Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan
Onderwerp:
Gemeente Oostzaan voor participatie
Invullen door Raadsgriffie RVnummer: 14/82
Beleidsveld: Portefeuillehouder: Contactpersoon: Afdeling/team:
Participatie M. Olij Corina Garcia Beleid en regie / Gemeente Oostzaan voor participatie 075 – 651 21 00 corina.garcia@overgemeenten.nl
Datum: Procedure:
Telefoon: Emailadres:
6 november 2014 Commissie: 17 november 2014 Raad: 1 december 2014
Samenvatting In het beleidsplan Participatiewet ‘Oostzaan voor participatie’ geven we richting aan en stellen we keuzes voor van de Participatiewet. De Participatiewet is 1 van de 3 decentralisaties binnen het sociaal domein en gaat per 1 januari 2015 in. Daarnaast gaat gelijktijdig de wetwijziging ‘Maatregelen Wwb’ in, waaronder de plicht om in het beleid de inhoud van de tegenprestatie vast te leggen. In het plan geven we een drietal keuzemodellen weer waaruit de raad zijn keuze kan maken. In december 2014 zal de keuze uitgewerkt worden in de verordening en ter vaststelling aan de raad worden aangeboden.
1. Het voorstel in het kort Voorgesteld besluit De Raad besluit Het beleidsplan Participatiewet ‘Oostzaan voor participatie’ vast te stellen en in te stemmen met de in het plan de voorgestelde beslispunten. Beleidskader Participatiewet Wet Werk en Bijstand (WWB) Beleidskader sociaal domein ’Koers in het sociale domein’
2. Aanleiding/probleem en doel Aanleiding Op 1 januari 2015 gaat de Participatiewet in. Deze wet brengt grote hervormingen in de Sociale Zekerheid. De Participatiewet beoogt één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Eén regeling waarbij arbeidsbeperkten, meer dan nu het geval is, op een reguliere wijze deelnemen aan het arbeidsproces. Om die reden sluit vanaf 1 januari 2015 de instroom in de huidige Wet Sociale Werkvoorziening. De Wajong wordt alleen nog toegankelijk voor volledig en duurzaam arbeidsbeperkten. Mensen die vanaf 1 januari 2015 niet meer voor de Wajong in aanmerking komen kunnen terecht bij gemeenten voor ondersteuning vanuit de Participatiewet. Deze ondersteuning richt zich zowel op ondersteuning naar werk als op inkomensondersteuning. Mensen die nu onder de Wsw vallen en in de sociale werkvoorziening werken en de mensen die nu een Wajonguitkering van het UWV ontvangen behouden hun rechten. De mensen met een arbeidsbeperking en geen arbeidsvermogen hebben kunnen ook na 1 januari 2015 aanspraak maken op de Wajong via het UWV.
1
Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan
Na 1 januari 2015 kunnen mensen aanspraak maken op de Participatiewet via de gemeente die een arbeidsbeperking maar wel arbeidsvermogen hebben. Naast het van kracht worden van de Participatiewet worden in 2015 ook nog enkele maatregelen in de Wwb doorgevoerd via de wetswijziging ‘Maatregelen Wwb’ die daarmee voor de hele nieuwe doelgroep gaan gelden. De tegenprestatie, kostendelersnorm en intensivering van het armoedebeleid zijn onderdeel van deze wetswijziging. In het beleidsplan hoofdstuk 3 geven we kort uitleg over deze wetswijziging, maar behandelen deze verder niet. Wel behandelen we de tegenprestatie en geven in het beleidsplan een aantal keuzemodellen waar de raad uit kan kiezen. In de verordeningen die in december naar de raad komen zullen bepaalde keuzes gemaakt moeten worden die het gevolg zijn van deze wetswijziging. Het armoedebeleid in zijn geheel gaan we in het eerste kwartaal 2015 herijken en in maart aan de raad aanbieden. Probleem(vraagstuk blz 6 beleidsplan) Met de komst van de Participatiewet groeit het aantal mensen dat bij de gemeente een beroep doet op ondersteuning naar werk of bij inkomen. In Oostzaan zitten er nu zo’n 95 mensen in de WWB. Door de Participatiewet neemt dit aantal naar verwachting toe tot in totaal 100 mensen. De problematiek van onze doelgroep neemt daarnaast ook toe, immers