Voorste kruisbandreconstructie
voor patiënten 1
Inhoudstafel Hieronder vindt u de inhoudsopgave van de brochure terug. De onderwerpen aangeduid in het vet zijn belangrijk en moet u zeker lezen. Inleiding............................................................................................................................. 3 De voorste kruisband: anatomie en functie.................................................................. 4 Wat moet u doen vóór een operatie?........................................................................... 7 De operatie........................................................................................................................ 8 Mogelijke verwikkelingen na een reconstructie van de voorste kruisband..........10 Wat moet u doen als voorbereiding op de operatie................................................11 Wat brengt u mee naar het ziekenhuis bij opname..................................................12 Verloop van de opname................................................................................................ 12 Dag van de operatie................................................................................................... 12 Dag 1 na de operatie.................................................................................................. 13 De eerste week............................................................................................................ 13 Revalidatie....................................................................................................................... 14 Fase I: chirurgie tot 4 à 8 weken................................................................................ 15 Fase II: 4 à 6 weken tot 3 à 4 maanden.................................................................... 17 Fase III: 3 à 4 maanden tot 9 à 10 maanden............................................................ 18 Bij welke alarmtekens moet u de huisarts verwittigen.............................................19 Referenties....................................................................................................................... 20
2
Inleiding Onlangs bent u op consultatie geweest bij een orthopedisch chirurg in az groeninge. De arts stelde een scheur van de voorste kruisband vast en na verder nazicht werd beslist dat een operatie nodig is. Voordat u zich laat opereren, moet u goed weten waarom de operatie nodig is, hoe u zich moet voorbereiden op de operatie, wat de operatie inhoudt en hoe het herstel na de operatie zal verlopen. Deze brochure kan u hierbij helpen. Tijdens de raadpleging kreeg u al informatie maar uit ervaring weten we dat veel van die mondelinge informatie snel verloren gaat. Bovendien tonen studies aan dat een goed geïnformeerde patiënt actiever deelneemt aan het genezingsproces. Daardoor kan u actief meewerken aan het verkorten van uw verblijf in het ziekenhuis en bevordert u het genezingsproces in de goede zin. We wensen u alvast een goed herstel! Indien u, uw familie of directe naasten nog vragen hebben, kan u altijd terecht bij Nathalie De Donder, protheseverpleegkundige
[email protected] t. 056 63 35 70
3
De voorste kruisband: anatomie en functie Wat is de voorste kruisband en wat doet hij? De voorste kruisband (VKB) is een gewrichtsband midden in de knie die het bovenbeen aan het onderbeen verbindt. Wanneer sporters een ernstig knieongeval hebben, is deze band veelal gescheurd. De VKB is belangrijk tijdens de dagelijkse activiteiten en is absoluut noodzakelijk voor de stevigheid van de knie bij bepaalde sporten.
normale en gescheurde kruisband zichtbaar bij een kijkoperatie
Hoe ziet de voorste kruisband er uit? De VKB bestaat uit 2 bundels die dicht naast elkaar lopen: • De voorste bundel verhindert dat het onderbeen naar voor beweegt tegenover het bovenbeen. • De achterste bundel zorgt voor stabiliteit bij rotatie. Hierdoor blijft de knie stabiel bij draaibewegingen van het been.
Komen gescheurde kruisbanden vaak voor? VKB-scheuren komen heel vaak voor. Vooral bij skiën, rugby, voetbal en basketbal is er een verhoogd risico. Een VKB kan echter ook scheuren bij een zware verstuiking van de knie of tijdens een val of verkeerde beweging.
4
Hoe wordt een scheur van de voorste kruisband vastgesteld? Als u uw knie voelt kraken en uw knie zwelt onmiddellijk op, moet er steeds aan een scheur van de voorste kruisband gedacht worden. Ook bloed in de knie kan wijzen op zo’n scheur. Vaak kan de arts door lichamelijk onderzoek reeds vaststellen dat de knie iets losser is dan normaal.
