35.000; 28%) In 2014 wordt er aan externe veiligheid meer uren besteed. Deze uren worden gedekt door een hogere subsidie van € 25.000 voor externe veiligheid.
•
Onttrekking aan reserves (nadeel € 339.000; 22%) Als gevolg van de lagere kosten voor de implementatie van de oefenbank (zie opleiden en oefenen, lasten), zal deze onttrekking aan de reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs lager € 48.000 zijn. Als gevolg van de lagere uitgaven ten behoeve convenant-projecten zal de onttrekking aan reserve convenantgelden € 140.000 lager zijn. Conform het AB-voorstel van 25 juni jl. is er een bedrag van € 297.000 onttrokken aan de reserve verlofuren en gerestitueerd aan de gemeenten. Daarnaast was een onttrekking uit de reserve convenantgelden begroot van € 449.000, ter dekking van het tekort in de Programmabegroting 2014. Met het oog op de huidige resultaatverwachting is deze onttrekking niet langer noodzakelijk.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
15
2.2
Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio
Relevante afwijkingen activiteiten Ten aanzien van de geplande activiteiten hebben er zich bij de GHOR geen noemenswaardige afwijkingen voorgedaan. Bedragen x € 1.000,-
GHOR
Lasten Personeelslasten Kapitaalslasten Huisvestingskosten Bedrijfskosten Overhead incl. bestuurskosten totaal lasten
Begroting primair 2014 A 1.130 105 245 576 410 2.466
Begroting na wijz. 2014 B 1.130 105 245 576 410 2.466
45 45
Realisatie Jaareinde tm heden verwachting 1.199 77 223 676 411 2.586
E=B-D -69 28 22 -100 -1 -120
F N V V N N N
45 45
0 0
0 0
45 45
N N
-2.421
-2.421
-1.627
-2.586
165
N
1.245 1.175 0 0 2.421
1.245 1.175 0 0 2.421
830 785 87
1.245 1.177 131
1.702
2.553
0 -2 -131 0 -132
V V V V V
Totaal saldo van baten en lasten
0
0
75
-33
33
N
Dotatie aan reserves Onttrekkingen aan reserves Saldo verrekening reserves
0 0 0
0 0 0
0
35 35
0 -35 -35
V V V
Resultaat
0
0
75
2
-2
V
Saldo Programma's Algemene middelen BDUR Gemeentelijke bijdragen GGD Hart voor Brabant Saldo financieringsfunctie Totaal algemene middelen
D
V = voordeel N = nadeel
778 51 149 375 274 1.627
Baten Overige baten totaal baten
C
Verschil
Relevante afwijkingen middelen Uit de tabel blijkt dat er een positief resultaat wordt verwacht van € 2.000. Hieronder zullen we dit resultaat nader specificeren en de belangrijkste verschillen ten opzichte van de beleidsbegroting van 2014 toelichten. •
Personeelslasten (nadeel ad € 69.000) Het verwachte nadeel op de personeelslasten kan hoofdzakelijk worden verklaard door implementatie van de overeenkomst kosten voor gemene rekening die is aangegaan met GGD Hart voor Brabant. De personeelslasten stijgen hierdoor met € 131.000. Hiertegenover staat een identieke bijdrage in de kosten voor gemene rekening van de GGD Hart voor Brabant (zie: Bijdrage kosten gemene rekening GGD HvB). Resteert een voordeel van € 62.000 als gevolg van niet ingevulde vacatureruimte.
•
Kapitaalslasten (voordeel ad € 28.000) Er is een voordeel op de afschrijvingskosten ad € 18.000 door minder uitgevoerde investeringen en er is € 7.000 voordeel op de betaalde rente van de investeringen. Daarnaast vallen de kapitaalslasten € 3.000 lager uit doordat de vervangen communicatieapparatuur niet is geactiveerd (deze kosten zijn in de exploitatiekosten opgenomen).
•
Huisvestingskosten (voordeel ad € 22.000) Het voordeel op de huisvestingskosten ontstaat door een lagere doorberekening van de kosten van het pand aan de Gruttostraat in verband met een dalende boekwaarde en een lagere doorberekening van de exploitatiekosten.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
16
•
Bedrijfskosten (nadeel ad € 100.000) Het nadeel ad € 100.000 op de bedrijfskosten kan worden verklaard doordat er extra dienstverlening van derden wordt afgenomen ter ondersteuning bij projecten (ad € 59.000). De ontstane ondercapaciteit door het niet volledig invullen van de vacatureruimte is hiermee tijdelijk opgevangen. Daarnaast is de communicatie apparatuur vervangen (ad € 30.000). Ook zijn er opleidingen voor sleutelfunctionarissen volgens het nieuwe knoppenmodel ingekocht (ad € 35.000). Hiertegenover staat een onttrekking aan de daarvoor ingestelde bestemmingsreserve. Tegenover dit nadeel staat een voordeel ad € 25.000 door uit de exploitatie gehaalde kosten van de reeds stopgezette applicatie CrisisOnline.