hebben we nog niet eerder te maken gehad met mensen met een structurele arbeidsbeperking. Tegelijkertijd staat het Participatiebudget, het budget waarmee we mensen breed kunnen ondersteunen om terug te keren naar de arbeidsmarkt, onder druk. Dat betekent dat we dus meer mensen met een zwaardere problematiek moeten ondersteunen voor minder geld dan er de afgelopen jaren beschikbaar was. Met onze uitgangspunten als vertrekpunt is het centrale vraagstuk in dit beleidskader daarom: Voor wie gaan we wat doen? En hoe organiseren we dat? Doel/resultaat In Oostzaan doet iedereen mee naar vermogen. De Participatiewet is een instrument om inwoners van Oostzaan daarbij te ondersteunen. In het bijzonder op het gebied van werk en inkomen. De ambitie is om zoveel mogelijk Oostzaners die een beroep doen op een bijstandsuitkering te activeren. Als het kan naar betaald werk en als dat (nog) niet kan, om ze anderszins te activeren. Bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligerswerk of mantelzorg. 3. Toelichting Betrokkenen De transities in het sociale domein (waaronder de Participatiewet) treffen direct of indirect alle inwoners. De groepen die direct beïnvloed worden door de Participatiewet en de keuzes die in het beleidsplan gemaakt worden zijn: uitkeringsgerechtigden, werkzoekenden, werkgevers, toekomstige cliënten Participatiewet en de minima (mensen met een inkomen onder de 110% van de bijstandsnorm). In hoofdstuk 10 beschrijven we alle doelgroepen in het communicatieplan. De doelgroepen zijn alle betrokkenen die direct of indirect beïnvloed worden door het beleidsplan. Scenario’s Participatiewet Het Participatiebudget voor Oostzaan is niet voldoende om alle uitkeringsgerechtigden een re integratietraject te kunnen aanbieden. In 2015 bedraagt het reintegratiedeel in het Participatiebudget € 59.500. We zullen keuzes moeten maken. We hebben in het beleidplan in hoofdstuk 2 de 3 doelgroepen beschreven.
2
Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan
Groep 1 – Mensen met een korte tot middellange afstand tot de arbeidsmarkt Groep 2 – Mensen met een arbeidsbeperking Groep 3 – Maatschappelijke participatie Vervolgens geven we de opgave per doelgroep weer en welke instrumenten er ingezet kunnen worden om de opgave te kunnen halen. Dit staat in de hoofdstukken 5, 6 en 7 omschreven. In hoofdstuk 8 wordt in 3 scenario’s de prioriteit bij een andere doelgroep gelegd. Per scenario is een berekening gegeven van het resultaat (uitstroom) per doelgroep. De uitstroom is gekwalificeerd naar inverdieneffect in euro’s. Het doel van inzet van reintegratie instrumenten is uitstroom en daarmee minder uitgaven aan een uitkering. Hoe sneller iemand uit de uitkering stroomt hoe minder de gemeente kwijt is aan de betaling van de uitkering. Echter zal de investering aan instrumenten in verhouding moeten staan met de besparing die kan worden gehaald op de uitkering. De gemeente kan het restant in het inkomensbudget (waaruit de uitkeringen worden betaald) vrij besteden. Het is daarmee mogelijk om prioriteit te geven aan een doelgroep met de meeste kansen op de arbeidsmarkt om de besparing op de uitkering het grootst te laten zijn. Het restant in het inkomensdeel (inverdieneffect) kan dan vervolgens gebruikt worden om te investeren in de overige doelgroepen. Op deze wijze wordt de raad in staat gesteld om keuzes te maken en is inzichtelijk welke consequenties een bepaalde beslissing heeft. De scenario’s zijn vanuit een financieel oogpunt weergegeven. Uiteraard heeft het wel of niet inzetten van instrumenten een maatschappelijk effect. Dit effect is echter lastig te meten en te kwalificeren. In een tabel zien de scenario’s er als volgt uit: Scenario 1 2 3
Totaal besparing Ideel € 196.000 € 257.400 € 123.900
Kosten instrumenten
Totaal inverdieneffect
Inzet middelen doelgroep
Inzet nieuw beschut werk?