Met behulp van een MR (Magnetische Resonantie) kan de diagnose bevestigd worden. Dit onderzoek laat ook toe om andere letsels zoals meniscusletsels en kraakbeenletsels vast te stellen.
normale kruisband op MR
gescheurde kruisband op MR
5
Is een operatie absoluut noodzakelijk? Neen. Sommige personen functioneren zeer goed zonder een intacte voorste kruisband. Deze mensen passen hun activiteiten aan waardoor ze risicobewegingen vermijden. Op die manier vermijden ze dat ze door hun knie zakken. Wanneer de knie echter te los zit en te veel verspringt, is er een risico op meniscusletsels en kraakbeenletsels. Daarom wordt bij een groot deel van de actieve patiënten gekozen voor een herstel van de voorste kruisband.
Kan een voorste kruisband hersteld worden of moet er een nieuwe band worden gemaakt? Meestal kunnen de vezels van een kapotte kruisband niet hersteld worden. Ze zijn volledig uitgerokken en uitgerafeld waardoor ze onherstelbaar zijn. Daarom worden de beschadigde vezels verwijderd en vervangen door een nieuwe band.
Van waar komt de nieuwe band? Meestal worden 2 pezen van de hamstrings genomen (spieren die de knie helpen plooien). Die worden dubbel of driedubbel geplooid om een stevige band te verkrijgen. Het wegnemen van de 2 pezen veroorzaakt tijdelijk minder kracht om de knie te plooien. In de praktijk merkt de patiënt dit echter niet op, aangezien dit samenvalt met de revalidatie na de ingreep. In andere gevallen kan een stuk van de kniepees of een donorpees gebruikt worden.
6
Ik heb net mijn kruisband gescheurd. Wanneer ben ik klaar voor een reconstructie? Meestal moet u enkele weken wachten op een operatie. Wanneer te overhaast wordt geopereerd, is er een sterk vergroot risico op bepaalde verwikkelingen: ontsteking, stijfheid en vergroeiingen. Om over te gaan tot operatie, moeten drie zaken in orde zijn: • De knie moet goed ontzwollen zijn. • De beweeglijkheid van de knie (strekken en plooien) moet bijna volledig hersteld zijn. • De knie moet pijnvrij zijn. Daarbij is het goed om al een goede controle te hebben van de quadricepsspieren (= dijspieren die de knie doen strekken). Daarom kan het zinvol zijn om naar de kinesist te gaan voor de operatie. Wanneer er ook andere letsels zijn (aan kraakbeen, meniscus en andere gewrichtsbanden), kan de planning veranderen.
Wat moet u doen vóór een operatie? De knie moet optimaal voorbereid worden vóór de operatie. Bijkomende letsels van meniscus en kraakbeen moet u zeker vermijden. Wees daarom voorzichtig! Sportactiviteiten zijn uiteraard verboden. Eventueel wordt reeds een kniebrace voorgesteld om de knie extra te beschermen. Ijs aanbrengen op de knie is zinvol om de ontsteking te doen afnemen. Hiermee vermindert ook de pijn en zwelling. Eventueel kan u pijnstillers of ontstekingsremmers nemen. Kinesitherapie kan zinvol zijn om de knie voor te bereiden en al enkele oefeningen aan te leren. De operatie wordt best gepland in een optimale periode voor revalidatie. Het is beter de operatie uit te stellen, dan onmiddellijk na de operatie zwaar belastende activiteiten te moeten uitvoeren.
7
De operatie De operatie zelf gebeurt via een kijkoperatie. Bij een kijkoperatie maakt de arts enkele openingen waarbij hij een kleine camera en instrumenten inbrengt. De operatie gebeurt in verschillende stappen.
Anesthesie De verdoving is meestal een plaatselijke verdoving. Via een prik in de rug worden enkel de benen verdoofd. Voor de operatie krijgt de patiënt ook lichte medicatie om zich rustig en comfortabel te voelen. In bepaalde gevallen kan ook voor een volledige verdoving worden gekozen.
Voorbereiding Er is wat voorbereiding nodig om het been te ontsmetten en de steriele doeken aan te brengen. De nodige instrumenten worden klaargelegd. Een knelband wordt rond het bovenbeen gedaan om bloeding tegen te gaan. Een dosis antibiotica wordt toegediend om infecties tegen te gaan.