•
Overige baten (nadeel ad € 45.000) Als gevolg van de overeenkomst kosten voor gemene rekening die is aangegaan met de GGD Hart voor Brabant mogen geen overige baten worden geraamd, dan wel gerealiseerd. Mede om deze reden is het beheer van de applicatie CrisisOnline door de GHOR stopgezet en worden hier geen inkomsten voor ontvangen.
•
Bijdrage kosten gemene rekening GGD HvB (voordeel ad € 131.000) Ter implementatie van de overeenkomst kosten voor gemene rekening die is aangegaan met de GGD Hart voor Brabant draagt deze partij een aandeel van 5,1 % in de exploitatiekosten van de GHOR5) Hiertegenover staat eenzelfde bedrag bij de Personeelslasten, per saldo zijn deze lasten en baten budgettair neutraal.
•
Onttrekkingen aan reserves (voordeel ad € 35.000) Ter financiering van de opleidingen voor sleutelfunctionarissen volgens het nieuwe knoppenmodel, zal naar verwachting een onttrekking ad € 35.000 plaatsvinden aan de daarvoor ingestelde bestemmingsreserve vakbekwaamheidstraject GHOR (zie ook de toelichting onder de bedrijfskosten).
5) Hiertegenover staat eenzelfde bijdrage van GGD Hart voor Brabant in het exploitatietotaal van de GHOR.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
17
2.3
Gemeenschappelijk Meldcentrum Bedragen x € 1.000,-
GMC
Lasten Huidig personeel Rente Opleiding en vorming Huisvesting Vervoer Verbindingen en automatisering Operationeel Beheer Overige lasten totaal lasten
Begroting primair 2014 A 1.117 160 40 541 16 1.116 5 55 60 3.110
Begroting na wijz. 2014 B 1.117 160 40 541 16 1.116 5 55 60 3.110
90 90
Realisatie Jaareinde tm heden verwachting
1.881
6 122 18 41 2 56 0 -5 40 280
F V V V V V V V N V V
90 90
60 60
90 90
0 0
V V
-3.020
-3.020
-1.821
-2.740
-280
V
128 1.596 1.296 0 3.020
128 1.596 1.296 0 3.020
85 1.066 867 0 2.018
129 1.599 1.299 3.027
-1 -3 -3 0 -7
V V V V V
Totaal saldo van baten en lasten
0
0
197
287
-287
V
Dotatie aan reserves Onttrekkingen aan reserves Saldo verrekening reserves
0 0 0
0 0 0
0
0
0 0 0
V V V
Resultaat
0
0
197
287
-287
V
Saldo Programma's Algemene middelen RAV Politie Gemeentelijke bijdragen Saldo financieringsfunctie Totaal algemene middelen
D 737 22 10 331 9 720 2 50
E=B-D
V = voordeel N = nadeel
1.111 38 22 500 14 1.060 5 60 20 2.830
Baten Huisvesting totaal baten
C
Verschil
Algemene financiële ontwikkeling Uit bovenstaand overzicht kan worden afgeleid dat de verwachte kosten voor 2014 bijna € 290.000 (9 %) lager uitvallen dan begroot. Dit financiële voordeel houdt verband met het terughoudende uitgaven- en investeringenbeleid. Een belangrijk deel van dit voordeel (€ 122.000) vloeit voort uit lagere rentelasten. Ultimo 2013 zijn de "oude" langlopende leningen geheel afgelost en is een "nieuwe" lening tegen een lage rente door de politie verstrekt. Deze herfinanciering levert een financieel voordeel op van indicatief € 100.000. Daarnaast is de laatste tijd beperkt geïnvesteerd wat eveneens tot lagere rentelasten leidt van indicatief € 22.000. Naast lagere rentelasten vallen tevens de andere lasten lager uit dan geraamd (totaal € 158.000) en zijn de baten € 7.000 hoger dan geraamd. •
Personeel (voordeel € 6.000; 1%) Ten gevolge van ziekteverlof zijn extra lasten voor de inhuur van personeel ontstaan. Dit financiële nadeel is gecompenseerd door interne invulling van de vacature voor beleidsmedewerker. De verwachting is dat de personele lasten beperkt lager uitvallen dan begroot.
•
Rente (voordeel € 122.000; 76%) De lagere rentelasten vloeien voort uit de genoemde herfinanciering en het terughoudende investeringenbeleid. In dit kader wordt tevens naar paragraaf 3.1.1. Investeringen, verwezen.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
18
•
Opleidingen (voordeel € 18.000; 45%) Het terughoudend beleid ten aanzien van vervangingsinvesteringen ICT betekent ook dat het aantal benodigde opleidingen in 2014 minder was.
•
Huisvesting (voordeel € 41.000; 8%) Het voordeel bij de kostengroep huisvesting houdt voor een belangrijk deel verband met het feit dat de inventaris geheel is afgeschreven en nog nauwelijks is vervangen.