€ 53.000 € 144.750 € 340.000
+ € 143.000 + € 112.650 - € 216.100
1+2+3 2 3
Nee Ja Nee
Voorgestelde beslissing: Beslispunt Alles overwegende kiezen we voor scenario 1: perspectief op werk voor zoveel mogelijk mensen. Deze ondersteuning leidt tot werkaanvaarding, zelfredzaamheid en uiteindelijk daarmee ook tot een besparing op de uitkeringslasten. Op de langere termijn kiezen we ervoor om scenario 2, vanwege het positieve maatschappelijk effect, te onderzoeken met de cijfers uit 2015. Uit de evaluatie zal moeten blijken of scenario 2 (of een variant hierop) financieel haalbaar is en of het inverdieneffect zoals in het scenario is aangenomen daadwerkelijk gehaald kan worden. Effect van deze focus is dat door de inverdieneffecten van dit scenario we op korte termijn kunnen investeren in begeleidings en bemiddelingstrajecten voor een brede doelgroep van de participatiewet en we op de langere termijn het positief maatschappelijk effect niet uit het oog verliezen. Keuzemodellen tegenprestatie Onderdeel van de wetswijziging ‘Maatregelen Wwb’ die tevens per 1 januari 2015 van kracht wordt is de tegenprestatie. In hoofdstuk 3 geven we uitleg aan de wetwijziging en welke gevolgen deze heeft. In subhoofdstuk 3.4.1 geven we in 3 keuzemodellen weer welke beslissing de raad kan maken over de tegenprestatie en welke consequenties deze keuze heeft per model. In een tabel zien de keuzemodellen er als volgt uit:
3
Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan
Model
Doelgroep
Omvang
Duur
Uitvoerin g
Financieel
1 maximaal
Iedere uitkeringsgerecht igde
16 uur p.w.
3 mnd
Gemeente legt de ‘klus’ op.
Kosten uitvoering ca € 10.000
2 tussenvariant
Degene die nog geen andere activiteit hebben
4 uur p.w.
Maatwerk
Cliënt vindt zelf een passende ‘klus’
De kosten zijn inclusief het bedrag dat OZ aan ZNST besteedt voor de uitvoering van Werk en Inkomen. Voor Oostzaan zal deze keuze geen financiële consequenties hebben.
3 geen tegenprestatie
Niemand
Geen
Geen
-
Kosten uitvoering (vanwege uitzondering) ca. € 5.000
Voorgestelde beslissing: Beslispunt: De tegenprestatie wordt ingezet bij de doelgroep die geen andere activiteiten binnen de reintegratie, vrijwilligerswerk of mantelzorg verricht. Een tegenprestatie zijn maatschappelijk nuttige werkzaamheden een dagdeel (4uur) per week. Hoelang de tegenprestatie uitgevoerd dient te worden is maatwerk. Medio december wordt dit beslispunt nader uitgewerkt in de verordening en aan de raad ter vaststelling aangeboden. Uitgangspunten beleidskader sociaal domein uitgewerkt voor de Participatiewet en beslissing Minimabeleid De uitgangspunten die in het beleidskader sociaal domein zijn vastgesteld hebben we in hoofdstuk 4 vertaald naar uitgangspunten voor de Participatiewet. Deze uitgangspunten zijn nodig om de uitvoering van de Participatiewet in het breder kader van het sociaal domein te kunnen plaatsen. Vanuit de uitgangspunten stellen we een beslissing voor die vooruitgaat op de verordeningen Wwb die we in december aan de raad gaan aanbieden. De voorgestelde beslissing: Beslispunt: In de minimavoorzieningen maken we zoveel mogelijk gebruik van de wettelijke mogelijkheden om het beleid te koppelen aan de reintegratie om ervoor te zorgen dat mensen geactiveerd worden en blijven. Uitvoering Participatiewet In hoofdstuk 9 gaan we vervolgens nader in op de uitvoering. De opgave van de uitvoering ligt grotendeels in de arbeidsmarktregio ZaanstreekWaterland. Hieronder in het kort de schaal van uitvoering per onderwerp: Lokaal: • Verbinding met het Sociaal team en Jeugdteam Gemeente Zaanstad: • Uitvoering Participatiewet en Werk en inkomen en leveren van managementgegevens. • Centrumgemeentefuntie als trekker van de regionale opgave in de ontwikkeling van het regionale beleid Participatiewet. Arbeidsmarktregio: • Werkgeversservicepunt • Sociale werkvoorziening (Baanstede)