De pezen De pezen worden genomen via een kleine opening aan de binnenzijde van de knie. Nadien worden deze pezen voorbereid om een stevige nieuwe voorste kruisband te vormen. De diameter wordt gemeten.
De kijkoperatie 1. Schoonmaken en nakijken van de knie Na het schoonmaken van de knie, verwijdert de arts kapotte vezels en losse fragmenten en behandelt hij eventuele meniscus- of kraakbeenletsels.
8
2.
Maken van de bottunnels Terwijl de chirurg in de knie kijkt, maakt hij met een speciaal instrument een tunnel in het bovenbeen en het onderbeen. Hij let er nauwkeurig op dat deze tunnels perfect uitkomen op de plaats waar de vroegere kruisband aan het bot vastzat. Hij herstelt zo goed mogelijk de vroegere anatomie en past de diameter van de tunnels aan aan de dikte van de nieuwe kruisband zodat die perfect past. Nadien brengt hij de nieuwe kruisband in door de onderste tunnel.
3.
Fixatie in de tunnels Nu de nieuwe kruisband is ingebracht, moet die stevig worden vastgemaakt in de twee tunnels. Hiervoor gebruikt de chirurg een speciale techniek waarbij een plaatje (endobutton) wordt gekanteld aan het uiteinde van de tunnel. Onderaan maakt de chirurg het plaatje vast met een stevige schroef en vaak ook een kram.
9
Mogelijke verwikkelingen na een reconstructie van de voorste kruisband Zoals bij iedere chirurgische ingreep zijn er mogelijke complicaties bij een reconstructie van de voorste kruisband. Hierna vindt u de belangrijkste complicaties: Bloedklonter Na een knieoperatie is er een risico op het vormen van een bloedklonter in een ader van het onderbeen. U kan dat risico verminderen door de voet regelmatig te bewegen en vaak de spieren van kuit en dij op te spannen. Bijkomend krijgt u medicatie (Clexane®, Fraxiparine®) om het bloed te verdunnen. Die krijgt u via een dagelijks prikje in de buik. Een verpleegkundige komt hiervoor thuis bij de patiënt. Dit kan u ook zelf aanleren zodat u de medicatie zelf kan toedienen.
Bloeding Soms kan er na de operatie een bloeding optreden in de knie. Door regelmatig ijs op de knie te leggen, kan u die beperken. Bij een grotere bloeding in de knie dient er soms in de knie geprikt te worden om het bloed te verwijderen. In veel gevallen lost het bloed echter vanzelf op in het lichaam.
10
Infectie Bij elke operatie is er een beperkt risico op infectie. De meest voorkomende oorzaak zijn bacteriën van de huid van de patiënt. Om het risico zo klein mogelijk te maken, wordt steriel gewerkt en krijgt de patiënt antibiotica tijdens de operatie.
Falen van de ingreep Na de operatie moet de geplaatste nieuwe kruisband vastgroeien. Bij onvoorzichtig gedrag kan die echter loskomen, waardoor de ingreep gedeeltelijk of volledig faalt.
Wat moet u doen als voorbereiding op de operatie Voordat u geopereerd wordt, moeten een aantal essentiële zaken geregeld worden. Deze documenten kreeg u mee op de raadpleging. Kamer aanvragen
Medicatielijst
Tijdens de consultatie kreeg u van de arts een opnameformulier. Met dit formulier kan u een kamer aanvragen. Onmiddellijk na de consultatie moet u zich aanmelden aan het onthaal van het ziekenhuis. Daar krijgt u bijkomende informatie over de verzekering en kamerkeuze.
Bij opname is het belangrijk dat de verpleegkundigen goed op de hoogte zijn van uw medicatie. Als voorbereiding op de opname zorgt u best voor een medicatielijst.
Preoperatieve vragenlijst invullen Om de operatie en de narcose veilig te laten verlopen, krijgt u vooraf een preoperatieve vragenlijst mee naar huis. Gelieve deze lijst zo zorgvuldig mogelijk in te vullen. Raadpleeg desnoods uw huisarts. Bij latexallergie raden wij u aan om de chirurg vóór de opname op de hoogte te brengen.