•
Vervoer (voordeel € 2.000; 13%) De kosten van vervoer zijn beperkt lager dan geraamd.
•
ICT (voordeel € 56.000; 5%) Onder invloed van met name de terughoudende investeringen blijven ook de ICT-kosten binnen de begroting. Ter illustratie wordt bijvoorbeeld vermeld dat de oude telefooncentrale is aangepast en niet is vervangen door een nieuwe centrale. Na deze aanpassing zijn de servicevoorwaarden onder gelijkblijvende omstandigheden verlengd.
•
Overige lasten (voordeel € 35.000; 30%) De beheer- en overige lasten blijven eveneens binnen de begroting.
•
Algemene middelen (voordeel € 7.000; 0%) De gemeentelijk bijdragen zijn beperkt hoger dan begroot als gevolg van de groei van het aantal inwoners.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
19
3 Financiële begroting De financiële begroting behelst een overzicht van alle baten en lasten van de VR, gevolgd door een uiteenzetting van de financiële positie van de drie pijlers (BBN, GHOR en GMC) binnen de Veiligheidsregio.
3.1
Overzicht van baten en lasten Veiligheidsregio
Veiligheidsregio Brabant-Noord: totaaloverzicht financiën Begroting Begroting primair na wijz. 2014 2014 Lasten A B BBN 36.118 36.649 GHOR 2.466 2.466 GMC 3.110 3.110 totaal lasten 41.694 42.225 Baten BBN GHOR GMC totaal baten
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie Jaareinde tm heden verwachting
Verschil
V = voordeel N = nadeel
C 18.978 1.627 1.881 22.486
D 35.675 2.586 2.830 41.091
E=B-D 974 -120 280 1.134
F V N V V
1.539 45 90 1.674
1.946 45 90 2.081
1.207 0 60 1.267
1.897 0 90 1.987
49 45 0 94
N N V N
-40.020
-40.144
-21.219
-39.105
-1.039
V
Algemene middelen BBN Saldo financieringsfunctie BBN GHOR Saldo financieringsfunctie GHOR GMC Saldo financieringsfunctie GMC Totaal algemene middelen
32.993 0 2.421 0 3.020 0 38.434
33.237 0 2.421 0 3.020 0 38.678
31.899 0 1.702 0 2.018 0 35.619
33.237 0 2.553 0 3.027 0 38.817
-0 0 -132 0 -7 0 -139
V V V V V V V
Totaal saldo van baten en lasten
-1.586
-1.466
14.401
-287
-1.179
V
73 0 0
73 0 0
0 0 0
73 0 0
0 0 0
V V V
1.659 0 0 1.586
1.539 0 0 1.466
447 0 0 447
1.200 35 0 1.162
339 -35 0 304
N V V N
0
0
14.847
875
-875
V
Saldo Programma's
Dotatie aan reserves BBN GHOR GMC Onttrekkingen aan reserves BBN GHOR GMC Saldo verrekening reserves Resultaat
Toelichting De jaareindeverwachting laat een resultaat zien van € 875.000 voordelig (2%). Het betreft voor de brandweer een voordeel van € 586.000 (2%) dat in belangrijke mate wordt veroorzaakt door het achterblijven van investeringen en de daarmee verbonden kapitaallasten. Voor het Gemeenschappelijk meldcentrum gaat het om een voordeel van € 287.000 (9%) dat wordt veroorzaakt door een terughoudend uitgaven- en investeringsbeleid in afwachting van de vorming van de landelijke meldkamer organisatie (LMO).
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
20
De algemene dekkingsmiddelen zijn opgebouwd als in onderstaande tabel. Bedragen x € 1.000,-
Algemene dekkingsmiddelen
BBN BDUR Gemeentelijke bijdragen Subtotaal GHOR BDUR Gemeentelijke bijdragen GGD Hart voor Brabant Subtotaal GMC Gemeentelijke bijdragen Bijdrage RAV Bijdrage Politie Subtotaal Totaal algemene dekkingsmiddelen
Begroting primair 2014 A
Begroting na wijz. 2014 B
5.011 27.982 32.993
Realisatie Jaareinde tm heden verwachting
Verschil
V = voordeel N = nadeel
C
D
E=B-D
F
5.222 28.015 33.237
3.917 27.982 31.899
5.222 28.015 33.237
-0 -0 -0
V V V
1.245 1.175 0 2.421
1.245 1.175 0 2.421
830 785 87 1.702
1.245 1.177 131 2.553
0 -2 -131 -132
V V V V
1.296 128 1.596 3.020
1.296 128 1.596 3.020
867 85 1.066 2.018
1.299 129 1.599 3.027
-3
V
-3 -6
V V
38.434
38.678
35.619
38.817
-138
V
Toelichting De nieuwe bijdrage van de GGD Hart voor Brabant wordt verklaard door implementatie van de overeenkomst kosten voor gemene rekening die is aangegaan met GGD Hart voor Brabant. Hiertegenover staan extra personele lasten van € 131.000.