4
Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan
•
Werkbedrijf
Invulling garantiebanen Marktbewerkingsplan Organisatie van 1 aanspreekpunt voor werkgevers Ontwikkelen van 1 basispakket instrumenten
Risico's 1. De beschikbare budgetten per SW’er daalt, terwijl de kosten per persoon in de sociale werkvoorziening stijgen. 2. De budgetten die we ontvangen van het Rijk om instrumenten in te kopen om mensen naar betaalde arbeid te helpen wordt steeds lager, terwijl de doelgroepen worden verruimd. 3. Het budget voor de inkomensvoorzieningen is elk jaar tekort. De doelgroepen die over komen door de Participatiewet zijn mensen met een verminderd arbeidsvermogen en daardoor zal een grote groep voor een deel van zijn inkomen afhankelijk blijven van de gemeente. Gevolg is dat het cliëntenbestand zal stijgen. Beheersing 1. De afbouw van Baanstede is reeds ingezet. Door de afbouw zullen de exploitatiekosten van het bedrijf Baanstede afnemen, zodat er meer budget beschikbaar wordt voor de salariskosten van de werknemer. 2. Gemeente Oostzaan zit ruim in het reintegratiebudget (onderdeel participatiebudget). In 2013 is grofweg 30% benut. Voorheen diende de gemeenten het overschot op het Particiaptiebudget terug te storten naar het Rijk. Vanaf 2015 is dit niet meer het geval. Hierdoor is het mogelijk om overschotten in te zetten op andere onderdelen binnen de Particiaptiewet (SW) of sociaal domein. 3. Door het effectiever inzetten van de middelen uit het Particiaptiebudget wordt meer uitstroom bevorderd. Het Rijk stimuleert de gemeenten door middel van de systematiek binnen het budget van de inkomensvoorziening. Overschotten binnen het budget kunnen ingezet worden voor andere doeleinden. Desondanks is er het recht op een inkomensvoorziening en zal het risico van de ‘openeinde’ regeling blijven bestaan. Financiële middelen In hoofdstuk 10 geven we uitgebreid weer wat de huidige budgetten zijn, uitgaven nu, en prognose van de budgetten. Om uitvoering te kunnen geven aan de Participatiebudget heeft de gemeente de beschikking over 2 budgetstromen vanuit het Rijk. Hieronder de twee budgetten 2015 en wat eruit bekostigd moet worden: 1. het Pdeel (participatiebudget), bestemd voor de ondersteuning van mensen die een beroep doen op de Participatiewet bij het vinden van werk of andere vormen van participatie. Die ondersteuning kan bestaan uit begeleiding, coaching, trainingen, scholing, enz. In 2015 zal het Pdeel in totaal € 342.895 bedragen. Dit is voor het WSWdeel en reintegratiedeel. Het WSWdeel wordt direct uitbetaald naar Baanstede, die voor ons de sociale werkvoorziening in GRverband uitvoert. Het reintegratiedeel zal in 2015 € 59.500 bedragen. 2. het Ideel, bestemd voor het betalen van de uitkeringen en vanaf 2015 ook voor de loonkostensubsidies voor mensen met verminderde loonwaarde. In 2015 zal het Ideel voor Oostzaan € 899.107 bedragen. Uitgaven Participatiebudget (reintegratiedeel) 2015
5
Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan
In de regio ZaanstreekWaterland is afgesproken om de reintegratie instrumenten zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Door deze afspraak hebben we in deze regio dezelfde bedragen voor de subsidie die een werkgever kan krijgen voor het aannemen van een uitkeringsgerechtigde. De gemeenten kunnen afzonderlijk een subsidieplafond instellen om ervoor te waken dat er teveel op het budget wordt uitgegeven. We komen tot de volgende subsidieplafonds die we in december in de reintegratieverordening zullen verwerken: Doelgroep 1 zal het subsidieplafond in totaal € 39.000 zijn. Doelgroep 2 zal het subsidieplafond in totaal € 13.000 zijn. Doelgroep 3 zal het subsidieplafond in totaal € 1.000 zijn. Het reintegratiebudget in 2015 is (voorlopig) € 59.500. In totaal is de besteding, indien alle plafonds worden bereikt, € 53.000. Een deel € 500 van het budget zetten we in voor specifieke communicatie naar lokale werkgevers en burgers. Het restant € 6.000 zal in een post ‘onvoorzien specifiek’ voor de reintegratie worden gestort voor onvoorziene uitgaven. Een dergelijke post is in 2015 nodig, omdat we vooralsnog zijn uitgegaan van aangenomen percentages in de verdeling van de doelgroepen. Een risico is dat het percentage van doelgroep 2 een stuk hoger uitvalt. Omdat de kosten van de instrumenten in deze doelgroep erg hoog is (€ 13.000) is een dergelijke post voor onvoorziene kosten in het overgangsjaar een verstandige keuze. Voorgestelde financiële kaders 1. We stellen per doelgroep subsidieplafonds in om besteding van de middelen te beheersen. Doelgroep 1: € 39.000, doelgroep 2: € 13.000, doelgroep 3: € 1.000. 2. We stellen een onvoorziene post in van het resterende bedrag in het Participatiebudget (€ 6.000) om onvoorziene kosten op te kunnen vangen. 3. We leggen prioriteit bij doelgroep 1 en kiezen scenario 1 voor het bestedingsmodel voor de re integratiemiddelen. 4. Een deel van het reintegratiebudget € 500 besteden we aan communicatiemiddelen aan inwoners van gemeente Oostzaan en lokale werkgevers. 5. In 2015 onderzoeken we de mogelijke alternatieven voor de voorziening nieuw beschut werk en onderzoeken de mogelijkheden om WMO arbeidsmatig dagbesteding en beschut werk te combineren. 6. In het eerste kwartaal 2016 evalueren we de aannames die we gebruikt hebben in de scenario’s en onderzoeken we de financiële haalbaarheid voor de keuze van scenario 2 of een variant hierop met meer maatschappelijk effect dan scenario 1. Communicatie In hoofdstuk 11 geven we het communicatieplan voor de Participatiewet weer. In principe is het plan wat gemeente Zaanstad zal uitvoeren. Op bepaalde onderdelen zal gemeente Oostzaan zelf de communicatie verrichten. Daar waar Oostzaan inzet zal verrichten is dit in het communicatieplan aangegeven. De middelen die hierboven voor communicatie worden voorgesteld worden voornamelijk aangewend voor de lokale communicatie die gemeente Oostzaan zelf zal inzetten. Bijlagen Beleidsplan ‘Oostzaan voor participatie’ Achtergrondinformatie algemeen Wajong Achtergrondinformatie algemeen Participatiewet
B1
6
B2 B3
Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan
Het college van burgemeester en wethouders van Oostzaan, de gemeentesecretaris,
de burgemeester,
R. Schaatsbergen
P. Leegwater
7
Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan
Onderwerp
RVnummer:
14/82
Gemeente Oostzaan voor participatie
Datum: Procedure:
6 november 2014 Commissie: 17 november 2014 Raad: 1 december 2014
De raad van de gemeente Oostzaan gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.: 4 november 2014 Besluit: het beleidsplan Participatiewet ‘Oostzaan voor participatie’ vast te stellen en in te stemmen met de in het plan de voorgestelde beslispunten.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Oostzaan, gehouden op 1 december 2014 de griffier,
de voorzitter,
E.H.M. OuwehandBrussel
P. Leegwater
8