Preoperatieve onderzoeken Vanaf de leeftijd van 55 jaar zijn een aantal bijkomende onderzoeken nodig. Zo zal een standaard bloedafname en/of een cardiogram (ECG) gevraagd worden. Deze onderzoeken mag u bij de huisarts laten afnemen een aantal dagen voor de operatie.
Marcoumar® en Marevan® U moet de inname van deze medicatie één week voor de operatie stoppen en vervangen door inspuitingen met Fraxiparine® of Clexane®. Raadpleeg hiervoor uw huisarts indien dit nog niet geregeld is via de chirurg. Cardio-aspirine® en Asaflow® mag u doornemen.
Reserveer thuiszorg U bekijkt best voor de operatie welke hulp u nodig kan hebben. Bij vragen kan u steeds terecht bij uw ziekenfonds en de sociale dienst van het ziekenhuis. Sociale dienst campus vercruysselaan: Dorine De Visschere, t. 056 63 68 56.
11
Wat brengt u mee naar het ziekenhuis bij opname? Documenten • SIS-kaart, formulieren voor de verzekering, ziekenfonds en/of arbeidsongeschiktheid voor uw werkgever, bloedgroepkaart • resultaten bloedafname en eventueel ECG • preoperatieve vragenlijst • resultaten van echografie en radiografie van de knie (indien u deze in uw bezit heeft) • medicatielijst Medicatie Indien u medicatie inneemt, brengt u die best mee naar het ziekenhuis in de originele verpakking. Bij inname van medicatie met een attest van de arbeidsadviseur, breng dan het attest mee. In het ziekenhuis nemen we een kopie van dit attest. Neemt u bloedverdunnende medicatie, dan moet u dit melden aan de arts en verpleegkundigen.
Verloop van de opname Dag van de operatie De dag van de operatie komt u binnen om 7.30 uur ‘s morgens. U meldt zich aan de balie. Daar wordt u afgehaald en begeleid naar uw kamer waar de verdere opname plaatsvindt.
Medicatie U neemt de ochtend van uw opname geen medicatie meer maar u geeft uw medicatie wel door aan de verpleegkundige, verantwoordelijk voor uw opname.
Nuchter U moet nuchter zijn. Dit wil zeggen dat u na middernacht niet meer mag eten, drinken of roken. Indien u niet nuchter bent, wordt uw operatie verplaatst naar een latere datum wegens mogelijke complicaties bij de verdoving.
De bloedverdunners Aspirine® en Asaflow® worden in tegenstelling tot vroeger niet altijd meer gestopt. Waarschuw de verpleegkundige indien u Aspirine® of dergelijke neemt zonder het medeweten van de behandelende geneesheer.
12
Operatie Het is moeilijk te zeggen om welk uur de ingreep precies plaatsheeft. Na de operatie Onmiddellijk na de ingreep krijgt u een verband aan uw knie. U blijft in de ontwaakzaal tot de anesthesist akkoord gaat om u naar uw kamer te laten gaan. ’s Avonds krijgt u ter preventie van flebitis een inspuiting in de buik.
Dag 1 na de operatie ’s Morgens krijgt u hulp bij de ochtendverzorging en wordt het verband ververst. Om pijn te voorkomen, krijgt u medicatie. Normaal gezien mag u de dag na de operatie het ziekenhuis verlaten. Als voorbereiding op het ontslag schrijft de chirurg medicatie en kinesitherapie voor. U krijgt ook een afspraak voor een raadpleging bij de chirurg.
De eerste week Zwelling Zwelling na de operatie is niet abnormaal. Het is heel belangrijk om het de eerste week rustig aan te doen. Regelmatig ijs op de knie leggen, is belangrijk om zwelling, pijn en ontsteking onder controle te houden.