3.1.1
Investeringen
Brandweer Brabant-Noord Bedragen x € 1.000,-
Investeringen BBN
Lasten Materieel, beheer en logistiek Beheer & huisvesting ICT totaal lasten
Begroting primair 2014 A 3.000 0 0 3.000
Begroting na wijz. 2014 B 4.420 335 0 4.755
Realisatie Jaareinde tm heden verwachting C
D 501 153 36 690
2.132 514 75 2.721
Verschil
V = voordeel N = nadeel
E=B-D 2.288 -179 -75 2.034
Toelichting Materieel, beheer en logistiek In afwachting van de uitkomsten van het MVSO-traject zijn een aantal grote investeringen, waaronder 6 tankautospuiten, uitgesteld. Op basis van de uitkomsten van diverse (deel)projectgroepen over de volle breedte in de organisatie is een nieuwe visie op repressie ontwikkeld waarbij het benodigde materieel opnieuw in beeld is gebracht. De huidige investeringsbudgetten zullen de komende jaren conform de nieuwe visie worden uitgegeven.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
21
F V N N V
Beheer &Huisvesting De overschrijding op het investeringsbudget van de afdeling Beheer & Huisvesting wordt grotendeels veroorzaakt door de investeringen voor de Post Rosmalen. Het restantkrediet van 2013 had moeten worden overgeheveld naar 2014. Dat is niet gebeurd vandaar de huidige overschrijding ad € 63.000. Daarnaast is in de planfase van de nieuwbouw van de brandweerkazerne Rosmalen afgesproken dat de Regionale Brandweer de kosten voor de investeringen ad € 108.000 voor de energiebesparende maatregelen zou gaan dragen. De brandweer heeft bij deze maatregelen direct voordeel in de vorm van een lagere energierekening. Bij de eerstvolgende begrotingswijziging zullen de investeringsplannen worden als gevolg van deze overschrijdingen worden bijgesteld. ICT Om betrouwbare informatie te krijgen over de logistieke bewegingen van de operationele voertuigen en een eenduidige meting en registratie van de status is een Track- en Tracesysteem aangeschaft. Dit was nog niet eerder in de investeringsplannen opgenomen. Deze investering ad € 75.000 zal worden verwerkt in de eerstvolgende wijziging van de begroting. De kapitaallasten blijven binnen de daarvoor beschikbare budgetten.
GHOR Brabant-Noord Dit is niet van toepassing op de GHOR.
Gemeenschappelijk Meldcentrum Bedragen x € 1.000,-
Investeringen GMC
Lasten Restant voorgaande jaren ICT Inventaris totaal lasten
Begroting primair 2014 A 0 0 0 0
Begroting na wijz. 2014 B 757 506 21 1.284
Realisatie Jaareinde tm heden verwachting C
D 26 0 26
20 50 20 90
Verschil E=B-D 737 456 1 1.194
V = voordeel N = nadeel F V V V V
Toelichting Uit bovenstaand overzicht kan worden afgeleid dat het GMC een zeer terughoudend investeringenbeleid volgt. Zo wordt gedurende 2014 naar verwachting slechts 7 % van de geplande vervangingsinvesteringen geïnvesteerd. Overigens heeft een belangrijk deel (€ 370.000) van de restant investeringskrediet van voorgaande jaren betrekking op de vervanging van inventaris.
3.1.2
Verloop reserves
Brandweer Brabant-Noord Reserve verlofuren Aan de deelnemende gemeenten is een bedrag van € 297.000 gerestitueerd conform het AB-besluit van 25 juni 2014. Reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs De voorgestelde onttrekking ten behoeve van het aanleggen van de oefendatabank ter hoogte van € 60.000 zal, aangezien eigen personeel ingezet kon worden in plaats van inhuurkrachten, € 48.500 lager zijn dan geraamd (zie toelichting paragraaf 2.1). Reserve convenantgelden De reserve bedroeg per januari 2014 € 2.237.000. Voorzien waren een onttrekking van € 449.000 ter dekking van het tekort op de Programmabegroting 2014, alsmede een onttrekking van pakweg € 590.000 voor de uitvoering van projecten (totaal: € 1.040.000). Op grond van de thans voorliggende resultaatverwachting is de voorgenomen onttrekking om de Programmabegroting 2014 sluitend te maken, niet nodig. Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
22
De projectuitvoering (vooral vanwege de belasting dit jaar vanuit het MVSO-traject en de ontwikkeling van de visie op vernieuwde repressie) stagneert op onderdelen, waardoor dit jaar, naar het zich thans laat aanzien, ongeveer €140.000 minder zal worden uitgegeven dan oorspronkelijk voorzien. Toch lijkt de verwachting gerechtvaardigd dat de reserve vanaf eind 2014 weer extra en fors zal worden aangesproken:: • Per oktober is de nieuwe structuur operationeel. De organisatie zal per januari a.s. qua bemensing zodanig gesetteld zijn, dat de “achterstallige” projecten weer op volle kracht ter hand worden genomen. • Daarnaast voorzien wij de –tijdelijke- inzet van extra mensen en middelen om de bedrijfsvoering weer af te stemmen op de nieuwe inrichting en werkwijze van de organisatie (aanpassing regelingen, ontwikkeling en beschrijving van nieuwe bedrijfsprocessen, ontwikkeling nieuwe kaders, systeemaanpassingen bijv. t.b.v. de personeel- en salarisadministratie, AG5 t.b.v. de inzet van vrijwilligers, de financiële administratie, etc.). • Als het AB in 2015 besluit tot afkoop van de brandkranen (zie hieronder) dan zal de reserve Convenantgelden als aanvullende financieringsbron moeten dienen omdat er op dit moment een tekort van €1,4 miljoen wordt voorzien. Overigens betreft het hier nadrukkelijk separate besluitvorming door het bestuur. De inzet van de Reserve Convenantgelden zal vanaf eind 2014 tot en met 2017 planmatig worden opgepakt. Een meerjarig inzetplan zal worden opgesteld, waarbij de afronding van projecten rondom de (verdere) professionalisering van de Veiligheidsregio in de loop van 2017 is voorzien. Reserve locatie onafhankelijke bluswatervoorzieningen De hoogte van deze reserve bedraagt ruim € 2,4 mln. De reserve is bedoeld om tot afkoop van de brandkranen te komen als het AB daartoe besluit. BrabantWater heeft een afkoopbedrag van €178 (excl. btw) per brandkraan voorgesteld. De totale afkoop van alle brandkranen kost dan maximaal € 3.957.600. Daartegenover staat dat de VR dan geen jaarlijkse huurkosten meer hoeft te betalen van rond de € 600.000. Wel zal de brandweer moeten investeren in bijvoorbeeld de aanschaf en bezetting van 6 waterwagens en in extra opleiding en training van manschapen. Het concept van de zogenoemde locatie onafhankelijke bluswatervoorziening past goed binnen het concept van de vernieuwde repressie zoals dat thans wordt ontwikkeld. Op dit moment wordt een businesscase gemaakt om te kunnen beoordelen hoe het aantal beschikbare brandkranen (18.375) kan worden afgebouwd in de tijd, welke brandkranen er behouden moeten blijven én of afkoop in financiële zin (meerjarig) minimaal kostenneutraal uitpakt. Dit onderzoek is eind 2014 gereed zodat het AB in april 2015 tot besluitvorming kan komen. GHOR Brabant-Noord De GHOR beschikt over een algemene reserve ad € 178.000 om onvoorziene risico’s op te vangen. Deze reserve is gevormd uit het resultaat 2010 en bedraagt 7% ten opzichte het exploitatietotaal van 2013. In 2014 hebben er geen onttrekkingen plaatsgevonden. Het resultaat 2013 ad € 82.000 is aangewend als bestemmingsreserve voor financiering van het vakbekwaamheidstraject sleutelfunctionarissen GHOR. Naar verwachting zal er in 2014 € 35.000 aan worden onttrokken. Gemeenschappelijk Meldcentrum In overeenstemming met de begroting hebben er geen mutaties plaatsgevonden in het saldo.
3.1.3
Verloop voorzieningen
Brandweer Brabant-Noord Op dit moment zijn er geen relevante afwijkingen te melden.
GHOR Brabant-Noord Dit is niet van toepassing op de GHOR.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
23
Gemeenschappelijk Meldcentrum Binnen het GMC is een voorziening voor groot onderhoud van het gebouw. Jaarlijks wordt een vast bedrag van ruim € 30.000 aan deze voorziening toegevoegd. De onttrekkingen hebben betrekking op grotere onderhoudsuitgaven. Ten tijde van het opstellen van deze bestuursrapportage wordt een onderzoek verricht naar het klimaat in het pand. Naar verwachting dient de ventilatiecapaciteit te worden verhoogd. In dit kader is de omvang van de onttrekkingen over 2014 nog moeilijk in te schatten.
3.1.4
Financiering
Brandweer Brabant-Noord Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet stelt grenzen aan de mate waarin kortlopende financiering kan worden toegepast. Voor gemeenschappelijke regelingen zoals Brandweer Brabant Noord is deze grens vastgesteld op 8.2% va het begrotingstotaal. Uit interne monitoring blijkt dat Brandweer Brabant Noord aan die norm voldoet. GHOR Brabant-Noord De GHOR heeft geen aparte liquiditeitspositie. De kas- en bankmutaties lopen volledig via de rekeningen van de GGD Hart voor Brabant. Gemeenschappelijk Meldcentrum Eind 2013 zijn, conform bestuursbesluit, de "oude" langlopende leningen geheel afgelost en is een "nieuwe" lening tegen een lage rente door de politie verstrekt. Deze herfinanciering levert een financieel voordeel op van indicatief € 100.000.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
24
4 Paragrafen In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is voorgeschreven de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten vast te leggen. In dit hoofdstuk worden deze beleidslijnen beschreven.