Inspuitingen tegen klontervorming De vorming van bloedklonters is een risico na knieoperaties en na een periode van lage beweeglijkheid. Om dit risico te verminderen, wordt medicatie gegeven die het bloed een beetje verdunt. Het zijn spuitjes die 1x per dag in de buik geprikt worden. Een verpleegkundige kan dit thuis komen doen. U mag dit ook zelf doen. Kinesitherapie Kinesitherapie is noodzakelijk om het goede herstel te begeleiden. Eventueel kan u na de operatie enkele dagen wachten om de knie tot rust te laten komen. In het andere geval wordt met heel lichte oefeningen gestart. Uw ziekenfonds en uw kinesist kunnen u op de hoogte brengen van mogelijke terugbetaling van de kinesitherapie door het RIZIV. Meestal worden ongeveer 3 à 5 kinébeurten per week voorgesteld. Naast deze kinebeurten moet u ook thuis oefenen. Bij competitiesporters wordt aangeraden om het aantal beurten in het begin te beperken, om nog voldoende beurten over te hebben voor de 2de en 3de fase die belangrijk zijn voor de voorbereiding op sporthervatting.
Pijnmedicatie Pijnstillers en ontstekingsremmers zijn niet strikt noodzakelijk. Ze versnellen de genezing niet. Ze zorgen enkel voor comfort. 13
Kniebrace Een kniebrace wordt in veel gevallen aangeraden om de knie bijkomend te beschermen. Een kniebrace is echter geen garantie op absolute bescherming. Voorzichtigheid blijft de boodschap. ’s Nachts om te slapen mag u de brace verwijderen.
droog houdt. De chirurg spreekt met u af wanneer de hechtingen worden verwijderd. Ofwel gebeurt dit op de raadpleging, in het ander geval mag de huisarts de (resterende) hechtingen verwijderen 2 weken na de operatie. De huisarts krijgt steeds een verslag van de operatie.
Wondzorg en hechtingen De wonde moet niet dagelijks verzorgd worden. Het verband mag gerust verschillende dagen dicht blijven. Het is heel belangrijk dat u de wonde
Douchen U mag douchen zolang u de wond droog houdt. Neem geen bad want dit zorgt voor verweking van de wondnaad. Wees voorzichtig.
Revalidatie De herstelfase is zeer belangrijk na een reconstructie van de voorste kruisband. Door onvoorzichtig gedrag (gevaarlijke bewegingen of overbelasting) kan de nieuwe kruisband geheel of gedeeltelijk loskomen. Dan is de operatie misschien een maat voor niets geweest. Te angstig gedrag kan leiden tot stijfheid in de knie. De patiënt zelf is verantwoordelijk voor het goede verloop na de revalidatie. Het is de taak van de kinesist om hem hierin te begeleiden. Daarom bestaat ook een brochure specifiek voor kinesisten. De kinesist zal u oefeningen aanleren. Het is echter noodzakelijk dat u deze oefeningen regelmatig zelfstandig thuis uitvoert. De revalidatie gebeurt in verschillende fasen. Deze fasen zijn afgestemd op een gemiddeld verloop en op de natuurlijke ingroei van de nieuwe kruisband. Als u te snel naar een volgende fase overgaat, riskeert u dat de nieuwe kruisband niet vastgroeit.
14
Fase I: chirurgie tot 4 à 8 weken De eerste weken na de chirurgie (4 tot 8 weken) hebben als belangrijkste doelstellingen: Controle van pijn en zwelling Pijn en zwelling kan u onderdrukken met behulp van enkele klassieke principes: heel regelmatig ijs aanbrengen, een steunkous en hoogstand. De arts kan u eventueel ontstekingsremmers voorschrijven. Krukken en brace U kan krukken en een brace gebruiken om de greffe te beschermen in de vroege periode na de chirurgie. Het gebruik van de brace kan u afbouwen na 4 tot 6 weken (afhankelijk van de quadricepscontrole, kracht en coördinatie). De brace weglaten moet u in samenspraak met de therapeut doen en is afhankelijk van de aard van de activiteit. Steunen De chirurg bepaalt wanneer u opnieuw mag steunen. Dat is mee afhankelijk van eventuele andere letsels. U mag dit zeker niet forceren. Vooraleer te stappen zonder krukken moeten volgende zaken in orde zijn: goed strekken van de knie, minimum 90° plooien, weinig zwelling en ontsteking.
foute steunname
juiste steunname
15
Mobilisatieoefeningen van de knie De knie volledig strekken is heel belangrijk. Na de operatie controleert de chirurg steeds of u de knie volledig kan strekken om technische fouten uit te sluiten. Een tekort in het strekken is heel normaal in de eerste weken na chirurgie. Dit wordt veroorzaakt door stijfheid van de hamstrings (kniebuigers), spierspanning door pijn en vergroeiingen door littekenvorming. Plaats daarom geen kussen of deken onder de knie.