4.1
Risico’s
Algemeen Landelijk meldkamerorganisatie •
•
•
Nederland kent op dit moment 25 meldkamers waarvan 22 regionale meldkamers werkzaam zijn ten behoeve van politie, brandweer en de ambulancevoorzieningen. De schaalvergroting wordt geëffectueerd middels een transitieakkoord waarin de samenvoeging tot één landelijke meldkamerorganisatie (met maximaal 10 locaties) die onder leiding komt te staan van het ministerie van Veiligheid & Justitie. Welke financiële risico’s dat met zich meebrengt voor de deelnemende gemeenten binnen onze Veiligheidsregio met betrekking tot het Gemeenschappelijke Meldcentrum en de meldkamer van de Brandweer is nog niet bekend. Het transitieakkoord geeft een aantal financiële kaders weer. Echter deze zijn nog onvoldoende duidelijk. Een korte opsomming: Financiële taakstelling In het transitieakkoord is opgenomen dat er initieel een startbudget zal zijn van € 200 miljoen per jaar in 2013. Vanaf 2015 zal een taakstelling gaan lopen voor het gehele meldkamerdomein oplopend tot structureel € 50 miljoen in 2022. In het akkoord is opgenomen dat de invulling van de taakstelling door de veiligheidsregio’s onderdeel zal vormen van de wijze van overdracht van middelen waardoor van de initiële taakstelling in 2015 (€ 10 miljoen) voor een deel ten laste zal komen van de veiligheidsregio’s. Hier zijn overigens de kosten van C2000 niet in meegenomen. De transitiekosten worden geschat op circa € 90 miljoen bestaande uit personele, materiële en projectkosten. De verdeling van de transitiekosten worden deels aan de veiligheidsregio’s toegerekend. Hiervan worden de projectkosten (€ 12,5 miljoen) voor 50% gedragen door het ministerie van V&J en de andere 50% worden verdeeld onder de verschillende organisaties. Het aandeel in de projectkosten van de veiligheidsregio’s wordt gedragen door het ministerie van V&J. Thans bestaat echter landelijk nog verschil van interpretatie over dit artikel (wat wordt precies bedoeld met het aandeel veiligheidsregio's?). Dit verschil kan nog leiden tot verrekeningseffecten. Wat dit precies impliceert voor de verdeling van de kosten en de taakstelling voor Veiligheidsregio BN wordt pas duidelijk wanneer het overdrachtsdossier opgesteld wordt. Personele kosten Volgens het akkoord dient er terughoudend opgetreden te worden tijdens de transitieperiode voor het invullen van vacatures voor beheer en ondersteunend personeel evenals voor meldkamerpersoneel. Boventalligheid dient in principe niet te leiden tot achterblijvende frictiekosten voor veiligheidsregio’s door sturing op herplaatsing van personeel waarmee er geen financiële compensatie van dergelijke kosten zal plaatsvinden. Enkel in dat geval dat de daar speciaal voor ingerichte due diligence commissie van mening is dat achterblijvende kosten onvermijdbaar, onverwijtbaar, proportioneel zijn en dat er een causaal verband is met de beoogde transitie kunnen frictiekosten verrekend worden. Verder wordt er in het transitieakkoord over gesproken dat het huidige meldkamerpersoneel in dienst blijft van de huidige werkgever tot de overdracht van de meldkamerlocaties aan de LMO een feit is. De besturen van veiligheidsregio’s kunnen ervoor kiezen om het meldkamerpersoneel voor de monodisciplinaire taakuitvoering van
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
25
de brandweer in dienst te houden van de veiligheidsregio en deze dan te detacheren aan de LMO of de werkzaamheden zelf uit te voeren middels DVO-afspraken. Er kan ook gekozen worden om het betreffende personeel over te dragen aan de LMO. Qua financiële risico’s en consequenties van deze beleidskeuze zal o.a. het toekomstige overdrachtsdocument verder uitkomst moeten bieden. • Materiële kosten De due diligence commissie beoordeelt of de meldkamer financieel op niveau is en geeft advies over de financiële implicaties van eventueel aantoonbaar achterstallig onderhoud of investeringen. De commissie kijkt voor deze toets naar de bezetting op de meldkamer; het opschalingspotentieel; de ICT-systemen en de structurele financiering in combinatie met vastgestelde meerjarige planvorming voor de meldkamer. Verder worden zoveel mogelijk achterblijvende kosten vermeden door hergebruik van achterblijvende locaties. Binnen elke regio worden de achterblijvende materiële kosten verdeeld onder de betrokken partijen binnen de meldkamer volgens de verdeelsleutel benoemd in het akkoord. Hoe groot de achterblijvende kosten zullen zijn is vooralsnog onduidelijk en wordt pas bekend bij het opstellen van het overdrachtsdocument. Het ministerie van V&J zal overigens ook deze kosten dragen voor veiligheidsregio’s waarbij dezelfde discussie terugkomt; wat valt er onder het veiligheidsregio aandeel? Het beleid is erop gericht om de risico's zo goed als mogelijk te beheersen. Tegelijk moet hierbij worden gerealiseerd dat diverse aspecten respectievelijk risico's door landelijke ontwikkelingen worden beïnvloed.