Doorhangoefeningen van het been zijn zinvol. Gewichten zijn in deze fase niet aangewezen.
Bij deze doorhangoefeningen moet u hyperextensie vermijden. Om dit te voorkomen, kan u de brace instellen op 0°. De knie plooien (flexie) gaat in het begin ook niet zo vlot. Dit moet in deze eerste fase hersteld worden tot minimum 100°. U mag dit niet forceren door te wringen op de knie. Dit is niet nodig en kan zelfs gevaarlijk zijn om de nieuwe kruisband te beschadigen. Hiervoor zijn specifieke oefeningen voor het herstel van knieflexie en mobilisatietechnieken van de knieschijf zinvol.
16
Oefenen van dijspieren In het begin van de revalidatie is het oefenen van quadricepsspieren (kniestrekkers) belangrijk. Ook oefeningen voor de hamstrings (kniebuigers) en heupspieren maken deel uit van het volledige oefenprogramma. Bijvoorbeeld de hielpress (hamstrings). U buigt de knie en duwt uw hiel naar beneden.
Oefeningen voor de heupspieren Aan het einde van de eerste fase geven we activiteiten als voorbereiding op het stappen zonder krukken.
Aan het einde van fase I moet de patiënt de knie volledig kunnen strekken, minimum 100° kunnen plooien, minimale pijn en zwelling hebben en bijna normaal kunnen stappen zonder hulpmiddelen.
Fase II: 4 à 6 weken tot 3 à 4 maand Fase II begint na 4 à 8 weken en kan duren tot 3 à 4 maanden na chirurgie. Het doel van deze fase is: Normaal stappen De patiënt moet terug normaal leren stappen en dit ook steeds langer kunnen volhouden. Geef tijdens het stappen speciale aandacht aan het goed strekken van de knie. 17
Spierversterkende oefeningen Versterkende oefeningen voor de quadriceps worden verder uitgebreid. Daarnaast is het ook noodzakelijk om de hamstrings, kuitspieren en heupspieren te oefenen. Uithoudingsoefeningen Geleidelijk brengt de kinesist uithoudingsoefeningen in het programma zoals step, aquajogging en zwemmen (geen schoolslag). De kinesist controleert uw knie op zwelling, pijn en andere tekens van ontsteking tijdens het opbouwen van deze oefeningen. Tijdens deze periode start u ook bekkenstabiliserende oefeningen en evenwichtsoefeningen. De kinesist zal u uitleggen wat die juist inhouden.
Fase III: 3 à 4 maanden tot 9 à 10 maanden Hoe verder in de revalidatie, hoe meer variatie tussen de verschillende patiënten. Daarom moeten de oefeningen meer en meer aan de patiënt aangepast worden. De laatste fase van de revalidatie begint ongeveer 3 à 4 maanden na chirurgie en eindigt met een sporthervatting ongeveer 6 maanden tot één jaar na chirurgie. Bij niet-sporters is deze laatste fase minder belangrijk. Bij sporters is deze fase hét belangrijkst. Door extra oefenen in deze fase kunnen sporters beter en sneller herstellen. Eventueel kan u een deel kinébeurten van de eerste fase verschuiven naar deze periode. Zo kan u uw lichaam zo goed mogelijk voorbereiden om de sport te hernemen. Tijdens deze periode ligt de nadruk op algemene spierversterking, verbeteren van de spiercontrole en opbouwen van sportspecifieke oefeningen. Deze oefeningen moeten uiteindelijk overgaan in meer functionele oefeningen. Alvorens over te gaan naar moeilijkere oefeningen moet de patiënt een bepaald niveau behalen. Uw kinesist zal samen met de arts bepalen wanneer u de volgende stap mag zetten. U mag lopen als de quadriceps voldoende stevig zijn. Het joggingprogramma wordt geleidelijk opgebouwd. Het start met traag lopen op de loopband gedurende 10 minuten 2 à 3 keer per week. Het programma kan verhogen met 10 à 15 % per week als er geen tekens van ontsteking optreden. Wanneer u 15 tot 20 minuten kan lopen op een plat oppervlak, kan u starten met bewegen in verschillende richtingen. Wanneer de quadricepskracht bijna volledig is teruggekeerd, kan u starten met cutting bewegingen aan volledige kracht en springoefeningen. 18