Brandweer Brabant-Noord Wet Houdbaarheid overheidsfinanciën (Wet Hof) De Wet Hof is op 11 december 2013 vastgesteld. Hierin is bepaald dat het rijk en decentrale overheden samen tekenen om het begrotingstekort (het EMU-tekort) volgens Europese afspraken terug te dringen. Daarmee wordt de investeringsruimte beknot. De tekortnorm zal in ieder geval tot 2015 op het huidige peil van 0,5 procent blijven en vanaf 2016 trapsgewijs worden teruggeschroefd naar 0,2 procent in 2017. In deze kabinetsperiode worden er geen boetes opgelegd als de tekortnorm wordt overschreden. Duidelijk is dat gemeenschappelijke regelingen ook gehouden zijn uitvoering te geven aan de wet Hof, wat de gevolgen en risico’s zijn is nog niet duidelijk. Ook niet hoe gemeenten richting gemeenschappelijke regelingen hiermee om willen gaan. Wel is het een feit dat door het uitstellen van investeringen, de brandweer in de komende jaren haar investeringsachterstand wil inlopen en daarbij wellicht met de grenzen van de wet Hof zal worden geconfronteerd.
Werkkostenregeling (WKR) Aanvankelijk zou de werkkostenregeling met ingang van 1 januari 2014 van kracht worden. De werkkostenregeling bepaalt dat een werkgever maximaal 1,2% van het totale fiscale loon aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan de werknemer mag geven. Bij het overschrijden hiervan wordt het meerdere belast met een eindheffing van 80% loonbelasting. Tevens zal bij de vrijwilligers het maximum snel bereikt worden, gezien het grote aantal vrijwilligers waar naar verhouding een kleine loonsom tegenover staat. Becijferd is dat het landelijk om een verhoging van € 6 miljoen aan vrijwilligerskosten zou gaan, voor de Brandweer Brabant-Noord zal dit naar schatting € 375.000 bedragen. In verband met de op te lossen knelpunten is de invoeringsdatum met één jaar vooruitgeschoven. Er zal beleid geformuleerd worden hoe om te gaan met de Werkkostenregeling. Deze beleidsformulering die in 2013 aangevangen is, zal in 2014 afgerond worden. Detachering medewerkers Er zijn vanuit de Brandweer 2 medewerkers voor 50% gedetacheerd bij het GMC waarvan de detacheringscontracten eenzijdig beëindigd kunnen worden. Deze eenzijdige opzegging zou tot meerkosten voor de veiligheidsregio kunnen leiden. Meldkamer BBN De samenvoeging van de meldkamers van Brabant-Noord met die van Zuid-Oost zou moeten leiden tot een besparing van 5 fte met ingang van 2016. Omdat dit proces landelijk wordt gecoördineerd is op dit moment niet duidelijk, wanneer en of een besparing van 5 fte mogelijk is. Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
26
GHOR Brabant-Noord Er bestaat een risico in personele- en materiële zin om eventuele verdere bezuinigingen op zowel de gemeentelijke bijdrage als de BDUR op te vangen. Daarnaast kan de eventuele overheveling van budgeten van de GHOR naar zorgaanbieders als gevolg van de Wet veiligheidsregio’s als risico worden bestempeld.
Gemeenschappelijk Meldcentrum GMC-pand Het GMC-pand is in 2009 getaxeerd. Uit het taxatierapport kan worden afgeleid dat de taxatiewaarde van het GMC-pand substantieel lager is dan de boekwaarde. Dit verschil is voor 2015 lastig te bepalen aangezien het taxatierapport uit 2009 dateert. Het nadelige verschil tussen boekwaarde en taxatiewaarde wordt veroorzaakt door de huidige lage marktwaarde van kantoorpanden, het ontwerp en de specifieke voorzieningen die in het GMC-pand zijn aangebracht. De begroting respectievelijk jaarrekening zijn opgesteld op basis van het continuïteitsprincipe, waarbij het latente boekverlies van dit pand niet tot uitdrukking is gebracht.
Fiscaal risico De onderlinge prestaties tussen de politie (met betrekking tot het GMC) en de Veiligheidsregio zijn vanaf 1 januari 2014 fiscaal belaste prestaties geworden. Tenzij de Politie, met de belastingdienst in 2014 met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014 tot overeenstemming kan komen over een vorm waarbij de onderlinge prestaties en kostendoorberekeningen tussen de politie (GMC) en de Veiligheidsregio op het gebied van de GMC taken structureel buiten de btwheffing kunnen blijven. De belastingdienst heeft op 12 maart 2014 aangegeven niet in te stemmen met de vorm “kosten voor gemene rekening”. De directie Financiën van de Nationale Politie is hierover in overleg met de Belastingdienst, waarbij de diverse mogelijkheden om buiten de heffing te blijven onderwerp van gesprek zijn.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
27
4.2
Bedrijfsvoering
4.2.1
Mobiliteit
Brandweer Brabant-Noord De ontwikkeling van het mobiliteitsbeleid zal in 2015 vorm gaan krijgen. GHOR Brabant-Noord Bij de GHOR hebben geen mutaties plaatsgevonden in het personele bestand. Gemeenschappelijk Meldcentrum De vacature voor beleidsmedewerker wordt in waarneming intern ingevuld. De vacature voor een functioneel beheerder (0,5 fte) die hierdoor is ontstaan wordt intern opgevangen.