Isokinetisch onderzoek In de derde fase is een isokinetisch onderzoek (Biodex) interessant om de spierkracht na te kijken. Dit onderzoek wordt best uitgevoerd bij sporters tussen 3 en 4 maanden na de operatie. Uiteraard kan het ook bij de andere patiënten bijkomende informatie bieden. U draagt best sportieve kledij tijdens het uitvoeren van dit onderzoek. Het onderzoek evalueert de spierkracht in al zijn facetten: absolute kracht, relatieve kracht, evenwicht en bilaterale krachtverschillen. Deze waarden kunnen we vergelijken met normale waarden en we kunnen de evolutie nagaan. Deze informatie leert ons met welke oefeningen we al mogen starten. We kunnen de test opnieuw uitvoeren 6 maanden na de operatie om te zien of de sporter klaar is om zijn sport te hervatten. Eventueel kan u dit onderzoek ook onmiddellijk inplannen op de dienst kinesitherapie van az groeninge: verantwoordelijke Jan Notredame (afspraak: t. O56 63 53 66).
Bij welke alarmtekens moet u de huisarts verwittigen? •
• •
Bij ontstekingsverschijnselen ter hoogte van het operatiegebied. Deze verschijnselen bestaan uit pijn gecombineerd met roodheid, vochtafscheiding en/of koorts. Indien bij het oefenen de knie steeds pijnlijker wordt en moeilijker beweegt. Bij pijn of zwelling van de kuit.
19
Referenties • Current concepts in ACL reconstruction. F Fu, S Cohen. Slack Incorporated, 2008 • The anterior cruciate ligament. Reconstruction and basic science. Prodromos. Saunders Elsevier, 2008 • Loss of motion following ACL reconstruction: A second look. Irrgang J, Harner C, Fu F, Silbey M, DiGiacomo R. J Sport Rehab. 1997, 6:213-225 • Accelerated rehabilitation after anterior cruciate ligament reconstruction. Shelbourne K, Nitz P. Am J Sports Med. 1990, 18:292-299 • Revalidatieprotocol University of Pittsburgh Medical Center
Het orthopedisch centrum az groeninge Kortrijk Orthopedie, campus vercruysselaan Burg. Vercruysselaan 5 | 8500 Kortrijk t. 056 63 35 40 dr. Pierre Adyns: heup - knie dr. Filip Gheysen: heup - knie dr. Frederick Michels: knie - voet - enkel en sportletsels dr. Dirk Oosterlinck: heup - knie - wervelkolom dr. Guy Putzeys: trauma - schouder - bekken dr. Jan Van Cauwelaert de Wyels: schouder - knie dr. Jan Van Der Bauwhede: knie - voet - enkel en sportletsels dr. Luc Vercruysse: heup - knie dr. Luk Verhelst: heup - schouder dr. Emmanuel Audenaert - UZ Gent: heup dr. Pierre Moens - UZ Leuven: kinderorthopedie dr. Anja Van Campenhout - UZ Leuven: kinderorthopedie Nathalie De Donder, protheseverpleegkundige
[email protected], t. 056 63 35 70 Handgroep, campus loofstraat Loofstraat 43 | 8500 Kortrijk t. 056 63 35 80 dr. Marleen Dezillie: hand - pols en elleboog dr. Jeroen Vanhaecke: hand - pols prof. dr. Filip Stockmans: hand - pols en congenitale handchirurgie vzw az groeninge, zetel: President Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk t. 056 63 63 63 | f. 056 63 63 69, www.azgroeninge.be vu: Jan Deleu, President Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk doc 50635 20