4.2.2
Ziekteverzuim
Brandweer Brabant-Noord Het verzuimpercentage bedraagt 3,29%, de meldingsfrequentie 0,49 en de gemiddelde verzuimduur 9,71 dagen. Volgens het CBS is het totale ziekteverzuim 2013 van het openbaar bestuur en overheidsdiensten net onder de 5%. Landelijk gezien is voor alle werkgevers het verzuimpercentage 3,9%.
GHOR Brabant-Noord In de eerste helft van 2014 is er nauwelijks sprake geweest van ziekteverzuim. Het verzuimpercentage bedraagt 1,41%, de meldingsfrequentie 1,53 en de gemiddelde verzuimduur 3,38 dagen. Gemeenschappelijk Meldcentrum Door langdurig ziekteverlof van één medewerker is het ziekteverzuim gestegen van het jaargemiddelde 1,7% in 2013 naar een gemiddelde van 5,1% in 2014 tot en met de maand juli.
4.2.3
Formatie
Algemeen Beroepsformatie per product / programma
BBN GHOR GMC Totaal
FTE's Begroot 2014 234,25 13,10 14,50 261,85
FTE's Begroot na wijziging 234,25 13,10 14,50 261,85
FTE's Bezetting 2014 228,03 12,33 14,00 254,36
FTE's Vacatureruimte 6,22 0,77 0,50 7,49
Brandweer Brabant-Noord In verband met de reorganisatie en de te realiseren taakstellingen per 2015 en 2016 zal een eventuele invulling van de openstaande vacatures pas na 1 oktober starten. Brandweervrijwilligers
Totaal
Aantal Begroot 2014 960
Aantal Begroot na wijziging 960
Aantal Bezetting 2014 946
Het aantal vrijwilligers neemt conform de afspraken gestaag af. Naar verwachting zal per 1 januari 2015 het aantal vrijwilligers gedaald zijn naar 940.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
28
Aantal Vacatureruimte 14
GHOR Brabant-Noord Het werkelijke aantal fte’s is 0,77 fte lager dan begroot door het niet volledig invullen van de beschikbare vacature ruimte. Gemeenschappelijk Meldcentrum De formatie van het GMC komt overeen met de formatie van 2013. Er zijn derhalve geen wijzigingen aangebracht.
4.2.4
Rechtmatigheid
Brandweer Brabant-Noord De accountant heeft bij de jaarrekeningcontrole 2011, 2012 en 2013 vastgesteld dat deze jaren rechtmatig zijn verlopen. Hiermee kan gesteld worden dat de naleving van interne en externe regelgeving met betrekking tot financiële beheershandelingen voor de gecontroleerde onderdelen aantoonbaar onder controle is. Het inkoopbeleid is hierbij tot nu toe echter buiten beschouwing gebleven. De processen zijn beschreven en het inkoopbeleid is vastgesteld, maar door de werkdruk kon er tot dusver onvoldoende aandacht worden besteed aan een correcte toepassing van de procedures en de correcte vastlegging van aanbestedingen. In 2013 zijn intensieve inspanningen verricht om het beleid onder de aandacht te brengen en inkopers te instrueren in het gebruik van het digitale archief. De wens is om het inkoopbeleid in 2014 daadwerkelijk te laten onderwerpen aan de controle. Echter de accountant wees ons erop dat, als gevolg van de organisatorische veranderingen die voortvloeien uit het MVSO-traject, het risico bestaat dat de correcte toepassing van de procedures in het geding kan komen. Vooruitlopend op de interne controle wordt een inschatting gemaakt van het risico om te bepalen of het wenselijk is dat het inkoopbeleid voor 2014 al dan niet wordt uitgesloten van de rechtmatigheidscontrole.
GHOR Brabant-Noord De GHOR Brabant-Noord volgt, conform de GGD Hart voor Brabant, voor de rechtmatigheidsaspecten de Kadernota 2012 van de Commissie BBV. Door de Financiële verordening, de controlebepalingen en de hieruit voortvloeiende nota’s voldoet de GHOR BrabantNoord/ GGD Hart voor Brabant aan de wetten en regels rondom het financieel beheer. Actualisering van deze stukken staat gepland voor het najaar van 2014.
Gemeenschappelijk Meldcentrum Er zijn geen bijzonderheden te vermelden.
Veiligheidsregio bestuursrapportage 2014
29